17 Elektrische energie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "17 Elektrische energie"

Transcriptie

1 14 17 Elektrihe energie 17.1 Indutiepanning 1 pulje a 1 hangt af van de draainelheid hangt af van het aantal wikkelingen (windingen) van de poel hangt af van de terkte van het magneetveld (du ook van het wel of niet aanwezig zijn van een kern). ee, er wordt alleen troom geleverd ij een geloten troomkring. Al hij verneld zou worden zou de kinetihe energie van de magneet toenemen terwijl er in de ui ook nog indutietroom loopt, wat ook energie kot. Er zou du op twee plaaten energie uit het niet onttaan. Dat i in trijd met de wet van ehoud van energie. Zolang de nelheid van de vallende magneet toeneemt, verandert ook de flux in de ui teed neller. Daardoor nemen de indutiepanning en -troom toe, en du ook de tegenwerkende kraht. Op een gegeven moment i de tegenwerkende kraht even groot al de zwaartekraht. Dan i de netto kraht nul en neemt de nelheid niet meer toe. et al ij een valeweging met luhtweertand. 4 De formule luidt: B = Φ A magnetihe indutie = flux / oppervlak In eenheden i dat T = W/m 5 Volgen de formule i de ind evenredig met de fluxverandering. Al een poel een magnetieerare kern heeft i het magneetveld terker, de flux groter, du ook de fluxverandering. De indutiepanning ind wordt dan ook groter. 6 a Omdat de flux ij het uithakelen heel nel verandert treedt een heel grote indutiepanning op. Dat kan gevaarlijk zijn. Het veiligt i om de koelkat op aftand uit te hakelen, du in de meterkat (al daar geen ga i). Vervolgen ramen en deuren wijd open zetten zodat het ga kan ontnappen. Al je niet in de meterkat kunt komen zou je kunnen proeren te luiteren of de koelkat aan het koelen i, du of de motor loopt. I dat het geval, dan zet je hem zo koud mogelijk zodat hij voorlopig niet aflaat; loopt hij niet, dan zet je hem uit of zo warm mogelijk. Het i vertandiger om alle open te zetten, eventuele andere aanwezigen te waarhuwen en te maken dat je wegkomt... 7 pratium 8 a 1 de terkte van het magneetveld kan verhillen het aantal windingen van de poel kan verhillen. Pular vwo natuurkunde deel Met een andere diameter van het wieltje aan de fietand he je ij dezelfde fietnelheid een andere omwentelingnelheid van de dynamo, en: Bij meer polen i per tijdeenheid de fluxverandering groter. 9 a Vlak voor de pool van een magneet neemt de magnetihe indutie (veldterkte) nel af met de aftand. Du al een poeltje daar heen en weer gaat wordt de flux groter en kleiner. Al de flux afwielend groter en weer kleiner wordt dan i Φ afwielend poitief en negatief. De indutiepanning verandert dan ook teed van teken: wielpanning. 10 a Er zal een poeltje in zitten. Bij het er doorheen halen van de pa wielt het magneetveld in het poeltje. Daardoor onttaat een indutiepanning. Al je de pa er te langzaam doorheen haalt, dan i de fluxverandering per tijdeenheid te klein (of: t te groot). Daardoor i de indutiepanning te klein. 11 In de ovente poel moet dan de flux veranderen, dat kan door: 1 De troom aan te zetten, de flux in de ovente poel neemt dan toe, er onttaat een indutiepanning. Bij uitzetten wil de meter de andere kant op uitlaan. De poelen, met geloten hakelaar, naar elkaar toe of van elkaar af ewegen. Door het inhomogene magneetveld van de onderte poel krijg je dan ook fluxverandering en du een indutiepanning. 1 a De horizontale omponent van het aardmagneetveld i: B = 4, o67 o = 1, T De flux door één rillengla i: Φ = B A = 1, , = 1, W Dan i B = 0 Φ = 0 ind 8 Φ 1,5 10 = = = t 0,5 8,9 10 V 1 a B i juit: de flux verandert niet gelijkmatig tuen t B en t C, du de indutiepanning i dan niet ontant (Φ (t) i niet ontant); dan kun je niet preken van de indutiepanning tuen t B en t C, wel van de gemiddelde indutiepanning. Du B i juit en A niet. C i juit: want de indutiepanning i evenredig met Φ (t), en die i gelijk aan het hellinggetal van de raaklijn. D i juit: op t C verandert de flux niet, dan i ind nul. E i ook juit: tuen t A en t D i de (netto) fluxverandering nul, dan i ook de gemiddelde indutiepanning nul.

2 Hoofdtuk 17 Elektrihe energie Het verloop van de indutiepanning i al volgt: ind Omdat de flux eert toeneemt en daarna weer afneemt i de indutiepanning eert poitief en dan negatief. De fluxafname op het eind gaat neller dan de toename aan het egin. Daardoor i de indutiepanning op het eind groter en duurt hij korter. (Het kan ewezen worden dat de oppervlakte onder het eerte en tweede deel van de grafiek even groot zijn). 14 a Φ = B A = 0,00 0, = 1, W ind 6 Φ 1,0 10 = = 100 = 0,0 V t 0,000 Je moet nu de omponent van B loodreht op het poeltje geruiken; zie de tekening: B = B o 5. Maar al je B met o 5 vermenigvuldigt, dan wordt ook de flux(verandering) en du de indutiepanning o 5 De indutiepanning keer zo groot. wordt dan: ind = 0,0 o 5 o = 0,00 V t Z Z De aantrekkende en aftotende krahten tuen de polen van het magneetje en de polen van het plaatje werken op het magneetje linkom (du het wordt afgeremd) maar op het plaatje rehtom : Bovenaan worden de noord- en de zuidpool alleei naar reht geduwd of getrokken, onderaan juit naar link. Volgen de derde wet van ewton oefenen het magneetje en het plaatje tegengetelde krahten op elkaar uit. Al het plaatje de magneet afremt, dan neemt de magneet het plaatje mee. Maak zelf een tekening met al die krahten; geef de krahten op het magneetje een andere kleur dan die op het plaatje. De veertje houden de draaiing tegen. Hoe groter de nelheid van de magneet i, de te groter de hoekverdraaiing die het aluminium plaatje krijgt. De wijzer die met het plaatje i veronden, geeft dan een grotere nelheid aan. Z 15 pratium 16 it 17 a De troom in de ring remt de Z vallende magneet af, du aan de ovenkant van de ring onttaat een noordpool. Met de rehterhandregel (of een andere rihtingregel) kun je dan de Z I draairihting van de troom vattellen. (zie hoofdtuk 16). Ook nu wordt de magneet afgeremd, du moet er een noordpool zijn aan de onderkant van de ring. Al de noordpool aan de andere kant zit moet de troom de andere kant op draaien. Al de magneet in het midden van de ring i dan i er even geen fluxverandering du ook geen indutietroom. 18 a Het magneetje wordt afgeremd door de indutietromen in het aluminiumplaatje. Du moeten er oven het plaatje polen onttaan zoal getekend. Met een rihtingregel tel je de ijehorende troomrihting vat: Al het plaatje van ijzer i, dan wordt het altijd gewoon naar oven aangetrokken, ook al de magneet niet eweegt. 19 Dan draaien de polen van het magneetje preie om de a van het poeltje heen. In het poeltje i dan geen fluxverandering, du geen indutiepanning: het tolletje topt. Om dat te voorkomen zit er in het midden van het draaiplateau een oeltje. 0 pratium 1 Bij het uithakelen neemt de troom, en du de flux in de poel, zeer nel af. Dat geeft een hoge indutiepanning die de afname van de troom tegengaat. Daardoor loopt de troom nog heel even door. Het i alof de tromende lading door de poel traagheid krijgt. Waterlag onttaat door de traagheid van het tromende water in de leiding. Om dat in zeer korte tijd te laten toppen i een grote kraht nodig, en dat geeft een klap op de leiding (eigenlijk op de kraan). Je kunt het ook zó zien: Er i een magnetih veld in de poel, dat evat energie. Bij het uithakelen wordt die energie geruikt om de troom nog even door te laten lopen. Daardoor hoopt zih lading op ij de onderreking in de kring (de hakelaar). Dat veroorzaakt een hoge panning. 15

3 Pular vwo natuurkunde deel Bij wieltroom verandert de grootte en de rihting van de flux in de poel voortdurend. Gevolg: zelfindutiepanning die de troomverandering tegenwerkt. Met een goede kern i het magneetveld heel terk en de flux(verandering) du heel groot. De tegenwerkende indutiepanning kan dan zó groot worden dat de troom vrijwel nul wordt. Zo n poel heet een moorpoel en kan geruikt worden om een ominatie van gelijk- en wieltroom te heiden: alleen de gelijktroom wordt doorgelaten. panning. Om een gelijktroommotor de andere kant op te laten draaien hoef je alleen maar de troomrihting om te keren. 8 pratium 9 De frequentie i tweemaal zo hoog en de amplitude ook. Dat geldt voor iedere vorm van wielpanning, hieronder i het getekend voor een inuvormige wielpanning. Bij een fietdynamo i de vorm ander. a De lauwe led, want die i in de doorlaatrihting gehakeld. Zie de polen van de atterij. De indutiepanning die dan onttaat proeert de troom in tand te houden (zie opdraht 1), du de poel krijgt link een plupool en reht een minpool. Voor deze panning i de gele led in de doorlaatrihting gehakeld. Je kunt ook zeggen: de troom in de poel loopt nog even door. Die troom kan niet meer door de hakelaar en de ron, maar wel door de gele led... Die indutiepanning kan heel hoog zijn, en ledje kunnen maar weinig panning verdragen. (overigen i de indutiepanning dankzij het gele ledje minder hoog, omdat de zih ophopende lading nu weg kan). 17. Wielpanning 4 A én B zijn juit. Met een tranformator kun je wielpanningen hoger en lager maken en zo aanpaen aan verhillende apparaten. Maar zogeheten krahttroom -apparaten werken op 400 V wielpanning die onttaat door twee wielpanningen van 0 V met verhillende fae op te tellen. 0 a Omdat de flux om even ontant i. Al de flux niet verandert dan i de indutiepanning 0. De panning i maximaal al de fluxverandering per tijdeenheid maximaal i, du waar de grafiek het teilt loopt. Dat i op de tijdtippen t A, t B en t C 5 De eerte manier i: de grootte van de wielpanning meten. De tweede manier i: de frequentie van de wielpanning meten. 6 a De gemiddelde panning van een wielpanning i 0, immer, de panning i even vaak en even hoog poitief al negatief. In elk geval ij de meet voorkomende, de inuvormige wielpanning. De etieve waarde van een wielpanning i de panning die hetzelfde et heeft op een lampje al een gelijkpanning van die waarde, en du zeker niet nul. 1 a 16 De topwaarde van 0 V etieve wielpanning i 0 V = 5 V 7 Een wielpanning kan je tranformeren naar elke gewente waarde en daarna zonodig gelijkrihten. Een gelijkpanning kan je diret geruiken voor ijvooreeld elektronia, je kan deze niet gemakkelijk tranformeren naar een andere De fluxverandering per tijdeenheid moet dan ontant zijn, du een rehte grafiek.

4 Hoofdtuk 17 Elektrihe energie Al de flux voortdurend met een gelijke waarde per eonde zou toenemen, dan zou de flux uiteindelijk oneindig groot worden. Dat kan niet. a Al de poel van de generator draait in een homogeen magneetveld. Dan i namelijk het verloop van de flux met de tijd Φ(t) een oinufuntie. De indutiepanning i evenredig met de afgeleide funtie Φ (t) en de afgeleide van de oinufuntie i een inufuntie (eigenlijk -in, maar die heeft dezelfde vorm) Zie opdraht voor de wikundige afleiding. atuurlijk kun je ook zeggen dat de flux een inufuntie i, en de indutiepanning een oinufuntie; in feite leg je dan t=0 een kwart ylu eerder. 67 V Φ (t) i het hellinggetal van de raaklijn aan de grafiek. Van de raaklijn ij t = 8 m i het hellinggetal ongeveer: φ t , = Du de indutiepanning i: ind = Φ (t) = 600 0,080 = 48 V = 0,080 W De panning i maximaal al de flux nul i (dan i de Φ-t-grafiek het teilt) en nul al de flux maximaal i (dan verandert hij heel even niet). d De flux i dan: Φ(t) = B A o α (zie a) = B A o(π f t) e De indutiepanning in één winding i de afgeleide funtie van de flux. De afgeleide naar t van o(a t) i -a in(a t) ( kettingregel ) Du: ind = Φ (t) = - π f B A in(π f t) = -π B A f in(π f t) f De indutiepanning i een wielpanning, een inufuntie van de tijd. Al er twee magneetpolen zijn i de periode van de draaiing gelijk aan de periode van de wielpanning. g De maximale waarde max = π B A f, du = ½ max = π B A f 4 pratium 5 a De etieve panning i: 1 = 6,0 = 4, V De andere wielpanning heeft een lagere etieve waarde doordat: - de topwaarde kleiner i, - de vorm ander i: ij de nuldoorgangen i de panning teed heel even nul (zie vraag 0 voor de oorzaak) 6 a Ze randen te zwak omdat de panning die nodig i om ze normaal te laten randen 1 4= 88 V i. Dat kan gelijkpanning zijn, of etieve wielpanning. a Voor de flux geldt nu: Φ = B A it de tekening lijkt dat B =B o α du de flux i B A o α winding a van de poel α B B = B oα Al de hoek groter i dan 90 o dan i de oinu negatief. Dit etekent dat de veldlijnen de andere kant de poel innenkomen. De flux rekenen we dan negatief. In een tijd t draait de poel over een hoek α, in een tijd T ( de omlooptijd) draait hij over een hoek π. α π π t Du: = α = = π f t want de t T T frequentie f= 1/T I R = = = ron 1,6 A Bij apparaten die zowel op gelijk- al wielpanning werken mag je met etieve panning/troom rekenen alof het gelijkpanning/troom i. Imax = I = 1,6 1,41 =,6 =, A 7 pratium 8 a t na gelijkrihten Voor het vermogen i de rihting van de troom, en du het teken van de panning, niet van elang. Voor de etieve waarde du ook niet. Maar zoal uit 8 lijkt i de amplitude van de gelijkgerihte panning iet kleiner dan de oorpronkelijke wielpanning. In de praktijk i de panning du toh iet minder dan 6 V etief. I = P = 0,5 A 6 = 17

5 Pular vwo natuurkunde deel d Of: Elke winding wekt dezelfde indutiepanning op; omdat alle windingen in erie taan moet je die panningen ij elkaar optellen. Du 10 windingen levert 10 keer zoveel al één winding. Elektrihe energie wordt omgezet in magnetihe energie en daarna weer in elektrihe energie. 18 Al er één diode kapot i, dan i de rode of de lauwe weg in het hema in ron 8 onderroken. De helft van de halve inuen i dan weg. e Het vermogen i gehalveerd. De helft van de tijd wordt er geen energie omgezet, de andere helft net zoveel al normaal. Du gemiddeld half zoveel energie in dezelfde tijd. f Al P = I gehalveerd i, dan moeten en I alleei keer zo klein geworden zijn. ( en I zijn reht evenredig, du ze veranderen in dezelfde verhouding). Je zou verwahten dat en I alleei halveren al ze de halve tijd uitvallen. Maar omdat P = I = I R = /R heeft een panning van ijvooreeld 10 V gedurende de helft van de tijd méér et dan ontinu 5 V. 9 a 1 / in fae verhoven etekent 1 / π = π / verhuiving, du: Y 1 = in x en Y = in (x- π / ) Je kunt het maximum, du de amplitude, ook epalen met CALC - maximum (op de TI-8). De uitkomt i 1,7 =. Je kunt dit ook wikundig afleiden met één van de formule van Simpon : in t in u = in ½ (t-u) o ½ (t+u) dat wordt dan: in x in (x- π / ) = in ½ (x-x+ π / ) o ½ (x+x- π / ) = in ( π / ) o (x- π / ) Dat i een verhoven oinufuntie met amplitude in ( π / )= ½ = De amplitude i dan keer zo groot, du de etieve waarde ook: 0 V = 98 V. Men zegt: 400 V. 17. Tranformator 40 a Dat komt omdat er een terke indutietroom door de ring loopt. Dat komt doordat de weertand van de ring dan véél kleiner i, de troom wordt dan veel groter. Bij een doorgezaagde ring geeurt er niet. Er i wel een indutiepanning maar geen troom. 41 a Minten een keer of vier. Bij de elektriiteitentrale omhoog getranformeerd, tuen de hoogpanning en je hui in minten twee tappen weer omlaag tot 0 V, in de aulader omlaag naar 1 V. Omdat de indutiepanning evenredig i met het aantal windingen van een poel. d De troomterkte in de primaire poel van een ideale tranformator wordt epaald door wat er in de eundaire kring geeurt. I de eundaire troomkring geloten of niet? Zit daar veel of weinig weertand? Een ideale tranformator met open eundaire kring werkt du al ideale moorpoel: hij laat helemaal geen (wiel)troom door. (zie ook opdraht ). 4 a In een adaptor voor het lihtnet zit een tranformator, daarin zit een ijzeren kern. Die kern i zwaar. Veel apparaten evatten elektronia: daar i laagpanning voor nodig. Omdat laagpanning minder gevaarlijk i. Dat wordt ijvooreeld geruikt ij elektrihe deken. 4 pratium 44 a De eundaire troom mag maximaal 400 ma zijn. Dit wordt epaald door de gelijkrihter, de dioderug. De primaire troom i dan 9 ma. p p 0 19 = = = 1 1 Het maximale primaire vermogen i: P = I = 0 0,09 = 1 W Het maximale eondaire vermogen i: P = I = 1 0,400 = 4,8 W Verre van ideaal: ijna 80% van de energie gaat verloren. d 4,8 VA etekent 4,8 W, VA wordt ook geruikt al eenheid van vermogen. it P = I volgt dat 1 W = 1 V 1 A = 1 VA 45 a Het i veiliger. Om 0 V te hakelen moet de hakelaar volledig waterdiht zijn en veel eter geïoleerd dan ij 8 V. P p = P 1,4 8 = 0 I p I p = 4,9 10 A Of: de tranformatieverhouding i 0:8 = 8,75 du de primaire troom i 8,75 keer zo klein al de eundaire troom... Bij een ideale tranformator i I p = 0 al I = 0: Al er geen energie uit komt gaat er ook geen energie in. d Het eundaire vermogen i nul. Alle toegevoerde energie wordt omgezet in warmte. Du de per eonde onttane warmte i gelijk aan het primaire vermogen: P = I = 0 0,01 =,0 J/

6 46 a De kael moet rond de kern gedraaid worden; de primaire poel moet ook rond de kern gewikkeld zijn. Er zal du iet in zitten al: p 0 = 1 1,5 p = 15 = 1,5 10 windingen P 400 = 4 1,5 = 6,0 V = = = 67 A 6,0 I d R I = = = 9,0 10 Ω 6,0 67 e De troom in een geloten kring i overal gelijk. De meete warmte onttaat in de grootte weertand, in dit geval du de dunne draad. Het vermogen i: P = I R, P i evenredig met R. Al de ui goed ontdooit wordt, dan wordt het vermogen in de dunne draad zo groot dat deze melt. f = 6,0 V Al R 6 zo groot i, dan i I 6 zo klein, I = 67/6 = 11 A P = I P wordt 6 zo klein, 400/6 = 67 W g Het vermogen i 400 W, R i 6 zo groot du 0,54 Ω P = I R 400 = I 0,54 I = 7, A P = I 400 = 7, = 14,7 V Met 1,5 V per winding du : 10 windingen nodig. Redeneren gaat neller: Bij dezelfde weertand moet P = I ze keer zo groot worden. Dan moeten én I 6 keer zo groot worden. Om 6 keer zo groot te krijgen zijn 6 keer zoveel windingen nodig: 4 6 = 9,8 = 10 windingen. (I wordt dan vanzelf ook 6 keer zo groot). h In eide gevallen i het primaire vermogen 400 W, du in eide gevallen: I = P/ = 400 : 0 = 1,74 A Het kan ook met de tranformatieverhoudingen maar dat i veel meer werk. 47 a De poel S die i veronden met het relai i de eundaire poel. Al er troom 'weglekt' i de troom door de faedraad groter dan de troom door de nuldraad. Het magneetveld van de faedraad (ovente Hoofdtuk 17 Elektrihe energie magneetveld van de faedraad (ovente poel) i dan terker dan van de nuldraad (onderte poel). 48 a ee. Al je eide aanluitingen van een heidingtranformator aanraakt dan gaat er troom door je lihaam lopen, maar er loopt geen troom naar de aarde. Ook door de primaire poel gaat dan troom lopen, maar die loopt gewoon door de faedraad heen en via de nuldraad terug. De aardlekhakelaar 'merkt du niet' dat er troom door je lijf gaat. Preie 1 (of '1 op 1') Je wilt eundair preie dezelfde panning al primair, du 0 V 'tranformeren' naar 0 V. Ander werken de aangeloten apparaten niet goed. Een heidingtranformator i puur een veiligheidvoorziening. Ze worden nog wel geruikt al heertopontaten in adkamer. 49 a De tranformatieverhouding p : = 500 : 6 = 8,. De panning wordt du 8, keer omlaag getranformeerd en de troomterkte 8, keer omhoog: 8, 5,0 A = 416,67 A = 4, 10 A 5,87 mω In de eundaire kring zitten twee weertanden in erie: die van de poel en die van de pijker. Verder geldt daar gewoon de formule van ohm. De eundaire panning i 0 : 8, =,76 V, de troomterkte 416,7 A, du:,67 Rtotaal = = = 0,0066 Ω I 416,7 dat i de weertand van de pijker + de poel, du R pijker = R totaal R poel = 0,006 0,00075 = 0,00587 Ω = 5,87 m Ω Het toegevoerde vermogen i: P = I = 0 5,0 = 1150 W (dat kan natuurlijk ook met de eundaire panning en troomterkte uitgerekend worden) Het vermogen van de pijker i I R = 416,7 0,00587 = 100 W, dat i % = 88,68 = 89% 1150 ander: omdat de troomterkte overal gelijk i, i de verhouding van de vermogen in poel en pijker gelijk aan de verhouding van hun weertanden, du i het gevraagde perentage: Rpijker 0, % = 100% = 88,68 = 89% R 0,0066 totaal 50 a De tranformatieverhouding i 1:1 want de eundaire panning moet ook 0 V zijn. A en/of C: niet, want de punten A en C zijn geaard en jij ook (via je voeten). B: een zware hok, want B heeft een panning van 0 V t.o.v. je voeten. D of E: niet, want de eundaire kring i nergen met de aarde veronden du er kan nooit een geloten kring onttaan via jouw lijf. Je kunt ook zeggen: zodra jij één van die punten aanraakt wordt de kring op dat punt geaard. 19

7 Pular vwo natuurkunde deel D én E: een zware hok, want tuen D en E taat 0 V. 51 a De eundaire winding (de odem van de pan) en de primaire poel heen niet één gemeenhappelijk kern. De flux van de primaire poel gaat zeker niet volledig door de odem van de pan. (er gaan ook veldlijnen naar eneden). Dan wordt de odem ook een deel van de kern; er zal dan een groter deel van de veldlijnen door de odem lopen. De odem etaat uit één winding. I wordt 65 zo klein. Het vermogenverlie i 65 = 4, 10 5 zo klein. 56 a Alle elektrihe energie wordt omgezet in warmte, du de warmte per eonde i gelijk aan het elektrihe vermogen: P = I = 0, = 0,6 J/ Je kan een groot warmteuittralend oppervlak aanrengen of mehanih ventileren. 57 a Het vermogen i: P = I = 0 0,4 = 99 W Er zal dan taan: '100 W' d P 1 10 Ip = = = 4, A 0 p Dat i 6/ W = 6 W. E = P t = 0,100 kw 4 h = 0,4 kwh 0 e In het ideale geval nul: Al P = 0, dan i ook P p = 0. In de praktijk du niet. f De tranformatieverhouding i dan 100:1, du de panning wordt 100 minder en de troomterkte 100 meer: I = 100 I = 100 4, = 4, 10 A p 17.4 Energietranport 5 C Voor uitleg zie vraag 55a. 5 grootheid (ymool) eenheid (ymool) tijd (t) eonde (), uur (h) energie (E) joule (J), kilowattuur (kwh) vermogen (P) joule per eonde (J/), watt (W) panning () volt (V) troomterkte (I) ampère (A) lading (Q) oulom (C) rendement (η) - 54 a ' Winter helpt de lamp mee om het hui te verwarmen. De warmte van de lamp wordt dan nuttig geruikt. η = η = 5 J 100% = 5% òf 100 J 5 W 100% = 5% 100 W E toegevoerd (J) % 1 E nuttig (J) 5 5% 0,05 5% of 0, a P = I, al groter wordt dan wordt I kleiner. Het vermogenverlie in de draden i: P = I R, dit i du evenredig met I. De panning i dan = 65 zo groot. d Al de paarlamp ook 6 W vermogen liht geeft, dan i het toegevoerde vermogen: P P nuttig toegevoerd Pnuttig 6 = 0, Ptoegevoerd = = = 0, 0, 18,75 W = 0,01875 kw du E = P t = 0, = 0,075 kwh 58 a Het vermogen dat de dynamo dan nog krijgt i 40% van 1 W. Dat i 0,4 1 = 4,8 W. Ze zijn parallel gehakeld want ij een eriehakeling moet de troom gelijk zijn. De lampje randen op dezelfde panning en geruiken een verhillende troomterkte. De een randt ook al de ander tuk i. P = I 1 + I = 6 0, ,05 = W Je kunt ook eert de tromen optellen. d 1 η = = 0,6 = 6 10 % 4,8 e Er onttaat aan liht 0,18 W (6% van W). De ret van de 1 W wordt omgezet in warmte: 11,8 W. Dat i 98,5%. Het totale rendement i du maar 1,5%. 59 pratium 60 a Het vermogen dat de zonneel afgeeft i: 400 m P = 0, = 0,70 W m E E 0,040 kwh 40 Wh P = t = = = = 57 h t P 0,70 W 0,70 W Het vermogen i dan 1000 zo groot, 110 Du duurt het = 6, h 1000 (onder de verondertelling dat het rendement ij felle zon hetzelfde lijft.)

8 Hoofdtuk 17 Elektrihe energie ee, want ij 110 W/m duurt het al 57 h, nu duurt het nog veel langer. 61 pratium 6 a Hoogpanning wordt omlaag getranformeerd naar 0 V. Bij laagpanning he je veel energieverlie. De draden naar de huizen worden daarom zo kort mogelijk gehouden. 6 a De troomterkte wordt dan 0 zo klein, immer, P = I I i omgekeerd evenredig met ij hetzelfde vermogen. Totale weertand van de draad etekent: de weertand van de draad heen en terug. Er geldt: P W P = I I = = = 0 A 5000 V Het vermogen dat verloren gaat i: P = I R = 0 4, = 1,7 10 W Het kan ook met P = kael I, maar dan moet je eert kael uitrekenen: kael = I R = 0 4, = 84 V et. d De panning wordt 10 zo groot en du de troom 10 zo klein. I =,0 A. e P = I R =,0 4, = 17 W dat i 100 minder, want P i reht evenredig met I. 64 Het toegevoerde vermogen i: P = I = = 4, W, en de weertand van de hele kael i: R = , = 4,0 Ω A kael = I R kael = 00 4,0 = 100 V = 1, kv i juit 5,6 10 B zie eert C. = 0,008 = 0,8% i juit 7 4,5 10 C P = I R = 00 4,0 =, W =, J/ onjuit D = 150 kv 1, kv = 149 kv i juit Vooreeldproefwerk 1 a De flux neemt toe en af, Φ i afwielend poitief en negatief. Het teken van de panning verandert dan ook teed: er onttaat wielpanning. Het poeltje evat meer windingen. Er zit een terkere magneet in de mirofoon. Ook mogelijk: andere maa van het poeltje ; andere tijfheid van de vering. Het naderende poeltje wordt afgeremd door de magneet. De polen van het poeltje liggen du anderom al van de magneet: link vooraan en Z reht ahteraan. Volgen de rehterhandregel (kort uitleggen!) loopt de troom dan zoal getekend. a De omponent van B loodreht op de winding i: B = B o 50 a (zie de tekening ij opdraht a) du de magnetihe flux i: Φ = B A = (B o 50 ) A = B A o 50 = 0,40 4, o 50 = 1, 10-4 W (ij opdraht i ook afgeleid dat Φ = B A o α, waarin α de draaiinghoek i t.o.v. de loodrehte tand; hier du 50 ) Al de winding 40 linkom draait, dan wordt de flux nul, du: 4 Φ 1, 10 ind = = = 4 10 V t 0,0 8,4 = 11,8 = 8,4 V I = = 0,58 A R 14, = 1 P = I = 8,4 0,58 = 4,87 W het kan ook zo: = 8,4 P = 4,87 W R 14, = P I = = = 8,0 A De panning over de kael i dan: = I R = 8,0 16 = 18 V; het vermogen in de kael i dan: P verlie = I = 18 8,0 = 104 W = 1,0 kw. of: Pverlie = I R = 8,0 16 = 1,0 10 W Het vermogen ij het tranformatorhuije i du 80 1,0 = 79 kw Het vermogen dat het tranformatorhuije uit komt du ook: P I = = =,4 10 A 0 1

9 Pular vwo natuurkunde deel 4 a E = 4, kj 1,0 (100 1) =, J Per eonde wordt aan het water toegevoerd: 0,9 100 J = 1104 J = 1,1 kj du: E E,7 10 P = t = = = 4,8 = 5,6 min t P 1,1 10 4,8 = 0,09 h De toegevoerde energie i du 1, kw 0,09 h = 0,11 kwh Dat kot: 0,11 0,15 = 0,0167 = 0,0 d De panning i 19 zo klein, du de troom i, ij hetzelfde vermogen, 19 zo groot. De draden moeten du veel dikker zijn. Het vermogenverlie in de draden hangt af van I R, de weertand moet veel kleiner du de draden veel dikker. 5

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme (12-12-2012) Pagina 1 van 12

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme (12-12-2012) Pagina 1 van 12 Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme (12-12-2012) Pagina 1 van 12 Opgaven 7.1 Magneten en elektromagneten 1 a Ongelijke polen trekken elkaar aan. De noordpool van een kompas wordt

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Inductie ( ) Pagina 1 van 5

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Inductie ( ) Pagina 1 van 5 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Indutie (2016-05-23) Pagina 1 van 5 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je er

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Inductie ( ) Pagina 1 van 5

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Inductie ( ) Pagina 1 van 5 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 11 Indutie (2017-10-31) Pagina 1 van 5 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je er

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Inductie ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Inductie ( ) Pagina 1 van 10 Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 6 ndutie (21-03-2010) Pagina 1 van 10 Opgaven 6.1 ndutiespanning 1 a De spanning wordt 2 zo hoog. Ook nu is de spanning 2 zo hoog en de pieken volgen elkaar 2

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 10 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 9

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 10 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 9 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 10 Elektromagnetisme (2016-05-22) Pagina 1 van 9 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout.

Nadere informatie

4.1 Inductiespanning 1 a 2 3

4.1 Inductiespanning 1 a 2 3 4.1 Inductieanning 1 a Eén omwenteling van de chijf komt overeen met 38 mm o de horizontale a van de I grafiek. De aftand van de nuldoorgang van de tweede iek tot die van de eerte iek i 9,5 mm, de nuldoorgang

Nadere informatie

Na 0,25T volgt een tweede piek die andersom staat. De pieken vloeien in elkaar over.

Na 0,25T volgt een tweede piek die andersom staat. De pieken vloeien in elkaar over. Stevin vwo deel Uitwerkingen hoofdstuk 8 Indutie (0-03-011) Pagina 1 van 1 Ogaven 8.1 Indutiesanning 1 a De sanning wordt zo hoog. Ook nu is de sanning zo hoog en de ieken volgen elkaar zo snel o. Na 0,5T

Nadere informatie

F elek q. Gravitatieveld & Elektrisch veld. ondervindt een lading q een elektrische kracht. In een elektrisch veld Ε. In een gravitatieveld g

F elek q. Gravitatieveld & Elektrisch veld. ondervindt een lading q een elektrische kracht. In een elektrisch veld Ε. In een gravitatieveld g Gravitatieveld & Elektrich veld Gravitatieveld In een gravitatieveld g ondervindt een maa m een gravitatiekracht. Richting van het gravitatieveld g Richting van de gravitatiekracht op een maa m. Sterkte

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Elektromagnetisme ( ) Pagina 1 van 10 Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Elektromagnetisme (08-02-2011) Pagina 1 van 10 Opgaven 5.1 Magneten en elektromagneten 1 a Ongelijke polen trekken elkaar aan. De noordpool van een kompas wordt

Nadere informatie

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 1

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 1 Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 1 Antwoorden door een scholier 3703 woorden 23 maart 2011 5,3 69 keer eoordeeld Vak Methode Natuurkunde Banas Tekstoek Gecursiveerde tekst is een toelichting op het antwoord.

Nadere informatie

10 Dynamo en transformator

10 Dynamo en transformator Newton vwo deel 2 Uitwerkingen Hoofdtuk 1 Dynamo en tranformator 1 Dynamo en tranformator 1.1 nleiding Voorkenni 1 Dynamo en tranformator a Een dynamo zet arbeid ( mechaniche energie E m) om in elektriche

Nadere informatie

Uitwerkingen extra opgaven hoofdstuk 7

Uitwerkingen extra opgaven hoofdstuk 7 itwerkingen extra ogaven hoofdtuk 7 Ogave 7. ma m Ogave 7. ion Q,6 Ogave 7.3 Oloing:, A 6,6 9 9 6 3, 9 elektronen 6,5 elektronen Ogave 7.4 a)bij de negatieve ool worden elektronen vrijgemaakt d.m.v. een

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven Elektrische velden. DNA onderzoek met elektroforese

Uitwerkingen opgaven Elektrische velden. DNA onderzoek met elektroforese Uitwerkingen opgaven lektriche velden Opgave 1.1 DNA onderzoek met elektroforee a Wat beweegt er precie? negatief geladen DNA fragmenten b Door welke tof vindt de beweging plaat? door een gel c Wat veroorzaakt

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1 Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december 2014 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1.1 Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders. Isolatoren laten geen stroom door. De grootte

Nadere informatie

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 Elektriciteit 1 2.1 Elektriciteit 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 mp3-speler dynamo fiets accu lamp op je kamer stopcontact auto batterij 3

Nadere informatie

4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2.

4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november 2012 4,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2. Hoofdstuk 3 Stroom, spanning en weerstand. * Elektrische

Nadere informatie

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday Onderwerpen van H 29 Geinduceerde EMF Faraday s Inductie wet; de wet van Lenz EMF Geinduceerd in een Bewegende Geleider Electrische Generatoren

Nadere informatie

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand (14-06-2012) Pagina 1 van 16

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand (14-06-2012) Pagina 1 van 16 Stevin havo deel itwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand (4-06-0) Pagina van 6 Opgaven 6. De wet van Ohm a Het aantal ml komt overeen met de lading, dus het aantal ml per seonde met de stroomsterkte.

Nadere informatie

Maak een schatting van de weerstand bij een afstand van 55 cm en laat zien hoe je aan je schatting bent gekomen.

Maak een schatting van de weerstand bij een afstand van 55 cm en laat zien hoe je aan je schatting bent gekomen. EXAMENTRAINING Hoofdstuk 9 Shakelingen 1 Een groepje leerlingen voert een praktishe opdraht uit met een LDR (zie figuur 1). a ij deze proef hoort een onderzoeksvraag. Noem een onderzoeksvraag over de LDR

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand (09-06-2010) Pagina 1 van 26

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand (09-06-2010) Pagina 1 van 26 Stevin vwo deel Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand (09-06-00) Pagina van 6 Opgaven 6. De wet van Ohm Geruik U = I of U U I = of = I a U 60 000 0 I 0,06 = = = = k U 0,6 = = = 0 = 0 I

Nadere informatie

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten. Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. gegeven: R1 = 5,0 Ω, R2 = 9,0 Ω

Nadere informatie

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Energie 2

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Energie 2 1. "Een lamp met een vermogen van 40 watt staat 5 minuten aan. Bereken de hoeveelheid energie die de lamp heeft omgezet (in joule)." P = 40 W t = 5 min = 300s E = 40W x 300s E = 12000Ws = 12.000J = 12

Nadere informatie

3.1 Magneten en elektromagneten

3.1 Magneten en elektromagneten 3.1 Magneten en elektromagneten 1 a De punt van de magneet die naar het geografische noorden wijst, heet de magnetische noordpool van de magneet. Dat is afspraak. Hij wordt aangetrokken door een ongelijke

Nadere informatie

Elektrische energie en elektrisch vermogen

Elektrische energie en elektrisch vermogen Elektrische energie en elektrisch vermogen Grootheid Symbool Eenheid Lading Q C: Coulomb Spanning U V: Volt Stroomsterkte I A: Ampère Energie E J: Joule Weerstand R Ω: Ohm Spanning: noodzakelijk om lading

Nadere informatie

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT Wanneer loopt er stroom? Elektrische apparaten werken alleen als er een stroom door loopt. Om de stroom te laten lopen is er altijd een spanningsbron nodig. Dat kan een

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,

Nadere informatie

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie 4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen,

Nadere informatie

1.3 Transformator Werking van een dynamo

1.3 Transformator Werking van een dynamo zekering. b. Je gaat twee weken met vakantie en laat al die lampen aanstaan. Hoeveel gaat die stommiteit je kosten? 1 kwh kost 0,12. 1.3 Transformator Magnetische flux (f) is een maat voor het aantal magnetische

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting door een scholier 1671 woorden 2 december 2012 5,6 55 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde H2 elektriciteit

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefbomen en vervormingen ( ) Pagina 1 van 9

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefbomen en vervormingen ( ) Pagina 1 van 9 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 4 Hefomen en vervormingen (2016-05-24) Pagina 1 van 9 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is

Nadere informatie

Wisselspanningen. Maximale en effectieve waarde. We gaan de wisselspanning aansluiten op een weerstand. U R. In deze situatie geldt de wet van Ohm:

Wisselspanningen. Maximale en effectieve waarde. We gaan de wisselspanning aansluiten op een weerstand. U R. In deze situatie geldt de wet van Ohm: Wisselen Maximale en effectieve waarde We gaan de wissel aansluiten op een weerstand. I I G In deze situatie geldt de wet van Ohm: I = We zien een mooie sinusvormige wissel. De hoogste waarde word ook

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Energie en arbeid (18-09-2013) Pagina 1 van 11

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Energie en arbeid (18-09-2013) Pagina 1 van 11 Stevin havo deel Uitwerkingen hoofdstuk 1 Energie en areid (18-09-013) Pagina 1 van 11 Opgaven 1.1 Areid en vermogen 1 a W = Fs, dus de korte gewihtheffer (kleinere s kleinere W) is in het voordeel. Met

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 6 Energie en arbeid ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 6 Energie en arbeid ( ) Pagina 1 van 10 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 6 Energie en areid (016-06-07) Pagina 1 van 10 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout.

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen Hoofdstuk - Periodieke ewegingen Voorkennis: Sinusoïden ladzijde 6 ( ) en D (,) V-a A,, B,, C, Via Interset vind je de snijpunten van = sin x en = x, 6 x, 5 of x, 67 Bij een vershuiving van eenheden naar

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 13 Magnetische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 13.1 Magnetisme Magneten Z N Z Magnetische veldlijnen: Gaat van N naar Z Als er veel veldlijnen bij elkaar zijn is het

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies Hoofdstuk - Periodieke funties Voorkennis: Sinusfunties ladzijde V-a De omtrek van de eenheidsirkel is. Hierij hoort een hoek van zowel radialen als 0. Dus 80 komt overeen met radialen. graden 0 0 4 0

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 4 Spanning en stroom ( ) Pagina 1 van 20

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 4 Spanning en stroom ( ) Pagina 1 van 20 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 4 Spanning en stroom (06-05-) Pagina van 0 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk - Funties en de rekenmahine Voorkennis: Funties ladzijde V-a De formule is T = + 00, d Je moet oplossen + 00, d = dus dan geldt 00, d = en dan is d = : 00, 77 m V-a f( ) = = 0en f( ) = ( ) (

Nadere informatie

Glas en barnsteen hebben een tegengestelde lading als ze opgewreven zijn, de lading van gewreven glas noem je positief.

Glas en barnsteen hebben een tegengestelde lading als ze opgewreven zijn, de lading van gewreven glas noem je positief. Samenvatting door E. 2498 woorden 2 april 2015 7,2 23 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Hoofdstuk 3 Elektriciteit 3.1 Lading, Spanning en Stroom Elektrische lading Door wrijving kunnen voorwerpen

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning.

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. 1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. Bij de industriële opwekking van de elektriciteit maakt men steeds gebruik van een draaiende beweging. Veronderstel dat een spoel met rechthoekige doorsnede

Nadere informatie

Basisvaardigheden - Inhoud

Basisvaardigheden - Inhoud Baivaardigheden - Inhoud 1. Inleiding 2. Grootheden en eenheden. Significantie 4. Practicum meten 5. Formule en driehoeken 6. Vuitregel 7. Diagrammen 8. Oefentoet Hoe werkt de Natuurkunde? Natuurkunde

Nadere informatie

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (31-08-2012) Pagina 1 van 20. b 12 3 5 7 c

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (31-08-2012) Pagina 1 van 20. b 12 3 5 7 c Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Bewegen (31-08-01) Pagina 1 van 0 0 a Opgaven 1.1 Meten van tijden en afstanden x = 1,66.. = 1,7 45 7,5 y = = 73,3.. = 73 4,6 6,3 π z = = 0,515.. = 0,5 38,4 1,7

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11 Stevin havo deel Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen (-0-03) Pagina van Opgaven 3. Zwaaien en dansen a Ja, de periode is h. a Nee, de draaiing is geen eweging rondom een evenwichtsstand. a 5 T = 3600 =

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 2 Twee wetten van Newton ( ) Pagina 1 van 8

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 2 Twee wetten van Newton ( ) Pagina 1 van 8 Stevin havo Antoorden hoofdstuk Tee etten van Neton (017-11-07) Pagina 1 van 8 Als je een ander antoord vindt, zijn er minstens tee mogelijkheden: óf dit antoord is fout, óf jou antoord is fout. Als je

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Tabellen, grafieken, formules

Hoofdstuk 5 - Tabellen, grafieken, formules Hoofdstuk 5 - Taellen, grafieken, formules ladzijde 130 V-1a d De grafieken van de grond en de luht vertonen veel grotere temperatuurshommelingen dan de grafiek van het water. De grafiek van de grond omdat

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Differentiëren

Hoofdstuk 3 - Differentiëren Hoofdstuk - Differentiëren Moderne wiskunde 9e editie vwo B deel Voorkennis: Mahten en differentiëren ladzijde 7 6 V-a ( ) ( ) 8 f d e ( ) g 5 ( ) 6 6 ( 9 ) 9 ( ) ( ) 6 6 5 5 6 5 6 6 5 5 9 h ( ) 8 ( )

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2 natuurkunde vwo 05-II Opgave Indoor Skydive maximumscore 3 uitkomst: h =,7 0 m voorbeelden van een berekening: methode Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. Invullen levert: 40

Nadere informatie

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 4 VWO 2.6 Serie en parallel 51. Vervanging 52. Bij de winkelstraat zijn de lampen parallel geschakeld en bij de kandelaar in serie. 53. Voorbeeld: Serie De stroom moet

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Magnetisme 1.1 Het magnetische veld Voor de beschrijving van een magnetisch veld gaan we uit van een staafvormige

Nadere informatie

5.1 Opwekking van elektrische energie

5.1 Opwekking van elektrische energie itwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Opgave 1 a Zie figuur 5.1. 5.1 Opwekking van elektrische energie Figuur 5.1 De veldlijnen zijn getekend als stippen en komen dus uit het vlak van tekening recht naar je

Nadere informatie

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Vragenlijst MAGETSME Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Antwoordeninstructie Je hebt een heel lesuur om de vragen te beantwoorden. Er zijn in totaal 19 vragen, waarvan 5 open vragen en

Nadere informatie

Een radiotoestel met bakelieten behuizing (zie figuur 11). Bakeliet kent talloze toepassingen, zoals:

Een radiotoestel met bakelieten behuizing (zie figuur 11). Bakeliet kent talloze toepassingen, zoals: Toepassingen Fig 11 Radiotoestel Fig 12 Lampen Een radiotoestel met bakelieten behuizing (zie figuur 11) Bakeliet kent talloze toepassingen zoals: A Tussenlaag in geleiders als elektrische isolatie bijvoorbeeld

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 5 Spanning en stroom ( ) Pagina 1 van 16

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 5 Spanning en stroom ( ) Pagina 1 van 16 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 5 Spanning en stroom (06-05-4) Pagina van 6 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Eindexamen natuurkunde pilot vwo 0 - II Beoordelingsmodel Opgave Wega maximumscore 3 Voor het verband tussen de temperatuur van de ster en de golflengte waarbij de stralingsintensiteit maximaal is, geldt:

Nadere informatie

Naam: Succes! 1 Geef bij elke berekening het antwoord met de juiste nauwkeurigheid en met de juiste. Antwoorden: Eenheid. 0,6 : 2 s s.

Naam: Succes! 1 Geef bij elke berekening het antwoord met de juiste nauwkeurigheid en met de juiste. Antwoorden: Eenheid. 0,6 : 2 s s. Bij deze toet ag je gebruik aken van het foruleblad (bijgeleverd) en de rekenachine. Schrijf de antwoorden OP DIT BLAD en chrijf je naa op elk blad. Gebruik eventueel de achterkant. Schrijf duidelijk en

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Matrices toepassen

Hoofdstuk 6 Matrices toepassen Hoofdstuk Matries toepassen Moderne wiskunde e editie vwo D deel Lesliematries ladijde a Van de dieren in de leeftijdsgroep van - jaar komen er, in de leeftijdsgroep - jaar Van de dieren in de leeftijdsgroep

Nadere informatie

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten. Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. 2 Twee apparaten, weerstand R1 =

Nadere informatie

Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Hefbomen en vervormingen (01-09-2014) Pagina 1 van 10

Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Hefbomen en vervormingen (01-09-2014) Pagina 1 van 10 Stevin havo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 1 Hefomen en vervormingen (01-09-2014) Pagina 1 van 10 Opgaven 1.1 Hefomen 1 - Bij de sheve toren ligt Z links van de stippellijn door S. Bij de al ligt Z oven

Nadere informatie

QUARK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1. Grootheid Symbool Eenheid symbool Verband tussen eenheden Stroomsterkte I Ampère A 1 C

QUARK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1. Grootheid Symbool Eenheid symbool Verband tussen eenheden Stroomsterkte I Ampère A 1 C QUAK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1 THEMA 4: elektrische stroom Elektrische stroom Elektrische kring (L Verplaatsing van lading Spanningsbron -> elektrisch veld -> vrije ladingen bewegen volgens

Nadere informatie

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme E&M Boller, Offerhaus, Dhallé Deeltoets II E&M 201300164 & 201300183 13 juni 2016 Velden en elektromagnetisme Aanwijzingen Voor de toets zijn 2 uren beschikbaar. Vul op alle ingeleverde vellen uw naam

Nadere informatie

Begripsvragen: Magnetisch veld

Begripsvragen: Magnetisch veld Handoek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme egripsvragen: Magnetisch veld 1 Meerkeuzevragen Magnetisch veld 1 [V] Een

Nadere informatie

EERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE

EERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE Lesrief EERSTE AFGELEIDE etreme waarden raaklijn normaal TWEEDE AFGELEIDE uigpunten 6/7Np GGHM03 Inleiding Met ehulp van de grafische rekenmachine kun je snel zien of de grafiek daalt of stijgt. Het horizontaal

Nadere informatie

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10 Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen (26-08-2011) Pagina 1 van 10 Opgaven 10.1 Fotonen 1 a Tael 19B: 920 nm is infrarood en 12 m is SHF (super high frequeny) 8 3,00 10 λ 6 = = = 0,333 m f

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 8 Voorkennis: Sinusfuncties ladzijde 9 V- Uit 8 radialen volgt 8 radialen Je krijgt dan de volgende tael: V-a V-a 8 graden 6 9 8 radialen O 6 6 7 8 9 Aflezen:,,,, c Aflezen:, d Aflezen:, e Aflezen: O Aflezen:,,,

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 Het magnetisch veld Opgave 1 a Het koperen staafje is het staafje dat geen van de andere staafjes aantrekt en niet door de andere staafjes wordt aangetrokken. Het is

Nadere informatie

Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1, I. Opgave 3

Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1, I. Opgave 3 Telkens is aangegeven als de examenopgaven zijn aangepast of uitgebreid. et 2 training vwo 5 2011 Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1,2 2005-I. Opgave 3 Lees het artikel. Kernfysici zien nieuw element

Nadere informatie

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen NATUURKUNDE Havo. Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen Schoolexamen Havo-5: SE4: Na code:h5na4 datum : 11 maart 2009 tijdsduur: 120 minuten. weging: 30%. Onderwerpen: Systematische

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

Magnetisme - magnetostatica

Magnetisme - magnetostatica Hoofdstuk 6. Magnetisme - magnetostatica 1 Algemene inleiding 1.1 Inleiding. Magnetostatica is de leer van de magneten in rust. Het moet niet verward worden met gravitatie, noch met elektrostatica. Gravitatiewerking:

Nadere informatie

Opgave 1 a Zie figuur 7.1. De veldlijnen zijn getekend als stippen en komen dus uit het vlak van tekening.

Opgave 1 a Zie figuur 7.1. De veldlijnen zijn getekend als stippen en komen dus uit het vlak van tekening. Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 7 7.1 Magnetische flux Opgave 1 a Zie figuur 7.1. De veldlijnen zijn getekend als stippen en komen dus uit het vlak van tekening. Figuur 7.1 b De formule Φ = B A is te gebruiken

Nadere informatie

1 Lading en spanning. Hoofdstuk 3. Elektriciteit. Plus. Elektriseermachines

1 Lading en spanning. Hoofdstuk 3. Elektriciteit. Plus. Elektriseermachines BASISSTOF Hoofdstuk 3 Elektriciteit Hoofdstuk 3 Elektriciteit Lading en spanning a Je moet de pvc-uis met een wollen doek wrijven. De uis krijgt een negatieve lading. Dit komt doordat elektronen 'overspringen'

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. 1 Lading en spanning. Elektriciteit. Leerstof. Toepassing

Hoofdstuk 3. 1 Lading en spanning. Elektriciteit. Leerstof. Toepassing Hoofdstuk 3 Elektriciteit 1 Lading en spanning Leerstof 1 a Je moet de pvc-uis met een wollen doek wrijven. een negatieve lading c elektronen d De elektronen gaan van de doek naar de pvc-uis. e een positieve

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

ρ ρ koper = 17 10 9 Ωm (tabel 8 van Binas)

ρ ρ koper = 17 10 9 Ωm (tabel 8 van Binas) Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Los zand (16-09-2014) Pagina 1 van 13 Opgaven hoofdstuk 5 Los zand 1 a I = U G Er is niet veel aan af te leiden, het is de definitie van G. 1 = ρ A R G = σ met

Nadere informatie

Spanning en sensatie!!! Wat een weerstand!! Elektriciteit. 3HV H3 elektriciteit les.notebook February 13, Elektriciteit 3HV

Spanning en sensatie!!! Wat een weerstand!! Elektriciteit. 3HV H3 elektriciteit les.notebook February 13, Elektriciteit 3HV 3HH3elektriciteitles.notebook February 13, 2016 Spanning en sensatie!!! Elektriciteit Elektriciteit 3H Wat een weerstand!! Spanning en Lading + + + + 3HH3elektriciteitles.notebook February 13, 2016 + +

Nadere informatie

Uitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a.

Uitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a. Uitwerkingen Opgave π omtrek diameter Eén radiaal is de hoek, gemeten vanuit het middelpunt van een cirkel, waarbij de lengte van de boog gelijk is aan de straal. c. s ϕ r d. ϕ ω t Opgave π (dus ongeveer

Nadere informatie

Windmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas:

Windmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas: Namen: Klas: Windmolenpark Houten Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten Ontwikkeld door: Geert Veenstra Gerard Visker Inhoud Probleem en hoofdopdracht Blz 3 Samenwerking

Nadere informatie

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 25

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 25 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vetoren en hefomen (09-06-2010) Pagina 1 van 25 Opgaven 4.1 Salars en vetoren 1 Verplaatsing 4 m naar rehts en 1 m naar eneden. 2 a 2 2 s = 4 + 1 = 4,12.. = 4,1

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv V-1a d V-2a 102 ladzijde 138 In werkelijkheid zijn er 3 rien evenwijdig aan rie. In figuur 1 zijn die rien ook evenwijdig getekend. In figuur 2 zijn deze rien zo getekend dat ze elkaar alle vier in hetzelfde

Nadere informatie

Keuzemenu - Wiskunde en economie

Keuzemenu - Wiskunde en economie 1a a Keuzemenu - Wiskunde en eonomie ladzijde 6 TK( 00) GTK( 00) = = 300 = 71 euro per ezoeker 00 00 TK( 600) 800 = = 71, 33 euro per ezoeker 600 600 TK( 800) 9 00 GTK( 800) = = = 7 euro per ezoeker 800

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Tekenen en zien

Hoofdstuk 5 - Tekenen en zien avo deel 1 Uitwerkingen Moderne wiskunde oofdstuk 5 - ekenen en zien ladzijde 138 V-1a d In werkelijkheid zijn er 3 rien evenwijdig aan rie. In figuur 1 zijn die rien ook evenwijdig getekend. In figuur

Nadere informatie

UITWERKINGEN selectie KeCo-opgaven mechanica (beweging) 1

UITWERKINGEN selectie KeCo-opgaven mechanica (beweging) 1 UITWERKINGEN electie KeCo-opgaven mechanica (beweging) KeCo M.4. Twee auto A en B rijden over een rechte weg. Auto A heeft een nelheid van 79 km/uur en auto B heeft een nelheid van 85 km/uur. De auto rijden

Nadere informatie

Geleider: (metaal) hierin kunnen elektronen bewegen, omdat de buitenste elektronen maar zwak aangetrokken worden tot de kern (vrije elektronen)

Geleider: (metaal) hierin kunnen elektronen bewegen, omdat de buitenste elektronen maar zwak aangetrokken worden tot de kern (vrije elektronen) Boekverslag door B. 1240 woorden 16 juni 2015 7.6 10 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Hoofdstuk 3, Elektriciteit 1 1 Lading en stroom Elektrische lading kan positief of negatief zijn. Gelijke

Nadere informatie

8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere

8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere 8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere Enkele opmerkingen: Permanente magneten zijn overal om ons heen. Magnetisme is geassociëerd met bewegende electrische ladingen. Magnetisme: gebaseerd

Nadere informatie

37. Dempende en synchroniserende vermogens met het transiënte generatormodel Afleiding op plaats m

37. Dempende en synchroniserende vermogens met het transiënte generatormodel Afleiding op plaats m 37.5 Berekening op plaat m. Schakel tuen de plaat R en plaat E. Fictief koppel dat de invloed van de magnetiatie van het generatorcircuit weergeeft in de q- en d- richting 37.5. Berekening voor de q-richting

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1

de Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1 H5 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 5.0 INTRO a een vierkant ; een lijnstuk ; een vierkant Bijvooreeld zo: Het laagste punt is het midden van het grondvlak. Minstens 8; zie. Hoogstens 6; zie hieronder:

Nadere informatie

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 20

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 2 Versnellen ( ) Pagina 1 van 20 Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk Versnellen (0-10-014) Pagina 1 van 0 De uitwerkingen van dit hoofdstuk zijn aangevuld met de manier die NiNa prefereert: meer nadruk op grafieken en gemiddelde

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - De kettingregel

Hoofdstuk 2 - De kettingregel Hoofdstuk - De kettingregel ladzijde V-a P ( ) 0 ( 0+ ) 0 0 + 0 0 + 0 60 W + + + a + t voor a 0 a a T u ( r ) r r 8 d R log + V-a u t wordt t en s t u t wordt t en s t 7 V-a A: t ( ) A: t ( ) ( ) 8 8 V-a

Nadere informatie

natuurkunde havo 2019-I

natuurkunde havo 2019-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Walstroom maximumscore Voor het elektrisch vermogen van het schip geldt: 6 E 000,5 0,6 0 6 P = = =, 2 0 W. t 65 24 600 gebruik van

Nadere informatie