Cijfers over prevalentie, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Cijfers over prevalentie, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2016"

Transcriptie

1 Cijfers over prevalentie, ziekte en sterfte Hart- en vaatziekten in Nederland 2016

2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers 5 1. Sterfte aan hart- en vaatziekten 7 2. Hartfalen in Nederland Familiaire Hypercholesterolemie: prevalentie en spreiding in Nederland anno 2015/ Hart- en vaatziekten in de huisartsenpraktijk: hoe vaak komt het voor? Internationale vergelijking op gebied van hart- en vaatziekten Ziekenhuisopnamen wegens hart- en vaatziekten 93 Bijlagen A Beschrijving ICD-codes van de tien ziektecategorieën binnen de hart- en vaatziekten 115

3 Hart- en vaatziekten in Nederland, 2016 Cijfers over prevalentie, ziekte en sterfte Gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd onder redactie van de Werkgroep Cijfers van de Hartstichting. Samenstelling (in alfabetische volgorde): Prof. dr. M.L. Bots, arts-epidemioloog 1 Drs. J. Buddeke, gezondheidswetenschapper, epidemioloog 1,2 Dr. I. van Dis, epidemioloog 2 Dr. I. Vaartjes, epidemioloog 1,2 Prof. dr. F.L.J. Visseren, internist-vasculair geneeskundige 3 1 Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht 2 Hartstichting, Den Haag 3 Afdeling Vasculaire Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht Gegevens en figuren uit dit rapport mogen met bronvermelding worden overgenomen. De juiste verwijzing luidt: Auteurs hoofdstuk, titel hoofdstuk. In: Buddeke J, Van Dis I, Visseren FLJ, Vaartjes I, Bots ML. Hart- en vaatziekten in Nederland 2016, cijfers over prevalentie, ziekte en sterfte. Den Haag: Hartstichting, Den Haag, 2016

4 2

5 Voorwoord Voor de 22 ste maal biedt de Hartstichting u een boek met cijfers over de prevalentie, ziekte en sterfte aan hart- en vaatziekten. In deze versie treft u op verschillende terreinen trendbreuken. Hoofdstuk 1 omvat de meest recente sterftecijfers van ziektebeelden binnen hart- en vaatziekten. De Hartstichting is overgestapt van de indeling van hart- en vaatziekten volgens TNO naar de indeling van het CBS. Dat betekent o.a. dat aangeboren hartafwijkingen niet meer onder hart- en vaatziekten geschaard worden. Door deze nieuwe indeling zijn er 744 minder sterfgevallen aan HVZ in Er sterven meer vrouwen aan HVZ dan mannen, maar vrouwen zijn wel 6 jaar ouder dan mannen als zij sterven aan HVZ. De daling in sterfte aan hart- en vaatziekten lijkt de laatste jaren af te vlakken, in alle leeftijdsklassen. In hoofdstuk 2 worden cijfers over hartfalen gepresenteerd. Met name in de leeftijdsklasse 85 jaar en ouder neemt de absolute sterfte alsmede het aantal ziekenhuisopnamen voor hartfalen de laatste 25 jaar flink toe. Indien gecorrigeerd wordt voor de veranderende leeftijdsopbouw dan blijft de sterfte aan hartfalen min of meer gelijk. Het aantal patiënten met hartfalen ligt boven de Ook hier is een trendbreuk zichtbaar. Werd in voorgaande jaren het aantal personen met een zorgvraag voor hartfalen geregistreerd, nu wordt het aantal personen dat ooit een vermelding van hartfalen in het huisartsendossier heeft geteld. Dat betekent een flinke toename van het aantal patiënten met de diagnose van hartfalen ooit. In hoofdstuk 3 treft u de prevalentie, opsporingsgraad en trend van personen met een erfelijke hypercholesterolemie (FH). Voorheen werd uitgegaan van Nederlanders met een FH, thans wordt uitgegaan van Nederlanders met FH. Tot eind 2013 voerde Stichting Opsporing Erfelijke Hypercholesterolemie familiecascade-onderzoek uit en werden jaarlijks zo n nieuwe mensen met FH opgespoord, in totaal patiënten in de periode Door het afbouwen van dit bevolkingsonderzoek daalde het aantal nieuw opgespoorde FH patiënten naar minder dan 400 per jaar. 3 Voorwoord

6 In hoofdstuk 4 worden de nieuwe ziekte-episodes en prevalentiecijfers van patiënten met hart- en vaatziekten en de ziektebeelden daarbinnen zoals geregistreerd bij de huisarts gepresenteerd. Ook hier treedt een trendbreuk op door overgang van NIVEL en RIVM op een nieuwe methode, van punt naar jaarprevalentie, van patiënt met zorgvraag (DBC) naar eens ziek altijd ziek bij chronische aandoeningen en andere definiëring van de ziekteperiode bij acute aandoeningen. Anno 2015 zijn er naar schatting 1,4 miljoen patiënten met een chronische hart- of vaatziekte, vrouwen en mannen. Hieronder vallen o.a patiënten met angina pectoris, patiënten met hartfalen, ruim patiënten met een beroerte en personen met een perifere vaatziekte. In hoofdstuk 5 wordt op basis van de Global Burden of Disease bezien welke plaats Nederland internationaal inneemt. Nederland staat op de 7e plaats (van laag naar hoog) van de 42 landen uit Europa voor wat betreft sterfte aan hart- en vaatziekten en op de 10e plaats in het aantal verloren jaren in goede gezondheid door HVZ. De sterfte aan HVZ is het hoogst in enkele Oost- Europese landen. In hoofdstuk 6 worden recente cijfers van het aantal ziekenhuisopnamen gepresenteerd. In 2015 waren er zo n ziekenhuisopnamen voor hart- en vaatziekten, ruwweg voor mannen en voor vrouwen. Ook hier traden trendbreuken in de registratie op. In 2013 werd een omslag gemaakt van codering van ziekenhuisopnamen in ICD-9 naar ICD-10, en trad er een wijziging in de definitie van klinische opnamen op door introductie van het zorgtype observatie. Tevens werd een andere methode voor generatie van niet geleverde data door ziekenhuizen gehanteerd. In 2015 was de levering van data nagenoeg weer volledig. De Hartstichting publiceert in dit boek cijfers van verschillende databronnen. Hierbij willen wij onze dank betuigen aan het CBS, Dutch Hospital Data, het Julius Centrum (UMCU), het RIVM en NIVEL. Tevens danken wij de onderzoekers voor hun grote inzet om deze interessante data te ontsluiten. Namens de Werkgroep Cijfers, Prof.dr. F.L. J. Visseren, Internist-vasculair geneeskundige, UMC Utrecht Voorzitter mw. dr. I. van Dis, epidemioloog, Hartstichting Secretaris (i.van.disahartstichting.nl) 4 Voorwoord

7 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers van de Hartstichting Prof.dr. F.L.J. Visseren, voorzitter (Afdeling Vasculaire Geneeskunde, UMCU, Utrecht) Mevr. dr.ir. I. van Dis, secretaris (Hartstichting, Den Haag) Dr. J.D. Blankensteijn (Afdeling Heelkunde, VUmc, Amsterdam) (vanaf november 2016) Prof.dr. M.L. Bots (Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, UMCU, Utrecht) Mevr. ir. A. de Bruin (Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag) Prof.dr. J. Deckers (Thoraxcentrum, ErasmusMC, Rotterdam) Dr. A.H. Liem (Afdeling Cardiologie, St Franciscus Gasthuis, Rotterdam) Prof.dr. J.A. Rauwerda (Afdeling Heelkunde, VUmc, Amsterdam) (tot oktober 2016) Dr. J.B. Reitsma (Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, UMCU, Utrecht) Prof. dr. F.G. Schellevis (Nivel, Utrecht en Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde, Amsterdam Public Health Research Institute, VUmc, Amsterdam) Prof.dr. Y. Smulders (Afdeling Interne Geneeskunde, VUmc, Amsterdam) Mevr. prof.dr.ir. W.M.M. Verschuren (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum voor Voeding, Preventie en Zorg, Bilthoven) Mevr. dr. M.C. Visser (Afdeling Neurologie, VUmc, Amsterdam) Dr. R. Wimmers (Team Kennis & Trends, Hartstichting) Wetenschappelijke medewerkers Mevr. drs. J. Buddeke (Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, UMCU, Utrecht) Mevr. dr. I. Vaartjes (Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, UMCU, Utrecht) 5 Werkgroep Cijfers

8 6

9 1 Sterfte aan hart- en vaatziekten in Nederland J. Buddeke 1,2, I. van Dis 1, F.L.J. Visseren 3, I. Vaartjes 1,2, M.L. Bots 2 1 Hartstichting, Den Haag 2 Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht 3 Afdeling Vasculaire Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht Samenvatting In 2015 overleden meer vrouwen dan mannen aan de gevolgen van hart- en vaatziekten. Er overleden vrouwen en mannen aan hart- en vaatziekten. Vrouwen overlijden op hogere leeftijd aan hart- en vaatziekten dan mannen. De gemiddelde leeftijd bij overlijden aan hart- en vaatziekten was 84 jaar bij vrouwen en 78 jaar bij mannen. Van alle vrouwen die overlijden aan hart- en vaatziekten, overlijdt 95% boven de 65 jaar. Bij mannen is dit 87%. Vrouwen overlijden vaker dan mannen aan een beroerte en hartfalen, terwijl mannen vaker overlijden aan een hartinfarct. In totaal overleden er in vrouwen en mannen aan een hartinfarct. De gemiddelde leeftijd bij overlijden aan een hartinfarct was 82 jaar voor vrouwen en 74 jaar voor mannen. In totaal overleden er in vrouwen en mannen aan een beroerte. De gemiddelde leeftijd bij overlijden aan een beroerte was 84 jaar voor vrouwen en 79 jaar voor mannen. In totaal overleden er in vrouwen en mannen aan hartfalen. De gemiddelde leeftijd bij overlijden aan hartfalen was 88 jaar voor vrouwen en 83 jaar voor mannen. De daling in sterfte in hart- en vaatziekten over de periode is kleiner bij vrouwen dan bij mannen. In totaal overleden er vrouwen in 1980 aan hart- en vaatziekten en in In totaal overleden er mannen aan hart- en vaatziekten in 1980 en Het voor leeftijdsopbouw van de bevolking gecorrigeerde sterftecijfer voor hart- en vaatziekten is bij vrouwen met 58% gedaald en bij mannen met 67%. 7 Sterfte aan hart- en vaatziekten

10 1.1 Sterfte Net als in voorgaande jaren overleden er in Nederland in 2015 meer vrouwen dan mannen aan de gevolgen van een hart- of vaatziekte (tabel 1.1), namelijk vrouwen tegenover mannen. Dit komt neer op gemiddeld 57 vrouwen en 51 mannen die per dag aan hart- en vaatziekten overlijden. Het aandeel van de hart- en vaatziekten in de totale sterfte was daarmee 27% voor vrouwen en 26% voor mannen. Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt ook het aantal personen dat aan hart- en vaatziekten sterft toe (tabel 1.2). Aangezien vrouwen gemiddeld ouder worden dan mannen is dit een belangrijke verklaring waarom er meer vrouwen dan mannen overlijden aan de gevolgen van hart- en vaatziekten. Naast hart- en vaatziekten vormen kwaadaardige nieuwvormingen (kanker) en ziekten van de ademhalingsorganen belangrijke doodsoorzaken. Ook de groep met overige doodsoorzaken neemt in toenemende mate een belangrijke positie in. Daarbinnen valt overlijden aan de complicaties van dementie (3.245 mannen, gemiddelde leeftijd 85 jaar en vrouwen, gemiddelde leeftijd 88 jaar) en de ziekte van Alzheimer (1.044 mannen, gemiddelde leeftijd 84 en vrouwen, gemiddelde leeftijd 87 jaar), diabetes mellitus (1.306 mannen, gemiddelde leeftijd 76 jaar en vrouwen, gemiddelde leeftijd 83 jaar) en chronische nierziekten (851 mannen, gemiddelde leeftijd 82 jaar en vrouwen, gemiddelde leeftijd 85 jaar). In 2013 is het Centraal Bureau Statistiek (CBS) overgegaan van het handmatig coderen van doodsoorzakenformulieren naar automatisch coderen van doodsoorzaken. De overeenstemming bleek bijna 90% op ICD-10 hoofdstukniveau. Tezamen met het invoeren van een ICD-10 update, bracht dit echter wel eenmalige verschuivingen in de statistiek met zich mee. Zo was er een significante toename van de infectieziekten, dementie, de ziekte van Alzheimer en het laat gevolg van een CVA als onderliggende doodsoorzaak, en een significante afname van longontsteking, COPD, ziekten van het spijsverteringsstelsel, urineweginfectie en ouderdom. Dementie/Alzheimer en het laat gevolg van een CVA namen toe ten koste van longontsteking en urineweginfectie. Het is een aanpassing aan internationale opvattingen over het selecteren van de onderliggende doodsoorzaak. Voor de prevalentie van kanker en hart- en vaatziekten is het verschil tussen het automatisch en handmatig coderen gering. Bron: Dr. P.P.M. Harteloh. Van handmatig naar automatisch coderen van doodsoorzaken. Een bridge coding study. CBS, Sterfte aan hart- en vaatziekten

11 Tabel 1.1 Doodsoorzaken in Nederland in Absolute getallen, percentages en gemiddelde leeftijd van overlijden Bron CBS Mannen Vrouwen Totaal Doodsoorzaak Gem. Gem. Gem. N % Lft. N % Lft. N % Lft. Hart- en vaatziekten Kwaadaardige nieuwvormingen Ziekten van de ademhalingsorganen Uitwendige oorzaken van letsel envergiftiging Overige doodsoorzaken Alle doodsoorzaken Op basis van ICD-10: I00 t/m I99. Voor de precieze omschrijving van deze codes wordt verwezen naar Bijlage A 2 Als gevolg van afronding tellen de percentages niet tot 100 op. Onder vrouwen zijn hart- en vaatziekten nog steeds de meest voorkomende oorzaak van sterfte. Bij vrouwen jonger dan 75 jaar zijn kwaadaardige nieuwvormingen de meest voorkomende oorzaak van overlijden. Bij mannen zijn kwaadaardige nieuwvormingen de meest voorkomende doodsoorzaak. Echter, bij mannen ouder dan 85 jaar vormen hart- en vaatziekten de meest voorkomende oorzaak van sterfte. Het aandeel van hart- en vaatziekten in de totale sterfte bij vrouwen neemt toe met de leeftijd: van 10% tot 55 jaar, naar 23% tussen de 55 en 85 jaar, tot 34% bij de leeftijd van 85 jaar en ouder. Bij mannen is het aandeel van hart- en vaatziekten in de totale sterfte 16% tot 55 jaar, 25% tussen de 55 en 85 jaar, en 32% bij 85 jaar en ouder. 9 Sterfte aan hart- en vaatziekten

12 Verandering ICD-codes indeling voor hart- en vaatziekten Tot op heden werd er door de Hartstichting gebruik gemaakt van de indeling voor hart- en vaatziekten ontwikkeld door TNO in Vanaf dit cijferboek maakt de Hartstichting gebruik van dezelfde indeling voor hart- en vaatziekten als het CBS en het RIVM (I00 t/m I99) om cijfers gepresenteerd door verschillende organisaties beter op elkaar aan te laten sluiten. Enkele ziekten die niet meer onder hart- en vaatziekten in de nieuwe indeling vallen met desbetreffende ICD-10 code: Transiënte cerebrale ischemische aanvallen en verwante symptomen (G45) Polyarteritis nodosa en verwante aandoeningen (M30) en overige necrotiserende vaataandoeningen (M31) Aangeboren hart- en vaatafwijkingen (P29.3 en Q20 t/m Q28) Enkele overige ziekten van het vaatstelsel en de lymfewegen, zoals afwijkingen van de hartslag (R00) Volgens de nieuwe indeling overleden in mensen aan hart- en vaatziekten (tabel 1.1), dat zijn 744 minder mensen dan volgens de oude indeling waarbij het totaal bedraagt (Bijlage 1, pagina 25). Vergeleken met de oude indeling overleden er 64 minder mensen aan een beroerte, 65 minder aan arterieel vaatlijden en 462 minder mensen aan overige ziekten van het vaatstelsel in de nieuwe indeling. De 84 mensen (41 mannen, 43 vrouwen) die in 2015 overleden aan aangeboren hartafwijkingen vallen niet onder de nieuwe indeling van hart- en vaatziekten. De precieze veranderingen in de gebruikte ICD-codes kunt u vinden in Bijlage A. In Bijlage 1 staan de cijfers volgens de TNO-indeling van hart- en vaatziekten. 10 Sterfte aan hart- en vaatziekten

13 Tabel 1.2 Doodsoorzaken in Nederland in 2015, absolute aantallen naar geslacht en leeftijd Bron CBS Mannen Doodsoorzaak Totaal Hart- en vaatziekten Kwaadaardige nieuwvormingen Ziekten van ademhalingsorganen Uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging Overige doodsoorzaken Alle doodsoorzaken Vrouwen Doodsoorzaak Totaal Hart- en vaatziekten Kwaadaardige nieuwvormingen Ziekten van ademhalingsorganen Uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging Overige doodsoorzaken Alle doodsoorzaken Sterfte binnen de hart- en vaatziekten In tabel 1.3 is de sterfte binnen de groep hart- en vaatziekten in 2015 uitgesplitst in tien ziektecategorieën. Voor zowel mannen als vrouwen wordt het grootste deel van de sterfte binnen de groep hart- en vaatziekten veroorzaakt door de ischemische hartziekten en beroertes. Samen zijn deze twee ziektebeelden verantwoordelijk voor 45% van de sterfte binnen harten vaatziekten bij vrouwen en voor 50% bij mannen. Naast de ischemische hartziekten en beroertes levert de categorie overige hartziekten een belangrijke bijdrage aan de sterfte binnen hart- en vaatziekten. Hieronder vallen onder andere sterfte aan hartfalen, cardiomyopathie en ritmestoornissen, waaronder boezemfibrilleren. Er overlijden meer mannen dan vrouwen aan de gevolgen van ischemische hartziekten, waaronder het acute hartinfarct. Er overlijden meer vrouwen dan mannen aan de gevolgen van een beroerte en hartfalen (figuur 1.1). 11 Sterfte aan hart- en vaatziekten

14 Tabel 1.3 Doodsoorzaken binnen hart- en vaatziekten in Nederland in 2015, absolute aantallen en percentages per ziektecategorie naar geslacht Bron CBS Mannen Vrouwen Totaal Doodsoorzaak 1,2 N % 3 N % 3 N % 3 Ischemische hartziekten Waarvan hartinfarct Beroerte Waarvan herseninfarct Waarvan subarachnoïdale bloeding Waarvan intracerebrale bloeding Reumatische hartziekten en klepgebreken Infectieuze hartziekten Overige hartziekten Waarvan hartfalen Waarvan boezemfibrilleren Waarvan cardiomyopathie Arterieel vaatlijden Waarvan AAA met ruptuur Waarvan AAA zonder ruptuur Waarvan claudicatio intermittens Atherosclerose en/ of hypertensie Veneus vaatlijden 52 <1 48 <1 100 <1 Overige ziekten van het vaatstelsel en de lymfewegen 22 <1 17 <1 39 <1 Totaal Voor de precieze omschrijving en ICD-10 codes van deze groepen wordt verwezen naar Bijlage A AAA: aneurysma abdominale aorta 2 De sterftecijfers over 2015 zijn voorlopig. Er kunnen nog kleine wijzigingen optreden 3 Als gevolg van afronding tellen de percentages niet tot 100 op 12 Sterfte aan hart- en vaatziekten

15 Figuur 1.1 Aantal sterfgevallen aan hart- en vaatziekten naar ziektebeeld en geslacht in Nederland in 2015 Bron CBS Aantal sterfgevallen Ischemische hartziekten waarvan acuut hartinfarct Beroerte Hartfalen Boezemfibrilleren Rest hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten totaal Mannen Vrouwen In de leeftijdsklassen tot 85 jaar overlijden minder vrouwen dan mannen aan hart- en vaatziekten, terwijl in de leeftijdsklassen boven 85 jaar in absolute aantallen meer vrouwen overlijden (figuur 1.2). Van alle vrouwen die overlijden aan hart- en vaatziekten sterft 95% boven de 65 jaar. Bij mannen is dit 87%. De gemiddelde leeftijd van overlijden aan hart- en vaatziekten is 78 jaar bij mannen en 84 jaar bij vrouwen. Bij ischemische hartziekten bedroeg de gemiddelde leeftijd bij overlijden 76 voor mannen en 82 voor vrouwen. Bij het hartinfarct is de gemiddelde leeftijd van overlijden lager, 74 jaar bij mannen en 82 jaar bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd van overlijden bij een beroerte is voor mannen en vrouwen respectievelijk 79 en 84 jaar. Mannen waren gemiddeld 83 jaar oud wanneer zij overleden aan hartfalen in 2015, vrouwen waren gemiddeld 88 jaar. De gemiddelde leeftijd bij overlijden aan boezemfibrilleren bedroeg 84 voor mannen en 88 voor vrouwen. 13 Sterfte aan hart- en vaatziekten

16 Figuur 1.2 Aantal sterfgevallen aan hart- en vaatziekten naar leeftijd en geslacht in Nederland in 2015 Bron CBS Aantal sterfgevallen Mannen Vrouwen Een belangrijke verklaring voor het hogere absolute aantal sterfgevallen aan hart- en vaatziekten bij vrouwen ten opzichte van mannen is het grotere aantal vrouwen in de Nederlandse bevolking in de oudere leeftijdsgroepen. Tabel 1.4 toont daarom voor ischemische hartziekten, acuut hartinfarct, beroerte en het totaal van hart- en vaatziekten ook het aantal sterfgevallen uitgedrukt per mannen, respectievelijk vrouwen waarin gecorrigeerd wordt voor verschillen in leeftijdsopbouw. In alle leeftijdsklassen is het sterfterisico aan hart- en vaatziekten per inwoners in 2015 hoger bij mannen dan vrouwen, betreffende de doodsoorzaken acuut hartinfarct, hartfalen en het totaal aan hart- en vaatziekten. Alleen op zeer hoge leeftijd overlijden per personen meer vrouwen dan mannen aan een beroerte. 14 Sterfte aan hart- en vaatziekten

17 Tabel 1.4 Aantal sterfgevallen en sterfte per personen aan hart- en vaatziekten, waaronder ischemische hartziekten, hartinfarct, beroerte en hartfalen in 2015 naar leeftijd en geslacht, in Nederland Bron CBS Mannen Vrouwen Doodsoorzaak 1 Leeftijd Aantal Sterfte per Aantal Sterfte per (in jaren) overledenen overledenen Totaal hart- en vaatziekten Totaal Ischemische hartziekten < Totaal Hartinfarct <1 11 < Totaal Hartfalen <1 25 < Totaal Sterfte aan hart- en vaatziekten

18 Beroerte <1 39 < Totaal Om privacy redenen zijn de leeftijdsgroepen 0-44 en bij elkaar opgeteld 1.2 Trends in sterfte Het absolute aantal doden aan hart- en vaatziekten is afgenomen tot 2014 (figuur 1.3) en nam in het afgelopen jaar juist toe. Deze toename heeft te maken met het feit dat er in 2015 in totaal meer mensen zijn overleden (zie kader 2). Ook sterfte door ziekten van de ademhalingsorganen is toegenomen ten opzichte van Van 1980 tot 2015 is het absolute aantal doden aan kwaadaardige nieuwvormingen bij zowel mannen als vrouwen toegenomen. Het absolute aantal doden aan uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging is licht toegenomen bij vrouwen en blijft nagenoeg hetzelfde bij mannen. Toename aantal sterfgevallen in 2015 In 2015 overleden er mensen, dat zijn meer sterfgevallen dan in Deze toename wordt verklaard door de lange, zware griepgolf in het voorjaar, waardoor relatief veel 80-plussers overleden. De grootste absolute stijging in het aantal sterfgevallen was in de categorie ziekten van de ademhalingsorganen. In 2015 overleden er mensen meer aan deze ziekten dan in Ten opzichte van 2014 overleden er in meer mensen aan hart- en vaatziekten. Aan dementie/ Alzheimer en COPD overleden ook meer mensen, respectievelijk en mensen. 16 Sterfte aan hart- en vaatziekten

19 Figuur 1.3 Trends in absolute sterfte aan hart- en vaatziekten, kwaadaardige nieuwvormingen (kanker), ziekten van de ademhalingsorganen, uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging en overige doodsoorzaken, naar geslacht. Periode Bron CBS Mannen Aantal sterfgevallen Jaar Vrouwen Aantal sterfgevallen Jaar Hart- en Vaatziekten Ziekten van de ademhalingsorganen Uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging Overige doodsoorzaken Kwaadaardige nieuwvormingen Totaal 1 De cijfers over 2014 en 2015 kunnen minder goed vergelijkbaar zijn met voorgaande jaren omdat het CBS is overgestapt op automatisch coderen 17 Sterfte aan hart- en vaatziekten

20 Tabel 1.5 geeft het absolute aantal sterfgevallen aan hart- en vaatziekten, waaronder ischemische hartziekten, hartinfarct, beroerte en hartfalen in de periode Bij mannen is het bruto sterftecijfer voor hart- en vaatziekten met 43% gedaald (van 391 per in 1980 naar 221 per in 2015). Bij vrouwen daalde het bruto sterftecijfer met 27% (van 334 per in 1980 naar 243 per in 2015). Tabel 1.5 Absolute aantallen sterfgevallen (per inwoners) aan hart- en vaatziekten, waaronder ischemische hartziekten, hartinfarct, beroerte en hartfalen in de periode Bron CBS Totaal Hart- Ischemische Hartinfarct en vaatziekten hartziekten Jaartal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen (391) (334) (194) (17) (180) (108) (397) (354) (187) (121) (174) (110) (350) (340) (145) (105) (135) (97) (334) (340) (128) (105) (116) (87) (300) (318) (126) (93) (93) (70) (257) (273) (95) (74) (66) (50) (222) (247) (73) (52) (47) (36) (216) (241) (64) (46) (39) (29) (211) (237) (61) (44) (35) (28) (221) (243) (63) (43) (36) (27) Hartfalen Beroerte Jaartal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen (20) (17) (76) (95) (38) (44) (68) (94) (26) (33) (67) (99) (37) (52) (63) (97) (28) (46) (60) (93) (29) (42) (50) (76) (30) (47) (42) (64) (35) (49) (45) (67) (35) (49) (44) (66) (37) (53) (47) (66) 1 Voor de precieze omschrijving en ICD-10 codes van deze groepen wordt verwezen naar bijlage A 18 Sterfte aan hart- en vaatziekten

21 Het verschil in daling tussen mannen en vrouwen neemt af als de sterftecijfers gecorrigeerd worden voor veranderingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking (tabel 1.6): 67% daling bij mannen (van 669 per in 1980 naar 221 per in 2015) en 58% daling bij vrouwen (van 578 per in 1980 naar 243 per in 2015). De sterkste procentuele daling in het gecorrigeerde sterftecijfer tussen 1980 en 2015 wordt gezien in de leeftijdsgroep van jaar bij mannen (79%) en de leeftijdsgroep van jaar bij vrouwen (75%). Tabel 1.6 Voor veranderingen in leeftijdsopbouw gecorrigeerd sterftecijfer (per inwoners) aan hart- en vaatziekten in de periode in Nederland, naar leeftijd en geslacht. Jaar van standaardisatie is Bron CBS Mannen Leeftijdsklassen Jaartal Totaal (%) -69% -78% -79% -76% -66% -46% -12% -67% 19 Sterfte aan hart- en vaatziekten

22 Vrouwen Leeftijdsklassen Jaartal Totaal (%) -67% -64% -70% -75% -67% -46% -24% -58% 1 Voor de precieze omschrijving en ICD-10 codes van deze groepen wordt verwezen naar Bijlage A Meer vrouwen overlijden aan de gevolgen van hart- en vaatziekten dan aan de gevolgen van kanker. Bij mannen overlijden sinds 2005 meer personen aan kanker dan aan hart- en vaatziekten. Sinds 2009 is het aantal sterfgevallen van mannen en vrouwen samen aan kanker hoger dan aan hart- en vaatziekten. In figuur 1.4 worden de voor verandering in leeftijdsopbouw van de bevolking gecorrigeerde sterftecijfers voor hart- en vaatziekten en kanker weergegeven. Bij mannen is het gecorrigeerde sterftecijfer voor kanker met 33% gedaald (van 428 per in 1980 naar 285 per in 2015). Bij vrouwen is het gecorrigeerde sterftecijfer voor kanker in mindere mate afgenomen met een daling van 8% (van 259 per in 1980 naar 237 per in 2015). 20 Sterfte aan hart- en vaatziekten

23 Figuur 1.4 Trend in voor bevolkingsopbouw gecorrigeerd sterftecijfer (per van de gemiddelde bevolking) voor hart- en vaatziekten (HVZ) en kanker in Nederland, naar geslacht. Jaar van standaardisatie is 2015 Bron CBS Aantal sterfgevallen/ Jaar Man HVZ Vrouw HVZ Man Kanker Vrouw Kanker De voor bevolkingsopbouw gecorrigeerde sterftecijfers voor hartinfarct en beroerte vertonen een sterke daling in de periode van (figuur 1.5 a en b). De grootste afname in het voor bevolkingsopbouw gecorrigeerde sterftecijfer wordt waargenomen voor het hartinfarct. Hierin bedraagt de daling bij mannen 88% (van 299 per in 1980 naar 36 per in 2015) en bij vrouwen 84% (van 171 per in 1980 naar 27 per in 2015). Bij beroerte is het voor bevolkingsopbouw gecorrigeerde sterftecijfer bij mannen gedaald met 65% (van 133 per in 1980 naar 47 per in 2015) en bij vrouwen met 60% (van 163 per in 1980 naar 66 per in 2015). Het voor bevolkingsopbouw gecorrigeerde sterftecijfer voor hartfalen blijft nagenoeg gelijk bij mannen (van 36 per in 1980 naar 37 per in 2015) en neemt bij vrouwen met 65% toe (32 per in 1985 naar 53 per in 2015). 21 Sterfte aan hart- en vaatziekten

24 Figuur 1.5 Trend in voor bevolkingsopbouw gecorrigeerd sterftecijfer (per van de gemiddelde bevolking) voor hart- en vaatziekten (HVZ), waaronder hartinfarct en hartfalen (a) alsmede beroerte en ischemische hartziekten (b), in Nederland, naar geslacht. Jaar van standaardisatie is 2015 Bron CBS Aantal sterfgevallen/ A Jaar Man Hartinfarct Vrouw Hartinfarct Man Hartfalen Vrouw Hartfalen Man Totaal HVZ Vrouw Totaal HVZ Aantal sterfgevallen/ B Jaar Man Ischemische hartziekten Vrouw Ischemische hartziekten Man Beroerte Vrouw Beroerte Man Totaal HVZ Vrouw Totaal HVZ 22 Sterfte aan hart- en vaatziekten

25 1.3 Sterfte aan ischemische hartziekten, beroerte, hartfalen en totaal hart- en vaatziekten naar GGD-regio Het RIVM heeft de sterftecijfers van het CBS uit de periode 2011 t/m 2014 bewerkt, waarbij de sterfte in GGD-regio s vergeleken is met het landelijke sterftecijfer in Nederland (index = 100). Hierbij is gecorrigeerd voor de leeftijd- en geslachtsopbouw van de Nederlandse bevolking over de periode De hoogste sterfte aan hart- en vaatziekten is geregistreerd in Zuid- Limburg en Groningen. In de GGD-regio s van de provincies Noord- en Zuid-Holland en in Utrecht is gemiddeld sprake van de laagste sterfte aan hart- en vaatziekten. Een min of meer zelfde beeld wordt gevonden voor ischemische hartziekten. De hoogste sterfte aan een beroerte is geregistreerd in Friesland, Gelderland-Midden en -Zuid en West-Brabant. De laagste sterfte aan beroerte is geregistreerd in het westen, in Utrecht, Flevoland en Zeeland. De regio s Groningen en Zeeland kennen de hoogste sterfte aan hartfalen. In het midden van Nederland is de sterfte aan hartfalen het laagst. De laagste sterfte is geregistreerd in Amsterdam en Haaglanden. 23 Sterfte aan hart- en vaatziekten

26 Figuur 1.6 Sterfte per GGD-regio voor hart- en vaatziekten, ischemische hartziekten, beroerte en hartfalen in de periode , gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht Bron CBS; gegevens bewerkt door het RIVM Hart- en vaatziekten Ischemische hartziekten Index >_ 105 > Beroerte Hartfalen In deze index is het landelijk sterftecijfer in Nederland op 100 gesteld en is in de kaarten weergegeven hoe GGD regio s zich verhouden tot deze index (=CMF: comparative mortality figure). Zie ook: regionaal-internationaal/hartvaatstelsel Deze kaarten zijn tot stand gekomen door het RIVM, met dank aan drs.ing. H. Giesbers en drs. R. Poos. 24 Sterfte aan hart- en vaatziekten

27 Bijlage 1 Doodsoorzaken volgens TNO-indeling Tot op heden werd er door de Hartstichting gebruik gemaakt van de indeling voor hart- en vaatziekten ontwikkeld door TNO. Vanaf dit cijferboek maakt de Hartstichting gebruik van dezelfde indeling voor hart- en vaatziekten als het RIVM en het CBS (I00 t/m I99) om zo tot vergelijkbare cijfers te komen. Deze kunt u vinden in hoofdstuk 1. Om te kunnen beoordelen waar de veranderingen tussen beide indelingen zitten vindt u in deze bijlage de doodsoorzaken aan hart- en vaatziekten volgens de indeling van het TNO. Tabel 1.1 Doodsoorzaken binnen hart- en vaatziekten in Nederland in 2015, absolute aantallen en percentages per ziektecategorie naar geslacht (TNO-indeling) Mannen Vrouwen Totaal Doodsoorzaak 1 N % 2 N % 2 N % 2 Ischemische hartziekten Waarvan acuut hartinfarct Beroerte (inclusief G45) Waarvan herseninfarct Waarvan subarachnoïdale bloeding Waarvan intracerebrale bloeding Aangeboren hartafwijkingen 41 <1 43 <1 84 <1 Reumatische hartziekten en klepgebreken Infectieuze hartziekten (inclusief A52.0) Overige hartziekten (inclusief R94.3) Waarvan hartfalen Waarvan boezemfibrilleren Waarvan cardiomyopathie Arterieel vaatlijden (inclusief M30 en M31) Waarvan AAA met ruptuur Waarvan AAA zonder ruptuur Atherosclerose en/ of hypertensie Veneus vaatlijden 52 <1 48 <1 100 <1 Overige ziekten van het vaatstelsel en de lymfewegen (inclusief: A18.2, D18, K55, R00-R02, R07.1-R07.4, R09.8, R16.1, R23.0-R23.2, R55, R57.0, R58-R60) Waarvan claudicatio intermittens Totaal Voor de precieze omschrijving en ICD-10 codes van deze groepen wordt verwezen naar Bijlage A AAA: Abdominaal aorta aneurysma 2 Als gevolg van afronding tellen de percentages niet tot 100 op. 25 Sterfte aan hart- en vaatziekten

28 26

29 2 Hartfalen in Nederland J. Buddeke 1,2, I. van Dis 1, I. Vaartjes 1,2, J.W. Deckers 3, A Liem 4, M.L. Bots 2 1 Hartstichting, Den Haag 2 Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht 3 Afdeling Cardiologie, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam 4 Afdeling Cardiologie, Sint Franciscus Gasthuis, Rotterdam, The Netherlands Met dank aan dr. M. Nielen (NIVEL) en drs. R. Poos (RIVM) voor het beschikbaar stellen van de prevalentie- en incidentiecijfers van hartfalen uit NIVEL Zorgregistraties eerste lijn en dank aan dr. F.H. Rutten (Julius Centrum) voor het beoordelen van het hoofdstuk. Samenvatting In Nederland overleden in mensen aan hartfalen als primaire oorzaak, waaronder mannen en vrouwen. Dit komt neer op 20% van de totale sterfte aan hart- en vaatziekten. De gemiddelde leeftijd van overlijden aan hartfalen bedroeg 83 jaar voor mannen en 88 jaar voor vrouwen. De absolute sterfte aan hartfalen is toegenomen van in 1980 naar in 2015 bij mannen en van naar bij vrouwen. Het voor leeftijdsopbouw van de bevolking gecorrigeerde sterftecijfer voor hartfalen ten opzichte van 18 jaar geleden is bij mannen met 19% gedaald. Bij vrouwen was dit 4%. Op basis van cijfers uit de huisartsenregistratie van NIVEL Zorgregistraties is geschat dat in 2015 er patiënten, waaronder mannen en vrouwen bekend waren met hartfalen. Per jaar krijgen ongeveer mensen, waaronder mannen en vrouwen de diagnose hartfalen. Het aantal ziekenhuisopnamen wegens hartfalen in 2012 bedroeg ( voor mannen en voor vrouwen). Dit komt neer op 8% van het totaal aantal ziekenhuisopnamen voor hart- en vaatziekten. De gemiddelde ligduur bedroeg bij mannen en vrouwen 9 dagen in In een Nederlandse studie bedroeg de sterfte 28 dagen na de opname in het ziekenhuis voor hartfalen 17%. Na 5 jaar was dit opgelopen tot 44%. De kosten voor hartfalen bedroegen in miljoen euro. Dit komt neer op 11,4% van het totale budget voor hart- en vaatziekten en op 1,1% van de totale kosten voor de gezondheidszorg in Nederland. 27 Hartfalen in Nederland

30 Hartfalen Er is sprake van hartfalen bij een tekortschietende pompfunctie van het hart waardoor veel organen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen krijgen. Dit kan leiden tot klachten van vermoeidheid en kortademigheid bij geringe inspanning. Patiënten met hartfalen hebben vaak last van vochtophoping, met name in de longen en benen. Oorzaken van de verminderde pompfunctie van het hart kunnen zijn: een eerder doorgemaakt hartinfarct, hoge bloeddruk, klepaandoeningen en hartspierafwijkingen (cardiomyopathie). 1,2 Afhankelijke van de ernst kan hartfalen leiden tot een sterk verminderde kwaliteit van leven. 3 Figuur 2.1 Percentage van de sterfte aan hart- en vaatziekten toegeschreven aan hartfalen, ischemische hartziekten en beroerte in 2015 Bron CBS 33% 20% Hartfalen Ischemische hartziekten 23% Beroerte Rest hart- en vaatziekten 24% Hartfalen sterfte In 2015 overleden in Nederland mannen en vrouwen aan harten vaatziekten. Daarvan overleden mensen aan hartfalen, waarvan mannen en vrouwen. Het aandeel van de sterfte binnen hart- en vaatziekten was hiermee 20% (mannen 17%, vrouwen 22%) (figuur 2.1). De gemiddelde leeftijd van overlijden aan hartfalen bedroeg 83 jaar voor mannen en 88 jaar voor vrouwen. Andere belangrijke doodsoorzaken binnen hart- en vaatziekten vormen ischemische ziekten, waaronder het hartinfarct en beroerte. Hartfalen als doodsoorzaak neemt sterk toe met de leeftijd, met de hoogste sterfte tussen 85 en 94 jaar (figuur 2.2). Bij het interpreteren van deze cijfers moet in acht worden genomen dat dit waarschijnlijk een onderschatting van de werkelijkheid betreft. Hartfalen wordt vaak niet als primaire doodsoorzaak aangewezen, maar bijvoorbeeld een acuut hartinfarct, 28 Hartfalen in Nederland

31 hartstilstand of ritmestoornis. 4,5 In 2012, het laatste jaar waarin secundaire doodsoorzaken werden geregistreerd, werd bij 703 mannen en bij 847 vrouwen hartfalen als secundaire doodsoorzaak vermeld. Aangenomen kan worden dat in totaal ongeveer sterfgevallen per jaar verband houden met hartfalen. 4 Figuur 2.2 Absolute aantallen overleden mannen en vrouwen met primaire doodsoorzaak hartfalen in Nederland in 2015, naar leeftijd en geslacht Bron CBS Aantal overledenen aan hartfalen Mannen Vrouwen ICD-codes: ICD-9: 428, ICD-10: I50 Trends in sterfte aan hartfalen Figuur 2.3a geeft trends in de sterfte met hartfalen als primaire doodsoorzaak van 1980 tot 2015 weer. In deze periode steeg het aantal personen dat overleed aan hartfalen in absolute zin, van in 1980 naar in 2015 bij mannen en van naar bij vrouwen. In figuur 2.4 zijn deze cijfers uitgesplitst naar mannen en vrouwen boven en onder de 85 jaar. Hier uit blijkt dat de sterfte aan hartfalen onder de 85 jaar voor mannen en vrouwen nagenoeg vergelijkbaar is en dat de stijging in sterfte aan hartfalen bij 85 plussers veel sterker is bij vrouwen dan bij mannen. Deze cijfers zijn echter niet gecorrigeerd voor veranderingen in de leeftijdsopbouw van de populatie. Figuur 2.5 laat de trend in sterfte aan hartfalen zien, gecorrigeerd voor de leeftijdsopbouw van de bevolking. Het sterftecijfer voor hartfalen ten opzichte van 18 jaar geleden is bij mannen met 19% gedaald. Bij vrouwen was dit een stuk minder, namelijk 4%. Over de gehele periode, vanaf 1980, zien we een stijging van 3% bij mannen en 66% bij vrouwen. In de periode voor 1996 was het verloop van de sterfte aan hartfalen grillig. 29 Hartfalen in Nederland

32 Grillig verloop sterfte hartfalen Tussen en zijn twee duidelijke pieken in de sterfte aan hartfalen te zien (figuur 2.2 en figuur 2.3). Uit analyses van het CBS bleek dat deze pieken samenhangen met dalen in de sterfte voor Overige hartziekten waarin niet de sterfte voor hartfalen is meegenomen (voor codes zie Bijlage A). Mogelijkerwijs heeft er uitwisseling tussen deze groepen doodsoorzaken plaatsgevonden. Tevens kunnen tijdelijke wijzigingen in codering hebben plaatsgevonden. De tweede piek valt net voor de omslag van codering volgens ICD-9 naar ICD-10 in Echter, de precieze redenen voor de pieken blijven onduidelijk, maar lijken een artefact van registratie te zijn. Figuur 2.3 Absolute totaal aantallen overledenen naar geslacht (A) en voor mannen en vrouwen onder en boven de 85 jaar (B) aan hartfalen 1 in de periode in Nederland Bron CBS Aantal overledenen hartfalen A Jaar Mannen Totaal Vrouwen Totaal 30 Hartfalen in Nederland

33 Aantal overledenen hartfalen B Jaar Mannen 85+ Vrouwen 85+ Mannen 0-84 jaar Vrouwen 0-84 jaar 1 ICD-codes: ICD-9: 428, ICD-10: I50 Figuur 2.4 Gestandaardiseerd (voor veranderingen in leeftijdsopbouw gecorrigeerd) sterftecijfer per , in de periode voor hartfalen. 1 Jaar standaardisatie is 2015 Bron CBS Aantal overledenen hartfalen/ Jaar Mannen Vrouwen 1 ICD-codes ICD-9: 428, ICD-10: I50 31 Hartfalen in Nederland

34 Aantal mensen met hartfalen Op basis van cijfers uit de huisartsenregistratie van NIVEL Zorgregistraties eerste lijn is geschat dat in 2015 er ongeveer mannen en vrouwen bekend waren met hartfalen. In absolute zin komt hartfalen het vaakst voor bij mannen van 75 jaar tot en met 84 jaar (36%) en bij vrouwen van 85 jaar en ouder (43%) (figuur 2.5). Uitgedrukt per mannen, respectievelijk vrouwen per desbetreffende leeftijdsgroep, komt hartfalen het vaakst voor bij mannen en vrouwen van 85 jaar en ouder (tabel 2.1). In 2015 kregen ongeveer mensen de diagnose hartfalen, waarvan mannen en vrouwen. Ook hier was het absolute aantal nieuwe diagnoses voor hartfalen het hoogst bij mannen van 75 jaar tot en met 84 jaar en bij vrouwen van 85 jaar en ouder (figuur 2.6), terwijl hartfalen uitgedrukt per inwoners bij zowel mannen als vrouwen het vaakst gediagnosticeerd werd bij mensen van 85 jaar en ouder (tabel 2.2). Het RIVM heeft berekend dat door de vergrijzing van de bevolking het aantal patiënten met hartfalen tussen 2011 en 2040 zal toenemen met 111%. 7 Figuur 2.5 Jaarprevalentie in Nederland voor hartfalen 1 naar leeftijdsklassen in Bron NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Jaarprevalentie hartfalen Totaal Mannen Vrouwen 1 ICPC code K77 32 Hartfalen in Nederland

35 Tabel 2.1 Jaarprevalentie per inwoners in Nederland voor hartfalen 1 naar leeftijdsklassen in 2015, afgerond Bron NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Leeftijdsklasse (jaar) Mannen Vrouwen ,3 0, ,7 2, ,9 6, ,5 21, ,1 73, ,5 222,7 Totaal 12,4 14,4 1 ICPC code K77 Figuur 2.6 Absolute jaarincidentie in Nederland voor hartfalen 1 naar leeftijdsklassen in 2015 Bron NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Jaarprevalentie hartfalen Totaal Mannen Vrouwen 1 ICPC code K77 33 Hartfalen in Nederland

36 Tabel 2.2 Jaarincidentie per inwoners in Nederland voor hartfalen 1 naar leeftijdsgroep in 2015, afgerond Bron NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Leeftijdsklasse (jaar) Mannen Vrouwen ,1 0, ,5 0, ,6 1, ,0 4, ,8 12, ,5 38,1 Totaal 2,2 2,5 1 ICPC code K77 Ziekenhuisopnamen Bij snel ontstaan of verergering van de klachten en verschijnselen van hartfalen kan acute behandeling nodig zijn in het ziekenhuis. Het aantal ziekenhuisopnamen wegens hartfalen bedroeg in 2012, waarvan opnames voor mannen en opnames voor vrouwen. Hartfalen vormde 8% van het totaal aantal ziekenhuisopnamen wegens hart- en vaatziekten in Nederland. Het absolute aantal ziekenhuisopnamen vanwege hartfalen was in 2012 het hoogst in de leeftijdscategorie van 75 tot 84 jaar (figuur 2.7). Onder relatief jonge patiënten (onder de 75 jaar) met hartfalen zijn er meer ziekenhuisopnamen voor mannen. 34 Hartfalen in Nederland

37 Figuur 2.7 Absolute aantallen ziekenhuisopnamen wegens hartfalen 1 in mannen en vrouwen in Nederland in 2012, naar leeftijd Bron DHD Aantal ziekenhuisopnamen wegens hartfalen Totaal Mannen Vrouwen 1 ICD-codes: ICD-9: 428 Trends in ziekenhuisopnamen Het absolute aantal ziekenhuisopnamen wegens hartfalen is in de periode 1980 tot 2012 sterk toegenomen, bij mannen van naar (+103%) en bij vrouwen naar (+116%) (figuur 2.8). Het aandeel van personen ouder dan 85 jaar in het totale aantal opgenomen hartfalenpatiënten steeg bij mannen van 8% in 1980 naar 18% in Bij vrouwen nam het percentage patiënten boven de 85 jaar toe van 18% tot 36%. De voor verandering in de leeftijdsopbouw van de bevolking gecorrigeerde ziekenhuisopnamecijfers zijn eveneens toegenomen (figuur 2.9), bij mannen van 151 per in 1980 naar 176 per in 2012 (+17%) en bij vrouwen van 134 per in 1980 naar 171 per in 2012 (+28%). Bij uitsplitsing van de cijfers naar leeftijd worden er onder de leeftijd van 85 jaar nauwelijks verschillen gezien in de afgelopen 10 jaar (figuur 2.10). Er zou sinds 2010 sprake van een daling kunnen zijn, maar dit kan ook om een tijdelijke fluctuatie gaan. De gemiddelde ligduur nam af, bij mannen van 19 dagen in 1980 tot 9 dagen in 2012 en bij vrouwen van 24 dagen in 1980 tot 9 dagen in Hartfalen in Nederland

38 Figuur 2.8 Absoluut aantal ziekenhuisopnames voor hartfalen 1 in de periode , naar leeftijd en geslacht Bron DHD Mannen Aantal ziekenhuisopnamen wegens hartfalen Jaar Totaal Vrouwen Aantal ziekenhuisopnamen wegens hartfalen Jaar Totaal 1 ICD-codes: ICD-9: Hartfalen in Nederland

39 Figuur 2.9 Bruto en gestandaardiseerd (voor verandering in leeftijdsopbouw gecorrigeerd) ziekenhuisopnamecijfer per , in de periode voor hartfalen 1. Jaar van standaardisatie is 2012 Bron DHD Ziekenhuisopnamen wegens hartfalen/ Jaar Mannen standaard Vrouwen standaard Mannen bruto Vrouwen bruto 1 ICD-codes: ICD-9: 428 Figuur 2.10 Gestandaardiseerd (voor verandering in leeftijdsopbouw gecorrigeerd) ziekenhuisopnamecijfer per , in de periode voor hartfalen 1, naar leeftijd en geslacht. Jaar van standaardisatie is 2012 Bron DHD Mannen Ziekenhuisopnamen wegens hartfalen/ Jaar Hartfalen in Nederland

Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2017

Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2017 Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte Hart- en vaatziekten in Nederland 217 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers 5 1. Ziekte en sterfte aan hart- en vaatziekten

Nadere informatie

Cijfers over risicofactoren, hartinterventies, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2018

Cijfers over risicofactoren, hartinterventies, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2018 Cijfers over risicofactoren, hartinterventies, ziekte en sterfte Hart- en vaatziekten in Nederland 2018 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers van de Hartstichting 5 1 Ziekte

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011 cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 211 Sterfte bij vrouwen en mannen Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke oorzaak van overlijden

Nadere informatie

Cijfers over risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2012

Cijfers over risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2012 Cijfers over risicofactoren, ziekte en sterfte Hart- en vaatziekten in Nederland 2012 December 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers 5 1. Hart- en vaatziekten in Nederland:

Nadere informatie

Cijfers over over heden, verleden en toekomst. Hart- en vaatziekten in Nederland 2015

Cijfers over over heden, verleden en toekomst. Hart- en vaatziekten in Nederland 2015 Cijfers over over heden, verleden en toekomst Hart- en vaatziekten in Nederland 2015 December 2015 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers 5 1. Sterfte aan hart- en vaatziekten

Nadere informatie

Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2013

Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2013 Cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte Hart- en vaatziekten in Nederland 2013 December 2013 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers 5 1. Hart- en vaatziekten

Nadere informatie

Cijfers over leefstijlen risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2011

Cijfers over leefstijlen risicofactoren, ziekte en sterfte. Hart- en vaatziekten in Nederland 2011 Cijfers over leefstijlen risicofactoren, ziekte en sterfte Hart- en vaatziekten in Nederland 2011 December 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Dankwoord 5 Samenstelling van de Werkgroep Cijfers 6 1. Hart- en

Nadere informatie

Levensverwachting en sterfte

Levensverwachting en sterfte Levensverwachting en sterfte Tabel 1 Levensverwachting Utrecht bij geboorte, 4-jaarsgemiddelde 2005-2008 en 2007-2010 (Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS) TOTAAL GESLACHT WIJK Man Vrouw West

Nadere informatie

Sterfte. Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode , uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS)

Sterfte. Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode , uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS) Sterfte Tabel 1 Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode 2007-2010, uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS) totaal mannen vrouwen TOTAAL 1839.25 854.50 984.75 LEEFTIJD

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling Forse daling sterfte Trends in sterfte en ziekenhuisopnamen Meer ziekenhuisopnamen Sterfte neemt af 12 Meer kankerpatiënten Meer nieuwe gevallen, minder sterfte Grootste sterfte door longkanker Sterke

Nadere informatie

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 4 oktober 2012 Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald De kans dat Vlamingen

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017 Sterftecijfers 25 15.12.27 STERFTECIJFERS 25 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 27 > Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 20 (registratiejaar

Nadere informatie

1894 zelfdodingen in 2016

1894 zelfdodingen in 2016 1894 zelfdodingen in 2016 Het aantal zelfdodingen neemt elk jaar toe, maar gerelateerd aan de bevolkingsopbouw blijft het zelfdodingscijfer sinds 2013 op hetzelfde niveau. Dit meldt het CBS op basis van

Nadere informatie

Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de

Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de 1 2 Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de KAM regio afwijken zal dit kwalitatief worden benoemd.

Nadere informatie

Zorg voor geest kost nog steeds het meest

Zorg voor geest kost nog steeds het meest Zorg voor geest kost nog steeds het meest Publicatiedatum: 28-11-2013 In is 19,6 miljard euro uitgegeven voor de behandeling van psychische stoornissen, 22% van de totale uitgaven voor zorg en welzijn

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Dia 1 STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 2005 (registratiejaar 2003)

Nadere informatie

CBS: Steeds minder mensen overlijden aan een acuut hartinfarct

CBS: Steeds minder mensen overlijden aan een acuut hartinfarct CBS: Steeds minder mensen overlijden aan een acuut hartinfarct Het aantal mensen dat overlijdt aan een acuut hartinfarct is in 2014 met 7 procent gedaald tot 5,3 duizend. Dit zijn er bijna 400 minder dan

Nadere informatie

Inclusief levendgeboren kinderen, doodgeboren kinderen en afgebroken zwangerschappen.

Inclusief levendgeboren kinderen, doodgeboren kinderen en afgebroken zwangerschappen. Factsheet Aangeboren hartafwijkingen bij kinderen Cijfers en feiten Prevalentie Aangeboren hartafwijkingen betreffen aanlegstoornissen in de structuur van het hart en/of de grote vaten. De gemiddelde totale

Nadere informatie

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

Sterfte aan dementie. Anouschka van der Meulen en Ingeborg Keij-Deerenberg

Sterfte aan dementie. Anouschka van der Meulen en Ingeborg Keij-Deerenberg Anouschka van der Meulen en Ingeborg Keij-Deerenberg Naarmate mensen steeds ouder worden, treedt dementie steeds veelvuldiger op. Van de vrouwen in de sgroep vanaf 9 jaar heeft ruim een kwart een vorm

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst

Regionale VTV 2011. Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst Regionale VTV 2011 Ziekten in de toekomst Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor

Nadere informatie

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark

Nadere informatie

Sterfte aan diabetes. Anouschka van der Meulen

Sterfte aan diabetes. Anouschka van der Meulen Anouschka van der Meulen Met de huidige stijgende trend in overgewicht bij de Nederlandse bevolking zal het aantal diabetespatiënten naar verwachting sterk gaan toenemen. Dit zal uiteindelijk ook zichtbaar

Nadere informatie

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;

Nadere informatie

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015 Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015 Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft een grootschalig onderzoek gedaan naar leningaanvragen voor het leendoel

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Inleiding Hoe functioneren mensen en welke chronische aandoeningen hebben ze? Wat willen ze? Wat kunnen

Nadere informatie

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Chronische nierschade: hoe vaak,

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2011 en 2015 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 6 november 29, week 45 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) wederom

Nadere informatie

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark

Nadere informatie

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Beurs, D. de, Magnée, T., Bakker, D. de, Verhaak, P. De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk

Nadere informatie

Stadia chronische nierschade

Stadia chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Stadia chronische nierschade Nierschade

Nadere informatie

Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning. Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario

Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning. Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario M.H.D. Plasmans (RIVM) Dit onderzoek werd verricht in opdracht van VWS,

Nadere informatie

deelrapport Levensverwachting en sterfte

deelrapport Levensverwachting en sterfte deelrapport Levensverwachting en sterfte Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning Zeeland 2012 Inhoud Kernboodschappen 3 Inleiding 4 Levensverwachting en sterfte in Zeeland 5 Wat brengt de toekomst?

Nadere informatie

Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Toelichting bij - Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht W.J. Jansen & F. van den Elsen November 2015 Toelichting publicatie HSMR 2014 - Albert Schweitzer ziekenhuis november

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Publicatie sterftecijfers 2015 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Publicatie sterftecijfers 2015 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Toelichting bij - Publicatie sterftecijfers 2015 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht W.J. Jansen & F. van den Elsen Februari 2017 Toelichting publicatie HSMR 2015 - Albert Schweitzer ziekenhuis februari

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Wat als varianten in de VTV-2018

Wat als varianten in de VTV-2018 Wat als varianten in de VTV-2018 Colofon Dit is een achtergronddocument bij de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018. RIVM 2018 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding:

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016

Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016 Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016 februari 2018 Inleiding Dit rapport is het verslag van het onderzoek van het Maastricht UMC+ naar aanleiding van de HSMR-cijfers in 2016. Deze HSMR-cijfers gaan over de

Nadere informatie

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Geldshop heeft uitgebreid onderzoek naar leningaanvragen in Nederland 2016 uitgevoerd. In totaal werd de data van 29.501 aanvragen

Nadere informatie

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, Indicator 2 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Per 1 januari 2018 telde Nederlandse

Nadere informatie

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.

Nadere informatie

Demo-rapport. Gemeente Barendrecht als voorbeeld

Demo-rapport. Gemeente Barendrecht als voorbeeld Demo-rapport Gemeente Barendrecht als voorbeeld Ken uw wijk Welke zorg wordt aangeboden in uw wijk? Hoe is de zorgvraag? En zijn deze twee in balans? ZorgImpuls biedt gedetailleerde informatie met de ROS-Wijkscan.

Nadere informatie

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, Indicator 6 mei 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Per 1 januari 2019 telde Nederlandse

Nadere informatie

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente 20 maart 2015 Ziekenhuisgroep Twente T.a.v. mw. Eggert en dhr. Gorgels Postbus 7600 7600 SZ Almelo Introductie In deze rapportage

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Vastgoedbericht juni 2008

Vastgoedbericht juni 2008 Vastgoedbericht juni 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex en het aantal verkochte

Nadere informatie

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode 2011-2016 P.F.M. Verhaak M. Nielen D. de Beurs Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers.aspx - oktober 2007 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Geestelijke gezondheid

Geestelijke gezondheid In dit onderdeel wordt ingegaan op de geestelijke gezondheid van ouderen. De onderwerpen die worden aangesneden zijn psychische stoornissen en eenzaamheid. Volgens gegevens uit de Rapportage 2001 van het

Nadere informatie

Sterfte en ziekte in Utrecht

Sterfte en ziekte in Utrecht RAPPORT Sterfte en ziekte in Utrecht Analyse van de sterftecijfers (1985-1999) en ziekenhuisontslagdiagnosecijfers (1999) Sabine Quak, Erik van Ameijden, Eddy Mazurkiewicz, Jaap Toet Mei 2004 GEMEENTELIJKE

Nadere informatie

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, Indicator 4 juli 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Per 1 januari 2017 bedraagt de Nederlandse

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker Effectiveness of case management in the reduction of COPD re-admissions: results of a pilot study Annelies E. van Eeden, Ingrid van de Poll, Gertrud van Vulpen, Tim Roldaan, Wies Wagenaar, Melinde Boland,

Nadere informatie

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Derek de Beurs Mariëtte Hooiveld Het NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 11 december 29, week 5 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In

Nadere informatie

Najaar 2012. Voorbeeldrapportage Wijkscan

Najaar 2012. Voorbeeldrapportage Wijkscan Najaar 2012 Voorbeeldrapportage Wijkscan Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Gebiedsindeling... 4 2. Demografie... 5 2.1 Jeugd: 0 tot 14-jarigen... 6 2.2 Ouderen: 65-plussers... 6 2.3 Sociaal economische

Nadere informatie

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( ) Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES

EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES VERTEGENWOORDIGING & STUDIES EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES Eind 2013 hebben de Onafhankelijke Ziekenfondsen een analyse gemaakt van de concentratie van de uitgaven

Nadere informatie

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010 Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten Dung Ngo MSc 15 december 2010 Achtergrond van het onderzoek Levensverwachting in NL laatste jaren met >2 jaar toegenomen Echter, vergeleken

Nadere informatie

Alcoholgebruik onder jongeren in Noord en Oost Groningen

Alcoholgebruik onder jongeren in Noord en Oost Groningen Alcoholgebruik onder jongeren in Noord en Oost Groningen Alcoholgebruik op jonge leeftijd is schadelijk voor de gezondheid. In deze leeftijdsfase ontwikkelen de hersenen zich nog volop en kan er door overmatig

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Enige prognoses betreffende dementie in de jaren 2007 tot 2030 in Amsterdam

Enige prognoses betreffende dementie in de jaren 2007 tot 2030 in Amsterdam TNO-rapport KvL/P&Z 2009.010 Enige prognoses betreffende dementie in de jaren 2007 tot 2030 in Amsterdam Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18 F

Nadere informatie

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020 / Archief cijfers EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020 Vlaams Gewest 2013 / 1.12.2015 1.12.2015 Evaluatie doelstelling zelfdoding: -20% in 2020 1/14 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers

Nadere informatie

De sterftecijfers voor het jaar 2013 worden vandaag gepubliceerd.

De sterftecijfers voor het jaar 2013 worden vandaag gepubliceerd. Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 2005 (registratiejaar 2003) wordt de nieuwe statistiek van de doodsoorzaken jaarlijks op de website

Nadere informatie

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht HSMR: doorontwikkeling en interpretatie Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht Inhoud presentatie Wat is de HSMR? Doorontwikkeling HSMR tot

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Sterftecijfers Het sterftecijfer (ook wel de mortaliteit genoemd) is één van de middelen (of indicatoren) om onderlinge verschillen

Nadere informatie

Cijfers over dementie

Cijfers over dementie Cijfers over dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

Publicatie sterftecijfers 2013 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Publicatie sterftecijfers 2013 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Toelichting bij - Publicatie sterftecijfers 2013 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht W.J.Jansen & F v.d. Elzen Februari 2015 Sterftecijfers Het sterftecijfer (ook wel de mortaliteit genoemd) is één

Nadere informatie

Uitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk

Uitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk Uitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk ELLEN BANIERINK ANIOS INTERNE GENEESKUNDE 06-12-2016 Inhoud Aanleiding Vorming onderzoeksvoorstel Het onderzoek Praktisch gezien Planning Verloop Problemen

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker 61 4 62 Volksgezondheid Jaarlijks een huisarts erbij Op 1 januari 2004 zijn er 41 huisartsen in de gevestigd. Sinds 2000 komt er gemiddeld elk jaar een huisarts bij. Het aantal tandartsen en specialisten

Nadere informatie

CVRM: patiënten selectie en registratie!! cvrm(anagement!!) Registratie 8-1-2013. Maak een (verbeter)plan!!

CVRM: patiënten selectie en registratie!! cvrm(anagement!!) Registratie 8-1-2013. Maak een (verbeter)plan!! CVRM: patiënten selectie en registratie!! Sandwichcursus huisartsen/praktijkondersteuners 13 december 2012 Organisatie: Zorggroep Synchroon en WDH Uden-Veghel en Oss cvrm(anagement!!) Maak een (verbeter)plan!!

Nadere informatie

1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )

1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( ) 1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) (1978-2016) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09

NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09 Een uitgave van: Nationaal Influenza Centrum (NIC): Rotterdam (Erasmus MC), Bilthoven (RIVM); Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL); Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

61 Statistisch Jaarboek 2003 volksgezondheid volksgezondheid 4 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

61 Statistisch Jaarboek 2003 volksgezondheid volksgezondheid 4 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo 61 4 62 Volksgezondheid Meer huisartsen Per 1 januari 2003 telde Hengelo 40 huisartsen, drie meer dan een jaar eerder. Het gemiddeld aantal inwoners per huisarts is hierdoor met 163 gedaald tot 2.040 per

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

Acute zorg door huisartsen in de dagzorg en op de huisartsenpost. Marieke Zwaanswijk, senior onderzoeker NIVEL

Acute zorg door huisartsen in de dagzorg en op de huisartsenpost. Marieke Zwaanswijk, senior onderzoeker NIVEL Acute zorg door huisartsen in de dagzorg en op de huisartsenpost Marieke Zwaanswijk, senior onderzoeker NIVEL NIVEL Zorgregistraties eerste lijn: wat is de meerwaarde voor de acute zorg? Inzicht in de

Nadere informatie

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht HSMR: doorontwikkeling en interpretatie Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht Inhoud presentatie Wat is de HSMR? Doorontwikkeling HSMR tot

Nadere informatie

Vastgoedbericht november 2010

Vastgoedbericht november 2010 21 december 20 Vastgoedbericht november 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex,

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol SEH-bezoeken 216 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter

Nadere informatie

Is meten weten? Of uiteindelijk zweten? Wouter van der Horst, woordvoerder

Is meten weten? Of uiteindelijk zweten? Wouter van der Horst, woordvoerder Is meten weten? Of uiteindelijk zweten? Wouter van der Horst, woordvoerder Even voorstellen Woordvoerder staat er middenin Politiek Media/pers Burger Zorgvisie Maak die sterftecijfers openbaar! Transparantie,

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Influenza de cijfersop eenrij

Influenza de cijfersop eenrij Influenza de cijfersop eenrij voorlopige schattingen influenza surveillance in Nederland 2017/2018 Rianne van Gageldonk-Lafeber RIVM - Centrum Infectieziektebestrijding Epidemiologie& Surveillance van

Nadere informatie

INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017

INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017 INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017 Opname in de keten is alleen mogelijk voor patiënten die aan de onderstaande criteria voldoen: patiënten waarvan opdrachtnemer de hoofdbehandelaar

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 27 november 29, week 48 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

Aantal kinderen met alcoholvergiftiging in 2011 opnieuw toegenomen.

Aantal kinderen met alcoholvergiftiging in 2011 opnieuw toegenomen. PERSBERICHT 25 april 2012 Aantal kinderen met alcoholvergiftiging in 2011 opnieuw toegenomen. Het aantal kinderen en jongeren met een acute alcoholvergiftiging is in 2011 opnieuw toegenomen. In het afgelopen

Nadere informatie

Facts & Figures Dementie

Facts & Figures Dementie Facts & Figures Dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie