Clean Technology. Markt, technologie en toekomstige thema s. Auteur: Chris Maliepaard Versie: 1.1 Datum: 6 juni 2014 Status: Definitief

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Clean Technology. Markt, technologie en toekomstige thema s. Auteur: Chris Maliepaard Versie: 1.1 Datum: 6 juni 2014 Status: Definitief"

Transcriptie

1 Markt, technologie en toekomstige thema s Auteur: Chris Maliepaard Versie: 1.1 Datum: 6 juni 2014 Status: Definitief

2 Versieoverzicht Versie Datum Reflectiegroep Commentaar /03/2014 RG, EvD, RS Eerste opzet CleanTech MTC document /03/2014 RG, Evd, RS Hoofdstuk 3 Wereldwijde marktontwikkeling Layout aangepast Analyses naar appendix sectie /03/2014 RG, EvD, RS Tekst herordend Aanvullingen aan hoofdstuk 2, 3, 4 en /03/2014 RG, EvD, RS Hoofdstuk 1, 2 en 3 afgerond. Sectie 7.1 en 7.2 afgerond /04/2014 RG, EvD, RS Hoofdstuk 3 uitgebreid met marktkapitalisatie. Overzicht expertinterviews toegevoegd Yes!Delft overzicht toegevoegd aan hoofdstuk Nederlandse markt /04/2014 RG, EvD, RS Hoofdstuk 8 CT thema s Overzicht expertinterviews en transcripten naar appendix-sectie /05/2014 RG, EvD, RS, SvD Hoofdstuknummering aangepast Hoofdstuk 4 aangevuld met CT visie door de Europese Raad. Hoofdstuk 5 Overzicht Nederlandse bedrijven beschreven op basis van octrooionderzoek. Hoofdstuk 7 CT thema s aangevuld Appendix G octrooionderzoek toegevoegd /05/2014 SvD Opmerkingen verwerkt uit evaluatiebijeenkomst 13 mei EvD, RS, RG /05/2014 PA Technologieverzicht in samenvatting opgenomen Resultaten van twee expertinterviews toegevoegd /06/2014 Opmerkingen SvD en PA verwerkt Page 2

3 Samenvatting 1 Aanleiding en doel Dit document beschrijft het resultaat van een verkenning van de Clean Technologie (CleanTech) sector. Het beoogde doel is om kennis en inzicht te verkrijgen in de CleanTech markt en de daarin toegepaste groene innovatieve technologieën. Deze kennis en inzicht kan een bijdrage leveren aan de realisatie van de kennisvalorisatie-doelstellingen van de Technische Universiteit van Delft zoals beschreven in de Roadmap Ontwikkeling van de Clean Technologie STATUS De huidige stand van zaken van de CleanTech sector kan als volgt worden gekenschetst: 1. De wereldwijde CleanTech markt en daaraan gekoppelde werkgelegenheid blijft groeien 2. Groei-economiën blijven clean technologische innovaties vereisen en stimuleren 3. Consumentmarkt georiënteerde bedrijven hebben het makkelijker dan B2B bedrijven 4. CleanTech ontwikkelt zich verder binnen de olie en gas industrie 5. De samenstelling van het venture capitalists portfolio verandert door de focus op en groei van energie efficiëntie 6. De concurrentie binnen individuele CleanTech sectoren neemt toe MARKT De CleanTech markt is geanalyseerd en beschreven aan de hand van prestaties van marktpartijen van het type Koplopers en Toepassers. Koplopers richten zich expliciet op eigen innovatie en het gerealiseerde is volledig nieuw voor de markt. Zij vormen een informatiebron over hedendaagse en toekomstige CleanTech ontwikkelingen. Toepassers richten zich weliswaar ook op innovatie maar innoveren juist door combinatie van eigen R&D inspanning en extern betrokken kennis en technologie. Dat kan zijn middels M&A, CVC investeringen of door het aangaan van strategische partnerships. Deze marktpartijen zijn meestal kapitaalkrachtiger dan koplopers en spelen een belangrijke rol in de verdere groei en maturisatie van innovatieve CleanTech technologieën. De organisaties waarvan in het algemeen verwacht wordt dat zij aankomende 5 tot 10 jaar een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de commerciële ontwikkeling van CleanTech markt zijn: Koplopers Wereldwijd Europa Nederland Toepassers Page 3

4 SECTOR De ontwikkeling van innovatieve technologieën door koploper-bedrijven laat binnen de verschillende CleanTech sectoren en subsectoren de volgende trends zien: 1. Het aandeel Renewable energy generation blijft verder afnemen 2. Energy storage laat een eerste begin van een neergaande trend zien 3. Energy efficiency laat een stijgende bedrijvigheid zien 4. Energy efficiency Light saving technology ontwikkelt zich sterk mede door Europese wet en regelgeving 5. Water Waste water treatment is zeer succesvol binnen verschillende niche markten 6. Web-based resource sharing modellen worden in steeds meer CleanTech sectoren toegepast KEY ENABLING TECHNOLOGIE Er is een diversiteit aan innovatieve groene technologieën die door de koploper-bedrijven worden toegepast in hun productontwikkeling of dienstverlening. Renewable Energy Generation Solar Biofuels & Biochemicals Energy Storage Battery & Battery mng Light Saving techn. Energy Efficiency Low energy electronics Industrial Equipment & processes Waste & Recycling Recycling of resources Water & Wastewater Wastewater treatment Enclosed Through Photovoltaic Power Optimalisation YXY Catalysis Proesa Olefin Metathesis Thermo chemie GENO BDO Lanzatech Liquid Metal AHI Lead Acid HCMR LTO MOVPE Digital Light Agent Realtime Sensing and Control Nanowire LED OLED Thermo electrons Envelope Tracing Gallium Nitride Rotary Screw Expander Pumped Heat Electricity Storage Solid-State Energy Harvesting REPLAG Organics operating Power Micro Clear FBAS Pearl EPC MetZynes EDGE 3 Huidige en toekomstige thema s binnen de Clean Technologie Op basis van in-depth interviews zijn thema s geïdentificeerd die op dit moment relevant zijn voor de verdere ontwikkeling van de CleanTech sector: 1. Ontwikkeling van nieuwe businessmodellen als basis voor een sluitende CleanTech businesscase 2. Ontwikkeling van innovatieve energieopslagtechnologieën 3. Ontwikkeling van beheersingsfunctionaliteit op systeemniveau 4. Systeeminnovaties op basis van LED technologie 5. Ontwikkeling van een DC energienet 6. Ontwikkeling van near-zero energy buildings 7. Recycling van grondstoffen 8. Energie-efficiencyverbeteringen in het vracht- en groepsvervoer 9. Optimalisaties binnen watermanagement door toepassing van ICT en kringloopbeheersing 10. Ontwikkeling van monitoring- en data-analyse-softwareproducten ten behoeve van smartgrids 11. Ontwikkeling van softwareproducten voor veiligheids- en privacyvraagstukken binnen de Smart CleanTech 12. Procesontwikkeling t.b.v. productie en logistiek binnen de Additive Manufactoring 13. Product- en procesontwikkeling binnen de Biomaterialen Page 4

5 De respondenten gaven de volgende adviezen over kennisvalorisatie binnen de CleanTech sector: 1. Meer programmatische samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en financiële instellingen 2. Realisatie van One voice to the customer 3. Fundamenteel onderzoek is cruciaal want innovatie komt voort uit kennis, 4. Ontwikkeling van technologie vanuit de toepassing 5. Betere afstemming van belangen binnen universitaire-industriële samenwerkingsverbanden 6. Kennis van technologie én businessmodellen én organisatiekunde Page 5

6 Inhoudsopgave VERSIEOVERZICHT... 2 SAMENVATTING... 3 INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE AANPAK EN AFBAKENING DEFINITIE VAN INVLOEDRIJK BEDRIJF DEFINITIE VAN CLEANTECH IDENTIFICATIE VAN BEDRIJVEN DE WERELDWIJDE CLEANTECH MARKT STAND VAN ZAKEN INVLOEDRIJKSTE BEDRIJVEN Invloedrijkste koplopers Invloedrijkste toepassers Corporate Merger and Acquisition Bedrijfsparticipaties en strategische samenwerkingsverbanden ONTWIKKELING VAN DE VERSCHILLENDE CLEANTECH SECTOREN CLEANTECH INVESTEERDERS PURE-PLAY BEDRIJVEN BINNEN DE CLEAN ENERGY TECH DE EUROPESE MARKT STATUS VAN DE EUROPESE CLEANTECH IN INVLOEDRIJKSTE EUROPESE BEDRIJVEN Invloedrijkste Europese koplopers Invloedrijkste Europese toepassers DE NEDERLANDSE MARKT STATUS VAN DE NEDERLANDSE CLEANTECH IN INVLOEDRIJKSTE NEDERLANDSE BEDRIJVEN Bepaling van invloedrijkste Nederlandse bedrijven Invloedrijkste Nederlandse koplopers Invloedrijkste toepassers TU DELFT GELIEERDE BEDRIJVEN YES!DELFT STARTUPS TU DELFT SPINOFFS DE HUIDIGE CLEANTECH TECHNOLOGIEËN TECHNOLOGIEONTWIKKELING DOOR GCT BEDRIJVEN TECHNOLOGIEONTWIKKELING BINNEN TU DELFT DE CLEANTECH THEMA S CONTEXT EN SELECTIE HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE THEMA S MARKT-GESTUURDE ONTWIKKELING TECHNOLOGIE-GESTUURDE ONTWIKKELING VALORISATIEKANSEN Page 6

7 GERAADPLEEGDE BRONNEN APPENDIX A - DE GLOBALCLEANTECH100 BEDRIJVEN IN APPENDIX B - DE GEOGRAFISCHE VERDELING VAN GCT100-BEDRIJVEN OVER DE PERIODE APPENDIX C - DE INVLOEDRIJKSTE NIET-BEURSGENOTEERDE GCT100 BEDRIJVEN OVER DE PERIODE APPENDIX D CLEANTECH SAMENWERKINGSVERBANDEN APPENDIX E DE INVLOEDRIJKSTE NIET-BEURSGENOTEERDE EUROPESE GCT100 BEDRIJVEN IN APPENDIX F TRANSCRIPTEN EXPERT-INTERVIEWS APPENDIX G RESULTATEN OCTROOIONDERZOEK G1. AANPAK OCTROOIONDERZOEK G2. OCTROOIOVERZICHT NEDERLANDSE BEDRIJVEN OP BASIS VAN CT SUBSECTOREN G3. OCTROOIOVERZICHT BEDRIJVEN OP BASIS VAN CT SUBSECTOREN Page 7

8 1. Introductie Dit document beschrijft de hedendaagse ontwikkelingen binnen de Clean Technologie (CleanTech). De Clean Technologie omvat een palet van innovatieve technologieën die het gebruik van natuurlijke hulpbronnen optimaliseren en de negatieve milieu-impact minimaliseren. In de praktijk zijn deze technologieën geïntegreerd in een reeks van producten, diensten en processen die tot doel hebben om: 1. Een betere prestatie te leveren tegen lagere kosten; 2. De negatieve ecologische impact te reduceren of elimineren; 3. Het verstandig gebruik en verbruik van natuurlijke grondstoffen te bevorderen. Omdat dergelijke producten, diensten en processen op veel plekken bij uiteenlopende bedrijven te vinden zijn is het lastig om een eenduidige en alomvattende definitie van CleanTech te geven. Wat kenmerkend voor CleanTech is, is de prominente koppeling tussen economisch toegevoegde waarde en milieuwinst. Naast de vaststelling van de definitie is ook de identificatie van CleanTech bedrijven een uitdaging. Omdat CleanTech bedrijven normaliter niet onder een specifieke Standaard BedrijfsIndeling (SBI) code vallen, maar verspreid zijn over verschillende SBI classificaties, is het moeilijk om op een directe wijze de omvang van de totale CleanTech sector te bepalen en lijst van individuele bedrijven op te stellen. In dit document worden er daarom verschillende onderzoeks- en analyserapporten als informatiebronnen gebruikt om deze bedrijven te identificeren. Dit document probeert inzicht te geven in de laatste ontwikkelingen binnen de CleanTech gemeenschap zowel wereldwijd, binnen Europees en binnen Nederland, met als doel om vanuit de TU Delft deze ontwikkelingen te koppelen aan eigen technologisch initiatieven en kennisvalorisatie-doelstellingen zoals beschreven in de Roadmap2020. Page 8

9 2. Aanpak en afbakening 2.1 Definitie van invloedrijk bedrijf Dit document richt zich in de hoofdstukken 3, 4 en 5 op het identificeren en beschrijven van de invloedrijkste bedrijven binnen de CleanTech markt. Met de term invloedrijkste bedrijven wordt gekeken naar de mate waarin R&D activiteiten van deze bedrijven impact hebben op de CleanTech markt- en technologieontwikkeling. In dit document wordt onderscheid gemaakt tussen bedrijven van het type Koplopers en bedrijven van het type Toepassers. Het onderscheid is als volgt: 1. Koplopers - Ontwikkelen zelf product- of procesinnovaties en doen expliciet en systematisch aan R&D. Gerealiseerde productinnovaties zijn nieuw voor hun markt of bedrijfstak. 2. Toepassers - Realiseren product- of procesinnovaties, waarbij het zowel om eigen ontwikkelingen als adopties kan gaan. Zij innoveren door het combineren en toepassen van elders beproefde kennis en methoden. Dit komt tot uiting in externe innovatieve samenwerking en/of het gebruik van externe kennisnetwerken. 2.2 Definitie van CleanTech De definitie van CleanTech is niet eenduidig en sterk afhankelijk van tijd en plaats. Het verschilt zelfs sterk per onderzoeks- en/of adviesorganisatie. Het volgende overzicht van CleanTech sectoren en subsectoren is dan ook samengesteld uit meerdere informatiebronnen, waaronder analyserapporten en presentaties, om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van het hedendaagse CleanTech domein (tabel 1). Tabel 1. Overzicht van de CleanTech sectoren en subsectoren anno 2013 Sector Subsector Renewable Energy Generation Wind, Solar, Renewable fuels, Hydo energy, Wave energy, Biomass, Geothermal, Waste-to-Energy, Biofuels, Biochemicals, Biogas, Measurements & Analysis Energy Storage Batteries and battery management, fuel cells, Thermal storage, Flywheels, Compressed air, Super-ultracapacitors, Accumulators, Hydrogen storage Energy Infrastucture District heating, Smart grid, Pipes, Cables, Insulation, Natural gas or biogas distribution Energy Efficiency Light-saving technologies, low-energy building, low-energy water supply, measuring equipment, Energy saving electronics, industrial equipment & processes, Cooling equipment, Services & Solutions Transportation and Vehicles, Shared transport services, Low-energy engines & drivetrains, Mobility Aerodynamics, Traffic management, Fuelling & Charging Air and Environment Carbon sequestration, Carbon trading & offsets, Emission control, Air purification, Air & Particle filtering, Ventilation, Soil treatment, Bioremediation, Monitoring & Compliance Sustainable materials Building materials, Bioplastics, Biological based materials, Biodegradable materials, Materials using nanotechnology, recycled materials, noise-reducing materials Clean Industry Advanced Packaging, Design Innovation, Equipment innovation, Production, Monitoring & Compliance Waste and Recycling Waste incineration, Recycling of resources, Landfill sites & Dumps, Waste separation Water Water supply, Water treatment, Water filtering, Water saving technology, Sewage drainage, Wastewater treatment, Desalination technology, Water transmission, Monitoring & Compliance Agriculture Crop treatment, Land management, Forestry, Meat substitution, Aquaculture Other Waterbased urban development Page 9

10 In dit document en de bijlagen zal voornamelijk de Engelse terminologie worden gebruiken, tenzij deze de duidelijkheid van de tekst bemoeilijkt. Binnen de bovengenoemde sectoren en subsectoren richt de CleanTech zich hoofdzakelijk op de volgende afzetmarkten: 1. Industriële markt (Industrial Market) 2. Consumentenmarkt (Consumer Market) 3. Woonmarkt (Residential Market) 4. Utiliteitsmarkt (Utilities Market) 5. Energiemarkt (Energy Market) 6. Agrarische markt (Agricultural Market) 7. Automotive en Transportmarkt (Automotive and Transport Market) 8. Watermarkt (Water Market) 9. Olie- en gasmarkt (Oil and Gas Market) 10. Stedelijke markt (Municipal market) 2.3 Identificatie van bedrijven Voor de identificatie van koploper-bedrijven wordt in dit document gebruik gemaakt van gepubliceerde analyses en rapportages van de CleanTech Group LCC ( opgericht in 2002, gevestigd in San Francisco en eigenaar van de term CleanTech. Deze organisatie biedt bedrijven, investeerders en andere belanghebbenden markt-, investerings- en trendinformatie en geeft vanaf 2009 jaarlijks de Global CleanTech 100 Index uit. In dit rapport worden de 100 niet-beursgenoteerde private bedrijven vermeld waarvan verwacht wordt dat zij in de aankomende 5 tot 10 jaar de belangrijkste bijdrage gaan leveren aan de (commerciële) ontwikkeling van de CleanTech markt. De CleanTech bedrijven worden beoordeeld op innovatiekracht, groeipotentieel en slagingspotentie. De beoordeling is gebaseerd op zowel kwantitatieve informatie (investeringen, contracten, projecten, third-party-awards etc) als kwalitatieve informatie (expertpanel, publieke nominaties etc). Voor de identificatie van bedrijven van het type Toepassers wordt ook gebruik gemaakt van analyserapporten van de CleanTech Group maar dan voornamelijk wat betreft bedrijfsparticipaties en Corporate M&A s. Deze informatie wordt waar nodig aangevuld met CleanTech analyserapporten van Ernst and Young en de octrooidatabanken Espacenet en Derwent Innovation Index SM. Page 10

11 3. De wereldwijde CleanTech markt 3.1. Stand van zaken De wereldwijde stand van zaken rond de hedendaagse CleanTech ontwikkelingen laat zich het beste vatten in de volgende observaties beschreven door verschillende onderzoeks- en analyseorganisaties: 1. De wereldwijde CleanTech markt en daaraan gekoppelde werkgelegenheid blijft groeien (GCT , WWF/Berger 2012) De CleanTech markt is een snel groeiende markt met een waarde van meer dan 200 miljard euro. Hoewel binnen de (Amerikaanse) markt en financiële instellingen CleanTech gaandeweg minder aantrekkingskracht heeft gekregen, blijft het economisch mantra Meer doen met minder de motivator voor economische bedrijvigheid en financiële investeringen. Dit universele streven blijft de brandstof voor wereldwijde CleanTech initiatieven en ontwikkelingen. 2. Groei-economiën vereisen en stimuleren clean technologische innovatie (GCT ) Vele groei-economiën, waaronder de BRIC landen, beschikken niet over de mensen en middelen om aan de problemen die de sterke groei mee zich mee brengen, zoals lucht- en watervervuiling, het hoofd te bieden. Westerse bedrijven kunnen deze CleanTech kennis en technologie wel leveren. 3. Consumentmarkt georiënteerde bedrijven hebben het makkelijker dan B2B bedrijven (GCT ) De Cleantech Groep beschouwt 2013 als een transitiejaar waarin bedrijven zich heroriënteren op hun CleanTech doelstellingen. Door de groei van de wereldwijde middenklasse ondergaand de consumentenmarkt een positieve impuls die leidt tot de bloei van bedrijven die CleanTech diensten en oplossingen aanbieden 4. CleanTech ontwikkelt zich steeds meer binnen de olie en gas industrie (GCT ) Een aanzienlijk aantal CleanTech bedrijven richt zich op de olie en gas industrie en introduceren innovatieve technologieën om de transport en conversies van fossiel grondstoffen te verduurzamen. De verwachting is dat deze trend doorzet. 5. Groeiende bedrijvigheid rond energie efficiëntie (GCT , WWF/Berger 2012) De aandacht vanuit de informatie technologie is vanaf 2009 meer gericht op het ontwikkelen van toepassingen om de energie efficiëntie en energie beheersing van gebouwen, windturbines, watertransport, hoog-voltage transistoren/schakelaars en verlichting te verbeteren/verhogen. 6. De concurrentie binnen individuele CleanTech sectoren neemt toe (Ernst and Young, 2012) Door de groei en maturisatie van Cleantech neemt ook de concurrentie binnen de verschillende CleanTech-sectoren toe. Dit is vooral waarneembaar in de subsectoren Wind en Zonneenergie. De prijzen lieten een neerwaartse trend zien en meerdere bedrijven hebben faillissement aan moeten vragen. De andere kant van de medaille is dat er daardoor sterke en mondiaal georiënteerde CleanTech bedrijven ontstaan. 3.2 Invloedrijkste bedrijven Invloedrijkste koplopers In de 2013 uitgave van de Global CleanTech 100 index (GCT ) staan 100 wereldwijde nietbeursgenoteerde bedrijven vermeld waarvan de CleanTech Group verwacht dat zij de aankomende 5 tot 10 jaar de meeste invloed zullen hebben op de wereldwijde (commerciële) CleanTech ontwikkeling. De GCT lijst is opgenomen in bijlage A. De geografische verdeling van deze top-100 koploperbedrijven is weergegeven in figuur 1. In bijlage B is een historisch overzicht opgenomen hoe, over de periode , de geografische verdeling van de GCT100 bedrijven zich heeft ontwikkelt. Page 11

12 Figuur 1: De verdeling van de GCT100 koplopers in 2013 (bron: CleanTech Group) De volgende vier niet-beursgenoteerde bedrijven zijn over de periode 2009 t/m 2013 ieder jaar vertegenwoordigd geweest in de Global CleanTech 100 index en worden daarom op basis van innovatiekracht, groeipotentieel en slagingspotentie, door de CleanTech Group wereldwijd als de meest invloedrijkste bedrijven aangemerkt (tabel 2). Tabel 2. Meest invloedrijkste niet-beursgenoteerde wereldwijde CT bedrijven (Bron: CleanTech group) Bedrijfs Land CleanTech Afzetmarkt Beschrijving van het bedrijf naam sector/subsector Canada Water / wastewater treatment Agrarische markt Ontwikkeling van oplossingen voor fosforen stikstofomzetting naar milieuvriendelijke meststoffen Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Water / Desalination technology Energy efficiency / Services & Solutions Energy infrastructure / Smart Grid Utiliteitsmarkt Woonmarkt Energiemarkt Ontwikkeling van een thin-film nanocomposite reverse osmosis membranes voor ontziltingsinstallaties Leverancier van energiebesparende management software platform voor beheersing van energiegebruik in woningen Leverancier van uniforme smart grid communicatieoplossingen ter ondersteuning van monitoring, distributie en de vraagaanbod balans In bijlage C is een overzicht opgenomen van de 22 koploper-bedrijven die over de periode 2011 t/m 2013 ieder jaar onafgebroken onderdeel zijn geweest van de Global CleanTech 100 index en over die periode als zodanig als invloedrijke spelers zijn te kwalificeren. In de periode 2009 t/m 2013 hebben tien GCT100 alumni een succesvolle beursgang gemaakt wat de economische relevantie van hun bedrijvigheid bevestigt (tabel 3). Page 12

13 Tabel 3. Beursgang GCT100 alumni over de periode 2009 t/m 2013 (Bron: CleanTech group) Bedrijfsnaam Land CleanTech IPO datum / Beschrijving van het bedrijf sector Waarde Verenigde staten Renewable energy Mei 2013 $80M Producent van biochemie producten voor de agricultuur Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten generation Energy infrastructure Renewable energy generation Renewable energy generation Renewable energy Maart 2013 $81M December 2012 $92M April 2012 $274M Mei 2011 $227M generation Transportation April 2011 $174M Renewable energy generation Renewable energy Maart 2011 $107M Oktober 2010 $85M generation Transportation Juni 2010 $226M Energy storage September 2009 $380M Leverancier van netwerk communicatie technologieën en oplossingen Leverancier van ontwerp, financiering en onderhoud van zonne-energie systemen voor huishoudens Ontwikkelaar van zonne-energie management systemen Ontwikkelaar van alg gebaseerd meststoffen, bio-oliën en bioproducten Leverancier van auto-deeldienstverlening Ontwikkelaar van hoogwaardige biobrandstoffen Ontwikkelaar van hoogwaardige biobrandstoffen Ontwikkelaar van elektrische auto s Leverancier van high-power lithiumion batterijen Uit dit overzicht valt af te leiden dat in de periode 2009 t/m 2013 zes van de tien beursgaande bedrijven binnen de CleanTechsector Renewable Energy Generation actief waren Invloedrijkste toepassers Corporate Merger and Acquisition Volgens de CleanTech Groep zijn er in de periode 2009 t/m 2103 negen GCT100 alumni geacquireerd door bedrijven met een hoofdvestiging buiten Europa. Tabel 4 geeft een gedetailleerd en in de tijd geordend overzicht van deze acquisities. Tabel 4. Overzicht van M&A acties betreffende GCT100 alumni over de periode 2009 t/m 2013 (bron: CleanTech Group) Bedrijfs naam Verwerver Locatie hoofd kantoor Bedrijfs naam Land Cleantech sector Aankoop datum / Waarde Beschrijving van het aangekochte bedrijf Canada Verenigde Staten Verenigde staten Verenigde staten Energy efficiency Energy efficiency Mei 2013 $107M Jan 2013 /?? Ontwikkelaar van energieverbruik management systemen voor IT netwerken van bedrijven en datacenter Ontwikkelaar van draadloze verlichting management systemen Page 13

14 Australie Groot Brittannië Sustainable materials Okt 2012 /?? Ontwikkelaar van CO2 neutraal cement Verenigde Staten Verenigde Staten Japan Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde staten Groot Brittannië Zwitser Land Duitsland Verenigde staten Transport ation Renewable Energy Generation Energy Infra structure Renewable Energy Generation Energy efficiency Febr 2012 $100M Jul 2011 /?? Mei 2011 $2300M Mar 2011 $300M Sep 2010 /?? Leverancier van verkeersmanagement / smart meter systemen op basis van reeds bestaande telecommunicatie netwerken Ontwikkelaar van hoog rendement zonnepanelen op basis van complexe nanostructuren Ontwikkelaar van energieverbruik monitoring en metingssystemen Leverancier van biogas Leverancier van energie management systemen Verenigde Staten Verenigde staten Renewable Energy Generation Nov 2009 $200M Installatie en financiering van zonne-energie systemen Bedrijfsparticipaties en strategische samenwerkingsverbanden Tabel 5 geeft een overzicht van grote private bedrijven en multinationals met een hoofdvesting buiten Europa die in 2013 wereldwijd meerdere participaties en/of strategische samenwerkingsverbanden onderhielden met andere CleanTech bedrijven, waaronder GCT100 koploper-bedrijven. Table 5. Belangrijkste strategische CleanTech samenwerkingsverbanden in 2013 (Bron: CleanTech group) Bedrijfs naam Locatie hoofd kantoor Verenigde staten Verenigde staten Aantal formele samenwerkings verbanden Samenwerkingsverbanden met GCT100 koploperbedrijven (zie appendix A voor bedrijfsdetails) 29 Ciris Energy, Desalitech, Emefcy, Filterboxx, GridON, Loxus, On-Ramp Wireless, Opower, Project Frog, Skyonic, SolarEdge, Sungevity, Sunrun, Tendril, Trilliant 9 Agilyx, Enerkem, Genomatica, Harvest Power, Recyclebank Gemiddeld aantal samenwerkings verbanden over de periode 2010 t/m Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten 6 Clean Power Finance, Nest, Relay Rides, Space-Time Insight, Transphorm 6 ChangePoint, OSIsoft, Space-Time Insight, Streetline, Tendril, Trilliant 6 ChargePoint, Envia Systems, Proterra, ReleayRides 5 Ciris Energy, Emefcy, Loxus, On- Ramp Wireless, Skyonic Japan 4 Kaiima, Lanzatech, Marrone Bio Innovations, Proterra 2 Page 14

15 In Appendix D zijn de overzichten opgenomen van CleanTech samenwerkingsverbanden tussen 2010 en Op basis van het gemiddeld aantal samenwerkingsverbanden gewogen 1 over de jaren 2010 t/m 2013 blijken General Electric, Waste Management, Google, en IBM te participeren in gemiddeld vijf of meer samenwerkingsverbanden en zijn daarmee te classificeren als invloedrijkste toepasser-bedrijven. 3.3 Ontwikkeling van de verschillende CleanTech sectoren Wanneer men op basis van de Global CleanTech 100 index rapporten de verdeling van koploperbedrijven binnen de verschillende CleanTech sectoren over de periode 2009 t/m 2013 uitzet dan laat dit het volgende beeld zien (figuur 2): Figuur 2. Verdeling van de GCT100 bedrijven per sector over de periode 2009 t/m 2013 (bron: CleanTech Group) Op sectorniveau zijn de volgende trends zichtbaar en worden als volgt door de CleanTech Group verklaard: 1. Aandeel Renewable energy generation blijft afnemen (GCT ) Zowel het aandeel Wind, Solar en Biofuels neemt af. De Solar bedrijven die in de GCT100 zijn opgenomen richten zich meer op dienstverlening en financiering dan op productontwikkeling en fabricage. Het aandeel Biofuel binnen de GCT100 is vermindert door de beursgang van een aantal Biofuel bedrijven. 2. Energy storage laat het begin van een neergaande trend zien (GCT ) Deze sector wordt verdeeld door een verlammende next big thing houding en de uitblijvende duurzame resultaten die al een tijd door de markt worden verwacht. 3. Energie efficiëntie laat een stijgende trend zien (GCT ) Mede door de focus die de Informatie Technologie heeft gelegd op het ontwikkelen van toepassingen voor energie efficiëntie en een stijgende marktvraag naar deze producten vanuit de industriële en consumentenmarkt, laat de energie efficiëntie sector een groeiontwikkeling zien (figuur 3) : gewicht 1, 2012: Gewicht 0.9, 2011: Gewicht 0.8, 2010: Gewicht 0.7 Page 15

16 Figuur 3. Verdeling van GCT bedrijven binnen de CleanTech sector Energie Efficiëntie (Bron: CleanTech Group) Op subsector-niveau worden door de CleanTech Group de volgende trends beschreven: 1. Energy efficiency Light saving technology ontwikkelt zich sterk (GCT2013 index 100) De subsector is sterk vertegenwoordigt in Europa en wordt ondersteund door Europese wetgeving die verouderde verlichtingstechnieken verbiedt. De verwachte groei voor 2016 is 45% en meer dan 70% in Water Wastewater treatment actief binnen verschillende niche markten (GCT2013 index 100) Veel groei-economiën kampen met een serieus (drink)watertekort. Vanuit verschillende bronnen en herkomsten wordt water betrokken waarbij innovatieve reinigingstechnologieën benodigd zijn. Ook het verbruik van water door organisaties vereist nieuwe technieken die waterbesparing maximaliseert en waterverspilling tegen gaat (figuur 4). Figuur 4: Markt-Technologie combinatie voor GCT bedrijven binnen de sector Water (Bron: CleanTech Group) Page 16

17 3. De verschuiving naar de olie- en gasmarkt (GCT ) Een aantal Amerikaanse bedrijven ontwikkelen en implementeren innovatieve procestechnologieën ter verbetering van de efficiëntie van methaan conversies, gasextracties en gastransport. 4. Web-based resource sharing modellen worden in steeds meer CleanTech sectoren toegepast (GCT ) Steeds meer bedrijven (57 van de 100) passen Cleanweb sharing modellen toe om materiaalverbruik en -aankoop te reduceren en interpersoonlijke netwerken te stimuleren. 3.4 Cleantech investeerders Analyse van venture capitalists investeringen op basis van het aantal bedrijfsparticipaties vermeld binnen de Global CleanTech 100 index over de periode laat het volgende beeld zien (tabel 6): Tabel 6. Het aantal bedrijfsparticipatie door venture capitalists in GCT100 bedrijven over de periode 2010 t/m 2013 (Bron: CleanTech group) Investor 2013 Portfolio 2012 Portfolio 2011 Portfolio 2010 Portfolio ENVIRONMENTAL TECHNOLOGIES FUND 5 Total Page 17

18 Wanneer men het principe Geld volgt marktgroei aanhoudt dan is op basis van het overzicht in tabel 5 een volgende trend te zien: Van de venture capitalists die langer dan vier jaar in de CleanTech sectoren investeren is er een licht afnemend aantal participaties waar te nemen. De verklaring die de CleanTech Group daarvoor geeft is: 1. Een wereldwijde financiële correctie als reactie op de irrationele uitbundigheid van de periode Een reactie op de wereldwijde overschatting van de cleantech marktgrootte en de tegenvallende snelheid van product en dienstontwikkelingen. De venture capitalists die vanaf 2012 in de Global CleanTech 100 index voorkomen is de trend in het aantal participaties juist stijgend. Redenen daarvoor zijn: 1. Met de recente toetreding van de Informatie Technologie is ook een ander type namelijk IT gespecialiseerde venture capitalists toegetreden. 2. Het investeringsprofiel binnen de opkomende sector energie efficiëntie vereist een lagere up-front en scale-up investeringskapitaal waardoor in het algemeen een investeringsrisico ontstaat wat nieuwe venture capitalists aantrekt. Tabel 6 laat zien dat in algemene zin de stijgende lijn in het aantal venture capitalists participaties in 2013 verandert en een lichte afname laat zien. 3.5 Pure-play bedrijven binnen de Clean Energy Tech De 2012 uitgave van Ernst and Young s Cleantech matters (Ernst & Young, 2012) worden de prestaties van pure-play bedrijven die wereldwijd actief zijn binnen de Cleantech, beschreven. Pure-play bedrijven zijn grote private bedrijven en multi-industrie bedrijven met een CleanTech focus (veelal hernieuwbare energie generatie) en een A-1 main driver indicatie gegeven door Bloomberg New Energy Finance (BNEF). Deze publieke pure-play bedrijven zijn maatgevend voor het potentieel en de slagkracht van de energieopwekking en aan energiebesparing gerelateerde CleanTech sectoren om nieuwe uitdagingen aan te gaan en verdere sector maturiteit binnen steeds veranderende marktcondities te realiseren. Tabel 7 geeft ter indicatie de karakteristieken van het global pure-play marktsegment in 2011 en 2012 weer. Tabel 7. Global pure-play CleanTech bedrijven 2012 (Bron: Ernst & Young 2012) Delta Aantal bedrijven % Mediaan Bedrijfsleeftijd (jaren) % Aantal employees % Mediaan employees % Marktkapitalisatie (US$ miljard) $243,2 $143,5-41% Jaaromzet (US$ miljard) $152,8 $148,1-3% Net-income (US$ miljard) $5,1 ($6,60) -229% Uitstaande schuld (US$ miljard) $100,8 $114,8 14% Op basis van marktkapitalisatie kan een wereldwijd Cleantech landenoverzicht worden samengesteld. Deze wordt weergegeven in figuur 5. De grootte van de gele cirkel geeft daarbij het aantal employees weer. De brongegevens zijn weergegeven in tabel 8. Page 18

19 Figuur 5. Wereldwijde CleanTech landenoverzicht in 2011 (Bron: Ernst & Young 2012) Tabel 8. Brongegevens CleanTech landenoverzicht in 2011 (Bron Ernst & Young 2012) Land Aantal bedrijven Marktkapitalisatie (US$ miljard) Aantal employees Verenigde staten 73 $27, China 55 $42, Duitsland 42 $5, Canada 41 $6, Australië 28 $0, Groot Brittannië 24 $1, Frankrijk 18 $1, India 17 $1, Hong Kong 12 $4, Taiwan 11 $8, Zuid Korea 9 $2, Zweden 7 $9, Zwitserland 7 $2, Italië 7 $1, Japan 6 $1, Page 19

20 Wanneer het wereldwijde landschap wordt weergegeven gericht op de verhoudingen tussen de verschillende Cleantech (sub)sectoren dan geeft figuur 6 dit resultaat weer. De brongegevens zijn weergegeven in tabel 9. Figuur 6. Wereldwijde CleanTech (sub)sectorenoverzicht in 2011 (Bron: Ernst & Young 2012) Tabel 9. Brongegevens CleanTech (sub)sectorenoverzicht in 2011 (Bron: Ernst & Young 2012) Land Aantal bedrijven Marktkapitalisatie (US$ miljard) Aantal employees Zonne-energie 107 $25, Windenergie 54 $30, Energie efficiëntie (producten) 44 $27, Biobrandstoffen 38 $10, Biomassa 36 $4, Energieopslag 36 $4, Hernieuwbare energie 28 $23, Geothermal 20 $5, Transport 17 $4, Hydro-energie 15 $4, Energie efficiëntie (dienstverlening) 15 $ Other: Lucht en omgeving 7 $ Other: Waterzuivering 2 $ Page 20

21 Ernst & Young komt in Cleantech matters (Ernst & Young 2012) op basis van marketkapitalisatie (peildatum: april 2012) tot het volgende top10 overzicht van belangrijkste pure-play Cleantech bedrijven (tabel 10): Tabel 10. Top10 wereldwijde pure-play CleanTech bedrijven op basis van marktkapitalisatie (EY 2012) Bedrijfsnaam Land CleanTech sector/subsector Afzetmarkt Marktkapitalisatie (US$ miljard) Beschrijving van het bedrijf China Renewable Energiemarkt $6,2 Longyuan Energy Ontwikkelaar van en exploitant van Power Generation / windmolenparken Group China Hong Kong Spanje Brazilië Verenigde staten Wind Renewable Energy Generation / Wind Renewable Energy Generation / Solar Renewable Energy Generation / Wind Renewable Energy Generation / Biobrandstoffen Transportation / Vehicles Energiemarkt $4,8 Ontwikkelaar van windturbines Energiemarkt $4,5 Ontwikkelaar van Photovoltaic materialen en exploitant van zonneenergieparken Energiemarkt $4,1 Ontwikkelaar van en exploitant van windmolenparken Energiemarkt $4,0 Producent van bio ethanol gewonnen uit suiker. Consumenten markt $3,5 Ontwikkelaar van elektrische auto s China Taiwan China Denemarken Energy efficiency / Light saving technology Energy efficiency / Light saving technology Renewable Energy Generation / Hydro & geothermal Renewable Energy Generation / Wind Industriële, consumenten en stedelijke markt Industriële, consumenten en stedelijke $2,5 Ontwikkelaar van LED producten $2,1 Ontwikkelaar van LED producten markt Energiemarkt $2,0 Ontwikkelaar van en exploitant van geothermal en hydropower parken. Exploitant van energiedistributienet Energiemarkt $1,9 Ontwikkelaar van windturbines Page 21

22 4 De Europese markt 4.1 Status van de Europese CleanTech in 2013 The European Council recalls that key enabling technologies (KETs) are of crucial importance for industrial competitiveness. KETs of high industrial interest, such as batteries for electro-mobility, intelligent materials, high performance production and industrial bioprocesses, should be strengthened by swiftly identifying projects of European interest. Special attention should be paid to the role of cleantech as a cross-cutting element for enhancing the competitiveness of the European industry. The Commission is invited to report on how to promote cleantech through concrete actions in all relevant EU policies Bron: Conclusions of the European Council 20/21/ March 2014 Paragraph 12 Eén van de bronnen die de aandachtspunten rond de CleanTech op Europees niveau beschrijft zijn de raadsconclusies van de European Council (European Counsil 2014). Eén van de raadconclusies binnen het kader van Industrial Competitiveness and Policy benadrukt de noodzakelijke ontwikkeling van de CleanTech in het algemeen en vier ondersteunende key enabling technologies in het bijzonder om de concurrentiekracht van de Europese industrie te vergroten. Het is daarom te verwachten dat Europa binnen de sterk zal inzetten op de ontwikkeling van batterijen voor elektrisch vervoer, smart materialen, smart productie en biochemie. Daarnaast is de European counsil zich er tevens van bewust dat er sterk geïnvesteerd zal moeten worden in ontwikkeling van de kennis en kunde van de Euopese beroepsbevolking. Zoals de voorzitter van de European Raad, Herman van Rompuy het verwoord in (Tripartite Social Summit 2014): We need to think broadly from patents, to trade and investment promotion, to financing. I expect the European Council to push for strengthened European cooperation on Key Enabling Technologies such as batteries for electrical vehicles, intelligent materials, high performance production and industrial bio-processes. We also need to address the skills shortage in science, technology, engineering and mathematics (the so-called "STEM skills") as a matter of priority. Bron: Remarks by the President of the European Council following the Tripartite Social Summit 20 March Invloedrijkste Europese bedrijven Invloedrijkste Europese koplopers Op basis van innovatiekracht, groeipotentieel en slagingspotentie is door de Global CleanTech 100 index van 2013 (GCT ) 32 niet-beursgenoteerde Europese bedrijven aangemerkt als invloedrijkste CleanTech koplopers. Deze bedrijven zijn opgenomen in Appendix E. Op basis van frequentie van deze bedrijven in de periode kunnen de volgende Europese organisaties worden betiteld als invloedrijkste koplopers (tabel 11). Tabel 11. Meest invloedrijkste niet-beursgenoteerde Europese GCT100 bedrijven over de periode 2009 t/m 2013 (Bron: CleanTech group) Bedrijfsnaam Land CleanTech Afzetmarkt Beschrijving van het bedrijf sector/subsector Groot Brittannië Energy Infrastructure /Smart grid Transportmarkt, energiemarkt, industriële markt Ontwikkelaar van efficiënte power switching producten met IGBT beheer en monitor tooling Groot Brittannië Energy efficiency / Energy saving electronics Industriële markt, Consumenten markt Ontwikkelaar van efficiënte RF versterkers voor de draadloze telecommunicatie industrie Israel Water / Wastewater treatment Industriële markt, stedelijke markt Ontwikkelaar van Electrogenic Bioreactors (EBR) voor behandeling van industrieel en stedelijk afvalwater Page 22

23 Israel The Nether lands Agriculture / Crop treatment Renewable energy generation / Biochemicals Industriële markt, energiemarkt Industriële markt, energiemarkt Ontwikkelaar van Genomic gebaseerd teeltechnologie voor het verhogen van het rendement op gewassen voor biodiesel, bio-ethanol en biomassa Ontwikkelaar van een chemisch katalyse proces om biomassa om te zetten in biobrandstoffen en andere bio-producten. De geografische verdeling van deze 32 niet-beursgenoteerde Europese bedrijven uit de Global CleanTech 100 index van 2013 is weergegeven in figuur x. Figuur 7. De verdeling van deze 32 niet-beursgenoteerde Europese koploperbedrijven in 2013 (bron: CleanTech Group) Invloedrijkste Europese toepassers Volgens de CleanTech Groep zijn er in de periode 2009 t/m 2103 zeven GCT100 alumni geacquireerd door bedrijven met een hoofdvestiging binnen Europa. Tabel 12 geeft een gedetailleerd en in de tijd geordend overzicht van deze acquisities. Tabel 12. Overzicht van M&A acties betreffende GCT100 alumni over de periode 2009 t/m 2013 (bron: CleanTech Group) Bedrijfs naam Verwerver Locatie hoofd kantoor Bedrijfs naam Land Cleantech sector Aankoop datum / Waarde Beschrijving van het aangekochte bedrijf Groot Brittannie Duitsland Verenigde staten Groot Brittannië Renewable Energy Generation Renewable Energy Generation Okt 2012 /?? Febr 2012 /?? Ontwikkelaar van CIGS thin-film PV zonnepanelen Ontwikkelaar van onderwaterturbines werkend op oceaangetijdingen Page 23

24 Duitsland Verenigde staten Energy Infra structure Mei 2011 /?? Duitsland Duitsland Water Apr 2011 /?? Zweden Duitsland Waste & Recycling Frankrijk Duitsland Renewable Energy Generation Duitsland Israël Renewable Energy Generation Jun 2010 /?? Dec 2009 $50M Okt 2009 $418M Leverancier van software oplossingen voor energiemanagement voor de woon en consumentenmarkt Ontwikkelaar van een lage kosten ultrafiltratie systeem tbv drinkwater Technologieleverancier voor herwinning van Silicon carbide en glycol gedurende de productie van semicon wavers Ontwikkelaar van concentrator photovoltaic technologie Ontwikkelaar van energiecentrales gebaseerd op zonne-energie Tabel 13 geeft een overzicht van grote private bedrijven en multinationals met een hoofdvesting binnen Europa die in 2013 wereldwijd meerdere participaties en/of strategische samenwerkingsverbanden onderhielden met andere CleanTech bedrijven, waaronder GCT100 koploper-bedrijven. Table 13. Belangrijkste strategische CleanTech samenwerkingsverbanden in 2013 (Bron: CleanTech group) Bedrijfs naam Locatie hoofd kantoor Aantal formele samenwerkings verbanden Samenwerkingsverbanden met GCT100 koploperbedrijven (zie appendix A voor bedrijfsdetails) Duitsland 7 ChargePoint, Cooltech Applications, Lanzatech, Scinor Technology, Streetline, Tendrill Groot Brittannie 5 Avantium, Heliex Power, Skyonic, SolarEdge, Sungevity Gemiddeld aantal samenwerkings verbanden over de periode 2010 t/m Duitsland 4 Genomatica, NanoH2O, NovaLED, SDC Materials Frankrijk 4 Agilyx, Ambri, Elevance Renewable Sciences, NanoH2O Duitsland 4 AutoGrid Systems, OSIsoft, Space- Time Insight, Streetline Duitsland 4 Cargepoint, INRIX, Tendril 1 In appendix D zijn de overzichten opgenomen van de verschillende samenwerkingsverbanden tussen 2010 en Op basis van de M&A gegevens uit tabel 12 gecombineerd met het gemiddeld aantal samenwerkingsverbanden gewogen 2 over de jaren 2010 t/m 2013 uit tabel 13 valt af te leiden dat Siemens, BASF en BP de invloedrijkste toepasser-bedrijven binnen Europa zijn : Gewicht 1, 2012: Gewicht 0.9, 2011: Gewicht 0.8, 2010: Gewicht 0.7 Page 24

25 5. De Nederlandse markt 5.1 Status van de Nederlandse CleanTech in 2013 The Netherlands has strong general innovation drivers and emerging CleanTech innovation, but falls behind on commercialised cleantech innovation. The country has strong general innovation inputs and entrepreneurial culture. Netherland s cleantech innovation drivers score is slightly below average, with mediocre public R&D spending, though the country has a good number of local investors. Many environmental patents, a number of high impact start-ups and VC activity mean the country scores well for emerging cleantech innovation. However a lack of late-stage deals (with the exception of M&As) and low cleantech company revenues mean the Netherlands scores lower for commercialised cleantech. Bron: Coming Clean: The Global Cleantech Innovation Index 2012 (Cleantech group and WWF) Volgens de Coming Clean: The Global Cleantech Innovation Index 2012, uitgegeven door de Cleantech Group in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds, wordt Nederland gecategoriseerd als een gemiddelde speler binnen de wereldwijde CleanTech ontwikkeling. Onder andere de middelmatige (publieke) investeringen in research and development activiteiten zijn debet aan deze notering. De Global Cleantech 100 Index 2013 bevat slechts één vermelding naar een Nederlands bedrijf: Avantium, een bedrijf dat zich richt op Renewable Energy Generation en zich gespecialiseerd in het omzetten van biomassa in bio-based materialen en brandstoffen. De Nederlandse overheid benadrukt in haar beleid de CleanTech voornamelijk vanuit het oogpunt van energiebesparende technologieën, technologieën die hernieuwbare energie opwekking (wind, zon, water, biomassa of bodem) en technologieën die energietransport en mobiliteit mogelijk maken. CleanTech in de zin van Clean Energy Technology. Het beleid van het huidige kabinet is gericht om in Nederland in % duurzame energie te realiseren. Een belangrijke stimulans dat richtinggevend zal zijn voor de Nederlandse deelname aan de wereldwijde Clean (energy) Tech ontwikkeling is het Energieakkoord dat op 6 september 2013 door 40 Nederlandse organisaties en de Nederlandse overheid is gesloten (SER 2013). Dit akkoord legt de basis voor het Nederlandse Energie en Klimaatbeleid. Het verwoordt de Nederlandse lange termijn visie rond CleanTech en creëert daarmee het vertrouwen dat noodzakelijk is om investeringen in de Cleantech sector te stimuleren. Nederland staat nu op de 21 ste plaats van de CleanTech ranking en heeft zich tot doel gesteld om in 2030 in de top 10 te staan. Tijdens de besprekingen die ter grondslag lagen aan de onderhandelingen binnen het Energieakkoord zijn zes knelpunten geïdentificeerd die de groei van Nederland binnen de CleanTech ranking belemmeren: 1. Onvoldoende financiële investeringen Er wordt geld vrijgemaakt uit bestaande duurzaamheidsbudgetten 2. Onvoldoende innovatiekracht Zie punt 1 3. Onvoldoende promotie van Nederland als investeringsland voor duurzame technologieën Overheid investeert 50 miljoen euro in demonstratieprojecten op het gebied van commercialisering van CleanTech. 4. Trage wet en regelgeving rond stimulering van duurzame ontwikkelingen en commercialisering.. 5. Onvoldoende aansluiting tussen het MKB en de energiemarkt Er komt een centraal MKB loket voor de topsector Energie 6. Onvoldoende professionals met groene vaardigheden Diverse partijen gaan samenwerken om leertrajecten te realiseren Page 25

26 Een noodzakelijke voorwaarde de Nederlandse CleanTech doelstellingen te bereiken is dat de Nederlandse en de wereldwijde CleanTech-markt blijft groeien en dat het aandeel van Nederlandse bedrijven in die wereldwijde groei substantieel groeit. Strategische samenwerking tussen verschillende (Nederlandse) bedrijven is daarbij essentieel om beide de groei te stimuleren als te realiseren. De noodzakelijke groei wordt daarnaast ook gestimuleerd door het Nederlandse topsectorenbeleid (Topsectorenbeleid 2013) gericht op ondersteuning van het ondernemingsklimaat en aanjagen van innovatie, waarin de sector Energie als een prominent en strategisch belangrijk investeringsgebied wordt benoemd en ondersteund wordt met diverse innovatiecontracten zoals bv het bio-based economy innovation contract. 5.2 Invloedrijkste Nederlandse bedrijven Bepaling van invloedrijkste Nederlandse bedrijven Voor de bepaling van de invloedrijkste Nederlandse CleanTech bedrijven bieden de analyserapporten van de CleanTech Group te weinig onderbouwing. Een analyse van de Global CleanTech 100 index overzichten over de periode 2019 t/m 2013 laat zien dat alleen Avantium een bedrijf is dat in alle vijf jaaroverzichten wordt genoemd. Nederlandse bedrijven als Lemnis Lighting, Topell Energy en Voltea worden slechts een of twee jaren achtereen in de overzichten opgenomen. Als alternatief voor de bepaling van de invloedrijkste Nederlandse CleanTech koploper- en toepasserbedrijven wordt in dit document gekeken naar het aantal octrooien (technologie in beschreven formaat) dat een bedrijf met een Nederlandse hoofvestiging, heeft vastgelegd in de periode Daarbij moet aangemerkt worden dat publicatie van een octrooi pas 18 maanden na aanvraag plaatsvindt. De uitkomsten van een analyse van de Espacenet octrooidatabank rond octrooien die door Nederlandse bedrijven zijn geregistreerd binnen Cleantech (sub)sectoren is opgenomen in appendix G. Aan de identificering van individuele koploper- en toepasser-bedrijven liggen de volgende criteria ten grondslag (tabel 14): Tabel 14. Criteria Nederlandse koploper- en toepasserbedrijven Criteria Koploper Toepasser Aantal CT subsectoren waarbinnen octrooien zijn geregistreerd 1 > 2 Locatie hoofdvestiging NL NL Beursgenoteerd Nee N.v.t. Omzet 2013 < 10 Miljoen Euro > 10 Miljoen Euro Aantal corporate M&A acties > 1 Leeftijd bedrijf < 15 jaar 5 jaar Aantal FTE < 50 > Invloedrijkste Nederlandse koplopers Tabel G1 uit appendix G geeft een overzicht van het aantal octrooien dat is toegekend aan Nederlandse bedrijven in de periode Op basis van octrooiregistratie worden koploperbedrijven, naast de overige criteria uit tabel 14, geïdentificeerd door het bezit van één of meerdere geregistreerde octrooien binnen één enkele CleanTech subsector. Bij een drempel van vijf of meer octrooien kunnen binnen deze context Darwind, SE Blades en Foodmate worden geclassificeerd als invloedrijkste Nederlandse koploperbedrijven. Tabel 15 geeft een beknopte beschrijving van deze bedrijven weer. Page 26

27 Tabel 15. Meest invloedrijkste niet-beursgenoteerde Nederlandse koploper-bedrijven op basis van octrooibezit binnen de periode (Bron: Espacenet octrooidatabank) Bedrijfsnaam CleanTech Afzetmarkt Beschrijving van het bedrijf sector/subsector Renewable energy generation / Wind Energiemarkt Ontwikkelaar van windturbines in de multimegawatt klasse Renewable energy generation / Wind Energie efficiëntie / Industrial equipment and processes Energiemarkt Industriële markt Ontwerper en ontwikkelaar van rotorbladen van windturbines Ontwerper en ontwikkelaar van hoog rendement machines voor met name de voedingsindustrie Invloedrijkste toepassers Op dezelfde wijze kan op basis van eenzelfde octrooianalyse bepaald worden welke Nederlandse bedrijven in twee of meer CleanTech subsectoren voor de periode meerdere octrooien op hun naam geregistreerd hebben staan. De uitkomst van deze analyse is opgenomen in tabel G2. Bij een drempel van vijf of meer octrooien kunnen binnen deze context Philips, Shell en Unilever worden geclassificeerd als invloedrijkste Nederlandse toepasser-bedrijven. Tabel 16 geeft een beknopte beschrijving van deze bedrijven weer. Tabel 16. Meest invloedrijkste Nederlandse toepasser-bedrijven op basis van octrooibezit binnen de periode (Bron: Espacenet octrooidatabank) Bedrijfsnaam CleanTech sectoren Beschrijving van het bedrijf Renewable energy generation Energy infrastructure Energy efficiency Transport and Mobility Water and wastewater Renewable energy generation Energy infrastructure Transport and Mobility Waste and Recycling Water and Wastewater Renewable energy generation Energy infrastructure Air and Environment Water and Wastewater Een Nederlands elektronicaconcern die onder andere consumentenelektronica, lampen, communicatie- en medische apparatuur produceert Multinationaal energiemaatschappij actief in de hele keten van de exploratie van energiebronnen, de raffinage en de verkoop van de eindproducten als benzine en diesel via een netwerk van pompstations Een multinationale onderneming op het gebied van voedingsmiddelen, persoonlijke verzorging en schoonmaakartikelen 5.3 TU Delft gelieerde bedrijven Yes!Delft Startups In de afgelopen vijf jaar zijn er 28 Yes!Delft bedrijven gestart gericht op de CleanTech (tabel 17). De meeste startup-bedrijven zijn actief binnen de sectoren Renewable energy generation, Energy efficiency en Water. Page 27

28 Tabel 17. Yes!Delft CleanTech startups (Bron: Selectie Cleantech) Sector Subsector Bedrijfsnaam Renewable energy generation Wind Solar Hydro energy Waste2Energy Biogas Energy efficiency Transportation Air & Environment Sustainable materials Waste & Recycling Water & Wastewater Other Light saving technology Low-energy water supply Industrial systems & Processen Cooling Equipment Services & Solutions Vehicles Aerodynamica Air purification Sustainable materials Recycling of resources Waste seperation Waste water treatment Water Desalination Monitoring & Compliance Floating urban development (Ephicas) TU Delft Spinoffs De TU Delft participeert via Delft Enterprises BV in een zestal spinoff bedrijven gericht op de Cleantech. Tabel 18. TU Delft Cleantechspin offs Sector Subsector Bedrijfsnaam Renewable energy generation Biofuels Delft Advanced Biofuels BV Waste & Recycling Recycling of resources Waste seperation Water & Wastewater Water filtering Water treatment Page 28

29 6 De huidige CleanTech technologieën 6.1 Technologieontwikkeling door GCT bedrijven Uitgaand van de belangrijkste subsectoren waar wereldwijd vier of meer GCT100 koploper-bedrijven in 2013 actief waren, kan het volgende CleanTech technologie-overzicht worden samengesteld (tabel 18-22): Tabel 18. Technologie overzicht van de CleanTech sector Renewable energy generation Subsector GTC100 organisatie Technologie Beknopte beschrijving Solar Biofuels & biochemicals Enclosed Trough Photovoltaic Power Optimalisation YXY Catalysis Lichtgewicht spiegels opgesteld in een standaard greenhouse die zonne-energie concentreren om water te verwarmen en stroom te maken. Een PV systeem dat energieverlies als gevolg van panel mismatching tegengaat, door een inverter technologie toe te passen die op basis van Maximum Power Point Tracking per individuele paneel online monitoring en foutdetectie uitvoert. Converteren van natuurlijke suikers in chemische halffabricaten zoals Furanics en Levulinics. Met gebruik van een katalysator techniek converteren van fossiele en bio-gebaseerde grondstoffen in bioproducten. Proesa Technologie om suikers in lignocellulosic biomassa om te zetten in biobrandstoffen en biochemicaliën Olefin Metathesis Een katalisator-technologie waardoor herdistributie van koolstof atomen mogelijk wordt en plantaardige suikers omgezet worden in bio chemicaliën. Thermochemie Een vierstappen thermochemisch proces om biochemicalien te winnen uit huisvuil. GENO BDO Proprietary biotechnologie om een set van verschillende hernieuwbare grondstoffen om te zetten in biochemicalien Lanzatech Converteert CO-gassen uit afval(producten) in MetZynes EDGE Tabel 19. Technologie overzicht van de CleanTech sector Energy storage Subsector GTC100 organisatie Technologie Beknopte beschrijving Battery & battery management Liquid Metal biobrandstoffen en bio-producten Een goedkoop en milieuvriendelijk enzymtechnologie om biomassa om te zetten in bioproducten. Ook wordt deze technologie toegepast in de papier- en afvalwater-industrie. Een efficiënt en goedkoop Efficiency Directed Genome Engineering bio-proces op basis van herprogrammering van de genetische code van microben. Technologie gebruikmakend van dichtheidsverschillen en mengbaarheidseigenschappen van drie zelf-scheidende vloeibare lagen bestaande uit twee metaallagen en één zoutlaag AHI Gepatenteerde Hybrid Ion oplossing gebaseerd op zoutwater elektrolyt batterijtechnologie Lead Acid Een UltraBattery technologie gebaseerd op een combinatie van een hybride ultracapaciteit en lead-acid batterij technologie HCMR Technologie gebaseerd op High Capacity Manganese Rich (lithium) kathodes LTO Batterijoplossing gebaseerd op nanostructured Lithium Titanate technologie. Page 29

30 Tabel 20. Technologie overzicht van de CleanTech sector Energy efficiency Subsector GTC100 organisatie Technologie Beknopte beschrijving Light saving technology Energy saving electronics Industrial equipment and processes MOVPE Digital Light Agent Realtime Sensing and Control Technologie op basis van metalorganic vapour phase epitaxy voor de aangroei van gallium nitride (GaN) op silicon substraten Een intelligent Licht system gebaseerd op draadloze mesh netwerking, infrarood sensors, real-time logging en rule-based control. Intelligente sensors die real-time omgevingsdata detecteert en de verlichting aanpast aan de behoefte van (groepen) mensen. Nanowire LED LED technologie gebaseerd op nanowires, een kristalstructuur met diameters van tienden van nanometers OLED Thermo electrons Envelope Tracing Gallium Nitride Rotary Screw Expander Pumped Heat Electricity Storage Solid-State Energy Harvesting Organic Light Emitting Diode technologie Generatortechnologie gebaseerd op omzetting van warmteverschillen in elektriciteit en vice versa. Een RF-versterker design die gedurende transmissie de versterkerspanning continue aanpast om een hoge efficiëntiegraad te realiseren Conversieverlies wordt tegengegaan door gebruik te maken van Gallium Nitride schakelsystemen die op een hogere frequentie opereren dan traditionele. Technologie om van lage energetische stoom elektriciteit te genereren. Een elektrische pomp pompt warme vloeistof van een container in een andere container waardoor een temperatuurverschil ontstaat. De pomp werkt ook als generator waardoor bij terugvloeien van de vloeistof elektriciteit wordt opgewekt. Technologie om van laag energetisch industrieel reststoom elektriciteit te genereren. Tabel 21. Technologie overzicht van de CleanTech sector Waste and Recycling Subsector GTC100 organisatie Technologie Beknopte beschrijving Recycling of resources REPLAG Organics Operating Power Tabel 22. Technologie overzicht van de CleanTech sector Water Subsector GTC100 organisatie Technologie Beknopte beschrijving Waste water treatment Een sorteer, crunching en granuleringstechnologie om halffabricaten te maken uit afvalmateriaal Technologie om uit organisch materiaal Renewable energy generation te winnen op basis van anarobic digestion MicroClear Technologie gebaseerd op Ultrafiltration Membrame cassettes. Deze technologie maakt nabewerking van afval water door sedimentation en filtratie onnodig. FBAS Pearl EPC Fixed-Bed Biofilm Activated Sludge is een technologie die afvalwater zuivert door geleiding door een semi-natuurlijk systeem met een scala aan fixed-film bacteriën. Afvalwateringstechnologie die er ook voor zorgt dat er geen magnesiumammoniumfosfaat ontstaat tijdens de zuivering door toevoeging van magnesiumcloride. End Plate Current membraam technologie Page 30

31 6.2 Technologieontwikkeling binnen TU Delft In de Roadmap2020 beschrijft de TU Delft op welke wijze zij met de ontwikkeling van innovatieve technologie een significante bijdrage wil leveren aan de hedendaagse maatschappelijke uitdagingen op wereldwijd, Europees, nationaal en regionaal niveau en daarbij vorm wil geven aan het topsectorenbeleid van de Nederlandse overheid. De TU Delft staat daartoe een aantal thematische onderzoeksorganisaties, gestoeld op operationele samenwerkingsverbanden tussen verschillende faculteiten en vakgroepen, ter beschikking waardoor de maatschappelijke profilering wordt gemanifesteerd: Delft Research-based Initiatives 1. Energie Omgeving Gezondheid Infrastructuur en mobiliteit - TU Delft Institutes 1. Transport Process Technologie Wind nog geen website 4. Climate in oprichting 5. Robotics in oprichting 6. Sports Engineering in oprichting Wanneer de maatschappelijke uitdagingen, het topsectorenbeleid in relatie worden gebracht met de verschillende CleanTech sectoren worden ook de relaties met enkele van deze onderzoeksorganisaties duidelijk (figuur 8): Page 31

32 Topsectoren Clean Technology Gezondheid, demografische verander ingen en welzijn Voedsel veiligheid, duurzame landbouw, Marien- en maritiem onderzoek, bioeconomie Maatschappelijke uitdagingen Veilige, schone en efficiënte energie Slim, groen en geïnteg reerd verkeer Klimaat, hulpbronefficiëntie en grond stoffen Inclusieve en innovatieve samen leving Veilige samen leving Tuinbouw & uitgangs materialen Agri & Food Agriculture Water Water Renewable energy Water Life Sciences & Health Chemie Air & Environment Renewable energy Waste & Recycling, Renewable energy High Tech Systemen & Materialen Air & Environment Energy efficiency Transport ation Energy efficiency Creatieve Industrie Sustainable materials Energie Renewable, conventional infrastructure and Storage Transport ation Waste & Recycling Logistiek Delft Environment Initiative Delft Energy Initiative Delft Infra structure & Mobility Initiative Delft Environment Initiative Delft Environment Initiative Delft Research-based Initiatives (DRI) Figuur 8. Positionering van DRI s ten opzichte van maatschappelijke uitdagingen en het Nederlandse topsectoren beleid (bron: Nederlandse oplossingen voor wereldwijde uitdagingen 2013, Roadmap 2020) Page 32

33 7 De CleanTech thema s 7.1 Context en selectie In dit hoofdstuk worden de visies en inzichten van een aantal Nederlandse Cleantech experts op de huidige en toekomstige thema s beschreven. Door de keuze van deze respondenten zal de beschrijving zich voornamelijk richten op Nederlandse thema s waarbij het zeker is dat elementen ook op Europees of mondiaal niveau van toepassing kunnen zijn. Het overzicht van de respondenten en de uitgeschreven expertsinterviews zijn opgenomen in appendix G. 7.2 Huidige en toekomstige thema s Door de respondenten zijn de volgende CleanTech thema s geïdentificeerd als richtinggevend voor de huidige en toekomstige ontwikkeling van de CleanTech sector. 1. Businesscase gebaseerd op nieuwe businessmodellen Het succes van de Cleantech wordt in sterke mate bepaald door de Levelized Cost of Technology. Hiermee beoogd men de mate waarin een nieuwe technologie kan concurreren met de oude nietschone technologie. Dit vereist de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen om de CleanTech businesscase ondersteunen. De huidige generatie aan hernieuwbare energie technologieën heeft geen van allen nog een stabiel break-even-point bereikt. Het huidige en toekomstige energieverbruik vereist dan ook een variabele samenstelling van verschillende hernieuwbare energiebronnen om een toekomstbestendig, leveringszeker en betaalbaar energieaanbod te realiseren. Deze energiemix fungeert tevens als stuurmechanisme. Een ander sturingsmechanisme is pricing. Door de energieprijs te koppelen aan opwekkings-omstandigheden c.q. beschikbaarheid, hoopt men de energievraag in lijn brengen met het momentane aanbod. 2. Energieopslag Energieopslag draagt significant bij aan de variabiliteit van de energiemix en de algehele leveringszekerheid van (hernieuwbare) energie. De afwezigheid van een goed opslagmechanisme wordt gezien als een barrière voor veel toekomstige ontwikkelingen. Opslagtechnologieën waaraan ontwikkeling plaatsvindt zijn met name: a. Gebruik van de accucapaciteit van geparkeerde elektrische auto s b. Warmte-koude opslag c. Nieuwe generatie brandstofcellen 3. Systeembeheersing Systeembeheersing staat nog in de kinderschoenen. CleanTech doelstellingen worden nu nog voornamelijk gerealiseerd door optimalisatie van puntoplossingen al dan niet binnen een subsysteem-oplossing. Een algeheel systeem is met de huidige kennis en middelen nog te complex om te beheren en beheersen. De ICT wordt hierbij als een belangrijke en onmisbare enabler gezien om de verder ontwikkeling te realiseren, met name door monitoring en analyse software. 4. LED De LED technologie heeft een geheel nieuw spectrum aan nieuwe technologische toepassingen getriggerd. Naast iteratieve technologische innovaties rond de LED technologie, zoals OLED, zijn nu ook systeeminnovaties op basis van LED te verwachten. Voorbeelden zijn rookdetectie en het onzichtbaar maken van objecten met LED screens. 5. DC energienet Met de ontwikkeling van zonnepanelen en elektrisch vervoer is ook de noodzaak van een DC energienet ontstaan. Toonaangevende bedrijven als Siemens, ABB en Schneider Electric zijn Page 33

34 actief om zo n laagspanning DC net te realiseren. De motivator voor deze DC energienet ontwikkeling komt vanuit het systeem zelf en niet zozeer vanuit de technologie. Deze systeembenadering vereist onder andere de ontwikkeling van efficiëntere DC/DC convertors en diverse DC meetapparatuur. 6. Near-zero energy buildings Energiezuinig bouwen wordt in de regel geïnitieerd vanuit regelgeving. Zowel Europese als Aziatische overheden komen met normen waaraan gebouwen in 2020 moeten voldoen. Deze normen vormen de basis voor roadmaps of smart building programma s rond energiezuinig bouwen. Deze programma s stimuleren de ontwikkelingen op het gebied van electronica en materiaalkunde. Binnen de low-energy electronica zijn onder andere draadloze sensor netwerken een belangrijk aandachtsgebied die bijdraagt aan het in zijn geheel energiezuinig maken van gebouwen. Vanuit het oogpunt van (isolatie)materiaalkunde speelt met name het aspect van betaalbaarheid en compactheid een belangrijke rol. 7. Recycling van grondstoffen Veel landen passen een buitenland politiek toe die tot doel heeft om de levering van grondstoffen veilig te stellen. Door de mondiale claim op een afnemend aanbod van grondstoffen wordt het recyclen van materialen/grondstoffen steeds lucratiever en noodzakelijker. Daarbij leidt het streven naar een hogere zuiverheidsgraad bij het scheiden van afvalstromen in basis elementen tot nieuwe technologieën en de verdere ontwikkeling van al bestaande technologieën zoals hydrometallurgie. 8. Vracht- en groepsvervoer Binnen vracht- en groepsvervoer speelt functionaliteit een veel belangrijkere rol dan bij auto s. Binnen vrachtvervoer heb je veel minder een regulerings- en marktdriver dan bij auto s het geval is. Bij afwezigheid van deze drivers zou de universiteit een sturende rol kunnen spelen. Zeker vanuit design heuristiek-oogpunt zou het verschil gemaakt kunnen worden. Op dit moment is er weinig diversiteit in vrachtwagen- en bus-design/specificaties. Het ligt allemaal dicht bij elkaar. Een doorbraak zou gerealiseerd kunnen worden als er vanuit een ander/nieuw referentiekader naar vracht- en groepsvervoer wordt gekeken. De verwachting is dat er op het gebied van energie efficiency nog veel te winnen valt. 9. Watermanagement Verdere intensivering van opvang, opslag en zuivering van water van verschillende herkomst (gebouwafwatering, riool etc) met als doel deze her te gebruiken binnen huishoudens en binnen de land en tuinbouw. Binnen de tuinbouw wordt watermanagement gerealiseerd door het streven naar een volledige beheersing van alle waterkringlopen (gietwater, spoelwater, condenswater etc). Innovatieve meet en regeltechnologie gecombineerd met volledig gesloten en geconditioneerde kassen leveren een gesloten systeem waarbij beheersing en terugwinning van water kan worden geoptimaliseerd. 7.3 Markt-gestuurde ontwikkeling CleanTech ontwikkelingen worden veelal geïnitieerd vanuit wet en regelgeving, pricing mechanismen (rond energie en CO2) en de intrinsieke motivatie van bedrijven. De respondenten geven daarnaast een aantal ontwikkelingen aan die gebaseerd zijn op een concrete marktvraag (market pull) 1. Monitoring en dataanalyse van smartgrids Smartgrids zijn gedeeltelijk het gevolg van wet en regelgeving. Ook professionele marktpartijen als energiemaatschappijen en energietransportbedrijven hebben sterk bijgedragen aan de ontwikkeling van smartgrids met als doel om meer inzicht te krijgen in het beheer van hun Page 34

35 netwerken en op basis van inzicht een beter beleid c.q. strategie te kunnen voeren. Daarnaast vereisen ook eindgebruikers met zonnepanelen meer inzicht in hun verbruik en de mogelijkheid om actief hun energievraag en -aanbod te kunnen regelen. Smartgrids vormen een oplossing voor de flexibiliteit en variabiliteit binnen het energieaanbod, voor een betere matching tussen vraag en aanbod en voor het faciliteren van een businessmodel. De monitoring, data-analyse en aansturing van Smartgrids is zeer complex. Het abstraheren van relevante informatie uit de vele meetpunten en deze omzetten naar stuurinformatie vereist intelligente softwareproducten waarvan de echte ontwikkeling nog maar net gestart is. 2. Veiligheids- en privacyproblematiek Veel Cleantech ontwikkelingen krijgen op dit moment het label smart opgeplakt: smart grids, smart buildings, smart traffic, smart agriculture etc. Veelal verwijst het label smart naar een actieve en grote mate van datauitwisseling door toepassing van communicerende electronica. Dit leidt tot veiligheids- en privacyvraagstukken waarvoor softwareontwikkelingen gaande zijn maar vooralsnog geen adequate en allesomvattende oplossingen beschikbaar zijn. 7.4 Technologie-gestuurde ontwikkeling Cleantech ontwikkelingen vanuit een technologisch perspectief kunnen geremd worden door een beperkte mate van schaalbaarheid en rendementsverbetering waardoor de kans op een succesvolle toepasbaarheid verkleind wordt. Door de respondenten zijn een aantal ontwikkelingen genoemd die gebaseerd zijn op een concrete technologische ontwikkelingen (technical push). 1. Additive Manufactoring Dit technologiedomein wordt normaliter niet tot de Cleantech sector gerekend maar vanuit het oogpunt van totale energie- en grondstofbesparing kan deze ontwikkeling wel als zodanig worden benoemd. Additive Manufactoring is een voorbeeld van een technologische ontwikkeling die is ontstaan uit een technical push. Het maakt gebruik van Open Data en 3D printing en biedt de mogelijkheid om efficiënter en doelgerichter te produceren door plaatsonafhankelijkheid, optimalisatie van de productie en vermindering van zowel energie- als grondstoffenverbruik. Op het gebied van productie en logistieke processen zal Additive Manufactoring ook de nodige veranderingen initiëren. 2. Biomaterialen Deze ontwikkeling wordt op dit moment nog voornamelijk gedreven door de chemische industrie. De motivator achter deze ontwikkeling is voornamelijk economisch en technisch en niet marktvraag-gestuurd: Economisch vanuit de wens om kleinschaliger en doelgerichter te produceren; Technologisch gezien het algemeen heersende vergroeningsstreven om alle of zoveel als mogelijk chemische producten te vervangen door bio-varianten. Spillover naar andere bedrijfstakken zoals de bouw worden nu al waargenomen. Het is de verwachting dat Nederland met haar chemische sector en zeer effectieve agrarische sector hier een voortrekkersrol gaat spelen, zeker wanneer de marktvraag verder groeit en de landbouwquota op korte termijn worden stopgezet. 7.5 Valorisatiekansen De respondenten gaven de volgende adviezen over kennisvalorisatie binnen de CleanTech sector: Page 35

36 1. Programmatische samenwerking Opdrogende financiële middelen dwingen kennisinstellingen tot een actieve houding richting het bedrijfsleven. Om ontschotting tussen universiteit, bedrijfsleven en financiële instanties en wederzijdse belangstelling en daardoor kennisvalorisatie te bevorderen zou een meer programmatische samenwerking op basis van shared roadmaps moeten plaatsvinden. 2. One voice to the customer Het aspect van One voice to the customer waarin de juiste wetenschapper gekoppeld wordt aan de vragende marktpartij zal kennisvalorisatie verhogen. Voorbeeld is the liaison office van MIT die je kunt benaderen en binnen no-time in contact kan brengen met de juiste persoon of groep. 3. Innovatie komt voort uit kennis Krachtige en innovatieve economische systemen staan altijd om R&D heen. Innovatieve regio s wereldwijd hebben excellente R&D faciliteiten, talentvolle mensen, kapitaal en entrepreneurs. Deze elementen gekoppeld met een goed organiserend vermogen en in de juiste samenhang leidt tot een krachtig innovatiesysteem. Maar het begint altijd met de kenniscomponent. Fundamenteel onderzoek en het opleveren van goed-opgeleide studenten moeten daarom de core-business van universiteiten blijven. Beide vormen de basis van kennisvalorisatie. 4. Ontwikkeling van technologie vanuit de toepassing Een universiteit wil uiteindelijke maatschappelijke impact sorteren. Ook wetenschappers hebben de behoefte om impact te hebben op maatschappelijke uitdagingen en maatschappelijke waarde te creëren. Impact vereist wel dat je vaak verder moet kijken dan de neus lang is. De praktische uitdagingen gerelateerd aan opschaling van technologieën zouden al meer door universiteiten moeten worden bekeken. Zaken in de praktijk uittesten zoals de opzet van The Green Village is, is een goede ontwikkeling om die toepassingsgerichtheid vorm te geven. 5. Openheid Samenwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven worden bemoeilijkt door het niet vooraf uitspreken van individuele belangen. Het realiseren van een marktintroductie na een gezamenlijke onderzoekstraject vergt van het bedrijfsleven een zekere productontwikkeltijd. Kennisinstellingen willen doorgaans de opgedane kennis direct vatten in een publicatie wat in sommige gevallen de verdere ontwikkeling van die kennis binnen een commercieel product onder druk zet. Patenteren van kennis wordt door het bedrijfsleven niet direct als alternatief gezien omdat het als een arbeidsintensief en kostbare aangelegenheid wordt ervaren. 8. Kennis van technologie én businessmodellen én organisatiekunde In vele sectoren van de CleanTech speelt de overheid een belangrijke rol. Niet alleen vanuit financieringsoogpunt of eigenaarschap maar ook doordat procesinnovatie, met name in de afvalrecycling, een actief participerende overheid vereist. Om de houding van de overheid te beïnvloeden zou bij introductie van nieuwe CleanTech producten, diensten en processen zich in belangrijke mate moeten richten op de rol van die overheid, ondersteunt door verdienmodellen en verandermanagement. Page 36

37 Geraadpleegde bronnen In dit document wordt gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen GCT GCT GCT GCT GCT WWF/Berger 2012 Roadmap 2020 Nederlandse oplossingen voor wereldwijde problemen 2013 SER 2013 Ecorys 2013 Topsectorenbeleid 2013 Ernst & Young 2012 European Counsil 2014 Tripartite Social Summit /cleantech/ te/tu_delft_portal/over_tu_delft/strategie/roadmap_2010_defversie.p df hemanummer-energieakkoord.ashx banen_en_economische_waarde _van_16 de_in_nl_in_2020.pdf 100/ nd_trends_report_2012/$file/cleantech_matters.pdf / pdf / pdf Page 37

38 Appendix A - De GlobalCleanTech100 bedrijven in 2013 Tabel A.1: De GlobalCleanTech100 bedrijven in 2013 (bron: CleanTech Group) Page 38

39 Page 39

40 Page 40

41 Page 41

42 Page 42

43 Appendix B - De geografische verdeling van GCT100-bedrijven over de periode Tabel B.1: Een historisch overzicht van de geografische verdeling per land van de Global CleanTech 100 bedrijven over de periode (bron: CleanTech Group) Land 2013 #GCT100 Organisaties 2012 #GCT100 Organisaties 2011 #GCT100 Organisaties 2010 #GCT100 Organisaties Verenigde Staten Groot Brittannië Israël Canada Duitsland Frankrijk China Australië Noorwegen Finland Hongarije Ierland India Italië Nederland Luxemburg Zweden Peru België Denemarken Nieuw Zeeland Zwitserland Tabel B.2: Een historisch overzicht van de geografische verdeling per continent van de Global CleanTech 100 bedrijven over de periode (bron: CleanTech Group) Continent 2013 #GCT100 Organisaties 2012 #GCT100 Organisaties 2011 #GCT100 Organisaties 2010 #GCT100 Organisaties Noord-Amerika Zuid-Amerika Eurazië Australië Page 43

44 Appendix C - De invloedrijkste niet-beursgenoteerde GCT100 bedrijven over de periode Tabel C.1 De 22 invloedrijkste niet-beursgenoteerde GlobalCleanTech100 bedrijven over de periode (Bron: CleanTech group) Bedrijfsnaam Land CleanTech Afzetmarkt Beschrijving van het bedrijf sector Nederland Duurzame energie opwekking Energiemarkt Ontwikkeling van een chemicalcatalystic process om biomassa te converteren in bio-gebaseerde India Afvalverwerkin g en hergebruik Industriële markt Canada Water Industriële markt, Woonmarkt Israël Water Industriële markt, Woonmarkt United Kingdom United Kingdom Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Smart Grid Energy efficiency Afvalverwerkin g en hergebruik Energy efficiency Afvalverwerkin g en hergebruik Energie opslag Energy efficiency Industriële markt, Energiemarkt Industriële markt Industriële markt, Energiemarkt Industriële markt Industriële markt, Woonmarkt, Agrarische markt Industriële markt, Energiemarkt, Transportmarkt Energiemarkt materialen en brandstoffen. Leverancier van afvalverwerking en recycling services voor elektronische componenten Leverancier van afvalwater behandelingssystemen voor de industriële en woonmarkt Leverancier van afvalwater behandelingssystemen voor de industriële en woonmarkt Ontwikkelaar van efficiënte hoogspanning schakelaars Leverancier van efficiënte versterkers voor de draadloze communicatie industrie Ontwikkelaar van technologie die afvalplastic omzet in olieproducten Ontwikkelaar van intelligente LED gebaseerde verlichtingssystemen voor de industriële gebouwen Ontwikkelaar van technologie ter verbetering van de efficientie in het produceren van organische materialen Ontwikkelaar van ultra- en hybridecapaciteiten Leverancier van intelligente grid software en dienstverlening Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Verenigde staten Sustainable materials Smart Grid Energy efficiency Energy efficiency Industriële markt Water markt, Energiemarkt Utiliteitsmarkt, Consumenten markt Woonmarkt Producent van polymeren en plastics vervaardigd uit CO2 en CO Ontwikkelaar van draadloze communicatietechnologie voor de water en smart grid industrie Ontwikkelaar van softwareproducten voor energie monitoring en analyse Ontwikkelaar en ontwerper van energiezuinige modulaire gebouwen Verenigde staten Verenigde staten Afvalverwerkin g en hergebruik Duurzame mobiliteit Consumenten markt Consumenten markt Ontwikkelaar van financiële beloningssystemen voor consumenten die actief hergebruiken Ontwikkelaar van een auto-deel platform Page 44

45 Verenigde staten Energy efficiency Energiemarkt Ontwikkelaar van technologie die energie conversie inefficiënties minimaliseert Een overzicht van de locatie, sectoren en afzetmarkten die gekoppeld zijn aan deze 22 bedrijven ziet er als volgt uit: Page 45

46 Appendix D CleanTech samenwerkingsverbanden Tabel D.1 Samenwerkingsverbanden binnen de CleanTech in 2013 (Bron: CleanTech Group) Page 46

47 Tabel D.2 Samenwerkingsverbanden binnen de CleanTech in 2012 (Bron: CleanTech Group) Page 47

48 Tabel D.3 Samenwerkingsverbanden binnen de CleanTech in 2011 (Bron: CleanTech Group) Tabel D.4 Samenwerkingsverbanden binnen de CleanTech in 2010 (Bron: CleanTech Group) Page 48

49 Appendix E De invloedrijkste niet-beursgenoteerde Europese GCT100 bedrijven in 2013 Tabel E.1 De invloedrijkste niet-beursgenoteerde Europese GlobalCleanTech100 bedrijven in 2013 (Bron: CleanTech group) Land Bedrijfsnaam Sector Subsector Duitsland Azzurro semiconductors Energy efficiency LED verlichting FriedolaTECH Waste & Recycling Hergebruik van grondstoffen NovaLED Energy efficiency LED verlichting SorTech Energy efficiency Koeling apparatuur Va-Q-tec Energy efficiency Industriële apparatuur en proces Finland MetGen Renewable energy Biofuels & biochemie generation Frankrijk Blablacar Transportation Deel transport dienstverlening Cooltech Applications Energy efficiency Koeling apparatuur Leosphere Air & Environment Monitoring en compliance Lucibel Energy efficiency LED verlichting Groot Brittannië 4Energy Energy efficiency Koeling apparatuur Amantys Energy infrastructure Smart Grid Anesco Energy efficiency Energiebesparing dienstverlening ECO plastics Waste & Recycling Hergebruik van grondstoffen Heliex Power Energy efficiency Industriële apparatuur en proces i2o Water Water Waterbesparing Isentropic Energy storage Industriële apparatuur en proces Nujira Energy efficiency Energiebesparende electronica Sefeira Energy efficiency Energiebesparing dienstverlening Hongarije Organica Water Water Afvalwaterzuivering Ierland Nualight Energy efficiency LED verlichting Israël Desalitech Water Ontzilting technologie Emefcy Water Waterbehandeling GridON Energy infrastructure Smart Grid Kaiima Agriculture Oogst behandelingstechnologie Phoebus Energy Energy efficiency Industriële apparatuur en proces Italië Beta Renewables Renewable energy Biofuels & biochemie generation Luxemburg Epuramat Water Waterbehandeling Nederland Avantium Renewable energy Biofuels & biochemie generation Noorwegen Green Energy Group Renewable energy Geothermal generation Kebony Sustainable materials Biologische materialen Zweden Glo Energy efficiency LED verlichting De sectorverdeling van de deze 32 GCT bedrijven is als volgt: Page 49

50 Page 50

51 Appendix F Transcripten expert-interviews Tabel F1. Overzicht van respondenten versus CT expertisegebied CleanTech Sector Renewable Energy Generation Energy Storage Energy Infrastructure Energy Efficiency Transportation and Mobility Air and Environment Sustainable Materials Clean Industry Bedrijfsleven Universiteit Overheid (EU/NL) Overige organisatie Prof. Kornelis Blok (Director Prof. Ad van Wijk (Hoogleraar Hans van der Spek EcoFys) Future Energy Systems) (Director CleanTech FME) Wouter Leibbrandt (senior directeur NXP) Waste and Recycling Water Agriculture Other Jaap vandehoek (Directeur Synvase) Jan Westra (Strategic business developer Priva) Prof. Peter Rem (Hoogleraar Resources and Recycling) Sander van der Wal (Programmamanager Cleantech at Innovation Quarter Page 51

52 Naam respondent: Hans van der Spek MMO Progr. Dir. CT at FME Datum/Tijd/Lokatie: Wo 9 apr :30 FME ZTM 1. Welke huidige thema s spelen er volgens u binnen de CleanTech? Er zijn een veelheid aan thema s. Een heel belangrijk thema voor CT sowieso is de business case. Sommige noemen dat ook de levelized cost of energy. Dat is niet alleen toepasbaar voor energie maar kan ook voor andere technologieën worden toegepast. Het betekent: Kan de nieuwe technologie in welke vorm dan ook concurreren met de oude niet-schone variant. Bij duurzame energie is dat heel verschillend per technologie. Vanuit beleid worden er doelstellingen geformuleerd. Er moet gewoon in % duurzame energie zijn. Dat gaan we waarschijnlijk niet realiseren als we niets doen. Want de huidige technologieën kunnen nog niet concurreren met de huidige technologieën. We hebben ook geen goed functionerend ETS systeem en zolang CO2 niet goed geprijsd is gaat dat ook helemaal niet vliegen, dus moet je subsidiëren. Anders gaat het niet komen. En dan zie je wel dat er verschillende ontwikkelingen zijn van technologieën die al dichter bij een Break-Even-Point zijn dan andere technologieën. En tegelijkertijd weten we dat in de verduurzaming het dus niet één technologie zal zijn die het gaat doen maar het zit hem in de mix van technologieën. Dus je moet een hoeveelheid van verschillende technologieën hebben wil je de doelstellingen kunnen realiseren, al was het alleen maar om de fluctuaties die vaak optreden bij renewables te kunnen managen. Je moet stuurmogelijkheden ontwikkelen. Aan zonne-energie kun je in het geheel niet sturen, want die is er alleen als er zon is. En wind idem dito. Maar er zijn andere vormen van energie die wel stuurbaar zijn. En die heb je nodig binnen een gemixte samenstelling. Het tweede thema is flexibiliteit. We gaan toe naar een energie systeem (elektriciteit, warmte etc.) waarbij de prijs van energie sterk gerelateerd zal zijn aan het moment. De beschikbaarheid zal niet altijd dezelfde zijn. Met een prijsprikkel kun je dan ook sturing geven aan het systeem. Dus door energie duurder te maken gaan bepaalde mensen of processen afhaken en het omgekeerde is ook waar. Daarmee neemt wel de complexiteit toe. Dat is tevens een derde ontwikkeling die heel erg belangrijk is. Flexibiliteit impliceert ook complexiteit en systeembeheersing. En dat laatste hebben we eigenlijk nog niet in de vingers. Er wordt nu nog heel veel gewerkt aan allerlei puntoplossingen maar die staan nog niet erg in relatie tot elkaar. Dus laten we zeggen vanuit een totaal systeem gezien en al die puntoplossingen zijn op zich prima en je ziet dat men al werkt aan subsysteem-oplossingen zoals het benutten van accu s van auto s die stil geparkeerd staan als een vorm van storage. Maar dat is nog steeds een deelsysteem in een groter geheel. Om die systeemcomplexiteit te kunnen managen daar is denk ik nog heel veel voor nodig. Dus business case leidt tot flexibiliteit, leidt tot variabiliteit, leidt tot systeemtheorie en beheersing. Dat zijn mijns inziens de belangrijkste thema s en als je dan weer verder zou inzomen dan kom je op bepaalde subthema s die daar onder hangen zoals dat flexibiliteit relateert aan een thema als energie storage. Voor mij persoonlijk een belangrijk werkterrein. Daarbij moet je je ook bedenken dat het vinden van oplossingen voor hernieuwbare energie maar beperkt planbaar is. Twee concrete voorbeelden: Vijf jaar geleden had nog niemand bedacht dat we in een situatie zouden zitten dat er negatieve energieprijzen zouden zijn. Een overschot aan energie en te weinig vraag leidt in wezen tot het krijgen van geld bij afname. Dat zet de businessmodellen totaal op z n kop als gevolg van systeemimperfecties. Want we werken met puntoplossingen en weten dat we dat op systeemniveau moeten managen. De oude systemen kunnen dat nog niet accommoderen. Ook de wetgeving is er nog niet klaar voor. En ook had men 5 jaar geleden ook nog niet de rol van schaliegas. Wat zal dus de aankomende 5 jaar brengen? Dat weten we eigenlijk helemaal niet. Dat denken we wel te weten. We maken planningen, maken akkoorden bv het energieakkoord, maken forecasts en scenario s maar als we kijken naar de Broad Energy Outlook van 8 jaar geleden en de Page 52

53 realiteit van vandaag dan moet je gewoon constateren dat we voortdurend de plank mis slaan. Die vermeende planbaarheid is er gewoon helemaal niet. Financiering is ook een belangrijk thema binnen de CT. Dat wordt door technologen nog als eens over het hoofd gezien en dat heeft nog niet eens alleen met de business case te maken. BC van de nieuwe technologie kan goed zijn maar bij onvoldoende kapitaal om maatschappelijk te kunnen investeren, dan kun je de technologie niet uitrollen. Een tipje van de financierings-ijsberg is in het energieakkoord naar boven gekomen. World Business Council, Accenture, Orgalime (onze overkoepelende organisatie) heeft eraan gerekend. Als we in Europa de doelstellingen tot 2020 willen realiseren dat we dan alleen in Europa al 27 honderd miljard euro nodig hebben om de kapitaalsinvesteringen te doen die nodig zijn. Bij verduurzaming is het zo dat je een hoge upfront CAPEX hebt en een lage OPEX. Dus je verdient het pas op lange termijn terug. Het vinden van dit geld in een markt die net de financiële crisis te boven is, is dat niet makkelijk. Het geld is wel te krijgen bv bij institutionele beleggers en bij Sovereign wealth funds, alleen de vraag is of je het geld wel op zo n manier kan accommoderen dat het bruikbaar is voor verduurzaming. Dat is nog geen gelopen race. 2. Zijn dat dan ook meteen de thema s voor aankomende 5 10 jaar? Is het beeld duidelijk waar men naar toe wil? Men heeft in ieder geval een doelstellingen. En er zijn verstandige afspraken gemaakt, bv in 2016 gaan we het energieakkoord herijken. We praten nu puur over Nederland in deze context maar dat zal in andere landen niet veel anders zijn. Wellicht leidt dit tot het aanpassen van beleid en afspraken, heronderhandelingen, zaken die over het hoofd zijn gezien etc. Een aantal thema s is op dit moment niet geadresseerd in dit akkoord: bv grondstoffenthema, energiestorage, pricing mechanisms, business model etc. Desondanks is het een goed akkoord want het legt wel iets van de ambities vast voor de komende tijd. Een Engelse professor benadrukt om op te houden met planningen te maken voor de aankomende 10 jaar want de haalbaarheid is niet gegarandeerd in deze turbulente energie transitie. Dus laten we qua doelen een stip op de horizon te formuleren en aan deze doelen subdoelen koppelen voor een 2, 3 tot 5 jaar zodat er een zekere stabiliteit hebt en de industrie zijn weg daarin kan vinden. We kunnen niet voorzien welke doorbraak-technologieën het echt gaan maken. Tot die tijd moet je het wel doen met de dingen die beschikbaar zijn en de dingen die je weet. 3. Is de huidige financiering van wetenschappelijk onderzoek door de overheid gebaseerd op een maximale rendementsverwachting kijkend naar concrete maatschappelijke doelstellingen de juiste prikkel voor CT ontwikkelingen in het algemeen? Dus vraaggestuurd onderzoek. Dit heeft twee componenten, enerzijds een meer generieke benadering. Meer een politieke benadering van Hoe ver moet je gaan in vraagsturing? Je moet daarin de goede mix zien te vinden. Dingen bedenken die geen maatschappelijke relevantie hebben wordt in het algemeen niet geaccepteerd door de belastingbetaler. Kennis om de kennis, nee tenzij het ergens toe leidt. Tegelijkertijd zijn er een aantal grote maatschappelijke uitdagingen die opgelost moeten worden waarvan je weet dat fundamenteel onderzoek daar een grote rol moet spelen. Bepaalde doorbraken komen nu eenmaal uit fundamenteel onderzoek. Ook bijproducten van onderzoek en toevalligheden ontdekt tijdens onderzoek leveren een bijdrage maar toeval kun je ook niet (helemaal) sturen. Elke wetenschapper weet dat je sommige zaken uit nieuwsgierigheid wilt doen en dat daar soms een belangrijke bijdrage wordt geleverd, maar in eerste instantie blijft de selectieve financiering een politieke overweging. De FME is in blij met het feit dat e.e.a. meer vraag gestuurd ingestoken wordt. Wij vinden wel dat het huidige academisch systeem waarin wetenschappers beoordeeld worden op basis van academische publicaties, dat vinden we echt fout. Daar gaat het wat ons betreft niet om. Wij vinden dat er veel meer gestuurd moet worden op toepasbaarheid. Dus de relevatie van je onderzoek. De relevantie van Page 53

54 onderzoek zou in ons oogpunt veel beter beoordeeld moeten worden. Lijkt me evident, maar blijkbaar is dat niet zo evident. Nu specifiek richting de CT. Daar geldt min of meer hetzelfde voor. Ook daar liggen grote uitdagingen, daar zijn zowel fundamenteel onderzoek als toegepast onderzoek voor nodig. Een interessante tussenvariant zou kunnen zijn is bv het MIT energy initiative. We kijken of we daar een Nederlandse variant van kunnen ontwikkelen. Het principe is eigenlijk heel simpel. Bedrijven stoppen geld in een fonds voor wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappers kunnen hun proposals indienen en degene die het fonds financieren die bepalen of een onderzoek wordt gehonoreerd omdat die veel meer kijken naar de toepassingswaarde die het zou kunnen hebben. Ze hanteren de vuistregel: 80% moet toepassingsgeoriënteerd zijn, 20% is fundamenteel onderzoek maar wel met in acht name van het toekennen aan wetenschappers die ook enig gevoel hebben bij toepasbaarheid van technologie. En dat werkt goed. 4. Zijn er bepaalde verwachtingen uit de markt voor technologische ontwikkelingen die je kunt voorzien? Als je kijkt van de trends die we in het begin van het interview hebben genoemd dan zie je een vraag komen van bv smartgrids. Smartgrids zijn een oplossing voor die flexibiliteit, voor priijsvariabiliteit, voor betere matching van vraag en aanbod, voor het faciliteren van een business model. Daar heb je die technologie voor nodig. Dus ja daar komt vraag vandaan. En zeker ook concrete vragen. Dit jaar is de Hermes Creative Award in Duitsland ook gewonnen door een bedrijf dat software maakt die genoemde complexiteit oplost. Een prijswinnaar in software op een beurs (Hannover Messe) die heel veel maakindustrie heeft. Ook daar zie je al dat men zich gaat beseffen dat er een verdere integratieslag tussen ICT en andere vormen van industrie gaande is. De eerste golf was kantoorautomatisering, toen de procesautomatisering en dan nu een verdere integratie in de producten en bedrijven zelf. Financiering door Venture Capitalists heeft ook een verandering doorgemaakt in die zin dat door de IT-bubbel-uiteenspatting (Amerikaanse) VC s zich vanaf 2002 zich steeds meer gingen richten naar de CT, voornamelijk financiering in solar. In 2008 heeft dit wel een dip gekregen maar toen ten gevolge van de wereldwijde financiële crisis. Omdat die integratie in technologie steeds verder gaat is het hebben van enige expertise in IT noodzakelijk. Het zit em in de toepassing. In smart grids gaat het om toegepaste IT, bv het monitoren van smartgrid netwerk performances. In dit geval is de benefit voor de netbeheerder dat deze beter kan bepalen of een net aan vervanging toe is of niet. Ook algoritmes voor energie-efficiency voor woningen, industrie, luchtvaart en scheepvaart is op dit moment een hot item. IT toepassingen die leiden tot energievermindering noemen we terecht ook CleanTech. Want meten is weten maar ook hoe te weten en hoe te meten! Hoe halen we relevante informatie uit de vele metingen die we doen en hoe gaan we daar mee sturen. Dat is niet eenvoudig en complex maar ook een uitdaging waar vele bedrijven zich mee bezig houden. Digital Delta is zo n voorbeeld. IT is een zeer belangrijke en onmisbare enabler binnen de toekomstige ontwikkelingen binnen de CT. 5. Is de technologische ontwikkeling is de wind en solar voor Europa nu een gelopen race? Is die markt helemaal naar China gegaan? Absoluut niet. We zien nu een renaissance van de windmolenbouw in Nederland. Vanuit de FME zijn we bezig met enkele bedrijven om in Nederland opnieuw weer een windmolenmaakbranche te ontwikkelen. De vraag hier is is What is the game here?. Wind en solar technologieen worden op dit moment grootschalig uitgerold en dan gaat het nog maar om één ding namelijk Levelized Cost of Energy. De kosten moeten naar beneden. Zo zie je bij wind op zee veel innovaties op het gebeid van funderingstechnologie. Goedkoper een paal op zee. Innovaties op het gebied van het aan land brengen van de energie. Dat hoeft namelijk niet altijd elektrisch, dat kan ook in de vorm van gas, Page 54

55 waarvoor de infrastructuur nu al aanwezig is. Dus lagere infrastructuurkosten. De kosten van onderhoud zijn ook belangrijk. Ampelmann is een mooie stukje techniek op dat gebied. Het is en en en en en, maar het gaat allemaal om kostenreductie. Hetzelfde zie je binnen zonne-energie. Daarzie je dezelfde curve als binnen de semicon. Iedere twee jaar een halvering van de kostprijs. Wat moet je daarvoor doen, voornamelijk procesinnovatie. Het is nog steeds wafer technologie, een zonnecel bakken, maar de winst zit hem in hogere opbrengsten, nieuwe materialen, betere aansluiting, hogere dichtheid, nieuwe coating, betere koeling, allemaal optimalisatieslagen. Maar geen fundamentele nieuwe doorbraken. Geen radicale innovaties waardoor het rendement van zonnecellen ineens van 20% naar 80% gaat. Je kunt wel stellen dat de zonnecelproductie voor een belangrijk deel naar China is vertrokken want Chinees overheidsbeleid van afgelopen tien jaar was China wordt het powerhouse of manufacturing. Maar Chinese bedrijven kopen nog steeds zonneceltechnologie in want de kennis ligt in Nederland. Die ligt bij ECN, Tempress, OTB en Rauhenau, bedrijven die zowel de productiekennis als de zonnecelkennis ontwikkelen. Die zitten nu nog niet in China. Misschien over 10 jaar wel. Op de Hannover Messe was dit jaar Robotisering en Smart-Industrie het thema. Dus mensloos produceren. Maar of je zo n fabriek nu in China zet of elders maakt dan relatief niet meer zoveel uit. De kapitaalinvesteringen voor een fabriek in China of Nederland maakt dan niet meer zoveel uit. Dan gaat het veel meer over grondstoffen en daar zie je dat de Chinesen een hele slimme industriepolitiek voeren die de aanlevering van grondstoffen zeker moet stellen. Het gaat ook voor China niet meer om manufactoring capacity maar om grondstoffenlevering. Dit biedt voor andere landen ook weer kansen op het gebied van recycling van materialen. Ionica is zo n bedrijf die van gebruikt plastic weer nieuw plastic maakt. CT vindt niet alleen zijn basis in de eindigheid van fossiele grondstoffen maar ook broeikasgassen. De echte aanjager van CT is de klimaatverandering. En zeker nu we de 2 graden max opwarming niet meer gaan halen (IPCC) gaan we veel meer richting de Adaptation Policy. Ook dat zal nieuwe technologie vragen. Klimaatverandering dus als aanjager van de CT. De eerste CT investeerders hadden ook echt de overtuiging dat klimaatverandering moest worden tegengegaan. 6. Wat is de rol van kennisinstellingen binnen de CleanTech ontwikkeling? Zijn er dingen die gemist worden? Ik zie positieve ontwikkelingen en hoop dat deze doorgetrokken gaan worden. Opdrogende financiële middelen dwingen kennisinstellingen ook tot een proactieve houding richting het bedrijfsleven. Dat is winst. Toch bemerk ik ook nog een grote afstand tussen de ondernemer en de wetenschapper. Volgens mij is het ook een cultuur-kwestie, zelfs een DNA-kwestie. In Nederland zien je dat wetenschappers/onderzoekers niet echt een ondernemersinstelling hebben. Ik zou daarom pleiten voor een meer Amerikaanse aanpak waar een zekere mate van ontschotting plaatsvindt en er over en weer meer betrokkenheid en belangstelling wordt bewerkstelligd. Dat proberen we bv met een CleanTech Business Day rond het onderwerp Energy Storage te realiseren. Ook in de driehoek financiering, wetenschap en bedrijfsleven een belangrijk streven naar wederzijds belangstelling. Het snuffelen aan elkaar moet programmatische samenwerking worden. Dat is er wel op het gebied van het topsectorenbeleid maar daarin is het veelal projectmatig. Programmatische samenwerking op basis van shared roadmaps. Platformen zoals Holland Instrumentation (Cor Heijwegen) en het Innovation Quarter kunnen hierin een richtinggevende en verbindende rol spelen. Als we over 10 jaar een beetje weg zijn van het hokjes denken en er over en weer meer een inloopcultuur is dan is dat winst en als dat ook nog gekoppeld kan worden aan een nieuwe manier van MIT Energy type funding dan breng je het vliegwiel echt aan de gang. Technologie, economische haalbaarheid, funding en maatschappelijke acceptatie zijn keywords binnen de CT ontwikkelingen. 7. Wat is het algemene beeld van Nederlandse bedrijven binnen de CT? Page 55

56 Daarin heb je mijns inziens twee categorieën: 1) De CT startups, de nieuwe bedrijvigheid. FME heeft een lijst van meer dan 300 bedrijven van dat type. 2) De bedrijven in transformatie. Bv de Bosal s van deze wereld, die bezig zijn zich (onzichtbaar) te transformeren. Dit soort bedrijven kunnen met hun innovaties veel meer impact sorteren omdat zij al in een markt gevestigd zijn. De FME heeft inzicht in welke bedrijven in transitie zijn. Dat is de meerwaarde van de FME. FME heeft 4 jaar lang ook samen met de WWF de Cleantech award uitgegeven voor CT bedrijven die impact hebben laten zien. Bedrijven als Priva, Topell Energy zijn hele interessante bedrijven die zeker impact hebben laten zien. CT is complex zeker ook als je naar volume kijkt. Ik heb daarnaast ook in de adviesraad gezeten van het PBL die eind 2013 het rapport Vergroenen en verdienen heeft uitgegeven. Het is een goede analyse wat je nu eigenlijk onder de groene economie kan worden verstaan. Ook daar heb je verschillende varianten in. Aan rapporten geen gebrek! Page 56

57 Naam respondent: Dr Wouter Leibbrandt Senior Director - Manager Advanced App at NXP Datum/Tijd/Lokatie: Do 10 apr :00-11:30 Telefonisch 1. Op welke wijze past NXP Cleantech toe binnen haar low energy electronics productontwikkeling? Als je kijkt naar low-energy en elektronica dan zitten daar twee aspecten aan: Elektronica die zelf lower power wordt in die zin dat je probeert om elektronisch computing systemen en chips minder energie te laten gebruiken. Het tweede aspect is dat het gebruik van elektronica in allerlei toepassingen het energieverbruik enorm naar beneden kan brengen. We kennen allemaal de cruise-control als stukje elektronica dat er toe bijdraagt dat er minder brandstof wordt verbruikt. Dat je daar een stukje elektronica toegevoegd hebt wat extra energie verbruikt om te functioneren, is minimaal vergeleken met de totale besparing die realiseert. Als je kijkt naar de driver in de elektronica-industrie dan is dat vermindering van energieverbruik. NXP zit in smart building programma s waarin meer en meer elektronica in gebouwen komt. Installateurs en beheerders van gebouwen zijn juist geïnteresseerd omdat zij streven om het energiegebruik te minimaliseren. Idealiter naar nul. Dat kun je bereiken door elektronica aan toe te voegen. De elektronica is dan niet energiezuiniger maar door toepassing van die elektronica wordt een gebouw als geheel wel energiezuiniger. Dat zie je ook in sectoren als transport, greenhouses en binnen allerlei mogelijke applicatiegebieden. NXP ziet dan ook CT als een driver in de industrie voor nieuwe elektronische toepassingen. 2. Is dit de huidige ontwikkeling of ziet u dit als een toekomstige ontwikkeling? Dit is een ontwikkeling die nu bezig is maar die ook nog wel even door gaat. Energiezuinig bouwen wordt geïnitieerd door regelgeving. Zowel Europese als Aziatische landen komen nu met normen waaraan gebouwen in 2020 moeten voldoen en maar een maximaal hoeveelheid energie mogen gebruiken. Er zijn roadmaps voor zowel nieuwe als bestaande gebouwen. Dat soort tijdslijnen lopen makkelijk door tot aan 2030 en verder. Datzelfde geldt voor de automotive industrie. De Holy Grail is de auto die 1000 km op 1 liter brandstof of op 1 batterijlading rijdt. Dat is een ontwikkeling waar we wel 10 tot 30 jaar mee vooruit kunnen. 3. Zijn er naast wet en regelgeving ook binnen de markt zelf drivers die de Cleantech ontwikkeling stimuleren? Absoluut, in de automobiel industrie vraagt men om zuinigere auto s. Ook vraagt de markt om energiezuinige gebouwen, regelgeving of niet. Smartgrids wordt gedeeltelijk ingegeven door regelgeving maar ook net zo goed door professionele marktpartijen als energiemaatschappijen die veel meer inzicht willen hebben in beleid en beheer van hun grids. Zo ook eindgebruikers die zonnepanelen op hun dak hebben en veel meer inzicht willen hebben in hun verbruik en dat ook actief twee kanten op willen gaan regelen. Dus ook zonder regelgeving zie je dingen gebeuren en die regelgeving is er om dingen te stroomlijnen en om er voor te zorgen dat er een bepaalde mate van compatibiliteit van systemen ontstaat. We hebben het binnen de CleanTech voornamelijk gehad over energie maar er zijn ook andere aspecten. De markt vraagt ook om minder met schaarse grondstoffen te doen. Bekend is de zoektocht naar methoden en oplossingen die niet van zeldzame aardmetalen gebruik maken. Daar wordt binnen de TU Delft ook onderzoek naar gedaan. Watermanagement kun je ook als CT beschouwen en daar zie je als smart cities en smart infastructuur dat er met elektronische sensoren en/of met Internet of Things oplossingen veel betere watermanagement gedaan qua bescherming en ook qua irrigatiesystemen, waardoor er doelmatiger met water omgegaan wordt. Als je ook kijkt naar andere aspecten van grondstoffen dan zie je dezelfde beweging terugkomen. Page 57

58 4. Is er ook nog een technical push binnen de CleanTech die de ontwikkeling stimuleert? Ja, maar dat is eigenlijk meer business-as-usual in die zin dat er binnen dit brede veld steeds nieuwe problemen de kop opsteken, als je het ene probleem hebt opgelost dan kom je het volgende tegen. En dat vraagt continue om oplossingen. En het komt voor dat er technologie wordt ontwikkelt voor een probleem dat nog niet zo actueel is omdat er eerst een ander probleem moet worden opgelost. Als je bv kijkt naar draadloze sensor netwerken dan is dat een manier om gebouwen of infrastructuur slimmer te maken maar je kunt ook stellen dat draadloze sensor netwerk onderzoek al zo n 15 jaar een academisch onderzoeksonderwerp is waar vele mensen al op gepromoveerd zijn en in die zin een technical push in zich hebben wanneer blijkt dat het de oplossing is van een bepaald probleem dat een CT aspect in zich heeft. Maar evengoed als je het over slimme gebouwen hebt, dan is de verhoging van het comfort en vermindering van het energieverbruik vaak twee aspecten zijn die je tegelijkertijd binnen één installatie oplost. Het is soms de vraag wanneer je een techniek hebt of deze nu een oplossing is voor comfortverhoging of productieverhoging van mensen binnen het kantoor of dat het nodig is voor het verlagen van de energierekening. Soms is de relatie niet helemaal duidelijk. Dan is CT meer een aspect van een groter applicatiegebied. Dat geldt ook vaak voor automobiliteit. Ik noemde al de cruise control, deze is in eerste instantie ontwikkelt om het comfort te verhogen en niet zozeer om het energieverbruik te verlagen. Dan gaan mensen daar op doorbouwen en dan krijgen je zaken als adaptive cruise control en straks platoon driving e.d. om comfort, energieverbruik, en infastructuur-capaciteit verder te optimaliseren. CT kan dus een aspect zijn naast meerdere non-ct aspecten. 5. Zijn er bepaalde CT ontwikkelingen die u verwacht dat er gaan gebeuren, die nu nog niet plaatsvinden? Ik denk dat wat men zich op dit moment binnen de CT kan voorstellen dat men daar mee bezig is. Ik denk wel dat er zaken zijn die opkomen en naar de achtergrond verdwijnen na gelang de populariteit. Ik denk dat een onderwerp als brandstofcellen op een gegeven moment wel weer terugkomt. Een van de zaken die in zijn algemeenheid op dit moment slecht opgelost is, is dat van de energiestorage. Brandstofcellen zijn een manier op het probleem van storage op te lossen zeker als je de uitdaging van effectief waterstof maken kan oplossen. Maar misschien komt er wel weer een andere carrier die als brandstof binnen de brandstofcel kan worden gebruikt. Een ander aspect is dat alle elektronica die men op dit moment ontwikkelt het label smart krijgt en smart betekent ook vaak dat alles met elkaar communiceert. Dat brengt ook veiligheids- en privacy-problematieken met zich mee. En naarmate we meer smart building, smart grids, smart traffic, smart agriculture zien dat de security daarvan ook de nodige aandacht gaat vragen. Dat zie je nu al gebeuren maar dat zal zeker doorgaan en ik denk dat daar ook een aantal doorbraken nodig zijn om daar niet alleen vanuit technologisch oogpunt anders naar te gaan kijken. 6. Hoe kunnen kennisinstellingen daaraan bijdragen? Wat zijn de mogelijkheden voor kennisvalorisatie? Het is belangrijk dat die kennis natuurlijk ontwikkelt wordt. De kennis moet er eerst wel zijn voordat valorisatie kan plaatsvinden. Als kennisinstellingen met een briljante oplossing komen dan zijn wij natuurlijk erg geïnteresseerd. 7. Zijn er nog meer technologische ontwikkelingen die u voorziet naast de onderwerpen die u al noemde? Security zie ik als grote uitdaging maar ik denk niet dat de TU Delft de plek is om dit op te pakken. Er zijn al andere plaatsen met meer dan 10 jaar ervaring op dit gebied. Energieopslag wel. Als het gaat over het veel doelmatiger gebruik maken van grondstoffen en het recyclen van grondstoffen dan schat ik in dat daar ook de nodige doorbraken te realiseren zijn. Als ik terugga naar de elektronica en het aspect bezie dat elektronica vanuit zichzelf al low-power wil zijn, ik denk dat op dat punt, hoewel men Page 58

59 in het algemeen zegt om fysische redenen niet verder te kunnen komen dan waar we vandaag zijn, dat dat een soort uitdagingen zijn die de moeite waard zijn om op te pakken. 8. Wat zou de rol of houding van een kennisinstelling moeten zijn wanneer het om participatie in CT ontwikkelingen gaat? De vermeende afstand tussen universiteit en bedrijfsleven is een vaak terugkerend thema, maar ik zie activiteiten, zoals jouw onderzoek, die op meerdere universiteiten plaatsvindt en die de afstand zou moeten verkleinen. Ik zie bv ook vele initiatieven zoals de EIT met zijn verschillende KICs waar ook de TU Delft in vertegenwoordigd is. Ik zie dat de TU Delft ook sterk vertegenwoordigd is in de Energie. Het blijft in het algemeen voor een kennisinstelling een moeilijke opgave om vanuit technologie naar een marktintroductie te gaan. Daar worstelen bedrijven trouwens ook mee. Er zijn instrumentaria in place om de afstand te verkleinen maar we moeten uitkijken dat het portfolio aan instrumentaria ook weer niet te groot wordt en zijn effectiviteit verliest. Maak meer gebruik van de instrumenten die er nu zijn want dan maak je tenminste een vuist. Het aspect van One voice to the customer, waarin de juiste wetenschapper gekoppeld wordt aan het bedrijfsleven dat is wel een punt waarin de kennisinstellingen zich zou kunnen verbeteren. Bv MIT heeft een liaison office die je kunt benaderen en dan wordt binnen no-time in contact gebracht met de juiste groep. Dat zou heel erg zinvol zijn. 9. Kunt u Nederlandse CT koploper- en toepasser-bedrijven noemen? In Nederland zijn Alliander en Eneco zeer innovatieve partijen die voorloopt op andere netbeheerders en energiebedrijven. Binnen de installatiewereld en gebouwautomatisering is een bedrijf als Priva zeker een koploper. NXP werkt nauw samen met een bedrijf als Priva binnen het kader van het Nederlandse topsectorenbeleid. Umicor is een bedrijf gespecialiseerd in het terugwinnen van grondstoffen, een van de best bewaarde geheimen van België. Vanuit NXP doen wij alleen acquisities van bedrijven uit hetzelfde segment. De toepasser-bedrijven waar we hier op doelen zitten in het applicatie domein en daar zal NXP niet acquireren. Ik heb daar dan ook niet zo n zicht op. Page 59

60 Naam respondent: Sander van der Wal Prog Mgr CT at Innovation Quarter Datum/Tijd/Lokatie: Do 10 apr :00 WTC Den Haag 1. Welke huidige thema s spelen er of gaan er de aankomende 5 10 jaar in Nederland spelen? Vanuit IQ benaderen we CT vanuit de regio en werken wij aan zaken die ook exportpotentieel hebben. Maar dan nog, toekomstbestendige energievoorziening dat blijft. Er zal wel meer en meer aandacht komen voor energieopslag. Energieopslag lost het probleem van de variabiliteit in de energiemix op. We zoeken nu naar een accu-achtig ding of iets met warmte-koude of zelf dat we trachten meerdere stroomgebruikers op bepaalde tijdstippen energie laten opslaan. Voorbeeld is het gebruik van accucapaciteit van geparkeerde elektrische auto s. De afwezigheid van een goed oplossing voor energieopslag is barrière voor veel ontwikkelingen. Als we naar een toekomst bestendige energievoorziening willen dan moet die groen zijn, niet meer gebaseerd op olie en gas, maar moet het ook leveringszeker en betaalbaar zijn Zeker op het gebied van leveringszekerheid hebben nog wel een probleem als we energie niet kunnen opslaan. Decentrale opwekking van energie door individuele huishoudens is zeker ook een belangrijk punt, en Nederland zal best ver komen op dat gebied maar als je kijkt naar de bulk van de energieconsumptie dan is dat industrieel en niet gerelateerd aan huishoudens. Voor de industrie zitten we op dit punt nog wel met een vraagstuk. Biobased, de transitie van fossiele grondstoffen naar biologische grondstoffen Je ziet dat op die gebieden veel vanuit technology push wordt bereikt. De vraag is daarbij Waar is de market pull, waar willen we het gaan gebruiken?. Die market pull zal zeker in de aankomende jaren gaan ontstaan. Als die market pull er komt dan zal het een enorme versnelling met zich meebrengen. Ik schat in dat die market pull nu nog niet genoeg aanwezig is om die versnelling teweeg te brengen. We willen het allemaal wel en we kijken wel naar Wat zijn de alternatieven? en we zoeken naar een oplossing om de fossiele brandstoffen te vervangen door alternatieven. Maar het wordt nog maar zo weinig in de praktijk gebracht en vaak nog onder het label MVO. CocaCola is bv bezig om PET flessen te produceren op basis van biobased grondstoffen. Maar het is alleemaal nog wel allemaal minimaal. De echte market pull, dat jij en ik en alle grote producenten gaan zeggen: Wij willen nu per se dat onze auto, onze kleding, het kantoor etc dat dat echt biobased is, daar zijn we nog helemaal niet mee bezig. 3. Welke rol speelt wetgeving in die context? Dat geldt nu nog vooral voor de energiebranche. Ik doelde in relatie tot het uitblijven van een market pull nu vooral even op de chemie en industrie en gebruik van plantenstoffen. Toepassingen worden wel geïdentificeerd en er worden een paar toegepast maar de echte marktvraag, bv een bedrijf die de TU Delft vraagt wat te doen om hun volledige productieproces helemaal bio-based in te richten, ik denk niet dat de TU Delft dat al vaak voorbij heeft zien komen. 4. Ligt er ook niet een financieringsprobleem aan ten grondslag? Meer een rendementsprobleem. Technisch is er heel veel mogelijk maar het is nog niet betaalbaar. Naast rendement speelt ook schaalbaarheid mee. Alles wat we nu maken van olie is vrij veel wanneer je dat door bio-materialen wil vervangen. Hebben wij genoeg biomassa om dat allemaal biobased te gaan doen? 5. Hoewel er nu nog geen significante marktvraag is, ziet u toch ontwikkelingen in tot die marktvraag kunnen leiden? Je hebt binnen de biobased een cascaderings-piramide. Je kunt daarin hele hoogwaardige toepassingen vinden en laagwaardige toepassingen vinden. Bv de biofarmacie, dat is plantenstoffen gebruiken voor het vinden van nieuwe medicijnen. Dan ga je dus echt planten op cel- en molecuulniveau ontleden en Page 60

61 daar delen van gebruiken voor nieuwe medicijnen. Dat zie je ontstaan omdat daar geld mee te verdienen valt. Het zit heel hoog in de toegevoegde waarde van die waarde piramide. Als je in dat segment iets hebt dan kun je daar echt wel geld mee verdienen. En ander voorbeeld: Laag in die piramide zitten meer de biomassa-producten, de bulk. We kunnen bij wijze van spreken dit pand waar we nu zitten verwarmen op algen maar voordat we dat allemaal georganiseerd hebben, inclusief logistiek, verbrandingsinstallaties etc, afgezien nog van de hoeveelheid algen die je nodig hebt, dat gaat nu nog niet lukken. Algen zelf zijn niet het probleem. Ik denk dat bij duurzame industriële processen je meer gaat richting de Smart Industries (ik ben iets terughoudend omdat er veel over ge-hyped wordt), de vierde industriële revolutie op basis van open/big data en 3D printing. Dat je al die verschillende datastromen aan elkaar kunt koppelen en dat je slimmer en beter en gerichter kan produceren tegen lagere kosten met een hogere waarde voor een beter ge-pinpoint publiek. En dat je door 3D printing qua bevoorrading hele andere productieprocessen krijgt. Dat wordt nu allemaal gevat in Smart-Industries. Een aandachtsgebied ook voor IQ. 6. IQ wil verkregen inzichten in deze materie vermarkten en exporten? Ja, we gaan een soort roadmap maken voor het CT domein en inzetten op deze thema s. En als we iets concreets hebben waarvan we als IQ menen dat dit relevant is dan gaan we marktpartijen benaderen en helpen om daarmee hun business te versnellen. En onze doelgroep is de meest innovatieve MKB-ers. En hun helpen door middel van consortia vorming of investeringen of M&A om hun innovaties sneller in de markt te zetten. Dat is altijd onze inzet. 7. Wat is voor IQ de definitie van innovatieve MKB-ers? IQ noemt dat de willers en de kunners. Die MKB-ers, groot of klein, die veel aan R&D doen, die veel investeren in R&D, die naast een nationale markt ook een internationale markt voor ogen hebben, of internationaal marktpotentieel hebben. Welke MKB-ers zijn al betrokken in bepaalde samenwerkingsverbanden of werken via open innovatiesystemen? Welke MKB-ers participeren in bepaalde netwerken? Dat zijn de MKB-ers die de vensters duidelijk open hebben naar buiten. Aantal patenten, welke deel van de omzet gaat naar R&D, samenwerkingsverbanden zijn criteria die innovatieve MKB-ers identificeren. 8. Wat zijn in uw visie koploper- en toepasser-bedrijven binnen de regio Zuid Holland. Zo gaat het IQ dat niet aanvliegen. Wij gaan niet met lijstjes, rankings en indexen werken. Wij werken aan strategische thema s en dat doe we alleen met personen die gespecialiseerd zijn in een cluster. In zo n cluster kennen ze de netwerken en de spelers, de dynamiek en de onderwerpen, en dan weet je al vrij snel wie de ondernemers door middel van samenwerkingsverbanden met anderen nieuwe producten, markten of diensten willen ontwikkelen. Dat is het verhaal. En dan kijken we of die nieuwe producten en diensten impact hebben op een van de strategische thema s die we hebben. Dan verdwijnen voor ons de classificaties koploper of toepasser. Bij categorisering is altijd wel wat af te dingen op de inhoud. Geen lijstje is perfect. Maar IQ weet wel waar zij moet zijn, we kennen de spelers binnen de cluster. Wij moeten in contact komen en blijven met bedrijven die over twee jaar op de lijstjes van de Global Cleantech Group staan, dat is onze taak. Midden in het cluster zijn en acteren. 9. Hoe identificeert IQ deze bedrijven? Ja, sommige zijn nog éénpitters en die kunnen deelname en samenwerking nog niet betalen. Eén van de belangrijkste bronnen is de verwijzing van andere ondernemers binnen diezelfde groep. Als je er eentje hebt dan verwijst hij je door naar een ander. En dan weet je meteen wie wel en niet tot een groep behoren. Doordat ik zelf al meerdere jaren rondwandel binnen de Maritieme industrie en Water & Delta technologie ken ik ook de belangrijkste bedrijven. Het is echt ergens diep in duiken en dan Page 61

62 ontstaat dat inzicht. Maar ook IQ heeft de waarheid niet in pacht dus ook wij nemen kennis van andere lijstjes en rankings. Maar nogmaals, lijstjes zijn lijstjes en je moet zien te voorkomen dat je andere bedrijven niet te kort doet. Bv Ampelman is een prachtig mooi innovatief bedrijf, staat volop in de belangstelling. Maar niemand kent bv VAF instruments, een bedrijf in de meet en regeltechniek, echt HTS&M. Toepassing binnen zeegaande schepen, allemaal maritiem. Bijna alle scheepswerven kopen hun producten. Absolute marktleider in hun niche markt. Maar niemand kent dit bedrijf. Werken 100 man, steken zeker 8% in R&D en hebben een innovatief product portfolio. Werkte samen met TU Twente aan een nieuwe viscositeitmeter. Een fantastisch bedrijf dat niet op lijstjes voorkomt en die door velen over het hoofd wordt gezien. Die bedrijven wil IQ graag leren kennen. 10. Wat zie u op het gebied van technical push binnen de CT gebeuren? De ontwikkeling van open/big data en 3D Printing als onderdeel van die smart industrie. En ook binnen bio-based verwacht ik dat een of twee technologieën hun doorbraak gaan maken. En dan ontstaat die market pull vanzelf. 11. Ziet u een discrepantie tussen de huidige marktontwikkeling en technologieontwikkeling? Er wordt mijns inziens meer technologie ontwikkelt dan dat er marktvraag is. En dat lijkt me een goede zaak, het doen van fundamenteel onderzoek dient de verdere ontwikkeling van de CT. Fundamenteel onderzoek heeft ons al zo verschrikkelijk veel gebracht. Dat moet zeker doorgaan. Dat vind ik namelijk ook een van de manco s van het topsectorenbeleid dat het toch veel gericht is op de gevestigde belangen, hoewel er om heen zo veel meer is wat ook top is of top kan worden. 12. In welke mate is de toekomst maakbaar door het instrument van financiering? Voor een deel is het maakbaar. Het is en en. Voor mij is hier wet en regelgeving een goed instrument. Bv binnen de maritieme industrie is er nu geëist dat schepen een bepaald percentage moeten verschonen en dan gaat het ook gebeuren. Dit leidt tot onderzoek, technologieontwikkeling en productontwikkeling, want die binnenvaart moet schoner. Financiering vind ik al weer wat lastiger omdat dat fors en heel consistent moet doen. Maar het kan wel degelijk, kijk maar naar de Duitse energievoorziening die door Duitse financiering en wetgeving tot stand is gekomen. Ik denk niet dat de groei-briljanten zich laten stoppen als er geen beleid of financiering is. Misschien duurt het langer maar het is niet tegen te houden. Open data en Big Data is volgens mij nog nooit gefinancierd. Het waren toch de Google en de Facebooks die de ontwikkeling stuurde en niet bv de Amerikaanse overheid. 13. Welke rol zie je weggelegd voor kennisinstellingen zoals de TU Delft? In generieke zin: Ik heb goed gekeken naar wat nu de meest krachtige regionale economische systemen zijn en hoe innovatief ze zijn. En krachtige en innovatieve economische systemen staan altijd om R&D heen. Innovatieve regio s hebben excellente R&D faciliteiten, talentvolle mensen, kapitaal en entrepreneurs. Deze ingrediënten voorzien van goed organiserend vermogen en in de juiste samenhang leidt tot een heel krachtig innovatiesysteem. Maar het begint altijd met de kenniscomponent. Dus kennisinstellingen als universiteiten zijn de meest noodzakelijke randvoorwaarden en het geld volgt de kansen. Maar belangrijk: innovatie komt uit kennis. Voor mij blijft daarom het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek de core-business van universiteiten. Goed opgeleid talent is het begin van kennisvalorisatie. En daarnaast is het goed ook toegepast onderzoek te doen en dan zo open mogelijk met de omgeving te interacteren. Zowel op het gebied van je eigen rol in het geheel, huidige behoeften maar ook identificeren van latente toekomstige behoeften. Die interactie met de buitenwereld is daarbij cruciaal. En om die interactie tot stand te brengen is er wel een verbeterpunt te initiëren: Wie binnen de universiteit moet ik bellen?. Het is en blijft mensenwerk. Als ik niet weet wie ik moet bellen gaat het gewoon niet gebeuren. Page 62

63 14. En wie moet de TU Delft dan bellen? De TU Delft kan het wat mij betreft met een intermediaire tussenlaag doen. De TUD is groter en heeft meer tijd en energie en institutioneler georganiseerd. Jullie zouden bv een keer per half jaar bij ons langs kunnen komen om te sparren over welke ontwikkelingen er gaande zijn. Een MKB-er heeft daar helemaal geen tijd voor. Die moet gewoon direct kunnen bellen met de juiste persoon. De TU Delft kan met de FME, IQ en Delta-organisaties interacteren. 15. Heeft u advies over andere interessante gesprekpartners? Leon Mur van het kenniscentrum plantenstoffen en Barry Scholten van IF Technology. Page 63

64 Naam respondent: Prof. Kornelis Blok Directeur bij Ecofys Datum/Tijd/Lokatie: Do 10 apr :30 TU Delft TBM 1. Welke huidige thema s spelen er volgens u binnen de CleanTech? Mijn expertise is de energiemarkt, in al zijn aspecten qua duurzaamheid en zowel de aanbodkant als de vraagkant. Als ik zo n vraag rond thema s krijg dan benader ik deze altijd vanuit een vast patroon. Als eerste kijk je naar de energievraag. Wil je energie in zijn breedte duurzaam wil aanpakken dan moet je allereerst zaken efficiënt aanpakken. Dus een hoge energieproductiviteit te realiseren. En dat in verschillende segmenten zoals near-zero energy buildings. Daarin zijn toekomstige richtlijnen voor 2020 opgesteld waaraan een gebouw zou moeten voldoen en aan die richtlijnen kunnen we op dit moment nog niet voldoen. Het is nog niet betaalbaar en ook nog niet compact genoeg als je kijkt naar bv isolatiemateriaal. Dus nog niet uitvoerbaar als je kijkt naar dat aspect van efficiëntie, kosten en ruimtebeslag. Technologisch is het geen rocket science, maar het vereist oplossingen voor uitdagingen in de materiaalkunde. Een voorbeeld is bv de LED lamp, op dit moment de meest efficiënte lichtbron. Alleen is het nu nog zo dat de LED wordt aangeboden lijkend op een gloeilamp qua lichtkleur en vorm. Als je dat loslaat zijn er nog zoveel mogelijkheden van LED toepassingen qua inbouw en gebruik. Dit laat ook zien wat voor innovaties je nodig hebt.. Het zijn vaak systeeminnovaties. Je kijkt niet naar de lichtbron an sich, die steeds efficiënter wordt, maar ook naar de toepassing ervan. Een systeeminnovatie is echter moeilijk(er) te patenteren dus vanuit kennisvalorisatie zeker een uitdaging. Dit aspect geldt ook voor allerlei andere vormen van energiegebruik. Waar de laatste jaren veel efficiëntieslagen gemaakt zijn is het wassen, koelen en drogen. Maar ook daar staat de technologie niet stil. 1a. Wat is de achterliggende driver die deze ontwikkelingen stuurt? De driver is op dit moment toch heel erg regulering. Geld is dat mijns inziens niet. Mensen selecteren hun huishoudelijke apparaten doorgaans niet op basis van energiegebruik. Hoewel de energierekening meestal toeneemt met elk apparaat. De Europese commissie komt met scherpere normen waaraan apparaten moeten voldoen. Niet alleen in Europa gebeurd dat maar ook in de rest van de wereld. Bedrijven hebben de intrinsieke motivatie om zo goedkoop mogelijk aan deze normen te voldoen. In de ICT zitten ook nog andere drivers want daar wil je de performance in zijn geheel verbeteren qua afmetingen, energieverbruik, batterijprestaties en gewicht. Het draagbaar maken van computers heeft een enorme efficiëntieslag ten gevolge gehad. 1b. Wat is het volgende aspect in uw analyse? We begonnen met gebouwen maar hetzelfde geldt ook voor de automotive industrie als je kijkt naar elektrisch en hybride vervoermiddelen. Ook vervoermiddelen op brandstofcellen. Maar ook aerodynamica is een belangrijk element. Daarnaast heb je ook nog de industriële processen. Energiegebruik is eigenlijk in drie grote gebieden te verdelen: gebouwen (inclusief apparatuur), transport (aan vrachtauto s zou nog veel kunnen worden ontwikkelt qua logistiek als voertuigtechnologie) en industrie (we zijn nog lang niet uit ontwikkelt op het gebied van efficiënte industriële processen). Industrial-transformatie is een belangrijk aandachtsgebied, door materialen efficiënter te gebruiken, meer te recyclen, zaken aan elkaar te knopen. 1c. Is zo n thema als Industrial-transformation een thema wat nu al gaande is of is het een toekomstig thema van de aankomende 5 10 jaar? Nee, dat is nu al bezig en wordt bevordert door regulering als driver. Klimaatverandering en grondstoffenbeleid vertaald zich namelijk in regulering. Kijk bv naar de automarkt. Bijna iedereen weet de C02 uitstoot van zijn auto al is het maar niet voor de fiscale bijtelling. Dit is ontstaan door Page 64

65 Europese regelgeving die stelt dat in 2015 gemiddeld alle auto s van een merk niet meer dan 130 gr/km CO2 uitstoot hebben. Dat heeft de industrie danig aangezet tot innovatie en je ziet nu dat automerken over elkaar heen buitelen om de groenheid van hun auto s onder de aandacht te brengen. Het lijkt er sterk op dat de 2020 doestellingen op dit gebied in 2013 al zijn gehaald. Overheidsregulering zet dus blijkbaar een mechanisme in werking waarbij de industrie voor invoering moord-en-brand schreeuwt over haalbaarheid maar na invoering wordt er op een andere zoekheuristiek overgeschakeld en dan ineens blijkt er van alles mogelijk te zijn. Regulering is dus vaak wel de eerste stap maar kennelijk is het een combinatie met ook een interne driver. Veel CEO s geven ook vaak aan en zijn van mening dat groen de weg is om te gaan. Maar voordat die visie is omgezet in operationele industriële processen, dat duurt meestal wel even. Veelal ligt een MVO/CSR instelling hier ook aan ten grondslag. Inclusief de PR die hierbij hoort. Maar al met al zie je dat industriële bedrijven hun verantwoordelijk nemen en dit ook laten zien. 1d. Verdeelt de mate van groen-zijn de huidige industrie? Economische voordelen kunnen pas worden toegeëigend wanneer de juiste regulering er is. Voorbeeld is de ontwikkeling van zonnepanelen, die is pas echt begonnen toen de Duitse overheid groene stroom ging stimuleren met regelgeving. Er zit dus een hoge mate van wisselwerking tussen regulering en intrinsieke motivatie binnen de industrie. Een CEO heeft maar een beperkte aanstelling en moet continue een afweging maken tussen korte en lange termijn doelstellingen. Regulering helpt om doelstellingen om te zetten in financiële drivers die weer in industriële doelstellingen kunnen worden vertaald en daardoor de haalbaarheid van de initiële beoogde doelstellingen bevorderen. Regulering oefent door sanctionering dan ook druk uit op de industrie om doelstellingen te halen. Een voorbeeld is de CO2 uitstoot voor de zware en chemische industrie en energieopwekkende industrie. Tot 2020 is er een radicale emissiereductie-doelstelling maar ook na 2020 is er een vaste iteratieve reductiedoelstelling vastgelegd. Bedrijven zullen economisch voordeel kunnen behalen als ze binnen deze kaders goedkoper kunnen produceren dan de concurrentie. Wat een vertragende factor binnen industriële processen is de realiseren van proceswijzigingen en opschaling. De tijd die tussen de laboratoriumopstelling en de full-scale operational plant ligt, beslaat vaak jaren. Innovaties is elektrische apparaten is in vergelijking met industriële procesaanpassingen veel makkelijker te realiseren. Zeker in de ICT. ICT is een goede enabler om energie efficiëntie binnen de industrie en daarbuiten te bevorderen. Maar er moeten zeker binnen de industrie ook op het gebied van materialen en processen belangrijke ontwikkelingen wordt nagestreefd om die totale significante besparing te realiseren. 2. Welke (latente) marktontwikkelingen ziet u plaatsvinden die de CT ontwikkeling kunnen aanjagen? Ik zie dat de markt beïnvloed wordt door drie drivers: de regulering, pricing (energieopwekking en CO2) en de interne motivatie van bedrijven. Binnen de energie efficiency kun je veel verschillende gebieden identificeren. Transport en industrie zijn velden waar de TUD als geheel al de nodige expertise in heeft. Zeker aan de efficiency-kant. Dan heb je nog de aanbod kant qua windturbines en waar de uitdagingen op het gebied van materiaalkeuze en sizing groot zijn. De heuristiek daar is ook om goedkoper turbines te krijgen. Op zee is er een uitdaging waarbij de faculteit Civiele techniek zich voornamelijk gericht heeft op het realiseren van koste efficiëntie door zich te richten op logistieke oplossingen die 30-40% van de totale prijs vormen. De problematiek binnen deze context is dat radicale innovatie het vaak niet redt ten opzichte van de sterke incrementele R&D kracht van bestaande technologieën. Voorbeeld is de brandstofcel. Toentertijd is de rendementsverwachting uitgezet tegen het rendement van conventionele energiecentrales en hoger ingeschat. Maar in de praktijk zie je dat het rendement van conventionele energiecentrales is toegenomen en die van Page 65

66 brandstofcellen is achtergebleven bij de initiële verwachting. De brandstofcellen worden vooralsnog door de conventionele energie als sterke incumberment geklopt. 2a. Veel octrooien op het gebied van wind- en zonne-energie zijn in het bezit van Chinese bedrijven. Toch hoeft dat niet te betekenen dat innovatie op het gebied van wind en zonneenergie niet in andere landen plaatsvindt. Het feit dat er veel octrooien op naam van Chinese personen of bedrijven staan is mijns inziens geen wonder. Je ziet ook de Chinese industrie, die zeker de helft van alle windturbines en zonnepanelen in de wereld maakt, verder ontwikkelen. Ze pakken allereerst de bestaande technologieën op maar gaandeweg gaan zij ook zelf technologieën op het gebied van wind en zonne-energie ontwikkelen. China is kapitaalkrachtig genoeg daarvoor. De belangrijkste opdrachtgevers voor het Nederlandse ECN zijn Chinese bedrijven. Ze kopen dus ook gewoon kennis in. En China leidt ook heel veel energie-engineer op. Ook het universitaire onderwijs faciliteert energieopwekking door zon en wind als met een exclusieve engineeringopleiding op zowel bachelor als master niveau. China heeft beide op human en financial capital een stevige slagkracht waardoor het mij niet verbaasd dat er veel octrooien op Chinese naam staan. Er zijn twee toonaangevende overzichten die op het gebied van de duurzame energieontwikkeling verschijnen namelijk REN21 (jaarlijks rapport over geïnstalleerde beschikbaar vermogen (MW) en over welke bedrijven en landen spelen daarbij een grote rol) en Frankfort School of Management/Bloomberg (de ontwikkeling van de energiesector in financiële termen). Ik verwacht dat op het gebied van bio-energie de aankomende jaren er grotere ontwikkelingen qua vernieuwing gaat plaatsvinden dan in wind en zon. Bij Bio-energie moeten nog veel technologieën zich verder uitkristalliseren. Sommige stellen dat het huidige aanbod aan biobrandstoffen nog niet de juiste vorm heeft aangenomen en dat er nog een andere generatie van nieuwe biobrandstoffen moet gaan ontstaan. Het aspect aan schaalbaarheid van bio-energie blijft een grote uitdaging. De sourcing en de conversietechnologie hangen weliswaar sterk met elkaar samen. Bio-ethanol uit hout is veel efficiënter qua productiviteit dan bv suiker of graan maar die technologie is nog gaande qua ontwikkeling. 3. Zijn er volgens u ook nog andere te verwachtte technologische ontwikkelingen? Er zijn op verschillende terreinen nog veel te doen. Bv hele goede elektriciteit-opslag met weinig verliezen, lange levensduur en hoge capaciteit. Idem voor warmteopslag. Uitdaging hier is dat er grote volumes nodig zijn om warmte op te slaan. Chemische warmteopslag is een eventuele mogelijkheid om dit op te lossen. Op industrieel gebied zouden membraamreactoren een goede toepassing kunnen zijn. In een industrieel proces heb je altijd een bepaald evenwicht, dat je altijd een mix aan bepaalde producten hebt, die je aan het einde moet scheiden. Dat maakt een proces altijd heel inefficiënt. Bij processen die voorzien zijn van membranen blijft zo n proces efficiënt verlopen. Dit is een techniek die op dit moment in laboratoria wordt uitgetest. De motivatie voor zulke ontwikkelingen is niet de market pull. Die is doorgaans in de industrie heel zwak omdat er vaak naar korte termijn resultaten wordt gekeken. Incrementaliteit speelt een veel grotere rol. Nieuwe technologieën zoals membraamreactoren zijn dan ook langlopende trajecten. Men wil zeker weten dat die nieuwe technologie gaat opleveren wat men ervan verwacht. Het aspect van opschaling is daarbij ook een ware killer in zowel ontwikkeling als toepassing. Innovatie in industriële processen wordt ook vaak gekwalificeerd als slow technology. 3a. In hoeverre overschatten overheden in hun beleid de positieve impact van de technologische vooruitgang, zeker wanneer je het aspect van slow technology beziet. De Europese overheden doet mijns inziens nog niet zoveel op dit gebied. Dat valt wel een beetje tegen. Als je kijkt naar H2020 in relatie tot beleidsplannen van bv Amerika of Japan, dan zie je in die Page 66

67 beleidsplannen qua programmaopbouw heel veel wind, zon, kernenergie, waterstof en conversietechnologie en end-user technologie thema s. Binnen H2020 is dat toch veel minder. 3b. Wat ligt daaraan ten grondslag? Onbekendheid of keuze? Het energie efficiency veld is een heel versnippert en onoverzichtelijk veld. Het beslaat honderden verschillende technologieën. Elke industriële sector heeft zijn eigen technologieën. Ook is het energie efficiency veld een direct aansprekend veld. De PR rond isolatiemateriaal is moeilijker te realiseren van PR rond een waterstofauto. 4. Welke kansen ziet u om vanuit kennisinstellingen zoals de TUD deel te nemen aan de CT ontwikkeling? Soms wordt er binnen universiteiten voornamelijk gedacht vanuit de technologie en minder naar wat die technologie kan betekenen. Neem weer het voorbeeld van de brandstofcellen. Vele universiteiten hebben hier al aan gewerkt vanuit de gedacht dat het toch wel een hele mooie nieuwe technologie is. Zonnepanelen hetzelfde, zonder kennis van kwantummechanica kun je niet begrijpen hoe zo n zonnecel werkt. Dus buitengewoon aantrekkelijk voor een wetenschapper. Wetenschappelijk heel erg interessant maar kijkt soms heel erg oppervlakkig naar de ontwikkelingsverwachting van de huidige technologie die men voor ogen had om te vervangen. Zoals het eerder genoemde voorbeeld van de brandstofcel versus de conventionele energiecentrales. Er is in die zin geen status quo. De ontwikkeling gaat altijd verder. Voor microwarmtekracht geldt ongeveer hetzelfde. Men zou zich veel meer op systeemniveau moeten oriënteren en niet alleen op een stand-alone technologie. Als universiteit wil je impact sorteren. Ook wetenschappers hebben de behoefte om impact te hebben op maatschappelijke uitdagingen en maatschappelijke waarde te creëren. Impact vereist wel dat je vaak verder moet kijken dan de neus lang is. Ook de noodzaak om binnen universiteiten meer toepassingsgericht te ontwikkelen is mijns inziens een belangrijke aspect. Bv de uitdagingen bij opschaling van technologieën zouden al meer door universiteiten moeten worden bekeken. Zaken in de praktijk uittesten zoals de opzet van The Green Village is, is een goede ontwikkeling om die toepassingsgerichtheid vorm te geven. Maar dat geldt ook voor industriële processen en vrachttransport. Ook die zouden van zo n semi-praktijk-omgeving voordeel kunnen hebben. 4a. U noemt specifiek het vrachtvervoer. Verwacht u daar veel ontwikkeling? Ja want in de autotechnologie is er al heel veel ontwikkelt maar in het vrachtvervoer is zeker nog veel te ontwikkelen. Daar speelt functionaliteit een veel belangrijkere rol dan bij auto s. Binnen vrachtvervoer heb je veel minder een regulerings-driver. Dat kan nog wel komen. Een kennisinstelling zou daar mijns inziens nog zeker een verschil in kunnen maken. Daar valt nog heel veel te winnen. Ook aan de bus kan nog veel worden veranderen om deze energie efficiënter te maken, ook al is dat af te leiden uit een specifieke marktvraag. Een bus heeft weliswaar een specifieke functionaliteit rond persoon vervoer met specifieke randvoorwaarden op het gebied van zitplaatsen, staanplaatsen, kinderwagen, bagage etc.) maar binnen die randvoorwaarde is er veel meer mogelijk dan nu het geval is. Bij afwezigheid van een marktdrive zou de universiteit een sturende rol kunnen spelen, zeker vanuit design heuristiek-oogpunt zou het verschil gemaakt kunnen worden. Op dit moment is er weinig diversiteit in bus-design en specificaties. Het ligt allemaal dicht bij elkaar. Een doorbraak zou gerealiseerd kunnen worden als er vanuit een ander/nieuw referentiekader naar een bus wordt gekeken. Maar ook weer teveel van het bestaande concept afwijken kan nadelig zijn, bv als je kijkt naar de bus van Wubbo Ockels. Een radicale verandering wordt namelijk pas geaccepteerd als deze incrementeel geworden is! Page 67

68 Naam respondent: Prof. Ad van Wijk TU Delft- Future Energy Systems Datum/Tijd/Lokatie: Vr 11 apr :00 The Green Village Building 1. Welke huidige en toekomstige thema s spelen er volgens u binnen de CleanTech? Je ziet heel sterk dat de huidige thema s gericht zijn op de duurzame energie. Mijn achtergrond is ook energie, daar ligt mijn kennisgebied. Dus thema s als zon en wind, die binnen de TUD ook gevestigde groepen zijn geworden. We hebben goede connecties met meerdere bedrijven op dit gebied, weliswaar niet (veel) in Nederland. Wereldwijd zijn er nu gevestigde bedrijven in zowel de win, zon, bio vergisting etc. waarbinnen de technologische ontwikkeling nu gaat zoals bij andere technologieën. Er gebeurt gewoon genoeg research en men zit op de learning curve en ze maken zaken beter, goedkoper, schoner etc. Die technologische vooruitgang is ongeveer zo n 20 jaar geleden in gang gezet. Inmiddels zijn dat gangbare ontwikkelingen. Dus ik zie dezelfde ontwikkeling als de Global Cleantech Group signaleert dat er meer aandacht is voor de energie efficiency technologie. Daar is bv LED er een van. Grofweg 20-25% van alle energie gaat op aan verlichting. LED is een ontwikkeling dat ik als werkgebied erg interessant vind, omdat het raakt aan economische impact. In het McKinsey studie over Disruptive Technologies worden twaalf technologieën gedefinieerd en het lijkt me wel aardig om langs die meetlat te kijken wat er hier binnen de TU Delft gebeurd. De LED technologie is niet alleen verlichting maar ook je televisie. Dat betekent dat er allerlei interacties tussen verlichting en televisie kunnen ontstaan en die weer aanleiding geven tot nieuwe producten en diensten. Nu is men bijvoorbeeld aan het onderzoeken of dataoverdracht mogelijk is binnen deze interactie. Zo kijkt men bv ook of rookdetectie een mogelijke invulling kan zijn. Daarnaast zie je ook nog dat de LED technologie zelf nog verbeterd en dat je nu de OLED ontwikkeling hebt. Er gaat rond LED verlichting dus een heel spectrum aan mogelijkheden open. Ik ben bv nu zelf druk met het onzichtbaar maken van een windturbine door toepassing van LED in combinatie met cameraopnamen. Dat vereist ook dat je op een andere manier moet/kunt gaan denken omdat je de traditionele verlichtingstechnieken gaat verlaten. LED is dus een technologie die zowel CleanTech is maar een enabler om een hele ander ontwikkelingsgebied te exploreren. LED is dus niet alleen een energie efficiency component per se maar een mogelijkheid om een heel spectrum aan andere functies te ontsluiten. Het zorgt voor een hele nieuwe dimensie. Dus deze technologie die geboren is uit de vraag om verlichting energie efficiënter te maken, daardoor een groter waaier aan nieuwe technologieën, producten en diensten triggert. Een andere thema waar ik ook mijn aandacht heeft is het energienet op DC, dat is een ontwikkeling die je in de maatschappij ziet en niet binnen de TUD. LED is goed vertegenwoordigd binnen de TUD (EWI-DIMES). AV/DC hoogspanning is ook wel vertegenwoordigd maar laagspanning DC binnen huizen en gebouwen is nog geen thema binnen de TUD. Dat is in contrast met activiteiten binnen het bedrijfsleven zoals Siemens, ABB, Schneider Electric die grote afdelingen laagspanning-dc oprichten. Een windturbine kent een AC/DC/AC converter om het op 50 Hz te krijgen alvorens op het net te zetten. Maar ook elk gebruikersapparaat kent weer een AC/DC converter. Zonnecellen en elektrisch rijden is allemaal DC. Je ziet nu dat er vanuit het systeem en niet vanuit de technologie per se er een behoefte ontstaat ontwikkeling van DC functionaliteit. Binnen mijn leerstoel Systeemvernieuwing zie ik ook dat binnen deze systeemvernieuwing er nieuwe mogelijkheden ontstaan. Dat is een ander soort ontwikkeling dan puur ontwikkeling op technologisch gebied. Je hebt bv DC/DC convertors en DC meetmogelijkheden nodig. Al deze zaken moeten ook nog ontwikkelt worden. Er ontstaat dan ook een hele andere tak van wetenschap namelijk de DC. Het blijkt binnen TUD moeilijk om deze DC wetenschap binnen de gelederen te huisvesten. Er ligt binnen de TUD ook een sterke AC gerichtheid en een bepaalde mate van conservatisme aan ten grondslag die je niet verwacht bij een universiteit. Maar er komen nieuwe technologieën aan juist aan de vraagkant van energie. Daar is LED er maar een Page 68

69 van. 3D printen is een andere sterk opkomende technologie. Dat heeft in wezen niets met energiebesparing te maken want het komt uit een hele andere sector, maar het gevolg is dat je in de keten veel minder energie gebruikt om te kunnen produceren en het is een enabler om met biomaterialen aan de slag te gaan. Je ziet dus dat een heel ander technologiedomein welke normaliter niet tot de CT gerekend wordt, namelijk Additive Manufacturing, een heel groot gevolg heeft op het totale energiegebruik. Dat zit met name dus in het systeem want het raakt zeker ook de logistiek. Want je gaat producten maken waar je ze nodig hebt. Dat is dan ook het punt met CT, het is niet schone energie per se maar je kunt efficiënter werken/produceren wat energieverbruik vermindert en de keuze voor gebruik van alternatieve grondstoffen vergroot. Binnen Additive Manufacturing zie ik nu eenzelfde community ontstaan als 20 jaar geleden rond zonnecellen. Allemaal jonge studenten en mensen uit de artistieke wereld die proberen hierbinnen iets moois van te maken. Deze observatie laat ook zien dat we hier met een nieuwe technologische ontwikkeling te maken hebben. Al de mensen die nu in de Additive Manufactoring bezig zijn zijn naast de interesse voor nieuwe technologie ook zeker gedreven door het moet schoner en beter, dat zit daar allemaal in. Een ander interessant thema is ook de biomaterials. Luuk van der Wielen houdt zich daar voornamelijk mee bezig. Deze technologie wordt voornamelijk gedreven door de chemische industrie en die zitten nog op de lijn dat alle poly-ethyleen moeten worden vervangen door bio-varianten. Maar ik verwacht dat ook binnen de chemische industrie men ook gaandeweg kleinschaliger wil en kan produceren. Het is opmerkelijk om te zien dat deze ontwikkeling ook weer invloed heeft op de bouw. Bv een bedrijf als EcoBoards, die van tomatenstengels groene bouwmaterialen maakt. Dus verhoogde bedrijvigheid vanuit biomaterialen is ook wel een trend die ik waarneem. Vanuit het Bio-renewable Business Platform bemerk ik dat Nederland een zeer efficiënte landbouwsector heeft met een hoge productiviteit. We kunnen concurreren tegen de huidige wereldprijzen. De kansen voor Nederland op het gebied van biomaterialen zeker met de toekomstige stopzetting van landbouwquota zijn groot. Ik verwacht hier dat Nederland nog een grote slag gaat maken. 2. Wat is voor al deze ontwikkelingen de achterliggende driver? Het is gebaseerd op de overtuiging en het besef van de industrie dat het duurzamer moet en dat het niet alleen gaat om energiebesparing maar ook mogelijkheden biedt voor kostenbesparingen en innovatieve producten en diensten. Maar je hebt ook zoals binnen Additive Manufacturing een driver van onderaf. Vanuit de technologie zelf. Daar is het gemiddelde bedrijf nog niet zo mee bezig maar bedrijven als bv Boeing voor het maken van spare parts wel. Additive Manufacturing is echt gedreven vanuit een technical push. Kijk je bv weer naar DC dan zie je duidelijk dat dat meer vanuit de bedrijven komt. Wat ik op dit moment onderzoek is de brandstofcel-auto als elektriciteit centrale. De brandstofcelontwikkeling binnen de automotive richt zich op laag-temperatuur cellen en hier binnen de TUD is men veel meer gericht op de energievoorziening en richt men zich vanuit efficiëntie oogpunt meer op hoog-temperatuur cellen. Die laatste zullen niet binnen hoog-volume massa worden geproduceerd maar dat heb je wel nodig om de kosten te verminderen. Eea werd gefinancierd door de energiesector. Je zit dus voor toepassing binnen de automotive op het verkeerde paard te wedden. 3. Is het zo dat de geldbron de ontwikkeling stuurt? De solid-toxic fuelcells zijn daar voor mij wel het bewijs van. Die ontwikkeling is begonnen vanuit de energieontwikkeling maar vertegenwoordigd in zijn geheel toch maar een kleine besparing. Er moet namelijk nog gewoon gas of diesel in. Het is leuke technologie maar de toepassing is mij nog onduidelijk. De gasturbine is in wezen ook ontwikkelt in een ander technologisch domein namelijk de avionica en pas later heeft het zijn toepassing gevonden binnen de energieopwekking. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van die gasturbine was de gelimiteerde hoeveelheid brandstof die een vliegtuig Page 69

70 kan meenemen. Zoiets zie je nu ook gebeuren met de brandstofcel binnen de automotive industrie. Vanuit de automotive industrie (Hyundai) zie je nu de ontwikkeling van de brandstofcel gebeuren. Het is misschien geen wetenschapsontwikkeling maar meer engineering. Toch zit er zeker een deel wetenschap in binnen deze engineeringsactiviteiten. Mijn punt is dat bepaalde ontwikkelingen gedreven worden door een industriële toepassing en dat is in het geval van PEM fuel cells de autoindustrie. Ik begrijp ook wel dat met de afwezigheid van een auto-industrie de TUD niet vanuit die hoek aan de brandstofcel voor auto s werkt. Geen auto-industrie zal ons daar geld voor geven. Dat geld gaat meer naar universiteiten in Zuid Korea. Op dat punt missen we dus de juiste omgeving. Proximity is hierin heel belangrijk. Een universiteit moet een hele nauwe band met het bedrijfsleven hebben. Liefst moet een bedrijven zich in de buurt van of rondom de universiteit vestigen. Goed voorbeeld is de universiteit ven Seattle en Google. Fysiek contact blijft cruciaal in relatieopbouw. 4. Wat zou de rol van kennisinstellingen moeten zijn binnen de CT ontwikkeling? De term valorisatiecentrum is mijn inziens al een verkeerde term. Het suggereert dat wij iets hebben dat wij ten gelde willen maken binnen bedrijven. Maar ik denk dat het meer om de wisselwerking gaat. Een bedrijfsverzoek rond DC is binnen de TUD niet te beleggen. Er is geen professor DC. Het is een heel ander vakgebied dan AC. Dus er gebeurd uiteindelijk niets. Het binnenhalen en borgen van een trend die binnen het bedrijfsleven plaatsvinden is net zo belangrijk als eigen wetenschappelijke ontwikkelingen naar bedrijven brengen. Aan het ontwaren van de vraag door het bedrijfsleven is ook de mogelijkheid tot funding gerelateerd. Maar als een universiteit reageert met dit is mijn vakgebied niet dan mis je de boot op een bepaald punt. Bedrijven gaan het dan zelf doen. Maar ook andere minder gevestigde universiteiten komen dan in beeld en pakken dit wel op. ABB en Siemens ontwikkelen nu bedrijvenparken in samenwerking met de universiteit van Dresden en Praag. 4a. Wat ligt hier in wezen aan ten grondslag? Ik denk dat afdelingen als het valorisatiecentrum deze informatie op het gebied van thema s die binnen het bedrijfsleven spelen ook binnen TUD moet brengen. Daar mogen we nog wel eens goed naar kijken. Ik mis vaak de filosofie achter zaken. In het buitenland zijn er meerdere campussen die zich richten op een bepaald thema zoals food, health etc. Daarbij groepeert een universiteit grote bedrijven, startup bedrijven, toeleveringsbedrijven, VCs, de gehele keten. Het vraagt dus een duidelijke visie en filosofie om een campus als Technopolis te starten. Je moet omgevingen creëren rond de universiteit en relatievorming en interactie stimuleren. Dat zie ik op andere plekken wel gebeuren maar hier in Delft nog te weinig. Tuurlijk vereist het ook de nodige kapitaal injectie, maar dan moet de TUD daar aan gaan werken. In Seattle duurde het ook een jaar of 10 voordat Google zich daar vestigde. Zo zit ik er in: Als het er niet is dan zorg je ervoor dat het er komt. Mazda-city is ook een goed voorbeeld van hoe je zoiets opzet. Je ziet dat daar Siemens, GE met MIT een universiteit aan het opzetten zijn. Delft heeft met haar Delft Research-based initiatives in wezen al een geode stap gezet in het definiëren van het profiel. Maar zet nu door! De samenwerking tussen de DEI en The Green Village is een goede manier om bedrijven aan de TUD te binden en interactie te realiseren. Energie is dus een belangrijk thema voor de TUD maar nu moeten daar grote en kleine bedrijven aan gekoppeld worden die zich ook hier willen vestigen. Thematische ontwikkeling gaat hand in hand met intensieve samenwerking met het bedrijfsleven. Community vorming leidt tot spin-off en spill-over. Daarnaast mag van mij de toegankelijkheid van de TU gebouwen ook wel de nodige aandacht krijgen. Het faciliteitsniveau moet zeker omhoog wil het aantrekkelijk zijn voor buitenstaanders. Voor de jaren was de huidige omgeving voldoende maar de tegenwoordige tijd, die veel meer op relaties en netwerken is gebaseerd, vraagt om andere faciliteiten en facilitaire voorzieningen. Daar past deze Page 70

71 omgeving niet meer bij. Maar de vraag blijft: wat wil de TU Delft? Het is echter nooit te laat om nieuwe of oude onderzoeksgebieden (weer) op te starten en aansluiting te vinden bij het bedrijfsleven. Page 71

72 Naam respondent: Dr ir Jan Westra Strategic Business Developer at Priva Datum/Tijd/Lokatie: Do 8 apr 2014, 10:00-11:30, Kantoor Priva De Lier 1. Welke huidige en toekomstige CT thema s ziet u vanuit de sectoren waar Priva in participeert? We hebben een aantal onderwerpen waar Priva op inzet: allereerst het sluiten van kringlopen, kijken hoe je cross-overs kunt maken. Dat is nu een belangrijk onderwerp waarbij Priva verwacht dat de omvang ook steeds groter wordt. Hans van der Spek van de FME heeft dit thema onlangs nog op de Hannover Messe gepresenteerd. Priva heeft dit gedoopt tot Sustainable Urban Delta s. Daar begint de BV Nederland nu commercieel mee aan de slag te gaan. Er zijn nu stukken in voorbereiding voor de politiek. Hoewel wij maar een 500 man grote organisatie zijn blijken wij ook voor de politiek op de inhoud van dit onderwerp een goede gesprekspartner te zijn. Priva ziet in Sustainable Urban Delta s de gewaarwording van het cradle-to-cradle beginsel. We kijken daarbij wat voor technologieën er nu al beschikbaar zijn en wat de afvalproducten van verschillende bedrijven zijn, zodat je uiteindelijk het afval van het ene bedrijf de input van het ander kunt maken. Dat vergt de nodige meet en regel technologie, daar zit voor Priva dan ook de omzet. Maar vanuit het aspect van marketpull probeert Priva daar ook zelf een behoefte in te creëren. Priva voert daarvoor verschillende trails uit. Een daarvan is het project Delft Blue Water waarbij de rioolwater van de Harnaschpolder van Delft na een innovatieve waterbehandeling omgezet is tot gietwater voor de tomatenkweek. Het op deze technologische wijze hergebruik van water is binnen dit experiment positief aangetoond. Priva is al vroeg in haar bestaan begonnen met onderzoeksprojecten rond het sluiten van de waterkringloop. Al het water wat te veel aan een plant wordt gegeven, bv om meststoffen in het substraat weg te spoelen, wordt weer opgevangen, gezuiverd en met nieuw water vermengd en weer aan de plant toegediend. Het sensor gedeelte is nog in ontwikkeling maar de meet en regelsystemen in de kringloop zijn door ons ontwikkelt en commercieel beschikbaar. Nu richt Priva zich op de herkomst van het water wat aan de kringloop wordt toegevoegd. Dat kan bv ook gezuiverd fosfaatrijk rioolwater zijn. De voordelen van zo n kringloop zijn enerzijds milieu gerelateerd maar zeker ook economisch gerelateerd. Een tuinder kan op deze wijze veel water besparen. Dit is een thema waar Priva sterk op inzet, namelijk het besparen van water. Daarnaast zien we dat deze aanpak ook leidt tot productievergroting binnen de agro. Op het moment dat je slim water geeft aan planten (water naar behoefte) ipv pomp aan en uit, dan kun je een productiewinst van 40% halen. Dit kun je al bereiken met hele eenvoudige algoritmen. Dit soort waterbesparende en productie verhogende projecten hebben wij al meerdere malen succesvol geïmplementeerd, met name in Mexico, Guatemala en China. In veel landen is watervoorziening toch nog een groter probleem dan klimaatverandering. Het aspect van water (hergebruik van afwatering van gebouwen en rioolwater) dat de kringloop ingaat is een tweede CT thema van Priva. Ontwikkeling doen we samen met Delft Blue Water en binnen consortia met organisaties als Deltares en de WUR. Vaak ook binnen de kaders van een living lab of sustainability street concept. De koppeling met onderwijs hier binnen vindt Priva heel belangrijk. Een ander thema is koppelingen maken tbv energiedistributie. Wij zijn als betrokken bij het tot stand komen van koppelingen tussen tuinbouwkassen en woonwijken. Of kassen op daken waarbij je CO2 hergebruikt die binnen het gebouw is ontstaan. Zo wordt er op dit moment een hotel ontworpen/gebouwd waar een kas op de hoogte verdieping wordt gerealiseerd (Architect: Paul de Ruiter). De ontwikkeling van gesloten kassen is een ander commercieel werkgebied van Priva. Een compleet airconditioned kas die volledig wordt geconditioneerd met luchtbehandelingstechnologie en warmtekoude-opslag in de grond. Ecofys-Innogrow was binnen dit concept de initiator en wij hebben automatisering ter hand genomen. Die gesloten kas heeft weer meerdere ontwikkelingen getriggerd. Bv door de conditionering vang je weer (condens)water uit de lucht op en kun je dit weer Page 72

73 hergebruiken. Ook kan bij een gesloten kas de restwarmte van die kas worden hergebruikt. Deze laagwaardige warmte (20 C) wordt gekoppeld aan warmtepompen binnen volledige elektrisch georiënteerde woonwijken. 1a Wat zijn de drivers die aan dit project ten grondslag lagen? Was dat bv wet- en regelgeving? Het zat tussen commercie en regelgeving in. Vestia had uit onderzoek geconcludeerd dat vaak de energielasten van een sociale huurwoning hoger waren dan de huurlasten. En op energielasten heeft Vestia geen grip. Omdat meerdere huurders door die hoge energiekosten in de problemen kwamen heeft Vestia ingezet op energiezuinigere woningen. Vestia is daardoor initiatiefnemer geworden voor het Hoogland project waarbij de focus binnen de businesscase gericht was op het exploiteren van het vastrecht op koeling. Er ligt namelijk ook een 8 C graden netwerk want tuinders moeten al hun warmte kwijt en beetje koude wat aangemaakt wordt is dan altijd winst. Die 8 graden wordt gebruikt als vloerkoeling binnen woningen en daar betalen huurders ook een bepaald bedrag voor. Kortom: er lag dus een sociaal-economische drive van Vestia binnen hun wettelijke verplichting als sociale woningbouwinstantie aan ten grondslag. 1b Priva voert dus baanbrekende innovatieve projecten uit. Zijn er spill-overs naar andere sectoren buiten de tuinbouw te verwachten? Ja dat is wel te verwachten. Mijn persoonlijk werkgebied richt zich vooral op de tuinbouw maar ik weet dat door deze projecten Priva wel een goede naam opbouwt waardoor meerdere organisaties met in contact willen komen om kennis en advies te krijgen. Veelal begint het met een trail binnen Nederland en wanneer succesvol gaan we de kennis en kunde exporten en dan begint het hele circus. Waar wij nu tegen oplopen is de opschaling van onze organisatie met de juiste mensen en partners in die landen om deze projecten te laten slagen. Daarnaast wordt voor Priva marketing steeds belangrijker om enerzijds de markt te exploreren en de (toekomstige) marktvraag te beïnvloeden naast het realiseren van een betere mapping van die vraag op de interne Priva organisatie. 1c. Kunt u CT thema s toelichten binnen de gebouwenbeheer activiteiten van Priva? Ik weet daar wat minder van maar Priva heeft recent een patent gefiled om de plant in de regel lus op te nemen. De Priva software kan nu kijken wat de plant aan water, licht etc. nodig heeft. Datzelfde zijn wij nu samen met Eindhoven aan het ontwikkelen voor de kantooromgeving. Kantoortuinen met individueel regelbare gebieden om mensen hun persoonlijke comfort-bubbel te verhogen. Regelen op comfort i.p.v. temperatuur. Daar werken we samen met NXP en de TU Eindhoven aan. We proberen non-invasief te meten en daarmee het persoonlijk comfort regelen want comfort blijkt in deze als aanjager van innovatie toch belangrijker dan energiebesparing. Hoe kun je voorkomen dat je lege kantoorpanden of delen van kantoorpanden verwarmd. Hoe kunnen we een gebouw slim maken? Connectivity is het nieuwe woord en slimme algoritmen zijn de sleutel om dit doel te bereiken. Smartgrids, aan en uitschakelen van lampen op basis van comfort gerelateerde parameters. 2. Zijn er triggers vanuit de markt die de CT ontwikkeling stimuleren? Vragen uit de tuinbouw concentreren zich veelal rond het sluiten van de waterkringloop, vergroting van productie bij vermindering van water- en energieverbruik. Wij zien ook de vraag naar geavanceerde regel- en luchtbehandeling systemen, welke trouwens vanuit de tuinbouw richting de gebouwbeheersing is gegaan. Betere regeling leidt tot hogere productie c.q. hogere comfort-beleving. De productie of de kwaliteit moet dus omhoog, beiden zijn uit te drukken in geld. Priva is op dit moment zich aan het beraden hoe de koppeling tussen activiteiten binnen de tuinbouw en de gebouwenbeheer te realiseren, bv op het gebied van urban farming, telen op gebouwen. Page 73

74 Uniformering van technologie wordt daarbij ook onder de loop genomen. Er wordt dus op meerdere gebieden gezocht naar cross-overs. Daar wordt ook de interne organisatie op ingericht. 3. Welke technical push ziet Priva binnen de CT ontwikkeling? De meet en regelsystemen voor regelen op welbevinden/comfort, daar heeft de markt mijns inziens nog geen weet van. Top-Crop (plant binnen de loop) vindt jammer genoeg nog geen marktvraag. Binnen de academische wereld is The speaking plant approach al heel lang aan de orde. Dat heette eerst The shrieking plant approach naar de gedachte dat een plant aangeeft zich niet happy te voelen. Door de plant nu op te nemen in de regel lus staat de tuinder wel een beetje buiten het gebeuren. Dus de tuinders zijn daargaans terughoudend maar Priva probeert nu via de investeerders deze technologie onder de aandacht te brengen. Meer robotica binnen de tuinderij blijkt wel een aspect te zijn waar tuinders voor open staan. Er zit dus een zeker spanningsveld tussen de conservatieve houding van de tuinder (in de zin van de eigen rol binnen het gebeuren) en het overduidelijke innovatieve streven naar een hogere productiviteit door vooruitstrevende technologische toepassingen. Binnen de gebouwenbeheer speelt hergebruik van bestaande infrastructuur (zoals telefoonkabels e.d.) een belangrijke rol. Bv IP over twisted-pair draden. Binnen de renovatiemarkt waarin Priva acteert kan zij daarin een onderscheidende rol spelen. 4. Wat zou de houding van een kennisinstituut, zoals de TU Delft moeten zijn om in de CT ontwikkeling mee te kunnen gaan? Priva werkt graag samen met universiteiten en andere kennisinstellingen. Binnen gesubsidieerde projecten is er wel de observatie dat (inspannings)investeringen niet volgens dezelfde sleutel wordt bepaald. Bv Priva vindt binnen zo n project een kale uurprijs + 10% een redelijk uitgangspunt maar universiteiten rekenen hoge commerciële prijzen. Dat stelt bij Priva vragen vanuit welke intentie een project wordt opgepakt. Priva betaalt de hoofdprijs voor universitaire ondersteuning waar zij zelf een terughoudende kostenberekening toepast. In samenwerking met bv TNO speelt ook de TNO wet een belangrijke rol welke de relatie bemoeilijkt. Bij co-financiering van een project behoort het IP aan TNO. Je moet in die zin een licentie kopen voor iets waar je zelf qua geld en kennis aan bijgedragen hebt. Bij universiteiten speelt ook vaak het publish or perish aspect. Priva wil soms gezamenlijk ontwikkelt IP in eigen beheer of gezamenlijk tot een product ontwikkelen maar universiteiten hebben vaak een ander belang zoals het publiceren van de opgedane kennis. Priva zou graag zien dat publicatie pas plaatsvindt nadat het product commercieel beschikbaar is. Patenteren is ons inziens niet direct de weg om te gaan. Priva is meer gericht op een model gebaseerd op de DuPont aanpak: Beschrijf wat je heb gedaan en ontwikkel verder zodat je de concurrentie continue voor blijft. De kosten gerelateerd aan patentbeheer zijn ons inziens veel te hoog om daar veel gebruik van te maken. De spanning tussen de inspanningsverplichting en de academische belangen is ook een aandachtspunt. Het gehele circus wat gepaard gaat met het verkrijgen van academisch advies (ook qua kosten) zou terug gebracht moeten worden naar het advies zelf. Vaak zie je nu eerst de professor verschijnen en dan een jurist en/of contractmanager. Je bent zo een week verder qua tijd en geld. Het gaat ons om het resultaat en niet om het rapport en de PowerPoint presentatie. Priva zoekt dus naar die (academische) mensen die de weg tussen de academische wereld en de toepassingswereld kennen en kunnen bewandelen. Daarnaast gaat het om vertrouwen. Dan gaat het in het algemeen allemaal veel sneller. Vooraf opening van zaken geven en het uitspreken van intenties zijn elementen die bij de start van een samenwerking belangrijke ingrediënten vormen voor een succesvol traject. Wanneer bv in een Page 74

75 gesprek met een universiteit er ook een ondernemer deelneemt dan kan deze wel eens met een hele andere agenda deelnemen dan het samenwerkingsdoel dat men in eerste instantie voor ogen had. Wat Priva op dit moment zeer zou helpen is wanneer zij op een of andere manier kennis kunnen nemen van het IP dat op dit moment via de TU Delft beschikbaar is of binnenkort komt. De mindset binnen Priva is zeker gericht op samenwerking met de TU Delft maar op een of andere manier komt het niet helemaal van de grond. De wil is er zeker, maar de aansluiting is er om een of andere reden niet helemaal. Page 75

76 Naam respondent: Peter Rem - Hoogleraar Resources en Recycling TUD Jaap vandehoek Directeur Synvase Rotterdam Datum/Tijd/Lokatie: Wo 15 mei 2014, 09:00 10:30, TUD EWI 1. Welke huidige en toekomstige CT thema s spelen er gezien vanuit de recycling sector? De technische definitie van CT is dat er aan die technologie heel weinig externalities vast zitten. Je hebt gewone technologie; de ene maakt het en de andere neemt het af. Er zijn dan derden die daar last van kunnen hebben. Als die hinder heel groot is dan noem je dat geen CT. Er komt bv veel CO2 bij vrij of roet etc. Het is CT als die externalities heel laag zijn. Maar dat is dus geen belang van die initiële twee partijen. Die zullen zich niet storen aan de overlast. De overheid richt zich vooral op de belangen van die externalities. Daarom is de overheid zo sterk vertegenwoordigd in de CT. Als de overheid zinnige regels schept dan kan het heel interessant zijn voor de CT. Het komt voor dat CT per ongeluk economisch is. Dat is puur een toevaller. Zonnepanelen zijn bv op dit moment economisch gezien de meest interessante oplossing voor de consument. Per ongeluk, het heeft niets met CT krachten te maken. Het hele idee om in zonne-energie te investeren is wel gestart vanuit de gedachte dat er energieschaarste zal optreden en zonnepanelen geen CO2 produceert, maar dat het nu uiteindelijk doorbreekt komt omdat de propositie naar de consument per ongeluk de beste propositie is. Ook hier doet de overheid eigenlijk niets, maar per ongeluk is dit het beste product. Je mag niet verwachten dat het voor ieder CT product dat zo is. Ik kan me nog herinneren dat Duitsland het stortverbod afkondigde. Hele grote stromen afval mochten niet meer gestort worden. De reactie uit mijn omgeving was niet echt lovend. Dat zou nooit kunnen werken. Dat zou klauwen met geld kosten. Het werd superstom gevonden, maar zie nu: Duistland is het economische wonder van Europa. Duitslands visie op zaken wordt vaak niet door de buitenwereld begrepen. Zij proberen wel via hun overheid bepaalde doelstellingen te bereiken. Duitsland is leider in het domein van de recycling. Duitsland is mijns inziens een goede indicator voor toekomstige CT thema s, ook voor de Nederlandse situatie. Bv de polymeer-recycling is in Duitsland begonnen en niet helemaal geslaagd in zijn doelstellingen maar is wel heel interessant. Er is een Duitse professor, prof. Hutter uit Keulen, die geeft statistieken af die weergeven wat het macro-economisch effect is van de Duitse stimuleringsmaatregelen. Bv Duitsland heeft een recycling volume van ongeveer 13 miljard Euro per jaar. Zij gebruiken 80 miljard euro aan raw materials zoals staal, aluminimum, koper etc. en 13 miljard daarvan komt uit de recycling. Prof. Hutter heeft laten zien dat die 13 miljard euro zich heeft laten vertalen naar een vermindering van import van energiedragers van 2,7 miljard euro en 2,6 miljard euro aan importvermindering van ertsen/grondstoffen. Wat hij ruwweg laat zien is dat als je 4 euro aan raw materials maakt dat je dan 1 euro aan raw materials binnen haalt en 1 euro aan energiedragers. Dus 2 euro voegt het land zelf toe en twee euro worden geïmporteerd. Die 2 euro import daar zit voor Duitsland geen werkgelegenheid aan vast. Maar als je voor 4 euro uit recycling kan halen dan heb je voor 4 euro werkgelegenheid in je eigen land. Dat zijn de zaken die Duitsers goed doorzien. In het algemeen is het dat Duitsland sterk is in de industrie in het algemeen en er zijn binnen Duitsland grote fondsen beschikbaar om ontwikkeling van innovatieve technologie te faciliteren. En dus ook in de recycling en cleantech. In Nederland heeft veel meer ingezet op het transformeren naar een diensten- en transportmaatschappij en is helemaal niet gericht op structurele ondersteuning van technologische ontwikkeling. En daar komen we nu langzamerhand achter dat dat toch wel nodig is. De reden waarom Duitsland 20 jaar geleden plasticrecycling in het leven heeft geroepen is discutabel want de verhouding voor recycling is veel ongunstiger dan bij ertsen. Voor staal is het 1 euro erts en 1 euro kolen en dan wordt het 4 euro staal, voor polymeren is het 80% olie-import en 20% toegevoegde waarde. Dus 1 euro polymeer kost dus 80 cent aan olie-import. Dat is een dramatische verhouding. Je veegt je geld als het waren je land uit. Dus je kunt je voorstellen dat het Duitsland niet gelukt is om polymeer-recycling rendabel te maken. Een massief programma maar de ondersteunende en Page 76

77 noodzakelijke technologie is niet op gang gekomen. Een verklaring waarom dit niet is gaan vliegen kan liggen de aanpak van de Duitser en die verschilt doorgaans best wel van Nederlanders. Duitsland past veel meer late-stage development toe om hun uitdagingen het hoofd te bieden. Er worden processen toegepast op bestaande technologische bouwstenen. Een stuk staal wat niet wil breken wordt ter hand genomen met een nog grotere breker. De oplossing wordt doorgaans gezocht in meer, groter, krachtiger etc. Bij innovatie wordt dan ook door Duitsland meer gedacht aan bestaande bouwstenen binnen een nieuw proces en dat noemen ze dan innovatie, terwijl Nederlanders wellicht door gebrek aan investeringsgelden meer out-of-the-box denken en brutaler keuzes durven maken in innovatief onderzoek. De eerste Duitse plasticrecycling ging nog gewoon aan de lopende band en met de hand. Maar gezegd moet worden dat Duitsland genoeg innovatiekracht laat zien. Het verschil in mentaliteit en keuzes in innovatieaanpak is enerzijds ook de hoop voor Nederland. We kunnen meeliften op de innovatiekracht van Duitsland en onze innovatiesterkte, die anders is dan Duitsland, verder ontwikkelen en vermarkten. Een ander CT innovatie die Duitsland heeft geïntroduceerd is de car-battery-plant m.a.w. de batterij recycling. Die staan nu over heel Europa en de opzet is in alle plants gelijk. Wat Nederland aan recycling dat doet in het algemeen Duitsland in het groot. Duitsland is sterk in shreddertechnologie. Dat past ook helemaal in het beeld van Duitsland als brute kracht toepasser. Zeeftechnieken en seperation volgen in dat kielzog. Het eerder genoemde stortverbod heeft al deze ontwikkelingen geïnitieerd. 2. Zijn er CT ontwikkelingen die nog moeten plaatsvinden, die u al wel ziet aankomen? In heel Europa zie je een streven om alles te registreren en transparant te maken. Het achterliggende idee is dat als je een object koopt je een aantal karakteristieken van de raw material flow kunt zien. Het is een drift om consumenten direct te confronteren met de herkomst van materialen. Dus een hoge mate van transparantie. De consument wordt in dit proces als een kracht gezien die het proces kan beïnvloeden. De gedachte is dat als een consument precies weet hoe e.e.a. is elkaar steekt dat hij daar dan ook invloed op kan uitoefenen. Dit is initieel gebaseerd op Duitse modellen. Ook denk ik dat er meerdere recyclingstromen naast elkaar gaan ontstaan met min of meer dezelfde problematieken. Aan de ene kant heb je de grote geconsolideerde metallurgische industrie die hun input onttrekken uit verschillende afvalbronnen: consumentenafval, bedrijfsafval (metallurgisch, olie, bouw/beton) etc. Allemaal verschillende afvalstromen. Meestal zitten daar ook metalen in, die uiteindelijk weer omgesmolten worden. Nu is het zo dat de smelter zegt: lever alles maar aan of lever het zo zuiver mogelijk aan. Dat betekent dat de prijs die door de smelter gedreven wordt leidt tot een aanpak waarin materiaal verloren kan gaan. Bij het aanleveren van een hogere mate van zuiver product heeft de leverancier ook nieuwe afvalstromen geïntroduceerd (en dus materiaalverlies) om die zuiverheid te bereiken. Die hoge grade is hoger dan de terugwinningsgraad. De aanlevering voor de metallurgische recyclers is veelal mechanisch gedreven (breken, malen, zeven, scheiden etc) en dat lukt maar tot een bepaalde deeltjesgrootte. Daarna wordt het zo fijn dat mechanische technologieën steeds minder effectief worden. Dan gaat het of naar die smelter die heel veel ballastmateriaal mee krijgt en dus een lage prijs betaald of het gaat helemaal niet naar de smelter omdat het niet schoon genoeg is. Daar zit nog veel potentie in om een hogere zuiverheid te halen met mechanische technologieën. Dus dat je de rol van de smelter gedeeltelijk gaat overnemen. Smelten is erg kapitaalintensief qua energiekosten. Alle ballast die je meestuurt de smelter in ondergaan onnodig hetzelfde proces als het metaal dat je wilt herwinnen. Vermindering van ballast aan de poort van de smelters verhoogd dus de effectiviteit en verlaagd de operationele kosten. Er zijn trouwens twee typen smelters: Smelters die een allooi maken (bv messing) en die kopen hun materiaal daarop in. Dat mag recycled materiaal zijn maar moeten wel alleen de elementen bevatten die voor het allooi noodzakelijk zijn. Er zijn ook smelters met een refinement. Daarvan zijn er maar Page 77

78 vier van op de wereld, die echt een refinement-stap kunnen maken en ook geen allooi producten maken. Deze vier maken alleen zuivere metaalstromen die later wel weer in alloois kunnen opgaan. Als je direct aan de allooi-smelters (aluminimum, koper etc) kan leveren dat is heel interessant. Je ziet ook een trend in de recyclingtechnologie ontstaan. Het laaghangende fruit is uit het huisvuil het fietsframe pakken maar hoe kleiner de deeltjes worden, hoe meer effort het kost om de waardevolle elementen te scheiden. Je ziet dat de stand der techniek zo op de 10 mm is aanbeland. Daaronder blijft nog lastig. Een nieuwe technologie is de ADR technologie waar het bedrijf Enesco op gebaseerd. Deze technologie zorgt dat we nu van 10 naar 1 mm kunnen. En dat is een enorme stap die toegepast kan worden in verschillende materiaalstromen zelfs in de vervuilde grond en electronica-recycling. Er is een andere technologie die de monopolie positie van de grote refinementsmelters kan breken en dat is de hydrometallurgie. Dat is een technologie die als zo n 20 jaar bekend is en veel kleinschaliger kan worden toegepast. Pyrometallogie (smelten) zuivert door brute kracht, kost veel energie maar levert een hoge zuiverheidsgraad. Hydrometallurgie is kostentechnisch laag door gebruik van enkele vaten, roerders, water en chemicaliën. Alleen de operationele kosten kunnen onbeheersbaar worden door reinigingskosten, gevaarlijke stoffen productie, waardoor je uiteindelijk toch weer veel reparatie kosten moet maken. Hydrometallurgie werkt voor stromen die niet te vervuilt zijn. En dat is in het algemeen moeilijk in de huidige afvalomgeving die uit verschillende elementstromen bestaat. Hydrometallurgie kan heel gevoelig zijn voor allerlei stoorelementen gerelateerd aan die elementstromen. Pyrometallurgie is daarin veel robuuster gebleken. 3. Is hydrometallurgie een voorbeeld van een technology push ontwikkeling? Nee, de marktvraag is er wel zeker. Recycle bedrijven zouden dolgraag om de smelters heen willen. Als je plastics en glas in een smelter brengt dan gaat het verloren. Hydrometallurgie doet helemaal niets met plastic en glas. Je kunt je met hydrometallurgie beter focussen op de verschillende materialen. Pyrometallurgie pakt gewoon alles is een keer. Daarnaast biedt de technologieontwikkeling die ingezet is met de ADR technologie ook weer mogelijkheden voor andere afvalstromen. Wat normaliter direct naar de smelter gaat komt nu in zicht voor mechanische verwerking, maar ook dan hou je weer een stroompje afvalmateriaal over (nog fijne stofdelen). De Service to Mass Ratio van die afvalstoffen zouden het wel weer eens geschikt kunnen maken voor hydrometallurgie. Tegen een lage CAPEX kun je dan toch een succesvolle scheidingsoperatie starten. Dus het zoeken naar betere scheidingstechnologieën is een marktvraag vanuit de recyclingsector die uit verschillende afvalstromen elementstromen willen scheiden. De smelters zelf hebben deze behoefte zelf niet en omdat zij geen afnameverplichtingen hebben met bedrijven uit de recyclingsector stimuleren ze het ook niet echt. Zolang er geen technologisch antwoord is op de complexiteit van de afvalstromen (en een afvalstroom wordt altijd bewerkt en mineralen en metalen worden altijd opgewerkt en geconcentreerd) waardoor betere segmentatie van mineraal/metaalstromen kan plaatsvinden die dan bij bv een allooi smelter kan worden aangeboden. 4. Wordt het onderzoekswerk op het gebied van afvalrecycling beperkt door overheidshandelen? Ja, bij elke ontwikkeling wordt er door ons gekeken of de overheid de macht of het bestaan van bepaalde spelers breekt of kan breken op een manier die zinvol is anders begin ik er zelfs niet aan. Een soort van stakeholdersanalysis. We hebben recent een nieuwe afval-logistiek-proces ontwikkelt speciaal voor kleine recyclers om een concurrent te laten worden van bedrijven zoals Van Gansewinkel en om daarnaast gemeentes beter te betrekken bij de inzameling. Maar we zien dat gemeentes protesteren over de introductie van een nieuw proces omdat ze in dat nieuwe proces zelf beslissingen moeten nemen. Ze moeten een actieve partij worden in dat proces omdat het de enige manier is om die grondstoffen stromen te gaan beheersen. Je kunt binnen de cleantech geen Page 78

79 technologie succesvol in de markt zetten zonder van tevoren uitgezocht te hebben wat dat in de praktijk voor de verschillende partijen gaat betekenen. 5. Kan deze technologische kennis worden geëxporteerd? Het is overal zo dat overheidsorganen een grote vinger in de pap hebben. Wat je in wezen doet met dit type technologieontwikkeling is het marktspel zo beïnvloeden, dat kleinschaligere operaties winstgevender kunnen zijn. Als je dat al voor elkaar krijgt Grote spelers zijn slecht in kleinschalige operaties. Hun macht is onderhandelingsmacht en investeringskracht om het verzamelen van materiaal in grootschalige eenheden te realiseren. Kleinschalige partijen kunnen gebruik maken van specifieke lokale situaties. Grote bedrijven gaan het verliezen op kleinschaligheid. Voor de TU Delft is het natuurlijk belangrijk om inzicht te krijgen met wie zij haar kracht moeten bundelen om innovatie te stimuleren, het MKB als innovatieve motor of de grote bedrijven. Politiek wordt trouwens niet gezien als bewuste kracht, maar haar houding wordt veel meer gekenmerkt door luiheid. Er zit niet een positieve kracht in die tegen recycling is. Dat niet. Van Gansewinkel behaalt een 20% rendement met een technologie die niet echt innovatief te noemen valt. Mijns inziens heeft de deal toentertijd door de gemeente niet genoeg aandacht gekregen. De overheid houdt er doorgaans een ongeïnteresseerd en niet-geinformeerde houding op na. En dat is kenmerkend. Lobbywerk door grote smelters vind plaats maar gebeurd vrij transparant. Umicor is daarvan een goed voorbeeld. Hoewel doorspekt van economisch gewin voor zichzelf verpakken ze het PR praatje wel heel erg slim. Het verhaal is altijd hetzelfde. Zolang er geen technische alternatieven zijn die laten zien dat eea ook anders kan blijft de status qua in stand. 6. Wat zou de houding van een kennisinstelling zoals de TU Delft moeten zijn? Die houding zou smart moeten zijn en de markt en stakeholder situatie echt goed moeten begrijpen. Snappen met welke partijen er echte doorbraken te realiseren zouden zijn. Nog een stap verder is de publieke kracht van universiteiten. Zij kunnen de overheid informeren. Ze kunnen faciliteren in het verkrijgen van inzicht in de wijze waarop je afval circulair kunt maken en natuurlijk speelt technologie daar een rol in. Maar omdat het CT is heeft het randvoorwaarden nodig. Daarbij moet je goed de marco-economische aspecten scheiden van de micro-economische aspecten, want vaak verklaard dat waarom bepaalde initiatieven commercieel niet worden opgestart. Een TU Delft zou die macro- en micro-economische aspecten goed in het vizier moeten hebben om verschillende partijen, zoals overheden, te kunnen adviseren. Dus het is technologie PLUS marktkennis. Ook vind ik dat Nederlandse universiteiten zich meer op Europa moeten richten. De helft van het TU Delft Recycling onderzoeksgroep wordt namelijk betaald door Europa en de andere 50% door de Nederlandse industrie. 7. Vindt er cross-over plaats naar andere marktsegmenten dan de recycling? Ja, te denken valt aan de agro-seeds door een toepassing die ontwikkelt is voor plastics. De ADR technologie is ook interessant voor betonpuin. Ik denk dat je recycling ook meer onder raw materials recycling moet zien. IHC richt zich ook deepsea-mining een ook deze partij heeft interesse getoond in de MDS technologie. Daarnaast denk ik ook aan de ADR toepassing voor kunstgras-recycling. Die mogelijkheden tot crossovers zou mijns inziens beter en actiever gefaciliteerd kunnen worden. Laat de TU Delft de regisseursrol oppakken. Bv door het periodiek houden van goed georganiseerde events waarbij je (vooraf geselecteerde) partijen bij elkaar brengt en actief informatie-uitwisseling probeert te stimuleren. De TU Delft heeft een waardevol netwerk maar het netwerk kent elkaar niet! Page 79

80 Naam respondent: Barry Scholten - Business Developer - IF Technology Datum/Tijd/Lokatie: Wo 21 mei 2014, 10:00 11:15, TUD EWI 1. Welke huidige en toekomstige CT thema s spelen er gezien vanuit de sectoren waar IF Technology in participeert? Wat ik in de markt hoor is dat iedereen naar decentraal en naar klein toe wil. Als je praat over stedelijk omgeving dan is het verduurzamen van één portaalflatje niet te doen, zeker niet één geïsoleerd huis binnen een portaalflat. Dat is dan te klein. Je denkt dan meer aan een rij van portaalflats om een zekere mate van rendement te realiseren. IF Technology heeft veel projecten in haar portfolio richtend op kleinschalig en decentraal zoals de Houthaven Amsterdam, waarbij een totale wijk wordt ontkoppelt van warmte/koude en elektriciteit, met behulp van een decentrale opwekking maar wel met een bepaald volume die er aan bijdraagt dat er een bepaald rendement bereikt kan worden. Deze ontwikkeling zien we ook in Rotterdam en Den Haag. Den Haag kent veel warmte-koude-opslag (WKO) initiatieven zeker vanuit de verschillende ministeries. 20 jaar geleden waren deze ministeries erg technologie gericht, wat leidde tot een situatie dat nu alle ministeries WKO hebben maar dat heeft geresulteerd in dat de ondergrond in Den Haag is lek geprikt om waterbronnen aan te boren voor individueel gebruik. Nieuwe gebouwen hebben daarom weinig mogelijkheden meer om nieuwe bronnen aan te boren of WKO te realiseren. Deze situatie leidt tot een suboptimale oplossing want iedereen creëert zijn eigen overcapaciteit. Dus je ziet nu een Haags initiatief om van al die individuele decentrale systemen één lokaal netwerk te maken waarmee die warmte-koude onderling uitgewisseld zou kunnen worden en daarmee de overcapaciteit van de individuele gebruikers kan aanwenden voor andere gebruikers. Dus een optimaler gebruikmaking van de ondergrond en een onderlinge energieuitwisseling. WKO kan daarbij gezien worden als een accu en die laat je op door oppervlakte water of energie uit zonnecollectoren. Je kunt de Warmte of Kou inzetten wanneer de omgeving (buitenlucht, oppervlaktewater) je die niet kan leveren. Dus je moet het echt zien als een energiebuffer, die je niet volcontinue inzet. Dat is een ontwikkeling waar IF Technology zich sterk mee bezig houdt. Oppervlaktewater kan je 40-50% inzetten voor zowel warmte als koude levering. De overige 50% kan bv WKO zijn. Bij meer gebruikers die gekoppeld zijn aan dezelfde WKO kun je veel efficiënter met deze buffer omgaan. Vaak wordt zo n WKO oplossing voorzien van een thermisch smart-grid waardoor heel efficiënt energie tussen gebruikers kan worden uitgewisseld. In absolute zin kan het zo zijn dat er geen energie wordt gebruikt. Papendal is bv een project geweest waar deze technologie is toegepast. 1a. Wordt deze technologie ook buiten Nederland toegepast? Op Europees niveau is IF technology ook actief. Op dit moment hebben we Europese subsidie aangevraagd voor een project genaamd GoWest, een project rond oppervlakte water, welke is geïnitieerd door de gemeente Almelo bij meerdere van hun partnergemeenten. Ook een saunacomplex in Estland is een project waar IF Technology bij betrokken is. Er worden ook geregeld congressen gehouden door Europese steden die stappen willen zetten in verduurzaming. Daar zijn we ook bij betrokken. Genoa in Italië is bv een stad die met oppervlaktewater wil gaan werken en wij hebben geadviseerd om daar een thermisch smartgrid te gebruiken met de zee als balancerings-mechanisme. Genua leent zich ook goed voor WKO gebruik omdat de grondstructuur geschikt is. Deze technologie is een Nederlands exportproduct geworden. 1b. Wat is de driver die deze technologische ontwikkeling stimuleert? De gemeentelijke concortia die vertrekken vanuit een duurzaamheidsambitie. Het hoeft niet primair geld op te leveren. Het moet wel imago-verhogend zijn. Vanuit de afnemerkant gezien zit er altijd wel een financiële drijfveer achter. Want het is in zijn algemeenheid altijd goedkoper. De terugverdientijd van een WKO systeem zit tussen 8 en 10 jaar. Voor agrarische systemen of toepassingen binnen Page 80

81 ziekenhuizen is het gunstiger en zit je qua terugverdientijd op de 3 jaar. Bij woningbouw moet je meer aan 10 tot 15 jaar denken. Dat is het gevolg van het afnameprofiel en het feit dat koude het belangrijkste product is. Warmte met een warmtepomp is wel efficiënt maar kost altijd nog elektriciteit. En in het algemeen zien we als gevolg van goede isolering de warmtevraag afnemen. Dat is niet zozeer de doodsteek voor WKO of bodem-energie maar als je minder warmte nodig hebt wordt het exploitatiemodel anders. 1c. Hoe zit het met de leveringszekerheid? Voor datacenters hanteren altijd de filosofie van N+1, N+2 WKO systemen waardoor er altijd geleverd kan worden. Het is daarbij hele passieve koeling die de koelte s winters uit de lucht haalt en zomers weer beschikbaar stelt. Voor koeling is en blijft WKO de meest efficiënte oplossing. Binnen de folisofie van smart-polder waarbij IF Technology streeft om een koppeling te maken met gemalen en waarbij deze ingezet kunnen worden als koude-centrale. Locale stadsverwarmingsnetten gaan mijns inziens de toekomst worden gevoed door meerdere bronnen zoals afval en restwarmte. Maar ik voorzie dat verwarming uit afval gaat afnemen door gebrek aan aanbod. Ik zien nu al dat er afval geïmporteerd wordt uit Italië om de centrales te kunnen laten draaien. Afval is geen afval meer maar is verworden tot grondstof voor nieuwe producten en energieopwekking. Dit type energieopwekking is hooggradig (meer dan 100 graden) waardoor Geothermie nog geen alternatief is. Geothermie is graden. Hoger kan wel maar dan moet je dieper en wordt energie meer verkregen in de vorm van elektriciteit uit stoom. Restwarmte hieruit kan ook ingezet worden voor stadsverwarming. Ik verwacht dat heel veel stadsnetwerken in temperatuur naar beneden gaan omdat door betere isolatie de vraag naar echt hooggradige warmte gaat afnemen. Dat levert weer de mogelijkheid om bv geothermie in te zetten. Ik weet dat grote energiebedrijven zich wel aan het oriënteren zijn op die geothermie-markt. 1d. Kun je zulke technieken gezien de benodigde infrastructuur alleen bij nieuwbouwwijken inzetten of is e.e.a. bij renovatie ook te realiseren? Bij portaalflats zit meestal één centrale energievoorziening en daar kun je qua infrastructuur vaak makkelijk nog een energiebron bij plaatsen. Vaak is WKO voor zo n type flat niet de juiste oplossingvanwegde de overwegende warmtevraag maar zit je meer te denken aan pallet- of biomassakachels. Voor de aankomende vijf jaar lijkt een palletkachel een goed investering qua businessmodel maar een verdere voorspelling is moeilijk te maken. Volume in aantallen palletkachels stuwt namelijk ook de prijs van pallets en we zijn nu ook al afhankelijk van pallets uit de Scandinavische landen en Canada. Tegenwoordig zie je daarom flexibele oplossingen die gekozen worden op grond van een businessmodel op basis van een beperkte levensduur van de energiebron. Dus je kiest voor de technologie die op dat moment het meest rendabel is. Voor woningbouw zou deze aanpak ook zeer goed werken. Je maakt huizen in zekere zin dus passief richting energieopwekking. Nu is bv een ketel nog het meest rendabel maar dat kan in de toekomst veranderen en zorg er dan voor dat je huis ook een overstap in energiebron kan maken. Ik kan me voorstellen dat energieleveranciers zich gaan ontpoppen als dienstverlener waarin zij komen met een pakket aan energie die voor een beperkt aantal jaren wordt afgenomen. En de samenstelling van die pakketten kan daarbij flexibel zijn. Energieleveranciers worden dan de Energie Service companies (ESCO s) voor de woningbouw. Nu zijn veel consumenten nog erg gericht op eigen opwekking van energie zoals door zonnecollectoren e.d. Maar als het aantal doorgroeit dan wordt elektriciteit op bepaalde momenten misschien zelfs gratis en zullen zeker de energietransportkosten worden verhoogd. Daarnaast denk ik dat individuele opwekkers op een gegeven moment van het gedoe af willen. Die willen weer terug naar een situatie waar ze gewoon weer energie van een externe bron afnemen zonder daar over te hoeven nadenken. Ook op dat gebied verwacht ik nog de nodige ontwikkelingen. Daarnaast verwacht ik ook nog een tegenovergestelde ontwikkeling waar mensen zich helemaal Page 81

82 losmaken van het energienet en alles zelf gaan opwekken en overige energie gaan opslaan. Dus twee varianten: of-the-grid en energieleveranciers die ESCO s worden. 1e. Zijn dit ook de thema s voor de aankomende 5-10 jaar? Uit de portfolio aan orders leid ik af dat deze ontwikkelingen zeker rond de WKO sterk gaan groeien. Het laatste half jaar zijn de aantallen projecten over de onderwerpen waar we het over hadden enorm gegroeid. Nieuwbouw, renovatie, datacenters, ziekenhuizen en sauna s zijn projecten waar IF Technology zich nu mee bezig houdt. De markt trekt aan en er wordt weer geld uitgegeven. In de afgelopen 8 jaar is er heel veel ontwikkelt en door ontwikkelt tot concrete producten, maar die waren nog niet geland en lagen op de plank. Palletkachels is daar bv een voorbeeld van. Duurzaamheid is geïntegreerd in ons handelen. We kiezen er nu zelf voor. Bedrijven die niet een duurzaamheidsstreven hebben, gaan het steeds moeilijker in de markt krijgen. Je moet je onderscheiden in de markt en duurzaamheid is een veronderstelde verwachting bij consumenten. Voldoe je niet aan die verwachting dan laten de consumenten je links liggen. Wet en regelgeving zijn mijns inziens niet de directe driver voor deze ontwikkelingen maar de noodzaak voor bedrijven om zich op het gebied van duurzaamheid te onderscheiden wel. Wat daarnaast meespeelt binnen de wet en regelgeving is de mogelijkheid tot het verkrijgen van subsidies. Bv een Estlands bedrijf die EU funding krijgt voor een duurzame sauna die is daar lokaal uniek. Binnen NL geldt dat mijns inziens niet zo. Hier ben je als bedrijf vaak één van de vele bedrijven die subsidie vraagt. Dus een kleinere kans dat je deze ook krijgt. Toch, vanuit de bodembeheer gezien is er qua wet en regelgeving wel een sterke afhankelijkheid met wet en regelgeving. Een nieuwe AVB is recent van kracht gekomen en binnen smartpolder blijkt overheidsbeleid een grote bottleneck te zijn. IF technology staat voor dat het waterschap een energiefunctie krijgt naast de bestaande functie die zij al heeft. Het waterschap an sich is al een grote energieconsument. Als waterschap als energieleverancier zijn bedrijfsvoering zou opzetten dan zou dat veel impact hebben. Het waterschap zou iets van 40% van kun energiekosten kunnen besparen als zij hun in hun operationele bedrijfsvoering de beschikbaarheid c.q. overcapaciteit van energie zouden meenemen. Dus puur door te kijken naar energie! Dit is dus een onderdeel van systeemdenken. Deze transitie is ingezet en deze ontwikkeling gaat door. Maar dan moet er eerst op het gebeid van wet en regelgeving wel e.e.a. veranderen. De functie van een gemaal moet worden uitgebreid met een energie-component. Binnen Nederland moeten we sowieso pompen anders staan we onder water. Het zou mooi zijn als we het moment van pompen kunnen laten corresponderen met het moment van over- of ondercapaciteit. Als we de energie als parameter in de bedrijfsvoering van waterschappen kan brengen dan kan er een enorme transitie te weeg worden gebracht. De Smart polder filosofie zou je ook op rioolstelsels toe kunnen passen. Als je praat over thermo-smartgrids (uitwisselen van warmte en koude) dan zouden gemalen aan zo n grid warmte en koude kunnen leveren, en tevens kunnen helpen in de balancering van het net. Als je praat over andere type smartgrids dan zijn riolen dat zeker ook. Riothermie is de technologie om warmte en/of koude uit riolen te onttrekken. Als je de bedrijfsvoering van je riool gaat inrichten als een SYSTEEM en de riolen en rioolgemalen gaat gebruiken als buffers en buffering, als je met gemeente afspraken kan maken om deze balancering in lijn te brengen met het energieaanbod dan kun je energie besparen. Er is welleiswaar veel volume nodig maar riolen zijn er al in afdoende mate. De onduidelijkheid is alleen dat we niet weten wat er in het riool aanwezig is en hoe hoog de niveaus zijn, dus hoeveel speling je hebt. We hebben wel forecasting dus dat geeft je de mogelijkheden om rioolcapaciteit optimaal te benutten. Als je dat in vergaande mate kan automatiseren dan heb je inzicht in het systeem en kun je het koppelen aan APX en aan weersvoorspellingen. Je kunt ook denken aan het volgende scenario: Op een windstille droge dag kan de vraag naar koude hoog zijn, dan kan het vanuit het oogpunt van thermische energie interessant zijn om de gemalen toch Page 82

83 aan te zetten omdat de thermische energie die het gemaal bij operatie levert veel geld kan opleveren. Dat vereist wel de ontwikkeling van nieuwe (business)modellen voor thermische systemen gericht op water en riolen. 2. Zijn er specifieke ontwikkelingen te verwachten vanuit een marktbehoefte? Iedereen die nu wil bouwen wil duurzaam bouwen. Je ziet wel een afname van bouwvolume maar een toename van duurzaamheid binnen het bouwen. Dat gaat verder toenemen. De zelfvoorzienendheid van huishoudens gaat ook veranderen zeker als de energie-saldering van overcapaciteit verdwijnt. Dat gaat zeker leiden tot demand side management initiatieven en opslagsystemen thuis. Vergaande invloed van ICT binnen de sturing van het energieverbruik van huishoudens is ook te verwachten. Bv laat een computer bepalen wanneer een vaatwasser of wasmachine moet draaien. Maar het vereist enige schaalgrootte (woonwijk, portaal flat etc) om op toch kleinschalig de gelijktijdigheid er uit te halen en te kunnen balanceren. Enige is dat in NL nieuwe woonwijken niet zomaar meer worden gebouwd. Je zult je daarom ook moeten richten op renovatie. Kijkend naar het buitenland heeft bv China veel plannen wat betreft bouwvolumes. Het klimaat voor WKO is daarnaast ook perfect echter China heeft de trail-en-error kopieer aanpak. Voor WKO is dat wat betreft IF Technology nadelig, maar wat betreft oppervlaktewater, wat technologisch hoogstaand is, zie ik nog wel mogelijkheden. 3. Is er vanuit de CT technologie te verwachten? Demand side systemen met beperkte huisopslag zou wel eens een enorme vlucht kunnen nemen. Ook hybride systemen die de energievoorziening binnen huishoudens regelen hebben ook de wind mee. Ik denk dat decentrale netten gevoed door verschillende energiebronnen de toekomst gaat worden. De grote energiebedrijven stimuleren de bouw van kleinschalige decentrale netten. Exploitatie van individuele installaties worden door verschillende ESCO s ter hand genomen. De technologie is bekend en een organisatie kan zich daar volledig op richten. 4. Hoe zou een kennisinstelling als de TU Delft aan de CT ontwikkeling kunnen bijdragen? Een MKB bedrijf binnen een Triple Helix samenwerking heeft het doorgaans moeilijk. Wanneer binnen zo n consortia een funding beschikbaar is, wordt een MBK bedrijf als private kennisinstelling min-of-meer gedwongen om hun idee/ip/unike kennis af te staan aan de publieke kennisinstelling. MKB-ers hebben doorgaans jarenlang kosten gemaakt om hun idee uit te werken en om startkapitaal binnen deze funding te verkrijgen verplicht hun tot het afzien van rechten op het eigen idee. Het idee is daarna dus vrij in de markt gezet zonder enige significante benefits voor de MKB-er. Veelal is er binnen de MKB geen gelden om te patenteren. RVO heeft dus ook gemerkt dat er best wel funding beschikbaar is maar dat MKB-er om redenen van verlies van IP-rechten niet van deze funding mogelijkheden gebruik maken. De voorwaarden waaronder dus zo n samenwerking plaatsvindt is niet gunstig voor de MKB-er. Wanneer die positie verbetert dan denk ik dat de vele innovaties die binnen het MKB worden uitgedacht sneller tot marktintroducties leiden. Wellicht kan een deel van de funding worden aangewend voor het patenteren van het idee ten gunste van de MKB-er. Daarnaast vind ik dat een publieke kennisinstelling zich ook dienstbaarder kan opstellen. Er blijkt hoe dan ook toch veel moeite vanuit publieke kennisinstellingen om met MKB-er samen te werken. Vaak is er een andere drijfveer binnen het MKB dan binnen kennisinstellingen. Daarom pleit ik ervoor dat de MKB de drijver van de innovatie blijft en dat kennisinstellingen de randvoorwaarden definiëren waar binnen de innovatie kan plaatsvinden. Eigenlijk net zoals bij startup-bedrijven van TUD studenten. Het opkweken van die bedrijfjes door de kennis en kunde en support van de TUD is een perfecte setting. Maar vaak is een MKB-er de facto een concurrent van een publieke kennisinstelling of GTI (TNO) en dat maakt innovatieontwikkeling voor een MKB-er toch wel complex en moeilijk. Page 83

84 Appendix G Resultaten octrooionderzoek G1. Aanpak octrooionderzoek Voor het octrooionderzoek is gebruik gemaakt van de octrooidatabanken Derwent Innovation Index SM3 en Espacenet 4. De periode van onderzoek is Als zoekterm is gebruik gemaakt van de Engelse CleanTech subsectorbenaming of een term hieraan verwant. Door de beperkte zoekmogelijkheden die beide databanken bieden is voor het overzicht van wereldwijde en Europese bedrijven gebruik gemaakt van de Derwent databank en voor Nederlandse bedrijven gebruik gemaakt van Espacenet. 1. Zoekstrategie binnen de Derwent databank De zoekstrategie binnen de Derwent databank is gebaseerd op een combinatie van een zoekterm en een Derwent Class Code. Daartoe zijn subsectoren (waar mogelijk) gekoppeld aan een door Derwent gedefinieerde categorie en gelabeld met de corresponderende Derwent Class Code. De resultaten zijn daarna geanalyseerd met de volgende analyse-instellingen 3 URL Derwent: ( bquabwpgmvip&search_mode=generalsearch) 4 URL Espacenet: Page 84

85 Dit leidt tot een volgend type overzicht Uit de resultaten worden de top 5 wereldwijde en Europese bedrijven geïdentificeerd met het hoogste aantal geregistreerde octrooien. Individuele personen worden niet in het overzicht opgenomen. Het octrooionderzoek binnen de Derwent databank heeft plaatsgevonden in de periode 1 april april Zoekstrategie binnen de Espacenet databank De zoekstrategie binnen de Espacenet databank is gebaseerd op een combinatie van een zoekterm (CleanTech subsector) en de landidentificatie Nederland als aanvrager. Page 85

86 Wat leidt tot een volgend type resultaatlijst Page 86

87 Uit de resultaatlijst worden de Nederlandse bedrijven geïdentificeerd met geregistreerde octrooien. Individuele personen worden niet in het overzicht opgenomen. Het octrooionderzoek binnen de Espacenet databank heeft plaatsgevonden in de periode 20 april mei Page 87

88 G2. Octrooioverzicht Nederlandse bedrijven op basis van CT subsectoren Tabel G1. Nederlandse bedrijven met octrooien in één CleanTech subsector Page 88

89 Page 89

90 Page 90

91 Tabel G2. Nederlandse bedrijven met octrooien in twee of meer CleanTech subsectoren Page 91

Energie voorziening op weg naar duurzaamheid: biomassa? Chris Westra.

Energie voorziening op weg naar duurzaamheid: biomassa? Chris Westra. Energie voorziening op weg naar duurzaamheid: biomassa? Chris Westra www.ecn.nl energiegebruik Alarmerende stijging energiegebruik klimaatproblemen duurzame energievoorziening noodzakelijk Ambitieus &

Nadere informatie

Cleantech Markt Nederland 2008

Cleantech Markt Nederland 2008 Cleantech Markt Nederland 2008 Baken Adviesgroep November 2008 Laurens van Graafeiland 06 285 65 175 1 Definitie en drivers van cleantech 1.1. Inleiding Cleantech is een nieuwe markt. Sinds 2000 heeft

Nadere informatie

Shell NL & Shell New Energies

Shell NL & Shell New Energies Shell NL & Shell New Energies An outlook towards a clean and renewable energy system Dr.-Ing. Peter Breithaupt September 2017 1 Contents New Energies Themes New Fuels Renewable Power Connected Customer

Nadere informatie

Duurzaamheid: speerpunt voor industrie en onderwijs

Duurzaamheid: speerpunt voor industrie en onderwijs Duurzaamheid: speerpunt voor industrie en onderwijs Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie Nelo Emerencia, Speerpuntmanager Onderwijs & Innovatie Utrecht, 9 februari 2012 DAS Docentenconferentie

Nadere informatie

Quest for Summer. Leuven, 29 augustus 2015. Inleiding. Quest Cleantech Fund / Quest for Growth. TKH Group: the solution provider. Vragen en antwoorden

Quest for Summer. Leuven, 29 augustus 2015. Inleiding. Quest Cleantech Fund / Quest for Growth. TKH Group: the solution provider. Vragen en antwoorden Quest for Summer Leuven, 29 augustus 2015 PROGRAMMA Inleiding Jos Peeters, managing partner Capricorn Venture Partners Quest Cleantech Fund / Quest for Growth Yves Vaneerdewegh, investeringsmanager genoteerde

Nadere informatie

Aggiornamento. Bedreigingen en uitdagingen voor de. industrie VWEC. Een perspectief voor Vlaanderen. Een perspectief voor Vlaanderen

Aggiornamento. Bedreigingen en uitdagingen voor de. industrie VWEC. Een perspectief voor Vlaanderen. Een perspectief voor Vlaanderen Een perspectief voor Vlaanderen Bedreigingen en uitdagingen voor de Aggiornamento industrie Een perspectief voor Vlaanderen VWEC auteur functie datum Marc Van den Bosch Sr. Adviseur energie en milieu VOKA

Nadere informatie

Hernieuwbare brandstoffen in transport. en de bredere betekenis van bioraffinage

Hernieuwbare brandstoffen in transport. en de bredere betekenis van bioraffinage Hernieuwbare brandstoffen in transport en de bredere betekenis van bioraffinage Nederland als internationaal tankstation 962 PJ 1124 PJ Onderdeel van Klimaatakkoord 1990 wegvervoer 2018 scheepvaart scheepvaart

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

UPS en batterij Meer en meer commodity of een hybride oplossing in een smart grid?

UPS en batterij Meer en meer commodity of een hybride oplossing in een smart grid? UPS en batterij Meer en meer commodity of een hybride oplossing in een smart grid? Socomec GNB Industrial Power Dennis Klein - Raf Bruggeman Our expertises: Socomec High quality power supply Ensuring the

Nadere informatie

Peter Wagener Voorzitter

Peter Wagener Voorzitter Peter Wagener Voorzitter Duurzame energie, omdat U de wereld niet heeft geёrfd van uw ouders, maar geleend van mijn generatie. 1/37 2 1 Dat van dat erven en lenen weet u nu dus wel, maar: Wat gaat U daar

Nadere informatie

Quest for Summer. Leuven, 1 september 2018

Quest for Summer. Leuven, 1 september 2018 Quest for Summer Leuven, 1 september 2018 Gastsprekers: 2014: Françoise Chombar, CEO MELEXIS 2015: Wim Ottevaere, CFO ABLYNX 2016: Elling De Lange, CFO TKH GROUP 2017: Luc Burgelman, CEO NGDATA 2018: Hans

Nadere informatie

Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse schone technologie sector

Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse schone technologie sector Wereld Natuur Fonds Driebergseweg 10 Postbus 7 3700 AA Zeist Tel: +31 30 693 7333 Direct: Fax: +31 30 691 2064 Info@wnf.nl www.wnf.nl Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse

Nadere informatie

De rol van biomassa in de energietransitie.

De rol van biomassa in de energietransitie. De rol van biomassa in de energietransitie. Bert de Vries Plaatsvervangend directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging, Ministerie van Economische Zaken Inhoud 1. Energieakkoord 2. Energietransitie

Nadere informatie

Willemien Terpstra Vice President, Fuels and Styrene. Chemie is overal

Willemien Terpstra Vice President, Fuels and Styrene. Chemie is overal Willemien Terpstra Vice President, Fuels and Styrene Chemie is overal Chemie in Nederland enabler voor de energie transitie Elke ton CO2 uitstoot bespaart elders ~ 2 ton CO2 Landen 2016 DE 28,7% FR 13,9%

Nadere informatie

Mondiale en Europese energie trends Uitdagingen, prioriteiten en kansen

Mondiale en Europese energie trends Uitdagingen, prioriteiten en kansen Mondiale en Europese energie trends Uitdagingen, prioriteiten en kansen 28/09/2015 Kees van der Leun Klimaat raakt al ontwricht bron: John Mason, skepticalscience.com bron: Guardian 2 100% duurzaam? Energie-efficiëntie

Nadere informatie

Urban future in the Netherlands Ready to cooperate, charge & go. Peter Vermeij Baerte de Brey

Urban future in the Netherlands Ready to cooperate, charge & go. Peter Vermeij Baerte de Brey Urban future in the Netherlands Ready to cooperate, charge & go Peter Vermeij Baerte de Brey 2 Dutch vision Why invest in electric vehicles? Contributes to the economic position of The Netherlands Energy

Nadere informatie

Chemie & ICT ICT en Chemie: samen naar een duurzame toekomst?

Chemie & ICT ICT en Chemie: samen naar een duurzame toekomst? on behalf of Chemie & ICT ICT en Chemie: samen naar een duurzame toekomst? Symposium Groene ICT en Duurzaamheid in het hoger onderwijs 30-01-2014 Ger Fischer Woord vooraf Nieuwe start cartoon? 2 Onderwerpen

Nadere informatie

Wat is Cleantech? Methodologie van het Quest Cleantech beleggingsfonds. VFB Fundamentele Analyse dag, 7 december 2013

Wat is Cleantech? Methodologie van het Quest Cleantech beleggingsfonds. VFB Fundamentele Analyse dag, 7 december 2013 Wat is Cleantech? Methodologie van het Quest Cleantech beleggingsfonds VFB Fundamentele Analyse dag, 7 december 2013 1 1 Capricorn Venture Partners NV Cleantech Quest Cleantech Fund Performance 2 Capricorn

Nadere informatie

Horizon 2020. MKB instrument & Fast track to Innovation. Martijn Lammers. Nationaal Contactpunt voor het MKB in Horizon 2020.

Horizon 2020. MKB instrument & Fast track to Innovation. Martijn Lammers. Nationaal Contactpunt voor het MKB in Horizon 2020. Horizon 2020 MKB instrument & Fast track to Innovation 10 juni 2015 Martijn Lammers Nationaal Contactpunt voor het MKB in Horizon 2020 2 1 Boodschap 3 MKB instrument: wat is het? Financiering voor High

Nadere informatie

Uitgangspunten Doelen Klimaatakkoord Parijs Houd ruimte in beschikbare carbon budget voor BV

Uitgangspunten Doelen Klimaatakkoord Parijs Houd ruimte in beschikbare carbon budget voor BV Uitgangspunten 1 Doelen Klimaatakkoord Parijs Houd ruimte in beschikbare carbon budget voor BV Nederland 1 (versnel waar mogelijk) Organiseer zo optionaliteit / ruimte om tegenvallers op te vangen 2 Impact

Nadere informatie

GROEN GAS HEEFT DE TOEKOMST en de toekomst begint nu

GROEN GAS HEEFT DE TOEKOMST en de toekomst begint nu GROEN GAS HEEFT DE TOEKOMST en de toekomst begint nu A. van der Drift December 2013 ECN-L--13-081 GROEN GAS HEEFT DE TOEKOMST en de toekomst begint nu Bram van der Drift Clean Tech Business Day 11 december

Nadere informatie

De derde industriële revolutie is de redding van de Nederlandse Economie

De derde industriële revolutie is de redding van de Nederlandse Economie is de redding van de Nederlandse Economie 3D printing als voorbeeld van een nieuw industrieel paradigma Managing Director Industrial Innovation 2 Hier de RTL video over 3D-printen invoegen 3 De vraag Een

Nadere informatie

Vlaams afval- en materialencongres 6 april

Vlaams afval- en materialencongres 6 april Vlaams afval- en materialencongres 6 april Erik de Baedts Directeur NVRD President MWE Board member ISWA Strategisch omgaan met grondstoffen Nederlandse vereniging van gemeenten ogv afvalbeheer & reiniging

Nadere informatie

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 Korte uitleg over de bijeenkomsten KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 (1) Organisatie: KIVI

Nadere informatie

MSS Micro SCADA Systeem

MSS Micro SCADA Systeem Wijnand van Asseldonk / Alex Otten MSS Micro SCADA Systeem Agenda ICT in een oogopslag Aanleiding ontwikkeling MSS Keuzemogelijkheden Uitwerking van de keuze Aanvullende wensen ICT in een oogopslag Opgericht

Nadere informatie

De jaarlijkse kosteninhouding voor het beheer van de verzekering Levensloop Aandelen bestaat uit een aantal componenten:

De jaarlijkse kosteninhouding voor het beheer van de verzekering Levensloop Aandelen bestaat uit een aantal componenten: Levensloop Aandelen Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2009 Productomschrijving Met Levensloop wordt geld gereserveerd waarmee in de toekomst (tussentijds) verlof kan worden gefinancierd. Door

Nadere informatie

Green IT en de rol van supercomputers bij duurzaamheid

Green IT en de rol van supercomputers bij duurzaamheid Green IT en de rol van supercomputers bij duurzaamheid IT is deel van het CO2 probleem... maar vooral ook van de oplossing dr. ir. A. Osseyran Directeur SARA en Vancis Waarom Green IT? 50% meer energie

Nadere informatie

Komt CCS op tijd of haalt duurzame energie in? Pieter Boot Vijfde nationaal CCS Symposium 25 juni 2010

Komt CCS op tijd of haalt duurzame energie in? Pieter Boot Vijfde nationaal CCS Symposium 25 juni 2010 Komt CCS op tijd of haalt duurzame energie in? Pieter Boot Vijfde nationaal CCS Symposium 25 juni 2010 Cutting Energy Related CO 2 Emissions Baseline Emissions 62 Gt BLUE Map Emissions 14 Gt 2030 Key aspects

Nadere informatie

Fiches van Private financieringsbronnen IPO-project Slim financieren

Fiches van Private financieringsbronnen IPO-project Slim financieren Fiches van Private financieringsbronnen IPO-project Slim financieren Private equity/investeringsfonds Ampere Equity Fonds Aandeelhouders zijn APG, PGGM, Delta Lloyd and Rabobank. Focus op productie duurzame

Nadere informatie

Living Labs. dr.ir. Elke den Ouden. Kennisevent Renovatie Hoofdgebouw TU/e Eindhoven, 27 september 2016

Living Labs. dr.ir. Elke den Ouden. Kennisevent Renovatie Hoofdgebouw TU/e Eindhoven, 27 september 2016 Living Labs Kennisevent Renovatie Hoofdgebouw TU/e Eindhoven, 27 september 2016 dr.ir. Elke den Ouden expertise in smart lighting & smart cities @ TU/e Where innovation starts TU/e Living Labs Een Living

Nadere informatie

STEER en cofinanciering voor stedelijke distributie

STEER en cofinanciering voor stedelijke distributie STEER en cofinanciering voor stedelijke distributie 25/02/2013 Olav Luyckx Project Officer Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (EACI) Brugge, 26 Februari 2013 EACI IEE - STEER

Nadere informatie

Vvg. Kansen zien, kansen pakken! Leven in de stad van de toekomst. 13 november 2013

Vvg. Kansen zien, kansen pakken! Leven in de stad van de toekomst. 13 november 2013 Kansen zien, kansen pakken! Vvg 13 november 2013 Leven in de stad van de toekomst Louis Bekker City Account Manager Programma manager Onderwijs (PO/MO) Smart Concurrentie Leefbaar Groen Samenwerking Onze

Nadere informatie

Experiences with ATES applications in Belgium Operational results and energy savings

Experiences with ATES applications in Belgium Operational results and energy savings Experiences with ATES applications in Belgium Operational results and energy savings H.Hoes 1 Klik om ATES het opmaakprofiel system results van de Monitoring within Energy Demonstration Program to 30%

Nadere informatie

Visie op Windenergie en solar Update 2014

Visie op Windenergie en solar Update 2014 Visie op Windenergie en solar Update 2014 De vooruitzichten voor hernieuwbare energie zijn gunstig Succes hangt sterk af van de beschikbaarheid van subsidies Naast kansen in Nederland kan de sector profiteren

Nadere informatie

Symposium Groene chemie in de delta

Symposium Groene chemie in de delta DPI Value Centre als onderdeel van TKI SPM en het valorisatienetwerk 2.0 Symposium Groene chemie in de delta A. Brouwer, 12 November 2012 TKI Smart Polymeric Materials Topresearch in polymeren 5-10 jaar

Nadere informatie

Wageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus

Wageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus Wageningen University & Research Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus 2017 Het begon in 1918 Van Landbouwhogeschool tot University & Research of the Life Sciences 1960s:

Nadere informatie

EPLAN User group. Siemens in Nederland. Unrestricted Siemens Nederland N.V. 2015

EPLAN User group. Siemens in Nederland. Unrestricted Siemens Nederland N.V. 2015 EPLAN User group Siemens in Nederland siemens.nl Wereldwijde aanwezigheid Dicht bij de klant overal ter wereld 10,9 115.000 69 Omzet (in miljard ) 2 15% van wereldwijd totaal Werknemers 3 33 % van wereldwijd

Nadere informatie

Maatschappelijke acceptatie van energie projecten

Maatschappelijke acceptatie van energie projecten Maatschappelijke acceptatie van energie projecten Ynke Feenstra Ruimteconferentie 2011, workshop Energie en ruimte Rotterdam, 19 april 2011 www.ecn.nl Energieonderzoek Centrum Nederland 600 medewerkers

Nadere informatie

Eandis smart metering uitdaging en uitrol

Eandis smart metering uitdaging en uitrol Eandis smart metering uitdaging en uitrol Agenda 2 Visionair Seminarie 2010 10 05 Eandis Cijfers Eandis actief in 239 gemeenten 1.5 milljoen LP gasaansluitingen 2.5 milljoen LV elektriciteitsaansluitingen

Nadere informatie

INDC Suriname : Renewable Energy

INDC Suriname : Renewable Energy INDC Suriname : Renewable Energy Mw. N. Plet Nationale Coördinatie Milieubeleid Kabinet van de President van de Republiek Suriname Donderdag 23 Juni 2016 Marriot Presentatie opbouw Waarom er is gekozen

Nadere informatie

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw de rol van onderzoek 19 oktober 2017, prof.dr.ir. Jack van der Vorst, lid concernraad Wageningen University & Research Wereldwijde uitdagingen land-

Nadere informatie

Biobrandstoffen: Hype of duurzame oplossing? Prof. Wim Soetaert

Biobrandstoffen: Hype of duurzame oplossing? Prof. Wim Soetaert Biobrandstoffen: Hype of duurzame oplossing? Prof. Wim Soetaert 1 Fossiele grondstoffen worden steeds duurder Petroleumprijs in dollar per vat Hernieuwbare grondstoffen: opbrengst per ha stijgt voortdurend

Nadere informatie

Wind op zee en India. 11 December, 2013. Ir. Leon Wijshoff

Wind op zee en India. 11 December, 2013. Ir. Leon Wijshoff Wind op zee en India 11 December, 2013 Ir. Leon Wijshoff Programma Energie Internationaal (PEI) - Doelstelling:EZ ondersteunen bij het uitvoeren van internationale energiebeleid, op het gebied van duurzame

Nadere informatie

Biobased Economy in BioBRUG tussen wetenschap en praktijk

Biobased Economy in BioBRUG tussen wetenschap en praktijk B r u g t u s s e n m a r k t e n k e n n i s i n d e r e g i o v o o r d e b i o b a s e d e c o n o m y Biobased Economy in BioBRUG tussen wetenschap en praktijk Prof. dr. Gert-Jan Euverink 14 11-2012

Nadere informatie

Achterhoek 2020 Tom van der Horst, TNO 28 januari 2015 1

Achterhoek 2020 Tom van der Horst, TNO 28 januari 2015 1 Achterhoek 2020 Tom van der Horst, TNO 28 januari 2015 1 Dutch industry fit for the future?! onze wereld verandert en dus ook onze industrie. met impact op economie en samenleving smart industry agenda

Nadere informatie

IenM & INTERREG: Circulaire economie

IenM & INTERREG: Circulaire economie IenM & INTERREG: Circulaire economie Inhoud INTERREG t.o.v. andere fondsen context INTERREG zelf De programma s: verschillend en hetzelfde Toegevoegde waarde Succesvol project Deelname INTERREG 2007-2013

Nadere informatie

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Dr. Jos Delbeke, DG Klimaat Actie, Europese Commissie, Universiteit Hasselt, 25/2/2014 Overzicht 1. Klimaat en energie: waar

Nadere informatie

Wageningen University & Research. Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus

Wageningen University & Research. Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus Wageningen University & Research Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus 2017 Het begon in 1918 Van Landbouwhogeschool tot University & Research of the Life Sciences 1960s: primair

Nadere informatie

Het onmogelijke (toch) mogelijk maken

Het onmogelijke (toch) mogelijk maken Het onmogelijke (toch) mogelijk maken Mark Schweitzer April 2011 Mogelijk, maar ik heb géén gouden ei! 1 Waar hebben we het eigenlijk over? uitgaven maatschappelijk bijdrage investeren kosten geld verdienen

Nadere informatie

Industriële batterijen voor electro-mobiliteit. Uitdaging voor recyclage? Willy Tomboy OVAM Congres 12 november 2013

Industriële batterijen voor electro-mobiliteit. Uitdaging voor recyclage? Willy Tomboy OVAM Congres 12 november 2013 Industriële batterijen voor electro-mobiliteit Uitdaging voor recyclage? Willy Tomboy OVAM Congres 12 november 2013 1 RECHARGE Associatie 2 Batterijen in motion Het gebruik van Advanced Rechargeable Batteries

Nadere informatie

Management van retour-logistieke ketens

Management van retour-logistieke ketens Management van retour-logistieke ketens Erwin van der Laan RSM Erasmus Universiteit EVO dag 30 mei 2006 Duurzame Supply Chains Meet the needs of the present without compromising the ability of future generations

Nadere informatie

Caro De Brouwer 27/11/2013

Caro De Brouwer 27/11/2013 Caro De Brouwer 27/11/2013 Caro De Brouwer 2e Master Irw Energie, KUL Erasmus Imperial College London Thesis: Solvent storage for postcombustion CCS in coal fired plants Voorzitter YERA Young Energy Reviewers

Nadere informatie

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz RAI PTM - bijeenkomst Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz 1 Stedin Netbeheer is verantwoordelijk voor het transport van gas en elektriciteit in West Nederland Onze missie: duurzame energie voor iedereen

Nadere informatie

Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen

Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen DG Onderzoek en Innovatie mei 2013 Inhoud presentatie Opzet toekomstig Europees R&I beleid Hoofdlijnen Horizon 2020 Waar staan we nu? Kansen voor hogescholen in Horizon

Nadere informatie

Biobased economy vanuit ketenperspectief. Woody Maijers Lector Integrale voedsel- en productieketens Directeur van De Ketencoach

Biobased economy vanuit ketenperspectief. Woody Maijers Lector Integrale voedsel- en productieketens Directeur van De Ketencoach Biobased economy vanuit ketenperspectief Woody Maijers Lector Integrale voedsel- en productieketens Directeur van De Ketencoach 1 Van lineair naar circulair 2 Van ketens naar netwerken Productie biomassa

Nadere informatie

Duurzame energie in balans

Duurzame energie in balans Duurzame energie in balans Duurzame energie produceren en leveren binnen Colruyt Group I. Globale energievraag staat onder druk II. Bewuste keuze van Colruyt Group III. Wat doet WE- Power? I. Globale energievraag

Nadere informatie

BioMCN: Advanced Sustainable Biofuels BIObased Industry april 2015 Jeroen Koot -CEO

BioMCN: Advanced Sustainable Biofuels BIObased Industry april 2015 Jeroen Koot -CEO BioMCN: Advanced Sustainable Biofuels BIObased Industry 2015 9 april 2015 Jeroen Koot -CEO Content Bio-methanol belangrijke grondstof voor o.a. transport en chemie BioMCN ontwikkelt duurzame en bio-based

Nadere informatie

glaesum group synergy in global industry

glaesum group synergy in global industry glaesum group synergy in global industry Glaesum Group Synergy in global industry Met warmte-, metaal- en procestechniek als speerpunten voorziet de Glaesum Group de professionele, industriële markt van

Nadere informatie

Heating the Flowers. A Cooperation of FloraHolland, HVC and Westland Infra

Heating the Flowers. A Cooperation of FloraHolland, HVC and Westland Infra Heating the Flowers A Cooperation of FloraHolland, HVC and Westland Infra Agenda 2 FloraHolland Shareholders Project in a nutshell Coöperatie 3 Kwekerscoöperatie met als doel: Krachtenbundeling en versterking

Nadere informatie

Digitalisering van de voedselketen

Digitalisering van de voedselketen Digitalisering van de voedselketen Patrick Roelandt Director Strategy, Technology & Business Innovation @PatrickRoelandt 26/11/2014 http://nl.linkedin.com/in/patrickroelandt Version: [###] Classification:

Nadere informatie

De Biobased Economy in de Zuidvleugel

De Biobased Economy in de Zuidvleugel De Biobased Economy in de Zuidvleugel Wat is er nodig om de biobased-economy in de Zuidvleugel een impuls te geven? 17 1 13, Douwe-Frits Broens LEI: Biobased Economics - financiële en milieudoelen halen

Nadere informatie

Light + Building 2014 wereldwijd de toonaangevende vakbeurs voor architectuur en techniek

Light + Building 2014 wereldwijd de toonaangevende vakbeurs voor architectuur en techniek Light + Building 2014 wereldwijd de toonaangevende vakbeurs voor architectuur en techniek Presentatie door Maria Hasselman Director Brand Management Brussel, 12 November 2013 De economische en technologische

Nadere informatie

Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl

Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Samenvatting Elf Japanse top-onderzoeksuniversiteiten spraken tijdens zijn bezoek aan

Nadere informatie

SOC Maakindustrie & Made Different. Wilson De Pril, Directeur-generaal Agoria Vlaanderen 15 mei 2014

SOC Maakindustrie & Made Different. Wilson De Pril, Directeur-generaal Agoria Vlaanderen 15 mei 2014 SOC Maakindustrie & Made Different Wilson De Pril, Directeur-generaal Agoria Vlaanderen 15 mei 2014 Agoria: federatie van de technologische industrie 1.700 ondernemingen 10 domeinen Information and Communication

Nadere informatie

Bio Base Europe Innovation & Training for the bio-based economy

Bio Base Europe Innovation & Training for the bio-based economy Biopark Terneuzen Duurzame havens Bio Base Europe Innovation & Training for the bio-based economy Terneuzen Diepgang 12,50 meter Oppervlakte circa 2100 ha Ports of Vlissingen and Terneuzen Vlissingen Diepgang

Nadere informatie

Profiteer van veranderende technologieën

Profiteer van veranderende technologieën Profiteer van veranderende technologieën Lees hoe Managed Services Providers u kunnen helpen profiteren van de nieuwste ontwikkelingen Uitdagingen en kansen in veranderende technologieën Ontwikkelingen

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0279/123. Amendement. Amalia Sartori namens de Commissie industrie, onderzoek en energie

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0279/123. Amendement. Amalia Sartori namens de Commissie industrie, onderzoek en energie 4.9.2013 A7-0279/123 123 Overweging 1 (1) Krachtens artikel 3, lid 4, van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van

Nadere informatie

Optimaliseren van recyclingprocessen via innovatie in productontwikkeling Duurzaamheidsdialoog TNS NIPO

Optimaliseren van recyclingprocessen via innovatie in productontwikkeling Duurzaamheidsdialoog TNS NIPO Optimaliseren van recyclingprocessen via innovatie in productontwikkeling Duurzaamheidsdialoog TNS NIPO Eelco Smit Philips Consumer Lifestyle 29 maart 2012 Een sterke diverse industriële groep leading

Nadere informatie

De Toekomst van Aardgas: Een schaakspel op meerdere borden

De Toekomst van Aardgas: Een schaakspel op meerdere borden De Toekomst van Aardgas: Een schaakspel op meerdere borden Symposium De Gassamenstelling van de toekomst, 28 mei 2015, Regardz De Eenhoorn, Amersfoort Aad Correljé TU Delft TBM Economics of Infrastructures

Nadere informatie

Ontwikkelingen in aandrijftechniek en de rol van biobrandstoffen. Jaap Tuinstra, Manager Public Affairs, Pon

Ontwikkelingen in aandrijftechniek en de rol van biobrandstoffen. Jaap Tuinstra, Manager Public Affairs, Pon Ontwikkelingen in aandrijftechniek en de rol van biobrandstoffen Jaap Tuinstra, Manager Public Affairs, Pon ONZE 4 BUSINESS CLUSTERS AUTOMOTIVE BIKE EQUIPMENT & POWER SYSTEMS INDUSTRIAL MOBILITY PON WERELDWIJD

Nadere informatie

infrastructure for a renewable society

infrastructure for a renewable society infrastructure for a renewable society Klaas de Jong 23th March 2011 Far more energy needed for heating than for generation of electricity Primary energy balance of The Netherlands Average efficiency of

Nadere informatie

Maarten Timmerman. Offshore Windenergie. Staalbouwdag / 2 oktober 2014

Maarten Timmerman. Offshore Windenergie. Staalbouwdag / 2 oktober 2014 Maarten Timmerman Offshore Windenergie Staalbouwdag / 2 oktober 2014 Wat doet TKI Wind op Zee? SEmuleert en faciliteert de ontwikkeling en implementaee van offshore windtechnologie voor de industrie (MKB)

Nadere informatie

Zonnecellen 2.0. Oktober 2013 Beurs Elektrotechniek 2013

Zonnecellen 2.0. Oktober 2013 Beurs Elektrotechniek 2013 Zonnecellen 2.0 Oktober 2013 Beurs Elektrotechniek 2013 Innovatiereis 0-energieomgeving De toekomst van zonne-energie Oktober 2013 3 Inhoud Commerciële haalbaarheid Zonne-cellen 2.0 Smart grid Rexel Nederland

Nadere informatie

Biobrandstoffen een belangrijke bijdrage op

Biobrandstoffen een belangrijke bijdrage op 16 Biobrandstoffen een belangrijke bijdrage op korte termijn Meer dan 4 miljoen GM E85 FlexFuel Voertuigen in circulatie Biofbrandstoffen kunnen CO2 uitstoot op source to wheels basis gevoelig reduceren

Nadere informatie

1. Ambitie, doelstellingen, acties

1. Ambitie, doelstellingen, acties 1. Ambitie, doelstellingen, acties Van Nederlandse distributie naar Nederlandse ketenregie Uitvoering van het Nationaal Innovatieprogramma Logistiek en Supply Chain Management 1 Agri-Food Chemie Hightech

Nadere informatie

VERKENNING van de BioBased Economy

VERKENNING van de BioBased Economy VERKENNING van de BioBased Economy Biobased of Biowaste? Vereniging van Ver(s)kenners Martijn Wagener 28-nov-2013 Indeling Introductie Virida! Wat is de Biobased Economy?! Principes: cascadering en raffinage!

Nadere informatie

Business Cluster Semiconductors East Netherlands

Business Cluster Semiconductors East Netherlands Business Cluster Semiconductors East Netherlands Ledenbijeenkomst 2 november 2010 Roel Fonville Supported by Roel Fonville Ruim 30 jaar Philips: 20 jaar Philips Components & Semiconductors Ontwikkelaar

Nadere informatie

Ketenregisseur: hoe managet u het. schaap met de vijf poten? Technology meets Business. dr.ir. Jeroen A.W.M. Vos

Ketenregisseur: hoe managet u het. schaap met de vijf poten? Technology meets Business. dr.ir. Jeroen A.W.M. Vos Ketenregisseur: hoe managet u het schaap met de vijf poten? Technology meets Business dr.ir. Jeroen A.W.M. Vos Inhoud Grote resultaten middels een unieke aanpak Bewezen resultaten in de industriële praktijk

Nadere informatie

Het TKI SOLAR ENERGY in het Nederlandse Energie- / Topsectorenbeleid

Het TKI SOLAR ENERGY in het Nederlandse Energie- / Topsectorenbeleid Het TKI SOLAR ENERGY in het Nederlandse Energie- / Topsectorenbeleid SundayNL 2014-19 november 2014 - Arnhem Wijnand van Hooff Programmadirecteur TKI Solar Energy Inhoud Het Nederlandse Energiebeleid en

Nadere informatie

Presentatie TKI Urban Energy

Presentatie TKI Urban Energy Presentatie TKI Urban Energy AquaBattery Date: 12 June, 2018 1 info@aquabattery.nl Kvk Nr. 60486015 Uiterstegracht 5, 2312 TB, Leiden NL info@aquabattery.nl Elektriciteitsproductie (MWh) Opslag van elektrische

Nadere informatie

reating ENERGY PROGRESS

reating ENERGY PROGRESS reating ENERGY PROGRESS 2012 ENERGIE EN MILIEU: Opwarming van de aarde: Drastische vermindering CO 2 -uitstoot Energie: De energiekosten fluctueren sterk en zullen alleen maar stijgen Behoud van het milieu

Nadere informatie

Enterprise Architectuur. een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente?

Enterprise Architectuur. een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente? Enterprise Architectuur een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente? Wie zijn we? > Frederik Baert Director Professional Services ICT @frederikbaert feb@ferranti.be Werkt aan een Master

Nadere informatie

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers Een nieuwe kijk op kunststof en rubber Feiten & cijfers PRODUCTIE & PROCES -40% Economie NL 2014 bedrijven werknemers jaaromzet Innovaties en optimalisaties van de productieprocessen, hebben er in de afgelopen

Nadere informatie

Soorten brandstoffen en aandrijvingen. Alternatieve Brandstoffen. Alternatieve Brandstoffen. Enkele voorbeelden. Alternatieve aandrijvingen

Soorten brandstoffen en aandrijvingen. Alternatieve Brandstoffen. Alternatieve Brandstoffen. Enkele voorbeelden. Alternatieve aandrijvingen Soorten brandstoffen en aandrijvingen WATT Roadshow wagens, alternatieve transportmiddelen en technologie De voor- en nadelen van WATT-voertuigen Prof. Joeri Van Mierlo Conventionele brandstoffen Benzine,

Nadere informatie

Lithium- vs. Lood-accu s een storm in een glas water? GNB Industrial Power Exide Technologies B.V. Raf Bruggeman

Lithium- vs. Lood-accu s een storm in een glas water? GNB Industrial Power Exide Technologies B.V. Raf Bruggeman Lithium- vs. Lood-accu s een storm in een glas water? GNB Industrial Power Exide Technologies B.V. Raf Bruggeman Opgericht in 1888 Electric Storage Battery Company Fabrikant van alle bestaande lood - technologieën

Nadere informatie

Connecting the energy

Connecting the energy Connecting the energy Zonne-energie gratis laten gebruiken Energie besparen Softs concept. Een uniek idee Al jaren wordt er gesproken over verduurzaming. Maar woorden omzetten in daden is waar veel initiatieven

Nadere informatie

Wilbert Prinssen. Draadloos sensornetwerk met LoRaWAN

Wilbert Prinssen. Draadloos sensornetwerk met LoRaWAN Tata Steel Slide Wilbert Prinssen Draadloos sensornetwerk met LoRaWAN IA&R Promodag bij Tata Steel 31 januari 2018 Slide 2 Inhoud van deze presentatie 1 Introductie bedrijf en toepassing 2 Situatie 3 Doelstelling

Nadere informatie

Uw business case voor energiebesparing TKI-ISPT. RvT maart 2013

Uw business case voor energiebesparing TKI-ISPT. RvT maart 2013 Uw business case voor energiebesparing TKI-ISPT RvT maart 2013 Het topsectorenbeleid Overheid, Rijksdient voor ondernemend Nederland Tenders voor Demo, pilot en Early adapter projecten Topcluster voor

Nadere informatie

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bestuurslid NCSI

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bestuurslid NCSI Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bestuurslid NCSI Erasmus Concurrentie & Innovatie Monitor 2008 Bedrijven presteren beter

Nadere informatie

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020 Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020 Martin Bakker, november 2013 Samenvatting Het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek & innovatie van de Europese Unie, Horizon 2020, geeft een breed scala

Nadere informatie

Hernieuwbare Energie na Frans Rooijers - directeur CE Delft

Hernieuwbare Energie na Frans Rooijers - directeur CE Delft Hernieuwbare Energie na 2025 Frans Rooijers - directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige

Nadere informatie

Clean Tech Delta. Innovative solutions to climate and energy challenges

Clean Tech Delta. Innovative solutions to climate and energy challenges Clean Tech Delta Innovative solutions to climate and energy challenges De New Green Deal voor innovatie en schone technologie in de regio Rotterdam-Delft Clean Tech Delta gezamenlijk innovatie en schone

Nadere informatie

Masterclass Duurzaam Ondernemen

Masterclass Duurzaam Ondernemen Masterclass Duurzaam Ondernemen Gijsbrecht Gunter Projectmanager Mobiel: 06 52 123 146, e-mail: gijsbrechtgunter@impulszeeland.nl Terneuzen, 10 november 2011 Inhoudsopgave 1 Wat is Biobased Economy 2 Agenda

Nadere informatie

Cradle to Cradle? & Value engineering!

Cradle to Cradle? & Value engineering! Cradle to Cradle? & Value engineering! Click to edit Master title style Inhoud Korte samenvatting VE nu (2011) Andere toekomst? Cradle to Cradle Case : Loders Croklaan VE in

Nadere informatie

Making new energy flow. Eén platform voor jouw energie

Making new energy flow. Eén platform voor jouw energie Making new energy flow Eén platform voor jouw energie Yuso, een nieuwe kijk op energie management INJECTIE. LEVERING. OPSLAG. YUSO, EEN NIEUWE KIJK OP ENERGIE MANAGEMENT 2012 OPRICHTING YUSO YUSO, EEN

Nadere informatie

Een Smart Industry is een industrie met (productie)faciliteiten die een maximale flexibiliteit realiseren met betrekking tot:

Een Smart Industry is een industrie met (productie)faciliteiten die een maximale flexibiliteit realiseren met betrekking tot: Jac. Gofers 16 april 2015 1 Smart Industry Een Smart Industry is een industrie met (productie)faciliteiten die een maximale flexibiliteit realiseren met betrekking tot: de productvraag (specificaties,

Nadere informatie

NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans

NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans NWA CIRCULAIRE ECONOMIE EN GRONDSTOFFENEFFICIËNTIE Een duurzame circulaire economie gaat uit van volledige herbruikbaarheid

Nadere informatie

CO 2 capture overview

CO 2 capture overview CO 2 capture overview Ruud van den Brink, Daan Jansen www.ecn.nl CO 2 emissions are rising faster than in the most pessimistic scenario Source: PNAS, 22 May, 2007 Energy scenario: 65% lower CO 2 emission

Nadere informatie

Smart Delta Resources

Smart Delta Resources Smart Delta Resources Slimme Energie & Grondstof uitwisselingen in de Delta Regio Het resultaat van gezamenlijke inzet is groter dan de som van de individuele inspanningen Werkconferentie Energieakkoord

Nadere informatie

Smart Cities and Communities Initiative Financieringsmogelijkheden binnen 7KP

Smart Cities and Communities Initiative Financieringsmogelijkheden binnen 7KP Smart Cities and Communities Initiative Financieringsmogelijkheden binnen 7KP Lut Bollen, 26 oktober 2011 Overzicht Europese beleidskader Smart Cities and Communities Initiative Karakteristieken Bouwstenen

Nadere informatie