Dierexperimenteel onderzoek. Jaarverslag 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dierexperimenteel onderzoek. Jaarverslag 2012"

Transcriptie

1 1 Dierexperimenteel onderzoek Jaarverslag 2012 jaarverslag indd :18

2 jaarverslag indd :18

3 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2012 jaarverslag indd :18

4 4 Voorwoord/Inleiding De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) voeren dierproeven uit voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Niet vanuit een toevallige belangstelling, maar omdat sommige belangrijke en maatschappelijk relevante vragen niet zonder proefdieronderzoek beantwoord kunnen worden. Het gebruik van proefdieren houdt echter een ethisch dilemma in: weegt het onderzoeks- of onderwijsbelang op tegen het ongerief dat de proefdieren ervaren? De RUG en het UMCG vinden het belangrijk openheid te geven over dierproeven en de afwegingen die daarbij worden gemaakt zodat iedereen een geïnformeerde mening over dierexperimenteel onderzoek kan vormen en zo bij te dragen aan de maatschappelijke discussie over dierproeven. Dierproeven gaan namelijk iedereen aan. Dit publieksjaarverslag sluit aan bij de Code Openheid Dierproeven. In 2008 stelden de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), de Vereniging van Universiteiten (VSNU) en de Nederlandse Federatie Universitaire Medische Centra (NFU), deze code op om de openheid en dialoog over dierproeven te bevorderen. Ook nemen de RUG en het UMCG (proefdierdeskundige en hoofd CDP) deel aan de werkgroep Transparantie & Verantwoording met stichting Proefdiervrij, de WUR, UMC St Radboud, de UU en het UMCU om tot een gezamenlijke, transparante aanpak van de publieksjaarverslagen te komen. In dit vijfde publieksjaarverslag willen we u als geïnteresseerde lezer daarom inzicht geven in het proefdieronderzoek dat wij doen, waarom we dit type onderzoek doen, hoe we het dierenwelzijn bewaken en welke inspanningen we plegen om het gebruik van proefdieren te verminderen. jaarverslag indd :18

5 5 Stichting Proefdiervrij aan het woord Het gebruik van proefdieren is een maatschappelijke kwestie die mensen bezighoudt. De meeste Nederlanders wijzen dierproeven af en ook wetenschappers zouden liever geen proefdieren gebruiken. Dat Proefdiervrij tegen het gebruik van proefdieren is, snapt iedereen. Proefdiervrij wil echter niet aan de kant staan en roepen dat het allemaal zo fout is. Wij willen een concrete bijdrage leveren aan de oplossing van de proefdier problematiek. Daarvoor moet je met elkaar in dialoog om te zien waar mogelijkheden liggen, wat de dilemma s zijn en hoe je daarin, met respect voor ieders standpunt, kunt samenwerken. Transparantie en verantwoording afleggen over je proefdiergebruik is dus een voorwaarde om verder te komen. Als een instelling serieus zoekt naar een antwoord waarom proefdieren gebruikt zijn en of het echt niet anders kan, schept dat jaarverslag indd 5 ruimte om andere wegen naar hetzelfde doel, bevordering van gezondheid en veiligheid van mens en dier, te bereiken. Mits het verslag niet blijft steken in een lofzang op de doelen waarvoor dierproeven worden ingezet. Het vergt een intensieve focus op de vraag of het niet anders kan en waarom dan niet. En dat zou ook nog wel eens goed kunnen zijn voor innovatie in het wetenschappelijk onderzoek. De jaarverslagen 2011 heeft Proefdiervrij langs de meetlat gelegd. Daaruit is een heel wisselend beeld naar voren gekomen van manier en niveau van verslaglegging. Dit is wat ons betreft een nulmeting. En wij gaan graag met de instellingen die de Code openheid dierproeven hebben ondertekend de uitdaging aan om met name het stukje verantwoording afleggen te verbeteren. Stichting Proefdiervrij :18

6 6 Inhoud Voorwoord/Inleiding 4 Stichting Proefdiervrij aan het woord 5 Inhoud 6 Wet- en regelgeving 7 Wet op de Dierproeven 7 Codes of Practice 8 Proefdierbeleid 9 Organisatie 13 Vergunninghouder 13 Dierexperimentencommissie 14 Negatief advies en reacties 16 Proefdierdeskundigen 16 Toezicht op het dierenwelzijn 18 NVWA 19 Ongerief 22 Dierproeven in getallen 23 Vervanging, Vermindering, Verfijning 28 Vervanging 28 Surplusdieren 32 Cryopreservatie 33 Nuttig inzetten surplusdieren 33 Het einde van de proef 34 Samenvatting 35 Begrippen, definities & afkortingen 36 Bijlage 1: Communicatie & publicaties voor een breed publiek 38 Bijlage 2: Dierexperimenteel onderzoek binnen de RUG/UMCG 39 Bijlage 3: Aanvragen DEC 40 Colofon 41 Onderzoeksvoorbeelden Moederlijke hormonen in het embryo 12 Insulineresistentie 20 Immuunsysteem onderzoeken in zebravissen 26 Slaaptekort 30 Vermindering 28 Verfijning 29 jaarverslag indd :18

7 Wet- en regelgeving 7 Een dierproef is een experiment waarbij onderzoekers gebruik maken van een levend, gewerveld dier, dat hierbij ongerief ondervindt. Ongerief hoeft niet per se pijn te zijn: ook stress en angst vallen hieronder. Proeven met dieren zonder inwendig skelet, zoals wormen, slakken en insecten, vallen niet onder dierproeven. Het werken met proefdieren schept een grote verantwoordelijkheid met betrekking tot het welzijn van deze dieren. Proefdieronderzoek is dan ook aan strikte wet- en regelgeving gebonden. Wet op de Dierproeven Het welzijn van proefdieren in Nederland wordt beschermd door de Wet op de dierproeven, Wod, die in 1977 is ingevoerd. In aanvulling op deze wet is sinds 1985 ook het Dierproevenbesluit van kracht, waarin verschillende artikelen uit de Wod verder zijn uitgewerkt. De Nederlandse wetgeving richt zich op een beperking van het proefdiergebruik. Als basis geldt het Nee, tenzij -principe: dierproeven zijn niet toegestaan, tenzij er geen alternatieven zijn. Wanneer een onderzoeker bijvoorbeeld ook met een computermodel of slachtafval het gewenste onderzoek kan uitvoeren, is het verboden dieren voor het experiment te gebruiken. IvD Een van de aspecten in de herziening van de Wod in 2014 zal zijn dat een instelling waar dierproeven plaatsvinden een instantie moet hebben die waakt over het dierenwelzijn. In een instantie voor dierenwelzijn (IvD) wordt kennis over dierenwelzijn gebundeld. Zo zit in de IvD een proefdierdeskundige, de locatiebeheerder van de dierfaciliteit, een wetenschapper en wanneer dat nodig is een externe deskundige, zoals een stralingsdeskundige of een microbioloog. De belangrijkste taak van de IvD is dierexperimenten goed en efficiënt naar de werkvloer brengen: de IvD beoordeelt projecten van onderzoekers op dierenwelzijnsaspecten, adviseert onderzoekers over dierenwelzijnskwesties en de toepassing van de drie V s (Vervanging, Vermindering, Verfijning). De RUG en het UMCG zijn ervan overtuigd dat deze bundeling van expertise het dierenwelzijn en de kwaliteit van de dierproeven ten goede komt. Vooruitlopend op de wetgeving zetten zij daarom in 2013 een dergelijke IvD op, zowel voor de Centrale Dienst Proefdieren (CDP) als voor de Facultaire Dienst Dierverzorging (FDD). In de wetgeving staat bijvoorbeeld ook dat alleen gekwalificeerde mensen proefdieren mogen gebruiken voor onderzoek of onderwijs, alleen in instellingen die daarvoor een vergunning hebben. Bovendien moet een jaarverslag indd :18

8 8 dierexperimentencommissie (DEC) dit proefdiergebruik vooraf toetsen aan de wet. De proefdierdeskundigen van de RUG en de inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit (NVWA) zien erop toe dat onderzoekers en docenten de Wod naleven. In 2002 is de Wod voor het laatst aangepast: dierproeven met mensapen zijn sindsdien verboden. Op dit moment implementeert de overheid een nieuwe Europese richtlijn over dierproeven, waardoor de Wod in 2014 zal worden herzien. De RUG en het UMCG zijn in dialoog met het ministerie van Economische Zaken, waaronder de portefeuille dierproeven valt, over deze implementatie. Codes of Practice Over de exacte manier waarop wet- en regelgeving in de praktijk moet worden toegepast, is soms onduidelijkheid. Over een aantal onderwerpen hebben werkgroepen van experts daarom gedragscodes, Codes of Practice, opgesteld, te weten: Dierproeven in kankeronderzoek (1999), Immuniseren van proefdieren (2000), en Welzijnsbewaking van proefdieren (2001). Elke code bevat door deskundigen geaccepteerde richtlijnen voor specifieke situaties in proefdiergebruik. Mensen die met proefdieren werken, dienen zich te houden aan de richtlijnen in deze codes. Naast deze drie codes heeft de DEC van de RUG (DEC-RUG) drie aanvullende documenten met interne richtlijnen samengesteld. Hierin geeft ze haar standpunten over de ongeriefscodes, de diersoortkeuze en persoonlijke ethische afweging van de onderzoeker. Ze dienen ter informatie voor de onderzoekers en ter (interne) standaardisatie van de toetsing van de onderzoeksaanvragen. Zowel de Codes of Practice als de interne gedragscodes kunt u inzien op: jaarverslag indd :18

9 Proefdierbeleid 9 Aan de RUG en het UMCG doen onderzoekers dierexperimenteel onderzoek. De RUG en het UMCG streven naar (fundamenteel) onderzoek en onderwijs dat tot de wereldtop behoort. Gezond ouder worden (Healthy Ageing) en een duurzame samenleving (Sustainable Society) zijn kernthema s in het beleid van het UMCG en RUG: een gezonde samenleving met een bevolking die tot op hoge leeftijd actief participeert. Veel onderzoeksprogramma s richten zich dan ook op onderwerpen als normale veroudering, de ziekte van Alzheimer, diabetes en Parkinson, waarbij dierproeven soms noodzakelijk zijn of zelfs wettelijk verplicht zijn. Maar ook om ecologische vraagstukken zoals het trekgedrag van grutto s te ontrafelen, zijn experimenten met dieren nodig. Ongeveer de helft van het dierexperimenteel onderzoek, 55 procent, vindt plaats bij het UMCG, de resterende 45 procent bij Faculteit Wiskunde- en Natuurwetenschappen van de RUG (FWN) 1. Binnen deze organisaties zijn een aantal onderzoeksinstituten waar het dierexperimenteel onderzoek voornamelijk plaatsvindt: Behavioural and Cognitive Neurosciences (CBN/BCN-BRAIN) Fundamenteel en praktijkgericht onderzoek naar de werking van het (gezonde) brein, afwijkingen in het zenuwstelsel bij neurologische en geestelijke aandoeningen, en de mechanismen die ten grondslag liggen aan gedrag. Centre for Ecological and Evolutionary Studies (CEES) Fundamenteel onderzoek plaats naar onder andere diergedrag en ecofysiologie. Groningen Research Institute of Pharmacy (GRIP) Fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek naar geneesmiddelen. Groningen University Institute for Drug Exploration (GUIDE) Lead-ontwikkeling en het ontwikkeling van geneesmiddelen. Health Research and Epidemiology (SHARE) Opheldering van factoren die ervoor zorgen dat mensen op een gezonde manier oud worden (healthy aging) aan de hand van fundamenteel en praktijkonderzoek. European Research Insitute for the biology of ageing, ERIBA Fundamenteel onderzoek naar de factoren die veroudering veroorzaken. 1 Ook bij de Faculteit der Letteren vindt soms proefdieronderzoek plaats, namelijk bij het Arctisch Centrum. Omdat er in 2012 geen dierexperimenten zijn uitgevoerd bij het Arctisch Centrum in Nederland, wordt de faculteit der Letteren hier en in de rest van het verslag buiten beschouwing gelaten. jaarverslag indd :18

10 10 Biomaterials (W.J.Kolff Institute) Toepassings- en praktijkgericht onderzoek naar biomaterialen en implantaten. Fundamental, Clinical and Translational Cancer Research (Cancer Research Center Groningen) Fundamenteel en praktijkgericht onderzoek naar oncologie en tumorontwikkeling. Een overzicht van de individuele afdelingen waar dierexperimenteel onderzoek wordt uitgevoerd, vindt u in bijlage 2. Het is ondoenlijk om voor elke afdeling afzonderlijk aan te geven welke resultaten zij boeken. Daarom zijn in dit jaarverslag enkele onderzoeksvoorbeelden opgenomen die het onderzoek aan de RUG en het UMCG illustreren. De RUG en het UMCG vinden het belangrijk openheid te geven over dierproeven, de afwegingen die daarbij worden gemaakt en bij te dragen aan de maatschappelijke discussie over dierproeven. Zij zijn daarom in dialoog met de verschillende stakeholders. Zo nemen de RUG en het UMCG deel aan de werkgroep met stichting Proefdiervrij om tot een gezamenlijke, transparante aanpak van de publieksjaarverslagen te komen. Maar ook zijn de proefdierdeskundigen en het hoofd van de CDP actief in gesprek met het ministerie over de invoering van de nieuwe Wet op de dierproeven. In 2012 hebben journalisten een bezoek kunnen brengen aan het CDP. Daarnaast hebben proefdieronderzoekers uitleg gegeven over hun onderzoek in het webmagazine van het UMCG. Huisvesting De RUG en het UMCG besteden de grootst mogelijke zorg aan een optimale huisvesting van hun proefdieren: dit is immers de ruimte waar de dieren vrijwel hun hele leven verblijven. Huisvesting is dan ook meer dan enkel voldoen aan de wettelijke vereisten. De proefdierfaciliteiten van het UMCG (CDP) en de RUG (FDD) zijn geheel vernieuwd in respectievelijk 2009 en 2011 en behoren tot de modernste van Europa. De dierverzorgers doen er alles aan om de dieren zo goed mogelijk te verzorgen. Temperatuur, licht en luchtvochtigheid in de verblijven zijn nauwkeurig te regelen. In de verblijven staat Sky Radio op: door de achtergrondmuziek schrikken de dieren minder van plotselinge geluiden, bijvoorbeeld wanneer een deur open gaat. Een overzicht van publicaties voor het brede publiek is te vinden in bijlage 1. jaarverslag indd :18

11 11 jaarverslag indd :18

12 Onderzoek 12 Moederlijke hormonen in het embryo De periode waarin een embryo zich vormt is essentieel voor de verdere ontwikkeling van het uiteindelijke jong. Dat geldt voor zoogdieren als de mens, maar ook voor vogels en reptielen. Moeders geven hun nakomeling in deze periode onder andere hormonen en antistoffen mee. Onderzoek geeft ons steeds beter inzicht in de functies van deze stoffen. Onderzoekers aan de RUG voerden in 2012 onderzoek uit naar effecten van blootstelling aan moederlijke hormonen in de embryonale fase. Ze gebruiken hiervoor rotsduiven. Groot voordeel van vogels ten opzichte van zoogdieren is dat als een ei eenmaal is gelegd, de moeder de samenstelling niet meer beïnvloedt. Daar komt bij dat de onderzoekers zelf eieren juist gemakkelijk kunnen manipuleren, omdat ze zich buiten het lichaam van de moeder bevinden. Vogels zijn dan ook klassieke modellen voor dergelijk onderzoek. Rotsduiven leggen een nest van twee eieren, die met een tussenpose van veertig uur worden gelegd. De jongen komen dus niet gelijktijdig uit. Het jongste kuiken verkeert daardoor in het nadeel in de strijd om ouderlijk voedsel. Dat is gunstig wanneer er onverhoopt niet genoeg voedsel is omdat de ouders dan snel het tweede jong kwijtraken zodat het schaarse voedsel niet verdeeld hoeft te worden. Probleem is dan wel dat in een goede voedselsituatie de jongste telg moet opboksen tegen de eerder geborenen. Het is bekend dat de laatste eieren veel meer van het stimulerend hormoon testosteron bevatten dan de eerste eieren. De wetenschap vermoedt dan ook dat moeders dat doen om de laatste jongen een boost te geven, zodat ze de competitie met hun oudere broertjes en zusjes aankunnen. Maar dat geeft tegelijkertijd een paradox. Wanneer voedsel schaars is, gooit de moeder eigenlijk haar eigen glazen in. Ze heeft immers een te groot aantal jongen die met elkaar concurreren voor het weinige voedsel. De RUG-onderzoekers veronderstelden daarom dat het effect van testosteron op de jongen niet altijd gelijk zou zijn, maar afhankelijk van het voedselaanbod: onder goede condities maakt testosteron de jongen competitiever; onder slechte voedselcondities resulteert extra testosteron tot snellere dood. Testosteron lijkt namelijk de energie-uitgaven te verhogen en misschien kunnen de kuikens de kosten ervan alleen dragen in goede voedselomstandigheden. Om deze hypothese te testen, verzamelden de onderzoekers eieren uit de eerste leg en injecteerde de ene helft met testosteron en de andere helft met een controlevloeistof. De ouders die deze eieren uitbroedden werden vervolgens in een voedselschaarse omgeving ofwel in een voedselrijke situatie gebracht. De voorspelling van de onderzoekers dat de uitwerking van testosteron afhankelijk is van omgevingsfactoren bleek juist. Het ongerief voor dieren in voedselarme omgeving was echter groter dan verwacht en maakte verfijning van het volgend experiment noodzakelijk. Die verfijning houdt in dat de lengte van verblijf in de voedselarme omgeving wordt beperkt. De onderzoekers herhalen de experimenten nu om te kijken waarom testosteron precies nadelig is onder slechte voedselcondities: kost de boost die het hormoon geeft inderdaad teveel extra energie? Of zijn de jongen misschien gevoeliger voor ziekten door een onderdrukt immuunsysteem? jaarverslag indd :18

13 Organisatie 13 De organisatie van de RUG en het UMCG is zo ingericht, dat het dierenwelzijn optimaal gewaarborgd is. In dit hoofdstuk leest u meer over de (interne)organisatie, wie dierproeven mogen doen en wie daarop toezicht houden. Vergunninghouder Een instelling mag pas dierproeven uitvoeren wanneer het hiervoor een vergunning van de overheid heeft. Het College van Bestuur (CvB) van de RUG is de wettelijke vergunninghouder voor onderzoek en onderwijs met proefdieren aan de RUG én het UMCG. Dit onderzoek en onderwijs vindt plaats in de vrije natuur of in één van de laboratoria met speciale proefdierfaciliteiten. In de proefdierfaciliteit van de Centrale Dienst Proefdieren in het UMCG (CDP) vindt voornamelijk medisch onderzoek en onderwijs plaats. Biologisch en biomedisch onderzoek en onderwijs vinden plaats in de proefdierfaciliteit van de Linnaeusborg (Facultaire Dienst Dierverzorging, FDD). In onderstaand organogram is de organisatie schematisch weergegeven. Alleen medewerkers of onderzoekers met een speciale opleiding mogen uit naam van de vergunninghouder met proefdieren werken. Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Raad van Bestuur (RvB) Rijksuniversiteit Groningen (RUG) College van Bestuur (CvB) Organogram Sector F Directie Management team Proefdierdeskundigen Faculteitsbestuur (FWN) Management team Gebruikersgroep Centrale Dienst Proefdieren (CDP) Optimale dierverzorging Beheer foklijnen (ontwikkelen, opzetten, aanhouden) Biotechnische ondersteuning Faciliteren dierexperimenteel onderzoek Onderwijs Voorlichting (samenleving) Zootechniek Biotechniek Microchirurgie Bedrijfsbureau CDP Front office CDP Facultaire Dienst Dierverzorging (FDD) Faciliteren dierexperimenteel onderzoek Optimale dierverzorging Beheer foklijnen (ontwikkelen, opzetten, aanhouden) Biotechnische ondersteuning Onderwijs Voorlichting Onderzoeksgroepen jaarverslag indd :18

14 14 Dierexperimentencommissie Voordat een onderzoeker daadwerkelijk een dierexperimenteel onderzoek mag uitvoeren, moet het onderzoeksvoorstel zijn goedgekeurd door een dierexperimentencommissie, DEC. De RUG heeft een onpartijdige dierexperimentencommissie die proefdiergebruik beoordeelt voor de RUG én het UMCG (de DEC-RUG). In de DEC-RUG zitten deskundigen op het gebied van (bescherming van) proefdieren, dierproeven, alternatieven voor dierproeven en ethische toetsing. De DEC toetst elk onderzoeksvoorstel aan de bestaande wet- en regelgeving. Ook weegt ze het belang van het dierexperiment af tegen het ongerief dat de proefdieren ondervinden. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat een dier met respect behandeld dient te worden. Bij haar oordeel houdt de DEC-RUG rekening met de psychologische complexiteit van proefdieren, de gevoelswaarde en de maatschappelijke status die aan een diersoort worden toegekend. Daarnaast stelt de DEC-RUG eisen aan de voorbereiding van het onderzoek en aan de vaardigheid en scholing van de uitvoerders. De DEC brengt, net zoals de proefdierdeskundigen, jaarlijks verslag uit aan de vergunninghouder en aan de NVWA. De commissie is onpartijdig: de voorzitter en ten minste twee andere leden zijn niet in dienst zijn van de vergunninghouder. Daarnaast zijn ten minste vijf leden niet betrokken bij het verrichten van Het jaarverslag van de DEC vindt u op: nl/umcg/research/animal-testing/annual-report dierproeven en krijgt de DEC advies van de proefdierdeskundigen van de RUG. De DEC-RUG beoordeelt naast aanvragen voor de RUG en het UMCG ook aanvragen van andere vergunninghouders in Noord-Nederland, namelijk Brains online BV, Institute for Pig Genetics BV, Mucosis BV en Equine Diagnostics. Diersoorten Centraal bij elke afweging staat de intrinsieke waarde van elk dier. In beginsel maakt de DEC dan ook geen onderscheid tussen verschillende diersoorten: ongeacht de diersoort zullen projectaanvragen kritisch beoordeeld worden. Dat neemt niet weg dat de DEC bij de beantwoording van de vraag of een dierproef ethisch acceptabel is ook andere overwegingen meeneemt, zoals de psychologische complexiteit van een dier (denk aan apen). Daarnaast houdt de DEC rekening met de gevoelswaarde en de maatschappelijke status die aan een diersoort worden toegekend. Deze zijn gebaseerd op verschillende factoren, sociale verbondenheid (hond, kat), historische waarde (landbouwhuisdieren) en maatschappelijke relatie (zeehond). Voor proeven met apen hebben de RUG en het UMCG geen faciliteiten. Over experimenten met apen heeft de RUG een apart standpunt opgesteld, dit standpunt is te vinden op jaarverslag indd :18

15 15 jaarverslag indd :18

16 16 Negatief advies en reacties De DEC beoordeelde in onderzoeksaanvragen (voor een gedetailleerd overzicht, zie bijlage 3). In vijf gevallen kregen de aanvragers een negatief advies. Twee keer ging het om dierproeven voor onderwijsdoeleinden. Zo oordeelde de commissie over een aanvraag voor een practicumproef binnen de opleiding Levenswetenschappen, dat niet goed was gekeken of het practicum ook uitgevoerd kon worden door alternatief materiaal zoals slachtafval te gebruiken. Hierop onderzocht de aanvrager grondig of alternatieven mogelijk waren. Dit bleek niet geval, waarna de DEC alsnog akkoord ging. Het tweede geval betrof een practicum voor geneeskundestudenten. De opleiding kon niet voldoende duidelijk maken dat het practicum een noodzakelijk onderdeel van de opleiding vormde. Het betreffende practicum is daarom niet uitgevoerd. In veruit de meeste aanvragen oordeelt de DEC echter positief, maar vaak wel na overleg met de onderzoekers. De onderzoekers moeten dan eerst vragen die de DEC over de aanvraag heeft ( reacties ) beantwoorden, voordat de commissie een beslissing neemt. Vaak gaan de vragen over de onderzoeksvraag, het benodigde aantal dieren, of mogelijke alternatieven; de vragen vormen daarmee een belangrijk instrument in het 3V s-beleid. In 2012 overlegde de DEC bij 280 aanvragen. Aan een geneesmiddelenonderzoeker vroeg de commissie bijvoorbeeld: Je schrijft alleen dat het effect van dit geneesmiddel nog nooit is onderzocht. Maar waarom is het interessant om dit geneesmiddel te onderzoeken? In het kader van verfijning, legde de commissie een aanvrager het volgende voor: Je gebruikt een model met aanzienlijk ongerief voor de muizen. Wellicht kunnen andere modellen je onderzoeksvraag ook beantwoorden; heb je deze modellen overwogen om het experiment te verfijnen?. In een geval waarbij een nieuwe operatietechniek door de aanvrager werd voorgesteld, wilde commissie het volgende weten: Hebben de medewerkers ervaring met deze operatietechniek in muizen? Zo ja, was dit succesvol? Zo nee, hoe ga je deze techniek introduceren? Proefdierdeskundigen Centraal in de bewaking van het dierenwelzijn zijn de proefdierdeskundigen. Zij zien toe op het welzijn van de dieren en of de medewerkers werken volgens de geldende wet- en regelgeving. Als vergunninghouder heeft de RUG twee proefdierdeskundigen in dienst, dit zijn dierenartsen die gespecialiseerd zijn in het inschatten en beoordelen van het welzijn van proefdieren. Een belangrijke taak van deze deskundigen is het adviseren van onderzoekers over de opzet van hun proefdieronderzoek en over manieren om het ongerief voor de dieren te beperken. Doordat de proefdierdeskundigen veel overleggen met collega s in binnen- en buitenland kunnen zij goed beoordelen of ingediende onderzoeksvoorstellen realistisch zijn en of bijvoorbeeld gebruik kan worden gemaakt van de ervaring van een ander instituut bij het introduceren van nieuwe onderzoekstechnieken aan de RUG. jaarverslag indd :18

17 17 De proefdierdeskundigen adviseren ook de DEC bij elke aanvraag over manieren waarop het ongerief bij proefdieren verminderd kan worden, ze verzorgen onderwijs over proefdieren en dierproeven voor onderzoekers en dierverzorgers/biotechnici en werken mee aan de beleidsvorming over proefdiervoorzieningen. Tot slot registreren ze wie betrokken zijn bij dierproeven, het aantal dierproeven en het aantal proefdieren dat daarbij wordt ingezet, het ongerief dat zij ondervinden en het aantal dieren dat wordt gefokt. De proefdierdeskundigen rapporteren hun bevindingen jaarlijks aan de vergunninghouder en de NVWA. Onderwijs Een belangrijke taak van de proefdierdeskundigen is het geven van onderwijs. In 2012 organiseerden zij drie keer de cursus Proefdierkunde, met in totaal 101 deel nemers. De cursus leidt op tot de wettelijke bevoegdheid ex. artikel 9 van de wet op de dierproeven. Iedereen die zelfstandig met proefdieren werkt moet deze cursus hebben afgerond. Daarnaast gaven de proefdier deskundigen biotechnische training voor medewerkers en artikel 12 biotechnici in opleiding. De proefdierdeskundigen gaven in 2012 in samenwerking met de dierfaciliteiten extra interne trainingen over het verrichten van secties. Momenteel voeren relatief weinig onderzoekers zelf secties uit aan dieren met onbegrepen ziekteverschijnselen. In plaats daarvan sturen zij levende dieren op voor pathologisch onderzoek. De RUG en het UMCG streven er in het kader van verfijning naar om zoveel mogelijk secties binnen de dierfaciliteiten zelf uit te voeren. Ook in 2013 zullen de proefdierdeskundigen daarom dergelijke trainingen verzorgen. Het jaarverslag van de proefdierdeskundigen is te raadplegen op: research/animal-testing/jaarverslag_proefdierdeskundigen_2012.pdf jaarverslag indd :18

18 18 Toezicht op het dierenwelzijn Om hun hoofdtaak, het houden van toezicht op het welzijn van proefdieren en de locaties waar zij zijn gehuisvest, goed te kunnen uitvoeren, bezoeken de proefdierdeskundigen regelmatig de dierkamers in de dierfaciliteiten. De frequentie van deze bezoeken varieert van ten minste één maal per kwartaal tot minimaal één keer per week. De frequentie hangt af van het ongerief dat verwacht of geconstateerd wordt bij de dieren, de complexiteit van de experimenten, de competenties van de uitvoerenden en de bekendheid van de proefdierdeskundigen met de handelingen en apparatuur. De proefdierdeskundigen maken regelmatig samen met de coördinator van elke onderzoeksgroep een rondgang langs alle proefdieren van die groep. Hierbij worden dierenwelzijn, huisvesting, verzorging en punten van algemene aard besproken en beoordeeld. Waar nodig doen de proefdierdeskundigen aanbevelingen voor verbeteringen. De voorbereiding op deze bezoeken stimuleert onderzoekers en biotechnici om hun administratie en andere zaken goed op orde te hebben. Het afgelopen jaar constateerden de proefdierdeskundigen dat de dierproeven voor het overgrote deel zorgvuldig werden uitgevoerd volgens de afspraken die in de DEC-aanvragen staan. Bij een aantal experimenten gaven de deskundigen adviezen om dierenwelzijnssituatie te verbeteren, bijvoorbeeld over individuele huisvesting van sociale dieren zonder goede onderbouwing of het niet vaak genoeg controleren van oudere dieren. In overleg met de onderzoekers zijn zulke situaties verbeterd. jaarverslag indd :18

19 19 NVWA Naast de interne controle, houdt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht op de naleving van de Wod. Hiervoor sturen de DEC-RUG en de proefdierdeskundigen hun jaarverslagen op naar de NVWA. Daarnaast voert de NVWA zelf controles uit bij de RUG en het UMCG. Tijdens deze inspecties controleerde de inspecteur de huisvesting en verzorging van proefdieren, de deskundigheid van het personeel en de reden voor de dierproef. Als de regels niet worden nageleefd, dan volgt een waarschuwing. Bij een tweede constatering moet men de proef beëindigen of wordt de vergunning ingetrokken. Maar, de inspecteurs van de NVWA hebben niet alleen een controlerende functie: de proefdierdeskundigen kunnen bij hen ook aankloppen voor advies. Inspecties 2012 In 2012 bracht de NVWA vijf bezoeken aan de dierfaciliteiten van de RUG en voerde twee veldinspecties uit. De inspectie heeft daarbij twee schriftelijke waarschuwing gegeven. In het eerste geval ging het om sociale dieren die zonder goede redenen apart werden gehuisvest en een onvoldoende bijgehouden administratie. De tweede waarschuwing gaf de NVWA omdat proeven waren begonnen voordat de DEC een positief advies had gegeven en/of de benodigde ontheffingen nog niet verkregen waren en de proefdierdeskundige niet geïnformeerd was over de start van de proef. De proefdierdeskundigen hebben na aanleiding van deze waarschuwingen de betrokken medewerkers ervan overtuigd dat de procedures strikt gevolgd moeten worden en ze de benodigde vergunningen op tijd aan dienen te vragen. Bovendien ontwikkelt de CDP een sterk verbeterd administratiesysteem. jaarverslag indd :18

20 Onderzoek 20 Insulineresistentie Wetenschappers bij het UMCG onderzoeken de insulinegevoeligheid van muizen die de ontstekingsremmer Prednisolon krijgen. Mensen krijgen Prednisolon voorgeschreven bij aandoeningen waarbij een ontstekingsreactie optreedt, zoals astma, reuma, multiple sclerose (MS), de darmziekten colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. Wanneer ze dit medicijn langdurig gebruiken, treden er ernstige bijwerkingen op waaronder insulineresistentie. Het lichaam is dan minder gevoelig voor het hormoon insuline, de patiënt heeft dan een continu te hoge bloedsuikerspiegel (teveel glucose in het bloed). Een groot voordeel van deze nieuwe methode is dat de proefdieren een geringe mate van ongerief ervaren waardoor de onderzoekers dezelfde muizen kunnen gebruiken voor meerdere metingen. Volgens de veelgebruikte standaard methode zouden de onderzoekers drie keer zoveel muizen nodig hebben voor hun experiment. De onderzoekers hebben het aantal proefdieren dus weten te verminderen met 66%. Bijkomend voordeel is dat de meetresultaten beter samenhangen doordat in elk proefdier meerdere metingen worden verricht. Een ongezonde situatie en bovendien vaak een voorloper van diabetes type 2. Om deze nadelige gevolgen in de toekomst te kunnen tegengaan, moeten onderzoekers eerst meer te weten komen over de onderliggende oorzaak: maakt de lever teveel glucose aan of nemen de organen de glucose slecht op? Omdat onze westerse voeding relatief veel vet bevat, wilden de onderzoekers er bovendien achter komen welk effect Prednisolon in combinatie met een vetrijk dieet heeft op insulineresistentie. Een veelgebruikte, betrouwbare methode om dit wel te meten is echter erg invasief waardoor de muizen veel ongerief ervaren en slechts voor één meting gebruikt kunnen worden. De UMCGonderzoekers hebben daarom een nieuwe, minder invasieve meet- en rekenmethode ontwikkeld waarbij ze bij muizen een heel klein beetje (nietradioactief) gemerkte glucose injecteren in de buikholte. Vervolgens nemen ze enkele bloedmonsters af om de glucoseconcentratie en de hoeveelheid gemerkte glucose te meten. jaarverslag indd :18

21 21 jaarverslag indd :18

22 22 Ongerief Proefdieren ervaren altijd een bepaalde mate van ongerief. De Nederlandse regelgeving deelt dat ongerief in zes categorieën in: gering, gering tot matig, matig, matig tot ernstig, ernstig en zeer ernstig. De DEC maakt bij projectaanvragen een inschatting van de mate van ongerief waarmee een proefdier te maken krijgt tijdens het experiment. Zo n inschatting brengt een zekere subjectiviteit met zich mee. Leidend bij de inschatting is de uitgebreide eigen expertise van de DECleden en de inschatting van onderzoekers en proefdierdeskundigen. Veelvoorkomende handelingen zijn bovendien gestandaardiseerd. Zo vallen het maken van röntgenfoto s en een enkelvoudige bloedafname bijvoorbeeld, onder gering ongerief ; Gipsverbanden aanleggen en huidtransplantatie onder matig ongerief. Ernstig ongerief is bijvoorbeeld het langdurig onthouden van voedsel, drinkwater of slaap. Natuurlijk zijn er ook twijfelgevallen. De DEC deelt de proef bij twijfel altijd in in een hogere ongeriefklasse. Aantal dierproeven waarbij sprake was van In 13% van de dierproeven ondervonden de dieren het laagst mogelijke ongerief: ze werden zonder voorafgaande handelingen geëuthanaseerd. Deze dieren werden daarna gebruikt voor snijpractica of er werden organen uitgenomen voor in vitro-onderzoek. Dilemma: weinig dieren met veel ongerief of veel dieren met weinig ongerief Kies je voor weinig dieren met veel ongerief of veel dieren met weinig ongerief? Bij het beoordelen van onderzoeksaanvragen hanteert de DEC het uitgangspunt dat minder ongerief voorrang heeft boven vermindering van het aantal proefdieren. Dat betekent: liever meer dieren die minder ongerief ervaren dan minder dieren die meer ongerief ervaren. Maar, in sommige onderzoeken heeft het de voorkeur om vervolgexperimenten te doen met dezelfde proefdieren. Dit geeft dan weliswaar een hoger ongerief per proefdier, maar het levert ook onderzoeksgegevens op met een betere samenhang. 0,6 % 0,1 % 30,3% 6,0 % 20,0% 43,0% gering ongerief gering tot matig ongerief matig ongerief matig tot ernstig ongerief ernstig ongerief zeer ernstig ongerief Meer voorbeelden van handelingen en bijbehorende ongeriefindeling vindt u op de website: jaarverslag indd :18

23 Dierproeven in getallen 23 In 2012 zijn er bij de RUG en het UMCG dierproeven verricht, waarvan 45% bij FWN, 55% bij het UMCG. Ten opzichte van 2011 betekent dat een stijging van dierproeven. Een dierproef is één handeling met één proefdier. Een dierproef komt pas in de statistieken zodra de proef is afgerond. Dierproeven opgesplitst naar doel Volgens definitie NVWA, totaal dierproeven Ontwikkeling, productie, controle vaccins, 4% geneesmiddelen, biologische producten, medische hulpmiddelen/toepassingen 5% Onderwijs 91% Wetenschappelijke vraag 5% 9% 10% 21% 23% Dierproeven voor wetenschappelijke vraag Volgens definitie NVWA Wetenschappelijke vraag m.b.t. kanker bij mensen Wetenschappelijke vraag m.b.t. geestes- en zenuwziekten bij mensen Wetenschappelijke vraag m.b.t. hart- en vaatziekten bij mensen Wetenschappelijke vraag m.b.t. andere ziekten bij mensen Wetenschappelijke vraag m.b.t. gedrag bij dieren 31% Andere wetenschappelijke vraag Ten opzichte van 2011 zijn vooral meer proeven met vissen (+1.432), muizen (+1.866) en vogels (+2.910) uitgevoerd. Het aantal proefdieren fluctueert jaarlijks door beschikbare budgeten en onderzoekscapaciteit, daarnaast is er een aantal oorzaken van de stijging in 2012 ten opzichte van 2011 aan te wijzen. In februari 2011 verhuisde de dierfaciliteit van FWN naar een nieuwe locatie op de Zernike Campus. Zoals geschreven in het jaarverslag 2011, leidde deze verhuizing en de problemen met de klimaatbeheersing tot een aanzienlijke daling van het aantal dierproeven met knaagdieren, kippen en andere vogels; onderzoekers anticipeerden op de verhuizing door dierproeven uit te stellen. In 2012 is de nieuwe faciliteit volledig functioneel en is al het onderzoek weer opgepakt. Een belangrijk deel van stijging in de categorie Andere vogels is veroorzaakt door geïntensiveerd veldonderzoek, waarbij onderzoekers vogels in hun natuurlijke omgeving bestuderen. De onderzoekers gaven aan bij veldstudies naar koolmezen, pimpelmezen, kemphanen en grutto s in 2011 tegen een beperkt budget aan te lopen, waardoor ze minder veldassistenten konden aanstellen. Het aantal gevangen dieren in veldstudies viel daarom in 2011 lager uit. In 2012 is nieuwe financiering binnengehaald voor veldonderzoek, waardoor meer dieren gevangen en gezenderd zijn. De stijging in proeven met vissen is terug te voeren tot een groot onderzoeksproject met stekelbaarzen dat in 2012 is beëindigd. De beëindiging van het project maakt dat alle betrokken dieren in 2012 worden geteld. Daarnaast is in 2012 een zebravisfaciliteit in het CDP geopend. jaarverslag indd :18

24 24 Tabel 1: Aantal dierproeven binnen de RUG en het UMCG in de periode Diersoort Muizen Ratten Hamsters Cavia s Andere knaagdieren Konijnen Andere vleeseters Katten Oude wereld-apen Varkens Geiten Schapen Kippen Kwartels Andere vogels Amfibieën Vissen Totaal jaarverslag indd :18

25 25 jaarverslag indd :18

26 Onderzoek 26 Immuunsysteem onderzoeken in zebravissen In 2012 zette de CDP een zebravisfaciliteit op. De eerste onderzoeker is nu in de nieuwe faciliteit aan de slag. De wetenschappers gebruiken de zebravissen om het immuunsysteem van de hersenen te onderzoeken, dat een rol speelt bij hersenziekten zoals Parkinson en Alzheimer. Of beter gezegd: de larven van de vissen. Een zebravispaartje produceert met gemak tweehonderd eitjes per legsel. Het vrouwtje laat de eitjes los in het water, waarna het mannetje ze bevrucht. De eitjes zakken naar de bodem door een speciaal rooster, waar ze veilig zijn voor de ouderlijke vissen. De kersverse ouders eten hun eitjes namelijk graag op. De onderzoeker vist de eitjes vervolgens met een theezeefje van de bodem. Een onderzoeker vertelt: Na twee dagen zijn de eitjes uitgegroeid tot een soort kikkervisjes van ongeveer een millimeter groot; ze hebben een hart, bloedsysteem en een functionerend immuunsysteem. Vanaf dat moment gebruiken we ze voor experimenten. We fixeren de larven in een gelachtig laagje op een stukje glas. Groot voordeel is dat de larven in de gel blijven leven en dus gewoon doorgroeien. Omdat ze doorzichtig zijn kunnen we de hersenen vervolgens bestuderen onder een microscoop. een hersenplakje. Daar is heel veel nuttige informatie uit te halen, maar het blijft een momentopname. En veelal een momentopname van het laatste stadium van de ziekte. Dat terwijl een verouderingsziekte niet plots begint, maar vaak al tientallen jaren eerder sluipenderwijs z n intrede heeft gedaan. Het is dan alsof je naar de ravage van een auto-ongeluk staat te kijken. Je kijkt naar de brokstukken en moet reconstrueren dat het ongeluk veroorzaakt is door de bestuurder van links die moest remmen voor een fietser die uitweek voor een auto omdat de bestuurder hem over het hoofd zag. Welke rol het immuunsysteem precies speelt in ziekten als Alzheimer of Parkinson is onbekend. De onderzoeker hoopt met behulp van de zebravislarven stapje voor stapje te ontrafelen hoe het immuunsysteem zich gedraagt in de levende hersenen, en hiermee bij te dragen aan verbeterd inzicht in de rol van het immuunsysteem in hersenziekten. Daarnaast is men op zoek naar nieuwe aanknopingspunten voor medicijnen tegen ouderdomsziekten. De komende jaren verwacht de onderzoeker zijn eerste vindingen te publiceren. Nieuwsgierig? Neem een kijkje in het lab op: Het immuunsysteem speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van hersenziekten als Alzheimer of Parkinson. In zebravislarfjes kunnen we die processen in levende hersenen bekijken, legt de onderzoeker uit: In bijvoorbeeld andere ziekte modellen zoals muizen of ratten kijk je vaak naar jaarverslag indd :18

27 27 jaarverslag indd :18

28 28 Vervanging, Vermindering, Verfijning Bij onderzoek en onderwijs met proefdieren aan de RUG en het UMCG staan de 3 V s centraal: vervanging en vermindering van proefdieren en verfijning van de dierproeven. Concreet betekent dit dat we zo min mogelijk proefdieren gebruiken en ervoor zorgen dat de proefdieren die we wel gebruiken zo min mogelijk ongerief ervaren. Vervanging Een onderzoeker mag een dierproef alleen uitvoeren als het niet anders kan. Onderzoekers en proefdierdeskundigen kijken dan ook altijd eerst of de dierproef elders niet eerder is uitgevoerd of, als dat niet het geval is, vervangen kan worden door een gelijkwaardige onderzoeks- of onderwijsmethode waarbij geen proefdieren worden gebruikt. De RUG en het UMCG zijn zeer terughoudend met het uitvoeren van dierproeven: waar dat kan voeren we onderzoek en onderwijs uit met dierproefalternatieven zoals ongewervelden, cellen, weefsels, computersimulaties en slachthuismateriaal in plaats van met proefdieren. Zo maken biotechnici en onderzoekers voor onderdelen van hun training bijvoorbeeld gebruik van kunstratten en worden operatietechnieken opgenomen. Andere onderzoekers kunnen de operatietechniek stap voor stap bekijken en aanleren zonder dat daarbij proefdieren nodig zijn. De CDP heeft video-opnames beschikbaar gemaakt van niertransplantaties en canulaties. Vermindering Bij een dierexperiment zetten de RUG en het UMCG in op het verminderen van het aantal benodigde dieren: een opzet met zo min mogelijk proefdieren, die nog wel betrouwbare resultaten oplevert. De RUG doet aan vermindering door de proefopzet waar mogelijk te standaardiseren en gebruik te maken van genetisch gemodificeerde standaardstammen waardoor de proefdieren en resultaten beter vergelijkbaar zijn. Ook door beeldvormende technieken zoals echo of PET toe te passen, vermindert het benodigde aantal dieren: onderzoekers kunnen in hetzelfde dier het verloop van bijvoorbeeld tumorgroei volgen. Bij sommige onderzoeksvoorstellen adviseert de DEC of de proefdierdeskundige onderzoekers om eerst een pilotonderzoek te doen. Dankzij zo n kort vooronderzoek kan de onderzoeker de opzet van het echte onderzoek verbeteren of de technieken verfijnen, zodat er uiteindelijk minder proefdieren voor het experiment nodig zijn (en de dieren minder ongerief ervaren). Soms kunnen proefdieren na het oorspronkelijke experiment opnieuw worden gebruikt, bijvoorbeeld voor een (vervolg)experiment of voor onderwijs. In 2012 ging 4% van de dieren een tweede maal een proef in. jaarverslag indd :18

29 29 Optimale informatievoorziening Een belangrijke stap die de RUG en het UMCG het komend jaar gaan maken, is de introductie van een nieuw administratiesysteem. Op dit moment heeft elke foklijn een eigen database met informatie. Om het aantal te fokken dieren goed af te stemmen op de vraag van onderzoekers, werkt de CDP sinds een aantal jaren aan een centraal administratiesysteem, dat in 2013 zal worden geïmplementeerd. Een efficiëntere administratie van dierproeven en proefdieren leidt naar verwachting tot vermindering van proefdieren (en verfijning van dierproeven), niet alleen door de fok beter op de vraag af te stemmen, maar ook doordat onderzoekers beter geïnformeerd zijn over proefdieren die hun collega s gebruiken en zo makkelijker kunnen samenwerken. Tot slot zijn alle proefdieren in dit nieuwe systeem makkelijker traceerbaar voor de onderzoekers, proefdierverzorgers, biotechnici en proefdierdeskundigen. Bovendien zijn gegevens over het welzijn van de dieren opgenomen, wat het uiteindelijke toezicht op de uitvoering van experimenten gemakkelijker maakt. Verfijning De derde pijler onder het onderzoek met proefdieren is verfijning: het beperken van het ongerief dat proefdieren ervaren door bijvoorbeeld huisvesting, experimentele technieken of anesthesie. De onderzoekers, dierverzorgers, biotechnici en proefdierdeskundigen van de RUG zijn dagelijks met verfijning bezig. Door dierproeven te verfijnen neemt het welzijn van de dieren toe en worden ziekten en gedragsafwijkingen voorkomen. Dergelijke maatregelen zijn daarmee niet alleen goed voor de dieren, maar ook voor de kwaliteit van het onderzoek. Zo huisvesten onderzoekers sociale dieren als ratten in principe in groepen, waardoor ze minder stress ervaren. Daarnaast vergroten de RUG en het UMCG continue de aanwezige kennis over diersoorten, waardoor de dieren optimaal kunnen worden gehuisvest, gevoed en verzorgd. Ter voorbereiding van de start van een experiment met zebravissen, hebben de proefdierdeskundigen in 2012 bijvoorbeeld de zebravisfaciliteit van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam bezocht en een cursus visziekten gevolgd. Bestraling heeft soms vervelende neveneffecten. Wetenschappers die onderzoek deden naar beenmergtransplantaties bestraalden bijvoorbeeld proefdieren, zodat de bloedvormende cellen werden vernietigd. Maar, deze dieren kregen na de beenmergtransplantatie vaak last van hun darmen omdat deze ook door de bestraling beschadigd raakten. Hierdoor ontstaat extra ongerief. In 2011 ontwikkelden de proefdierdeskundigen een ondersteuningsprotocol om dat ongerief te verminderen. Omdat steeds meer onderzoeksgroepen proefdieren bestralen, is dit protocol in 2012 geschikt gemaakt voor algemeen gebruik. Inmiddels gebruiken alle onderzoekers die werken met bestraling dit protocol. jaarverslag indd :18

30 Onderzoek 30 Slaaptekort Een goede nachtrust is in de huidige 24-uurssamenleving een hele opgave. Een tekort aan slaap kan echter zeer schadelijke gevolgen hebben voor de hersenen. Groningse neurobiologen onderzoeken de hippocampus, het hersengebied dat betrokken is bij leren, geheugen en emoties. Dit gebied blijkt zelfs te krimpen bij ratten met een chronisch slaaptekort. De onderzoekers onderzochten de hersenen van laboratoriumratten die slechts vier uur per dag nachtrust kregen, terwijl de dieren normaal ruim tien uur slapen. In eerder onderzoek vonden ze al dat een week slaaptekort ernstige gevolgen heeft voor het rattenbrein: het serotoninesysteem, dat betrokken is bij stress en emotie, raakt ontregeld en is veel minder gevoelig voor de neurotransmitter serotonine. Een maand lang slaaptekort blijkt echter ook gevolgen te hebben voor de rattenhersenen zelf. De onderzoekers ontdekten dat er dan veranderingen in de hersenstructuur optreden. Bij ratten die een maand lang te weinig hebben geslapen, zien we het hersengebied dat betrokken is bij leren, geheugen en emoties de hippocampus ongeveer tien procent kleiner worden. De hippocampus blijkt dus heel gevoelig voor verstoringen zoals slaaptekort. niet alleen tot de symptomen van depressie behoren, maar ook oorzaak kunnen zijn. Of de krimp van de hippocampus omkeerbaar is, weten de onderzoekers nog niet: Dat is een van de belangrijke vragen voor ons vervolgonderzoek. We weten alleen dat er krimp is; het mechanisme is nog onduidelijk. Misschien sterven de hersencellen af of vermindert de aanmaak van nieuwe cellen; maar de aanwezige cellen kunnen ook gewoon afnemen in volume. Slaaptekort is een fenomeen dat steeds vaker voorkomt in de Westerse samenleving. Niet alleen bij volwassen die te maken hebben met ploegendiensten of een hoge werkdruk, maar ook bij kinderen die tot laat televisie kijken of surfen op het internet en de volgende ochtend weer vroeg op school zitten. De onderzoeksresultaten dwingen ons om slaap in de huidige 24-uurssamenleving serieuzer te nemen. Een verkleining van de hippocampus zou van invloed kunnen zijn op leerprestaties en stemming. En dat is van belang: ook bij depressieve patiënten is een verkleining van de hippocampus en een ontregeld serotoninesysteem te meten. Deze resultaten bevestigen dan ook dat slaapproblemen jaarverslag indd :18

31 31 jaarverslag indd :18

32 32 Surplusdieren Het grootste deel van de proefdieren die de RUG en het UMCG gebruiken, zijn binnen de dierfaciliteiten zelf gefokt. Het gaat vooral om (transgene) ratten en muizen. Lang niet alle gefokte dieren komen in een experiment terecht: het grootste deel wordt voortijdig gedood. In 2012 werden dieren gefokt waarvan , zo n 90%, niet voor experimentele doeleinden is gebruikt 2. Deze dieren worden aangeduid als surplusdieren of fokoverschot. De RUG en het UMCG zien dit grote aantal surplusdieren als een probleem. De doelstelling is immers zo min mogelijk dieren te gebruiken. Een fokoverschot is helaas onvermijdelijk. Proefdieren kunnen ziek worden of overlijden en veel dieren zijn genetisch niet geschikt. Daarnaast moeten de proefdieren zoveel mogelijk identiek zijn om betrouwbare onderzoeksresultaten te krijgen. Ze moeten bijvoorbeeld even oud en van hetzelfde geslacht zijn, onder identieke omstandigheden zijn geboren, hetzelfde voer hebben gegeten en in dezelfde kooien hebben gezeten. Ook logistieke en andere, externe factoren dragen in sommige gevallen bij aan het fokoverschot. Op het moment dat de benodigde proefdieren beschikbaar zijn, kan de onderzoeksapparatuur stuk zijn of de onderzoeker is door plotselinge ziekte afwezig. 2 Onderzoekers gebruiken veel meer mannetjesmuizen -en ratten dan vrouwtjes. De overtollige vrouwtjes worden daarom vaak al enkele weken na geboorte gedood, voor de zogenaamde speenleeftijd (drie weken). Niet alle instellingen rekenen deze dieren als fokoverschot. De RUG en het UMCG hebben deze dieren wel opgenomen in de hiergenoemde cijfers. Rekenvoorbeeld fokoverschot Stel dat er voor een proef 60 identieke muizen nodig zijn, dan moeten er in totaal gemiddeld 170 muizen gefokt worden. Een paartje muizen krijgt 8 jongen, deze krijgen zelf weer 32 jongen, die op hun beurt 128 jongen krijgen: 64 mannetjes en 64 vrouwtjes. Pas dan zijn er 60 identieke muizen om de proef te beginnen. Dan zijn er in totaal dus = 170 muizen gefokt, waarvan er slechts 60 in de proef terecht-komen. De overige 110 zijn surplusdieren. Tot slot is een groot deel van de surplus-dieren nodig voor het in stand houden van unieke of waardevolle foklijnen. Om deze foklijnen te behouden, moeten dieren regelmatig in fok worden gezet, ook als ze niet direct nodig zijn voor onderzoek of onderwijs. Als dat niet gebeurt, is zo n foklijn letterlijk ten dode opgeschreven. Veel dieren fokken zonder ze daadwerkelijk te gebruiken voor onderzoek of onderwijs is echter niet acceptabel. De doelstelling van de RUG en het UMCG was en is dan ook om de fokefficiëntie te verhogen. Het fokbestand wordt steeds kritisch bekeken, getracht zo efficiënt mogelijk te fokken en geprobeerd surplusdieren toch nuttig in te zetten. Daarnaast zien de RUG en het UMCG cryopreservatie als een belangrijke techniek om het fokoverschot te verminderen. jaarverslag indd :18

33 33 Cryopreservatie Cryopreservatie is een techniek waarbij een foklijn wordt ingevroren in plaats van levend in stand houden. Het werkt als volgt: als een unieke foklijn voor langere tijd niet nodig is, vriest een specialist van de faciliteit bevruchte eicellen van die lijn in. Tegen de tijd dat een bepaalde foklijn weer nodig is, maakt men een vrouwtje schijnzwanger en wordt een bevruchte eicel ingebracht. Het grote voordeel van deze techniek is dat er in de tussentijd geen dieren worden gefokt om de foklijn in stand te houden. Hierdoor kan het aantal surplusdieren worden teruggedrongen. Nadeel is echter dat cryopreservatie alleen geschikt is voor foklijnen die langere tijd niet nodig zijn. Daarnaast is het invriezen niet zonder risico s: niet alle ingevroren embryo s worden weer levensvatbaar. jaarverslag indd 33 Net als in voorgaande jaren hebben de RUG en het UMCG in 2012 enkele lijnen laten cryopreserveren bij externe bedrijven. In 2013 wordt dit programma verder uitgebreid. Vanwege de snelheid, kosten en controle op het proces willen RUG en UMCG in de toekomst zelf de instrumenten en technieken bezitten om foklijnen te cryopreserveren. In 2012 is voortgang geboekt in het opzetten van deze techniek. Nuttig inzetten surplusdieren De RUG en het UMCG dringen het fokoverschot verder terug door surplusdieren in te zetten voor alternatieve doelen. Nadat de dieren uit het fokoverschot zijn geëuthanaseerd, worden bloed en weefsels verzameld en gebruikt voor onderwijs, bijvoorbeeld interne trainingen om nieuwe operatietechnieken te leren of te onderhouden :19

34 34 Het einde van de proef Bij het doen van proefdieronderzoek hoort ook het doden van dieren. Een stap die geen van de dierverzorgers en onderzoekers graag uitvoert: ze hebben voor het werk gekozen omdat ze graag met dieren werken. Sommige mensen denken dat de proefdieren sterven als gevolg van het experiment. Dit is echter meestal niet het geval. In enkele gevallen krijgen dieren complicaties waardoor de dieren ernstig (dreigen te) lijden. In zulke gevallen passen onderzoekers het zogenaamde humaan eindpunt toe. Ze halen het dier uit het experiment op het moment dat het lijden onacceptabel dreigt te worden. Het dier wordt vervolgens geëuthanaseerd, zodat ernstig leed zoveel mogelijk voorkomen wordt. De meeste dieren worden gedood, omdat het onderzoek is afgerond, of omdat het dier boventallig is. De dierverzorgers verzamelen elke week de dieren die gedood gaan worden. De euthanasieprocedure is zo ontwikkeld, dat de dieren er zo min mogelijk van merken. De dieren komen in een bak met een mengsel van zuurstof (O 2 ) en koolstofdioxide (CO 2 ), waarbij het CO 2 -gehalte langzaam oploopt. Hierdoor raken de dieren eerst buiten bewustzijn, waarna ze stikken. jaarverslag indd :19

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc jaarverslag dierproeven 2013 De VU en VUmc doen onderzoek met behulp van proefdieren. Dat gebeurt met zeer goede redenen en op een verantwoorde manier. Over het gebruik

Nadere informatie

Dierexperimenteel onderzoek. Jaarverslag 2011

Dierexperimenteel onderzoek. Jaarverslag 2011 I Dierexperimenteel onderzoek Jaarverslag 2011 1 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2011 2 3 I nhoudsopgave S amenvatting 1 Inleiding...5 1.1 Proefdieren voor onderzoek

Nadere informatie

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag DEC-RUG 2014 Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post e-mail internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen secrdec.umcg@umcg.nl (secretariaat)

Nadere informatie

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron Niet-technische samenvatting 2015311 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Heeft de kwaliteit van het afweer systeem bij de vader een invloed on de kwetsbaarheid van de kinderen voor moederlijk

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2006. FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007

JAARVERSLAG 2006. FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007 JAARVERSLAG 2006 FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007 Nederlands Vaccin Instituut (NVI), Bilthoven Jaarverslag 2006 Functionaris ex. art. 14 Wod, N VI ALGEMEEN

Nadere informatie

7,4. Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart keer beoordeeld. - Wat zijn proefdieren eigenlijk?

7,4. Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart keer beoordeeld. - Wat zijn proefdieren eigenlijk? Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart 2003 7,4 24 keer beoordeeld Vak ANW - Wat zijn proefdieren eigenlijk? Een dierproef is een experiment waarbij (levende) dieren worden gebruikt voor

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2017

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2017 DIERPROEVEN Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2017 Deze brochure is de publieksversie van Zo doende 2015, het jaarverslag over dierproeven en proefdieren van

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE 2014. Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening.

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE 2014. Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening. DIERPROEVEN Zo doen ze dat! EDITIE 2014 Dierproeven doe je niet zomaar. Toch zijn ze soms nodig. Strenge regels zorgen ervoor dat je alleen dierproeven kunt doen als het echt niet anders kan. Veel mensen

Nadere informatie

Wat is een dierproef?

Wat is een dierproef? Proefdieren Lesoverzicht Wat weet je al? Wat is een dierproef? Waarom worden dierproeven uitgevoerd? Welke dieren zijn proefdieren? Wie controleert dierproeven en hoe? Welke bedrijven doen aan dierproeven?

Nadere informatie

1,5 miljoen Fout. Dit is het aantal dierproeven dat in 1978 werd gedaan. In 2008 is het aantal dierproeven gehalveerd naar 580.000.

1,5 miljoen Fout. Dit is het aantal dierproeven dat in 1978 werd gedaan. In 2008 is het aantal dierproeven gehalveerd naar 580.000. Quiz over dierproeven Hier kun je alle vragen en antwoorden van de quiz nalezen. Stel de vragen ook eens aan je klasgenoten na afloop van een spreekbeurt of presentatie over dierproeven. Hoe ga je te werk?

Nadere informatie

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 "Vertrouwelijk"

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 Vertrouwelijk JAARVERSLAG 00 Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Algemeen Sinds 990 kent de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) een Dierexperimentencommissie

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE 2015. Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening.

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE 2015. Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening. DIERPROEVEN Zo doen ze dat! EDITIE 2015 Dierproeven doe je niet zomaar. Toch zijn ze soms nodig. Strenge regels zorgen ervoor dat je alleen dierproeven kunt doen als het echt niet anders kan. Veel mensen

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015246 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontrafelen van de rol die darmflora speelt in het ontstaan van hart- en vaatziekten 1.2 Looptijd van het project 1.3

Nadere informatie

dierproeven Zo doen ze dat!

dierproeven Zo doen ze dat! dierproeven Zo doen ze dat! Dierproeven doe je niet zomaar. Er gelden strenge regels die het welzijn van proefdieren moeten beschermen. Ondanks tal van bezwaren, ook bij onderzoekers, doen we dierproeven.

Nadere informatie

dierproeven Zo doen ze dat!

dierproeven Zo doen ze dat! dierproeven Zo doen ze dat! Dierproeven doe je niet zomaar. Er gelden strenge regels die het welzijn van proefdieren moeten beschermen. Ondanks tal van bezwaren, ook bij onderzoekers, doen we dierproeven.

Nadere informatie

Analisten en proefdieren

Analisten en proefdieren Analisten en proefdieren LIMO labdag 5 oktober 2011 Fred Poelma Proefdierdeskundige Universiteit Utrecht en UMC Utrecht 31 oktober 2011 Inhoud presentatie Inleiding Wet op de dierproeven 3 V s Bevoegd

Nadere informatie

Jaarverslag Proefdierdeskundigen

Jaarverslag Proefdierdeskundigen Jaarverslag Proefdierdeskundigen 2011 Vergunninghouder Rijksuniversiteit Groningen M. van der Meulen-Frank C.M.A. Thuring 22 mei 2012 Jaarverslag proefdierdeskundigen 2011 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1

Nadere informatie

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2010 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post E-mail Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen secr.dec@med.umcg.nl (secretariaat) WWW-pagina www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2013 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen e-mail secrdec.umcg@umcg.nl (secretariaat) internet www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2008 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post Postbus 72 9700 AB Groningen E-mail secr.dec@med.umcg.nl (secretariaat) WWW-pagina www.rug.nl/umcg/dec jaarverslag DEC-RUG

Nadere informatie

Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen. Jaarverslag 2009

Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen. Jaarverslag 2009 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2009 2 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Foto omslag Het exterieur van het nieuwe gebouw van de Centrale Dienst

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving Niet-technische samenvatting 2016491-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van ijzer op een hormoon dat betrokken is bij het calcium- en fosfaatmetabolisme (FGF23) bij chronische nierpatiënten.

Nadere informatie

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk Dr. Franck Meijboom UHD Departement Dier in Wetenschap Maatschappij (fd) & Ethiek Instituut Voorzitter

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2016

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2016 DIERPROEVEN Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2016 DEZE BROCHURE IS DE PUBLIEKSVERSIE VAN ZO DOENDE 2014, HET JAARVERSLAG OVER DIERPROEVEN EN PROEFDIEREN VAN

Nadere informatie

Jaarverslag Proefdierdeskundigen 2014

Jaarverslag Proefdierdeskundigen 2014 Jaarverslag Proefdierdeskundigen 2014 Vergunninghouder Rijksuniversiteit Groningen M. van der Meulen-Frank C.M.A. Thuring 1 juni 2015 De afbeelding is een werk van de Japanse kunstenaar Numata Kashu (1838-1901)

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018 DIERPROEVEN Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018 DEZE BROCHURE IS DE PUBLIEKSVERSIE VAN ZO DOENDE 2016, HET JAARVERSLAG OVER DIERPROEVEN EN PROEFDIEREN VAN

Nadere informatie

JAARVERSLAG Functionaris ex. art. 14 Wet op de dierproeven Radboud Universiteit Nijmegen

JAARVERSLAG Functionaris ex. art. 14 Wet op de dierproeven Radboud Universiteit Nijmegen JAARVERSLAG 13 Functionaris ex. art. 14 Wet op de dierproeven Radboud Universiteit Nijmegen Nijmegen, aug 14 Inhoudsopgave 1. Inleiding. Dierproeven aan de Radboud Universiteit Nijmegen 3. Toezichthoudende

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2016490 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Kleine diermodellen om de oorzaken van artrose te bestuderen 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015245 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De rol van Nucleaire Hormoon Receptoren in de regulatie van het glucose- en lipidemetabolisme en de ontwikkeling van type

Nadere informatie

Vergunninghouder MUMC +

Vergunninghouder MUMC + Vergunninghouder MUMC + Proefdierkundig jaarverslag 2011 Proefdierdeskundige MUMC + 23 mei 2012 1 Inhouds opgave 1. Inleiding 2. Te rapporteren zaken 3. Dieren, aantallen en herkomst 4. Betrokken art.

Nadere informatie

Dierexperimenteel jaarverslag 2013

Dierexperimenteel jaarverslag 2013 Dierexperimenteel jaarverslag 2013 Inleiding Binnen de Universiteit Leiden wordt veel onderzoek gedaan. Hierbij wordt ook dierexperimenteel onderzoek verricht. De Universiteit is zich bewust van het feit

Nadere informatie

Dierexperimenteel onderzoek: jaarverslag 2013

Dierexperimenteel onderzoek: jaarverslag 2013 Dierexperimenteel onderzoek: jaarverslag 2013 De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) voeren dierproeven uit voor onderzoek en onderwijs, omdat sommige

Nadere informatie

Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen. Jaarverslag 2010

Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen. Jaarverslag 2010 1 Dierexperimenteel onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2010 2 3 1 Inleiding In 2010 was één dierexperimenteel onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen uitgebreid in het nieuws. Op radio,

Nadere informatie

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst?

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak?

gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak? gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak? publiekssamenvatting 2014 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Sommige rechten zijn voorbehouden / Some rights

Nadere informatie

Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen www.rug.nl/umcg/dec Introductie Het jaar 2017 was het laatste

Nadere informatie

Spreekbeurt ANW Dierproeven

Spreekbeurt ANW Dierproeven Spreekbeurt ANW Dierproeven Spreekbeurt door een scholier 2075 woorden 30 maart 2001 6,9 735 keer beoordeeld Vak ANW Spreekbeurt over dierproeven Korte inleiding. Wij gaan wat vertellen over dierproeven.

Nadere informatie

Beleid aanschaf en fok van proefdieren

Beleid aanschaf en fok van proefdieren Beleid aanschaf en fok van proefdieren Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Doel... 2 3 Toepassingsgebied... 2 4 Algemene richtlijnen... 2 4.1 Aanschaf of fok... 2 4.2 Projectvergunning en werkprotocol...

Nadere informatie

F Niet-technische samenvatting 2015301

F Niet-technische samenvatting 2015301 F Niet-technische samenvatting 2015301 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Op naar begrip van en behandeling voor bijniertumoren 1.2 Looptijd van het project 1-12-2015-1-12-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post e-mail internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen secrdec.umcg@umcg.nl (secretariaat) www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

Jaarverslag 2015 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2015 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2015 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post e-mail internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen secrdec.umcg@umcg.nl (secretariaat) www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

DEC-advies A. Algemene gegevens over de procedure 1. Aanvraagnummer:2015-0046 2. Titel van het project: Bioequivalentiestudies tbv markttoelating van diergeneesmiddelen 3. Titel van de NTS: Bioequivalentiestudies

Nadere informatie

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE DEC DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BON 1. INLEIDING. Dit verslag betreft de activiteiten van een DEC,

Nadere informatie

Dierexperimenteel jaarverslag 2014

Dierexperimenteel jaarverslag 2014 Dierexperimenteel jaarverslag 2014 Inleiding Binnen de Universiteit Leiden wordt veel onderzoek gedaan. Hierbij wordt ook dierexperimenteel onderzoek verricht. De Universiteit is zich bewust van het feit

Nadere informatie

Dierexperimenteel jaarverslag 2016

Dierexperimenteel jaarverslag 2016 Dierexperimenteel jaarverslag 2016 Inleiding Binnen de Universiteit Leiden wordt veel onderzoek gedaan. Hierbij wordt ook dierexperimenteel onderzoek verricht. De Universiteit is zich bewust van het feit

Nadere informatie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De functie van galzouten in ziekte en gezondheid 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel Niet-technische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project onderzoek naar de invloed van taalgenen op de hersenontwikkeling en hersenfunctie 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen Niet-technische samenvatting 2015310 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De invloed van nierfalen op weefselconstructie van bloedvaten 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden JAARVERSLAG 2011 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN Universiteit Leiden Inleiding De Dierexperimentencommissie (UDEC) toetst de onderzoeksplannen van de Universiteit Leiden waarbij sprake is

Nadere informatie

Dierproeven Jaarverslag 2016 en 2017 Centraal Dierenlaboratorium

Dierproeven Jaarverslag 2016 en 2017 Centraal Dierenlaboratorium Dierproeven Jaarverslag 2016 en 2017 Centraal Dierenlaboratorium Missie Het Centraal Dierenlaboratorium (CDL) is een research faciliteit van het Radboudumc en de Radboud Universiteit waar onderzoekers

Nadere informatie

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! in België. Lees hier alles over dierproeven.

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! in België. Lees hier alles over dierproeven. DIERPROEVEN in België Zo doen ze dat! Dierproeven doe je niet zomaar. We doen dierproeven omdat we: willen weten hoe mensen en dieren in elkaar zitten medicijnen willen ontwikkelen ziektes zoals kanker

Nadere informatie

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niettechnische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) in kalveren 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) Oktober 2015 oktober 2020

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 2016403 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Geneesmiddelenontwikkeling voor malaria 1.2 Looptijd van het project 1-4-2016-1-4-2021 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) malaria,

Nadere informatie

Proefdierkundig verslag. Institutenorganisatie KNAW 2011 2012

Proefdierkundig verslag. Institutenorganisatie KNAW 2011 2012 Proefdierkundig verslag Institutenorganisatie KNAW 2011 2012 Amsterdam, september 2013 2013 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Sommige rechten zijn voorbehouden / Some rights reserved

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2014 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2014 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 214 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden er gebruikt voor dierproeven? In 214 werden in Vlaanderen 28339 proefdieren gebruikt in de 129 erkende laboratoria.

Nadere informatie

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland JAARVERSLAG 2012 Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015307 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelingen voor gewrichtsschade bij paarden 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 2015-2020

Nadere informatie

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen Niet-technische samenvatting 2016788 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Onderzoek naar de biodistributie van nieuwe, op oligonucleotiden gebaseerde, teststoffen voor de behandeling van zeer

Nadere informatie

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB)

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB) zs Univ«sïtcU Utrecht JAARVERSLAG 2006 Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB) Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129-1 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8037 14 februari 2017 Besluit van de Centrale Commissie Dierproeven van 28 oktober 2016, ref CCD 16-15-09, houdende regels

Nadere informatie

Jaarverslag Dierexperimentencommissie R\\ks universiteit Groningen. Adressen

Jaarverslag Dierexperimentencommissie R\\ks universiteit Groningen. Adressen Doe 164 Jaarverslag 2006 Dierexperimentencommissie R\\ks universiteit Groningen Adressen post Antonius Deusinglaan 50 9713 AZ Groningen E-mail secr.dec@med.umcg.nl (secretariaat) WWW-pagina www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

Gecontroleerde afgifte, ontstekingsremmers, lokale behandeling, vertaling, artrose, rugpijn

Gecontroleerde afgifte, ontstekingsremmers, lokale behandeling, vertaling, artrose, rugpijn 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Medicijnen voor plaatselijke behandeling van rugpijn en artrose 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 2015-2020 Gecontroleerde afgifte,

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015185 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkeling van vaccins voor de behandeling en ter voorkoming van human papilloma virus (HPV) infecties en HPVgerelateerde

Nadere informatie

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen Niet-technische samenvatting 2015107 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Dierstudies in het kader van ontwikkeling van medicijnen voor het behandelen en voorkomen van virale infecties aan de

Nadere informatie

Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik

Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik Bijeenkomst 16 december 2015 in Driebergen Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik Op dit moment volgt de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) ongeveer 70% van de adviezen van dierexperimentencommissies

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling Niet-technische samenvatting 2016605 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het identificeren en karakteriseren van nieuwe concepten voor koemelkallergische patienten. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren Degene die het project en de dierproef opzet Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren 3. Dierproeven en projecten Artikel 9 Het is verboden een

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015188

Niet-technische samenvatting 2015188 Niet-technische samenvatting 2015188 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Hersenverbindingen die betrokken zijn bij (eet)verslaving 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5

Nadere informatie

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het testen van een nieuw calciumfosfaat keramiek met botgroeistimulerende eigenschappen (EpitaxOs) als botvervanger in mond- kaak en aangezichtschirugische

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde Niet-technische samenvatting 2016386 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Praktisch onderwijs paard t.b.v. studenten Diergeneeskunde 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5

Nadere informatie

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten Niet-technische samenvatting 2015322 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelmethoden voor schadelijke afweerreacties 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar

Nadere informatie

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkelen van een eilandjesbron ten behoeve van transplantatie van geëncapsuleerde eilandjes van Langerhans voor behandeling van diabetes 1.2 Looptijd van

Nadere informatie

iet-technischesamenvatting

iet-technischesamenvatting iet-technischesamenvatting 1 Algemenegegevens 1.1 Titel van het project Verbetering van dendritische cel functies in anti-kanker therapieen 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

Jaarverslag 2002 Dierexperimentencommissie (DEC) Universitair Medisch Centrum Utrecht

Jaarverslag 2002 Dierexperimentencommissie (DEC) Universitair Medisch Centrum Utrecht Jaarverslag 00 Dierexparlmentencommlssle UMCU Jaarverslag 00 Dierexperimentencommissie (DEC) Universitair Medisch Centrum Utrecht Sinds juli 1998 is de Dierexperimentencommissie ten behoeve van de Faculteit

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving. Afdeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving. Afdeling Niet-technische samenvatting 20173044 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project In-vivo kwaliteitscontrole testen voor vaccins in de Quality Control Operations Afdeling 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Datum ontvangst DEC: 12 september 2011 DEC nr: 3162 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN

Datum ontvangst DEC: 12 september 2011 DEC nr: 3162 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN TNO-voorschrift DEC/00 F0 versie 4 5 september 00 Zou - /7 Datum ontvangst DEC: september 0 DEC nr: 6 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN Dit formulier dient

Nadere informatie

Nummer 4 jaargang 45 december 2016

Nummer 4 jaargang 45 december 2016 Nummer 4 jaargang 45 december 2016 2 Inhoud 4 Zó wordt ons DNA ingepakt 6 Een goede buur... 10 Van onderzoeksresultaat naar betekenisvol marktproduct 12 Fascinerend samenspel 14 Zwaar onderbelicht 18 Computer

Nadere informatie

Het fokken van proefdieren

Het fokken van proefdieren Het fokken van proefdieren Bij de Stichting Informatie Dierproeven (SID) komen regelmatig vragen binnen over het fokken van proefdieren. De vragen en antwoorden in dit document belichten de achtergronden

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2017 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2017 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 217 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden er gebruikt voor dierproeven? In 217 werden in Vlaanderen 263575 dierproeven uitgevoerd in de 125 erkende laboratoria.

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2015 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2015 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 215 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden gebruikt voor dierproeven? In 215 telde Vlaanderen 124 erkende laboratoria. Zij gebruikten 241.221 proefdieren waarvan

Nadere informatie

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen. Adressen

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen. Adressen Jaarverslag 2007 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post Antonius Deusinglaan 50 9713 AZ Groningen E-mail secr.dec@med.umcg.nl (secretariaat) WWW-pagina www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 216 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden er gebruikt voor dierproeven? In 216 werden in Vlaanderen 245.758 dierproeven uitgevoerd in de 126 erkende laboratoria.

Nadere informatie

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van het antidepressivum vortioxetine op hersenmechanismen in genetische diermodellen voor depressie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Proefdieren

Werkstuk Maatschappijleer Proefdieren Werkstuk Maatschappijleer Proefdieren Werkstuk door een scholier 2635 woorden 21 november 2006 6,5 134 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Proefdier vrij!!!!!!!!!!!!!! Dierproeven Wat is een dierproef???

Nadere informatie

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning Deze beleidsregels in de zin van artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn vastgesteld door de Centrale Commissie Dierproeven

Nadere informatie

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2009 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post E-mail Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen secr.dec@med.umcg.nl (secretariaat) WWW-pagina www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

Zo doende 2014. Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok,

Zo doende 2014. Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok, Zo doende 2014 Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok, chnologie, muis, toezicht, wet, orging, gedrag, toezicht, vaccin,

Nadere informatie

Vergunninghouder MUMC +

Vergunninghouder MUMC + Vergunninghouder MUMC + Proefdierkundig jaarverslag 2013 Proefdierdeskundige MUMC + 16 mei 2014 1 10 Inhouds opgave 1. Inleiding 2. Te rapporteren zaken 3. Dieren, aantallen en herkomst 4. Betrokken art.

Nadere informatie

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK)

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Universitair Medisch Centrum utrecht JAARVERSLAG 2001 Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Dierexperimentencommissie Geneeskunde UMC Utrecht, huispostnummer D 01,343, Postbus 85500, 3508 GA

Nadere informatie

Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Kooten-Arissen (beiden PvdD) over het testen van zenuwgassen op proefdieren door Defensie.

Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Kooten-Arissen (beiden PvdD) over het testen van zenuwgassen op proefdieren door Defensie. Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden er gebruikt voor dierproeven? In 2016 werden in Vlaanderen 245758 dierproeven uitgevoerd in de 126 erkende laboratoria.

Nadere informatie

Spreekbeurt Nederlands Dierproeven

Spreekbeurt Nederlands Dierproeven Spreekbeurt Nederlands Dierproeven Spreekbeurt door een scholier 1553 woorden 31 oktober 2002 7,2 110 keer beoordeeld Vak Nederlands Geschiedenis proefdiergebruik De eerste proeven werden al gedaan rond

Nadere informatie

Degenen die dieren verzorgen en doden. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren

Degenen die dieren verzorgen en doden. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren Degenen die dieren verzorgen en doden Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren 4. Verplichtingen voor fokker, leverancier en gebruiker Artikel 13f

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013. Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland

JAARVERSLAG 2013. Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland JAARVERSLAG 2013 Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC

Nadere informatie

NEDERLANDSE HERSENBANK. De oplossing zit in de hersenen

NEDERLANDSE HERSENBANK. De oplossing zit in de hersenen NEDERLANDSE HERSENBANK De oplossing zit in de hersenen Onderzoek doet leven Het wetenschappelijk onderzoek is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. Nieuwe technieken maken het mogelijk om

Nadere informatie

Hoe doen ze dat: een medicijn maken?

Hoe doen ze dat: een medicijn maken? Hoe doen ze dat: een medicijn maken? Je neemt vast wel eens iets tegen de hoofdpijn of koorts. En vaak waarschijnlijk zonder er bij na te denken. Maar wist je dat het wel twaalf jaar duurt voordat een

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Secretariaat DEC Aanvrager: Afdeling: Titel dierproef: Oefening en training medewerkers Aanmeldcode / Protocol: 0060.a Stadia van de proef: 0--006

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015134. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting 2015134. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015134 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van falen van de rechter hartkamer. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie