GRIP OP CARELINK EEN PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL

Transcriptie

1 GRIP OP CARELINK EEN PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL

2 INHOUD HOE WERKT CARELINK PERSONAL-SOFTWARE? Wat is CareLink Personal-software? Voordelen van CareLink Personal-software Aanmelden bij uw CareLink Personal-account Installeren van CareLink Personal-software Uw pomp uploaden naar CareLink Personal EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL Het stappenplan Voorbereiding & CareLink-instellingen Basishandelingen Hypo- en hyperglykemiën Verbeterpunten behandeling Grip op CareLink

3 HOE WERKT CARELINK PERSONAL-SOFTWARE? WAT IS CARELINK PERSONAL-SOFTWARE? Met Medtronic CareLink Personalsoftware kunt u informatie uploaden van uw insulinepomp, uw continue glucosemonitoring (CGM) systeem en uw bloedglucosemeter. U kunt dan via een gratis programma op internet zien hoe uw glucosespiegel zich ontwikkelt, waardoor het gemakkelijker wordt om trends en patronen te ontdekken. Alles wat nodig is om aan de slag te gaan, is een gemakkelijk te downloaden programma. Dat downloaden doet u met Contour NEXT Link (2.4) die met uw Medtronic-insulinepomp meegeleverd is, en/of de kabel voor het aansluiten van uw bloedglucosemeter die door de fabrikant van de bloedglucosemeter geleverd moet zijn. VOORDELEN VAN CARELINK PERSONAL-SOFTWARE CareLink Personal-software maakt het makkelijker om het verloop van uw glucosespiegel te volgen en te zien wat de invloed van insulinetoediening, maaltijden en lichaamsbeweging op die spiegel is geweest. CareLink Personal biedt een veilige plek voor het opslaan van uw informatie en het blootleggen van patronen in uw glucosespiegel die met een meter en logboeken alleen niet te ontdekken zijn. Informatie in CareLink Personalsoftware helpt u en uw arts en/of diabetesverpleegkundige bij het nemen van beter onderbouwde behandelbeslissingen, gericht op het verbeteren van uw glucose regulatie AANMELDEN BIJ UW CARELINK PERSONAL- ACCOUNT Bent u klaar om CareLink Personal-software te gaan gebruiken? Ga dan naar: Denk eraan: sluit uw Contour NEXT Link (2.4) pas aan als dat wordt aangegeven. U komt dan op het welkomstscherm van CareLink Personal. Voordat u CareLink Personal-software kunt gaan gebruiken, moet u eerst een gebruikersaccount aanmaken en een wachtwoord instellen. Dat doet u met de volgende eenvoudige stappen: 2 Grip op CareLink 2 Grip op CareLink

4 Stap 1: Klik in het welkomstscherm op Nu inschrijven. Schrijf u in voor een CareLink Software-account en ga aan de slag: eenvoudig informatie van uw pomp uploaden met behulp van de Contour NEXT Link (2.4). Stap 2: Nadat u de voorwaarden van de overeenkomst hebt geaccepteerd, wordt u gevraagd om een gebruikersnaam en een wachtwoord aan te maken. Het wachtwoord kan bestaan uit elke combinatie van minimaal 4 tot maximaal 20 letters of cijfers. Vergeet niet dat wachtwoorden hoofdlettergevoelig zijn. Zorg ervoor dat u uw gebruikersnaam en wachtwoord op een veilige plaats bewaart en deel ze niet met iemand anders. Stap 3: Voer uw persoonlijke informatie in alle verplichte velden in en klik op de knop Versturen onderaan het formulier. Nadat u zich voor het gebruik van CareLink Software hebt ingeschreven, kunt u vanuit het welkomstscherm met behulp van uw gebruikersnaam en wachtwoord inloggen. 3 Grip op CareLink

5 HOE WERKT CARELINK PERSONAL-SOFTWARE? INSTALLEREN VAN CARELINK PERSONAL-SOFTWARE Als uw pc op een besturingsysteem van Windows draait, zijn er extra stappen nodig voor het uploaden van gegevens van uw apparaat (insulinepomp, CGM systeem of bloedglucosemeter). Start als Beheerder de browser: klik eerst op Start -> Alle Programma s. Klik daarna met de rechter muisknop op Internet Explorer en selecteer Als administrator uitvoeren. Log in op CareLink Personal-software: en upload de informatie van uw apparaat. Voor meer technische informatie en ondersteuning over o.a. besturingssystemen en browsers, kunt u terecht op: HEEFT U PROBLEMEN? Voor ondersteuning kunt u ons MiniMed Care Service Team tijdens kantooruren bellen op het gratis telefoonnummer Grip op CareLink

6 UW POMP UPLOADEN NAAR CARELINK PERSONAL Wanneer u klaar bent voor uploaden naar CareLink Personal contro - leer dan of u uw insulinepomp en alle BG-meters bij de hand hebt. CareLink Personal leidt u door het upload-proces, en vertelt u welk apparaat u moet uploaden en wanneer u het dient aan te sluiten. Volg eenvoudigweg de instructies van elk venster, en let er daarbij op dat u op Volgende > klikt wanneer u klaar bent om verder te gaan. Sluit uw Contour NEXT Link (2.4) aan op een USB-poort van uw computer wanneer dat wordt aangegeven. Zodra u uw Contour NEXT Link (2.4) op uw computer hebt aangesloten, bent u klaar voor het verzenden van gegevens vanaf uw apparaat naar CareLink Personal. BELANGRIJK Sluit uw Contour NEXT Link (2.4) nooit aan voordat u uzelf hebt ingeschreven en de drivers voor de Contour NEXT Link (2.4) hebt geïnstalleerd! Controleer of uw computer en uw apparaat/apparaten de feitelijke datum en tijd aangeven. De tijd op uw computer en op uw apparaat/apparaten mag niet te ver afwijken van elkaar, anders is de informatie die uitgewisseld wordt niet nauwkeurig. 5 Grip op CareLink

7 HOE WERKT CARELINK PERSONAL-SOFTWARE? De gegevens van uw apparaat/ apparaten die via de Contour NEXT Link (2.4) zijn geüpload, worden opgeslagen op de beveiligde Medtronic CareLink Personal-server, niet op uw computer. CareLink Personal-software voldoet aan de hoogste veiligheidsnormen. Het is in feite veiliger dan het opslaan van gegevens op uw eigen computer. OPMERKING Als u tijdens het uploaden op een ander tabblad of een link klikt dan wordt het uploaden geannuleerd. Blijf dus zolang het uploaden bezig is op deze pagina! U kunt het uploaden ook zelf stoppen door op Annuleren te klikken. Wanneer het venster Controleer verbindingen verschijnt, lees dan de verschillende stappen. Dit is om er zeker van te zijn dat u de communicatie tussen uw computer en het apparaat correct hebt ingesteld. Wanneer u klaar bent om de upload te voltooien, klikt u op Voltooien. In een venster wordt de voortgang getoond. De hoeveelheid tijd die nodig is voor het uploaden van uw gegevens is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die moeten worden verzonden. Wanneer het uploaden met succes is afgerond, verschijnt een mededeling. Vergeet niet om ook de andere apparaten die u gebruikt te uploaden, zoals uw glucosemeter. Doe dat met bovengenoemde stappen. Daardoor ziet u alle belangrijke informatie in uw CareLinkrapporten. SUCCES! Uitlezen Compleet Het systeem heeft met succes uw pomp uitgelezen Wat kunt u nu doen? Klik op het Rapporten tabblad om uw gegevens te bekijken Klik op het Logboek tabblad om informatie toe te voegen Klik op het Uploaden tabblad om nog een apparaat uit te lezen 6 Grip op CareLink

8 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL HET STAPPENPLAN Het stappenplan is ontwikkeld in samenwerking met een groep professionele zorgverleners die allemaal ervaren zijn in het gebruik van CareLink. Het stappenplan beschrijft één van de manieren waarop CareLink Personal kan worden gebruikt voor het verbeteren van insulinepomptherapie voor zowel patiënten die gebruik maken van continue glucosemonitoring (CGM) als patiënten die geen gebruik maken van CGM. De afbeelding toont een stappenplan die u bij het gebruik van CareLink kunt toepassen. De verschillende stappen worden verderop in deze handleiding uitgebreider uitgelegd. VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING 7 Grip op CareLink

9 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING VOORBEREIDING CARELINK-INSTELLINGEN: STANDAARD VOORKEUREN Lees uw insulinepomp thuis uit Zorg ervoor dat u uw insulinepomp thuis uitleest voorafgaand aan uw polibezoek. Op deze manier hoeft u niet naar het ziekenhuis om uw insulinepomp uit te lezen en kunt u zelf uw rapporten genereren. Bespreek met uw arts of diabetesverpleegkundige hoe vaak u uw insulinepomp het beste kunt uploaden. Rapporten bekijken met het stappenplan Naast het thuis uploaden van uw insulinepomp kunt u uw rapporten bekijken. Gebruik hiervoor het stappenplan en het invulformulier. Het invulfomulier dient u naar uw diabetesverpleegkundige te sturen voorafgaand aan uw polibezoek. Een voorbeeld van het invulformulier vindt u op pag. 28. Het is belangrijk dat u de standaardinstellingen van de CareLinksoftware controleert en aanpast aan uw persoonlijke situatie en doel, zodat de evaluaties relevant zijn voor u. Bespreek uw persoonlijke streefbereik met uw arts. De in deze rapportenhandleiding getoonde instellingen dienen slechts als voorbeeld. U kunt de instellingen altijd aanpassen aan uw individuele behoeften in Aanvullende instellingen onder Voorkeuren. 8 Grip op CareLink

10 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL OPMERKING De waarden voor uw BG-streefbereik Hoog en Laag in de rapporten hoeven niet hetzelfde te zijn als het streefbereik in uw insulinepomp. Raadpleeg uw arts of diabetesverpleegkundige voor de bepaling van uw boven-, ondergrens en hypo-drempel. Aanpassing van streefbereik aan het individuele doel; in dit voorbeeld mg/dl Aanpassing aan de gebruikte eenheid 9 Grip op CareLink

11 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING CARELINK INSTELLINGEN: VOORKEUREN DAGTIJDVAKKEN - GEAVANCEERD U kunt alle tijdvakken en streefbereiken invoeren die worden gebruikt voor het rapport Therapy Management Dashboard indien u een sensor gebruikt en het rapport Overzicht meter indien u geen sensor gebruikt. Dit is een handig rapport om eventuele hypo- en hyperglykemiën te herkennen vóór en na de maaltijd. Bij de SG-streefbereiken kunt u voor elk van de drie maaltijdvakken een streefbereik Vóór en Na de maaltijd invoeren. Voor de tijdvakken Avond en Nacht geldt één enkel streefbereik. U kunt de tijdvakken instellen zoals u wilt, als ze maar in chronologische volgorde blijven staan Overleg met uw arts of diabetesverpleegkundige hoe u uw tijdvakken het beste kan instellen. 10 Grip op CareLink

12 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL CARELINK-INSTELLINGEN: RAPPORTEN GENEREREN U kunt de rapporten die u wilt bekijken eenvoudig genereren door eerst het gewenste tijdvak te selecteren. U vinkt de gewenste rapporten aan, u klikt op Rapporten genereren en vervolgens worden alle geselecterde rapporten in één PDF rapport weergegeven. Deze PDF kunt u op het scherm bekijken, uitprinten en/of opslaan. We raden aan als rapportageperiode Laatste 2 weken te gebruiken, aangezien het lastig is gegevens langer dan twee weken te bekijken en hiermee kunt u ook wekelijkse patronen zien. Daarnaast is het belangrijk om alleen een periode met gegegevens te selecteren, dus het meest handige is om de rapporten te genereren direct nadat u uw insulinepomp heeft geupload. 11 Grip op CareLink

13 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING Er zijn nu rapportbundels beschikbaar, zodat u waardevolle rapporten kunt selecteren die op uw behoeften aansluiten. 1. Rapportageperiode U kunt een relatieve rapportageperiode selecteren vanaf de huidige dag tot aan een dag met de gewenste periode in het verleden. U kunt ook "Aangepast" selecteren en een specifieke start- en einddatum opgeven. 2. Aanbevolen rapportpakketten voor verschillende situaties Er zijn nu rapportbundels beschikbaar zodat er rapporten aan u worden verstrekt die het meeste aansluiten op uw specifieke behoeften. 3. Eenmalige rapporten Naast het pakket met rapporten die aansluiten op uw behoeften kunt u specifieke, eenmalige rapporten selecteren. 4. Originele rapporten Klik op de hyperlink onderaan de pagina "Rapporten" om de originele CareLink Personal-rapporten* te openen Grip op CareLink

14 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL RAPPORTEN SELECTIE INDIEN U EEN GLUCOSESENSOR DRAAGT Indien u een glucosesensor draagt zijn er een aantal handige rapporten om te bekijken. Voor het volgen van het stappenplan hebben we de volgende vijf rapporten voor u geselecteerd: Dashboard en Episode-samenvatting, Adherentie, Momentopname apparaatinstellingen en Dagdetails RAPPORTEN SELECTIE INDIEN U GEEN GLUCOSESENSOR DRAAGT Indien u geen glucosesensor draagt zijn er een aantal handige rapporten om te bekijken. Voor het volgen van het stappenplan hebben we de volgende vier rapporten voor u geselecteerd: Adherentie, Overzicht Meter, Momentopname apparaatinstellingen en Dagdetails 13 Grip op CareLink

15 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING BASISHANDELINGEN Gebruik het rapport Adherentie om de volgende basishandelingen te bekijken: 1. Aantal BG-metingen Het aantal BG-metingen is belangrijk om te kunnen vaststellen wanneer uw bloedglucose te hoog of te laag is en om eventuele patronen hierin te kunnen bepalen. Indien u de sensor gebruikt: de nauwkeurigheid van de sensor is afhankelijk van correcte en voldoende kalibraties. 2. Aantal Bolussen Het aantal bolussen is belangrijk omdat er voor elke koolhydraatinname (eten en drinken) gebolust dient te worden. 3. Bolus Wizard (BW) Voor elke bolus dient u de BW te gebruiken met de juiste BW-instellingen. 4. Verwisseling infusieset (infuusset) Indien u uw infusieset niet verwisselt volgens voorschrift (om de 2-3 dagen* verwisselen), kan niet de juiste hoeveelheid en werking van de insuline worden gegarandeerd. 5. Gebruik glucosesensor (alleen voor patiënten die een sensor dragen) Indien u de sensor te weinig draagt zullen de voordelen van het gebruik van de CGM functies op uw insulinepomp beperkt zijn. Daarnaast krijgt u minder inzicht in glucosepatronen en -fluctuaties. Advies is dat de sensor minimaal 5 volledige dagen per week gedragen wordt. * De U.S. Centers for Disease Control and Prevention (CDC - Amerikaanse centra voor ziektepreventie) raden aan de infusieset één keer per 48 à 72 uur te vervangen. 14 Grip op CareLink

16 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL maandag dinsdag woensdag Glucosemetingen Sensor BGmeetwaarden Tijdsduur (h:mm) Adherentie (1 van 8) : : :20 Bolusgebeurtenissen Bolus Manuele Wizard bolussen gebeurtenis. Met maaltijd 3 Met correctie Afgeweken Vulgebeurtenissen Vaste Terugdraaien vulvolumes 4 Gegenereerd: :07 Pagina 3 van 43 Vast Handmatig vulvolume Handmatige vulvolume (E) vulvolumes (E) Pompstop Tijdsduur (h:mm) 2:30 3:29 0:23 OPMERKING Overleg met uw arts of diabetesverpleegkundige welke criteria voor uw basishandelingen gelden, afgestemd op uw dagelijkse activiteiten en persoonlijke behoefte. donderdag : :40 vrijdag : :08 zaterdag : :35 zondag : :54 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag : : : : : : :00 1:54 2:04 1:06 1:51 0:56 OPMERKING Kijk eerst naar de basishandelingen waarvan u vindt dat ze goed gaan. Vervolgens naar de handelingen die u zou moeten verbeteren. zondag : :33 Samenvatting 7.5/dag 12d 18h 00m 0.4/dag 18.8/dag 93.7% 23.5% 4.9% E/vul 5 8.6E/vul 1d 06h 03m Dagdeel Pompstop Stop bij Laag Stop vóór Laag Opmerking: dagdelen worden niet opgenomen in samenvattende gemiddelden. Dagen waarop de tijd is gewijzigd, worden gezien als dagdelen. 15 Grip op CareLink

17 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING HYPO- EN HYPERGLYKEMIËN De volgende stap is het opsporen van patronen van hypo- en hyperglykemiën (momenten dat uw bloedglucose vaker te laag of te hoog is) en het vaststellen van een mogelijke oorzaak hiervan. Patronen vastellen Kijk bij het vaststellen van patronen naar: Hypoglykemiën (bloedglucosewaarde lager dan 70 mg/dl)* Herkent u een patroon van hypoglykemiën in de nacht? Herkent u een patroon van hypoglykemiën vóór de maaltijd? Herkent u een patroon van hypoglykemiën na de maaltijd? Hyperglykemiën (bloedglucosewaarde hoger dan 200 mg/dl)* Herkent u een patroon van hyperglykemiën in de nacht? Herkent u een patroon van hyperglykemiën vóór de maaltijd? Herkent u een patroon van hyperglykemiën 2 uur na de maaltijd? * Standards Of Medical Care In Diabetes 2012, Diabetes Care, Volume 35, Supplement 1, January Grip op CareLink

18 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL Therapy Management Dashboard uurs analyse Sensor, insuline en en instellingen Ontbijt Lunch Avondeten Gegenereerd: :07 Pagina 1 van 43 Gegevensbronnen: Gem. BG 113 ± 1.2 mg/dl A1C-schatting STEL DE PATRONEN VAST - INDIEN U EEN GLUCOSESENSOR GEBRUIKT 1 2 Basaal (E/h) Glucose (mg/dl) Basaal Gevoeligheid (mg/dl/u) KH-ration (g/e) Slapengaan tot opstaan Slapengaan tot opstaan Slapengaan: 20:00-00:00 Slapengaan: 20:00-00:00 Opstaan: 05:00-09:00 Opstaan: 05:00-09:00 Bolusinsuline 2.5 Ontbijt: 06:00-10:00 (38) Lunch: 11:00-15:00 (78) Gem. SG vóór de maaltijd: 146 ± 46 mg/dl Gem. SG vóór de maaltijd: 138 ± 38 mg/dl Ontbijt: 06:00-10:00 (2) Lunch: 11:00-15:00 (0) Gem. SG na de maaltijd: 151 ± 48 mg/dl Gem. SG na de maaltijd: 169 ± 47 mg/dl Gem. SG vóór de maaltijd: 130mg/dl Gem. SG vóór de maaltijd: Gem. KH: 23 ± 15g Gem. KH: 12 ± 12g Gem. SG na de maaltijd: 122 ± Gem. SG na de maaltijd: Gem. KH-bolus: 3.3 ± 2.2E Gem. KH-bolus: 3.6 ± 1.7E Gem. 12mg/dl KH: 48 ± 22g Gem. KH: Gem. KH-bolus: 6,5 ± 6,2E Gem. KH-bolus: Avondeten: 16:00-22:00 (119) Gem. SG vóór de maaltijd: 159 ± 36 mg/dl Avondeten: 17:00-20:00 (0) Gem. SG na de maaltijd: 192 ± 45 mg/dl Gem. SG vóór de maaltijd: Gem. KH: 11 ± 9g Gem. SG na de maaltijd: Gem. KH-bolus: 1.1 ± 1.0E Gem. KH: Gem. KH-bolus: Bolusinsuline (E, (E, 2h 4h actief) BG-meetwaarden per dag KH-invoer per dag 22:59-00:14 (2) Tijdvak 27:25-22:05 Tijdvak 14:35-17:10 07:25-09:15 Insulinedagtotaal 38.3 ± 4.8U Basaal/bolus-ratio 25 /75 Manuele bolussen 0.7U (0.3 bolussen) Bolus Wizard 28.0U (18.8 bolussen) Maaltijd 27.5U (4.4 bolussen) Correctie 7.7U (4.4 bolussen) Afgeweken (+) 0.1U (0.1 bolussen) Afgeweken (-) -1.9U (0.91 bolussen) Pompstoptotaal 2h 25m (3.3 gebeurtenissen) 3 Gebruik het rapport Therapy Management Dashboard om eventuele patronen vast te stellen van hypo- en hyperglykemiën met behulp van uw sensorglucosewaarden. 1. Laat de glucoseregulering zien. Gebruik de 24-uurs, de nacht en de maaltijden grafiek voor het bepalen van hypo- en hyperglycemiën 1 Glucose (mg/dl) Stop bij Laag Stop vóór Laag 2h 20m (2.7 gebeurtenissen) Gem. SG 155 ± 22 mg/dl Gebruiksduur 6d 06h per week SG laag-alarmen 0.9 per dag SG hoog-alarmen 3.1 per dag 2. Deze grafiek laat de insulinetoediening en de belangrijkste Bolus Wizard instellingen zien over een periode van 24 uur Actieplan Gecontroleerd door Datum Tijd 3. Deze tabel laat de belangrijkste hypoen hyperglycemische patronen zien 17 Grip op CareLink

19 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING STEL DE PATRONEN VAST - INDIEN U GEEN GLUCOSESENSOR GEBRUIKT Gebruik hiervoor de drie grafieken uit het Overz. Sensor & Meter-rapport. Meetwaard. Gem. BG Glucose (mg/dl) Overz. Sensor & Meter (2 van 8) uurs glucosesensor-overlay Meetwaarden en gemiddelden (mg/dl) Ontbijt Lunch Avondeten Gegenereerd: :07 Pagina 10 van 43 Gem. BG (mg/dl) 156 ± 62 BG-meetwaarden /dag Meetwaarden boven 79 57% streefbereik Meetwaarden onder streefbereik 7 5% Gem. Sensor (mg/dl) 155 ± 52 Gem. OOC > 140 (mg/dl) d 19h Gem. OOC < 3.9 (mg/dl) d 19h Gem. KH/dag (g) 223 ± 52 KH/Bolusinsuline (g/e) 7.8 Gem. Insulinetotaal/dag (E) ± 4.8 Gem. Basaal/dag (E) % Gem. Bolus/dag (E) % 2.5 Meterglucose-overlay Slapengaan tot opstaan en Maaltijdperioden Meetwaarden en gemiddelden (mg/dl) Slapengaan tot opstaan Ontbijt: 06:00-10:00 Lunch: 11:00-15:00 Avondeten: 16:00-22:00 Geanalyseerde maaltijden: 24 Geanalyseerde maaltijden: 29 Geanalyseerde maaltijden: 53 Slapengaan: 20:00-00:00 Opstaan: 05:00-09:00 Gem. KH: 31g Gem. KH: 15g Gem. KH: 11g Gem. insuline: 4.4E Gem. insuline: 2.1E Gem. insuline: 1.1E Gem. KH/Insuline: 7.0g/E Gem. KH/Insuline: 7.1g/E Gem. KH/Insuline: 9.8g/E Meetwaard. Meter overzicht en de gedetailleerde grafieken voor de ochtend- en maaltijdperioden kunnen worden gebruikt voor het opsporen van de problemen. Gem. BG Glucose (mg/dl) Slapengaan Opstaan 18 Grip op CareLink

20 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL STEL DE MOGELIJKE OORZAKEN VAST Wanneer de patronen van hypo- en hyperglykemiën zijn vastgesteld, probeer dan na te gaan wat de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn van deze patronen: Wat is er gebeurd? Wat zou de oorzaak kunnen zijn? Op pagina 20 en 21 staan de meest voorkomende bijdragende factoren voor een aantal hypo- en hyperglykemische patronen. Gebruik, indien nodig, het rapport Overz. Sensor & Meter om eventuele aanvullende issues vast te stellen om additionele problemen vast te stellen. OPMERKING CareLink laat alleen gegevens zien die door uw insulinepomp verzameld zijn. Dit betekent dat gegevens over maaltijden die u niet hebt ingevoerd, niet te zien zijn. De weergegeven pompinstellingen zijn de pompinstellingen op het moment dat de pomp geüpload is naar CareLink. Het betekent niet dat dit de instellingen waren gedurende de gehele rapportageperiode. 19 Grip op CareLink

21 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING STEL DE MOGELIJKE OORZAAK VAST VAN HYPOGLYKEMISCHE PATRONEN Patronen Veel voorkomende bijdragende factoren Hypoglykemiën in de nacht Te hoge basale snelheid tijdens de nacht Avondbolussen Lichaamsbeweging zonder aangepaste insulinetoediening Alcoholconsumptie zonder aangepaste insulinetoediening Hypoglykemiën na de maaltijd Hypoglykemiën voorafgegaan door een hyperglykemiën Hypoglykemiën vóór de maaltijd / overige hypoglykemiën Verkeerde telling van koolhydraten Te lage koolhydraatratio Handmatige bolussen in plaats van de Bolus Wizard Geen besef van actieve insuline en insulinestapeling Te lage insulinegevoeligheid Handmatige bolus gebruikt ter correctie van hyperglykemische episodes Geen besef van actieve insuline en insulinestapeling Te hoge basale snelheid Lichaamsbeweging zonder aangepaste insulinetoediening Te hoge basale snelheid Bolus tijdens dalende sensorwaarden (alleen voor patiënten met een glucosesensor) Verkeerd bolustype (dual wave / normaal / square wave) Meerdere bolussen ter correctie van hyperglykemie Bolus tijdens waarschuwing dalende daal-/ stijgsnelheid alleen voor patiënten met een glucosesensor Alcoholconsumptie zonder aangepaste insulinetoediening 20 Grip op CareLink

22 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL STEL DE MOGELIJKE OORZAAK VAST VAN HYPERGLYKEMISCHE PATRONEN Patronen Hyperglykemiën in de nacht Veel voorkomende bijdragende factoren Te lage basale snelheid Avondtussendoortje zonder bolus Handmatige bolussen of wijzigingen van de door de Bolus Wizard berekende bolusdoses voor avondtussendoortjes Verkeerde koolhydraattelling voor avondtussendoortjes Angst voor een nachtelijke hypoglykemie Infusieset niet vaak genoeg verwisseld Verkeerd bolustype Hyperglykemiën na de maaltijd Hyperglykemiën voorafgegaan door een hypoglykemiën Hyperglykemiën vóór de maaltijd / overige hyperglykemiën Verkeerde koolhydraattelling Te hoge koolhydraatratio Handmatige bolussen in plaats van de Bolus Wizard Te lage basale snelheid Overcorrectie van een hypoglykemie episode met glucose Te lage basale snelheid Ziekte Stress Angst voor een hypoglykemie Infusieset niet vaak genoeg verwisseld Angst voor een hypoglykemie Infusieset niet vaak genoeg verwisseld Bolus met waarschuwing voor stijgende daal-/stijgsnelheid? (Alleen voor patiënten met een glucosesensor) Overcorrectie van een hypoglykemie door het stoppen van de pomp Gebruik van medicatie die van invloed kan zijn op de glucosespiegel en/of de insulinegevoeligheid Een premenstruele periode 21 Grip op CareLink

23 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING STEL DE MOGELIJKE OORZAAK VAST - INDIEN U EEN GLUCOSE- SENSOR GEBRUIKT U kunt het rapport Episode-samenvatting gebruiken om meer inzicht te krijgen in de mogelijke oorzaken van hypo- en hyperglykemische patronen. OPMERKING Bespreek dit rapport met uw arts of diabetesverpleegkundige om te bepalen welke mogelijke oorzaken voor u van toepassing kunnen zijn. Episode-samenvatting Gegenereerd: :24 Pagina 2 van 26 Gegevensbronnen: MiniMed 640G, MMT-1511/1711 (NG H) Hyperglykemie-episodes o.b.v. voorafgaand gebeurtenistype - Drempel: 3,9 70 mg/dl mmol/l 65 Hyperglykemie-episodes o.b.v. voorafgaand gebeurtenistype - Drempel: 7,8 140 mmol/l mg/dl Meest voorkomende gebeurtenistypen die aan hypoglykemieën voorafgaan Meest voorkomende gebeurtenistypen die aan hyperglykemieën voorafgaan Gebeurtenistypebeschrijvingen Gebeurtenistypebeschrijvingen Gebeurtenistypen Hoge sensordaal-snelheid Hyperglykemie voorafgaand aan hypoglykemie Nachtelijke hypoglykemie (11PM-5AM) % Andere opmerkingen Geen algemene problemen gevonden. Beschrijving Overweeg om de patiënt te adviseren over maatregelen om hypoglykemie te voorkomen. Overweeg controle van de insulinegevoeligheid van de patiënt.overweeg om de patiënt te adviseren over het reguleren van hyperglykemieën. Overweeg controle van nachtelijke basale snelheden en de patiënt te informeren over avondbolussen. Gebeurtenistypen % Beschrijving Alleen voor professionele zorgverleners Daling basale 62 Overweeg controle van de instellingen voor basale snelheid, tijdelijke snelheid basale snelheid en pompstops. Bolus Wizard KHbolus patiënt om beter koolhydraten te tellen en/of de insulinetoediening beter 38 Overweeg controle van de Bolus Wizard-instellingen, advisering van de te timen ten opzichte van de koolhydraatinname. Bolus met 26 Overweeg om de patiënt te adviseren de bolusdosis te wijzigen wanneer sensorstijgsnelheid diens sensorglucosewaarden stijgen (pijl omhoog wordt weergegeven). 22 Grip op CareLink

24 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL Glucose (mg/dl) Dagdetails. (1 van 19) maandag Ontbijt Lunch Avondeten Gegenereerd: :07 Pagina 25 van 43 Wanneer u een idee hebt over wat de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn, gebruik dan het rapport Dagdetails om te controleren of uw idee klopt. KH (g) Insuline (E/h) Bolusgebeurtenissen Statistieken In rapport Dagdetails wordt alle informatie, zoals BG-meetwaarden, sensorglucosewaarden, insulinegebruik, koolhydraatinname en bolusgebeurtenissen, weergegeven in één overzicht per geselecteerde dag. Bolusgebeurtenissen Tijd 00:28 07:39 08:50 09:39 12:13 12:32 15:07 16:04 19:29 20:06 Bolustype Normaal Normaal Normaal Normaal Normaal Normaal Normaal Normaal Normaal Normaal Normale bolus toegediend (E) Square Wave-gedeelte (E,h:mm) Aanbevolen bolus (E) Verschil (E) Gem. BG (mg/dl) ± 61 BG-meetwaarden 4 7.9/dag /dag Meetwaarden boven 3 75% 79 57% streefbereik Meetwaarden onder streefbereik 0% 7 5% Gem. Sensor (mg/dl) 360 ± ± 52 Gem. OOC > 140 (mg/dl) d d 23h 19h Gem. OOC < 70 (mg/dl) 0.0 0g 23h d 19h KH (g) KH-ratio (g/e) KH-bolus (E) BG (mg/dl) 360 Streef-BG (mg/dl) Insulinegevoeligh (mg/dl per E) Correctiebolus (E) 5.60 KH/dag (g) ± 52 KH/Bolusinsuline (g/e) % 7.8 Insulinedagtotaal (E) ± 4.8 Basaal/dag (E) % %g Bolus/dag (E) % % Vullingen E Actieve insuline (E) Sensorcurve BG-meetwaarde Gekoppelde BG BG Basaal Bolus Pompstop Tijdwijziging Beweging Glucosealarm Onderbroken Buiten grafiekber. Kalibratie-BG Tijdelijk basaal Terugdra. pomp Pompstop bij Laag Geïnject. Ge nject. insuline (E) (E) Overig Alarm Pompstop vóór Laag 23 Grip op CareLink

25 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING STEL DE MOGELIJKE OORZAAK VAST - INDIEN U GEEN GLUCOSESENSOR GEBRUIKT U kunt het rapport Overzicht Sensor & Meter gebruiken om meer inzicht te krijgen in de mogelijke oorzaken van hypo- en hyperglykemische patronen. Overz. Sensor & Meter (3 van 8) Gegenereerd: :07 Pagina 11 van 43 Sensorcurve BG-meetwaarde Basaal Bolus Pompstop Tijdwijziging Beweging Onderbroken Buiten grafiekbereik Tijdelijk basaal Geïnject. insuline (E) Overig 24 Grip op CareLink

26 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL Glucose (mg/dl) Dagdetails. (1 van 14) dinsndag Ontbijt Lunch Gegenereerd: :32 Pagina 9 van 22 Avondeten 300 Wanneer u een idee heeft over wat de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn, kunt u het rapport Dagdetails gebruiken om te controleren of uw idee klopt. KH (g) Insuline (E/h) Bolusgebeurtenissen Bolusgebeurtenissen Statistieken Gem. BG (mg/dl) ± 50 In het rapport Dagdetails wordt alle informatie, zoals BG-meetwaarden, insulinegebruik, koolhydraatinname en bolusgebeurtenissen, weergegeven in één overzicht per geselecteerde dag. Tijd 09:10 10:23 13:26 17:49 18:37 21:34 Bolustype Normaal Normaal Normaal Normaal Normaal Normaal Normale bolus toegediend (E) Square Wave-gedeelte (E,h:mm) Aanbevolen bolus (E) Verschil (E) BG-meetwaarden /dag Meetwaarden boven % 80% streefbereik Meetwaarden onder streefbereik 0% 6 6% Gem. Sensor (mg/dl) Gem. OOC > 140 (mg/dl) Gem. OOC < 70 (mg/dl) KH (g) KH-ratio (g/e) KH-bolus (E) BG (mg/dl) Streef-BG (mg/dl) Insulinegevoeligh (mg/dl per E) Correctiebolus (E) KH/dag (g) ± 39 KH/Bolusinsuline (g/e) Insulinedagtotaal (E) ± 3.2 Basaal/dag (E) 39% % 21.6 Bolus/dag (E) % % Vullingen E Actieve insuline (E) Sensorcurve BG-meetwaarde Gekoppelde BG BG Basaal Bolus Pompstop Tijdwijziging Beweging Glucosealarm Onderbroken Buiten grafiekber. Kalibratie-BG Tijdelijk basaal Terugdra. pomp Pompstop bij Laag Geïnject. Ge nject. insuline (E) (E) Overig Alarm Pompstop vóór Laag 25 Grip op CareLink

27 VOORBEREIDING & CARELINK - INSTELLINGEN BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken VERBETERPUNTEN BEHANDELING VERBETERPUNTEN BEHANDELING Bedenk zelf een aantal punten hoe u uw bloedglucoseregulatie zou kunnen verbeteren. Naast basishandelingen kunt u hierbij ook denken aan specifieke pompinstellingen zoals KH-ratio, gemiste bolus en sensoralarmen. Behandelplan Het rapport Momentopname apparaatinstellingen toont de huidige instellingen van uw insulinepomp en kan worden gebruikt om zo nodig nieuwe instellingen vast te stellen. Bespreek uw ingevulde stappenplanformulier samen met uw arts of diabetesverpleegkundige en stel samen een behandelplan op. Vervolg stappen Bespreek de vervolgstappen met uw arts of diabetesverpleegkundige. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit het uploaden van uw insulinepomp na twee weken om de afgesproken veranderingen te evalueren. 26 Grip op CareLink

28 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL Basaal Max. basale snelheid Basaal 1 (actief) 24-uurs U Totaal Tijd 0:00 4:00 8:00 12:30 17:00 E/h Momentopname apparaatinstell. maandag : E/h Vrije dag 24-uurs Totaal Tijd E/h Werkdag 24-uurs Totaal Tijd E/h Bolus Bolus Wizard Eenh. Actieve-insulinetijd (h:mm) Max Bolus KH-ratio (g/e) Tijd Ratio 0: : : : Aan g, mg/dl 4:00 Easy Bolus Bolus Increment Bolus snelh. Uit E Standard 8.0 E Dual/Square Aan/Aan Insulinegevoeligh. Streef-BG (mg/dl/e) (mg/dl ) Tijd 0:00 Gevoeligh. 45 Tijd 0:00 Laag 90 Hoog 108 Gegenereerd: :07 Pagina 23 van 43 Sensor Sensor Aan Hoog Alarm Aan (Snooze 1:30) Alarm Alarm bij Stijgalarm Begin tijd Hoog (mg/dl) Before Hoog Limiet (mg/dl) Hoog 0: : x 21: Laag Alarm Aant (Snooze 0:20) Het rapport Momentopname apparaatinstellingen laat de geprogrammeerde pompinstellingen zien op het moment van uploaden. Laag Begin tijd (mg/dl) Pompstop Alarm Alarm bij vóór Laag Laag Hervat Basaal Alarm 0:00 61 Vóór Laag x Bolus Voorinstelling Naam Normaal Square Bolus 1 Ontbijt Avondeten Lunch Snack Bolus 2 Bolus 3 Bolus 4 Tijdelijke Voorinstelling Naam Snelh. Duur Veel Activiteit Matige Activiteit Naam Snelh. Tijdel. 1 Tijdel. 2 Duur Auto Kalibratie Kalibratie Herinnering Kalibration Herinnering Tijd Opmerkingen Uit Aan 1:00 OPMERKING Bespreek met uw arts of diabetes - verpleegkundige welke pompinstellingen u eventueel zelf mag aanpassen en welke u altijd in overleg met uw arts of diabetesverpleegkundige dient aan te passen. Weinig Activiteit Tijdel. 3 Ziek Tijdel Grip op CareLink

29 EEN PRAKTISCH STAPPENPLAN VOOR HET GEBRUIK VAN CARELINK PERSONAL PRAKTISCH STAPPENPLAN - INVULFORMULIER BASISHANDELINGEN Wat gaat er goed? & aandachtspunten WAT GAAT ER GOED? AANDACHTSPUNTEN HYPO HYPER HYPO- & HYPERGLYKEMIËN Patronen & mogelijke oorzaken P O VERBETERPUNTEN BEHANDELING V P = Patronen van hypo- en hyperglykemiën O = Mogelijke oorzaken van hypo- en hyperglykemiën V = Verbeterpunten behandeling 28 Grip op CareLink

30 NOTITIES 29 Grip op CareLink

31 HEEFT U NOG VRAGEN? Ons MiniMed Care Service Team is voor vragen over CareLink bereikbaar op werkdagen tussen België: (gratis) Vanuit het buitenland: 0031 (0) Raadpleeg ook onze website, daar vindt u ook al enige informatie en eventuele antwoorden op uw vragen. Veiligheidsinformatie Dit therapiebeheersysteem is bedoeld om te worden gebruikt in combinatie met het advies van een arts en/of diabetesverpleegkundige die vertrouwd is met de diagnose en behandeling van diabetes. Wijzig niets aan uw behandeling zonder hier vooraf met uw arts en/of diabetesverpleegkundige over te praten. Medtronic Belgium N.V. Burgemeester Etienne Demunterlaan 5 BE-1090 Brussel diabetes.benelux@medtronic.com Tel.: vanuit het buitenland: Fax: +32 (0) UC NB Medtronic Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Europa Grip op CareLink