Achtste aanvulling op het Handboek voor de opsporingspraktijk (1.10 en 2.12)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Achtste aanvulling op het Handboek voor de opsporingspraktijk (1.10 en 2.12)"

Transcriptie

1 JU Achtste aanvulling op het Handboek voor de opsporingspraktijk (1.10 en 2.12) Aanwijzing opsporingsbevoegdheden 1.10 OPSPORING VAN VOORT- VLUCHTIGEN REGELGEVING Wettekst Artikel 565 Sv 1. De met de tenuitvoerlegging belaste ambtenaar kan ter aanhouding van de te vatten persoon elke plaats betreden en doorzoeken. 2. Met het oog op de vaststelling van de verblijfplaats van de aan te houden persoon kan de officier van justitie, of, indien de bedoelde artikelen de hulpofficier of de opsporingsambtenaar als bevoegd aanwijzen, deze ambtenaar, de in de artikelen 96 tot en met 99, 125j tot en met 125m, en 126n bedoelde bevoegdheden toepassen dan wel bevelen dat de in de artikelen 100 tot en met 102a, 125k, 126g en 126k tot en met 126nf bedoelde bevoegdheden worden toegepast, en kan de rechter-commissaris buiten gerechtelijk vooronderzoek, op vordering van de officier van justitie, het in artikel 125i bedoelde bevel geven, met dien verstande dat: a. de bevoegdheden slechts worden toegepast ingeval de aan te houden persoon wordt vervolgd of is veroordeeld tot een vrijheidsstraf dan wel hem een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd voor een misdrijf van dezelfde ernst als de in die artikelen bedoelde misdrijven; b. de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 97, 126nd, zesde lid, en 126ne, derde lid, slechts kunnen worden toegepast en het bevel bedoeld in de artikelen 126l en 126m slechts kan worden gegeven na schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris; c. het bevel tot toepassing van de in de artikelen 126g en 126k tot en met 126n bedoelde bevoegdheden, voor zover relevant de gegevens bevat die daarin volgens die artikelen moeten zijn opgenomen BEGRIPSBEPALING Met het oog op de vaststelling van de verblijfplaats van een aan te houden persoon kan de officier van justitie de in Titel IVa omschreven bijzondere opsporingsbevoegdheden toepassen BETEKENIS Op grond van art. 565 lid 2 Sv kunnen de in Titel IVa omschreven bijzondere opsporings-bevoegdheden, met uitzondering van politiële pseudokoop en -dienstverlening (art. 126i Sv), politiële infiltratie (art. 126h Sv) en het stelselmatig inwinnen van informatie door een opsporingsambtenaar (art. 126j Sv), worden toegepast met het oog op de vaststelling van de verblijfplaats van een aan te houden persoon die wordt vervolgd of is veroordeeld tot een vrijheidsstraf dan wel tegen wie een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd. Onder een aan te houden persoon kan worden verstaan een gedetineerde die is ontsnapt of om andere redenen voortvluchtig is na niet te zijn teruggekeerd van verlof uit een huis van bewaring, gevangenis, TBS-kliniek of jeugdinrichting. Daarnaast is er sprake van een aan te houden persoon in het geval er tegen een persoon een aanhoudingsbevel is uitgevaardigd: ter fine van uit- of overlevering; ter tenuitvoerlegging van een zogeheten lopend vonnis of van een bevel tot voorlopige hechtenis. Uit het systeem van de wet en de plaats van art. 565 in het Wetboek van Strafvordering kan worden afgeleid dat dit artikel niet kan worden gebruikt voor de aanhouding van personen in het kader van de opsporing van een strafbaar feit. In het geval bijzondere opsporingsbevoegdheden toegepast moeten worden om in het belang van een onderzoek een verdachte aan te houden, zullen de toe te passen opsporingsbevoegdheden gebaseerd moeten worden op de afzonderlijke wetsartikelen van de opsporingsbevoegdheden van titel IVa en dus niet op basis van art. 565 lid 2 Sv. De bijzondere opsporingsbevoegdheden uit Titel IVa mogen slechts worden toegepast met het oog op de vaststelling van de verblijfplaats van de aan te houden persoon indien deze bevoegdheden ook hadden mogen worden ingezet bij de opsporing van het strafbare feit waarvoor de aan te houden persoon wordt vervolgd of is veroordeeld tot een vrijheidstraf dan wel hem een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd. De bevoegdheid tot het vorderen van gebruikersgegevens (art. 126na Sv) mag dus bij elk misdrijf worden toegepast, terwijl de bevoegdheid tot het opnemen van telecommunicatie (art. 126m Sv) slechts mag worden aangewend in het geval er sprake is van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv dat gezien zijn aard of de samenhang met andere door de verdachte of veroordeelde begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. De in Titel IVa omschreven bijzondere opsporingsbevoegdheden kunnen slechts worden toegepast met het oog op de vaststelling van de verblijfplaats van een aan te houden persoon indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat de inzet van de opsporingsbevoegdheid kan bijdragen tot de vergaring van informatie omtrent de verblijfplaats van die persoon. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de inzet van de betreffende opsporingsbevoegdheid proportioneel dient te zijn en dat niet met een lichtere opsporingsbevoegdheid kan worden volstaan PROCEDURE Indien de in Titel IVa omschreven bijzondere opsporingsbevoegdheden worden toegepast om de verblijfplaats van een aan te houden persoon vast te kunnen stellen, geldt in beginsel hetgeen is vermeld over de betekenis en procedure van deze opsporingsbevoegdheden indien zij zouden worden Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 1

2 ingezet in het kader van de opsporing van een strafbaar feit. Voor een uiteenzetting van de voorwaarden die bij toepassing van deze opsporingsbevoegdheden in acht genomen moeten worden, wordt dan ook verwezen naar de afzonderlijke hoofdstukken van hoofdstuk 1.2 Bijzondere Opsporingsbevoegdheden. In het bevel of de vordering van de officier van justitie zullen de relevante gegevens opgenomen moeten worden over de wijze waarop aan het bevel uitvoering wordt gegeven. Zo zal, in het geval van bijvoorbeeld het opnemen van vertrouwelijke communicatie (art. 126l Sv), in het bevel een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving moeten worden gegeven van de plaats of het vervoermiddel waar de communicatie plaatsvindt. Daarnaast zal in het bevel of de vordering, voor zover voor de betreffende opsporingsbevoegdheid relevant, de geldigheidsduur van het bevel of de vordering moeten worden vermeld. Hierbij moet opgemerkt worden dat sommige gegevens die opgenomen moeten worden in de bevelen of de vorderingen in geval van de opsporing van een strafbaar feit minder van belang kunnen zijn bij het achterhalen van de verblijfplaats van de aan te houden persoon, zodat deze gegevens in dit geval ook niet vermeld behoeven te worden in de vordering of het bevel. Zo behoeven de feiten of omstandigheden die een verdenking van een misdrijf opleveren niet in de vordering beschreven te worden UITVOERING Zie de afzonderlijke hoofdstukken in hoofdstuk 1.2 Bijzondere Opsporingsbevoegdheden. De regeling van de artt. 126cc en 126dd Sv ter zake de bewaring en vernietiging van vergaarde gegevens is niet van toepassing in het geval de in Titel IVa omschreven bijzondere opsporingsbevoegdheden worden toegepast met het oog op de vaststelling van de verblijfplaats van de aan te houden persoon. De gegevens die in dit kader worden verkregen, zullen direct vernietigd moeten worden zodra de aan te houden persoon is aangehouden omdat de gegevens dan niet meer noodzakelijk zijn voor het doel waarvoor zij worden verwerkt, tenzij het gebruik van de gegevens dringend noodzakelijk is voor de opsporing van een (ernstig) strafbaar feit BIJZONDERHEDEN Zie de afzonderlijke hoofdstukken in hoofdstuk 1.2 Bijzondere Opsporingsbevoegdheden. Artikel 565 lid 2 Sv zal worden gewijzigd in verband met de inwerkingtreding van de Wet bevoegdheden vorderen gegevens. Een aantal bevoegdheden uit deze wet zal middels reparatiewetgeving worden opgenomen in lid 2 van art. 565 Sv MODELLEN Indien een bijzondere opsporingsbevoegdheid wordt ingezet met het oog op de vaststelling van de verblijfplaats van een aan te houden persoon kunnen de modellen worden gebruikt die ook worden gebruikt indien de bijzondere opsporingsbevoegdheid wordt toegepast in het kader van de opsporing van een strafbaar feit. In dat geval dienen de volgende passages aangepast of toegevoegd te worden in de vordering of het bevel van de officier van justitie: 1. [ ] Overwegende, dat de aan te houden persoon wordt vervolgd of is veroordeeld tot een vrijheidsstraf dan wel hem een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd terzake van (een) misdrijf/misdrijven als omschreven in artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering; in plaats van [ ] Overwegende, dat ten aanzien van een persoon de verdenking bestaat dat deze zich heeft schuldig gemaakt aan (een) misdrijf/misdrijven als omschreven in artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering; en: 2. Overwegende, dat [ ] het met het oog op de vaststelling van de verblijfplaats van de aan te houden persoon van belang is, in plaats van Overwegende, dat [ ] het in het belang van het onderzoek is en: 3. Gelet op de artikelen 565 lid 2 jo (invullen wetsartikel van de toe te passen opsporingsbevoegdheid) van het Wetboek van Strafvordering; 2.12 VORDEREN VAN GEGE- VENS REGELGEVING Wettekst Artikel 126nc Sv 1. In geval van verdenking van een misdrijf kan de opsporingsambtenaar in het belang van het onderzoek van degene die daarvoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, vorderen bepaalde opgeslagen of vastgelegde identificerende gegevens van een persoon te verstrekken. 2. Onder identificerende gegevens wordt verstaan: a. naam, adres, woonplaats en postadres; b. geboortedatum en geslacht; c. administratieve kenmerken; d. in geval van een rechtspersoon, in plaats van de gegevens, bedoeld onder a en b: rechtsvorm en vestigingsplaats. 3. Een vordering als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gericht tot de verdachte. Artikel 96a, derde lid, is van overeenkomstige De vordering kan geen betrekking hebben op persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven of lidmaatschap van een vakvereniging. 4. Een vordering als bedoeld in het eerste lid is schriftelijk en vermeldt: a. een aanduiding van de persoon op wiens identificerende gegevens de vordering betrekking heeft; b. de identificerende gegevens die worden gevorderd; c. de termijn waarbinnen en de wijze waarop de gegevens dienen te worden verstrekt; d. de titel van de vordering. 5. Bij dringende noodzaak kan een vordering als bedoeld het eerste lid mondeling worden gegeven. De opsporingsambtenaar stelt de vordering in dat geval achteraf op schrift en verstrekt deze binnen drie dagen Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 2

3 nadat de vordering is gedaan aan degene tot wie de vordering is gericht. 6. Van de verstrekking van identificerende gegevens maakt de opsporingsambtenaar proces-verbaal op, waarin hij vermeldt: a. de gegevens, bedoeld in het vierde lid; b. de verstrekte gegevens; c. het misdrijf en indien bekend de naam of anders een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de verdachte; d. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, zijn vervuld. 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de opsporingsambtenaar die de gegevens vordert en de wijze waarop de gegevens worden gevorderd en verstrekt. Artikel 126nd Sv 1. In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, kan de officier van justitie in het belang van het onderzoek van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot bepaalde opgeslagen of vastgelegde gegevens, vorderen deze gegevens te verstrekken. 2. Een vordering als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gericht tot de verdachte. Artikel 96a, derde lid, is van overeenkomstige De vordering kan niet betrekking hebben op persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven of lidmaatschap van een vakvereniging. 3. Een vordering als bedoeld in het eerste lid is schriftelijk en vermeldt: a. indien bekend, de naam of anders een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de persoon of de personen over wie gegevens worden gevorderd; b. een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de gegevens die worden gevorderd en de termijn waarbinnen, alsmede de wijze waarop deze dienen te worden verstrekt; c. de titel van de vordering. 4. Bij dringende noodzaak kan de vordering mondeling worden gegeven. De officier van justitie stelt de vordering in dat geval achteraf op schrift en verstrekt deze binnen drie dagen nadat de vordering is gedaan aan degene tot wie de vordering is gericht. 5. De officier van justitie doet van de verstrekking van gegevens proces-verbaal opmaken, waarin worden vermeld: a. de gegevens, bedoeld in het derde lid; b. de verstrekte gegevens; c. het misdrijf en indien bekend de naam of anders een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de verdachte; d. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, zijn vervuld; e. de reden waarom de gegevens in het belang van het onderzoek worden gevorderd. 6. In geval van verdenking van een ander strafbaar feit dan bedoeld in het eerste lid, kan de officier van justitie in het belang van het onderzoek een vordering als bedoeld in dat lid doen met voorafgaande schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris. De rechter-commissaris verleent de machtiging op vordering van de officier van justitie. Het tweede tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de gegevens worden gevorderd en verstrekt. Artikel 126ne Sv 1. De officier van justitie kan in het belang van het onderzoek bepalen dat een vordering als bedoeld in artikel 126nd, eerste lid, van degene die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, betrekking kan hebben op gegevens die eerst na het tijdstip van de vordering worden verwerkt. De periode waarover de vordering zich uitstrekt is maximaal vier weken en kan telkens met maximaal vier weken worden verlengd. De officier van justitie vermeldt deze periode in de vordering. Artikel 126nd, tweede tot en met vijfde en zevende lid, is van overeenkomstige 2. In een geval als bedoeld in het eerste lid bepaalt de officier van justitie dat de uitvoering van de vordering wordt beëindigd zodra niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 126nd, eerste lid. Van een wijziging, aanvulling, verlenging of beëindiging van de vordering doet de officier van justitie procesverbaal opmaken. 3. Indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, kan de officier van justitie in een geval als bedoeld in het eerste lid in de vordering bepalen dat degene tot wie de vordering is gericht de gegevens direct na de verwerking verstrekt, dan wel telkens binnen een bepaalde periode na de verwerking verstrekt. De officier van justitie behoeft hiervoor een voorafgaande schriftelijke machtiging, op zijn vordering te verlenen door de rechter-commissaris. Artikel 126nf Sv 1. In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, dat gezien zijn aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert, kan de officier van justitie, indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in artikel 126nd, tweede lid, derde volzin, deze gegevens vorderen. 2. Een vordering als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gericht tot de verdachte. Artikel 96a, derde lid, is van overeenkomstige 3. Een vordering als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden gedaan na voorafgaande schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechtercommissaris. 4. Artikel 126nd, derde tot en met vijfde en zevende lid, is van overeenkomstige Artikel 126ng Sv 1. Een vordering als bedoeld in artikel 126nc, eerste lid, 126nd, eerste lid, of 126ne, eerste lid, kan worden gericht tot de aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk, onderscheidenlijk de aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst, voor zover de vordering betrekking heeft op andere gegevens dan die welke gevorderd kunnen worden door toepassing van de artikelen 126n en 126na. De vordering kan geen betrekking hebben op gegevens die zijn opgeslagen in het geautomatiseerde werk van de aanbieder en niet voor deze bestemd of van deze afkomstig zijn. 2. In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, dat gezien zijn aard of de Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 3

4 samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert, kan de officier van justitie, indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, van de aanbieder van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in de laatste volzin van het eerste lid, deze gegevens vorderen, voor zover zij klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn, op hem betrekking hebben of tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend, of klaarblijkelijk met betrekking tot die gegevens het strafbare feit is gepleegd. 3. Een vordering als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gericht tot de verdachte. Artikel 96a, derde lid, is van overeenkomstige 4. Een vordering als bedoeld in het tweede lid kan slechts worden gedaan na voorafgaande schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechtercommissaris. 5. Artikel 126nd, derde tot en met vijfde en zevende lid, is van overeenkomstige Artikel 126nh Sv 1. De officier van justitie kan, indien het belang van het onderzoek dit vordert, bij of terstond na de toepassing van artikel 126nd, eerste lid, 126ne, eerste of derde lid, of 126nf, eerste lid, degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij kennis draagt van de wijze van versleuteling van de in deze artikelen bedoelde gegevens, bevelen medewerking te verlenen aan het ontsleutelen van de gegevens door de versleuteling ongedaan te maken, dan wel deze kennis ter beschikking te stellen. 2. Het bevel wordt niet gegeven aan de verdachte. Artikel 96a, derde lid, is van overeenkomstige Artikel 126uc Sv 1. In een geval als bedoeld in artikel 126o, eerste lid, kan de opsporingsambtenaar in het belang van het onderzoek van degene die daarvoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, vorderen bepaalde opgeslagen of vastgelegde identificerende gegevens van een persoon te verstrekken. 2. Artikel 126nc, tweede tot en met vijfde en zevende lid, is van overeenkomstige 3. Van de verstrekking van identificerende gegevens maakt de opsporingsambtenaar proces-verbaal op, waarin hij vermeldt: a. de gegevens, bedoeld in artikel 126nc, vierde lid; b. de verstrekte gegevens; c. een omschrijving van het georganiseerd verband; d. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, zijn vervuld. Artikel 126ud Sv 1. In een geval als bedoeld in artikel 126o, eerste lid, kan de officier van justitie in het belang van het onderzoek van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot bepaalde opgeslagen of vastgelegde gegevens, vorderen deze gegevens te verstrekken. 2. Artikel 126nd, tweede tot en met vierde en zevende lid, is van overeenkomstige 3. De officier van justitie doet van de verstrekking van gegevens proces-verbaal opmaken, waarin worden vermeld: a. de gegevens, bedoeld in artikel 126nd, derde lid; b. de verstrekte gegevens; c. een omschrijving van het georganiseerd verband; d. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, zijn vervuld; e. de reden waarom de gegevens in het belang van het onderzoek worden gevorderd. Artikel 126ue Sv 1. In een geval als bedoeld in artikel 126o, eerste lid, kan de officier van justitie in het belang van het onderzoek bepalen dat een vordering als bedoeld in artikel 126ud, eerste lid, betrekking kan hebben op gegevens die eerst na het tijdstip van de vordering worden verwerkt. De periode waarover de vordering zich uitstrekt is maximaal vier weken. De officier van justitie vermeldt deze periode in de vordering. De artikelen 126nd, tweede tot en met vierde lid, en 126ud, derde lid, zijn van overeenkomstige 2. In een geval als bedoeld in het eerste lid bepaalt de officier van justitie dat de uitvoering van de vordering wordt beëindigd zodra niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 126ud, eerste lid. Van een wijziging, aanvulling, verlenging of beëindiging van de vordering doet de officier van justitie procesverbaal opmaken. 3. Indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, kan de officier van justitie in een geval als bedoeld in het eerste lid in de vordering bepalen dat degene tot wie de vordering is gericht de gegevens direct na de verwerking verstrekt, dan wel telkens binnen een bepaalde periode na de verwerking verstrekt. De officier van justitie behoeft hiervoor een voorafgaande schriftelijke machtiging, op zijn vordering te verlenen door de rechter-commissaris. Artikel 126uf Sv 1. In een geval als bedoeld in artikel 126o, eerste lid, kan de officier van justitie indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in artikel 126nd, tweede lid, derde volzin, deze gegevens vorderen. 2. De artikelen 126nf, tweede en derde lid, en 126nd, derde, vierde en zevende lid, zijn van overeenkomstige 3. De officier van justitie doet van de verstrekking van gegevens proces-verbaal opmaken, waarin worden vermeld: a. de gegevens, bedoeld in artikel 126nd, derde lid; b. de verstrekte gegevens; c. een omschrijving van het georganiseerd verband; d. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, zijn vervuld; e. de reden waarom de gegevens in het belang van het onderzoek worden gevorderd. Artikel 126ug Sv 1. Een vordering als bedoeld in artikel 126uc, eerste lid, 126ud, eerste lid, of 126ue, eerste lid, kan worden gericht tot de aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk, onderscheidenlijk de aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst, voor zover de vordering betrekking heeft op andere gegevens dan die welke gevorderd kunnen worden door toepassing van de artikelen 126u en 126ua. De vordering kan geen betrek- Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 4

5 king hebben op gegevens die zijn opgeslagen in het geautomatiseerde werk van de aanbieder en niet voor deze bestemd of van deze afkomstig zijn. 2. In een geval als bedoeld in artikel 126o, eerste lid, kan de officier van justitie, indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, van de aanbieder van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in de laatste volzin van het eerste lid, deze gegevens vorderen, voor zover zij klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn, op hem betrekking hebben of tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend, of klaarblijkelijk met betrekking tot die gegevens het strafbare feit is gepleegd. 3. Een vordering als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gericht tot de verdachte. Artikel 96a, derde lid, is van overeenkomstige 4. Een vordering als bedoeld in het tweede lid kan slechts worden gedaan na voorafgaande schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechtercommissaris. 5. Artikel 126nd, derde tot en met vijfde en zevende lid, is van overeenkomstige Artikel 126uh Sv 1. De officier van justitie kan, indien het belang van het onderzoek dit vordert, bij of terstond na de toepassing van artikel 126ud, eerste lid, 126ue, eerste of derde lid, of 126uf, eerste lid, degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij kennis draagt van de wijze van versleuteling van de in deze artikelen bedoelde gegevens, bevelen medewerking te verlenen aan het ontsleutelen van de gegevens door de versleuteling ongedaan te maken, dan wel deze kennis ter beschikking te stellen. 2. Het bevel wordt niet gegeven aan de verdachte. Artikel 96a, derde lid, is van overeenkomstige BEGRIPSBEPALING Op vordering van de officier van justitie moet een derde (persoon, instantie of bedrijf) identificerende gegevens, gevoelige gegevens en andere gegevens, die niet vallen onder beide eerdergenoemde categorieën gegevens, verstrekken BETEKENIS Algemeen In de artt. 126nc/uc-126nh/uh Sv wordt een onderscheid gemaakt tussen drie categorieën van gegevens, te weten de identificerende gegevens, gevoelige gegevens en andere gegevens die niet vallen onder beide eerdergenoemde categorieën gegevens. In de wet wordt ten aanzien van de laatste categorie gegevens tevens een onderscheid gemaakt tussen reeds vastgelegde of opgeslagen gegevens (historische) en gegevens die nog moeten worden opgeslagen of verwerkt (toekomstige). De te vorderen gegevens kunnen zowel persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) als andere gegevens, zoals algemene bedrijfsgegevens, betreffen. Uitgangspunt bij de toepassing van de bevoegdheden tot het vorderen van gegevens (artt. 126nc/uc-126nh/uh Sv) is dat naarmate de te vorderen categorie gegevens omvangrijker is of gevoeliger van aard, zwaardere voorwaarden worden verbonden aan de toepassing van de bevoegdheid. Zo kunnen identificerende gegevens worden verkregen op vordering van de opsporingsambtenaar in het geval er sprake is van een verdenking van een misdrijf, terwijl gevoelige gegevens daarentegen met machtiging van de rechter-commissaris door de officier van justitie kunnen worden gevorderd in het geval er sprake is van een verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv, dat gelet op de aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. Onder het begrip gegevens wordt iedere weergave van feiten, begrippen of instructies verstaan, die geschikt is voor overdracht of verwerking door personen of systemen. Gegevens moeten zijn weergegeven, opgeslagen of vastgelegd op een permanente of semi-permanente gegevensdrager (bijvoorbeeld op schrift, microfiche, tape, diskette, cd-rom of werkgeheugen). Op grond van de bevoegdheden tot het vorderen van gegevens kunnen in beginsel bij derden gegevens worden opgevraagd over elke persoon van wie de gegevens van belang kunnen zijn voor het onderzoek, zoals een slachtoffer of een bekende van de verdachte. De bevoegdheden tot het vorderen van gegevens geven dan ook de mogelijkheid om gegevens te vorderen omtrent een groep van personen, zoals de passagiers van een vliegtuig, hotelgasten, werknemers of leerlingen. De regeling van de artt. 126nc/uc-126nh/uh Sv is dus niet beperkt tot een verdachte. De kring van personen van wie gegevens gevorderd kunnen worden, wordt echter wel beperkt door het belang van het opsporingsonderzoek. Dat wil zeggen dat de gegevens slechts gevorderd mogen worden ter opheldering van de verdenking en ten behoeve van de strafrechtelijke afdoening. Het beginsel van proportionaliteit brengt met zich mee dat de eventuele beperking van de persoonlijke levenssfeer van de perso(o)n(en) over wie gegevens gevorderd worden in verhouding moet staan tot het belang van het opsporingsonderzoek. In het geval gegevens worden opgevraagd over niet-verdachte personen zal het beginsel van proportionaliteit hogere eisen stellen aan de motivering ten aanzien van het toepassen van de bevoegdheden tot het vorderen van gegevens dan in het geval er gegevens worden gevorderd over een verdachte. De gegevens die worden gevorderd van een derde dienen in beginsel binnen het bereik te liggen van de normale activiteiten van deze derde en mogen geen onevenredige inspanning van de derde vergen. De bevoegdheden tot het vorderen van gegevens geven geen bevoegdheid om een derde te bevelen om gegevens te analyseren, vergelijken of combineren teneinde nieuwe gegevens te verkrijgen. Een vordering verstrekking gegevens kan niet worden gericht tot de verdachte. Daarnaast zijn de in de artt Sv genoemde verschoningsgerechtigden niet gehouden te voldoen aan een vordering tot het verstrekken van gegevens. Art. 126bb lid 5 Sv verplicht degene tot wie een vordering verstrekking gegevens is gericht om in het belang van het onderzoek geheimhouding in acht te nemen omtrent al hetgeen Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 5

6 hem ter zake van de vordering bekend is. De derde tot wie de vordering tot het verstrekken van gegevens is gericht, is verplicht zijn medewerking te verlenen. Indien de derde weigert te voldoen aan een vordering, dan kan dit een overtreding van artikel 184 Sr opleveren. Op grond van artikel 552a Sv kunnen belanghebbenden zich schriftelijke beklagen:. over de vordering verstrekking van gegevens. over de vordering medewerking te verlenen aan het ontsleutelen van gegevens. over de kennisneming of het gebruik van gegevens, vastgelegd tijdens een doorzoeking of op vordering verstrekt, en. over de kennisneming of het gebruik van gegevens, als bedoeld in de artikelen 100, 101 en 114 Sv. Het beklagrecht van art. 552a Sv heeft geen opschortende werking, maar indien de rechter achteraf bepaalt dat de gegevens ten onrechte zijn verstrekt, zullen de betreffende gegevens vernietigd moeten worden en mogen ze niet worden gebruikt in het opsporingsonderzoek. Onder belanghebbenden in de zin van artikel 552a Sv zijn, behalve de derde (houder en verstrekker van gegevens), ook de personen begrepen op wie de gegevens betrekking hebben. Vordering verstrekking identificerende gegevens (artt. 126nc/uc Sv) Op grond van de artt. 126nc/uc Sv kan de opsporingsambtenaar van degene die daarvoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, vorderen bepaalde opgeslagen of vastgestelde identificerende gegevens te verstrekken betreffende naam, adres, woonplaats, postadres, geboortedatum, geslacht, rekeningnummers en administratieve kenmerken behorende bij een persoon. In geval van een rechtspersoon kunnen daarnaast gegevens over rechtsvorm en vestigingsplaats worden gevorderd. van andere dan identificerende gegevens (artt. 126nd/ud Sv) omvat de bevoegdheid om identificerende gegevens te vorderen. Daarnaast kan de officier van justitie op basis van art. 141 Sv worden aangemerkt als opsporingsambtenaar zodat de officier van justitie ook bevoegd is om op basis van de artt. 126 nc/uc Sv identificerende gegevens te vorderen. van identificerende gegevens is toegestaan in geval van een verdenking van elk misdrijf, dan wel van een verdenking dat in georganiseerd verband ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd. Met degene die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, wordt een derde (persoon, instantie of bedrijf) bedoeld die vanwege een bepaalde functie of beroepsuitoefening gegevens verwerkt. Voorbeelden zijn rechtspersonen en natuurlijke personen in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zoals overheidsdiensten, verenigingen, professionele dienstverleners en instellingen die diensten verlenen op het gebied van cultuur, sport enzovoort, al dan niet op commerciële basis. Identificerende gegevens kunnen van een derde worden gevorderd indien er aanwijzingen zijn dat deze derde gegevens kan hebben over een persoon die van belang kunnen zijn in het opsporingsonderzoek. De vordering ex artt. 126nc/uc Sv mag dus niet ongericht jegens derden worden toegepast, maar er behoeft ook geen redelijk vermoeden te bestaan dat de gegevens aanwezig zullen zijn bij de derde. van identificerende gegevens omvat mede dat van de derde wordt gevorderd bekend te maken óf hij de beschikking heeft over gegevens ten aanzien van een persoon. Onder een administratief kenmerk is elk nummer of ander kenmerk begrepen waaronder de persoon bij de derde bekend is, zoals een klantnummer, polisnummer, bankrekeningnummer of lidmaatschapsnummer. Vordering verstrekking van andere dan identificerende gegevens (historische en toekomstige gegevens) (artt. 126 nd/ud en 126ne/ue Sv) Op grond van de artt. 126nd/ud Sv kan de officier van justitie van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot bepaalde opgeslagen of vastgelegde gegevens vorderen andere dan identificerende gegevens, met uitzondering van gevoelige gegevens, te verstrekken (historische gegevens). Op grond van de artt. 126ne/ue Sv kan de officier van justitie van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat deze toegang heeft tot bepaalde opgeslagen of vastgelegde gegevens en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, vorderen om andere dan identificerende gegevens die pas na het tijdstip van de vordering door de derde zullen worden ontvangen, te verstrekken (toekomstige gegevens). van andere dan identificerende gegevens is toegestaan in geval van een verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv, dan wel van een verdenking dat in georganiseerd verband ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd. Op grond van de artt. 126nd/ud lid 6 Sv kan de officier van justitie, met een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris, ook historische gegevens vorderen in het geval er sprake is van een verdenking van een ander strafbaar feit dan bedoeld in art. 67 lid 1 Sv. Met behulp van andere dan identificerende gegevens (historische en toekomstige gegevens) kan zicht worden verkregen op bepaalde gebeurtenissen en op het gedrag of het patroon van gedragingen van een persoon. Op basis van deze gegevens kan bijvoorbeeld het reisgedrag, de plaats en duur van verblijf en de betrokkenheid bij financiële transacties worden vastgesteld. Met andere dan identificerende gegevens worden bijvoorbeeld rekening- en betalingsgegevens en gegevens over diensten die zijn verleend, zoals de duur, de data, de plaats en Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 6

7 de aard van de dienstverlening bedoeld. Historische en toekomstige gegevens kunnen van een derde worden gevorderd indien op basis van feiten of omstandigheden redelijkerwijs kan worden vermoed dat degene tot wie de vordering wordt gericht de beschikking heeft of krijgt over de te vorderen gegevens. Dergelijke feiten of omstandigheden kunnen bijvoorbeeld blijken uit observaties of reeds verkregen identificerende gegevens. van toekomstige gegevens strekt tot het vorderen van vooraf bepaalde gegevens die op een later tijdstip toch al zouden worden verwerkt, zodat deze bevoegdheid slechts kan worden toegepast ten aanzien van de derde die gegevens verwerkt vanwege een bepaalde functie of beroepsuitoefening, zoals overheidsdiensten, verenigingen, professionele dienstverleners en instellingen die diensten verlenen op het gebied van cultuur, sport enzovoort, al dan niet op commerciële basis. Het vorderen van historische gegevens strekt daarentegen tot reeds opgeslagen en vastgelegde gegevens, zodat deze bevoegdheid kan worden toegepast jegens iedere derde, dus ook degene die gegevens verwerkt ten behoeve van persoonlijk gebruik. van andere dan identificerende gegevens omvat mede dat van de derde wordt gevorderd bekend te maken óf hij de beschikking heeft over gegevens ten aanzien van een persoon. In het geval toekomstige gegevens worden gevorderd, kan de situatie zich voordoen dat de officier van justitie in het belang van het onderzoek aan een derde verzoekt om de dienstverlening met een klant voort te zetten, zodat de derde de gegevens blijft ontvangen en desgevorderd ter beschikking van justitie kan stellen. De vordering toekomstige gegevens is in zo n geval reeds op schrift gesteld. De officier van justitie behoeft een dergelijk verzoek om de dienstverlening voort te zetten niet, afzonderlijk en expliciet, op schrift te stellen. Mocht het zo zijn dat -achteraf gezien- de voortgezette relatie tot gevolg heeft gehad dat de derde hierdoor mogelijk strafbare feiten heeft gepleegd, dan zal de derde er in zo n geval op mogen vertrouwen dat er geen sprake van kan zijn dat hij vervolgd wordt in verband met bijvoorbeeld medeplichtigheid aan het plegen van een strafbaar feit. De derde heeft immers voldaan aan een vordering van de officier van justitie. Indien de derde echter vooraf uitdrukkelijk om een schriftelijke vrijwaring verzoekt, dan kan deze door de officier van justitie worden gegeven indien er daadwerkelijk een kans bestaat dat de derde door aan de vordering te voldoen handelingen verricht die als een strafbaar feit zouden kunnen worden aangemerkt. Indien de officier van justitie in het kader van het vorderen van toekomstige gegevens aan de derde vraagt om actief medewerking te verlenen aan het uitvoeren van bepaalde handelingen die meer omvatten dan het voortzetten van de normale dienstverlening, dan zullen deze handelingen komen te vallen onder het bereik van de bevoegdheden burgerpseudokoop of -dienstverlening, en zal er in zo n geval een overeenkomst met de derde opgesteld moeten worden. De standaardovereenkomst die daarvoor dient te worden gebruikt, is als model in bijlage 4 bij deze aanwijzing opgenomen. Zie hieromtrent hoofdstuk 2.9 Burgerpseudokoop en -dienstverlening. Vordering verstrekking gevoelige gegevens (artt. 126 nf/uf Sv) Op grond van de artt. 126nf/uf Sv kan de officier van justitie, na een voorafgaande schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris, van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gevoelige gegevens vorderen om deze gegevens te verstrekken. Onder gevoelige gegevens worden gegevens verstaan als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens. Het gaat om gegevens over bijvoorbeeld iemands godsdienst, ras, politieke gezindheid, gezondheid of seksuele leven. van gevoelige gegevens omvat mede dat van de derde wordt gevorderd bekend te maken óf hij de beschikking heeft over gegevens ten aanzien van een persoon. van gevoelige gegevens is toegestaan in geval van een verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv dat gezien zijn aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert, dan wel van een verdenking dat in georganiseerd verband ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd. De bevoegdheid mag daarnaast slechts worden toegepast indien het onderzoek dit dringend vordert zodat de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit in dit geval nog nadrukkelijker een rol van betekenis spelen. Het vorderen van gevoelige gegevens maakt vanwege de aard van de gegevens een indringende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van personen. Derhalve gelden voor de toepassing van deze bevoegdheid dezelfde voorwaarden als voor de bevoegdheid tot het opnemen van telecommunicatie (artt. 126m/t Sv). Bij de beoordeling van de vraag of een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert, dienen de feiten en omstandigheden van het geval meegewogen te worden. Dit betekent dat ook minder ernstige misdrijven een inbreuk op de rechtsorde kunnen opleveren doordat zij in samenhang met andere misdrijven worden gepleegd. Hierbij wordt gedoeld op misdrijven als handel in drugs, mensenhandel, witwassen of wapenhandel dan wel minder ernstige misdrijven die gepleegd zijn of beraamd worden in combinatie met andere misdrijven, zoals in geval van valsheid in geschrift in combinatie met omkoping van ambtenaren teneinde bijvoorbeeld overheidsvergunningen te verkrijgen. Gevoelige gegevens kunnen van een derde worden gevorderd indien er een redelijk vermoeden bestaat dat de derde over de te vorderen gegevens beschikt. Bij instellingen als bijvoorbeeld een vakvereniging of een vereniging van personen die een bepaalde medische aandoening hebben, is vooraf duidelijk dat het gaat om gevoelige gege- Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 7

8 vens. Dit ligt anders bij andere instellingen, zoals een bank. In dit laatste geval kan namelijk pas achteraf worden vastgesteld of tussen bepaalde gevraagde gegevens, gevoelige gegevens zitten. Indien dit laatste inderdaad het geval is, maakt dat de toepassing van de bevoegdheid achteraf gezien niet onrechtmatig en kunnen de betreffende gevoelige gegevens gewoon worden gebruikt in het opsporingsonderzoek. Vordering verstrekking gegevens bestemd voor of afkomstig van een aanbieder van telecommunicatie (artt. 126 ng/ug lid 1 Sv) Op grond van de artt. 126ng/ug lid 1 Sv kan de officier van justitie identificerende en andere dan identificerende gegevens (historische en toekomstige gegevens) vorderen van de aanbieder van een telecommunicatienetwerk of -dienst, voor zover de te vorderen gegevens niet gevorderd kunnen worden op grond van de bevoegdheden tot het vorderen van gebruikersgegevens (artt. 126na/ua Sv) en verkeersgegevens (artt. 126n/u Sv). Een vordering op grond van de artt. 126ng/ug lid 1 Sv kan slechts betrekking hebben op gegevens die zijn opgeslagen in het geautomatiseerde werk (systeem) van de telecommunicatieaanbieder en bestemd of afkomstig zijn van de aanbieder, zoals de Personal User Code (PUC), mastverkeers-gegevens of gegevens betreffende de betaling van telefoonrekeningen. Zie hoofdstuk Vorderen gegevens telecommunicatie ten aanzien van de betekenis van de begrippen verkeers- en gebruikersgegevens. Op grond van de bevoegdheden tot het vorderen van gebruikersgegevens (artt. 126na/ua Sv) en verkeersgegevens (artt. 126n/u Sv) kunnen in beginsel geen mastverkeersgegevens worden opgevraagd van een telecommunicatieaanbieder. Deze bevoegdheden kunnen immers slechts worden toegepast ten opzichte van een gebruiker van telecommunicatie, terwijl mastverkeersgegevens informatie betreft over al het telecommunicatieverkeer, derhalve van een groep van personen, dat gedurende een bepaalde periode via een bepaalde basisstation (ook wel zendmast genaamd) heeft plaatsgevonden. Aangezien de bevoegdheden tot het opvragen van andere dan identificerende gegevens (historische en toekomstige gegevens) wel kunnen worden toegepast ten aanzien van een groep van personen kunnen mastverkeersgegevens op grond van de artt. 126ng/ug lid 1 jo artt. 126nd/ud en 126ne/ue Sv worden opgevraagd. In de vordering zullen de te vorderen mastverkeersgegevens zoveel mogelijk moeten worden beperkt in tijd, plaats en naar soort gegevens. Vordering verstrekking gegevens van een aanbieder van telecommunicatie (artt. 126ng/ug lid 2 Sv) Op grond van de artt. 126 ng/ug lid 2 Sv kan de officier van justitie, na een voorafgaande schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris, van een aanbieder van een telecommunicatienetwerk of -dienst vorderen om gegevens die zijn opgeslagen in het geautomatiseerde werk van de aanbieder, voor zover deze gegevens klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn, op hem betrekking hebben, tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend of klaarblijkelijk met betrekking tot die gegevens het strafbare feit is gepleegd, te verstrekken. De officier van justitie kan op grond van de artt. 126ng/ug lid 2 Sv van een telecommunicatieaanbieder vorderen om gegevens te verstrekken betreffende de inhoud van berichten en voic berichten, die zijn opgeslagen in het geautomatiseerde werk van de telecommunicatieaanbieder. Het gaat hier dus om historische gegevens. Ten aanzien van berichten of voic berichten die in een toekomstige periode bekeken moeten worden, is het aanwenden van de bevoegdheid tot het opnemen van telecommunicatie ex artt. 126m/t Sv de meest voor de hand liggende opsporingsmethode. van gegevens die zijn opgeslagen in het geautomatiseerde werk van een telecommunicatieaanbieder kan worden toegepast in geval van een verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv dat gezien zijn aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert, dan wel in geval van een verdenking dat in georganiseerd verband ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd. Aan de gegevens betreffende de inhoud van een bericht en voic bericht wordt dezelfde bescherming geboden als aan een brief die is toevertrouwd aan de instelling van vervoer (zie hieromtrent de artt. 100, 101 lid 2 en 114 lid 2 Sv) PROCEDURE Algemeen Bij dit hoofdstuk zijn de modellen gevoegd (zie paragraaf 6.14) die gebruikt dienen te worden om gegevens te vorderen. De modellen kunnen worden gebruikt voor vorderingen die bestemd zijn voor financiële dienstverleners en andere personen, bedrijven of instellingen. Daarnaast zijn er aparte modellen voor vorderingen die op grond van de artt. 126ng/ug Sv worden gericht aan telecommunicatieaanbieders. Ondanks dat de Wet bevoegdheden vorderen gegevens (artt. 126nc/uc- 126nh/uh Sv) in de plaats is gekomen van de Wet vorderen gegevens financiële sector (Stb. 2004, 109) blijft hetgeen in de wetsgeschiedenis van de Wet vorderen gegevens financiële sector aan de orde is gekomen geheel van toepassing op de vorderingen die op grond van de artt. 126nc/uc- 126nf/uf Sv worden gericht aan de financiële dienstverleners. Ten aanzien van de vorderingen die gericht worden aan financiële dienstverleners blijven dan ook de afspraken gelden die mede op basis van de Wet vorderen gegevens financiële sector zijn gemaakt tussen justitie en de financiële dienstverleners omtrent de ingevolge die wet uit te voeren gegevensverstrekkingen en de in verband daarmee te vergoeden kosten. In het geval gegevens worden gevorderd bij financiële dienstverleners zal er, voordat de vordering gegevensverstrekking wordt gedaan, overleg plaats moeten vinden tussen de opsporingsambtenaar en de voor de Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 8

9 betrokken financiële dienstverlener opgegeven contactpersoon. In dit overleg zullen afspraken gemaakt moeten worden over de wijze waarop aan de vordering zal worden voldaan en de plaats waar en de termijn waarbinnen de gegevens verstrekt kunnen worden. Onder financiële dienstverleners worden instellingen verstaan die vallen onder het toezicht dat geregeld is in de financiële toezichtswetten (Wet toezicht kredietwezen 1992, Wet toezicht beleggingsinstellingen, Wet toezicht effectenverkeer 1995, Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, Wet inzake de geldtransactiekantoren, Pensioen- en Spaarfondsenwet en de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf). Voorbeelden hiervan zijn kredietinstellingen, effecteninstellingen, beleggingsinstellingen, wisselkantoren, verzekeringsbedrijven (waaronder assurantietussenpersonen), pensioenbedrijven en Holland Casino. Een vordering verstrekking gegevens dient zoveel mogelijk geconcretiseerd te zijn ten aanzien van de persoon met betrekking tot wie gegevens worden opgevraagd, alsook ten aanzien van de te vorderen gegevens. Van een verkrijging van identificerende gegevens dient een proces-verbaal opgemaakt te worden door de opsporingsambtenaar. De officier van justitie doet van een verstrekking van toekomstige en historische gegevens, gevoelige gegevens en gegevens van een aanbieder van telecommunicatie proces-verbaal opmaken door een opsporingsambtenaar. Indien duidelijk is in welk onderzoek en naar welk strafbaar feit de bevoegdheid is toegepast, kan de verkrijging van gegevens op grond van verschillende individuele vorderingen ook in één procesverbaal worden verantwoord. Vordering verstrekking identificerende gegevens (artt. 126nc/uc Sv) Identificerende gegevens kunnen op vordering van de opsporingsambtenaar worden verkregen van iedere derde (persoon, instelling of bedrijf) die daarvoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt. Per politieregio zullen er door de Korpschef of het Hoofd van de bijzondere opsporingsdienst opsporingsambtenaren worden aangewezen die geautoriseerd zullen zijn om identificerende gegevens te vorderen. Hierbij dient in het bijzonder gedacht te worden aan de opsporingsambtenaren die werkzaam zijn bij een (regionale) infodesk of een vergelijkbare dienst belast met de informatieverwerking. De vordering van een opsporingsambtenaar is schriftelijk en vermeldt de naam of een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de (rechts)persoon over wie de gegevens gevorderd worden, een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de gegevens die worden gevorderd en de termijn waarbinnen en de wijze waarop de gegevens dienen te worden verstrekt en het wetsartikel op grond waarvan de vordering wordt gedaan. Bij dringende noodzaak kan de vordering mondeling worden gegeven. De opsporingsambtenaar zal dan achteraf de vordering op schrift moeten stellen en de schriftelijke vordering binnen drie dagen aan degene tot wie de mondelinge vordering was gericht, dienen te verstrekken. Vordering verstrekking van andere dan identificerende gegevens (historische en toekomstige gegevens) (artt. 126 nd/ud en 126ne/ue Sv) Historische gegevens kunnen op vordering van de officier van justitie worden verkregen van iedere derde (persoon, instelling of bedrijf) van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot bepaalde opgeslagen of vastgelegde gegevens. Toekomstige gegevens kunnen op vordering van de officier van justitie worden verkregen van iedere derde (persoon, instelling of bedrijf) die daarvoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt. De vordering van de officier van justitie is schriftelijk en vermeldt de naam of een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de (rechts)persoon over wie de gegevens gevorderd worden, een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de gegevens die worden gevorderd en de termijn waarbinnen en de wijze waarop de gegevens dienen te worden verstrekt en het wetsartikel op grond waarvan de vordering wordt gedaan. Indien de vordering geen betrekking heeft op een bepaalde persoon, dan zullen de te vorderen gegevens zoveel mogelijk in de vordering moeten worden beperkt in tijd, plaats of groep van personen. Een vordering van de officier van justitie ter verkrijging van toekomstige gegevens strekt zich uit over een periode van maximaal vier weken en kan telkens worden verlengd met maximaal vier weken. De officier van justitie verstrekt de schriftelijke vordering aan een opsporingsambtenaar die deze vordering doorgeleid naar de derde van wie de gegevens gevorderd worden. Daarnaast kan de officier van justitie de schriftelijke vordering ook rechtstreeks ter beschikking stellen aan de derde. Bij dringende noodzaak kan de vordering mondeling door de officier van justitie worden gegeven. De officier van justitie zal dan achteraf de vordering op schrift moeten stellen en de schriftelijke vordering binnen drie dagen aan degene tot wie de mondelinge vordering was gericht, dienen te verstrekken. Indien de bevoegdheid tot het vorderen van historische gegevens wordt toegepast in geval er sprake is van een verdenking van een ander strafbaar feit dan bedoeld in artt. 126 nd/ud lid 1 Sv, dan zal de officier van justitie op grond van de artt. 126 nd/ud lid 6 Sv een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris moeten vorderen. Na een verkregen machtiging van de rechter-commissaris kan de officier van justitie een vordering doen zoals hiervoor omschreven. Indien het onderzoek dit dringend vordert kan de officier van justitie, na een voorafgaande schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris, op grond van de artt. 126ne/ue lid 3 Sv Uit: Staatscourant 28 december 2005, nr. 252 / pag. 56 9

OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU

OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU VRIJWILLIG VRAGEN? Schending van grondrechten die een meer dan geringe inbreuk op de rechten van personen vormen,

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 32 194 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten ter verbetering van de toepassing van de maatregel ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

Nadere informatie

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nadere informatie

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 171 Wet van 31 maart 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten ter verbetering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 087 Wijziging van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten en de Wet op de beroepen in de individuele

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 580 Wet van 20 november 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten ter verruiming

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I wordt als volgt gewijzigd: 34 720 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden

Nadere informatie

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nadere informatie

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met ontoegankelijkmaking van gegevens op het internet, strafbaarstelling van het wederrechtelijk overnemen van gegevens

Nadere informatie

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen. 34 372 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit

Nadere informatie

van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State). 1 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten in verband met de regeling van bevoegdheden tot het vorderen van gegevens (bevoegdheden vorderen gegevens) MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Zakboekenpolitie.com

Zakboekenpolitie.com Zakboekenpolitie.com Vorderen gegevens en doorzoeking ter vastlegging van gegevens Gebaseerd op paragraaf 9.18 en 10.1 van het zakboek Strafvordering voor de Hulpofficier van justitie www.wolterskluwer.nl/politie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 300 Wet van 1 juni 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met nieuwe

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 322 Wet van 27 juni 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 372 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 087 Wijziging van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten en de Wet op de beroepen in de individuele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 671 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Telecommunicatiewet in verband met nieuwe ontwikkelingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 553 Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de verbetering van de mogelijkheden van de inlichtingen-

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Telecommunicatiewet en het Wetboek van Strafvordering in verband met de bewaring van gegevens die zijn verwerkt in verband met het aanbieden van openbare telecommunicatiediensten en openbare

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 537 Wijziging van de Telecommunicatiewet en het Wetboek van Strafvordering in verband met de bewaring van gegevens die zijn verwerkt in verband

Nadere informatie

Een analyse van strafrechtelijke risico s bij het uitbrengen een transparency report

Een analyse van strafrechtelijke risico s bij het uitbrengen een transparency report Een analyse van strafrechtelijke risico s bij het uitbrengen een transparency report Van : Aan : Door : De Roos & Pen B.V. Stichting Bits of Freedom (t.a.v. Rejo Zenger) Niels van der Laan en Brendan Newitt

Nadere informatie

Vrijwillige verstrekking aan politie en justitie van persoonsgegevens door telecommunicatieaanbieders

Vrijwillige verstrekking aan politie en justitie van persoonsgegevens door telecommunicatieaanbieders Dit informatieblad is bestemd voor de verantwoordelijke, dat is degene die voor eigen doeleinden persoonsgegevens van anderen gebruikt. DIT INFORMATIEBLAD GAAT IN OP DE VOL- GENDE VRAGEN: Voor wie is dit

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 298 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de verbetering van de aanpak van fraude met identiteitsbewijzen en wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Beginselenwet

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r

R e g i s t r a t i e k a m e r R e g i s t r a t i e k a m e r..'s-gravenhage, 15 oktober 1998.. Onderwerp gegevensverstrekking door internet providers aan politie Op 28 augustus 1998 heeft er bij de Registratiekamer een bijeenkomst

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen erover dat de officier van justitie te Utrecht hun betalingsgegevens over de periode 1 januari 2005 tot en met 31 januari 2006 bij hun bank heeft opgevraagd, terwijl

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 2 Wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de uitbreiding van het gebruik van biometrische kenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 976 Wijziging van onder meer het Wetboek van Strafvordering BES in verband met aanpassing van de regeling van de bijzondere opsporingsbevoegdheden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 125 Wet van 12 maart 2014 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de verbetering van de aanpak

Nadere informatie

6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen

6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen 6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3240 24 februari 2011 Aanwijzing opsporingsbevoegdheden Categorie: opsporing Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. art.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

DISCUSSIESTUK. Bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) (Boek 2)

DISCUSSIESTUK. Bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) (Boek 2) DISCUSSIESTUK Bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) (Boek 2) In 2012 is het programma Versterking prestaties in de strafrechtketen (VPS) van start gegaan. Onderdeel daarvan is de modernisering van het

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ; -` Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ; Gelet

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/009 2 Klacht Verzoekster

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Convenant voor gegevensuitwisseling tussen Politie en beveiligingsorganisaties en organisatoren van evenementen

Convenant voor gegevensuitwisseling tussen Politie en beveiligingsorganisaties en organisatoren van evenementen Convenant voor gegevensuitwisseling tussen Politie en beveiligingsorganisaties en organisatoren van evenementen Partijen: A. De politie, het district., hierna te noemen "politie"; B..., hierna te noemen

Nadere informatie

Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden

Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden (Tekst geldend op: 28-09-2005) Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek: Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke aders Milieu Specifiek: Tijdsduur: De tijdsduur is verlengd van 70 naar 80 minuten. Cesuur:

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van datum -, houdende wijziging van het Besluit beveiliging gegevens aftappen telecommunicatie in verband met het bewaren van telecommunicatiegegevens Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 059 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en andere wetten in verband met de aanpassing van de bevoegdheden tot het vorderen van gegevens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 27 Landsverordening uitzonderingstoestand 1 1 Afkondiging en opheffing van een uitzonderingstoestand Artikel 1 1. Ingeval buitengewone omstandigheden

Nadere informatie

Aan: De Nationale Assemblée DE NATIONALE ASSEMBLEE

Aan: De Nationale Assemblée DE NATIONALE ASSEMBLEE Initiatiefvoorstel krachtens artikel 78 van de Grondwet van de Republiek Suriname, (S.B. 1987, zoals gewijzigd bij S.B. 1992 no. 38), ingediend door K. Mathoera, lid van De Nationale Assemblée, houdende

Nadere informatie

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur ennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur Wettelijke aders Milieu Specifiek Gesloten vragen Geen 70 minuten 55% + gokkans Deze toetstermen worden zo mogelijk specifiek bevraagd Onderwerp Artikel/begrip

Nadere informatie

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b Verruiming fouilleerbevoegdheden, versie 6 april 2011 internetconsultatie: de relevante bepalingen van de huidige Gemeentewet en Wet wapens en munitie en van de toekomstige Politiewet 201x, met daarin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 366 Gegevensvergaring in strafvordering Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BX8079

ECLI:NL:HR:2012:BX8079 ECLI:NL:HR:2012:BX8079 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-11-2012 Datum publicatie 14-11-2012 Zaaknummer 11/02722 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BX8079

Nadere informatie

Handleiding controle FIOD. 12 tips voor bezoek FIOD (bij u als dienstverlener). Wat te doen (en waarom)?

Handleiding controle FIOD. 12 tips voor bezoek FIOD (bij u als dienstverlener). Wat te doen (en waarom)? Handleiding controle FIOD 12 tips voor bezoek FIOD (bij u als dienstverlener). Wat te doen (en waarom)? 1 Inleiding Een bezoek van de FIOD kan mogelijk verstrekkende gevolgen hebben voor uw klant. Maar

Nadere informatie

Privacyreglement/ Geheimhouding

Privacyreglement/ Geheimhouding / Geheimhouding Autoschadetraining.nl B.V. en Ecarr Inleiding Autoschadetraining.nl B.V. hecht veel waarde aan zorgvuldigheid met betrekking tot klantgegevens, klanten moeten ervan op aan kunnen dat gevoelige,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten

Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten JU Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten Categorie: Opsporing Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391 Rapport Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de hoofdofficier van justitie te Groningen hem in een brief van 1 februari 2006 onvolledig heeft geantwoord

Nadere informatie

Instructie vernietiging geïntercepteerde gesprekken met geheimhouders

Instructie vernietiging geïntercepteerde gesprekken met geheimhouders Instructie vernietiging geïntercepteerde gesprekken met geheimhouders Categorie : strafvordering Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat: Hoofden van de parketten Registratienummer: 2002I003

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing vorderen gegevens derdengeldenrekening notaris

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing vorderen gegevens derdengeldenrekening notaris STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5111 28 februari 2013 Aanwijzing vorderen gegevens derdengeldenrekening notaris Categorie: Opsporing Rechtskarakter: Aanwijzing

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 313 Wet van 1 juli 1999, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met onder meer de bestrijding van seksueel misbruik en seksuele

Nadere informatie

Privacyreglement van Stichting 070Watt;

Privacyreglement van Stichting 070Watt; Privacyreglement van Stichting 070Watt; Stichting 070Watt treft hierbij een schriftelijke regeling conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van cliëntgegevens. Vastgelegd zijn hiermee

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Voorstel van wet tot regeling van zoekmiddelen bij urgente persoonsvermissingen (wet zoekmiddelen urgente persoonsvermissingen) Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

Privacy reglement / Geheimhouding

Privacy reglement / Geheimhouding Privacy reglement / Geheimhouding Frans Hoevenaars / Thea van Zevenbergen Dit document is het privacy reglement van Anchore 2 B.V. Het is een onderdeel van het kwaliteitshandboek.. Anchore 2, Kijk vooruit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 351 Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en de Wet politieregisters en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek walificatiedossier: Domein II Milieu Toetsvorm: 50 Gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Milieu Specifiek Toetsduur: 80 minuten Cesuur: 67% (55% met correctie voor de gokkans) Deze toetstermen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing 3.2 De bevoegdheid van de officier van justitie tot het geven van een gedragsaanwijzing 3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing Zoals in het voorgaande aan de orde kwam, kunnen bepaalde tot ernstige

Nadere informatie

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening)

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening) 6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening) Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. dienstverlener:

Nadere informatie

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat. Kennisonderdeel Wettelijke Kaders Milieu Generiek oetsvorm Gesloten vragen Hulpmiddelen Geen Duur 70 minuten (1 uur en 10 minuten) Cesuur 67% Onderwerp Artikel/begrip oetsterm 1.1 Strafrecht algemeen WvSr

Nadere informatie

Datum 2 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat het nieuwe tapbeleid van Justitie een aanval is op onze grondrechten

Datum 2 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat het nieuwe tapbeleid van Justitie een aanval is op onze grondrechten 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Privacyreglement. WerkPro privacyreglement pagina: 1 van 5 Versiedatum: Eigenaar: Bedrijfsjurist

Privacyreglement. WerkPro privacyreglement pagina: 1 van 5 Versiedatum: Eigenaar: Bedrijfsjurist Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een herkenbaar persoon; verwerking van persoonsgegevens:

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met rechtsontwikkelingen, internationale verplichtingen en geconstateerde wetstechnische

Nadere informatie

De Minister van Justitie

De Minister van Justitie POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM 18

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 545 Wet van 17 november 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van regeling van de voorwaardelijke veroordeling

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen Privacyreglement Inleiding en doel Iedereen heeft recht op de bescherming van zijn of haar persoonlijke gegevens. Dit privacyreglement is opgesteld op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en beschrijft

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2012 No. 25 LANDSVERORDENING van de 30 e augustus 2012 houdende wijziging van het Wetboek van Strafvordering (Bijzondere opsporingsbevoegdheden en andere spoedeisende

Nadere informatie

a) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

a) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Privacyreglement QPPS LIFETIMEDEVELOPMENT QPPS LIFETIMEDEVELOPMENT treft hierbij een schriftelijke regeling conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van cliëntgegevens. Vastgelegd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% walificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Privacyreglement. Stichting Rapucation Postbus NL Amsterdam

Privacyreglement. Stichting Rapucation Postbus NL Amsterdam Stichting Rapucation Postbus 15989 1001 NL Amsterdam www.rapucation.eu info@rapucation.eu 088-3777700 Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming

Nadere informatie