Geotechnisch advies DO OPG Ravel te Amsterdam

Transcriptie

1 Geotechnisch advies DO OPG Ravel te Amsterdam Definitief Sweco Nederland B.V. De Bilt, 24 juni 2016 SWNL , revisie D1

2 Verantwoording Titel : Geotechnisch advies DO OPG Ravel te Amsterdam Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : SWNL Revisie : D1 Datum : 24 juni 2016 Auteur(s) : ir. E.A.V. van der Putte adres : geotechniek@sweco.nl Gecontroleerd door : ing. R. Steenbrink Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : drs. N.B.E. van der Schuit Paraaf goedgekeurd : Contact : Sweco Nederland B.V. De Holle Bilt HM De Bilt Postbus AE De Bilt T F SWNL , revisie D1 Pagina 2 van 15

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Uitgangspunten Gebruikte informatie Veiligheidsfilosofie Normen en richtlijnen Veiligheidsklasse Geotechnische categorie Bodemopbouw en geohydrologie Grondonderzoek Bodemschematisatie Maaiveldhoogten Grondwater en waterstanden Constructie Algemeen Corroseriereductie Scheve buiging Belastingen Paalbelastingen Verplaatsingen Berekeningsresultaten Dwarsprofiel en fasering Resultaten damwandberekeningen Berekening damwand met D-Sheet Piling Toetsing overige mechanismen (NEN rekenstap 11) Toetsing uitvoerbaarheid damwand Zwel en zetting Globale dimensionering fundering Opbarsten van de bouwkuip Indicatieve paaldraagvermogen Conclusie en aanbevelingen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Ligging locatie Resultaten grondonderzoek Paalbelastingen Damwandberekeningen Zwelberekeningen Wandstandverlagingen door bemaling SWNL , revisie D1 Pagina 3 van 15

4 Inhoudsopgave (vervolg) Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Zettingsberekeningen Opbarsten bouwkuip Draagvermogen Fundexpalen Bijlage 10: Draagvermogen Avegaarpalen Bijlage 11: Draag- en trekvermogen GEWI-ankerpalen Bijlage 12: Last-zakkingsdiagrammen en veerconstanten SWNL , revisie D1 Pagina 4 van 15

5 1 Inleiding In het kader van het DO voor de realisatie van een ondergrondse parkeergarage onder een voetbalveld aan Antonio Vivaldistraat te Amsterdam is in deze rapportage een geotechnisch advies opgesteld. Het gaat hierbij om een bouwputontwerp en funderingsadvies tot DO-niveau uitgewerkt. De locatie van het werk is weergegeven in bijlage 1. In dit rapport wordt verslag gedaan van de geotechnische dimensionering van de bouwkuip, de fasering, de fundering van de ondergrondse parkeergarage en invloed op de omgeving door het ontgraven en bemalen van de bouwkuip. Het DO is uitgevoerd voor een éénlaagse parkeerkelder. SWNL , revisie D1 Pagina 5 van 15

6 2 Uitgangspunten 2.1 Gebruikte informatie Bij het opstellen van deze rapportage is gebruik gemaakt van de onderstaande documenten: [1] Parkeergarage Ravel, Randvoorwaarden, Gemeente Amsterdam, van 14 december [2] Geotechnisch grondonderzoek, PGO Ravel aan de Boelelaan te Amsterdam, Het Veldwerkbureau, rapportnr. VWB102675/16/GMY/550, van 23 februari Veiligheidsfilosofie Normen en richtlijnen De volgende normen en richtlijnen zijn in dit geotechnische ontwerp toegepast: Tabel 2.1 Normen en richtlijnen Kenmerk Titel Datum NEN-EN 1990 Grondslagen voor het constructief ontwerp (Eurocode 0) 2002 NEN Geotechnisch ontwerp van constructies - Samenstelling van NEN-EN , NEN-EN 1997/NB en NEN Aanvullingsnorm NEN-EN Geotechnisch ontwerp deel 2: Grondonderzoek en beproeving (Eurocode 7-2) 2007 NEN-EN Ontwerp en berekening van staalconstructies - Deel 5: Palen en damwanden 2008 CUR 166 Damwandconstructies, 6 e druk 2013 CUR 236 Ankerpalen Op 1 januari 2017 zal NEN aangepast worden en wordt de paalklassefactor voor het puntdraagvermogen met 30% verlaagd. Dit is niet van toepassing op dit project, ervan uitgaande dat de vergunning dan is verleent Veiligheidsklasse In NEN-EN 1990 wordt onderscheid gemaakt in veiligheidsklassen (NEN-EN: reliability classes). Voor onderhavige constructie is uitgegaan van veiligheidsklasse RC2. Voor tijdelijke constructies wordt van RC1 uitgegaan Geotechnische categorie Gezien de aard van de constructie, de onderhavige bodemopbouw en de omgevingsbeïnvloeding dient de constructie te worden ingedeeld in geotechnische categorie 2. Een en ander conform NEN Tot deze categorie behoren gangbare constructies, waarbij geen bijzondere risico s, grondgesteldheid of belastingen aanwezig zijn. 2.3 Bodemopbouw en geohydrologie Grondonderzoek De berekeningen zijn uitgevoerd conform NEN aan de hand van grondonderzoek vanuit de TNO-DINO database en het uitgevoerde grondonderzoek. Hierbij is gebruik gemaakt van: twee sonderingen met meting van plaatselijke kleef tot een diepte van circa 30 m beneden maaiveld (TNO-DINO); drie sonderingen met meting van plaatselijke kleef en waterspanning tot een diepte van circa 30 m beneden maaiveld; één sondering met meting van plaatselijke kleef en waterspanning tot een diepte van circa 25 m beneden maaiveld; vijf sonderingen met meting van plaatselijke kleef tot een diepte van circa 30 m beneden maaiveld; SWNL , revisie D1 Pagina 6 van 15

7 Uitgangspunten één sondering met meting van plaatselijke kleef tot een diepte van circa 25 m beneden maaiveld; twee boringen tot een diepte van circa 6 m beneden maaiveld; één boring tot een diepte van circa 8 m beneden maaiveld; één boring tot een diepte van circa 17 m beneden maaiveld; stijghoogtegegevens WVP1. De onderzoekslocaties zijn grafisch weergegeven in bijlage 2. In bijlage 3 zijn de sondeergrafieken en de boorprofielen opgenomen Bodemschematisatie Aan de hand van de boringen en sonderingen, ervaringen in de omgeving en aan de hand van tabel 2.b uit NEN zijn de grondprofielen vastgesteld met bijbehorende grondparameters. De bodemopbouw alsmede de karakteristieke grondparameters zijn gepresenteerd in tabel 2. Tabel 2.2 Grondsoort Bodemopbouw en karakteristieke grondparameters Bovenkant laag [m] t.o.v. NAP d [kn/m 3 ] n [kn/m 3 ] C p [-] C s [-] c v [m 2 /s] c [kpa] [ o ] [ o ] k h;1 [kn/m²] Korst mv ,5 15,0 4,000 Zand, los -1, ,0 20, Veen -3, , Wadzand ,0 18, Klei, humeus ,0 16,7 2,000 Basisveen -10, , ,5 15, Zand, matig gepakt -11, ,5 21, Allerod -16, ,0 20, Zand, matig tot vast gepakt -20, ,0 23, waarbij geldt: d karakteristieke waarde van het volumegewicht van de grond bij natuurlijk watergehalte; n karakteristieke waarde van het volumegewicht van verzadigde grond; C p karakteristieke waarde van de primaire samendrukkingsconstante na de grensspanning; C s karakteristieke waarde van de seculaire samendrukkingsconstante na de grensspanning; cv karakteristieke waarde van de verticale consolidatiecoëfficiënt; c karakteristieke waarde van de effectieve cohesie; φ karakteristieke waarde van de effectieve hoek van inwendige wrijving; karakteristieke waarde wandwrijvingshoek; kh;1 horizontale beddingsconstante éérste veertak (tot 50% van grondweerstand) Maaiveldhoogten Ter plaatse van sonderingen is een maaiveldhoogte van NAP -0,17 m ingemeten. Bij de berekeningen wordt deze maaiveldhoogte aangehouden. De toekomstige maaiveldhoogte zal liggen op -0,70 m NAP Grondwater en waterstanden De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) ligt conform opgave op circa 0,6 m beneden maaiveld. De gemiddeld hoogste en laagste grondwaterstand zijn vervolgens vergeleken en ingeschat op basis van de sonderingen. Op de sonderingen is het overgangsgebied tussen de korst en de verzadigde zone namelijk goed herkenbaar door een geleidelijke afname van de conusweerstand in combinatie met een verhoudingsgewijze geleidelijke afname van het wrijvingsgetal. Op basis van het bovenstaande kan voor de freatische grondwaterstand worden uitgegaan van: GLG op NAP -1,8 m; GHG op NAP -1,4 m. Voor de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket (pleistocene zandlaag vanaf circa NAP -11 m) is uitgegaan van de metingen volgens de geohydrologische kaart van Nederland. Voor het onderzoeksgebied is uitgegaan van een maximale stijghoogte op NAP -3,0 m. SWNL , revisie D1 Pagina 7 van 15

8 Uitgangspunten 2.4 Constructie Algemeen In het voorliggende DO is naar de parkeerkelder is gekeken als een bouwkuip als tijdelijke polder met lokale bemaling in de wadzandlaag. Voor de realisatie van de bouwkuip wordt een onverankerde stalen damwand geadviseerd. De criteria voor het ontwerp en de veiligheidseisen voor de berekening van damwandconstructies zijn vastgesteld in NEN en het handboek nummer 166 van Civieltechnisch Centrum Uitvoering, Research en Regelgeving (CUR). In de nota van de gemeente Amsterdam Parkeergarage Ravel, Randvoorwaarden staat de eis beschreven dat bij het aanbrengen van de damwanden en funderingsconstructies gebruik moet worden gemaakt van trillingsvrije en geluidsarme technieken. Om deze reden is gekozen in deze rapportage gedrukte damwanden toe te passen en voor de fundering zijn geboorde palen en ankerpalen in beschouwing genomen Corrosiereductie Uitgegaan is van een stalen damwand zonder coating en/of kathodische bescherming, zodat corrosie aan de orde is. Omdat het in dit geval om een tijdelijke damwand gaat is geen corrosiereductie meegenomen Scheve buiging Bij U-vormige damwandprofielen moet rekening worden gehouden met het effect van scheve buiging. Bij U-profielen bevinden de sloten zich in de hartlijn van de damwand. Omdat de heisloten weinig wrijving kunnen overdragen valt de neutrale lijn in de (dubbele) plank niet samen met de hartlijn van de damwand. Het traagheids- en weerstandsmoment neemt hierdoor af. Bij Z-profielen is dit fenomeen niet aan de orde. In dit ontwerp is derhalve uitgegaan van een economisch gunstiger Z-profiel Belastingen Voor de belastingen achter, op en in de parkeerkelder is uitgegaan van de volgende waarden: bovenbelasting achter de damwand in de bouwfase: 10 kpa (karakteristieke waarde) op tenminste 2,0 m achter de damwand; bovenbelasting achter de damwand in de eindfase: 10 kpa (karakteristieke waarde); maximum belasting op het garagedek: RB: 4 kpa, VB:5 kpa (karakteristieke waarde); maximum belasting op de vloer in de parkeerkelder: 2 kpa (karakteristieke waarde). In NEN is een indeling gemaakt van type constructies. Op basis van de groep waarin het type constructie valt, zijn de partiële factoren vastgelegd. Voor kerende constructies geldt een indeling in groep C voor zowel constructieve als geotechnische belastingen. Voor de fundering zijn de partiële factoren voor het verticaal draagvermogen en de toetsing van het verticaal evenwicht bepaald conform groep B. Dit geldt ook hier voor zowel constructieve als geotechnische belastingen Paalbelastingen Als fundering worden drie paaltypen gebruikt. Deze zijn onder te verdelen in de palen die onder de vloerverzwaring onder de kolommen en buitenwanden op voornamelijk druk toegepast worden en de ankerpalen die onder de vloer op voornamelijk trek toegepast worden. De berekening van de belastingen is te vinden in bijlage 4. De fundering onder de vloerverzwaring zal uitgevoerd worden met een enkele fundexpaal onder elk kolom en wordt zowel op druk als trek belast. De trekbelasting (ULS) bedraagt -95 kn en de drukbelasting (ULS) 2848 kn. De palen onder buitenwanden zullen uitgevoerd worden als avegaarpalen en worden zowel op druk als trek belast. De trekbelasting (ULS) bedraagt -216 kn en de drukbelasting (ULS) bedraagt 739 kn. SWNL , revisie D1 Pagina 8 van 15

9 Uitgangspunten De ankerpalen onder de vloer zullen uitgevoerd worden als GEWI-ankerpalen en worden zowel op druk als op trek belast. De trekbelasting bedraagt -497 kn en de drukbelasting bedraagt 309 kn. De trekbelasting treedt alleen op tijdens de bouwfase en druk tijdens de gebruiksfase. Om deze reden hoeft niet gerekend te worden met de factoren voor een wisselende trek-druk belasting Verplaatsingen Verplaatsingen kunnen maatgevend zijn in de uiterste grenstoestand of de bruikbaarheidsgrenstoestand. De toelaatbare horizontale damwandverplaatsing dient te zijn vastgelegd middels u grens. Eisen volgens richtlijn CUR166 horizontale vervormingen in de BGT: 1/200 van de maximale kerende hoogte voor definitieve damwanden, in het zicht tot maximaal 50 mm; 1/100 van de maximale kerende hoogte voor tijdelijke damwanden tot maximaal 100 mm. De damwanden in deze rapportage kunnen niet zonder aanvullende maatregelen voldoen aan de eisen van CUR166. Echter blijven de vervormingen van de damwand beperkt tot 5 m uit de damwand. Binnen deze straal van 5 m zijn geen constructies aanwezig welke schade kunnen ondervinden uit de grotere vervorming van de damwand. Om deze reden wordt gekozen niet aan de richtlijn te voldoen. SWNL , revisie D1 Pagina 9 van 15

10 3 Berekeningsresultaten 3.1 Dwarsprofiel en fasering Voor de globale dimensionering van de bouwkuip is uitgegaan van het volgende dwarsprofiel, conform opgave constructeur, Zie bijlage 5: bovenkant dek: NAP -0,9 m; bovenkant vloer: NAP -3,9 m; minimum dikte constructievloer: 300 mm; dikte drainagelaag + werkvloer: 300 mm; ontgravingsniveau: bouwputbodem voor aanleg werkvloer: NAP -4,5 m. vloerverzwaring: NAP -4,7 m. Voor de bouwkuip dient de volgende uitvoeringsfasering te worden aangehouden. 1. Graven ontlastsleuf tot NAP -2,0 m en vervolgens plaatsen stalen damwand. 2. Ontgraven tot NAP -4,5 m en bemalen in put tot circa NAP -4,5 m en maximaal NAP-5,4 m tijdens aanleg vloerverzwaring. 3. Realisatie fundering. 4. Realisatie constructie parkeerkelder. 3.2 Resultaten damwandberekeningen Berekening damwand met D-Sheet Piling De damwanden zijn gedimensioneerd conform het rekenstappenschema uit NEN en CUR 166 op basis van de bovenstaande faseringen. De berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van het computerprogramma D-Sheet Piling (versie ). De rekenresultaten van de damwandberekeningen in het beschouwde dwarsprofiel staan in bijlage 6. Een samenvatting van de rekenresultaten zijn weergegeven in tabel 3.1. Tabel 3.1 Type damwand Resultaten damwandberekeningen Punt [m+nap] Lengte [m] Staal kwaliteit Corrosie reductie 1 ) M max;ed [knm/m] M max;rd [mm] AZ ,0 16,5 S240 n.v.t AZ ) -17,0 16,5 S240 n.v.t AZ ) -17,0 16,5 S240 n.v.t AZ ,0 16,5 S240 n.v.t ) Indien als permanente wand opgenomen 2 ) Zonder verkeersbelasting van 10 kpa 3 ) Met toepassing van stempels in de hoek bij de Nuon-put Waarbij geldt: M max;ed M max;rd u x;max rekenwaarde maximum optredend moment; rekenwaarde opneembaar moment inclusief corrosiereductie; maximum horizontale verplaatsing in de bruikbaarheidsgrenstoestand. u x;max [mm] De maximale horizontale uitwijking van de damwand bedraagt 13,5 cm en vindt plaats op de kop van de damwand. Deze verplaatsing is groter dan de eis in de richtlijn CUR166. Echter voldoet de damwand aan voldoende momentcapaciteit en constructieve stabiliteit. Aangezien er in de directe omgeving geen constructies aanwezig zijn die beschadigd kunnen raken door de grotere vervormingen worden deze vervormingen acceptabel geacht. SWNL , revisie D1 Pagina 10 van 15

11 Berekeningsresultaten De damwand wordt gestempeld in de hoek bij de Nuon-put zodat de vervormingen hier geminimaliseerd worden tot 5 mm. Vanwege de eis dat trillingsarm moet worden gewerkt wordt de damwand gedrukt. Echter kan de damwand niet dieper gedrukt worden dan NAP -11,0 m. Om deze reden is fluïderen van de grond onder de damwand als aanvullende maatregel nodig om te zorgen dat de damwand op diepte komt Toetsing overige mechanismen (NEN rekenstap 11) De macrostabiliteit van het ontwerpprofiel is getoetst met D-Sheet Piling onder gebruikmaking van de methode Bishop. De resultaten hiervan zijn grafisch weergegeven in bijlage 6. Hierbij is uitsluitend de uiterste grenstoestand voor de maatgevende fase in beschouwing genomen (ontgraven fase zonder aanwezigheid vloer). De berekende veiligheid (Fmin) tegen afschuiven van het grondlichaam bedraagt 3,50. De draagkracht van de ondergrond vindt plaats aan de hand van toetsing op grondbreuk oftewel de toetsing op overschrijden van de passieve weerstand van de damwand. In D-Sheet Piling wordt het percentage gemobiliseerde grondweerstand berekend in de uitvoerfile van de verschillende rekenstappen. Uit de rekenresultaten in bijlage 6 blijkt dat er wordt voldaan aan de veiligheidseisen tegen grondbreuk Toetsing uitvoerbaarheid damwand Bij de toetsing op uitvoerbaarheid van de damwand is gekeken of de damwand voldoende stijf is om op diepte te kunnen komen. In geval van harde grondlagen kunnen maatregelen benodigd zijn om de damwand schadevrij op diepte te kunnen krijgen. Aan de hand van NVAF-grafieken uit bijlage B van CUR-publicatie 166 is op basis van representatieve conusweerstanden getoetst of de damwand voldoende zwaar is. Hieruit kan worden geconcludeerd dat voor de beschouwde damwanden inderdaad wordt voldaan aan de eisen van uitvoerbaarheid. 3.3 Zwel en zetting Tijdens het ontgraven en bemalen treed zwel en zetting op van de aanwezige grondlagen. De berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van het computerprogramma D-Settlement (versie ). De samenvatting van de rekenresultaten van de zwel na het volledig ontgraven van de bouwput is weergegeven in tabel 3.2. De rekenresultaten staan in bijlage 7. Tabel 3.2 Sondering Resultaten zwelberekening mv [m+nap] Ontgravingsniveau [m+nap] Ontgraving [m] Ontlasting [kn/m 2 ] Zwel in 2 mnd [m] Totale zwel S25G ,17-4,5-4,3 36,8 0,21 0,26 [m] Uit tabel 3.2 volgt dat de totale zwel die gerealiseerd wordt 0,26 m bedraagt en de ontlasting en tevens de zwelbelasting 36,8 kn/m 2. Aangehouden wordt dat twee maanden bouwtijd benodigd zijn voor de realisatie van de funderingspalen en betonvloer. In deze twee maanden wordt al 0,21 m zwel berekend. Omdat de bemaling ook een positieve invloed zal hebben op de gerealiseerde hoeveelheid zwel wordt in de paalberekeningen 10% van de zwelbelasting meegenomen als paalbelasting. Het bemalen heeft een waterstandsverlaging in het freatische grondwater tot gevolg. Deze waterstandsverlaging zorgt voor een toename in de effectieve drukken waardoor er zettingen worden gerealiseerd. De waterstandsverlagingen zijn gemodelleerd door de geohydroloog en zijn weergegeven in bijlage 8. Een samenvatting van de rekenresultaten is weergegeven in tabel 3.3. De rekenresultaten zijn opgenomen in bijlage 9. SWNL , revisie D1 Pagina 11 van 15

12 Berekeningsresultaten Tabel 3.3 Resultaten zettingsberekening ten behoeve van bemaling Afstand tot bouwkuip [m] Verlaging in zandlaag [m+nap] Eindzetting 5 0,45 0,02 tot 0, ,30 0,01 tot 0, ,15 <0,01 tot 0,03 Uit tabel 3.3 volgt dat de zetting ten gevolge van het bemalen op 5 m van de damwand maximaal 0,08 bedraagt en dit op 10 m en 80 m verminderd is tot respectievelijk maximaal 0,05 m en 0,03 m. De vorm van de lucht-water lijn in het grondwater tijdens de onttrekking is trechter vormig. Hierdoor neemt de helling van het grondwater af van 0,6 cm per m tussen 5 m en 10 m van de damwand tot 0,03 cm per m tussen 10 m en 80 m van de damwand. 3.4 Globale dimensionering fundering Opbarsten van de bouwkuip Tijdens het ontgraven en gedurende het bestaan van de bouwkuip bestaat het risico van het opbarsten van de ondergrond. De veiligheid van het opbarsten van de bouwkuip dient groter te zijn dan 1,0. De veiligheid tegen opbarsten van de bouwkuip bedraagt 1,15 en van de lokale bouwkuip voor de vloerverzwaring 1,13. Deze zijn beide groter dan 1,0 dus voldoen aan de eis. In bijlage 10 zijn de resultaten weergegeven Indicatieve paaldraagvermogen De indicatieve berekening van het paaldraagvermogen is uitgevoerd conform NEN Onder de vloerverzwaring zullen Fundexpalen rond 670/540 mm en onder de wanden zullen Avegaarpalen rond 350 mm toegepast worden. Onder de vloer zullen GEWI-ankerpalen rond 250 mm toegepast worden. De GEWI-ankerpalen dienen tot aan de vloer aangevuld te zijn met grout om de drukbelastingen op te kunnen nemen. De bijbehorende paalfactoren zijn weergegeven in tabel 3.4. Tabel 3.4 Paalfactoren Paalfactor Factoren [ - ] Palen n 1 Beide 3 1,18 Beide 4 0,94 Beide p 0,9/0,8/0,5 Fundex/Avegaar/GEWI s 0,009/0,006/0,011 Fundex/Avegaar/GEWI t 0,009./0,0045/0,011 Fundex/Avegaar/GEWI 1,0 Beide s 1,0 Beide b 1,20 Beide s 1,20 Beide s;t 1,35 Beide 1 var ) 1,0 Beide d 1,10 Beide waarbij geldt: n aantal sonderingen; 3 correctiefactor afhankelijk van het aantal sonderingen en wel/niet stijf zijn van fundering, toegepast op de gemiddelde waarden van de per sondering bepaalde draagvermogens; 4 correctiefactor afhankelijk van het aantal sonderingen en wel/niet stijf zijn van fundering, toegepast op de minimum waarde van de per sondering bepaalde draagvermogens; p paalklasse factor voor de paalpunt; s paalklassefactor voor de paalschacht, schachtwrijvingsfactor bij belasting op druk; t paalklassefactor voor de paalschacht, schachtwrijvingsfactor bij belasting op trek; paalvoetvormfactor; s reductiefactor dwarsdoorsnede paalpunt; b materiaalfactor voor puntweerstand; [m] SWNL , revisie D1 Pagina 12 van 15

13 Berekeningsresultaten s s;t var d materiaalfactor voor schachtwrijving bij belasting op druk. materiaalfactor voor schachtwrijving bij belasting op trek; veiligheidsfactor bij variabele belasting (wisseling trek/druk); veiligheidsfactor grondgewicht. Omdat de damwand gefluïdeerd dient te worden dient de qc op een straal van 5 m rondom de damwand gehalveerd te worden. De palen die onder de wand van de parkeergarage staan zullen hierdoor langer worden. Ook deze palen worden hieronder gedimensioneerd. In tabel 3.5, tabel 3.6 en tabel 3.7 zijn de samenvattingen van de berekeningsresultaten opgenomen van respectievelijk de Fundexpalen, Avegaarpalen en de GEWI-ankerpalen. De uitvoer van de berekeningsresultaten zijn opgenomen in bijlage 11, bijlage 12 en bijlage 13. De lastzakkingsdiagrammen en waarden die aangeleverd zijn aan de constructeur zijn opgenomen in bijlage 14. Tabel 3.5 Resultaten indicatieve paalberekeningen Fundexpaal rond 670/540 Sondeer Grafiek Funderings- element P.P.N. [m+nap] R c;d [kn] F nk;d [kn] R c;net;d [kn] F c;d [kn] R t;d [kn] F t;d [kn] Voldoet? DKMP08 drukpalen -22, Ja DKMP08 drukpalen ½ q c -22, Ja (ja/nee) Tabel 3.6 Resultaten indicatieve paalberekeningen Avegaarpaal rond 350 Sondeer Grafiek Funderings- element P.P.N. [m+nap] R c;d [kn] F nk;d [kn] R c;net;d [kn] F c;d [kn] R t;d [kn] F t;d [kn] Voldoet? (ja/nee) trekpalen -25, Ja trekpalen ½ q c -25, Ja DKM05 drukpalen -25, Ja DKM05 drukpalen ½ q c -25, Ja Tabel 3.7 Resultaten indicatieve paalberekeningen GEWI-ankerpaal rond 250 Sondeer grafiek Funderings- element P.P.N. [m+nap] R c;d [kn] F nk;d [kn] R c;net;d [kn] F c;d [kn] R t;d [kn] F t;d [kn] Voldoet? (ja/nee) trekpalen -23, Ja trekpalen ½ q c -25, Ja DKMP08 drukpalen -23, Ja DKM05 drukpalen ½ q c -25, Ja waarbij geldt: P.P.N. Rc;d Fnk;d Rc;net;d Fc;d Rt;d Ft;d paalpuntniveau; rekenwaarde maximum paaldraagvermogen; rekenwaarde negatieve kleef; rekenwaarde netto paaldraagvermogen; rekenwaarde paalkopbelasting (druk); rekenwaarde totale trekdraagvermogen; rekenwaarde paalkopbelasting (trek); Voor de drukpalen volgt hieruit: Fundexpalen rond 670/540 mm met een paalpuntniveau op NAP -22,0 m. Indien de palen binnen het invloedsgebied van de damwanden staan komt het PPN op NAP -22,5 m. Avegaarpalen rond 350 mm met paalpuntniveau op NAP -25,0 m. Indien de palen binnen het invloedsgebied van de damwanden staan komt het PPN ook op NAP-25,0 m. Voor de trekpalen, verdeeld over het veld in stramienmaat 4,0 x 3,5 m volgt hieruit: GEWI-ankerpalen (micropaal in de grond gevormd met enkele boorbuis, waarbij het grout direct tegen de grond drukt, spoelboren buitenom met groutinjectie, wel afgeperst) met ankerdiameter rond 250 mm met paalpuntniveau op NAP -23,5 m. Indien de GEWI-ankerpalen binnen het invloedsgebied van de damwanden staan komt het PPN op NAP -25,5 m. SWNL , revisie D1 Pagina 13 van 15

14 Berekeningsresultaten Omdat de avegaarpalen belast worden door zowel de trek als de zwel dient de wapening in de avegaarpaal doorgezet te worden tot de paalpunt. Bij het maken van de avegaarpalen dient rekening gehouden te worden met het risico van uitspoeling door grondwater. Dit kan voorkomen doordat de stijghoogte in de zandlaag hoger is dan het ontgravingsniveau. Om dit risico te beperken kan de stijghoogte in de zandlaag tijdelijk worden verlaagd tijdens het maken van de palen of van een ander paaltype gebruik te maken. De Fundexpalen worden ook belast op trek. Omdat de αs en αt gelijk zijn bij Fundexpalen zal het trekdraagvermogen grofweg gelijk zijn aan de optelling van de schachtwrijving en het gewicht van de paal. De minimale schachtwrijving die wordt gemobiliseerd bij de Fundexpalen is -334 kn. Dit is ruim boven de optredende trek van -95 kn. De Fundexpalen kunnen dus voldoende trekdraagkracht mobiliseren. SWNL , revisie D1 Pagina 14 van 15

15 4 Conclusie en aanbevelingen De damwand voor de bouwkuip is berekend op een AZ Deze damwand voldoet aan de sterkte eisen. De vervormingen van deze damwand zijn echter groter dan de aanbeveling in de richtlijn CUR166. Echter wordt niet verwacht dat deze vervormingen tot schade leidt aan constructies in de nabije omgeving omdat deze simpelweg niet aanwezig zijn. De damwand dient te worden gestempeld in de hoek van de Nuon-put om de vervormingen te minimaliseren tot 5 mm. De damwand wordt gedrukt met fluïderen als aanvullende maatregel om op diepte te komen. Ook is bekend dat ter plaatse van de Zuid-As in Amsterdam het hele gebied is voorbelast met zand, puin en ander beschikbaar materiaal. Om deze reden is het mogelijk dat tot circa NAP -4 m puin wordt gevonden waardoor het drukken van de damwanden belemmerd wordt. Of dit ook geldt in het beschouwde gebied moet worden nagegaan door middel van de nog te plaatsen sonderingen. De vrije-zwelbelasting bedraagt 36,8 kn/m 2 en vindt plaats indien de vloer direct na het ontgraven gerealiseerd wordt. Echter wordt tussen het ontgraven en de realisatie van de vloer nog een bouwtijd van circa twee maanden aangehouden. Ook is de zwel en zwelbelasting naar verwachting minder door zettingen ten gevolge van het tijdelijk bemalen. Om deze redenen wordt 4 kn (10% van de vrije-zwelbelasting) meegenomen in de belastingen van de palen. De zettingen buiten de bouwkuip ten gevolge van het bemalen van de bouwkuip bedragen op 5 m, 10 m en 80 m van de bouwkuip respectievelijk maximaal 0,08 m, 0,05 m en 0,03 m. De avegaarpalen rond 350 onder de wanden dienen een paalpuntniveau (PPN) te hebben van NAP -25,0 m. In verband met de trek die optreed in de avegaarpalen en de zwel dienen de avegaarpalen tot in de punt gewapend te worden. De GEWI-ankerpalen die dienen als trekpaal verdeeld over het veld met stramienmaat 3,8 x 3,3, dienen gerealiseerd te worden met een PPN van NAP -23,5 m. De Fundexpalen onder de vloerverzwaring dienen een paalpuntniveau te hebben van NAP -22,0 m. De palen die vallen binnen de radius van 5 m rondom de damwanden moeten berekend worden met een reductie van een factor 2 van de qc. De Fundexpalen, avegaarpalen en GEWI-ankerpalen die in dit gebied vallen dienen een PPN te hebben van respectievelijk NAP -22,5 m, NAP -25,0 m en NAP -25,5 m. De reductie van de qc hoeft niet meegenomen te worden als sonderingen in de bouwkuip gemaakt worden na het ontgraven en fluïderen van de damwanden. Op deze manier kan de lengte van de palen geoptimaliseerd worden. Tijdens het werk moet met monitoren het effect van de eigen werkzaamheden op de Nuon-put en de omgeving inzichtelijk gemaakt worden. Om duidelijk te hebben welke invloed de gemeten data hebben dient ook de gemeente bij de huidige werkzaamheden aan de kabels en leidingen en het bouwrijp maken van het terrein de werkzaamheden een nulmeting uit te voeren en te monitoren tijden het werk. SWNL , revisie D1 Pagina 15 van 15

16 Bijlage 1 Ligging locatie SWNL , revisie D1

17

18 Bijlage 2 Resultaten grondonderzoek SWNL , revisie D1

19

20

21 Inhoudsopgave Inleiding.3 1 Geotechnisch grondonderzoek Algemeen Normen en richtlijnen Offerte Veldwerk Classificatie middels wrijvingsgetal... 5 Bijlagen Bijlage 1: Tekening Bijlage 2: Sondeergrafieken Bijlage 3: Boorstaten Bijlage 4: Tabel X, Y (RD) en Z (NAP) Bijlage 5: Foto s Geotechnisch rapport PGO Ravel aan de Boelelaan te Amsterdam VWB102675/16/GMY/550 2

22 Inleiding VWB Bodem B.V. heeft van Grontmij Nederland B.V. opdracht gekregen voor het uitvoeren van een geotechnisch grondonderzoek aan de Boelelaan te Amsterdam. Dit onderzoek is uitgevoerd ten behoeve van het geotechnisch ontwerp. In het voorliggende rapport wordt het overzicht en de resultaten van het uitgevoerde geotechnisch grondonderzoek gepresenteerd. Geotechnisch rapport PGO Ravel aan de Boelelaan te Amsterdam VWB102675/16/GMY/550 3

23 1 Geotechnisch grondonderzoek 1.1 Algemeen Dit hoofdstuk bevat de opsomming en de resultaten van het uitgevoerde geotechnisch grondonderzoek. 1.2 Normen en richtlijnen Het geotechnisch grondonderzoek is uitgevoerd conform de volgende normen en richtlijnen. De standaard toegepaste conus bij VWB Bodem is de elektrische kleefmantelconus, waarmee de conusweerstand, de plaatselijke wrijvingsweerstand en de helling gelijktijdig worden gemeten. Sinds februari 2013 is de nieuwe norm NEN-EN-ISO :2012/C1:2013 Geotechnisch onderzoek en beproeving - Veldproeven Deel 1: Elektrische sondering met en zonder waterspanningsmeting van toepassing als vervanging van NEN 5140, die is terug getrokken. In NEN wordt echter nog wel verwezen naar NEN Tabel 1.2 Normen en richtlijnen Kenmerk Titel Jaar NEN 5104 Geotechniek Classificatie van onverharde grondmonsters 1989 NEN Geotechniek Geotechnisch ontwerp van constructies 2011 NEN Geotechniek Geotechnisch onderzoek en beproeving - veldproeven Offerte De offerte heeft bestaan uit de onderstaande onderdelen: 16 Elektrische sonderingen tot een diepte van 30 m mv inclusief meting van de plaatselijke kleef; 8 Elektrische sonderingen tot een diepte van 30 m mv inclusief meting van de plaatselijke kleef en de plaatselijke waterspanning; 2 Handboringen tot een diepte van 6 m mv ten behoeve van een classificatie van de toplaag; Het inmeten van de boringen en sonderingen in X, Y (RD) en Z (NAP). Geotechnisch rapport PGO Ravel aan de Boelelaan te Amsterdam VWB102675/16/GMY/550 4

24 1.4 Veldwerk Het uitgevoerde veldwerk heeft bestaan uit de onderstaande onderdelen: 5 Elektrische sonderingen tot een diepte van 30 m mv inclusief meting van de plaatselijke kleef; 1 Elektrische sondering tot een diepte van 25 m mv inclusief meting van de plaatselijke kleef; 3 Elektrische sonderingen tot een diepte van 30 m mv inclusief meting van de plaatselijke kleef en de plaatselijke waterspanning; 1 Elektrische sondering tot een diepte van 25 m mv inclusief meting van de plaatselijke kleef en de plaatselijke waterspanning; 2 Handboringen tot een diepte van 6 m mv ten behoeve van een classificatie van de toplaag; Het inmeten van de boringen en sonderingen in X, Y (RD) en Z (NAP). Het veldwerk heeft plaatsgevonden d.d en De sonderingen zijn uitgevoerd gebruik makend van onze 180 kn Track-Truck. De sonderingen DKMP04 en DKM07 hebben de gewenste einddiepte niet gehaald vanwege het risico voor het ontstaan van schade aan, of verlies van meetapparatuur. De overige sonderingen worden in een later stadium uitgevoerd. Dit vanwege de bereikbaarheid van de locaties. In bijlage 1 is een overzichtstekening opgenomen van de locaties van het veldwerk. De sondeerresultaten zijn opgenomen in bijlage 2. In bijlage 3 zijn de boorstaten opgenomen van de boringen. De hoogten (Z) van de onderzoeklocaties zijn ingemeten d.m.v. RTK GPS in meters ten opzichte van NAP. Voorts zijn de onderzoeklocaties vastgelegd in X en Y coördinaten volgens het Rijksdriehoekstelsel (RD), weergeven in bijlage 4. Foto s van de locatie zijn toegevoegd in bijlage Classificatie middels wrijvingsgetal De conusweerstand geeft informatie met betrekking tot de pakking van de aanwezige grondsoorten. Het quotiënt van de mantelwrijving en conusweerstand is het wrijvingsgetal. Het wrijvingsgetal, in combinatie met de conusweerstand, geeft een indicatie voor de betreffende grondsoort. In de onderstaande tabel 1.1 is een overzicht gegeven van veel voorkomende relaties tussen grondsoort en wrijvingsgetal, zie ook bijlage 2. Tabel 1.1 Grondsoorten Grondsoort Wrijvingsgetal in % Zand ca. 0,5 tot 1,2 Silthoudend zand ca. 1 à 2 Leem ca. 1,5 à 3 Klei ca. 3 à 5 Potklei ca. 5 à 7 Veen ca. 6 à 10 In geroerde grond en in grond boven de grondwaterspiegel kunnen grote afwijkingen ten opzichte van de genoemde waarden voorkomen en gelden deze waarden niet. Geotechnisch rapport PGO Ravel aan de Boelelaan te Amsterdam VWB102675/16/GMY/550 5

25 Bijlage 1 Tekening

26

27 Bijlage 2 Sondeergrafieken

28 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,62 m NAP 2,0 1,9 1,8 1,6 1,6 1,5 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,4 1,3 1,1 1,0 0,8 0,6 0,3 0, ,2 1,6 1,9 2,2 2,5 2, u cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,82, ,56 RD 30,9 -> 31,1 -> 32,4 -> 35,6 -> 26,5 -> 25,9 -> 3,2 3,6 3,9 4,3 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP01 1/4

29 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % ,4 -> 34,9 -> 4,6 29,2 -> 31,6 -> 4,8 27,5 -> 5,2 27,8 -> 28,2 -> 5,4 27,1 -> 5,8 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,9 -> 6, ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,82, ,56 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP01 2/4

30 Dynamische waterdruk (u2) in MPa -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 M.V. : -0,62 m NAP 2,0 1,9 1,8 1,6 1,6 1,5 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,4 1,3 1,1 1,0 0,8 0,6 0,3 0,7 u ,2 1,6 1,9 2,2 2,5 2,8 3,2 3,6 3,9 4, cm² cm² Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,82, ,56 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP01 3/4

31 Dynamische waterdruk (u2) in MPa -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 4,6 4,8 5,2 5,4 5,8 6,3 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,82, ,56 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP01 4/4

32 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,80 m NAP 1,4 1,2 1,0 0,8 0,8 0,7 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,8 -> 0,6 0,5 0,5 0,3 0,4 0,4 0,5 0,5-15 0,7-16 0,8-17 1,4-18 1,7-19 2,1-20 2,5-21 2, cm² 10 cm² 32,8 -> 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,99, ,03 RD 30,5 -> 26,3 -> 29 -> 32,5 -> 3,0 3,5 4,0 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM02 1/2

33 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % ,2 -> 37,7 -> 4,3 39,1 -> 37,4 -> 4,6 38,4 -> 23,2 -> 5, ,8 -> 25,3 -> 25,2 -> 5,6 6,2 6,8 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,99, ,03 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM02 2/2

34 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,82 m NAP 1,3 1,1 1,1 1,1 1,1 1,0 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,0 0,9 1,0 0,9 1,2 1,3 1,5 1, ,9 2,5 2,8 3,0 3,3 3,8 4, cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,73, ,1 RD 43 -> 32,8 -> 32 -> 32,5 -> 4,8 5,3 5,4 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM03 1/2

35 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % ,9 -> 30,1 -> 5,6 42,5 -> 32,6 -> 5,8 34,2 -> 34,5 -> 6,0 49,8 -> 28,6 -> 6,1 35 -> 26,8 -> 6,5 6,8 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,6 -> ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,73, ,1 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM03 2/2

36 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,76 m NAP 2,2 2,3 2,0 1,9 1,7 1,5 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,3 1,2 1,0 0,9 0,7 0,6 0,5 0, ,8 1,3 1,7 2,1 2,4 2, ,6 -> 3,1 3, u cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,85, ,81 RD 32,4 -> 33,2 -> 28,4 -> 3,7 4,2 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP04 1/4

37 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % ,3 -> ,2 -> Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,85, ,81 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP04 2/4

38 Dynamische waterdruk (u2) in MPa -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 M.V. : -0,76 m NAP 2,2 2,3 2,0 1,9 1,7 1,5 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,3 1,2 1,0 0,9 0,7 0,6 0,5 0,5 u ,8 1,3 1,7 2,1 2,4 2,8 3,1 3,5 3,7 4, cm² cm² Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,85, ,81 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP04 3/4

39 -24 Dynamische waterdruk (u2) in MPa -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1, Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,85, ,81 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP04 4/4

40 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,93 m NAP 1,1 1,0 0,8 0,9 0,8 0,7 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,6 0,6 0,4 0,3 0,2 0,2 0,4 0, ,9 1,2 1,4 1,6 2,1 2, cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,07, ,7 RD 29,7 -> 25,8 -> 24,7 -> 27,9 -> 2,7 2,8 3,1 3,3 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM05 1/2

41 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % ,2 -> 30,7 -> 3,6 28 -> 27,1 -> 3,9 27,5 -> 39,3 -> 4,4 30,2 -> 30,8 -> 5,0 38,1 -> 38,8 -> 5,7 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,2 -> 29,3 -> 6,1 6, ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,07, ,7 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM05 2/2

42 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,55 m NAP 2,0 1,8 1,8 1,7 1,5 1,4 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,3 1,3 0,9 0,8 0,6 1,6 1,5 1, ,0 2,2 2,4 2,6 2,9 3, cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,98, ,27 RD 34,1 -> 36,8 -> 32,8 -> 41,7 -> 37,8 -> 32,5 -> 3,6 4,0 4,3 4,7 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM07 1/2

43 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % ,7 -> 36,1 -> 5,0 52,7 -> Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,98, ,27 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM07 2/2

44 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,78 m NAP 1,4 1,2 1,1 1,0 0,9 0,7 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) > 0,6 0,5 0,2 0,3 0,3 1,5 2,3 2,9-15 3,3-16 3,6-17 3,9-18 4,3-19 4,6-20 5,0-21 5, u cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,2, ,58 RD 27,4 -> 31,5 -> 24,3 -> 24,4 -> 5,7 6,2 6,6 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP08 1/4

45 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % > 30,2 -> 7,0 34,6 -> 31 -> 7,4 29,7 -> 43 -> 7,4 7,6 8,0 8,2 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,2, ,58 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP08 2/4

46 Dynamische waterdruk (u2) in MPa -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 M.V. : -0,78 m NAP 1,4 1,2 1,1 1,0 0,9 0,7 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,6 0,5 0,2 0,3 0,3 1,5 2,3 2,9 u ,3 3,6 3,9 4,3 4,6 5,0 5,3 5,7 6,2 6, cm² cm² Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,2, ,58 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP08 3/4

47 Dynamische waterdruk (u2) in MPa -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 7,0 7,4 7,4 7,6 8,0 8,2 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,2, ,58 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP08 4/4

48 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,81 m NAP 1,5 1,1 1,1 0,9 0,8 0,7 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,5 0,4 0,2 0,1 0,3 0,9 1,3 1, ,3 2,8 3,1 3,5 3,8 4,2 4, cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,6, ,69 RD 47,2 -> 40,8 -> 42,9 -> 33,3 -> 5,7 6,6 7,3 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM09 1/2

49 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % ,4 -> 32 -> 7,8 39,3 -> 33,6 -> 7,8 33,1 -> 35 -> 8,1 47,7 -> 35,8 -> 8,9 29,9 -> 23,6 -> 9,8 26,6 -> 28,4 -> 10,1 22,7 -> 22,9 -> 10, ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,6, ,69 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM09 2/2

50 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,78 m NAP 1,1 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,5 0,5 0,5 0,6 0,7 0,8 1,0 1, ,1 2,3 2,5 2,8 3,2 3, cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,92, ,78 RD 34,3 -> 29,8 -> 35,8 -> 38,5 -> 33,7 -> 4,0 4,6 5,4 5,9 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM10 1/2

51 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % ,9 -> > 43,8 -> 6,5 41,1 -> 37,4 -> 7,1 32,5 -> 39,7 -> 7,6 37,4 -> 34,3 -> 8,4 32,6 -> 34,1 -> 9,1 26,5 -> 10,1 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,3 -> ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,92, ,78 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKM10 2/2

52 Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % M.V. : -0,93 m NAP 1,3 1,1 1,0 0,9 0,8 0,7 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,5 0,3 0,1 0,1 0,3 0,7 0,9 1, ,6 1,9 2,5 2,7 3,1 3, ,7 -> 24,6 -> 26,4 -> 3,3 3,7 3, u cm² 10 cm² 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,13, ,01 RD 22,9 -> 4,0 x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP11 1/4

53 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) Conusweerstand (qc) in MPa Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % > 31,8 -> 4,1 28,4 -> 24,7 -> 4,4 30,6 -> 30,4 -> 4,3 36,4 -> 37,6 -> 4,5 38,5 -> 37,9 -> 4,4 29,1 -> 31 -> 4,6 32,8 -> 26 -> 4, ,10 0,20 0,30 0,40 0,50 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,13, ,01 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP11 2/4

54 Dynamische waterdruk (u2) in MPa -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 M.V. : -0,93 m NAP 1,3 1,1 1,0 0,9 0,8 0,7 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) ,5 0,3 0,1 0,1 0,3 0,7 0,9 1,2 u ,6 1,9 2,5 2,7 3,1 3,4 3,3 3,7 3,8 4, cm² cm² Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,13, ,01 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP11 3/4

55 Dynamische waterdruk (u2) in MPa -0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 4,1 4,4 4,3 4,5 4,4 4,6 Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) , Project : Locatie : Positie : ISO Sonderingen Raval Amsterdam ,13, ,01 RD x Helling (I) in graden Datum : Conusnr. : Projectnr. : Sondeernr.: S10CFIIP.S DKMP11 4/4

56 Bijlage 3 Boorstaten

57 Boring: B01 Boring: B02 X: ,95 Y: ,57 Datum: GWS: 60 GHG: 45 GLG: 80 Maaiveldhoogte: -0,78 in m t.o.v. NAP Boormeester H de Peijper X: ,70 Y: ,76 Datum: GWS: 50 GHG: 35 GLG: 70 Maaiveldhoogte: -1,37 in m t.o.v. NAP Boormeester H de Peijper groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, K-waarde: 0,35, donkerbruin, Edelmanboor, opgebracht Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, resten schelpen, zwak wortelhoudend, K-waarde: 0,6, licht bruingeel, Edelmanboor, opgebracht/verstoord Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, resten schelpen, K-waarde: 1,1, lichtgrijs, Edelmanboor, verstoord Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen planten, sporen schelpen, K-waarde: 1,3, lichtgrijs, Pulsboor, verstoord groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, K-waarde: 0,4, donkerbruin, Edelmanboor, opgebracht Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, resten schelpen, zwak wortelhoudend, matig roesthoudend, K-waarde: 0,6, licht bruingeel, Edelmanboor, opgebracht/verstoord Veen, mineraalarm, zwak zandhoudend, K-waarde: 0,2, donkerbruin, Edelmanboor, verstoord, deels veraard veen Veen, mineraalarm, volledig veen, K-waarde: 0,05, donkerbruin, Horst, onverstoord Klei, sterk siltig, zwak humeus, resten veen, sporen schelpen, K-waarde: 0,1, lichtgrijs, Horst, onverstoord Veen, mineraalarm, volledig veen, K-waarde: 0,05, donkerbruin, Horst Klei, sterk siltig, zwak humeus, resten planten, laagjes zand, K-waarde: 0,25, lichtgrijs, Horst Zand, uiterst fijn, kleiïg, zwak humeus, laagjes klei, K-waarde: 0,6, lichtgrijs, Horst Klei, sterk siltig, K-waarde: 0,1, lichtgrijs, Zuigerboor handmatig Klei, sterk siltig, zwak humeus, resten planten, K-waarde: 0,1, lichtgrijs, Horst Klei, matig zandig, laagjes zand, K-waarde: 0,35, lichtgrijs, Horst Klei, matig zandig, laagjes zand, K-waarde: 0,4, lichtgrijs, Horst Projectcode: Opdrachtgever: Grontmij Nederland B.V. Datum: Boormeester: H. de Peijper Getekend volgens NEN 5104

58

59 Bijlage 4 Tabel X, Y en Z (RD)

60 Algemene meetpuntgegevens Projectcode: Meetpnt Deelloc. Datum Diepte X Y MVh Ref. MVtype GWS GLG GHG Srt B , ,57-0,78 MA GK P B , ,76-1,37 MA GK B BOPB1-0,95 NA P DKM , ,03-0,8 NA C DKM , ,1-0,82 NA C DKM , ,7-0,93 NA C DKM , ,27-0,55 NA C DKM , ,69-0,81 NA C DKM , ,78-0,78 NA C DKMP , ,56-0,62 NA C DKMP , ,81-0,76 NA C DKMP , ,58-0,78 NA C DKMP , ,01-0,93 NA C Waterpeil , ,33-1,95 NA

61 Bijlage 5 Foto s

62

63

64

65

66 DIEPTE (m) t.o.v. MV MONSTER LAAG VAN TOT BESCHRIJVING MV 0 (0,00) 1 1 0,00-0,50 zand, matig siltig, zwak humeus; donker-, bruin 2 'ZMF' ,50-0,70 zand, matig siltig, matig humeus; donker-, bruin 'ZMF' Geboord tot -8,00 m DIEPTE MV [m] 3-0,70-1,20 zand, zwak siltig; licht-, bruin 'ZMF' 4-1,20-1,50 zand, zwak siltig; licht-, grijs 'ZMF' 5-1,50-2,50 veen; donker-, bruin 6-2,50-3,00 zand, zwak siltig; grijs- 'ZMF' 7-3,00-3,70 klei, zwak zandig; grijs- 8-3,70-5,30 veen; donker-, bruin 9-5,30-5,50 zand, kleiig; grijs- 'ZMF' 10-5,50-6,00 klei, zwak siltig; grijs- 11-6,00-8,00 klei, zwak siltig; grijs- Einde Boring B25G6727 X = ,4927 m Y = ,832 m (RD) DELTARES Boussinesqweg 2629 HV DELFT Telefoon Telefax datum get. - DINO-BOR gez. - BIJL. form. A4

67 DIEPTE (m) t.o.v. MV MONSTER LAAG VAN TOT BESCHRIJVING MV 0 (0,00) 1 1 0,00-0,50 zand, zwak siltig, zwak humeus; bruin- 'ZMF' DIEPTE MV [m] 2 2-0,50-4,00 zand, zwak siltig, zwak humeus; bruin- 'ZMF' ,00-5,40 zand, matig siltig; donker-, grijs 'ZMF' 4 4-5,40-5,90 zand, matig siltig, zwak humeus; bruin-, grijs 'ZMF' 5 5-5,90-7,00 zand, zwak siltig; grijs- 'ZMF' 6 6-7,00-7,50 zand, kleiig; grijs- 'ZMF' 7 7-7,50-8,50 veen; donker-, bruin 8 8-8,50-8,70 zand, zwak siltig; grijs- 'ZMF' ,70-11,50 klei, matig siltig; grijs ,50-13,00 klei, zwak zandig; bruin-, grijs Geboord tot -17,00 m ,00-15,50 klei, matig zandig; grijs- 'gelaagd' ,50-16,00 klei, matig siltig, zwak humeus; donker-, bruin-, grijs ,00-16,50 veen, sterk kleiig; donker-, grijs-, bruin ,50-17,00 veen; donker-, bruin Einde Boring B25G6753 X = ,8938 m Y = ,2987 m (RD) DELTARES Boussinesqweg 2629 HV DELFT Telefoon Telefax datum get. - DINO-BOR gez. - BIJL. form. A4

68 2 CONUSWEERSTAND (MPa) PLAATSELIJKE WRIJVING (MPa) 0,0 0,1 0,2 WRIJVINGSGETAL (%) DIEPTE (m) t.o.v. NAP = NAP -1 m , , ,5 35,9 31,2 30,0 0,4 0,4 0,3 0,2 0, ,0 31,1 35,7 38,5 34,5 33,6 37,9 36,6 34,6 39,0 44,4 52,3 47,1 44,9 33,0 32,6 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4 0,5 0,4 0,3 0,3 DELTARES Boussinesqweg 2629 HV DELFT Telefoon Telefax datum get. - - DINO-CPT-/ Sondering S25G10681 [Blad 1 / 2] BIJL. - gez. form. A4

69 DIEPTE (m) t.o.v. NAP CONUSWEERSTAND (MPa) ,6 37,9 36,6 34,6 39,0 44,4 52,3 47,1 44,9 33,0 32,6 32,1 32,0 34,6 46,4 46,4 43,7 37,0 30,6 PLAATSELIJKE WRIJVING (MPa) 0,0 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4 0,5 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,3 0,4 0,5 0,5 0,4 0,3 0,3 0,2 0,2 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,4 0,2 0,3 WRIJVINGSGETAL (%) DELTARES Boussinesqweg 2629 HV DELFT Telefoon Telefax datum get. - - DINO-CPT-/ Sondering S25G10681 [Blad 2 / 2] BIJL. - gez. form. A4

70 2 CONUSWEERSTAND (MPa) PLAATSELIJKE WRIJVING (MPa) 0,0 0,1 0,2 WRIJVINGSGETAL (%) DIEPTE (m) t.o.v. NAP 0-2 maaiveld = NAP -0,169 m 15, ,9 35,4 36,0 33,9 34,5 34,5 31,2 31,0 0,2 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0, ,6 31,6 33,6 36,8 36,0 32,7 33,6 33,1 32,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,2 DELTARES Boussinesqweg 2629 HV DELFT Telefoon Telefax datum get. - - DINO-CPT-/ Sondering S25G13855 [Blad 1 / 2] BIJL. - gez. form. A4

71 -26 CONUSWEERSTAND (MPa) PLAATSELIJKE WRIJVING (MPa) 0,0 0,1 0,2 WRIJVINGSGETAL (%) DIEPTE (m) t.o.v. NAP ,6 31,6 33,6 36,8 35,4 32,7 33,6 33,1 32,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0, DELTARES Boussinesqweg 2629 HV DELFT Telefoon Telefax datum get. - - DINO-CPT-/ Sondering S25G13855 [Blad 2 / 2] BIJL. - gez. form. A4

72 Bijlage 2 : Resultaten grondonderzoek SWNL , revisie D1

73 Bijlage 3 Paalbelastingen SWNL , revisie D1

74 Project: Ravel Projectnr: Onderdeel: Veerwaarden palen Datum: Blad: 1 Veerwaarden Fundex-palen Ø540 mm L = 23-4,2 = 18,8 m ULS F sb se sb+se x 2 k = 1527 druk kn/m 2890 druk kn/m = 3750 druk kn/m trek kn/m SLS F sb se sb+se x 2 k = 1057 druk kn/m 2290 druk kn/m = 4503 druk kn/m trek kn/m Avegaar-palen Ø350 mm L = 25-4,2 = 20,8 m ULS F sb se sb+se k = 568 druk kn/m 771 druk kn/m = 1072 druk kn/m 100 trek 2, kn/m 211 trek kn/m SLS F sb se sb+se k = 340 druk kn/m 644 druk kn/m = 1360 druk kn/m 50 trek 0, kn/m 94 trek 1, kn/m Gewi-palen Ø250 mm L = 23,5-4,2 = 19,3 m ULS F sb se sb+se k 348 druk kn/m = 607 druk kn/m 250 trek 4, kn/m 497 trek 19, kn/m SLS F sb se sb+se k 240 druk kn/m = 783 druk kn/m 180 trek 2, kn/m 378 trek 7, kn/m

75 Project: Ravel Projectnr: Onderdeel: Paalbelastingen Datum: Blad: 2 Paalbelastingen TOTAAL maximaal ULS [kn] SLS [kn] fundexpalen druk trek avegaarpalen druk trek gewipalen veld druk trek gewipalen druk assen trek

76 Bijlage 4 Damwandberekeningen SWNL , revisie D1

77 AZ Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel 0 Outline - Stage 1: 1. Plaatsen damwand m20-0,80-0,80-1,40-1,40-2,00 1. Zand los 1. Zand los -2,00-4,50 2. Veen, matig 2. Veen, matig -4, ,40 3. Klei, matig 3. Klei, matig -5,40 Fax Phone -10-8,30-9,00-10,30-11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 8. Zand, matig 8. Zand, matig Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s.shi m -15,90 9. Alerod 9. Alerod -15,9

78 AZ Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel 0 Outline - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen m20 10 kpa 1. Zand los -0,80-1,40-2, ,50-4,70-5,40 3. Klei, matig 2. Veen, matig 3. Klei, matig -4,50-5,40 Fax Phone -10-8,30-9,00-10,30-11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 8. Zand, matig 8. Zand, matig Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s.shi m -15,90 9. Alerod 9. Alerod -15,9

79 AZ Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel Moments/Forces/Displacements - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen Step Partial factor set: RC 1 Bending Moments [knm] Shear Forces [kn] Displacements [mm] Veen, matig Klei, matig 3. Klei, matig Wadzand 4. Wadzand -7-7 TELEFAX TELEPHONE Depth [m] Zand, los 6. Klei, matig AZ Zand, los 6. Klei, matig Depth [m] Depth [m] Basisveen 7. Basisveen Zand, matig 8. Zand, matig /22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s.shi Max: 593,6 - Min: 0, Max: 128,4 - Min: -181, Max: -333,4

80 AZ Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel Moments/Forces/Displacements - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen Step Partial factor set: RC 1 Bending Moments [knm] Shear Forces [kn] Displacements [mm] Veen, matig Klei, matig 3. Klei, matig Wadzand 4. Wadzand -7-7 TELEFAX TELEPHONE Depth [m] Zand, los 6. Klei, matig AZ Zand, los 6. Klei, matig Depth [m] Depth [m] Basisveen 7. Basisveen Zand, matig 8. Zand, matig /22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s.shi Max: 346,5 - Min: 0, Max: 95,4 - Min: -71, Max: -135,5

81 AZ zonder verkeersbelasting Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel 0-5 Outline - Stage 1: 1. Plaatsen damwand -0,80-0,80-1,40-1,40-2,00 1. Zand los 1. Zand los -2,00-4,50-5, m20 2. Veen, matig 3. Klei, matig 2. Veen, matig 3. Klei, matig -4,50-5,40 Fax Phone -10-8,30-9,00-10,30-11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1 zonder verkeersbelasting.shi m -15,90 8. Zand, matig 9. Alerod 8. Zand, matig 9. Alerod -15,9

82 AZ zonder verkeersbelasting Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel ,50-4,70-5,40 3. Klei, matig Outline - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen m20 1. Zand los 2. Veen, matig 3. Klei, matig -0,80-1,40-2,00-4,50-5,40 Fax Phone -10-8,30-9,00-10,30-11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1 zonder verkeersbelasting.shi m -15,90 8. Zand, matig 9. Alerod 8. Zand, matig 9. Alerod -15,9

83 AZ zonder verkeersbelasting Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel Moments/Forces/Displacements - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen Step Partial factor set: RC 1 Bending Moments [knm] Shear Forces [kn] Displacements [mm] Veen, matig Klei, matig 3. Klei, matig Wadzand 4. Wadzand -7-7 TELEFAX TELEPHONE Depth [m] Zand, los 6. Klei, matig AZ Zand, los 6. Klei, matig Depth [m] Depth [m] Basisveen 7. Basisveen /22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1 zonder verkeersbelasting.shi Zand, matig 8. Zand, matig Max: 455,1 - Min: 0, Max: 108,3 - Min: -134, Max: -245,1

84 AZ zonder verkeersbelasting Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel Moments/Forces/Displacements - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen Step Partial factor set: RC 1 Bending Moments [knm] Shear Forces [kn] Displacements [mm] Veen, matig Klei, matig 3. Klei, matig Wadzand 4. Wadzand -7-7 TELEFAX TELEPHONE Depth [m] Zand, los 6. Klei, matig AZ Zand, los 6. Klei, matig Depth [m] Depth [m] Basisveen 7. Basisveen /22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1 zonder verkeersbelasting.shi Zand, matig 8. Zand, matig Max: 282,0 - Min: 0, Max: 80,3 - Min: -53, Max: -104,1

85 AZ met stempel Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel 0 Outline - Stage 1: 1. Plaatsen damwand m20-0,80-0,80-1,40-1,40-2,00 strut 1-2,00 1. Zand los 1. Zand los -4,50 2. Veen, matig 2. Veen, matig -4, ,40 3. Klei, matig 3. Klei, matig -5,40 Fax Phone -10-8,30-9,00-10,30-11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 8. Zand, matig 8. Zand, matig Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s met stempel.shi m -15,90 9. Alerod 9. Alerod -15,9

86 AZ met stempel Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel ,20-4,50-4,70-5,40 2. Veen, matig 3. Klei, matig Outline - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen m20 strut 1 10 kpa 1. Zand los 2. Veen, matig 3. Klei, matig -0,80-1,40-2,00-4,50-5,40 Fax Phone -10-8,30-9,00-10,30-11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 8. Zand, matig 8. Zand, matig Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s met stempel.shi m -15,90 9. Alerod 9. Alerod -15,9

87 AZ met stempel Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel 0 Outline - Stage 3: 2. Ontgraven en bemalen (1) m20 strut 1 10 kpa 1. Zand los -0,80-1,40-2,00-5 4,50 4,70 5,40 3. Klei, matig strut 2 2. Veen, matig 3. Klei, matig -4,50-5,40 Fax Phone -10 8,30 9,00 10,30 11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s met stempel.shi m 15,90 8. Zand, matig 9. Alerod 8. Zand, matig 9. Alerod -15,9

88 AZ met stempel Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel Moments/Forces/Displacements - Stage 3: 2. Ontgraven en bemalen (1) Step Partial factor set: RC 1 Bending Moments [knm] Shear Forces [kn] Displacements [mm] -1 Fsupport = 9, Veen, matig -3 Fsupport = 96, Klei, matig 3. Klei, matig Wadzand 4. Wadzand -7-7 TELEFAX TELEPHONE Depth [m] Zand, AZ los Klei, matig 5. Zand, los 6. Klei, matig Depth [m] Depth [m] Basisveen 7. Basisveen /22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s met stempel.shi Zand, matig 8. Zand, matig Max: 49,3 - Min: -102, Max: 45,0 - Min: -84, Max: -7,8

89 AZ met stempel Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel Moments/Forces/Displacements - Stage 3: 2. Ontgraven en bemalen (1) Step Partial factor set: RC 1 Bending Moments [knm] Shear Forces [kn] Displacements [mm] -1 Fsupport = 18, Veen, matig -3 Fsupport = 55, Klei, matig 3. Klei, matig Wadzand 4. Wadzand -7-7 TELEFAX TELEPHONE Depth [m] Zand, AZ los Klei, matig 5. Zand, los 6. Klei, matig Depth [m] Depth [m] Basisveen 7. Basisveen /22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1-003s met stempel.shi Zand, matig 8. Zand, matig Max: 33,6 - Min: -71, Max: 33,9 - Min: -53, Max: -4,9

90 AZ Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel 0 Outline - Stage 1: 1. Plaatsen damwand m20-0,80-0,80-1,40-1,40-2,00 1. Zand los 1. Zand los -2,00-4,50 2. Veen, matig 2. Veen, matig -4, ,40 3. Klei, matig 3. Klei, matig -5,40 Fax Phone -10-8,30-9,00-10,30-11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 8. Zand, matig 8. Zand, matig Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1 AZ41.shi m -15,90 9. Alerod 9. Alerod -15,9

91 AZ Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel 0 Outline - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen m20 10 kpa 1. Zand los -0,80-1,40-2, ,50-4,70-5,40 3. Klei, matig 2. Veen, matig 3. Klei, matig -4,50-5,40 Fax Phone -10-8,30-9,00-10,30-11,20 4. Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen AZ Wadzand 5. Zand, los 6. Klei, matig 7. Basisveen -8,30-9,00-10,3-11,2 8. Zand, matig 8. Zand, matig Annex 2/22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1 AZ41.shi m -15,90 9. Alerod 9. Alerod -15,9

92 AZ Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel Moments/Forces/Displacements - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen Step Partial factor set: RC 1 Bending Moments [knm] Shear Forces [kn] Displacements [mm] Veen, matig Klei, matig 3. Klei, matig Wadzand 4. Wadzand -7-7 TELEFAX TELEPHONE Depth [m] Zand, los 6. Klei, matig AZ Zand, los 6. Klei, matig Depth [m] Depth [m] Basisveen 7. Basisveen Zand, matig 8. Zand, matig /22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1 AZ41.shi Max: 605,2 - Min: 0, Max: 128,4 - Min: -186, Max: -233,9

93 AZ Tijdelijk polderprincipe ontlaststeuven Amsterdam - Parkeergarage Ravel Moments/Forces/Displacements - Stage 2: 2. Ontgraven en bemalen Step Partial factor set: RC 1 Bending Moments [knm] Shear Forces [kn] Displacements [mm] Veen, matig Klei, matig 3. Klei, matig Wadzand 4. Wadzand -7-7 TELEFAX TELEPHONE Depth [m] Zand, los 6. Klei, matig AZ Zand, los 6. Klei, matig Depth [m] Depth [m] Basisveen 7. Basisveen Zand, matig 8. Zand, matig /22/2016 date D-Sheet Piling 15.1 : Variant 1 AZ41.shi Max: 350,8 - Min: 0, Max: 95,4 - Min: -73, Max: -96,4

94 Bijlage 5 Zwelberekeningen SWNL , revisie D1

95 S25G13855 Berekening optredende zwel VO- Parkeergarage Ravel Grontmij 20 Input View m Materials Korst, GVB Zand, los GVB Veen, GVB Korst Zand, los 10 Wadzand Klei, humeus Fax Phone 0-10 Korst Zand, los 1 Korst, GVB Zand, los GVB Veen, Veen GVB Wadzand Klei, Veen humeus Zand, matig Veen Korst Zand, los Veen Zand, matig Alerrod Zand, vast -20 Alerrod Zand, vast -30 0, , Annex date D-Settlement 15.1 : Zwel zandig (zonder kruip).sli -50 m

96 Report for D-Settlement 15.1 Settlement Calculations Developed by Deltares Company: Sweco Date of report: Time of report: 10:31:03 Date of calculation: Time of calculation: 11:16:05 Filename: Project identification: \..\03 Berekeningen\Zwelberekeningen\Zwel zandig (zonder kruip) Parkeergarage Ravel Berekening optredende zwel DO S25G13855

97 Grontmij D-Settlement Table of Contents 1 Table of Contents 2 2 Echo of the Input Layer Boundaries Pl-lines General Data Soil Profiles Soil Properties Non-Uniform Loads Verticals 5 3 Results per Vertical Results for Vertical 1 (X = 49,92 m; Z = 0,00 m) 6 4 Settlements Settlements Residual Times 8 5 Warnings and errors \..\Zwel zandig (zonder kruip) Page 2

98 Grontmij D-Settlement Echo of the Input 2.1 Layer Boundaries Boundary number Co-ordinates [m] 14 - X - 0,000 20,000 80, , Y - -0,170-0,170-0,170-0, X - 0,000 20,000 20,000 80, , Y - -1,700-1,700-0,170-0,170-0, X - 0,000 20,000 20,000 20,000 80, Y - -3,500-3,500-1,700-0,170-0, X - 100, Y - -0, X - 0,000 20,000 20,000 80,000 80, Y - -3,500-3,500-1,700-1,700-0, X - 100, Y - -0, X - 0,000 20,000 80,000 80,000 80, Y - -3,500-3,500-3,500-1,700-0, X - 100, Y - -0, X - 0,000 20,000 20,000 80,000 80, Y - -3,500-3,500-4,500-4,500-3, X - 80,000 80, , Y - -1,700-0,170-0, X - 0,000 20,000 20,000 80,000 80, Y - -3,500-3,500-4,500-4,500-3, X - 80, , Y - -1,700-1, X - 0,000 20,000 20,000 80,000 80, Y - -3,500-3,500-4,500-4,500-3, X - 100, Y - -3, X - 0, , Y - -5,100-5, X - 0, , Y - -9,700-9, X - 0, , Y - -10,100-10, X - 0, , Y - -11,200-11, X - 0, , Y - -16,000-16, X - 0, , Y - -20,700-20, X - 0, , Y - -30,000-30, Pl-lines Pl-line number Co-ordinates [m] 1 - X - 0, , Y - -1,400-1, General Data Soil model: Koppejan Consolidation model: Terzaghi Strain model: Natural Groundwater level: Initial determined by Pl-line number 1 Unit weight of water: 9,81 [kn/m³] Dispersion conditions layer boundaries - Top: drained - Bottom: drained \..\Zwel zandig (zonder kruip) Page 3

99 Grontmij D-Settlement 15.1 Stress distribution - Soil: Buisman - Loads: None End of consolidation: 10000,00 [days] No maintain profile Pc (initial): Variable parallel to the initial effective stress Pc (per step): Automatic increased to the final effective stresses No imaginary surface No submerging Load column width - Non-Uniform Loads : 1,00 [m] - Trapezoidal Loads : 1,00 [m] 2.4 Soil Profiles Layer Material name Pl-line Pl-line number top bottom 14 Korst Zand, los Korst, GVB Zand, los GVB Veen, GVB Korst Zand, los Veen Wadzand Klei, humeus Veen Zand, matig Alerrod Zand, vast Soil Properties Layer Drained Unit weight number Unsaturated Saturated [kn/m³] [kn/m³] 14 No 15,00 15,00 13 Yes 17,00 19,00 12 Yes 15,00 15,00 11 Yes 17,00 19,00 10 Yes 10,00 10,00 9 No 15,00 15,00 8 Yes 17,00 19,00 7 No 10,00 10,00 6 No 18,00 18,00 5 No 14,00 14,00 4 No 10,00 10,00 3 Yes 18,00 20,00 2 Yes 18,00 18,00 1 Yes 19,00 21,00 Layer Vert. consolid. number coefficient Cv [m²/s] 14 5,00E ,00E ,50E ,00E ,00E ,50E \..\Zwel zandig (zonder kruip) Page 4

100 Grontmij D-Settlement 15.1 Layer Vert. consolid. number coefficient Cv [m²/s] Layer Precons. POP OCR number pressure [kn/m²] [kn/m²] [-] 14-10, , , , , , , , , , , , , ,00 - Layer Primary compr. coeff. Secular compr. coef. Swell constants number Cp [-] Cp' [-] Cs [-] Cs' [-] Ap [-] As [-] 14 5,00E+01 1,00E+01 5,50E+02 1,10E+02 5,00E+01 1,10E ,00E+03 2,00E+02 1,00E+08 1,00E+08 1,00E+03 1,00E ,00E+09 1,00E+09 1,00E+09 1,00E+09 1,00E+09 1,00E ,00E+08 1,00E+08 1,00E+08 1,00E+08 1,00E+08 1,00E ,00E+09 1,00E+09 1,00E+09 1,00E+09 1,00E+09 1,00E ,00E+01 1,00E+01 5,50E+02 1,10E+02 5,00E+01 1,10E ,00E+03 2,00E+02 1,00E+08 1,00E+08 1,00E+03 1,00E ,50E+01 5,00E+00 1,00E+08 1,00E+08 2,50E+01 1,00E ,35E+02 2,70E+01 1,00E+08 1,00E+08 1,35E+02 1,00E ,00E+01 1,00E+01 1,00E+08 1,00E+08 3,75E+01 1,00E ,50E+01 5,00E+00 1,00E+08 1,00E+08 2,50E+01 1,00E ,00E+03 6,00E+02 1,00E+08 1,00E+08 3,00E+03 1,00E ,35E+02 2,70E+01 1,00E+08 1,00E+08 1,35E+02 1,00E ,00E+03 1,00E+03 1,00E+08 1,00E+08 5,00E+03 1,00E Non-Uniform Loads Load Time Unit weight number Unsaturated Saturated [days] [kn/m³] [kn/m³] ,99-14, ,00-19, ,00-10, Verticals Load number Co-ordinates [m] 1 - X - 20,00 20,00 80,00 80, Y - -0,17-1,70-1,70-0, X - 20,00 20,00 80,00 80, Y - -0,17-3,50-3,50-0, X - 20,00 20,00 80,00 80, Y - -0,17-4,50-4,50-0,17 Vertical number 1 49,916 X co-ordinates [m] \..\Zwel zandig (zonder kruip) Page 5

101 Grontmij D-Settlement Results per Vertical 3.1 Results for Vertical 1 (X = 49,92 m; Z = 0,00 m) Depth Initial stress Final stress S-total S-water S-eff. S-total S-water S-eff. [m] [kn/m²] [kn/m²] [kn/m²] [kn/m²] [kn/m²] [kn/m²] Layer 12-0,17 0,001 0,000 0,001 0,001 0,000 0,001-0,27 1,500 0,000 1,500 1,500 0,000 1,500-0,37 3,000 0,000 3,000 3,000 0,000 3,000-0,47 4,500 0,000 4,500 4,500 0,000 4,500-0,57 6,000 0,000 6,000 6,000 0,000 6,000-0,67 7,500 0,000 7,500 7,500 0,000 7,500-0,77 9,000 0,000 9,000 9,000 0,000 9,000-0,87 10,500 0,000 10,500 10,500 0,000 10,500-0,94 11,475 0,000 11,475 11,475 0,000 11,475-0,97 12,000 0,000 12,000 12,000 0,000 12,000-1,07 13,500 0,000 13,500 13,500 0,000 13,500-1,17 15,000 0,000 15,000 15,000 0,000 15,000-1,40 18,450 0,000 18,450 18,450 0,000 18,450-1,70 22,950 2,943 20,007 0,365 0,350 0,015 Layer 11-1,70 22,950 2,943 20,007 0,365 0,350 0,015-2,60 40,050 11,772 28,278 17,465 9,179 8,286-3,50 57,150 20,601 36,549 18,023 18,008 0,015 Layer 10-3,50 57,150 20,601 36,549 18,023 18,008 0,015-4,00 62,150 25,506 36,644 23,024 22,913 0,111-4,50 67,150 30,411 36,739 27,834 27,818 0,016 Layer 7-4,50 67,150 30,411 36,739 27,834 27,818 0,016-4,80 70,150 33,354 36,796 31,741 31,668 0,073-5,10 73,150 36,297 36,853 35,524 35,393 0,131 Layer 6-5,10 73,150 36,297 36,853 35,524 35,393 0,131-5,80 85,750 43,164 42,586 48,258 42,393 5,865-6,80 103,750 52,974 50,776 66,375 52,316 14,059-7,40 114,550 58,860 55,690 77,230 58,253 18,977-8,10 127,150 65,727 61,423 89,887 65,170 24,717-9,10 145,150 75,537 69, ,962 75,040 32,922-9,70 155,950 81,423 74, ,805 80,957 37,848 Layer 5-9,70 155,950 81,423 74, ,805 80,957 37,848-9,90 158,750 83,385 75, ,645 82,955 38,690-10,10 161,550 85,347 76, ,485 84,951 39,533 Layer 4-10,10 161,550 85,347 76, ,485 84,952 39,533-10,65 167,050 90,743 76, ,144 90,490 39,654-11,20 172,550 96,138 76, ,806 96,029 39,777 Layer 3-11,20 172,550 96,138 76, ,806 96,029 39,777-12,00 188, ,986 84, , ,878 47,962-13,00 208, ,796 94, , ,690 58,205-13,60 220, , , , ,577 64,357-14,40 236, , , , ,426 72,568-15,40 256, , , , ,237 82,845-16,00 268, , , , ,124 89,019 Layer 2-16,00 268, , , , ,124 89,019-16,75 282, , , , ,500 95,246-17,75 300, , , , , ,562-18,35 310, , , , , , \..\Zwel zandig (zonder kruip) Page 6

102 Grontmij D-Settlement 15.1 Depth Initial stress Final stress S-total S-water S-eff. S-total S-water S-eff. [m] [kn/m²] [kn/m²] [kn/m²] [kn/m²] [kn/m²] [kn/m²] -19,50 331, , , , , ,159-20,70 353, , , , , ,198 Layer 1-20,70 353, , , , , ,198-22,35 387, , , , , ,992-24,35 429, , , , , ,831-25,35 450, , , , , ,272-27,00 485, , , , , ,178-29,00 527, , , , , ,135-30,00 548, , , , , ,628 Layer Swelling Settlement b. Sp. Settlement a. Sp. number Primary Secondary Primary Secondary Primary Secondary 10 [days] 10 [days] [m] [m] [m] [m] [m] [m] 12 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,1513 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,0444 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,0071 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,0288 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,0007 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,0101 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0, ,0003 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 Total -0,2427 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 0,0000 Depth Layer Total settlement (100% cons.) Percentage From To number Primary Secondary After of original 10 [days] [days] layer height [m] [m] [m] [m] [m] [%] -0,17-1, ,0000 0,0000 0,0000 0,00-1,70-3, ,0000 0,0000 0,0000 0,00-3,50-4, ,0000 0,0000 0,0000 0,00-4,50-5,10 7-0,1513 0,0000-0, ,69-5,10-9,70 6-0,0444 0,0000-0,0447-0,97-9,70-10,10 5-0,0071 0,0000-0,0072-1,79-10,10-11,20 4-0,0288 0,0000-0,0292-2,65-11,20-16,00 3-0,0007 0,0000-0,0007-0,02-16,00-20,70 2-0,0101 0,0000-0,0101-0,21-20,70-30,00 1-0,0003 0,0000-0,0003 0,00 Total -0,2427 0,0000-0, \..\Zwel zandig (zonder kruip) Page 7

103 Grontmij D-Settlement Settlements 4.1 Settlements Vertical X co-ordinate Z co-ordinate Surface level Settlement number [m] [m] [m] [m] 1 49,92 0,00-0,17-0, Residual Times Vertical Time Settlement Part of final Residual number settlement settlements [days] [m] [%] [m] ,205 77,533-0, \..\Zwel zandig (zonder kruip) Page 8

104 Grontmij D-Settlement Warnings and errors List of non-fatal warnings and errors generated during calculation. 1 The Terzaghi model uses one consolidation coefficient for loading/unloading. This can underestimate residual settlements after unloading. Switch to Darcy for, more accurate calculations of the consolidation stage. 2 Non-uniform load [1]: Co-ordinate is below surface (2) 3 Non-uniform load [1]: Co-ordinate is below surface (3) 4 Non-uniform load [2]: Co-ordinate is below surface (2) 5 Non-uniform load [2]: Co-ordinate is below surface (3) 6 Non-uniform load [3]: Co-ordinate is below surface (2) 7 Non-uniform load [3]: Co-ordinate is below surface (3) End of Report \..\Zwel zandig (zonder kruip) Page 9

105 Bijlage 6 Wandstandverlagingen door bemaling SWNL , revisie D1

106