Ziekteverzuimanalyse van O2A5 Kalenderjaar 2011: van januari 2011 tot december 2011

Transcriptie

1 Ziekteverzuimanalyse van O2A5 Kalenderjaar 2011: van januari 2011 tot december 2011 Inleiding Voor u ligt de ziekteverzuimanalyse opgemaakt over het kalenderjaar In deze analyse wordt gekeken naar de ziekteverzuimkengetallen op stichtingsniveau, waarbij onderscheid wordt gemaakt in onderwijzend en ondersteunend personeel. Tevens treft u een analyse van het verzuim in de verschillende leeftijdscategorieën. Uit de voorliggende ziekteverzuimanalyse blijkt dat het ziekteverzuimpercentage van 2011 is gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Op het eerste oog lijkt dit een ongunstige ontwikkeling op stichtingsniveau, maar uit de ziekteverzuimanalyse blijkt dat dit te wijten is aan een klein aantal scholen met specifieke problematiek. Er is op dit moment geen aanleiding om het ingezette ziekteverzuimbeleid te wijzigen. Voor de scholen, die zijn geconfronteerd met een sterke stijging van het ziekteverzuim zijn duidelijk aanwijsbare redenen. Wij verwijzen naar de analyse. Ziekteverzuimcijfers van OSG De ziekteverzuimanalyse is gebaseerd op de verzuimkengetallen die door OSG worden vastgesteld. Deze zijn beschikbaar in OSG Info-Net. Ziekteverzuimcijfers ten opzichte van de landelijke ziekteverzuimcijfers De landelijke ziekteverzuimcijfers van 2011 zijn niet beschikbaar. Deze worden gepubliceerd in het eindrapport Verzuim en vervanging in het Primair Onderwijs De verwachting is dat het eindrapport begin 2012 wordt afgerond. Om die reden is het op dit moment niet mogelijk om de ziekteverzuimcijfers van O2A5 te vergelijken met de landelijke ziekteverzuimcijfers van Ziekteverzuimgegevens O2A5 Om een volledig beeld te kunnen vormen van de ziekteverzuimgegevens van O2A5 is er gebruik gemaakt van de ziekteverzuimkengetallen, die via OSG beschikbaar zijn. Er is gekeken naar de ziekteverzuimkengetallen van het kalenderjaar 2009, 2010 en Bij het analyseren van de ziekteverzuimkengetallen is gekeken naar de volgende punten: De hoogte van het ziekteverzuimpercentage; De gemiddelde meldingsfrequentie; De gemiddelde verzuimduur; Het ziekteverzuim in de verschillende leeftijdscategorieën; De landelijke norm van ziekteverzuimkengetallen in relatie tot de verzuimkengetallen op stichtingsniveau van O2A5 (volgt in op een later tijdstip). Ziekteverzuimgegevens op Stichtingsniveau. Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

2 De ziekteverzuimgegeven in het onderstaande schema zijn gebaseerd op het geheel, dus schooldirecteuren, onderwijzend personeel en onderwijs ondersteunend personeel. O2A5 stichtingsniveau Ziekteverzuimpercentage 8,37% 6,56% 8,52% Meldingsfrequentie * 1,33 1,26 1,26 Gemiddelde verzuimduur ** 22,31 19,10 24,59 * meldingsfrequentie: het aantal begonnen ziektegevallen gedeeld door het aantal personeelsleden, ofwel het gemiddeld aantal ziekmeldingen per formatieplaats ** gemiddelde verzuimduur: het aantal ziektedagen in de getoonde periode gedeeld door het aantal ziektemeldingen in de periode, ofwel de gemiddelde lengte van het verzuim in dagen. Ziekteverzuimpercentage: In het kalenderjaar 2009 is de stijgende lijn van het ziekteverzuim in het voorafgaande kalenderjaar, omgezet in een daling. Deze dalende lijn is in 2010 verder voortgezet. In het kalenderjaar 2011 is sprake van een stijgende lijn van het ziekteverzuim. Meldingsfrequentie: In het kalenderjaar 2009 was er sprake van een lichte daling van het ziekteverzuim, maar was er tevens sprake van een verhoging van de meldingsfrequentie. Hieruit werd geconcludeerd dat er sprake was van een toename van het kortdurend verzuim ondanks het feit dat het ziekteverzuimpercentage was gedaald. Concreet betekent dit dat de medewerkers zich vaker hebben ziek gemeld, maar dat er sprake was van kortdurend ziekteverzuim. De ontwikkelingen in het kalenderjaar 2010 waren gunstig. Toen was er sprake van een verlaging van het ziekteverzuimpercentage en een verlaging van de meldingsfrequentie. In het kalenderjaar 2011 is de meldingsfrequentie gelijk gebleven aan de meldingsfrequentie van het kalenderjaar Dit is een gunstige ontwikkeling, omdat hieruit blijkt dat er geen sprake is een stijging van het aantal ziekmeldingen. Gemiddelde verzuimduur: In het kalenderjaar 2009 was er sprake van een lichte verlaging van de gemiddelde ziekteverzuimduur (ten opzichte van het daaraan voorafgaande kalenderjaar) en in het kalenderjaar 2010 is deze daling verder voortgezet. In het kalenderjaar 2011 is een stijging te zien van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het langdurig ziekteverzuim in het kalenderjaar 2011 is toegenomen. Ziekteverzuimpercentage O2A5 naar leeftijdscategorie: Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

3 In het onderstaande overzicht wordt een overzicht gegeven van het ziekteverzuimpercentage van kalenderjaren 2009, 2010 en 2011 naar leeftijdscategorie. Leeftijdscategorie ,04% 2,75% 0,62% ,39% 3,14% 4,82% ,32% 8,49% 6,57% ,79% 7,30% 11,46% ,20% 8,33% 11,17% ,67% 10,17% 10,36% Zoals bekend, is er in 2009 een einde gekomen aan de stijgende lijn van het ziekteverzuimpercentage van O2A5. Vervolgens is er een lichte daling ingezet. Deze daling is in 2010 verder voortgezet. Uit de ziekteverzuimkengetallen blijkt dat er in 2011 een einde is gekomen aan deze ontwikkeling, omdat er sprake is van een stijging van het ziekteverzuimpercentage. Naar aanleiding van het ziekteverzuimpercentage naar de verschillende leeftijdscategorieën kan het volgende worden opgemerkt. In de leeftijdscategorie 0-24 was er in 2010 sprake van een stijging van het ziekteverzuimpercentage. In 2011 is aan deze ontwikkeling een einde gekomen, omdat 2011 een daling laat zien van het ziekteverzuimpercentage in deze leeftijdscategorie. In de leeftijdscategorie was er in 2010 sprake van een flinke verlaging van het ziekteverzuimpercentage. In 2011 is er echter sprake van een stijging. In de leeftijdscategorie was er in 2010 sprake van een flinke stijging van het ziekteverzuimpercentage. In 2011 is er sprake van een daling. In de leeftijdscategorie was er in 2010 sprake van een verlaging van het ziekteverzuimpercentage. In 2011 is er echter sprake van een stijging. In de leeftijdscategorie was er in 2010 sprake van een verlaging van het ziekteverzuimpercentage. In 2011 is er echter sprake van een stijging. In de leeftijdscategorie was er in 2010 sprake van stijging van het ziekteverzuimpercentage. In 2011 heeft deze stijging zich verder voortgezet. In de leeftijdscategorieën 25-34, en vindt dezelfde ontwikkeling plaats, namelijk een daling van het ziekteverzuimpercentage in 2010 en een stijging van het ziekteverzuimpercentage in Ziekteverzuimpercentage O2A5 naar functiecategorie: Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

4 Ziekteverzuimpercentage naar functiecategorie Directie 7,37 5,70 7,08 Ondersteunend personeel 5,28 6,05 6,50 Onderwijzend personeel 8,87 5,65 8,96 Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

5 Ziekteverzuimpercentage naar de verschillende scholen van O2A5 inclusief bestuursbureau Zoals bekend is het ziekteverzuimpercentage op stichtingsniveau gestegen. Om deze stijgende lijn helder in beeld te krijgen is het van belang te kijken naar de ziekteverzuimgegevens van de individuele scholen en het bestuursbureau. Ziekteverzuimpercentage per school + het bestuursbureau Ziekteverzuimpercentage per school De Kiezel en de Kei 3,36% 6,46% 3,59% De Lingewaard 6,76% 2,05% 1,06% De Ammers 19,85% 5,82% 4,32% Hendrik van Brederode 10,68% 5,64% 2,84% De Overstap 8,30% 12,94% 10,12% Giessen-Oudekerk 1,37% 7,82% 15,37% De Knotwilg 12,06% 8,72% 5,64% De Zandheuvel 7,39% 5,67% 5,81% De Wilgenhoek Cijfers onbekend Cijfers onbekend 9,68% Het Tweespan 5,43% 0,87% 11,23% De Springplank 10,19% 10,87% 6,41% Spiegelhof 14,20% 4,46% 14,81% Nieuw Lekkerland 6,40% 8,83% 7,01% Den Beemd 0,50% 0,36% 0,08% De Boomgaard 2,65% 4,72% 1,83% De Verrekijker 9,68% 12,69% 28,80% Klim-op 15,37% 30,32% 31,97% Prinses Wilhelmina 14,62% 2,85% 1,18% De Rietput 17,59% 1,70% 1,05% De Hobbitstee 6,55% 5,38% 8,20% De Buurtschool 2,09% 2,01% 2,33% Het Mozaïek 3,95% 3,01% 7,44% De Vuurvlinder 5,33% 3,14% 7,43% De Wiekslag Cijfers onbekend 9,49% 16,18% De Gaard Cijfers onbekend 7,02% 6,79% Bestuurskantoor 8,72% 5,33% 6,78% Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

6 Meldingsfrequentie per school + het bestuursbureau Meldingsfrequentie per school De Kiezel en de Kei 0,68 1,51 0,79 De Lingewaard 1,56 1,08 1,64 De Ammers 1,67 0,45 0,72 Hendrik van Brederode 1,56 2,50 1,36 De Overstap 1,08 1,28 0,56 Giessen-Oudekerk 0,75 1,13 1,40 De Knotwilg 1,67 1,12 0,70 De Zandheuvel 1,00 0,90 1,19 De Wilgenhoek Cijfers onbekend Cijfers onbekend 1,62 Het Tweespan 0,96 0,44 0,73 De Springplank 1,67 1,41 1,37 Spiegelhof 1,71 1,11 2,08 Nieuw Lekkerland 1,03 1,07 1,06 Den Beemd 0,33 0,29 0,29 De Boomgaard 0,40 0,51 0,75 De Verrekijker 1,56 2,08 1,65 Klim-op 2,41 2,57 1,15 Prinses Wilhelmina 1,34 1,58 0,65 De Rietput 1,43 2,35 1,18 De Hobbitstee 1,38 0,64 0,97 De Buurtschool 1,31 1,71 0,64 Het Mozaïek 0,89 0,56 0,48 De Vuurvlinder 1,55 1,48 1,98 De Wiekslag Cijfers onbekend 1,43 1,82 De Gaard Cijfers onbekend 1,20 1,15 Bestuurskantoor 1,63 0,89 1,58 Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

7 Gemiddelde ziekteverzuimduur per school + het bestuursbureau Gemiddelde verzuimduur per school De Kiezel en de Kei 15,97 15,57 13,76 De Lingewaard 14,97 6,88 2,36 De Ammers 39,75 31,17 22,00 Hendrik van Brederode 23,04 7,77 7,60 De Overstap 25,45 33,92 49,75 Giessen-Oudekerk 6,67 22,83 40,09 De Knotwilg 22,21 26,32 21,90 De Zandheuvel 23,13 22,92 15,98 De Wilgenhoek Cijfers onbekend Cijfers onbekend 20,88 Het Tweespan 17,35 4,83 56,33 De Springplank 21,36 25,30 14,25 Spiegelhof 25,90 13,57 25,95 Nieuw Lekkerland 19,49 28,71 19,76 Den Beemd 5,50 4,50 1,00 De Boomgaard 24,20 29,14 8,88 De Verrekijker 20,71 20,32 60,12 Klim-op 21,46 39,09 81,30 Prinses Wilhelmina 32,85 6,15 6,67 De Rietput 34,32 2,56 3,25 De Hobbitstee 17,27 30,64 29,40 De Buurtschool 5,83 4,29 13,25 Het Mozaïek 14,64 18,86 56,29 De Vuurvlinder 11,75 7,74 12,92 De Wiekslag Cijfers onbekend 9,49 16,18 De Gaard Cijfers onbekend 20,47 14,59 Bestuurskantoor 18,70 18,22 15,62 Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

8 Toelichting ziekteverzuimcijfers per school in vergelijking met de ziekteverzuimcijfers over het kalenderjaar Ziekteverzuimpercentage toelichting De Kiezel en de Kei De Lingewaard De Ammers Hendrik van Brederode De Overstap Giessen-Oudekerk De Knotwilg De Zandheuvel De Wilgenhoek Het Tweespan De Springplank Spiegelhof Nieuw Lekkerland Den Beemd In 2011 was er sprake van een daling of stijging van het ziekteverzuimpercentage. Daling van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie en een daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Daling van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie, daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Daling van het ziekteverzuimpercentage, lichte stijging van de meldingsfrequentie, daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Daling van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie en een lichte daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Daling van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie en stijging van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Stijging van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie Daling van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie en een daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Lichte stijging van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie en een daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. De cijfers van 2009 en 2010 zijn niet beschikbaar. Om die reden is het onbekend of er sprake is van een stijging of een daling van het ziekteverzuim. Stijging van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie Daling van het ziekteverzuimpercentage, lichte daling van de meldingsfrequentie en een daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Stijging van het ziekteverzuimpercentage, lichte stijging van de meldingsfrequentie Daling van het ziekteverzuimpercentage, lichte daling van de meldingsfrequentie en een daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Daling van het ziekteverzuimpercentage, de meldingsfrequentie is ongewijzigd en er is een flinke daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

9 De Boomgaard De Verrekijker De Klim-op Prinses Wilhelmina De Rietput De Hobbitstee De Buurtschool Het Mozaïek De Vuurvlinder De Wiekslag De Gaard Bestuurskantoor Daling van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie en een daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Stijging van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie Stijging van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie Daling van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie en een lichte stijging van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Daling van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie Stijging van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie en een lichte daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Stijging van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie Stijging van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie Stijging van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie Stijging van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie Daling van het ziekteverzuimpercentage, daling van de meldingsfrequentie en een daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Stijging van het ziekteverzuimpercentage, stijging van de meldingsfrequentie en een daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur. Conclusie ziekteverzuimpercentage O2A5 Het ziekteverzuimpercentage van O2A5 op stichtingsniveau van 2011 is ten opzichte van 2010 gestegen met 1,96 procentpunt. De meldingsfrequentie is gelijk gebleven en de gemiddelde verzuimduur is gestegen. Opmerkelijk is dat de meldingsfrequentie gelijk is gebleven aan 2010, terwijl het ziekteverzuimpercentage is gestegen. Concreet betekent dit dat de stijging van het ziekteverzuimpercentage wordt veroorzaakt door het sterk toegenomen langdurig ziekteverzuim. Binnen O2A5 zijn er een aantal scholen die specifiek opvallen als het gaat om sterke stijging van het ziekteverzuimpercentage en sterke toename van de gemiddelde ziekteverzuimduur ten gevolge van psychische klachten (al dan niet werkgerelateerd). Het betreft hier met name De Verrekijker en De Wiekslag. Deze problematiek is binnen O2A5 bekend en hierop wordt reeds actie ondernomen. Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

10 Ook de stijging van het ziekteverzuimpercentage van de scholen Giessen-Oudekerk en Spiegelhof zijn opvallend. Bij beide scholen is er sprake van een stijging van het ziekteverzuim ten gevolge van psychische klachten (al dan niet werkgerelateerd). Ook deze problematiek is binnen O2A5 bekend en ook hierop wordt actie ondernomen. Wat verder opvalt is het hoge ziekteverzuimpercentage van obs Klim-Op. Dit is te verklaren aan de hand van twee langdurig ziekteverzuimcasussen, waarvan bij één casus sprake is van een combinatie van psychische en fysieke klachten. In de andere ziekteverzuimcasus is sprake van uitsluitend fysieke klachten. De flinke stijging van het ziekteverzuimpercentage is te herleiden naar de huidige problematiek van de bovengenoemde scholen. Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het ingezette ziekteverzuimbeleid niet hoeft te worden gewijzigd. Gezien de aard van de problematiek op de bovengenoemde scholen dient het de aanbeveling om volop in te zetten op de gesprekkencyclus en aanbieden van ondersteuning (begeleiding, coaching, e.d.) indien daar aanleiding en/of behoefte aan is. Doel hiervan is om bovengenoemde problematiek in de toekomst te voorkomen. Voor wat betreft het ziekteverzuim in de verschillende leeftijdscategorieën kan worden geconcludeerd dat het ziekteverzuim in de leeftijdscategorieën 45-54, en zorgelijk is. In het jaar 2011 heeft O2A5 deelgenomen aan het Project PO-Actief van het Vervangingsfonds. Dit project was gericht op preventief ziekteverzuim voor medewerkers vanaf 45 jaar. Helaas heeft de deelname aan dit project niet geleid tot het beoogde resultaat. De Arbo Unie geeft zelfs in de Managementletter aan dat dit project er aan zou hebben kunnen bijgedragen dat medewerkers van 45 jaar en ouder meer disbalans zijn gaan ervaren. Het dient de aanbeveling om in overleg met de Arbo Unie de mogelijkheden te onderzoeken voor andere preventieve verzuiminstrumenten. Tevens dient het de aanbeveling dat deze preventieve ziekteverzuiminstrumenten beschikbaar komen voor alle medewerkers. Analyse Arbo Unie In deze ziekteverzuimanalyse is gekeken naar de concept verzuimanalyse van de Arbo Unie, De managementletter. Hieruit blijkt dat de bedrijfsarts en de verzuimconsulent de indruk hebben dat er door O2A5 hard wordt gewerkt om het ziekteverzuim binnen de norm te houden. Zij geven aan dat de stijgende leeftijd van de medewerkers en de toegenomen druk meer ziekteverzuim tot gevolg hebben. De werkdruk en de kwaliteitseisen nemen namelijk toe ten gevolge van de kleiner wordende scholen en de invoering van passend onderwijs. Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

11 Status implementatie Ziekteverzuimbeleidsplan Het ziekteverzuimbeleidsplan is opgesteld naar aanleiding van de stijging van het ziekteverzuim bij O2A5 over het jaar Doel is de trend van 2008 te doorbreken. De strekking van de notitie is samen te vatten in bewustwording. Om dit te bereiken zijn een aantal subdoelstellingen geformuleerd. 1. Streven naar de landelijke norm van het ziekteverzuimpercentage Doel: op korte termijn streven naar een verlaging van het ziekteverzuimpercentage van 1% en op lange termijn streven naar een ziekteverzuimpercentage conform de landelijke norm. Realisatie: Ten opzichte van de ziekteverzuimcijfers van 2008 is in 2009 een verlaging gerealiseerd. Deze verlaging is in 2010 verder doorgezet. In 2011 is er sprake van een stijging van het ziekteverzuimpercentage van 1,96 procentpunt op stichtingsniveau. Verwachting: Op grond van de voorlopige ziekteverzuimcijfers van het Vervangingsfonds is de verwachting dat het ziekteverzuimpercentage van O2A5 hoger zal liggen dan het landelijke gemiddelde. Als het eindrapport verzuim en vervanging in het Primair Onderwijs 2011 is afgerond, kan een analyse plaatsvinden van de ziekteverzuimcijfers van O2A5 ten opzichte van de landelijke ziekteverzuimgegevens. 2. Streven naar een verlaging van het kort frequent ziekteverzuim Doel A: verlaging van het frequent ziekteverzuim door het inzichtelijk maken van de individuele ziektegevallen. Hiertoe ontvangen de schooldirecteuren vanaf het schooljaar 2009/2010 per kwartaal de ziekteverzuimgegevens. Realisatie: in 2011 zijn er in twee kwartalen ziekteverzuimgegevens toegezonden aan de schooldirecteuren. Formeel is in het ziekteverzuimbeleidsplan opgenomen dat van de schooldirecteuren wordt verwacht dat zij, vanaf het schooljaar 2010/2011, zelf de gegevens ophalen uit InfoNet van OSG. Advies: Het bestuursbureau zal ieder kwartaal de kwartaalcijfers toe sturen aan de schooldirecteuren. Doel B: Realisatie: Advies: bespreken van frequent ziekteverzuim door schooldirecteur met werknemer. vanuit het bestuursbureau is onvoldoende duidelijk of de schooldirecteuren gesprekken voeren met medewerkers in het kader van frequent ziekteverzuim. het onderwerp frequent ziekteverzuim als vast gesprekspunt opnemen in het overleg tussen regiodirecteur en schooldirecteur. Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

12 3. Verlaging van het beïnvloedbaar verzuim door o.a. te werken vanuit een gedragsmatige benadering. Doel: directeuren gaan medewerkers rechtstreeks aanspreken op verzuimgedrag en inventariseren of er (werkgerelateerde) oorzaken zijn voor het verzuim. Realisatie: schooldirecteuren hebben een start gemaakt met deze gesprekken en implementeren dit als vast punt in de functioneringsgesprekken. Focus zal hierbij meer liggen op de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden. Advies: het onderwerp beïnvloedbaar verzuim als vast gesprekspunt opnemen in het overleg tussen regiodirecteur en schooldirecteur. 4. Streven naar het voorkomen van beïnvloedbaar verzuim door het inzetten van preventief ziekteverzuimbeleid. Doel: schooldirecteuren signaleren vroegtijdig en bespreken de oorzaken van mogelijk (langdurig) ziekteverzuim en zetten passende maatregelen in om indien mogelijk langdurig ziekteverzuim te voorkomen. Realisatie: in overleg tussen regiodirecteuren en schooldirecteuren en op advies van de arbodienst kunnen preventieve ziekteverzuimmaatregelen worden ingezet. In het dienstverleningscontract met de arbodienst zijn uren gebudgetteerd voor het arbeidsomstandighedenspreekuur. Dit is een instrument voor preventief ziekteverzuim. Medewerkers kunnen op eigen initiatief (zonder dat er sprake is van ziekteverlof) een afspraak maken met de verzuimconsulente. Uit de realisatie van het dienstverlengingscontract 2011 blijkt dat het arbeidsomstandighedenspreekuur goed is benut. Project VF: Advies: In 2010 is O2A5 benaderd door het Vervangingsfonds om deel te nemen aan het project intensivering aanpak ziekteverzuim. Dit project bestaat uit drie deelprojecten. In 2011 heeft O2A5 deelgenomen aan het deelproject PO-Actief. Dit project was gericht op preventief ziekteverzuim voor medewerkers vanaf 45 jaar en ouder. Helaas heeft dit project niet geleid tot het beoogde resultaat. Dit is gelegen in het feit dat de uitvoering van het project onvoldoende was. Vanuit O2A5 is het teleurstellende resultaat teruggekoppeld aan het Vervangingsfonds. in overleg met de Arbo Unie de mogelijkheden onderzoeken voor andere preventieve ziekteverzuiminstrumenten. Het dient daarbij de aanbeveling dat deze ziekteverzuiminstrumenten beschikbaar komen voor alle medewerkers van O2A5. Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

13 5. Streven naar een verlaging van het ziekteverzuim door voeren van levensfasegericht personeelsbeleid. Doel: personeelsbeleid gericht op duurzame en optimale inzetbaarheid van medewerkers door rekening te houden met de levensfase waarin men zich bevindt. Realisatie: hieraan wordt invulling gegeven middels Bapo, leeftijdsdagen en taakbeleid versus functiebelasting. Levensfase gericht personeelsbeleid wordt nader geïmplementeerd in het totale personeelsbeleidsplan (in ontwikkeling). Verwachting: op grond van het project intensivering aanpak ziekteverzuim kunnen de schooldirecteuren deelnemen aan een aantal trainingen en workshops. In het schooljaar 2011/2012 wordt een training gesprekkencyclus georganiseerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van de workshop IPB Leiderschap van het Vervangingsfonds. Deze training wordt gekoppeld aan de bewustwording van het levensfase personeelsbeleid. 6. De verantwoordelijkheid van het ziekteverzuimbeleid, het procedureel en inhoudelijk casemanagementschap, neerleggen bij de direct leidinggevende (schooldirecteur) met een controle van de beleidsmedewerker personeel. Doel: door de kleine afstand tussen schooldirecteur en medewerker het reïntegratietraject, met zowel de inhoudelijke gesprekken als de procedurele handelingen, nog beter te laten verlopen. Realisatie: dit is vastgelegd in de notitie Casemanager en is ingevoerd op 1 augustus 2009 Wijziging: De rol van casemanager is bij de schooldirecteuren geïmplementeerd en dat maakt het mogelijk om een verbetering aan te brengen in het ziekteverzuimbeleid. Om die reden heeft met ingang van januari 2011 een wijziging plaatsgevonden in de notitie Casemanager. Deze wijziging heeft betrekking op de eerste twee weken van het ziekteverzuim. Het accent van de wijziging ligt met name het moment, waarop het eerste verzuimgesprek met de verzuimconsulente of de bedrijfsarts van de arbodienst plaats vindt. Aangezien de schooldirecteur/ casemanager het meest bij de zieke medewerker betrokken is, wordt het initiatief voor de uitnodiging voor het eerste verzuimspreekuur bij de arbodienst neergelegd bij de schooldirecteur/casemanager. In overleg met de verzuimconsulente van de arbodienst wordt, op basis van de inschatting van de schooldirecteur/casemanager, afgesproken welk moment de zieke werknemer wordt uitgenodigd voor het eerste verzuimspreekuur. Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

14 7. Coaching van schooldirecteuren. Doel: bereiken dat schooldirecteuren dusdanig zijn toegerust om de taak van casemanager op een goede manier te kunnen uitoefenen. Realisatie: schooldirecteuren, regiodirecteuren en beleidsmedewerkers hebben (ook in overleg met de arbodienst) regelmatig contact voor advies en ondersteuning inzake ziekteverzuimtrajecten of als er sprake is van een verhoogd risico op verzuim. Aanvullende coaching c.q. scholing voor schooldirecteuren is gepland voor het schooljaar 2011/ Rechtstreeks contract tussen schooldirecteuren en arbodienst. Doel: een juiste terugkoppeling en advies aangaande het werkhervattingsadvies van de arbodienst realiseren. Realisatie: In het dienstverleningscontract met de arbodienst heeft een verschuiving van de uren plaatsgevonden. Voorheen werden in het dienstverleningscontract uren gebudgetteerd voor het contact tussen de beleidsmedewerkers en de arbodiensten. In het dienstverleningscontract van 2011 zijn er minder uren gebudgetteerd voor het contact tussen de beleidsmedewerkers en de arbodienst. Voor het contact tussen de schooldirecteuren en de arbodienst zijn juist extra uren gebudgetteerd. Uit de evaluatie van het dienstverleningscontract blijkt dat deze gebudgetteerde uren goed zijn benut. 9. Plannen van SMO (Sociaal Medisch Overleg). Doel: bespreken van casuïstiek van individueel verzuim met de verzuimconsulent en de bedrijfsarts van de arbodienst. Realisatie: In 2010 is, in overleg met de arbodienst, besloten om de werkwijze van het SMO te wijzigen. De nieuwe werkwijze is ook in 2011 gehanteerd. In de praktijk betekent dit dat het SMO is gekoppeld aan het beleidsgesprek dat periodiek plaatsvindt tussen de medewerkers van de arbodienst en de medewerkers van het bestuursbureau. Tijdens het beleidsgesprek worden o.a. de ziekteverzuimcasussen besproken van 9 maanden ziekte en langer. De overige casussen worden alleen besproken als daar directe aanleiding voor is. Voorafgaande aan de casuïstiekbespreking worden de schooldirecteuren/casemanagers gevraagd relevante informatie te verstrekken. Afhankelijk van de aard van het ziekteverzuim en de geleverde informatie kan de schooldirecteur/ casemanager, vanuit het bestuursbureau, worden gevraagd op een bepaald tijdstip telefonisch bereikbaar te zijn. Natuurlijk is een schooldirecteur/ casemanager ook vrij om zelf aan te geven dat hij/zij telefonisch aan de casuïstiekbespreking wil deelnemen. Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar

15 10. Twee keer per jaar plannen van een beleidsgesprek met de arbodienst. Doel: bespreken: realisatie dienstverleningscontract, voortgang en evaluatie van de dienstverlening, verzuimcijfers, speerpunten van het ziekteverzuimbeleid, casuïstiek. Realisatie: In 2011 hebben drie beleidsgesprekken plaatsgevonden met de arbodienst. Doel van deze gesprekken was o.a. de dienstverlening van de arbodienst en het ziekteverzuimbeleid van O2A5 nog beter op elkaar af te stemmen. Tijdens deze gesprekken is er uitgebreid gekeken naar de realisatie van het dienstverleningscontract en is de casuïstiek besproken. Het derde beleidsgesprek heeft plaatsgevonden in november Doel van dit gesprek was de evaluatie van het dienstverleningscontract 2011 en de contractbespreking voor het dienstverleningscontract Tijdens dit gesprek is de casuïstiek ook uitgebreid besproken. Actie: Het volgende beleidsgesprek vindt plaats op 15 maart Het ziekteverzuimbeleid van O2A5 is gericht op de aanpak van het ziekteverzuim, het begeleiden van zieke medewerkers en het voorkomen van ziekteverzuim door het inzetten van preventieve ziekteverzuim instrumenten. In de ziekteverzuimanalyse 2011 is geconcludeerd, dat ondanks de stijging van het ziekteverzuimpercentage, het ziekteverzuimbeleid niet hoeft te worden gewijzigd. Het ziekteverzuimbeleid kan in 2012 wel verder worden aangescherpt. Daarnaast verdient het de aanbeveling om volop in te zetten op het preventief ziekteverzuimbeleid door middel van de gesprekkencyclus. Het is ook van belang om aandacht te besteden aan het ziekteverzuim in de verschillende leeftijdscategorieën. Extra aandachtspunt daarbij is het hoge ziekteverzuim in de leeftijdscategorieën 45-54, en Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar