Sectorakkoord

Transcriptie

1 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Sectorakkoord Inhoud Inleiding... 2 Synthese... 3 Paritair comité voor het verzekeringswezen (CP 306)... 5 Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende het sectorakkoord Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende de veralgemening van het sectorstelsel voor beroepsherinschakeling Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende het tijdskrediet voor werknemers die 55 jaar of ouder zijn Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende de financiering van Fopas voor het jaar 2016 (Fonds voor de vorming van risicogroepen) Speciale editie Sectorakkoord

2 Pagina 2 Assurinfo Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Inleiding De sociale partners uit de verzekeringssector (Assuralia en de vakbonden) hebben op 18 januari 2016 een sociaal akkoord afgesloten. Het akkoord heeft betrekking op het jaar 2016, uitgezonderd de voorziene verhoging van de koopkracht die overeengekomen is voor onbepaalde duur. Het luik koopkracht van het sociaal akkoord voorziet in 200 euro netto in 2016 die ook worden doorgetrokken naar de volgende jaren. De verzekeringsondernemingen beslissen vrij over de manier waarop ze dit bedrag zullen toekennen. Het valt te verwachten dat een aantal bedrijven de waarde van de maaltijdcheques met één euro zullen verhogen, anderen zullen misschien opteren voor een extra storting van de werkgever in de groepsverzekering. Het akkoord omvat ook drie specifieke sociale overeenkomsten. De overeenkomst inzake outplacement is vrij uniek in ons land. Vanaf heden hebben alle werknemers (uitgezonderd medewerkers met minder dan één jaar anciënniteit en de vervroegd gepensioneerden) in de verzekeringssector recht op het stelsel voor beroepsherinschakeling. Voorheen kon je als werknemer van een verzekeringsonderneming enkel aanspraak maken op de outplacementregeling wanneer door de werkgever niet alle sectorale ontslagprocedures waren nageleefd. In ruil voor een veralgemening van de outplacementregeling worden de sectorale financiële sancties voor het niet toepassen van ontslagprocedures herzien. De coördinatie van het gehele outplacement-luik ligt bij Fopas, het fonds voor opleiding en competentieontwikkeling in de verzekeringssector dat paritair wordt beheerd. Een andere specifieke overeenkomst regelt de financiering van Fopas: de Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) voorziet in 0,15 % van de loonmassa. Tenslotte is er ook een overeenkomst ondertekend die de regeling voor tijdskrediet in de sector voor 2016 afstemt op het sociaal akkoord dat in april 2015 werd gesloten binnen de Nationale Arbeidsraad. Werknemers kunnen op 55 jaar, na 35 jaar loopbaan, hun werktijd verminderen met een vijfde of de helft. Serge Demarrée drp@assuralia.be

3 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Assurinfo Pagina 3 Synthese Koopkracht 200 euro netto vanaf 1 januari 2016 en de volgende jaren ; Vrijheid van toekenning en besteding door de ondernemingen: o groepsverzekering ; o maaltijdcheques (verhoging met één euro van de werkgeversbijdrage); o ecocheques ; o andere Opleiding inzetbaarbeid ontslag om technische redenen van arbeidsorganisatie : verlenging van de bepalingen tot eind 2017 en proberen om de begrippen te verduidelijken; collectief opleidingskrediet van 4 dagen per jaar/werknemer : verlenging voor 2016 ; principe van het individueel recht op opleiding : opstelling van een beroepsprocedure bij de directie Human Resources in geval van weigering van een opleiding; financiering van FOPAS voor 2016 : cao voorziet 0,15 % van de loonmassa; outplacement: instellen vanaf 18 januari 2016 tot eind 2017 van een sectoraal systeem dat tegelijkertijd de veralgemening van het recht op outplacement voorziet en de vermindering van de sancties, in geval van ontslag zonder de sectorale procedures na te leven; hierover is een specifieke cao gesloten. demografische uitdagingen en vergrijzing van de sector: oprichting van een werkgroep en beroep op een extern expert; tijdskrediet : mogelijkheid voor 2016 van vermindering met 50% of 20 % vanaf 55 jaar na 35 loopbaanjaren; een specifieke cao die aansluit bij de kader-cao nr. 118 van 27 april 2015 gesloten binnen de NAR is hierover gesloten; observatorium van de beroepen : op zoek naar meer zichtbaarheid; Telewerk verlenging van de bepalingen betreffende informatie, raadpleging en dialoog tussen sociale partners binnen de onderneming; Stresspreventie verderzetten van de sensibilisering; Vakbondsafvaardiging verkiezing van de vakbondsafvaardiging in dezelfde timing van de klassieke sociale verkiezingen;

4 Pagina 4 Assurinfo Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Fonds voor vakbondsopleiding euro in 2015 ; euro in 2016 bij naleving van de sociale vrede en verslag over het gebruik van de bedragen. De specifieke overeenkomst betreffende de hernieuwing van de vakbondsafgevaardigden buiten de klassieke sociale verkiezingen (mandaat van vier jaar) zal in de loop van het jaar 2016 ondertekend worden.

5 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Assurinfo Pagina 5 Paritair comité voor het verzekeringswezen (CP 306) Sectorakkoord Toepassingsgebied 2. Vastheid van betrekking 3. Opleiding en inzetbaarheid a) Opleidingskrediet b) Financiering Fopas 2015 & 2016 => Specifieke cao c) Opleidingsinspanningen d) Outplacement => Specifieke cao e) Loopbaanbegeleiding f) Observatorium voor de beroepen g) Risicogroepen doelgroep 4. Telewerk 5. Preventie en beheer van stress op het werk a) Aanbevelingen voor concrete acties b) Uitbreiding van het tijdskrediet => Specifieke cao 6. Sociaal overleg Vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen => Specifieke cao (ontwerp) 7. Fonds voor vakbondsopleiding 8. Sociale vrede 9. Marge voor de ontwikkeling van de loonkosten 10. Geldigheidsduur

6 Pagina 6 Assurinfo Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Paritair comité voor het verzekeringswezen (CP 306) Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende het sectorakkoord Toepassingsgebied Artikel 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Verzekeringswezen. 2. Vastheid van betrekking Artikel 2 Vanaf 1 januari 2016 tot 31 december 2017 zullen de werkgevers die willen ontslaan om technische redenen van arbeidsorganisatie, vóór die ontslagen met de sociale partners onderhandelen om te zoeken naar gepaste oplossingen teneinde de werkgelegenheid van de betrokken werknemers zoveel mogelijk te vrijwaren of hun heroriënteringsmogelijkheden te vergroten. Indien geen overeenkomst kan worden bereikt, zal, bovenop de ontslagvergoedingen, het sanctiestelsel betreffende de vastheid van betrekking (zoals voorzien in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2010 en aangepast in uitvoering van artikel 9 van deze overeenkomst), van toepassing zijn. Artikel 3 Een paritaire WG wordt ermee belast de begrippen "ontslag wegens economische of technische redenen" en "ontslag wegens technische redenen van arbeidsorganisatie" tegen uiterlijk 31 december 2017 te verduidelijken. 3. Opleiding inzetbaarheid a. Opleidingskrediet Artikel 4 Een opleidingskrediet, uitgedrukt in aantal dagen per jaar, wordt, voor het jaar 2016, collectief op bedrijfsvlak ais volgt bepaald: personeelsbestand met een arbeidsovereenkomst uitgedrukt in voltijds equivalent op 30 juni van het voorgaande jaar, vermenigvuldigd met 4. Dat krediet omvat zowel de opleidingen op de werkplaats ais de externe opleidingen. Artikel 5 Elke werknemer heeft het recht tegenover zijn werkgever zijn opleidingsbehoeften op gemotiveerde wijze uit te drukken binnen het kader van een jaarlijkse behoefte-evaluatie. Ingeval de werkgever de opleiding weigert, dient hij zijn beslissing te motiveren. Een verslag hierover zal worden verstrekt aan de Ondernemingsraad samen met de jaarlijkse economische en financiële inlichtingen. Dat verslag zal onder meer gegevens bevatten over het aantal opleidingsdagen die tijdens het jaar georganiseerd werden, de verschillende soorten van opleidingen en het aantal betrokken werknemers.

7 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Assurinfo Pagina 7 Artikel 6 Alle werknemers hebben toegang tot deze opleidingsmogelijkheid op voorwaarde dat ze verband houdt met het beroepsleven in de onderneming. Indien opleiding wordt geweigerd door de rechtstreekse hiërarchie van de werknemer, heeft deze de mogelijkheid een beroep in te stellen bij de directie Human Resources van zijn onderneming. Indien de weigering wordt gehandhaafd door de werkgever, dient deze zijn beslissing schriftelijk aan de werknemer te motiveren. b. Financiering van FOPAS 2015 & 2016 Artikel 7 Op basis van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (deel I), titel XIII, hoofdstuk VIII, 1 ste afdeling, werd op 24 september 2015 voor het jaar 2015 een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten die de jaarlijkse bijdrage aan Fopas op 0,15 % brengt. Er wordt tevens een specifieke overeenkomst gesloten die de jaarlijkse bijdrage voor Fopas op 0,15 % brengt voor het jaar c. Opleidingsinspanning Artikel 8 De ondertekenende partijen erkennen het belang van de ontwikkeling van opleidingen en van levenslang leren. Met het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst voor de jaren 2015 en 2016, via de aan Fopas gestorte bijdrage en via het opleidingskrediet wensen de sociale partners uit de verzekeringssector dan ook, overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 11 oktober 2007, in 2015 en in 2016 de opleidingsinspanningen in de verzekeringssector voort te zetten. d. Outplacement Artikel 9 Er wordt een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de onderlinge verdeling en de veralgemening van outplacement voor ontslagen werknemers van de sector. e. Loopbaanbegeleiding Artikel 10 In het kader van de vergrijzingsproblematiek (lange loopbanen) en de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 104 van 27 juni 2012 betreffende de uitvoering van een plan voor de tewerkstelling van de oudere werknemers in de onderneming, bevelen de sociale partners aan de werknemers die 45 jaar of ouder zijn aan om opleidingsmodules te volgen (coaching) betreffende de individuele loopbaanbegeleiding die ontwikkeld zijn in het kader van Fopas en/of binnen de verzekeringsondernemingen. Artikel 11 In het kader van de demografische uitdagingen waarvoor de verzekeringssector staat (opschuiven van de pensioenleeftijd, vergrijzing, ) wordt een werkgroep opgericht die als doel heeft deze problematiek in brede zin te benaderen. In dat opzicht zal de werkgroep ook de mogelijkheden onderzoeken wat betreft een kwaliteitsvol beleid gericht op een aanpassing van het werk/de functies van de werknemers tussen 45 en 50 jaar en ouder in het licht van het feit dat ze langer zullen werken.

8 Pagina 8 Assurinfo Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Deze werkgroep zal een beroep doen op een externe consultant die hiervan een rapport zal opstellen en aanbevelingen zal doen. De werkgroep zal zijn conclusies overhandigen aan het paritair comité vóór eind september f. Observatorium voor de beroepen Artikel 12 Het paritaire observatorium voor de evolutie van de verzekeringsberoepen heeft tot taak op de toekomstige ontwikkelingen te anticiperen en toekomstgericht na te denken over werkgelegenheid, opleiding en competenties in de verzekeringssector. In een toekomstvisie van de verzekeringssector ontwikkelt Fopas hierover meerdere initiatieven betreffende: De toekomstige behoeften inzake competenties en opleidingen verwacht in 2020, o.a. in verband met de invoering van de nieuwe digitale technologieën De actualisering van de competentieprofielen; Specifieke opleidingen en activiteiten voor de 45/50-plussers; Kennisdeling en -creatie over het thema "45/50-plus. De sociale partners zullen meer zichtbaarheid geven aan het Observatorium voor de verzekeringsberoepen. In dit opzicht zullen ze ervaringen in de verf zetten die als good practices binnen de ondernemingen beschouwd worden. g. Risicogroepen doelgroep Artikel 13 De binnen het beheerscomité van Fopas vertegenwoordigde sociale partners verbinden zich ertoe denksporen te zoeken om de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 19 februari 2013 te integreren in het licht van de concrete werkelijkheid van de tewerkstelling en de opleidingen en competenties die vereist zijn binnen de verzekeringssector. 4. Telewerk Artikel 14 De vertegenwoordigers van de werknemers worden geïnformeerd en geraadpleegd over de invoering van telewerk. De evolutie van telewerk vereist tevens een dialoog tussen sociale partners binnen de onderneming. Bovendien zijn de toepasbare regels wat betreft de elektronische communicatiemiddelen die het voor de vertegenwoordigers van de werknemers mogelijk maken om de werknemers en de telewerkers te contacteren voor syndicale doeleinden identiek. Overigens wordt een werkgroep opgericht die als doel heeft de juridische bepalingen betreffende het telewerk te analyseren. 5. Preventie en beheer van stress op het werk a. Aanbevelingen voor concrete acties Artikel 15 Op 6 oktober 2014 heeft de paritaire WG "stress" een aanbeveling opgesteld betreffende de preventie en het beheer van stress in de verzekeringsondernemingen met een bijzondere aandacht voor volgende punten: De communicatie & interne dialoog verbeteren

9 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Assurinfo Pagina 9 Opleiding van het middenkader aanmoedigen Investeren in levenslang leren op alle niveaus Het accent leggen op de motivatie van de werknemers aan het einde van hun loopbaan. Deze aanbevelingen vormen een aanvulling op de code of best practices die tussen 2001 en 2008 werd opgesteld en op de bijzondere aanbevelingen uit 2012 betreffende de problematieken van de werklast en de werknemers aan het einde van hun loopbaan. De preventie en het beheer van stress vormen een win-winproject voor de sociale partners van een onderneming en in deze optiek verbinden de ondernemingen van de sector zich ertoe om de dialoog op te starten binnen de preventiecomités. Ze zullen daarbij uitgaan van de op sectorniveau geformuleerde good practices en aanbevelingen. b. Uitbreiding van het tijdskrediet Artikel 16 Met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118 van 12/12/2014 sluiten de sociale partners een collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van een mogelijk halftijds of 1/5 de tijdskrediet voor werknemers van 55 jaar en met 35 jaar beroepsloopbaan. 6. Sociaal overleg Vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen Artikel 17 Er wordt een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de procedure voor de vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen. Bedoeling hiervan is de verkiezingen voor de vakbondsafvaardiging te laten samenvallen met de vierjaarlijkse sociale verkiezingen voor de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk, evenwel met behoud van de mogelijkheid tot vernieuwing en/of aanstelling van nieuwe afgevaardigden tijdens de looptijd van het mandaat. 7. Fonds voor vakbondsopleiding Artikel 18 Voor het jaar 2015 zal Assuralia een toelage van aan het Fonds voor Vakbondsopleiding storten. Voor het jaar 2016 zal Assuralia een toelage van aan het Fonds voor Vakbondsopleiding storten. Deze bedragen worden gestort op voorwaarde dat aan de bepalingen hieronder (jaarverslag over de verdeling en het gebruik van de bedragen, volgende alinea en sociale vrede, volgend artikel) is voldaan. De vakbondsorganisaties zullen een jaarverslag over de verdeling en het gebruik van de bedragen volgens het overeengekomen model bezorgen en naar Assuralia verzenden na afloop van elk jaar.

10 Pagina 10 Assurinfo Nr. 10 Weekblad van 24 maart Sociale vrede Artikel 19 De partijen en hun mandatarissen zien ervan af om, tijdens de duur van deze overeenkomst, een collectief conflict uit te lokken, uit te roepen of te steunen dat, op het vlak van de sector of van de ondernemingen afzonderlijk, kracht bijzet aan eisen betreffende punten die door bestaande collectieve sectorovereenkomsten geregeld worden. 9. Marge voor de ontwikkeling van de loonkosten Artikel 20 Met inachtneming van de wet van 28 april 2015 tot instelling van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de jaren 2015 en 2016 is er per werknemer voorzien in een bedrag van 200 euro netto vanaf 1 januari De sociale partners bevelen aan de ondernemingen aan om dit nettobedrag te gebruiken op een van de volgende manieren: premie voor de groepsverzekering; verhoging van het bedrag van de maaltijdcheques (verhoging met een euro van de werkgeversbijdrage); ecocheques; andere De modaliteiten voor aanwending en toekenning worden op bedrijfsniveau vastgesteld. 10. Geldigheidsduur Artikel 21 Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2016 en treedt buiten werking op 31 december 2016, met uitzondering van de volgende punten: Vastheid van betrekking (artikel 2): bepaling geldig vanaf 1 januari 2016 tot 31 december 2017; Marge voor de loonkostontwikkeling (artikel 20): bepalingen gesloten voor onbepaalde duur. Deze laatste voor onbepaalde duur gesloten bepaling kan opgezegd worden mits de voorzitter van het paritair comité daarvan 3 maanden op voorhand in kennis wordt gesteld via een aangetekend schrijven.

11 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Assurinfo Pagina 11 Paritair comité voor het verzekeringswezen (CP 306) Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende de veralgemening van het sectorstelsel voor beroepsherinschakeling Inleiding Gezien de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 51 van 10 februari 1992 betreffende outplacement; Gezien de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, in het bijzonder hoofdstuk V 1 ; Gezien de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 van 10 juli 2002 betreffende het recht op outplacement voor werknemers van vijfenveertig jaar en ouder die worden ontslagen 2 (hierna genoemd cao nr. 82); Gezien de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2010 betreffende de vastheid van betrekking; Gezien de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen (hierna genoemd wet eenheidsstatuut); De ondertekenende partijen wensen, tijdelijk (van 18 januari 2016 tot 31 december 2017), outplacement en het sectorstelsel van beroepsherinschakeling te veralgemenen naar de ontslagen werknemers uit de verzekeringssector. Daarnaast wensen ze het bedrag van de "outplacementsanctie" aan te passen wanneer de sectorprocedures inzake vastheid van betrekking niet in acht genomen zijn. Dit stelsel van beroepsherinschakeling wordt paritair beheerd binnen het Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding in de verzekeringssector, hierna genoemd FOPAS. De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om het sectorstelsel van beroepsherinschakeling tegen september 2017 in zijn geheel te evalueren, in het bijzonder de financiële houdbaarheid ervan (financiering, vorming en/of gebruik van reserves...). Na deze evaluatie kan het paritair comité beslissen om het stelsel blijvend te maken en dit in het kader van de tenuitvoerlegging van het luik "employability" als voorzien in de wet van 26 december Als deze evaluatie negatief uitvalt, wordt er afgestapt van de veralgemening van het stelsel voor beroepsherinschakeling alsook van het outplacement en wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009 betreffende de beroepsherinschakeling opnieuw voluit van kracht vanaf 1 januari gewijzigd door de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen. 2 gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 bis van 17 juli 2007.

12 Pagina 12 Assurinfo Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Inhoudsopgave van de cao Artikel 1: Algemeen toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Verzekeringswezen. Afdeling 1: Stelsel voor beroepsherinschakeling Artikel 2: Beoogde werknemers 1. Het sectorstelsel voor beroepsherinschakeling (vermeld in artikel 3) wordt toegekend aan werknemers die tegelijk voldoen aan de volgende voorwaarden: Op het ogenblik van het ontslag minstens een jaar anciënniteit in de onderneming hebben; Ontslag betekend door de werkgever vanaf 18 januari 2016; Niet ontslagen zijn wegens dringende reden in de zin van het artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Commentaar: Dit betekent dat alle werknemers die voldoen aan de cumulatieve voorwaarden van artikel 2 het recht hebben om in het kader van het sectorstelsel voor beroepsherinschakeling door FOPAS georganiseerd outplacement te volgen, ongeacht de duur van de opzeggingstermijn of hun compenserende opzeggingsvergoeding, hun leeftijd en/of de inachtneming van de procedures inzake vastheid van betrekking. Het sectorstelsel voor herinschakeling cumuleert niet met outplacement voorzien in het kader van een tewerkstellingscel krachtens het Koninklijk Besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen Dit recht wordt niet toegekend aan werknemers die voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor: wettelijke pensionering; vervroegde pensionering; het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag. Artikel 3: Veralgemeend stelsel voor beroepsherinschakeling 1. Het in de volgende paragraaf beschreven sectorstelsel voor beroepsherinschakeling is van toepassing op alle in artikel 2 beoogde werknemers. 3 In dat geval is de tewerkstellingscel bevoegd om outplacement aan te bieden en gelden bijzondere regels (bijvoorbeeld, het outplacementaanbod moet goedgekeurd worden door de minister en minister van Werk na advies van de bevoegde regionale minister van Werk...).

13 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Assurinfo Pagina 13 Commentaar: Dit betekent dat het stelsel, dat tot vandaag alleen georganiseerd werd in het kader van de sancties inzake vastheid van betrekking 4 met deze overeenkomst veralgemeend wordt naar alle in artikel 2 beoogde werknemers. 2. Het sectorstelsel voor beroepsherinschakeling wordt georganiseerd door FOPAS, fonds beheerd door het paritaire beheerscomité in het kader van zijn herinschakelingsopdracht 5 (hierna genoemd FOPAS - outplacement). Dit stelsel bestaat uit een outplacementprogramma waarvan de modaliteiten vastgesteld worden door het beheerscomité in samenwerking met de herinschakelingscel (selectie van de outplacementbureaus, duur en modaliteiten voor opstart van het programma, individuele coaching, psychologische en logistieke steun, vergoeding van verplaatsingskosten...); bovendien, aan de beroepsnoden van de werknemer aangepaste opleidingen, wanneer de werknemer en het outplacementbureau dit nuttig achten teneinde zijn/haar heroriëntering op de arbeidsmarkt te bevorderen. Het kan gaan om een door FOPAS of een ander opleidingsfonds georganiseerde opleiding en zelfs een door de herinschakelingscel goedgekeurde opleiding "à la carte". 3. Het in het kader van het sectorstelsel voor herinschakeling aangeboden outplacementprogramma voldoet aan de kwaliteitsvoorwaarden als vastgesteld door de toepasbare regelgevingen 6. Afdeling 2: Financiering in functie van de draagwijdte Artikel 4: Werknemers ontslagen met een (ontslag)vergoeding van minstens 30 weken - draagwijdte van de wet van 26 december Met toepassing van het algemene outplacementstelsel ingevoegd door de wet van 26 december , wordt het sectorstelsel voor beroepsherinschakeling van artikel 3 georganiseerd door FOPAS - outplacement. Commentaar: Dit betekent dat het in artikel 3 beoogde stelsel voor herinschakeling voldoet aan het algemene outplacementkader als ingevoerd door de wet van 26 december 2013 voor de werknemers van wie de werkgever de overeenkomst heeft opgezegd met een opzeggingstermijn van minstens 30 weken; met een vergoeding berekend op basis van het lopende loon dat overeenstemt met hetzij de duur van een opzeggingstermijn van minstens 30 weken, hetzij het resterende gedeelte van die termijn. 2. In geval van compenserende opzeggingsvergoeding die overeenstemt met de duur van een opzeggingstermijn van minstens 30 weken, stort de werkgever aan FOPAS - outplacement de vier weeklonen (waarvan sprake in artikel 11/5 1 2 van de wet van 5 september 2001) te berekenen in de zin van het artikel 39 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. 4 artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december Vastgelegd in de statuten, collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 2007, KB van 10 maart 2008, BS van 29 april wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 van 10 juli 2002, collectieve arbeidsovereenkomst nr. 51 van 10 februari Die de eerste afdeling betreffende het algemene stelsel voor beroepsherinschakeling in de wet van 5 september 2005, hoofdstuk 5 ingevoerd heeft.

14 Pagina 14 Assurinfo Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Commentaar: anders gesteld, de storting van de vier weken is afhankelijk van de toepassing van de wettelijke bepaling die het mogelijk maakt om de compenserende opzeggingsvergoeding van 4 weken te verminderen. Artikel 5: Werknemers voor wie een sanctie van toepassing is krachtens artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2010 betreffende de vastheid van betrekking - sectorale draagwijdte (cao vastheid van betrekking) 1. Met toepassing van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2010 wordt het in artikel 3 bedoelde sectorstelsel voor beroepsherinschakeling georganiseerd door FOPAS - outplacement voor de in artikel 2 beoogde werknemers van wie de werkgever de overeenkomst heeft opgezegd en daarbij de sectorprocedures inzake vastheid van betrekking overtreden heeft. 2. Bovenop de in artikel 15 vastgestelde vergoedingen van 3 of 6 maanden en onverminderd de toepassing van artikel 4 2 van deze overeenkomst, stort de werkgever aan FOPAS - outplacement het equivalent van vier weeklonen als sanctie wegens het niet naleven van de procedure. Commentaar: Dit betekent dat de storting van euro aan FOPAS, die vroeger vastgesteld was in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009, geneutraliseerd wordt zolang deze overeenkomst geldig is; voor de werknemers die een compenserende opzeggingsvergoeding hebben van 30 weken of meer en voor wie de sancties inzake vastheid van betrekking van toepassing zijn, de werkgever twee maal vier weken aan FOPAS - outplacement stort. De eerste geldt als sanctie met toepassing van dit artikel, de tweede geldt met toepassing van artikel 4 2 van deze overeenkomst. Artikel 6: Werknemers die minstens 45 jaar oud zijn onderworpen aan het bijzondere outplacementstelsel van de cao nr draagwijdte cao Het in artikel 3 van deze overeenkomst vastgestelde sectorstelsel voor beroepsherinschakeling is ook van toepassing op de werknemers onderworpen aan het bijzondere outplacementstelsel ingevoerd door cao nr. 82 en beoogd in de tweede afdeling van hoofdstuk 5 van de wet van 5 september Een werkgever die een werknemer ontslaat die minstens 45 jaar is en valt onder het toepassingsgebied van de tweede afdeling van hoofdstuk 5 van de wet van 5 september 2001 stort 1800 euro aan FOPAS - outplacement (dit bedrag verwijst naar de krachtens het Koninklijk besluit van 23 januari 2003 geïnde sanctie). 3. De werkgever is echter vrijgesteld van de (in het vorige lid vastgestelde) storting van 1800 euro als hij 4 weken moet betalen met toepassing van artikel 4 of 4 tot 8 weken met toepassing van artikel 5.

15 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Assurinfo Pagina 15 Artikel 7: Verplichtingen van de werkgever 1. Een werkgever die een in artikel 2 beoogde werknemer ontslaat brengt de werknemer schriftelijk op de hoogte van het aanbod tot sectorale beroepsherinschakeling (waarvan sprake in artikel 3) binnen de wettelijke termijn; stort aan FOPAS - outplacement de in de artikelen 4, 5 of 6 van deze overeenkomst vastgestelde sommen (4 weken, 8 weken of 1800 euro). 2. Als de werkgever het vorige lid naleeft, worden zijn verplichtingen inzake outplacement (als vastgesteld door de wet van 5 september 2001, de wet van 26 december 2013, de cao's nr. 82 en 51) overgedragen naar FOPAS - outplacement. Artikel 8: Slotbepalingen Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor een bepaalde duur afgesloten. Ze treedt in werking op 18 januari 2016 en treedt buiten werking op 31 december Gedurende zijn geldigheidsduur wordt de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009 betreffende de beroepsherinschakeling, geregistreerd onder het nr /CO/306, opgeschort, met inzonderheid van artikel 4.

16 Pagina 16 Assurinfo Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Paritair comité voor het verzekeringswezen (CP 306) Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende het tijdskrediet voor werknemers die 55 jaar of ouder zijn Artikel 1: Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Verzekeringswezen. Artikel 2: Toetreding tot cao nr. 118 Met toepassing van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118 van 27 april 2015, wordt de leeftijd voor toegang tot het recht op een vermindering met een vijfde of halftijds in het kader van de landingsbanen voor oudere werknemers gebracht op 55 jaar mits inachtneming van de in voormelde overeenkomst nr. 118 vermelde voorwaarden (waaronder 35 jaar loopbaan als loontrekkende). Artikel 3: Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2016 en treedt buiten werking op 31 december 2016.

17 Nr. 10 Weekblad van 24 maart 2016 Assurinfo Pagina 17 Paritair comité voor het verzekeringswezen (CP 306) Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2016 betreffende de financiering van Fopas voor het jaar 2016 (Fonds voor de vorming van risicogroepen) Artikel 1: Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Verzekeringswezen. Artikel 2: Bijdrage voor de financiering van FOPAS 2016 In 2016 wordt het Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding in de verzekeringssector (Fopas) gefinancierd door een werkgeversbijdrage van 0,15 % op de brutolonen (wijze van inning in het volgende artikel). Deze overeenkomst wordt gesloten ter uitvoering van afdeling 1, hoofdstuk VIII, titel XIII, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (deel I) 8 en van artikel 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 2007 tot vaststelling van de statuten van Fopas. De werkgevers zijn bijgevolg vrijgesteld van elke betaling aan het Interprofessioneel fonds waarin de voornoemde wet voorziet bij ontstentenis van een collectieve arbeidsovereenkomst. Artikel 3: Wijze van inning Dit betekent dat in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2015 de op de brutolonen via de rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) te heffen bijdrage bedraagt: 0,15 % voor de trimesters 2016 (cao van 24 september 2015) waaraan nog eens 0,15 % wordt toegevoegd voor het tweede, het derde en het vierde trimester van 2016 (deze cao); 0,15 % voor het eerste trimester 2017 (deze cao); Dit geeft in totaal: 1 ste trimester 2016: 0,15 %, 2 de trimester 2016: 0,30 %, 3 de trimester 2016: 0,30 %, 4 de trimester 2016: 0,30 %, 1 ste trimester 2017: 0,15 %. Artikel 4: Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2016 en treedt buiten werking op 30 juni Belgisch Staatsblad van 28 december 2006 (editie 3).