Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten"

Transcriptie

1 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten Packaged Retail Investment Products (PRIPS) Verordening Mr. E.L.M. van Kranenburg 1 1 Inleiding De diversiteit aan financiële producten is groot en wordt alsmaar groter. Dit geldt ook voor financiële producten die aan consumenten worden aangeboden. Rondom deze financiële producten gelden veelal wettelijke informatievoorschriften. Deze voorschriften kunnen verschillen afhankelijk van de aard en het type financiële product. Er kunnen bijvoorbeeld verschillen zijn ten aanzien van de wijze waarop risico s, kosten en de te verwachten winst van het financiële product moet worden beschreven. Naast de verschillende informatievoorschriften kunnen er ook verschillende verkoopregels bestaan. Door al de verschillende informatievoorschriften en verkoopregels treedt er fragmentatie op in financiële producten. Omdat deze fragmentatie voor consumenten niet altijd eenvoudig te verklaren is, kan deze voor consumenten ook nog eens verwarrend werken. De Europese Commissie vindt de fragmentatie in financiële producten, informatievoorschriften en verkoopregels niet wenselijk. 2 Eén van de bezwaren is dat deze leidt tot verschillen in consumentenbescherming. Dit is voor de Europese Commissie de aanleiding geweest om een conceptverordening op te stellen die ziet op de zogenaamde essentiële beleggingsinformatie voor verpakte beleggingsproducten voor consumenten. Deze verordening staat ook wel bekend als de Packaged Retail Investment Products of PRIPs- Verordening 3 (Verordening). Het voorstel voor de Verordening is op 3 juli 2012 gepubli 1 Mr. E.L.M. (Ella) van Kranenburg is werkzaam als advocaat bij Keijser Van der Velden te Nijmegen. 2 <europa.eu/rapid/press-release_ip _en.htm> 3 Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on key information documents for investment products, COM (2012) 352 (final), 3 July Jaarboek Compliance

2 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving ceerd. De huidige stand van zaken is dat de Europese Raad voor wat betreft het voorstel van de Verordening, zoals uitgebracht door de Europese Commissie en zoals becommentarieerd door de diverse gremia, een aangepast voorstel heeft uitgebracht. 4 In deze bijdrage zal worden uitgegaan van de Verordening zoals voorgesteld door de Europese Raad. De Verordening vormt een samenhangende set van regels voor de informatieverschaffing over en de verkoop van verpakte beleggingsproducten voor consumenten (PRIPs). PRIPs zijn beleggingsproducten die gekoppeld zijn aan referentiewaarden of aan onderliggende waarden. In paragraaf 3 wordt het begrip PRIP nader gepreciseerd. De informatieverschaffing moet plaatsvinden in de vorm van een zogenaamd essentieel informatiedocument (KID). Het doel is om de regels betreffende verkoop en informatie van PRIPs cross sectoraal te harmoniseren. In dit verband wordt er ook wel gesproken over zogenaamde horizontale regulering. Met andere woorden; het speelt geen rol binnen welke specifieke financiële (deel)sector de desbetreffende PRIPs worden aangeboden. Deze bijdrage geeft een algemene beschrijving van de Verordening en gaat in op de consequenties van de Verordening op de bestaande regelgeving in de Wet op het financieel toezicht (Wft). 2 Opzet van de Verordening De kern van de Verordening staat in hoofdstuk II. Deze gaat in op de KID, en is onderverdeeld in drie onderdelen die zien op respectievelijk (I) de verplichting om een KID op te stellen en op de website beschikbaar te maken, (II) de vorm en inhoud van de KID en (III) regels met betrekking tot het verstrekken van de KID. Als financiële producten niet onder de Verordening vallen of daarvan zijn uitgezonderd, stelt de Verordening uitdrukkelijk dat het de lidstaten zelf is toegestaan om regels te stellen voor informatievoorziening met betrekking tot deze uitgezonderde financiële producten. Daarnaast zullen de verschillende Europese toezichthouders 5 de diverse producten die van de werking van de Verordening zijn uitgezonderd monitoren. Waar nodig zullen zij richtlijnen uitvaardigen om eventueel geconstateerde problemen het hoofd te bieden. 6 4 Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on key information documents for investment products, 2012/0169 (COD), Brussel, 24 Juni EBA (European Banking Authority), EIOPA (European Insurance and Occupational Pensions Authority) en ESMA (European Securities and Markets Authority), hierna ETA s. 6 Aanhef 7a Verordening. 111 Jaarboek Compliance 2014

3 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten Vier jaar na de inwerkingtreding zal de Verordening worden geëvalueerd en zullen de uitkomsten worden meegenomen in de vraag of de werking van de Verordening moet worden uitgebreid met financiële producten die tot dan toe daarvan waren uitgezonderd. 3 Wat zijn PRIPs onder de Verordening? Onder de Verordening is een PRIP 7 : een belegging waar, ongeacht de juridische vorm van de belegging, het bedrag dat moet worden terugbetaald aan de belegger onderhevig is aan fluctuaties omdat men is blootgesteld aan referentiewaarden of omdat er fluctuaties kunnen zijn in het resultaat van de onderliggende waarden die niet direct door de belegger zijn gekocht. 8 Het woord verpakking komt dus niet met zoveel woorden terug in de definitiebepaling zelf. Het feit dat het om een verpakt product gaat kan kennelijk worden herleid uit het gegeven dat de belegger een belegging koopt waarvan de terugbetaling afhankelijk is van de externe factor referentiewaarden, dan wel een onderliggende waarde waarvan de economische eigendom niet bij de belegger ligt. De Verordening onderkent dat door de verpakking de consument in staat is te beleggen in producten die anders niet tot zijn beschikking stonden. 9 PRIPs zijn in ieder geval beleggingsfondsen (tenzij deze slechts voor institutionele beleggers zijn bedoeld), levensverzekeringen met een beleggingscomponent en de zo genaamde gestructureerde deposito s. De uitwerking van de definitie gestructureerde deposito s zal terug te vinden zijn in de aanpassing van MiFID II. 10 Zoals hiervoor aangegeven zondert de Verordening bepaalde financiële producten uit van haar werking. Het gaat hier onder andere over verzekeringsproducten die geen inves teringscomponent kennen, alsook eenvoudige deposito s. Pensioenregelingen worden in beginsel uitgesloten van de werking van de Verordening. Pensioenproducten met een verplichte bijdrage van de werkgever of pensioenproducten die officieel worden erkend zijn eveneens uitgesloten. Derde pijler pensioenen, ook wel bekend als private pensioenen, zijn wel in het voorstel zijn opgenomen. Uit de evaluatie van de Verordening 7 Artikel 4 Verordening. 8 Het betreft hier een vrije vertaling omdat de Nederlandstalige versie van de concept Verordening niet ter beschikking was ten tijde van de finalisering van de copij. 9 Preambule (6) Verordening. 10 Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on Markets in Financial Instruments repealing Directive 2004/39/EC of the European Parliament and of the Council. Jaarboek Compliance

4 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving (vier jaar na de inwerkingtreding ervan) zal blijken of, met het oog op consumentenbescherming en het kunnen vergelijken van de diverse financiële producten, de uitzonderingen nog houdbaar zijn Wie moet de KID opstellen? De KID moet worden opgesteld door een productontwikkelaar. 12 De productontwikkelaar (PRIP manufacturer) is onder de Verordening (I) de persoon die de PRIP ontwikkelt of (II) degene die de PRIP aanpast door, ondermeer het risico- en rendementsprofiel te veranderen, of door de kosten die gepaard gaan met een investering in een PRIP te veranderen. Voor wat betreft de laatste categorie is de gedachte geweest dat hiermee voorkomen wordt dat de productontwikkelaar verantwoordelijk gehouden kan worden voor toekomstige veranderingen die kunnen optreden ten aanzien van een PRIP. Dit betekent in feite dat als een PRIP zich doorontwikkelt er verschillende productontwikkelaars kunnen ontstaan die vergelijkbare PRIPs op de markt brengen. Hierdoor kunnen er ook vergelijkbare KIDs in de omloop komen. De Europese Commissie zal heldere regels moeten stellen omtrent het herzien en eventueel (her)publiceren van KIDs om te voorkomen dat verwarring optreedt bij consumenten. De productontwikkelaar dient de informatie uit de KID met regelmaat te herzien en aan te passen indien uit de herziening blijkt dat een aanpassing noodzakelijk is. 13 Wanneer en hoe vaak de KID moet worden herzien en onder welke voorwaarden de KID moet worden aangepast, evenals wanneer het verplicht of optioneel is om de aangepaste KID te herpubliceren kan door de ETA s, via het gezamenlijk comité nader worden bepaald. 14 Het zal hier gaan om de zogenaamde regulatory technical standards die voorts door de Europese Commissie moeten worden aangenomen om bindende werking te krijgen Artikel 25 lid 1 Verordening. 12 Artikel 5 Verordening. 13 Artikel 10 lid 1 Verordening. 14 Artikel 10(2) Verordening. 15 Artikel 10 tot en met 14 Verordening (EU) no 1093/2010, artikel 10 tot en met 14 Verordening (EU) no 1094/2010 en artikel 10 tot en met 14 Verordening (EU) no 1095/ Jaarboek Compliance 2014

5 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten 5 Wanneer moet de KID worden opgesteld, wat zijn de vorm- en inhoudsvereisten van de KID De PRIP moet, nog voordat deze ter beschikking wordt gesteld aan consumenten, worden opgesteld door de productontwikkelaar en moet worden gepubliceerd op de website van de productontwikkelaar. 16 Het is van belang te onderkennen dat deze eis dus ook geldt voor de persoon die een bestaande PRIP door ontwikkelt tot een nieuwe PRIP. De persoon die de PRIP doorontwikkelt wordt immers ook aangemerkt als de productontwikkelaar. De KID dient correct, duidelijk en niet misleidend 17 te zijn en deze moet duidelijk worden opgesteld als een document dat los staat van marketingmateriaal. In geprinte vorm mag de KID mag niet meer dan drie A4-tjes omvatten en het document moet eenvoudig en duidelijk te lezen zijn. Het taalgebruik van de KID moet eenvoudig en begrijpelijk zijn en de KID moet zo min mogelijk gebruik maken van technische begrippen of jargon. 18 Voor wat betreft de taal geldt dat de KID ten minste in een officiële taal moet zijn opgesteld van de lidstaat waar de PRIP wordt verkocht, of in een taal die door de toezicht houdende autoriteiten wordt geaccepteerd. Naar verwachting zal hier worden aangesloten bij de regels die gelden voor het taalgebruik bij prospectussen onder de Prospectusrichtlijn. Vertalingen zijn toegestaan onder de voorwaarde dat zij de KID in haar oorspronkelijke vorm zo eerlijk mogelijk weergeeft. 19 De Verordening schrijft bindend voor hoe de KID eruit moet zien, ook wat betreft de volgorde van de informatie. 20 De KID moet prominent de titel Essentieel informatiedocument 21 aan de bovenkant van de eerste pagina dragen. 22 Daarnaast moet de KID een verklaring bevatten 23, die erop neer komt dat het voor de consument duidelijk moet zijn dat de KID op een specifieke investering ziet en dat het geen marketingmateriaal is. Voor de consument moet het duidelijk zijn wat het doel van de KID is; te weten dat zij de aard en de risico s van de PRIP leert te begrijpen. Met deze gegevens kan de consument het betreffende product vergelijken met andere financiële producten. Een consument moet bovendien begrijpen dat de KID moet worden bezien in samenhang met andere relevante contractuele documenten. De verplichte verklaring in de KID zoals hiervoor 16 Artikel 5 Verordening. 17 Dit voorschrift staat zowel in artikel 6(1) als artikel 11(1) (nieuw) van de Verordening. 18 Artikel 6 Verordening. 19 Artikel 7 Verordening. 20 Artikel 8(5) Verordening. 21 In het concept wordt gesproken over Essentiële informatiedocument, ik neem aan dat het hier een vertaalfout betreft. 22 Artikel 8(1) Verordening. 23 Artikel 8(2) Verordening. Jaarboek Compliance

6 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving beschreven moet eindigen met de opmerking dat de consument wordt geadviseerd advies in te winnen of het product passend is op haar behoeftes. 6 Wanneer moet een KID worden verstrekt? Een persoon die adviseert over, of die een PRIP verkoopt aan een consument, moet de KID tijdig ( in good time ) verstrekken alvorens een transactie met betrekking tot de PRIP wordt aangegaan. 24 De productontwikkelaar wordt hier niet met zoveel woorden genoemd. Het lijkt aannemelijk dat dit betekent dat als de productontwikkelaar zonder tussenkomst van derden zijn PRIPs aan de man brengt, de productontwikkelaar tevens wordt aangemerkt als de verkoper (of adviseur) van de PRIP. Het concept in good time wordt in de Verordening niet uitgewerkt. Ook hiervoor zullen de ETA s via het gezamenlijk comité zogenaamde regulatory technical standards uitvaardigen. Ook voor de methode en het tijdsbestek waar binnen de KID moet worden overgelegd zullen technische regulatory standards worden uitgevaardigd. Slechts onder zeer strikte omstandigheden mag de persoon die een PRIP verkoopt aan een consument de KID ook ná het sluiten van de transactie verstrekken. Het ziet hier op de situatie dat de consument zelf het initiatief neemt om de verkoper van een PRIP te benaderen, het niet mogelijk is om de KID in good time te verstrekken, de verkoper de consument hiervan op de hoogte stelt en deze de consument de gelegenheid geeft tot uitstel opdat deze de KID op voorhand kan verstrekken. De consument dient in te stemmen met het feit dat deze de KID zo snel mogelijk na het afsluiten van het contract zal ontvangen. Als een consument meerdere transacties met betrekking tot dezelfde PRIP aangaat hoeft de KID slecht bij de eerste transactie te worden verstrekt. Indien de KID is aangepast hoeft deze slechts te worden verstrekt ten aanzien van de eerste transactie na de aanpassing. De wijze waarop de KID moet worden verstrekt is eveneens vastgesteld in de Verordening. De KID moet gratis aan consumenten worden verstrekt door middel van een papieren document, een duurzaam medium of via een website. In de laatste twee gevallen moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Overigens hebben consumenten altijd het recht hebben om een papieren versie te krijgen en zij moeten op dit recht worden gewezen Artikel 12(1) Verordening. 25 Artikel 13 Verordening. 115 Jaarboek Compliance 2014

7 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten 7 Civiel rechtelijke aansprakelijkheid voor de KID? Slechts indien de KID niet consistent is met pre-contractuele of contractuele informatie die onder de invloedssfeer van de productontwikkelaar valt, dan wel indien de KID onjuist of misleidend is, loopt een productontwikkelaar het risico op civiel rechtelijke aansprakelijkheid op basis van de KID (waaronder vertalingen ervan). Het aansprakelijkheidsregime van de Verordening is hiermee in lijn gebracht met de aansprakelijkheidsregimes die gelden voor de Prospectusrichtlijn en de UCITS Richtlijn. 26 Bij de Verordening geldt daar nog als bijzonderheid dat de aansprakelijkheid uitdrukkelijk ook wordt gekoppeld aan inconsistentie met (pre-)contractuele informatie. 8 Klachten, sancties en maatregelen a. Klachten en procedures De KID dient een onderdeel te bevatten dat genoemd staat onder een kopje; Hoe kan ik klagen. In dit onderdeel moet worden beschreven hoe een klant een klacht kan indienen over het financiële product of het gedrag van de productontwikkelaar of de verkoper van de PRIP jegens de klant. 27 Een productontwikkelaar moet procedures in het leven roepen en zich zo organiseren dat zij in staat is tijdig en inhoudelijk te reageren op klachten van consumenten die zien op de KID. 28 Niet duidelijk is wat hier geregeld is met betrekking tot de verkoper van de PRIP. Wellicht dat in andere regelgeving, zoals MiFID II of de IMD II 29 dit zal terugkomen. De relevante lokale toezichthoudende autoriteiten zullen nauw met elkaar moeten samenwerken en zullen elkaar zo nodig van informatie moeten voorzien indien dit relevant is voor de uitoefening van hun taken onder de Verordening. 30 Ook zullen de lokale toezichthoudende autoriteiten toezichts- en onderzoeksbevoegdheden verkrijgen die nodig zijn om hun taken onder de Verordening uit te kunnen oefenen. b. Sancties en maatregelen De Verordening geeft specifieke regels met betrekking tot sancties en maatregelen voor het niet naleven van de Verordening. 31 De Europese wetgever beoogt hiermee het sanctieregime op Europees niveau te harmoniseren. Iedere Europese lidstaat moet zorgen dat zij 26 Richtlijn 2009/65/EG. 27 Artikel 8 lid 3 Verordening. 28 Artikel 14 Verordening. 29 Directive of the European Parliament and of the Council on Insurance Mediation (recast) (COM (2012) 360(2)). 30 Artikel 16 Verordening. 31 Artikelen 18 tot en met 22 Verordening. Jaarboek Compliance

8 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving administratiefrechtelijk regels heeft waardoor zij sancties kan opleggen en maatregelen kan treffen tegen situaties die in strijd zijn met de Verordening. De sancties en maatregelen moeten effectief en proportioneel zijn en zij moeten ontmoedigend werken. 32 Als een overtreding van de Verordening worden gesanctioneerd door strafrechtelijk ingrijpen, dan mogen lidstaten afzien van het opleggen van administratiefrechtelijke maat regelen. Lidstaten moeten de Europese toezichthoudende autoriteiten ook informeren over voorgaande administratieve dan wel strafrechtrechtelijk regels. De relevante toezichthoudende autoriteiten moeten tevens samenwerken om de werking van de Verordening te bevorderen en om, in het geval van grensoverschrijdende gevallen, te voorkomen dat er overlap ontstaat. De relevante toezichthoudende autoriteiten zullen hun bevoegdheden om overtredingen van de Verordening te sanctioneren als volgt moeten uitoefenen: (I) direct, (II) in samenwerking met andere toezichthoudende autoriteiten, (III) onder de verantwoordelijkheid van dergelijke toezichthoudende autoriteiten of (IV) door de relevante juridische autoriteiten te betrekken. De keuze voor de methodiek wordt niet voorgeschreven door de Verordening. De relevante toezichthoudende instanties moeten op zijn minst een aantal rechts middelen tot hun beschikking hebben in het geval zij constateren dat de Verordening wordt overtreden. Het betreft hier middelen om (I) de marketing van een PRIP te verbieden of op te schorten, (II) waarschuwingen te verstrekken aan het publiek in het geval een overtreding is geconstateerd, (III) te verbieden dat een KID wordt verstrekt die niet voldoet aan de eisen van de Verordening, (IV) te eisen dat een nieuwe KID wordt gepubliceerd en (V) boetes te geven. 33 De Verordening stelt op Europees niveau vast wat de boete is voor de overtreding van de Verordening en wat deze op zijn minst moet inhouden. Voor de hoogte van de administratieve boete maakt de Verordening een onderscheid tussen een overtreding door een natuurlijk persoon en een overtreding door een rechtspersoon. In het geval van een rechtspersoon is de boete ten minste of 2% van de jaaromzet vastgesteld in overeenstemming met de laatst goedgekeurde jaarcijfers zoals goedgekeurd door het bestuur. Indien de rechtspersoon deel uitmaakt van een groep en er op het niveau van de moedermaatschappij geconsolideerde cijfers worden opgesteld in overeenstemming met de jaarrekeningenrichtlijn 34, dan wordt er voor wat betreft de omzet gekeken naar de omzet van de moedermaatschappij. Dit gegeven lijkt toezichts rechtelijke arbitrage in de hand te werken en kan, afhankelijk van de rol van de ETA s, als een zor 32 Artikel 18(1) Verordening. 33 Artikel 19 Verordening. 34 Richtlijn 83/349/EEG. 117 Jaarboek Compliance 2014

9 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten gelijke ontwikkeling worden beschouwd. Lokale toezichthouders die voor hun bestaansrecht afhankelijk zijn van externe inkomsten zouden op deze wijze gestimuleerd kunnen worden om dochters van kapitaalkrachtige moeders te beboeten. Hoewel dit wellicht mag overkomen als een wat cynisch standpunt, zijn er toezichthouders in sommige lidstaten die een dergelijke vorm van arbitrage niet onder alle omstandigheden uit de weg gaan. Een andere methodiek om de boete vast te stellen is om te kijken naar de winst die is genoten of verliezen die zijn vermeden door de overtreding. In dat geval kan de boete worden vastgesteld op tweemaal de hoogte van het voordeel of tweemaal de hoogte van het vermeden nadeel. 35 Voor individuen geldt dat de boete ten minste (het equivalent van) is of tweemaal de winst die genoten is of tweemaal het verlies dat vermeden is door de overtreding. Met het vastleggen van de hoogtes van boetes in de Verordening wordt gehoor gegeven aan de zorg die is uitgesproken door de Europese Commissie dat er tussen de lidstaten grote verschillen zijn in sanctieregimes. De fragmentatie van sanctieregimes betekent dat zij niet altijd even ontmoedigend werken. 36 Een en ander laat overigens onverlet de mogelijkheid voor lidstaten om additionele sancties of maatregelen te treffen of om administratieve boetes vast te stellen die hoger zijn dan de geldelijke sancties die voorzien zijn in de Verordening. Als een administratieve maatregel of boete is opgelegd dan kan de productontwikkelaar, de verkoper of de adviseur op last van de toezichthoudende autoriteit verplicht worden om hierover rechtstreeks contact op te nemen met de consument. De consument moet informatie krijgen over de administratieve maatregel of boete en moet er tevens op gewezen worden waar deze een klacht of claim ter compensatie kan indienen. De regel lijkt zo te zijn geformuleerd dat indien de productontwikkelaar zijn verplichtingen onder de Verordening niet naleeft en in dit verband wordt beboet of een admini stratieve maatregel wordt opgelegd, ook de persoon die de betreffende PRIP verkocht of daarover adviseerde, verplicht kan worden om consumenten te wijzen op voornoemde rechten. Het is niet zeker of de Europese wetgever het werkelijk zo bedoeld heeft; hoe kan een toezichthoudende autoriteit weten welke verkopers zijn opgetreden of welke adviseurs hebben geadviseerd over de PRIP in verband waarmee de productontwikkelaar een maatregel of sanctie opgelegd heeft gekregen? Bij het opleggen van een maatregel of sanctie moet er met een aantal omstandig heden rekening worden gehouden door de toezichthoudende autoriteiten. 37 Het kan hier 35 Artikel 19 lid 2 sub (f) Verordening. 36 Press release of the European Commission, IP/10/1679, Brussel, 18 december Artikel 20 Verordening. Jaarboek Compliance

10 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving bijvoorbeeld gaan om de duur en ernst van de overtreding en de impact van de overtreding op de belangen van de consument. De toezichthoudende autoriteit die een sanctie of maatregel oplegt moet deze gelijktijdig rapporteren aan de relevante ETA. In beginsel worden alle sancties en maatregelen ook direct aan het publiek bekendgemaakt. 38 De publicatie bevat in ieder geval informatie over het type en de aard van de overtreding evenals de identiteit van de verantwoordelijke personen. In verband met de proportionaliteit, de stabiliteit op de financiële markten of verder lopend onderzoek, kan de publicatie (I) worden uitgesteld, (II) anoniem worden gepubliceerd, (III) geheel niet worden gepubliceerd. Als de sanctie of maatregel nog aan beroep onderhevig is wordt ook de uitkomst van het hoger beroep gepubliceerd. Een sanctie of maatregel moet voor maximaal vijf jaar op de officiële website van toezichthoudende instantie staan. 39 De Verordening legt vast dat indien de sanctie of maatregel onherroepelijk wordt ingetrokken, de publicatie moet worden verwijderd. Door de verwijdering zal de productontwikkelaar, aanbieder of adviseur zijn naam gezuiverd zien, althans dat is het vermoeden. Echter, het leed voor de uiteindelijk in het gelijk gestelde partij is dan toch al geleden. Tot het moment van de intrekking van de publicatie is deze partij verdacht. Al bij de invoering van de Wft hebben de publicatiebevoegdheden van onze toezichthouders zeer uitvoerig ter discussie gestaan Het overgangsregime, de inwerkingtreding en het Europese traject Er is een overgangsregime onder de Verordening gecreëerd voor financiële producten die op dit moment als UCITS kwalificeren onder de UCITS Richtlijn. 41 In het voorstel worden tot vijf jaar na inwerkingtreding van de Verordening beheerders en beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 2(1) en 27 van deze richtlijn, en personen die adviseren over UCITS of die UCITD verkopen als bedoeld onder artikel 1(2) UCITS Richtlijn vrijgesteld van de werking van de Verordening. Het is nog niet duidelijk wanneer de Verordening inwerking zal treden. 42 Er bestaat een nauwe samenhang met MiFID(2) en IMD(2) waardoor het waarschijnlijk, of in ieder geval wenselijk, is dat de inwerkingtreding van de Verordening zal samenvallen met de inwerkingtreding van deze (aangepaste) richtlijnen. Alhoewel de timing nog niet met 38 Artikel 22 Verordening. 39 Artikel 22(4) Verordening. 40 Zie bijv. G.P. Roth, De publicatie van waarschuwingen en boetes onder de Wft, Ondernemingsrecht , p Artikel 24 Verordening. 42 Artikel 26 Verordening. 119 Jaarboek Compliance 2014

11 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten zekerheid vaststaat, is op dit moment de verwachting dat MiFID II in de eerste helft van 2015 inwerking zal treden. 43 De plenaire zitting voor de eerste lezing van de Verordening stond gepland voor 23 oktober De Verordening kent verwijzingen naar andere Europese regels Omdat de Verordening vele verwijzingen kent naar andere Europese regelgeving, zoals Richtlijn 2003/41/EG 45, Richtlijn 2009/138/EG 46, Richtlijn 2003/71/EG 47, Richtlijn 2002/92/EG 48 en Richtlijn 2004/39/EG 49, kan deze niet los kan worden gezien van deze regels, noch de ontwikkelingen die hier spelen. Dat er veel samenhang is tussen verschillende Europese regels is, is niet vreemd gelet op de gekozen horizontale structuur. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de IMD die regels geeft voor bemiddeling bij verzekeringsproducten, waar een aantal verzekeringsproducten zullen kwalificeren als PRIPs. 11 Gevolgen van de Verordening voor Nederlandse regelgeving a. Verstrekken precontractuele informatie In de huidige opzet van de Wft geldt, in overeenstemming met artikel 4:22 Wft, dat er bij AMvB regels kunnen worden gesteld met betrekking tot informatieverstrekking over een financieel product, financiële dienst of nevendienst. Deze regels zijn nader uitgewerkt in het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo) en de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Nrgfo). Het Bgfo kent ten aanzien van de informatievoorziening voor financiële producten de financiële bijsluiter en de essentiële beleggersinformatie. De financiële bijsluiter ziet op complexe producten niet zijnde deelnemingsrechten in een beleggingsinstelling. 43 < 44 Op moment van schrijven heeft deze zitting nog niet plaatsgevonden. 45 Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 juni 2003 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. 46 Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvency II). 47 Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (Prospectusrichtlijn). 48 Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling (IMD). 49 Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële markten (MiFID). Jaarboek Compliance

12 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving Het onderscheid tussen de financiële bijsluiter en de essentiële beleggersinformatie is noodzakelijk omdat in het kader van de UCITS Richtlijn een verordening is opgesteld (UCITS Verordening). 50 De UCITS Verordening bepaalt dat informatievoorziening in de vorm van zogenaamde essentiële beleggersinformatie moet plaatsvinden. Toen de UCITS Verordening in Nederland werd geïmplementeerd is besloten dat de regels met betrekking tot de essentiële beleggersinformatie ook voor de overige deelnemingsrechten in beleggingsinstelling moesten gelden. Hierdoor zouden beleggers de verschillende beleggingsinstellingen het beste met elkaar kunnen vergelijken. 51 De regels uit de Verordening ten aanzien van inhoud en strekking van de KID zijn op een aantal punten vergelijkbaar met die van de essentiële beleggersinformatie uit de UCITS Verordening. Verschillen zijn er echter ook, bijvoorbeeld als het gaat om de omvang van het document. 52 Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft in haar advies op de Verordening 53 de wens uitgesproken dat de KID en de essentiële beleggersinformatie uit de UCITS-Verordening worden geharmoniseerd. b. Gevolgen voor de financiële bijsluiter en essentiële beleggersinformatie De consequentie van de Verordening is dat de financiële bijsluiter, zoals wij die nu in Nederland kennen, voor wat betreft PRIPs zal worden vervangen met de KID. 54 Zoals gezegd schrijft de Verordening voor dat het document de naam Essentieel informatiedocument moet dragen. Dit betekent in alle waarschijnlijkheid dat de definitie essentiële beleggersinformatie in het Bgfo moet worden aangepast. 50 Verordening (EU) nr. 583/2010 van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/ EC van het Europees Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website wordt verstrekt. 51 Besluit van 8 juli 2011, houdende wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft, het Besluit prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft ter implementatie van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen alsmede de daarop berustende uitvoeringsrichtlijnen (Besluit implementatie herziene richtlijn beleggingsinstellingen), Stb. 2011, De essentiële beleggersinformatie uit de UCITS Verordening mag niet meer dan 2 A4-tjes omvatten. 53 Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over de essentiële-informatiedocumenten voor beleggingsproducten, COM(2012) 352 final / 2012/0169(COD), Brussel, 14 november In lijn met de verwachting, zie ook: mr. G.A.M. Verwilst, De belegger centraal; Europese toezichtrechtlijke ontwikkelingen rond beleggingsproducten, Tijdschrift voor financieel recht, november 2010, p Jaarboek Compliance 2014

13 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten Dat er een overlap bestaat tussen PRIPs en de financiële producten die in het Bgfo kwalificeren als complex product staat vast. De productinformatieregels voor complexe producten die onder de Verordening kwalificeren als PRIP zullen moeten worden aangepast of (deels) moeten worden verwijderd gelet op de rechtstreekse werking van de Verordening. Voor complexe producten die onder de Verordening niet kwalificeren als PRIP zal de wetgever een keuze moeten maken. De wetgever zou ervoor kunnen kiezen dat ook voor deze complexe producten de Verordening gaat gelden, dat de huidige regels in stand blijven of deels worden aangepast. Omdat de Verordening beoogt dat productinformatieregels horizontaal worden geharmoniseerd ligt de keuze voor het eerste voor de hand. In dat geval zou de wetgever kunnen overwegen de financiële bijsluiter generiek om te zetten in Essentieel informatiedocument. De regels voor financiële bijsluiters voor complexe producten die niet kwalificeren als PRIP zullen dat in lijn moeten worden gebracht met die van het Essentieel informatiedocument uit de Verordening. Op die manier is gewaarborgd dat financiële producten met elkaar vergelijkbaar blijven. De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft echter aangegeven dat hij het in het belang van Nederland acht dat de transparantie-eisen in overeenstemming zijn met de eisen die worden gesteld aan de financiële bijsluiter. 55 Hiermee geeft de staatsecretaris aan dat de KID in materiële zin op zijn minst moet overeenkomen met de informatie uit de huidige financiële bijsluiters. De wens van de staatssecretaris lijkt weinig realistisch omdat de zienswijze van de Europese Commissie/wetgever hieromtrent evident anders is. Omdat de KID in volgorde en conform de voorschriften van artikel 8 Verordening moet worden opgesteld, zullen in ieder geval hoofdstuk 3 Nrgfo (Financiële Bijsluiter) en de bijbehorende bijlagen grondig moeten worden herzien. Ook zullen (PRIP) productontwikkelaars zullen bovendien aanzienlijke (kosten)inspanning moeten leveren om hun financiële bijsluiters in lijn te brengen met de KID voorschriften uit de Verordening. 55 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr Jaarboek Compliance

14 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving Het schema hieronder beschrijft de informatieverplichtingen die voor en na de inwerkingtreding van de Verordening bij de diverse financiële producten gelden. Complex product; geen beleggingsinstelling, wél PRIP Financiële bijsluiter 56 Complex product; noch beleggingsinstelling, noch PRIP Financiële bijsluiter 57 Beleggingsinstelling; geen UCITS, wél PRIP Beleggingsinstelling; noch UCITS, noch PRIP UCITS Voor inwerkingtreding Verordening Essentiële beleggersinformatie 58 Essentiële beleggersinformatie 59 Essentiële beleggersinformatie in de zin van UCITS Verordening Essentiële beleggersinformatie in de zin van UCITS Verordening Na inwerkingtreding Verordening KID Document vergelijkbaar met KID óf financiële bijsluiter? KID Document vergelijkbaar met KID óf financiële bijsluiter óf essentiële beleggersinformatie vergelijkbaar met UCITS Verordening? c. Precontractuele informatie verstrekt voorafgaand aan advies of totstandkoming overeenkomst De KID is onderdeel van de precontractuele informatie. 60 Artikel 4:20 Wft geeft informatieverplichtingen opdat een cliënt een financieel product adequaat kan beoordelen. Dit artikel stelt ondermeer dat voorafgaand aan het adviseren over of de totstandkoming van een overeenkomst betreffende een financieel product, de voorgeschreven informatie moet worden verstrekt. De term voorafgaand in artikel 4:20 Wft zal voor wat betreft PRIPs worden gekleurd door het concept in good time van artikel 12 Verordening. Zoals hiervoor aangegeven zal dit concept worden uitgewerkt in zogenaamde regulatory technical standards. 56 Artikel 4:20 Wft / artikel 65 lid 1 Bgfo. 57 Artikel 4:20 Wft / artikel 65 lid 1 Bgfo. 58 Artikel 4:20 Wft / artikel 65 lid 2 Bgfo. 59 Artikel 4:20 Wft / artikel 65 lid 2 Bgfo. 60 Artikel 11 Verordening. 123 Jaarboek Compliance 2014

15 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten d. Informatie gedurende de looptijd van de overeenkomst Artikel 4:20 lid 4 Wft bepaalt dat er bij AMvB nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop een financiële onderneming gedurende de looptijd van een overeenkomst informatie moet verstrekken. Mocht de Europese Commissie via regulatory technical standards invulling gaan geven aan artikel 10(2) Verordening (nadere regels met betrekking tot, ondermeer, het optioneel of verplicht herpubliceren van een aangepaste KID) dan betreft het hier uiteraard geen AMvB. De regulatory technical standards zullen in dat geval leidend zijn voor doorlopende informatieverplichtingen voor PRIPs. e. Verkoopregels De adviseur dan wel verkoper is gehouden de KID tijdig te verstrekken. De Verordening gaat niet in op regels die de adviseur of verkoper moeten betrachten in hun relatie met de consument. Of een adviseur of een verkoper informatie moet inwinnen over bijvoorbeeld de geschiktheid van de PRIP voor een specifieke consument wordt niet in de Verordening geregeld. De regels met betrekking tot verkooppraktijken zullen naar waarschijnlijk terugkomen in MiFID II en IMD II. f. Klachtenprocedures, sancties en publicatieverplichtingen Productontwikkelaars zullen hun bestaande klachtenprocedures moeten toetsen aan de eisen van de Verordening. Omdat de Verordening voorschriften geeft over het sanctieregime en publicatieverplichtingen van toezichthouders zal moeten worden bekeken in hoeverre deze voorschriften op gespannen voet staan met de huidige regels in hoofdstuk 1.4 en 1.5 Wft. Op het eerste gezicht lijkt het sanctieregime navolging te kunnen vinden in de Wft, in het bijzonder gelet op de bevoegdheid van de toezichthouder om aanwijzing te geven een bepaalde gedragslijn te volgen. 61 De Verordening legt verplichtingen op aan derden in het kader van een klacht 62, boete of een administratieve maatregel tegen bijvoorbeeld de productontwikkelaar. 63 Deze regels zijn verdergaand dan de huidige regels in de Wft en deze zal hierop moeten worden aangepast. Dit geldt eveneens voor de hoogte van de boetes. Deze zullen het systeem van de Verordening moeten volgen. 61 Artikel 1:75 Wft. 62 Artikel 15 Verordening. 63 Zie commentaar op artikel 19 Verordening. Jaarboek Compliance

16 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving 12 Samenvatting en opmerking De Verordening beoogt een samenhangende en geharmoniseerde set van regels te verschaffen voor de informatievoorziening over PRIPs en de verkoop van PRIPs. De Verordening geeft uitgebreide voorschriften voor de vorm en inhoud van de KID. Door de voorschriften voor KIDs qua inhoud en vorm te harmoniseren, is de gedachte dat consumenten hierdoor het betreffende product kunnen vergelijken met andere financiële producten. Een belangrijke doelstelling van de KID is dat consumenten de aard en de risico s van de PRIP leren te begrijpen. Of dit een realistische doelstelling is, is niet zeker. Er is een dusdanig grote diversiteit aan financiële producten die als PRIP kunnen kwalificeren, dat het nog maar de vraag of het mogelijk is voor al deze PRIPs eenduidige KIDs op te stellen. 64 De plicht om de KID op te stellen wordt onder de Verordening bij de productontwikkelaar neergelegd. De plicht om de KID te verstrekken ligt bij de verkoper en de adviseur. Als een PRIP zonder tussenkomst van een derde of zonder adviseur wordt verkocht zal dit waarschijnlijk betekenen dat de productontwikkelaar onder de Verordening ook wordt aangemerkt als verkoper. Dit betekent dat de plicht om de KID te verstrekken ook bij de productontwikkelaar kan liggen. De begrippen PRIPs en complexe producten als bedoeld in het Bgfo kennen overlap. Complexe producten die kwalificeren als PRIPs onder de Verordening zijn derhalve naast complexe producten ook PRIPs. Voor deze complexe producten/prips vallen de productontwikkelaars, adviseurs en verkopers dus onder de werking van de Verordening. Als een complex product niet kwalificeert als een PRIP dan zal de Nederlandse wetgever een keuze moeten maken. De Verordening beoogt cross-sectorale regels te geven voor informatievoorziening en verkoopregels. Met dit in het achterhoofd ligt het voor de hand dat de Nederlandse wetgever de Verordening zo nauwgezet mogelijk volgt voor de complexe producten die niet worden aangemerkt als PRIPs onder de Verordening, of welke van de Verordening zijn uitgezonderd. De Wft en de daaruit volgende lagere regelgeving zullen moeten worden herzien bij de invoering van de Verordening. In het bijzonder zullen de regels van hoofdstuk 3 Nrgfo (Financiële Bijsluiter) en de bijbehorende bijlagen grondig moeten worden herzien. De financiële bijsluiters van (PRIP)productontwikkelaars zullen in lijn moeten worden gebracht met de KID voorschriften uit de Verordening. Ook de sanctieregels zullen moeten worden aangepast ter conformiteit met de Verordening. 64 Zie ook; CFA Institute, Packaged Retail Investment Product, Investor Disclosure Considerations for a Key Investor Document, , September Jaarboek Compliance 2014

17 Nieuwe Europese regels voor verpakte beleggingsproducten Tot slot; het financiële recht is verworden tot een samenhangend stelsel van richtlijnen, verordeningen (met rechtstreekse werking) en nationale regels. Deze regels moeten in onderlinge samenhang worden bekeken om een compleet beeld te krijgen van het juridische raamwerk dat geldt voor een financieel product, een financiële dienst of een financiële instelling. Dit geldt evenzeer voor de regels die op PRIPs van toepassing zijn, omdat deze niet beperkt zijn tot de Verordening. Het Parlement geeft in haar commentaar op de Verordening een uitgebreid schematisch overzicht van de samenhang van Verordening met diverse richtlijnen en verordeningen. Het Parlement plaatst daarbij de opmerking dat het overzicht niet limitatief is. Hiermee onderkent het Parlement dat de Europese regelgeving steeds een steeds grotere onderlinge verwevenheid kent. Dit is een zorgelijke ontwikkeling omdat het steeds moeilijker zal worden om het overzicht tussen de verschillende regels te houden. Bovendien is de samenhang tussen al deze regels niet altijd even eenvoudig te vinden, waardoor de complexiteit van regelgeving alsmaar toeneemt. Jaarboek Compliance

18

PRIIP s: bent u er klaar voor?

PRIIP s: bent u er klaar voor? 1 PRIIP s: bent u er klaar voor? De verordening over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP s-verordening) is nog niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1462 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten

Nadere informatie

verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) (PbEU 2014, L 352) (Wet implementatie verordening essentiële-informatiedocumenten)

verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) (PbEU 2014, L 352) (Wet implementatie verordening essentiële-informatiedocumenten) 34 639 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiëleinformatiedocumenten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 639 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 639 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt: Besluit van tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en Besluit uitvoering EUverordeningen financiële markten in verband

Nadere informatie

Vindplaats EU publicatieblad. L 335/1 d.d L 294/13 d.d

Vindplaats EU publicatieblad. L 335/1 d.d L 294/13 d.d Bijlage IV Europees wetgevingsprogramma financiële markten I. Reeds aangenomen Europese regelgeving Type EUbesluit Eerstverantwoordelijk departement Titel Vindplaats EU publicatieblad Uiterste implementatiedatum

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

EIOPA-17/651 4 oktober 2017

EIOPA-17/651 4 oktober 2017 EIOPA-17/651 4 oktober 2017 Richtsnoeren uit hoofde van de verzekeringsdistributierichtlijn betreffende verzekeringen met een beleggingscomponent die een zodanige structuur hebben dat cliënten de daaraan

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 26 Besluit van 12 december 2018 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol

Samenwerkingsprotocol Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 235 Besluit van 14 juni 2019 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht

Nadere informatie

JC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

JC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) JC 2014 43 27 May 2014 Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) 1 Inhoudsopgave Richtsnoeren voor de behandeling van klachten

Nadere informatie

ESMA Vakbekwaamheidseisen

ESMA Vakbekwaamheidseisen Dit memo geeft praktische tekst en uitleg over de vakbekwaamheidseisen die door ESMA in gevolge MiFID II aan medewerkers van beleggingsondernemingen worden gesteld. Dit memo is bedoeld om op hoofdlijnen

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Productontwikkeling en distributie door verzekeringstussenpersonen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Productontwikkeling en distributie door verzekeringstussenpersonen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Productontwikkeling en distributie door verzekeringstussenpersonen mr. dr. Cees de Jong Te behandelen onderwerpen Verzekeringsdistributie De verzekeringstussenpersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1952 Vragen van de leden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 108 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr. 2017/1129

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

PRIIP s. Veerle De Schryver. Rol van de Europese en nationale toezichthouder FSMA

PRIIP s. Veerle De Schryver. Rol van de Europese en nationale toezichthouder FSMA PRIIP s Rol van de Europese en nationale toezichthouder Veerle De Schryver FSMA CREO 1. Europese context 2. Toezicht door de NCA s A. Aanduiding bevoegde autoriteit B. Grensoverschrijdend aanbod C. Toezichtsmiddelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1463 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34549 11 december 2013 Regeling van de Minister van Financiën van 4 december 2013, FM/2013/2124 M, directie Financiële

Nadere informatie

de Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten

de Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) Datum 24 september 2015 Betreft Nader rapport

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 De richtsnoeren die in dit document aan bod komen, zijn van toepassing op de volgende ondernemingen (hierna "de gereglementeerde ondernemingen" genoemd): - de kredietinstellingen

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14473 26 mei 2014 Samenwerkingsprotocol tussen Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten

Nadere informatie

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Regeling van de Minister van Financiën van kenmerk: nr. FM 2013/507 M, tot wijziging

Nadere informatie

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 567 Besluit van 8 november 2012, strekkende tot uitvoering van EU-verordeningen op het terrein van de financiële markten en tot wijziging van

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 ... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

(1) Reikwijdte van de IDD (2) De beloningsregels onder de IDD

(1) Reikwijdte van de IDD (2) De beloningsregels onder de IDD ACIS Symposium Juridische aspecten van de (implementatie van) de Richtlijn verzekeringsdistributie: (1) Reikwijdte van de IDD (2) De beloningsregels onder de IDD 2 februari 2018 Kitty Lieverse Disclaimer:

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

CE Credit Management III B.V.

CE Credit Management III B.V. CE Credit Management III B.V. (een besloten vennootschap naar Nederlands recht met statutaire zetel te Barendrecht) Supplement op het prospectus in verband met de aanbieding en uitgifte van maximaal 50.000

Nadere informatie

Dit artikel uit Vennootschap & Onderneming is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker. Gelijkwaardigheid.

Dit artikel uit Vennootschap & Onderneming is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker. Gelijkwaardigheid. tschap eming Gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen van niet-eu-landen Inleiding De Transparantierichtlijn bevat (onder meer) voorschriften ten aanzien van informatie die openbaar gemaakt

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

No.W /111 's-gravenhage, 30 november 2016

No.W /111 's-gravenhage, 30 november 2016 Raad vanstate ri'i -; fe-\ E No.W06.16.0387/111 's-gravenhage, 30 november 2016 Bij Kabinetsmissive van 26 november 2016, no.201 6002070, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën,

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam Convenant tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Stichting DSI inzake vakbekwaamheid van Relevante personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid van Ondernemingen STICHTING AUTORITEIT

Nadere informatie

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte Bijlage: Transponeringstabel Artikel Richtlijn 14/67/EU Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Nadere informatie

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte Bijlage: Transponeringstabel Artikel Richtlijn 14/67/EU Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 455 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek

Nadere informatie

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s Richtsnoeren voor risicometing en de berekening van het totale risico voor bepaalde types gestructureerde icbe s ESMA/2012/197 Datum: 23

Nadere informatie

2. De verordening financiële benchmarks

2. De verordening financiële benchmarks Wijziging van Wet op het financieel toezicht en de Wet op de economische delicten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) nr. 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende

Nadere informatie

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk Archiefverordening Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017 Vastgesteld door de Raad van Bestuur van Havenschap Moerdijk In de vergadering van 21 december 2016 Mij bekend, De secretaris F.J.

Nadere informatie

PROF. DR. ROB SCHOTSMAN. Kunt u onder MiFID II nog wel uw klanten adviseren over beleggen?

PROF. DR. ROB SCHOTSMAN. Kunt u onder MiFID II nog wel uw klanten adviseren over beleggen? PROF. DR. ROB SCHOTSMAN Kunt u onder MiFID II nog wel uw klanten adviseren over beleggen? ALLEREERST: MIJN VRAGEN AAN U Wie van u adviseert of informeert klanten over beleggen? In welke hoedanigheid? Wat

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen EIOPA-BoS-12/069 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringsondernemingen 1/8 1. Richtsnoeren Inleiding 1. Artikel 16 van de Eiopa-verordening 1 (European Insurance and Occupational

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd: Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet

Nadere informatie

MiFID Nieuws. MiFID II: Wat nu te doen met de kennis- en bekwaamheidseisen?

MiFID Nieuws. MiFID II: Wat nu te doen met de kennis- en bekwaamheidseisen? Juni 2017 Met deze nieuwsbrief willen we je inzicht geven in de ontwikkelingen op het gebied van MiFID II. Per 3 januari 2018 treden de nieuwe vakbekwaamheidseisen uit de MiFID II richtlijn in werking.

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 162/14 23.6.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1111 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures en formulieren voor de verstrekking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 023 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17608 30 september 2011 Regeling van de Minister van Financiën tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Wft en de Vrijstellingsregeling

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende

Nadere informatie

WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van tot wijziging van het Besluit melding zeggenschap in uitgevende instellingen Wft,

Nadere informatie

Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen

Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen ACIS Seminar, 25.10.2011 mr. dr. Cees de Jong Welke wijzigingen zijn er op komst? Wijzigingswet financiële markten 2012 Wetsvoorstel (Kamerstukken II 2010/11, 32 781, nr.

Nadere informatie

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet. Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking

Nadere informatie

Internetconsultatie Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten. 6 juli 2015

Internetconsultatie Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten. 6 juli 2015 Ministerie van Financiën Korte Voorhout 7 Postbus 20201 2500 EE Den Haag Internetconsultatie Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 6 juli 2015 Reactie van: VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. Essentiële-informatiedocumenten voor beleggingsproducten

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. Essentiële-informatiedocumenten voor beleggingsproducten EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2012/169(COD) 1.3.2013 AMENDEMENTEN 13-48 Ontwerpadvies Petru Constantin Luhan (PE504.372v01-00) Essentiële-informatiedocumenten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 859 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

Conform uw verzoek heb ik dit standpunt toegelicht in een aparte bijlage.

Conform uw verzoek heb ik dit standpunt toegelicht in een aparte bijlage. Grondontwikkeling Nederland B.V. t.a.v de heer S.R Kooij Robijnstraat 48 1812 RB Alkmaar Datum 23 oktober 2013 Onze ref 20130001 Inzake Grondontwikkeling Nederland B.V. - Wft M. Kupperman, advocaat T +31

Nadere informatie

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: CONSULTATIEVERSIE Besluit van ( datum), houdende wijziging van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft van 15 november 2006 in verband met regels met betrekking tot de bescherming

Nadere informatie

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 28/03/2018 ESMA70-151-435 NL Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied... 2 2 Doel...

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Bijgaand treft u de antwoorden aan op de vragen van het lid Nijboer (PvdA) over de handel in contracts for difference.

Bijgaand treft u de antwoorden aan op de vragen van het lid Nijboer (PvdA) over de handel in contracts for difference. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I Regeling van de Minister van Financiën van PM 2018, 2018- PM, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de aanpassing van het Nationaal regime naar aanleiding

Nadere informatie

Regeling privébeleggingstransacties

Regeling privébeleggingstransacties Versie 2014 Group Compliance Document information Title Regeling privébeleggingstransacties Author Version Date Maart 2014 Status Approved by MB File name Project code 1. Inleiding Robeco kan als vermogensbeheerder

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Afspraken tussen de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit over de wijze

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van de richtlijn nr. 2016/97/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (herschikking)

Nadere informatie

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven? Q&A Inleiding Met de inwerkingtreding op 1 juli 2009 van de Vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk om, indien sprake is van een overtreding door een rechtspersoon, ook de feitelijk

Nadere informatie

Internetconsultatie Wet implementatie verordening en richtlijn marktmisbruik 10 augustus 2015

Internetconsultatie Wet implementatie verordening en richtlijn marktmisbruik 10 augustus 2015 Ministerie van Financiën Korte Voorhout 7 Postbus 20201 2500 EE Den Haag Internetconsultatie Wet implementatie verordening en richtlijn marktmisbruik 10 augustus 2015 Reactie van: VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS

Nadere informatie

Directie Financiële Markten. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 5 juli 2007 FM 2007-01654 M

Directie Financiële Markten. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 5 juli 2007 FM 2007-01654 M Directie Financiële Markten De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 5 juli 2007 FM 2007-01654 M Onderwerp Wetgevingsoverleg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 447 Besluit van 17 november 2017 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, Besluit bestuurlijke boetes financiële

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012 ... No.W03.12.0390/II 's-gravenhage, 5 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2012, no.12.002275, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1:25, vierde lid, 1:69, derde lid, 2:85, eerste lid, en 4:7, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 1:25, vierde lid, 1:69, derde lid, 2:85, eerste lid, en 4:7, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht; Regeling implementatie richtlijn verzekeringsdistributie Regeling van de Minister van Financiën van (PM datum) nr. 2018- PM, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Wet financieel toezicht

Wet financieel toezicht Wet financieel toezicht Bijlage 3 Lijst van verkorte citeertitels Verwerkte publicaties Staatsblad Kamerstuk Naam nrs. 2006, nr. 475 29.708 Wet op het finaniceel toezicht 2006, nr. 605 30.658 Invoerings-

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies. Belangenconflicten en transparantie (art. 19 IDD)

Amsterdam Centre for Insurance Studies. Belangenconflicten en transparantie (art. 19 IDD) Belangenconflicten en transparantie (art. 19 IDD) Wat ga ik met u bespreken? Art. 19 IDD - inzake: - Gekwalificeerde deelneming - Aard van het advies - Aard van de beloning/beloningsmodel - Informatieverplichtingen

Nadere informatie

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017 Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Toelichting Model Fiduciair Beheerovereenkomst

Toelichting Model Fiduciair Beheerovereenkomst Toelichting Model Fiduciair Beheerovereenkomst Deze toelichting is opgesteld door De Brauw Blackstone Westbroek N.V. in samenspraak met DUFAS. Het geeft een toelichting bij het model fiduciair beheerovereenkomst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Online Seminar ING Excellent Introductie in de Mortgage Credit Directive

Online Seminar ING Excellent Introductie in de Mortgage Credit Directive Online Seminar ING Excellent Introductie in de Mortgage Credit Directive Mr. J. Oosterbaan Martinius Algemeen directeur Bureau D & O Amsterdam November 2015 Hartelijk Welkom Wij willen u vandaag kennis

Nadere informatie

MiFID II: a piece of cake? 19 maart 2015

MiFID II: a piece of cake? 19 maart 2015 MiFID Roundtable 2015 MiFID II: a piece of cake? Randy Pattiselanno, Reinier Schipper, Bastiaan Bloemink 19 maart 2015 Agenda 1. Introductie aanwezigen 2. Structuur MiFID I en II 3. Tijdlijnen en implementatie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale

Nadere informatie