Brandbeveiligingsconcept

Transcriptie

1 Brandbeveiligingsconcept Parkeergebouw RAI In t Hart van de Bouw

2 Brandbeveiligingsconcept Mullti Functioneel Parkeergebouw Amsterdam RAI Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello B.V. Postbus AB TWELLO Vertegenwoordigd door: de heer R. Berenschot Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vestiging Utrecht Postbus AA Utrecht T utrecht@nieman.nl Uitgevoerd door: ir. M.S. Drost - Hofman Referentie: An150145aaA0.sdr Status: Definitief Datum: 17 november 2015

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Hoofdstuk 2 Projectomschrijving en toetskader Projectomschrijving Toetskader Toetskader brandbeheersing Gelijkwaardigheid brandbeheersing 6 Hoofdstuk 3 Uitgangspunten en randvoorwaarden Bouwkundige uitgangspunten Openheid gevels Constructie 8 Hoofdstuk 4 Brandbeheersing Indeling in brandcompartimenten Gelijkwaardigheid omvang brandcompartimenten Gelijkwaardigheid BC Gelijkwaardigheid BC WBDBO eisen Vereiste brandwerendheid Weerstand tegen branddoorslag Brandoverslagrisico s 17 Hoofdstuk 5 Vluchtveiligheid Vluchtprincipe Controle loopafstanden Draairichting deuren Opvang- en doorstroomcapaciteit Rooksluizen Hang- en sluitwerk22 Hoofdstuk 6 Brandwerendheid draagconstructies Bouwconstructie brandcompartiment Bouwconstructie vluchtroute 23 Hoofdstuk 7 Materiaaltoepassing 24

4 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 8 Installaties 25 Hoofdstuk 9 Bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen 27 Hoofdstuk 10 Conclusie 28 An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 1

5 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 1 Inleiding In opdracht van Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello B.V., te Twello, is voor het project Multi Functioneel Parkeergebouw RAI Amsterdam een brandbeveiligingsconcept opgesteld. In dit brandbeveiligingsconcept wordt ingegaan op de volgende aspecten: Beheersbaarheid van brand en rook (indeling (sub)brandcompartimenten, WBDBO, brandoverslag); Veilig vluchten; Sterkte bij brand (eisen draagconstructies); Materiaalgedrag; Brandbeveiligingsinstallaties; Bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen. Bijlage 1 toont de relevante tekeningen van het project. Totstandkoming brandveiligheidsconcept en versies LBP-Sight, adviseur van RAI, heeft in het voortraject een uitgangspuntendocument brandveiligheid opgesteld d.d. 5 november Dit stuk maakt onderdeel uit van het PvE. Door LBP-Sight is tevens overleg gevoerd over de brandveiligheid van het gebouw met Brandweer Amsterdam-Amstelland, op 26 november De punten die in die bespreking aan de orde zijn gekomen zijn vastgelegd in een verslag met referentie /Bta-2014 d.d. 26 november 2014, wat onderdeel uitmaakt van het PvE. Dit verslag is opgenomen in bijlage 2. De uitgangspunten van dit brandveiligheidsconcept en de punten die in die bespreking aan de orde zijn gekomen zijn in dit brandbeveiligingsconcept meegenomen. Na de gunning van het project aan Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello, heeft op 28 april 2015 opnieuw een bespreking met Brandweer Amsterdam-Amstelland plaatsgevonden. De punten die daarin aan de orde zijn gekomen (zie bijlage 2) zijn wederom in dit brandbeveiligingsconcept. De brandweer heeft in deze bespreking gevraagd aanvullend de brand- c.q. vluchtveiligheid van de omliggende gebouwen op het RAI complex te beschouwen. Omdat de opdracht van Bouwbedrijf Aan de Stegge zich beperkt tot de nieuwbouw van de parkeergarage valt dit buiten de scope van dit brandbeveiligingsconcept. In opdracht van RAI is dan ook een aanvullend onderzoek verricht naar de vluchtcapaciteit van de werkterrassen bij een gelijktijdige ontruiming van de hallen die hierop uitkomen. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 4. Op 13 mei 2015 is de eerste versie van dit rapport ingediend. In een brief met referentie /Bta d.d. 11 juni 2015 heeft Brandweer Amsterdam Amstelland haar opmerkingen op dit rapport gestuurd naar de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Deze zijn op 18 juni doorgezet naar Amsterdam RAI in een brief van de Omgevingsdienst met kenmerk Wat de Omgevingsdienst op dat moment niet heeft doorgezet naar RAI is het bij de brief behorende rapport waarin eveneens opmerkingen van de brandweer zijn opgenomen. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 2

6 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Naar aanleiding van de brief met opmerkingen is de rapportage aangepast en op 10 juli 2015 opnieuw ingediend. In deze versie zijn de volgende punten gewijzigd: Er zijn geen andere functies dan de garage (overige gebruiksfunctie) meer voorzien, de bijeenkomstfuncties vervallen; In bijlage 3 is gereageerd op de opmerkingen van de brandweer d.d. 11 juni 2015 op de rapportage d.d. 13 mei 2015; In bijlage 2 is een besprekingsverslag toegevoegd (notitie van LBPSight). Naar aanleiding van deze versie heeft opnieuw overleg plaatsgevonden met Brandweer Amsterdam Amstelland op 24 juli Van dit overleg is een verslag gemaakt per mail d.d. 24 juli 2015 waarop een akkoord is gegeven door de heer De Wit die namens de brandweer bij dit overleg aanwezig was. Dit verslag is opgenomen in bijlage 2. Tevens is in dit overleg het rapport waarin reeds op 11 juni 2015 opmerkingen waren geplaatst door de brandweer maar dat niet door de Omgevingsdienst was doorgezet naar RAI alsnog ter beschikking gekomen van Aan de Stegge. Het rapport is vervolgens aangepast conform het verslag van deze bespreking en de opmerkingen in het rapport van 11 jun en ingediend op 27 juli Brandweer Amsterdam Amstelland heeft op deze versie opnieuw opmerkingen gemaakt in haar brief met kenmerk /Bbi-2015 d.d. 5 augustus 2015 aan de Omgevingsdienst. Naar aanleiding van deze opmerkingen heeft op 11 augustus 2015 overleg plaatsgevonden in bijzijn van de heer Bijma van Brandweer Amsterdam Amstelland. In het overleg zijn afspraken gemaakt over de nog te wijzigen punten. Deze zijn vastgelegd in een mail van Aan de Stegge d.d. 11 augustus 2015 en aangevuld door de heer Bijma in een mail d.d. 12 augustus In de rapportage van 13 augustus 2015 zijn de punten uit dat verslag verwerkt. Op basis van deze rapportage is op 19 augustus 2015 de omgevingsvergunning voor het gebruik als parkeergarage verleend. Op 8 oktober 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden met het bevoegd gezag en Brandweer Amsterdam Amstelland waarin een wijziging op de vergunning is doorgesproken. De wijziging betreft het toevoegen van de bijeenkomstfunctie aan de 1 e verdieping van het gebouw. In bijlage 2 is het verslag van het gesprek (mail d.d. 14 oktober 2015) opgenomen. In de voorliggende versie van de rapportage van 17 november 2015, is het brandbeveiligingsconcept aangepast op basis van deze functiewijziging. De tekeningen en gegevens waarop het advies is gebaseerd, zijn in tabel 1 nader gespecificeerd. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 3

7 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Tabel 1: Overzicht gebruikte tekeningen en gegevens Omschrijving datum Bouwaanvraagtekeningen Aan de Stegge 17 november 2015 Brandveiligheidsconcept LBP Sight 5 november 2014 Verslag bespreking brandweer met LBP Sight /Bta november 2014 Brief brandweer /Bta-2015 en bijbehorend rapport met opmerkingen 11 juni 2015 Mail met verslag bespreking brandweer d.d. 24 juli juli 2015 Brief brandweer /Bbi augustus 2015 Mail met verslag bespreking brandweer d.d. 11 augustus augustus 2015 UPD Incendio upd-01v november 2015 Risicoafweging In de brief van brandweer Amsterdam Amstelland d.d. 5 augustus is onder andere ingegaan op de risico s die het brandveiligheidsconcept met zich meebrengt. Alle partijen zijn zich bewust van deze risico s. RAI c.q. de verzekering van RAI accepteert het risico dat door de brandweer Amsterdam-Amstelland geen effectieve brandweerinzet middels een binnenaanval kan worden gedaan voor de Parkeergarage RAI. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 4

8 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 2 Projectomschrijving en toetskader 2.1 Projectomschrijving Het project betreft de nieuwbouw van een bovengrondse parkeergarage bij de RAI te Amsterdam. De parkeergarage bestaat uit 8 bouwlagen en is bestemd voor ca auto s. Bouwlagen 0 t/m 2 zijn besloten (dichte gevels) en worden voorzien van een sprinklerinstallatie. Bouwlagen 3 t/m 7 zijn bouwlagen die natuurlijk geventileerd worden. Bouwblaag 8 bevindt zich op het dak van de parkeergarage en is geheel open. De constructies van de parkeergarage bestaan uit beton. Bouwlagen 1 en 2 hebben een multi-functioneel karakter. Deze dubbelhoge bouwlaag kan zowel voor parkeren worden gebruikt maar ook als exporuimte of bijeenkomstruimte. In figuur 1 is een impressie van de parkeergarage opgenomen. Figuur 1: Impressie nieuwe parkeergarage RAI Het gebruik van het gebouw is in tabel 2 nader gespecificeerd. Tabel 2: Gebruiksfuncties en aantal personen Laag Ruimte Gebruiksfunctie Aantal personen 0 Parkeergarage Overige gebruiksfunctie voor het 1 persoon per 30 m 2 stallen van motorvoertuigen 1 en 2 Parkeergarage/exporuimte/ Overige gebruiksfunctie voor het stallen 1 persoon per 30 m 2 / bijeenkomstruimte van motorvoertuigen/ bijeenkomstfunctie/bijeenkomstfunctie 1300/ t/m 8 Parkeergarage Overige gebruiksfunctie voor het 1 persoon per 30 m 2 stallen van motorvoertuigen 0 t/m 2 Bergruimten en technische ruimten Overige gebruiksfuncties n.v.t. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 5

9 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam 2.2 Toetskader Het Bouwbesluit 2012 beschrijft de technische voorschriften voor nieuwe en bestaande bouwwerken. Bij de verwijzing naar Bouwbesluit 2012 wordt bedoeld het Bouwbesluit 2012 dat per 1 april 2012 van kracht is geworden met de wijzigingen die per 1 januari 2015 in werking zijn getreden. In dit rapport wordt overigens alleen ingegaan op de eisen die in hoofdstuk 2 en 6 van Bouwbesluit 2012 worden gesteld ten aanzien van de brandveiligheid van een gebouw. Het gebouw is getoetst aan de eisen van Bouwbesluit 2012 niveau nieuwbouw. Artikel 1.3 staat toe dat er van een prestatie-eis kan worden afgeweken wanneer aangetoond wordt dat er sprake is van een gelijke mate van brandveiligheid als beoogd met de voorschriften. In dit project wordt hiervan gebruik gemaakt voor de omvang van brandcompartimenten Toetskader brandbeheersing Volgens het Bouwbesluit mogen zowel een brandcompartiment in een overige gebruiksfunctie niet groter zijn dan m 2. Uitgaande van een volledig ontwikkelde brand wordt deze grenswaarde in het Bouwbesluit gehanteerd om voldoende brandbeheersing te kunnen garanderen. Dit is de stationaire situatie die uitgaat van het maximale branduitbreidingsgebied (eindsituatie, gehele compartiment in brand). Ook de in het Bouwbesluit aangewezen bepalingsmethoden met betrekking tot brandveiligheid gaan hiervan uit Gelijkwaardigheid brandbeheersing Door een beroep te doen op artikel 1.3 van het Bouwbesluit (gelijkwaardige oplossing) is het mogelijk voor brandbeheersing af te wijken van de maximale brandcompartimentsgrootte van m 2. Er is sprake van een gelijkwaardige oplossing als een situatie wordt gerealiseerd met een gelijke mate van brandveiligheid als beoogd. In hoofdstuk 4 wordt nader op de gelijkwaardigheid ingegaan. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 6

10 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 3 Uitgangspunten en randvoorwaarden 3.1 Bouwkundige uitgangspunten De geometrie van de parkeergarage is weergegeven op de tekeningen bij de bouwaanvraag. De parkeergarage bestaat uit 9 bouwlagen. De parkeergarage heeft een totale oppervlakte van circa m 2. In totaal bevat de parkeergarage circa parkeerplaatsen. De parkeergarage is op te delen in twee gedeelten. Bouwlagen 0 t/m 2 betreffen een relatief besloten deel van de parkeergarage: Op de begane grond sluit de parkeergarage aan de west- en oostzijde aan tegen de bestaande hallen 8 en 9 van de RAI. Aan de noordzijde van de parkeergarage bevinden zich een entreehal en technische ruimten. Aan de zuidzijde wordt de parkeergarage ontsloten. De zuidgevel is op de begane grond dan ook de enige open gevel; Op laag één en twee sluit de parkeergarage aan de west- en oostzijde aan op de werkterrassen. Omdat de eerste verdieping ook een expo- en bijeenkomstfunctie krijgt, worden deze zijden van dichte gevels voorzien. Aan de noordzijde grenst de parkeergarage aan een kern met trappenhuis, toiletten, (brandweer)liften en techniekruimte en de vide boven de entreehal. Aan de zuidzijde bevindt zich tussen de parkeergarage en de doorrijbrug tussen de werkterrassen een gevel met grote openingen die leiden naar de hellingbanen. Bij het gebruik als expo en/of bijeenkomstruimte zijn deze grote openingen afgesloten met overheaddeuren. Bouwlagen 3 t/m 8 betreffen een meer open natuurlijk geventileerde parkeergarage. Gevels van deze bouwlagen bestaan uit lamellen met een grote mate aan openheid. Gevels zijn slechts lokaal dicht, bijvoorbeeld ter plaatse van de kern aan de noordzijde van de parkeergarage en op plekken waar de afstanden tot bestaande gebouwen zodanig beperkt zijn dat brandwerende gevels benodigd zijn om brandoverslag te voorkomen. 3.2 Openheid gevels Zoals aangegeven in paragraaf 3.1, betreft het bovenste deel van de parkeergarage, van laag 3 t/m laag 8, een natuurlijk geventileerde parkeergarage. Uitgangspunt voor dit deel van de parkeergarage is dat deze voldoet aan de voorwaarden die de Nederlandse norm NEN 2443:2013, Parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages, stelt aan natuurlijk geventileerde parkeergarages. Indien voor de parkeergarage conform NEN 2443 kan worden uitgegaan van natuurlijke ventilatie, mag tevens verwacht worden dat de parkeergarage voldoende open is om ervan uit te gaan dat geen compartimentsbrand ontstaat (zie verder hoofdstuk 4). In tabel 2 is een toetsing opgenomen om vast te stellen of de lagen 3 t/m 8 voldoen aan de randvoorwaarden voor ventilatie van NEN An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 7

11 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Tabel 3: Randvoorwaarden NEN 2443 Randvoorwaarde Situatie Voldoet Ten minste twee tegenover elkaar staande gevels moeten voorzien zijn van niet voor lucht afsluitbare openingen; In alle gevels zijn permanente openingen aanwezig; Ja Deze twee gevels zijn niet verder dan 54 m van elkaar verwijderd; Afstand oost- en westgevel: 48,15 m; Ja De laagste vloer van de garage ligt niet meer dan 1,3 m onder het maaiveld; De laagste vloer van het betreffende deel van de parkeergarage ligt op 10,7 m boven maaiveld; Ja Binnenwanden mogen geen beperking opleveren voor de ventilatie; In garage zijn geen belemmerende binnenwanden (voor dwarsventilatie) aanwezig; Ja Uit tabel 3 volgt dat garage voldoet aan de randvoorwaarden die NEN 2443 stelt aan parkeergarages. Dit betekent dat de openingen in de gevels gedimensioneerd kunnen worden volgens de rekenregels van NEN De oppervlakte van de openingen dient ten minste te voldoen aan één van onderstaande criteria: 1 / 3 deel van de totale oppervlakte van buiten- en binnenwanden die het compartiment begrenzen, verdeeld over alle buitenwanden die aan alle eisen voldoen, of 2,5% van de bruto vloeroppervlakte van de stallingsgarage aan gevelopeningen in de twee tegenover elkaar gelegen gevels die maximaal 54 meter uit elkaar liggen. Daarbij mogen openingen alleen worden meegerekend indien de afstand tot de belendende bebouwing ten minste 5 m bedraagt en dient te worden uitgegaan van de netto doorlaat wanneer er sprake is van lamellen zoals in dit project. Bij dit project wordt aan beide voorwaardes voldaan. De totale geveloppervlakte bedraagt circa 778 m 2, waarbij de totale oppervlakte aan openingen circa 404,9 m 2 bedraagt. Er is dus een percentage van circa 52% openheid aanwezig. In de twee tegenoverliggende gevels moet minimaal 89,13 m 2 aan opening aanwezig zijn (3.565 x 2,5%). In totaliteit is er 222,65 m 2 aan opening aanwezig verdeeld over deze gevels. Er wordt dus ruimschoots aan de voorwaarden voldaan. 3.3 Constructie De constructie van de parkeergarage bestaat uit een betonconstructie met kanaalplaatvloeren. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op de eisen die hieraan worden gesteld. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 8

12 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 4 Brandbeheersing 4.1 Indeling in brandcompartimenten De parkeergarage bestaat in hoofdzaak uit twee grote brandcompartimenten. Daarnaast is er nog een beperkt aantal kleinere brandcompartimenten. In tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de brandcompartimenten in het gebouw. Tabel 4: Overzicht brandcompartimenten Brandcompartiment Omschrijving Gebruiksoppervlakte BC1 Parkeergarage laag 0 en multifunctionele laag 1 en m2 BC2 Parkeergarage bouwlaag 3 t/m m2 BC3 Installatieruimte begane grond 464 m2 BC4 Installatieruimte tweede verdieping 88 m2 Ook een niet-besloten gebruiksgebied van een overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen dient conform het Bouwbesluit als brandcompartiment te worden aangemerkt. Dat betekent dat bouwlaag 8, een bouwlaag die zich geheel in de buitenlucht bevindt, als deel van een brandcompartiment moet worden aangemerkt. De tunnel op de begane grond behoort tot een apart brandcompartiment (niet gesprinklerd) en wordt 60 minuten brandwerend afgescheiden van de nieuwbouw. Zie de nadere toelichting in punt 3 van bijlage 3. De technische ruimten op de begane grond en tweede verdieping (niet gesprinklerd) zijn groter dan 50 m 2 en moeten op basis van artikel 2.83 lid 7 van Bouwbesluit 2012 in een apart brandcompartiment worden opgenomen. De trappenhuizen in dit project voeren over meer dan 8 meter hoogte en dienen conform het Bouwbesluit als extra beschermde vluchtroute uitgevoerd worden. Deze extra beschermde vluchtroutes liggen buiten de brandcompartimenten. Ook voor de liften geldt dat deze buiten het brandcompartiment gesitueerd zijn en worden uitgevoerd conform de eisen die worden gesteld aan extra beschermde vluchtroutes. Ook deze liggen dus buiten de brandcompartimenten. Voor zowel BC 1 als BC 2 geldt dat deze groter zijn dan de m 2 die in het Bouwbesluit is toegestaan voor overige gebruiksfuncties voor het stallen van motorvoertuigen en bijeenkomstfuncties. Deze brandcompartimenten vallen daarmee buiten de grenswaarden van Bouwbesluit Voor beide brandcompartimenten wordt daarom een beroep gedaan op het gelijkwaardigheidsbeginsel van het Bouwbesluit (artikel 1.3). An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 9

13 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam 4.2 Gelijkwaardigheid omvang brandcompartimenten Gelijkwaardigheid BC 1 De maximale omvang van m2 die het Bouwbesluit eist, is gebaseerd op het beheersbaar houden van een volledig ontwikkelde brand (brand ter grootte van het gehele compartiment). Grote compartimenten zijn volgens de regelgeving (Bouwbesluit 2012) mogelijk, mits maatregelen worden getroffen voor beheersing van brand en rook waarmee een aan de regelgeving gelijkwaardig veiligheidsniveau wordt bereikt. Om te beoordelen of sprake is van gelijkwaardigheid wordt in dit brandbeveiligingsconcept gebruik gemaakt van een risicogebaseerde aanpak op basis van het natuurlijk brandconcept. Bij een risicogebaseerde aanpak worden de kansen op de ontwikkeling van een brand tot een bepaalde omvang in kaart gebracht volgens een gebeurtenissenboom zoals weergegeven in figuur 2. Figuur 2: Cascademodel voor branduitbreiding in een gebouw en de consequenties voor de verschillende risico subsystemen (Van den Dikkenberg; 2012) Daarbij worden verschillende stappen in de ontwikkeling van een brand in kaart gebracht en wordt per stap beoordeeld wat de kans (P) is op de ontwikkeling van een brand naar een volgende fase: F: het ontstaan van brand: F (fire); P1: ontwikkeling tot een lokale brand; P2: ontwikkeling tot een lokale brand in de gehele brandruimte; P3: ontwikkeling tot een compartimentsbrand; P4: ontwikkeling tot een gebouwbrand; P5: ontwikkeling tot buiten de brandruimte. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 10

14 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Voor elke fase geldt dat maatregelen mogelijk zijn om de kans op ontwikkeling van de brand naar een volgende fase te beperken. Praktische uitwerking risico-benadering Invulling kansen F en P1 Omdat van de kans op het ontstaan van brand en de kans op het ontwikkelen van een lokale brand en de invloed van bepaalde maatregelen daarop weinig statistische gegevens bekend zijn wordt voor deze kansen uitgegaan van 1. Dit uitgangspunt komt overeen met het Bouwbesluit die ook in basis uitgaat van het ontstaan van brand. Beoordeling kans P2 en P3 op basis van natuurlijk brandconcept In dit project zijn een aantal aspecten van invloed op de kans op kans P2 op het ontstaan van flashover (compartimentsbrand): 1. De omvang van het brandcompartiment. In een groot brandcompartiment zal het doorgaans langer duren voordat flashover optreedt dan in een klein compartiment; 2. De gebruikssituatie. Bij een gebruik als expo of bijeenkomstruimte zal zich een kwadratisch uitbreidende brand voordoen met een brandvermogensverloop conform de t 2 -curve (conform NEN 6055). Bij een parkeerfunctie doet zich echter zeker in beginsel een afwijkend brandscenario voor: een autobrandscenario (zie ). 3. De actieve brandbeheersingsinstallatie. Brandcompartiment BC 1 wordt voorzien van een sprinklerinstallatie. Dit betreft een voorziening waarmee de ontwikkeling van een brand vroegtijdig, nog voor het ontstaan van een compartimentsbrand, wordt gestopt. Voor BC 1 zal op basis van de faalkans van de sprinklerinstallatie de risico-oppervlakte voor branduitbreiding gedefinieerd worden. Dit zal worden gedaan voor elke gebruikssituatie. De risicooppervlakte wordt vervolgens vergeleken met de grenswaarde voor het maximale branduitbreidingsgebied volgens het Bouwbesluit (referentiesituatie: m2), zodat beoordeeld kan worden of sprake is van een zelfde mate van veiligheid met betrekking tot branduitbreiding. Kansen P3 en P4 Wanneer geen of onvoldoende maatregelen worden getroffen om een compartimentsbrand te voorkomen, dienen maatregelen te worden getroffen om de verdere ontwikkeling van een brand naar een naburig brandcompartiment (P4) en de uitbreiding van brand naar naburige percelen (P4) te voorkomen. Indien echter de risico-oppervlakte kleiner dan m2 blijft, kunnen deze kansen buiten beschouwing worden gelaten. Immers, de consequenties zijn in dat geval vergelijkbaar met de referentiesituatie, zodat ook het voorzieningenniveau vergelijkbaar moet zijn met dat in de referentiesituatie (Bouwbesluit 2012). An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 11

15 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Beoordeling risico-oppervlakte Gebruikssituatie parkeergarage Zoals in paragraaf nader wordt toegelicht doet zich in een parkeergarage een specifiek brandscenario voor, namelijk een autobrandscenario. Wanneer zich een brand voordoet in een gesprinklerde parkeergarage zal de brand in eerste instantie het brandvermogensverloop volgen van een standaard autobrandscenario. Na enige minuten zal de sprinklerinstallatie in werking treden. Het brandvermogen blijft vervolgens beheerst tot het moment dat de brandweer arriveert en de brand blust. Bij een goed functionerende sprinklerinstallatie blijft de brandomvang dan ook beperkt tot één auto: ca 15 m 2. Conform de Nationale Bijlage bij de Eurocode, NEN-EN /NB:2007, mag voor een sprinklerinstallatie worden uitgegaan van een maximale faalkans van 2% (faalkans nog kleiner bij meervoudige watervoorziening). In 98% van de gevallen mag dan ook worden uitgegaan van een brandomvang van maximaal 1 auto zoals hierboven omschreven. In 2% van de gevallen, bij falen van de sprinklerinstallatie, zal een doorgaand autobrandscenario ontstaan zoals beschreven in paragraaf Nu is het gesprinklerde gedeelte van het parkeergebouw wel veel meer besloten dan het natuurlijk geventileerde bovenste gedeelte. Indien de gebruiksventilatie bij een dergelijke brand blijft functioneren mag desalniettemin verwacht worden dat voldoende warmte wordt afgevoerd via de gevelopeningen bij de hellingbanen zodat er geen compartimentsbrand ontstaan. Mocht echter de mechanische ventilatie uitvallen of worden uitgeschakeld dan kan de gemiddelde temperatuur boven de grenswaarde voor convectieve brandoverslag komen, 300 C, zodat rekening moet worden gehouden met het ontstaan van een compartimentsbrand. Op conservatieve wijze wordt voor het falen van de sprinklerinstallatie dan ook rekening gehouden met een brandomvang die zich uitbreidt tot het gehele compartiment: m 2. De risico-oppervlakte voor de gebruikssituatie parkeren bedraagt dan ook 0,02 * ,98 * 15 = 137 m 2. Deze omvang ligt ruim onder de risico-oppervlakte van het Bouwbesluit: m 2. Er is voor deze gebruikssituatie dan ook voldoende aangetoond dat sprake is van gelijkwaardigheid ten aanzien van brandbeheersing. Voor de voorzieningen tussen BC 1 en de overige BC s kan worden uitgegaan van de eisen die het Bouwbesluit stelt in combinatie met eventuele voorschriften vanuit de sprinklercertificering (zie 4.3). Gebruikssituatie exporuimte Bij het gebruik van de multifunctionele bouwlaag als exporuimte zal zich een kwadratisch uitbreidende brand voordoen. Voor de snelheid van brandontwikkeling kan daarbij worden aangesloten bij de uitgangspunten die de NEN-EN /NB:2007 hiervoor geeft: Matig (300s) tot snelle (150 s) brandontwikkelsnelheid (afhankelijk van type beurs); An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 12

16 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Normale (250 kw/m 2 ) tot hoge (500 kw/m 2 ) brandvermogensdichtheid (afhankelijk van type beurs). Ook bij deze gebruikssituatie zal na verloop van tijd de sprinkler geactiveerd worden waarbij het brandvermogen vanaf dat tijdstip beheerst wordt tot het moment van de repressieve inzet van de brandweer. Uitgaande van sprinkleractivatie na 5 minuten (zeer conservatief) kan op basis van bovengenoemde uitgangspunten de brandomvang bij een gesprinklerde brand worden bepaald. Voor de brandomvang is een snelle brandontwikkeling in combinatie met een normale brandvermogensdichtheid maatgevend. Bij deze uitgangspunten bedraagt het brandvermogen na 5 minuten conform Q = (t/t c ) 2 = (300/150) 2 = 4 MW. De brandomvang bedraagt daarbij conform A = Q/kref = 4000/250 = 16 m 2. Ook hier geldt dat kan worden uitgegaan van een faalkans van de sprinkler van maximaal 2%. In 98% van de gevallen bedraagt de brandomvang dus 16 m 2. In 2% van de gevallen moet van falen van de sprinkler worden uitgegaan en moet rekening worden gehouden met een brandomvang die zich uitbreidt tot het gehele compartiment: m 2. De risico-oppervlakte voor de gebruikssituatie expo bedraagt dan ook 0,02 * ,98 * 16 = 138 m 2. Deze omvang ligt ruim onder de risico-oppervlakte van het Bouwbesluit: m 2. Er is voor deze gebruikssituatie dan ook voldoende aangetoond dat sprake is van gelijkwaardigheid ten aanzien van brandbeheersing. Voor de voorzieningen tussen BC 1 en de overige BC s kan worden uitgegaan van de eisen die het Bouwbesluit stelt in combinatie met eventuele voorschriften vanuit de sprinklercertificering (zie 4.3). Gebruikssituatie bijeenkomstruimte Bij het gebruik van de multifunctionele bouwlaag als bijeenkomstruimte zal zich een kwadratisch uitbreidende brand voordoen. Voor de snelheid van brandontwikkeling kan daarbij worden aangesloten bij de uitgangspunten die de NEN-EN /NB:2007 hiervoor geeft: Trage (600 s) tot matige (300 s) brandontwikkelsnelheid (afhankelijk van inrichting); Lage (100 kw/m 2 ) tot normale (250 kw/m 2 ) brandvermogensdichtheid (afhankelijk van inrichting). Ook bij deze gebruikssituatie zal na verloop van tijd de sprinkler geactiveerd worden waarbij het brandvermogen vanaf dat tijdstip beheerst wordt tot het moment van de repressieve inzet van de brandweer. Uitgaande van sprinkleractivatie na 5 minuten (zeer conservatief) kan op basis van bovengenoemde uitgangspunten de brandomvang bij een gesprinklerde brand worden bepaald. Voor de brandomvang is een matige brandontwikkeling in combinatie met een lage brandvermogensdichtheid maatgevend. Bij deze uitgangspunten bedraagt het brandvermogen na 5 minuten conform Q = (t/t c ) 2 = (300/300) 2 = 1 MW. De brandomvang bedraagt daarbij conform A = Q/kref = 1000/100 = 10 m 2. Ook hier geldt dat kan worden uitgegaan van een faalkans van de sprinkler van maximaal 2%. In 98% van de gevallen bedraagt de brandomvang dus 10 m 2. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 13

17 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam In 2% van de gevallen moet van falen van de sprinkler worden uitgegaan en moet rekening worden gehouden met een brandomvang die zich uitbreidt tot het gehele compartiment: m 2. De risico-oppervlakte voor de gebruikssituatie expo bedraagt dan ook 0,02 * ,98 * 10 = 132 m 2. Deze omvang ligt ruim onder de risico-oppervlakte van het Bouwbesluit: m 2. Er is voor deze gebruikssituatie dan ook voldoende aangetoond dat sprake is van gelijkwaardigheid ten aanzien van brandbeheersing. Voor de voorzieningen tussen BC 1 en de overige BC s kan worden uitgegaan van de eisen die het Bouwbesluit stelt in combinatie met eventuele voorschriften vanuit de sprinklercertificering (zie 4.3). Kanttekening Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 is er op de lagen 1 en 2 sprake van meerdere gebruikssituaties: parkeren, expo en bijeenkomstruimte. Voor alle drie de gebruikssituaties dient de aard van de vuurlast inzichtelijk te zijn. De sprinkler dient hierop te worden afgestemd zodat deze bij alle drie de gebruikssituaties voldoende betrouwbaar is. Zie verder voor de uitwerking van de sprinkler het UPD van Incendio Gelijkwaardigheid BC 2 De maximale omvang van m 2 die het Bouwbesluit eist, is gebaseerd op het beheersbaar houden van een volledig ontwikkelde brand (brand ter grootte van het gehele compartiment). Voor een parkeergarage kan echter worden uitgegaan van een ander brandverloop: het brandverloop van een autobrandscenario. Door de gesloten carrosserie zal een brand die in een auto ontstaat in eerste instantie beperkt blijven tot één auto. Wanneer de temperatuur in de auto hoog genoeg oploopt kan de brand overslaan naar naastgeparkeerde auto s. Hiermee ontstaat een zich verplaatsende brand in de parkeergarage, zoals in figuur 3 is weergegeven. De brand ontstaat op plek 1 en zal zich na enige tijd, als de straling van uit deze auto hoog is opgelopen, uitbreiden naar er naast geparkeerde auto s (2 en 3) Figuur 3: Branduitbreiding parkeergarage An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 14

18 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam In een parkeergarage waarin adequate voorzieningen aanwezig zijn voor brandweerinzet (brandventilatie of sprinkler) kan de brandweer de parkeergarage betreden en blijft de brandomvang veelal beperkt van 1 tot 3 á 4 auto s. In een natuurlijk geventileerde parkeergarage is niet altijd een effectieve brandweerinzet mogelijk. De rookverspreiding in de garage kan niet worden beheerst door de afhankelijkheid van weersomstandigheden. Bij voldoende windsnelheid zal de garage kunnen worden betreden en kan de brandweer de brandhaard met de wind in de rug benaderen en de brand blussen. Bij windstil weer zal de parkeergarage verroken wat een effectieve brandweerinzet bemoeilijkt. Een effectieve brandweerinzet kan op bouwlaag 3 t/m 7 (bouwlaag 8 wordt niet overdekt zodat deze laag niet zal verroken) dan ook niet gegarandeerd worden zodat mogelijk meer auto s bij de brand betrokken raken. Er ontstaat in dat geval een brand die zich langzaam verplaatst door de parkeergarage en veel schade tot gevolg zal hebben: een zogenaamd uitbrandscenario. Wanneer wordt uitgegaan van gangbare uitgangspunten ten aanzien van brandvermogens per auto zoals deze in het kader van Europees Onderzoek zijn vastgelegd in het model CaPaFi (CarParkFire) ontstaat er een brandvermogensverloop zoals dat is weergegeven in figuur 4. In dit figuur is het uitbreiden van een rij van 18 auto s weergegeven, waarbij de brand zich elke 12 minuten uitbreidt naar 2 volgende auto s. Uit de figuur wordt duidelijk dat het totale brandvermogen op een gegeven moment niet hoger wordt, doordat de eerste auto s uitgebrand zijn voordat er meer auto s bij de brand betrokken raken. Het maximale vermogen dat zich ontwikkelt bij een dergelijk, worst case brandscenario, bedraagt ca 25 MW. Figuur 4: Brandvermogensverloop doorgaand autobrandscenario De parkeergarage is voldoende open (minimale openheid voldoet aan NEN 2443) om ervan uit te kunnen gaan dat de temperaturen bij een dergelijk brandverloop niet zodanig oplopen dat rekening moet worden gehouden met het ontstaan van flashover en daarmee een compartimentsbrand. Ook zonder offensieve An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 15

19 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam brandweerinzet blijft de brand lokaal en dus beheersbaar. Er is dus ook bij een uitbrandscenario sprake van een gelijkwaardige situatie ten aanzien van de beheersbaarheid van brand. Eventuele maatschappelijke gevolgen (overlast omgeving) van een dergelijk scenario vallen buiten het publiekrechtelijk toetskader. Zie ook punt 5 van bijlage 3. De risico s en de mogelijke impact van een brand in de parkeergarage voor RAI en zijn omgeving, is bekend bij Amsterdam RAI en zijn verzekering, beiden accepteren dit risico. De brandweer verwijst in het verslag van de bespreking op 11 augustus naar het rapport van Efectis van het onderzoek naar de brand in de parkeergarage aan de Lloydstraat te Rotterdam van december Het brandverloop dat in deze rapportage wordt beschreven is vergelijkbaar met het hierboven beschreven brandverloop. In totaal zijn 7 auto s bij deze brand uitgebrand. Lokaal (boven de brandhaard) zijn temperaturen opgelopen tot bijna C. Het brandverloop heeft het karakter van een lokale brand die zich steeds verder heeft uitgebreid totdat alle auto s die in de rij geparkeerd stonden, zijn uitgebrand. Ondanks de lokaal hoge temperaturen is er geen compartimentsbrand ontstaan. Immers in dat geval had de brand zich ineens naar meerdere auto s en mogelijk ook nog naar auto s op andere parkeerlagen binnen hetzelfde brandcompartiment uitgebreid. Door de openheid van de parkeergarage zijn temperaturen verder weg van de brandhaard zodanig beperkt gebleven dat geen compartimentsbrand is ontstaan. 4.3 WBDBO eisen Het Bouwbesluit eist een Weerstand tegen Branddoorslag en Brandoverslag van 60 minuten tussen brandcompartimenten en van brandcompartimenten naar extra beschermde vluchtroutes (in één richting). Dat betekent: Een eis van 60 minuten WBDBO tussen de in tabel 3 genoemde brandcompartimenten; Een eis van 60 minuten WBDBO van de in tabel 3 genoemde brandcompartimenten naar aangrenzende bestaande brandcompartimenten; Een eis van 60 minuten WBDBO van de in tabel 3 genoemde brandcompartimenten naar extra beschermde vluchtroutes; Een eis van 60 minuten WBDBO van de in tabel 3 genoemde brandcompartimenten naar de conform het Bouwbesluit vereiste brandweerlift (zie verder hoofdstuk 6). Op de bovenste bouwlaag (8) is de parkeergarage geheel open. Vanwege het open karakter kan hier worden afgezien van de brandwerende scheidingen rond de trappenhuizen en de subbrandcompartimentsscheidingen in de trappenhuizen. Naast de eisen die het Bouwbesluit stelt, zullen ook vanuit de certificering van de in BC 1 opgenomen sprinklerinstallatie eisen gelden. Voor de sprinklerinstallatie wordt uitgegaan van An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 16

20 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam brandcompartimentsklasse C volgens memorandum 65. Dit is in het overleg van 24 juli 2015 afgestemd met de brandweer (zie verslag bijlage 2). Voor klasse C geeft memorandum 65 geen concrete WBDBOeisen. Voor dit project wordt uitgegaan van een WBDBO-eis van 60 minuten vanuit niet-gesprinklerd gebied naar gesprinklerd gebied. In paragraaf 4.4 wordt nader ingegaan op de voorzieningen die nodig zijn om aan de genoemde WBDBO-eisen te kunnen voldoen. 4.4 Vereiste brandwerendheid Weerstand tegen branddoorslag Voor inwendige scheidingsconstructies resulteert de in paragraaf 4.3 aangegeven WBDBO-eis rechtstreeks in een bouwkundige brandwerendheid. Dit betekent dat alle inwendige scheidingsconstructies waarvoor conform paragraaf 4.3 een WBDBO-eis van 60 minuten geldt, 60 minuten brandwerend uitgevoerd moet worden. Deuren en ramen in deze inwendige brandwerende scheidingsconstructies moeten zelfsluitend zijn. Scheiding gesprinklerd en ongesprinklerd gebied ter plaatse van hellingbanen De begane grond en bouwlaag één en twee worden in dit project van een sprinklerinstallatie voorzien. De hellingbanen worden niet voorzien van een sprinkler. Dat betekent dat er op as E feitelijk sprake is van een scheiding tussen gesprinklerd en ongesprinklerd gebied waardoor hier een 60 minuten brandwerende scheiding vereist zou zijn. Echter op de hellingbanen is het risico op brand zeer klein gezien het feit dat hier alleen sprake is van rijdende auto s. Zie ook punt 6 van bijlage 3. Het risico is voldoende klein om een brandscheiding tussen BC 1 (met sprinkler) en de hellingbanen achterwege te kunnen laten Brandoverslagrisico s Voor uitwendige scheidingsconstructies hoeft de WBDBO-eis niet in alle gevallen gerealiseerd te worden in een bouwkundige brandwerendheid. Conform NEN 6068 is het risico op brandoverslag voldoende laag als de warmtestralingsflux vanuit een niet-brandwerend geveldeel naar het observatievlak overal onder de 15 kw/m 2 blijft. Indien dit het geval is kunnen brandwerende voorzieningen achterwege blijven. Conform NEN 6068 mogen gevelgedeelten die minimaal 30 minuten brandwerend zijn bij het beoordelen van brandoverslagrisico s als dicht worden beschouwd. Conform NEN 6068 kan er bij de aanwezigheid van brandoverslagrisico s worden volstaan met 30 minuten brandwerende gevels. Zoals aangegeven in paragraaf 4.3 is er vanuit sprinklercertificering sprake van een WBDBO-eis van 60 minuten vanuit ongesprinklerd gebied naar gesprinklerd gebied om de betrouwbaarheid van de sprinklerinstallatie te kunnen garanderen. Bij een afstand van meer van 10 meter tussen ongesprinklerd gebied en gesprinklerd gebied wordt deze WBDBO-eis in afstand gerealiseerd. Bij een afstand van minder dan 10 meter moet ofwel met brandoverslagberekeningen conform NEN 6068 aangetoond moet worden dat het risico op brandoverslag voldoende klein is (stralingsflux < 15 kw/m 2 ) ofwel er moeten An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 17

21 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam brandwerende voorzieningen worden getroffen. Voor compartimentsklasse A en B wordt daarbij aangegeven dat 60 minuten brandwerende gevels nodig zijn (in afwijking van NEN 6068 waarbij een WBDBO-eis van 60 minuten mag worden ingevuld met 30 minuten brandwerende gevels). Voor klasse C worden in het memorandum geen specifieke eisen gesteld. Uitwerking brandoverslagrisico s bestaande gebouwen Tussen BC 1 en de bestaande gebouwen Een gesprinklerde brand is lokaal en brandstofbeheerst. Er treden bij een dergelijke brand dan ook geen uitslaande vlammen op in de zin van NEN Brandwerende voorzieningen vanuit BC 1 richting de bestaande gebouwen zijn dan ook niet nodig. In de richting van de bestaande gebouwen naar het nieuwe parkeergebouw is er mogelijk wel sprake van brandoverslagrisico s. De afstand tussen de bestaande gebouwen en het parkeergebouw is voor een aantal gevelgedeelten van BC 1 kleiner dan 10 meter. Met opdrachtgever Aan de Stegge is besproken om daar waar dit speelt, uit te gaan van brandwerende voorzieningen in de gevels van de parkeergarage. De gevelgedeelten van BC 1 met een afstand van minder dan 10 meter tot de bestaande, niet-gesprinklerde gebouwen worden uitgevoerd met een gevel die van buiten naar binnen 60 minuten brandwerend is. Om ook de werkterrassen te kunnen gebruiken voor opslag en/of parkeren, worden de gevels van BC1 die grenzen aan het werkterras, 60 minuten brandwerend van buiten naar binnen uitgevoerd. In uitzondering hierop worden de overheaddeuren niet brandwerend uitgevoerd. Deze deuren worden aan de buitenzijde voorzien van sprinklerkoppen. De deuren worden dagelijks gebruikt voor het transport van goederen in en uit de multifunctionele ruimte. Er hoeft dan ook geen rekening te worden gehouden met opslag ter plaatse van deze deuren. Tussen BC 2 en de bestaande gebouwen Een autobrand is lokaal en brandstofbeheerst. Er treden bij een dergelijke brand dan ook geen uitslaande vlammen op in de zin van NEN Er kunnen wel lokale vlammen ontstaan vanuit de brandende auto. Echter dergelijke risico s zijn overal aanwezig waar dichtbij een gebouw geparkeerd wordt. De publiekrechtelijke regelgeving stelt geen eisen aan dergelijke lokale risico s. Brandwerende voorzieningen vanuit BC 2 richting de bestaande gebouwen zijn dan ook niet nodig. Echter voorkomen moet worden dat bij een brand in een naburig gebouw brandoverslag optreedt naar BC 2. Op een aantal plaatsen is de afstand tussen de bestaande gebouwen en de open gevels van BC 2 beperkt waardoor mogelijk brandoverslag kan optreden. Om gedurende 60 minuten brandoverslag te voorkomen worden delen van de gevels 30 minuten brandwerend (conform NEN 6068) van buiten naar binnen uitgevoerd. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten: Bij een afstand van minder dan 10 meter tussen een tegenover BC 2 gelegen gebouw, wordt de gevel van BC 2 brandwerend uitgevoerd; An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 18

22 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Bij een aansluiting van BC 2 op een bestaand gebouw onder een hoek van 90 graden, wordt de gevel van BC 2 over een afstand van minimaal 4 meter (vuistregel voormalige NEN 6091) vanuit de inwendige hoek brandwerend uitgevoerd; Bovengenoemde voorzieningen hoeven alleen te worden getroffen voor zover er achter het betreffende gevelgedeelte auto s geparkeerd staan. Immers indien zich achter de gevel geen brandbare zaken bevinden is er ook geen kans op brandoverslag; Gevelgedeelten die hoger liggen dan het dak van de bestaande hallen hoeven niet van brandwerende gevels te worden voorzien. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 19

23 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 5 Vluchtveiligheid 5.1 Vluchtprincipe Vanuit de subbrandcompartimenten kan rechtsreeks of via een ander subbrandcompartiment naar het aansluitende terrein worden gevlucht waarbij de twee onafhankelijke vluchtroutes nergens samenvallen. Hiermee wordt voldaan aan artikel lid 1. Bij het ontvluchten naar het trappenhuis in de neergaande hellingbaan, dient de rijweg te worden overgestoken. De brandweer heeft het risico benoemd dat mensen bij het horen van het ontruimingsalarm met de auto de garage uitrijden. Daarbij zouden zij de mensen die richting dit trappenhuis vluchten kunnen aanrijden. Amsterdam RAI heeft aangegeven bekend te zijn met dit risico en dit acceptabel te achten. Er zijn diverse beheersmaatregelen genomen ten behoeve van de totaalontruiming van de parkeergarage. Bij gebruik van de exporuimte dient er ten plaatse van het werkterras een strook van 10 meter breed vrijgehouden te worden, zodat de vluchtmogelijkheden niet belemmerd worden. Hier mogen in dat geval dus geen auto s geparkeerd staan. In opdracht van RAI is een aanvullend onderzoek verricht naar de vluchtcapaciteit van de werkterrassen, waarbij rekening wordt gehouden met gelijktijdig ontruimen van alle gebouwen met vluchtroutes die over de werkterrassen voeren. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 5. Conclusie van het onderzoek is dat 1 stijgpunt moet worden toegevoegd ten behoeve van de ontsluiting van de werkterrassen. 5.2 Controle loopafstanden In het Bouwbesluit 2012 zijn de maximale loopafstanden binnen het subbrandcompartiment gerelateerd aan de beschikbare gebruiksoppervlakte van het subbrandcompartiment per persoon. Voor de aangehouden personenaantallen wordt verwezen naar tabel 1 in paragraaf 2.1. Op basis van deze aantallen personen mag de maximale loopafstand op bouwlaag 1 bij het gebruik als expo- of bijeenkomstruimte (maatgevende gebruikssituaties) niet meer bedragen dan 30 m. In de parkeergarage mag de loopafstand niet meer bedragen dan 60 m. Voor zowel de parkeergarage als de bijeenkomstfunctie is de daadwerkelijke loopafstand beoordeeld. Voor beide functies geldt dat er geen rekening hoeft te worden gehouden met een nadere indeling van de ruimte. De toetsing van de loopafstanden is in bijlage 1 op de plattegronden aangegeven. Uit deze toetsing blijkt dat de loopafstand van 30 meter c.q. 60 meter in de ingedeelde situatie niet wordt overschreden. Een nadere indeling in subbrandcompartimenten is niet benodigd. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 20

24 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam 5.3 Draairichting deuren Indien meer dan 37 personen op een deur zijn aangewezen, dient deze in de vluchtrichting te draaien (Bouwbesluit 2012 art lid 3). De meeste deuren in het gebouw draaien met de vluchtrichting mee. Op de deuren die tegen de vluchtrichting in draaien, zijn minder dan 37 personen aangewezen. Hiermee wordt voldaan aan de eisen. 5.4 Opvang- en doorstroomcapaciteit Voor het gebouw is een indicatieve beoordeling van de opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes uitgevoerd. De deurbreedtes in het multifunctionele deel van het gebouw zijn afgestemd op het maximaal aantal verwachte personen in de expo-ruimte. In bijlage 1 is de beoordeling van de aanwezige opvang- en doorstroomcapciteit opgenomen. De parkeergarage beschikt over twee trappenhuizen met beperkte doorstroomcapaciteit. Voor het gemiddeld gebruik van de parkeergarage (maximaal 1 persoon per 30 m 2 ) volstaat deze capaciteit. Mochten zich in bepaalde situaties meer personen in de parkeergarage bevinden die bij een calamiteit de parkeergarage moeten ontvluchten, dan kan via de hellingbanen gevlucht worden. Ook bij een piekbezetting kan de parkeergarage dus veilig ontvlucht worden. 5.5 Rooksluizen Het Bouwbesluit eist in artikel 1.07 lid 6 dat trappenhuizen waarbinnen over meer dan 20 meter hoogte gevlucht wordt, moeten worden voorzien van een afzonderlijke beschermde vluchtroute (rooksluis) met een loopafstand van 2 meter. Bij het trappenhuis tussen de assen O en O fungeert de lifthal (extra beschermde vluchtroute) als rooksluis. De scheiding tussen lifthal en trappenhuis dient daarbij te worden uitgevoerd met een weerstand tegen branddoorslag van 20 minuten ten aanzien van vlamdichtheid (E-criterium). Bij het trappenhuis in de neergaande hellingbaan wordt het trappenhuis binnen de wokkel (extra beschermde vluchtroute) voorzien van een rooksluis met een weerstand tegen branddoorslag van 20 minuten ten aanzien van vlamdichtheid (E-criterium). Op de begane grond is deze rooksluis niet vereist. De aansluitpunten van de droge blusleidingen (zie verder hoofdstuk 8) worden conform NEN 1594 in deze rooksluizen geplaatst. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 21

25 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam 5.6 Hang- en sluitwerk Voor alle vluchtroutes geldt dat in de vluchtrichting bij brand elke vluchtdeur in beginsel onmiddellijk te openen moet zijn zonder gebruik van een sleutel of ander los voorwerp. Aan het hang- en sluitwerk dient nog aandacht besteed te worden, zodat hieraan wordt voldaan. Hiervoor moet een sluitplan worden gemaakt. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 22

26 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 6 Brandwerendheid draagconstructies Vanuit het Bouwbesluit 2012 worden op basis van onderstaande aspecten eisen gesteld aan de draagconstructie van het gebouw: eisen aan de brandwerendheid op bezwijken van de bouwconstructie van een brandcompartiment; eisen aan de brandwerendheid op bezwijken van de bouwconstructie van een vluchtroute. Onderstaand is aangegeven welke brandwerendheid op bezwijken vanuit deze aspecten is vereist. De concrete uitwerking van de brandwerende draagconstructies valt onder de verantwoordelijkheid van de constructeur. 6.1 Bouwconstructie brandcompartiment In het gebouw zijn vloeren van een gebruiksgebied hoger gelegen dan 5 meter boven het meetniveau. Daarom moet de draagconstructie van het gebouw een brandwerendheid van 90 minuten met betrekking tot bezwijken bezitten. Deze eis mag met 30 minuten gereduceerd worden als de permanente van het maatgevende brandcompartiment niet meer bedraagt dan 500 MJ/m 2 conform Gezien de opbouw van de constructies mag verwacht worden dat hieraan wordt voldaan. Alleen bij gebouwen met houtskeletbouw gevels wordt deze grenswaarde mogelijk overschreden en is een nadere berekening van de permanente vuurbelasting noodzakelijk. Daarvan is in dit gebouw geen sprake. De kanaalplaatvloeren worden 60 minuten brandwerend uitgevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de aanvullende eisen op basis van het onderzoek naar aanleiding van de brand in 2007 in de Lloydstraat te Rotterdam zoals deze zijn beschreven in de brief van de Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland (BFBN) van juni 2011 (zie bijlage 4). De kanaalplaatvloeren worden voorzien van een druklaag van mm en een zogeheten tweede draagweg. De constructeur zal nader aantonen dat met de wapening in de toplaag de vloer niet zal bezwijken bij een buitengewone belastingcombinatie met brand. Lokaal (boven de brandhaard) kan er nog wel sprake zijn van afspatten van de betonvloer. Echter dit leidt niet tot bezwijken van de vloer en is daarmee conform de bouwregelgeving acceptabel. Wel levert dit schade op. Amsterdam RAI is bekend met dit risico en accepteert dit risico. 6.2 Bouwconstructie vluchtroute Op grond van artikel 2.10 lid 1 mogen bij brand in een subbrandcompartiment, de vluchtroutes buiten dit subbrandcompartiment niet binnen 30 minuten bezwijken. Dit geldt voor alle vluchtroutes in het gebouw. Met dit voorschrift is beoogd dat vluchtroutes die nog niet onbruikbaar zijn geworden door rook en/of vuur, ook niet onbruikbaar worden als gevolg van het bezwijken van een vloer, trap of hellingbaan onder of boven de vluchtroute. Door de aanwezigheid van brandscheidingen met een WBDBO van 60 minuten rond de trappenhuizen, wordt voldaan aan deze eis. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 23

27 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 7 Materiaaltoepassing Bij de materiaalkeuze moet rekening gehouden worden met de volgende prestatie-eisen ter beperking van brandvoortplanting en rookproduktie: Tabel 5: Materiaaleisen Ruimte Brandvoortplanting Rookdichtheid Opmerking Vloer Wand + plafond Wand + plafond 3 Algemeen Dfl + s1fl D s2 1 Extra beschermde vluchtroute Cfl+ s1fl B s2 1 (grenzend aan binnen) Gevels tot 2,5 m boven MV n.v.t. B n.v.t 2 Gevels van 2,5 13 m boven MV n.v.t. D n.v.t. 1. Indien aankleding, zoals wandafwerking, vloerbedekking en versiering niet wordt aangemerkt als een constructieonderdeel, hoeft deze niet te voldoen aan bovenstaande euroklasses, maar wel aan andere bepalingen in het Bouwbesluit 2012 (zie Bouwbesluit 2012 afdeling 7.1 en 7.2). Hierin is onder andere bepaald dat brandbare aankleding in een besloten ruimte geen brandgevaar mag opleveren en geen druppelvorming mag geven boven een gedeelte dat is bestemd voor gebruik van personen. 2. Voor ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructie-onderdelen geldt euroklasse D. 3. Een oppervlak van ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van de constructie-onderdelen in een ruimte, waarvoor eisen aan het materiaalgedrag gelden, is vrijgesteld. Dakafwerking De dakbedekking dient niet-brandgevaarlijk te worden uitgevoerd (conform NEN 6063). Schachten, kanalen en kokers Materialen die worden toegepast aan de binnenzijde van schachten, kokers en kanalen met een inwendige doorsnede groter dan 0,015 m2 en grenzend aan meer dan één (sub)brandcompartiment moeten voldoen aan euroklasse A2 volgens NEN-EN Dit betreft dus enkel de schachtomhulling. Verantwoording Uit de materiaalstaat moet blijken of de toegepaste bouwkundige materialen aan voorgaande materiaaleisen voldoen. De bijbehorende attesten moeten bij de omgevingsvergunningstukken of op een later tijdstip ingediend worden. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 24

28 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 8 Installaties In dit hoofdstuk zijn de noodzakelijke installatietechnische voorzieningen aangegeven. Daar waar sprake is van verschillen in de vereiste installaties op basis van het te hanteren brandveiligheidsconcept is dat aangegeven. De nadere uitwerking van de installaties dient door de desbetreffende installateur te geschieden. Automatische brandbeveiligingsinstallatie De multifunctionele onderbouw (laag 0 t/m 2) van de parkeergarage wordt voorzien van een automatische brandbeveiligingsinstallatie. De installatie dient aangelegd te worden conform NEN- EN 12845:2004+A2:2009+ NEN1073:2010. De installatie dient te worden voorzien van een inspectiecertificaat conform het CCV-inspectieschema Vastopgestelde Brandbeheersings- en Brandblussystemen. De volledige uitgangspunten van deze installatie zijn uitgewerkt in het Uitgangspuntendocument (UPD) Brandbeveiliging Parkeergarage RAI van Incendio, met document nummer upd-01v1.2, v d.d. 17 november Brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie In basis dient de parkeergrage te worden voorzien van een brandmeldinstallatie met volledige bewaking zonder doormelding naar de brandweer. De brandmeldinstallaties moeten voldoen aan NEN Het gebouw moet ook worden voorzien van een ontruimingsalarminstallatie conform NEN De brandmeld- en ontruimingsinstallaties dienen bij oplevering van het gebouw te worden voorzien van een inspectiecertificaat. Bij deze inspectie wordt uitgegaan van het uitgangspuntendocument (UPD) van Incendio als hiervoor benoemd. Invulling BMI Zie het UPD van Incendio voor de uitwerking van de installaties voor zowel BC 1 (multifunctioneel gebruik) als BC 2 (parkeerfunctie). De hellingbanen hoeven gezien het totale open karakter ervan, niet te worden voorzien van detectie. De installaties zullen doormelden naar de loge van P9 van RAI, conform de overkoepelende afspraken tussen RAI en Brandweer Amsterdam-Amstelland (risico wordt geaccepteerd door Amsterdam RAI). Noodverlichting Conform artikel 6.3 van het Bouwbesluit 2012 is noodverlichting vereist in verblijfsruimten voor meer dan 75 personen en de ruimten waardoor de vluchtroute uit die verblijfsruimte voert. Concreet betekent dat dat de exporuimte op bouwlaag 1 en de vluchtroutes moeten worden voorzien van noodverlichting (zie plattegrond bijlage 1). An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 25

29 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Vluchtrouteaanduiding Conform artikel 6.24 van het Bouwbesluit 2012 is vluchtrouteaanduiding vereist in ruimten waardoor verkeersroutes voeren en in ruimtes voor meer dan 50 personen. De vluchtrouteaanduiding dient te voldoen aan NEN 6088 en aan de zichtbaarheidseisen in artikel 5.2 tot 5.6 van NEN-EN Daarnaast dient de vluchtrouteaanduiding aangesloten te zijn op een noodstroomvoorziening indien de vluchtrouteaanduiding zich in een ruimte bevindt waar ook noodverlichting is vereist (zie voorgaande alinea). Brandslanghaspels, blusvoorzieningen en brandweerlift Vanwege het gebruik als bijeenkomstruimte en expo ruimte zijn op bouwlaag 1 brandslanghaspels vereist. Op de plattegronden in bijlage 1 zijn brandslanghaspels met een slanglengte van 30 m aangegeven. Met deze posities is een dekkend patroon aanwezig. In een parkeergarage zijn volgens het Bouwbesluit geen brandslanghaspels vereist. Een parkeergarage die niet is voorzien van brandslanghaspels, moet wel worden voorzien van voldoende draagbare of verrijdbare blustoestellen. Op de eerste verdieping zijn vanwege het gebruik als expo/bijeenkomstruimte al brandslanghaspels aanwezig (in de parkeergarage en in het centrale trappenhuis). Op de overige verdiepingen worden in beide trappenhuizen draagbare blustoestellen toegepast. In overleg met de brandweer is besloten om bij beide trappenhuizen te voorzien in een droge blusleiding. De aansluitpunten van de droge blusleidingen worden conform NEN 1594 in deze rooksluizen geplaatst. De begane grond hoeft niet van een aansluitpunt te worden voorzien. Het vulpunt van de droge blusleiding aan de Zuidgevel bevindt zich onder de neergaande wokkel. Het vulpunt aan de noordzijde bevindt zich ter plaatse van de Noordgevel. Zie tekening TO-091. Tevens wordt conform overlegd met de brandweer één van de liften in de centrale kern tussen de assen O en O als brandweerlift uitgevoerd. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 26

30 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 9 Bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen Om een doeltreffende brandweerinzet mogelijk te maken, stelt het Bouwbesluit 2012 eisen aan het dimensioneren van de benodigde voorzieningen op het terrein en in het gebouw. In de onderstaande tabel zijn deze eisen weergegeven. Tabel 6: Eisen brandweerinzet Artikel: Van Naar Eis 6.30 lid 3 Bluswatervoorziening Brandweeringang < 40 m 6.38 lid 3 Opstelplaats brandweervoertuig Brandweeringang < 40 m Naast de bovenstaande eisen uit het Bouwbesluit 2012 bestaan er algemene richtlijnen voor de inzet van de brandweer (o.a. Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid van het NVBR). Deze richtlijnen hebben geen wettelijke status maar worden wel vaak door de brandweer gehanteerd. De bereikbaarheid van de parkeergarage is afgestemd met de brandweer, vastgelegd in bespreekverslag d.d. 26 juni De zuidzijde van de parkeergarage is bereikbaar voor een brandweerauto. Aan de noordzijde van de parkeergarage kan de brandweerauto tot aan het plein nabij het Forum komen. De onderdoorgang richting dit plein wordt verhoogd naar 3,90 meter. Op tekening OG-091 van Aan de Stegge is dit nader uitgewerkt. Daarnaast worden beide trappenhuizen voorzien van een droge blusleiding. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 27

31 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Hoofdstuk 10 Conclusie In dit rapport is aan de hand van Bouwbesluit 2012 een kader gegeven waarbinnen het gebruik kan plaatsvinden. Met de aangegeven voorzieningen op de plattegrondtekeningen in bijlage 1 en de voorzieningen zoals deze zijn genoemd in de rapportage wordt rechtstreeks of op basis van gelijkwaardigheid voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit Zwolle, 17 november 2015 mevrouw ir. M.S. Drost Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. An aaA0.sdr 17 november 2015 Pagina 28

32 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Bijlage 1 Tekeningen met toets loopafstanden, beoordeling doorstroomcapaciteit en toets brandslanghaspels An aaA0.sdr 17 november 2015

33 280-P 105-P BA BA BA BA 34 33' 30" 28' 26' Berging 3 m² telling -B30- -B30- -B30- -B30- UIT IN Roldeur Branddeur P3 verbinding P3 bestaande tunnel ingang fietsenstalling B30- -B30- merk ST-0.05 verbinding P1 C-C werkgrens B C D E F F' G H H' J K K' L M M' N O O' P C-C D-D A-A B-B 50-P V-01 V-14 V-03 V-12 H-01 D-D HWA HWA put V-18 V-17 Branddeur V DB kunstwerk put V-02 V V V merk V-06 ST-0.04a V-05 V-08 V-09 H-02 H-03 H-04 H-05 H-06 hekwerk 2m¹ hoog infobord infobord doorrijhoogte portaal P hekwerk 2m¹ hoog hekwerk 2m¹ hoog 55-P Parkeren 2389 m² 0 P Techniekruimte 439 m² Entree hal 122 m² 00.02C Hal hoofdtrappenhuis 34 m² 00.02B Hal hoofdtrappenhuis 91 m² 00.07A Voorruimte damestoilet 5 m² 00.07B Damestoilet 1 m² 00.08B Herentoilet 1 m² 00.08A Voorruimte herentoilet 5 m² Brandweerlift 9 m² Lift 9 m² Tijdelijke berging / reservering lift 5 m² MIVA Toilet 4 m² 00.07C Damestoilet 1 m² 00.08C Herentoilet 1 m² werkgrens werkgrens Hal Trappenhuis 16 m² werkgrens werkgrens merk VL-0.01 merk AL-0.02 werkgrens werkgrens merk AL-0.03b merk ST-0.04b merk ST-0.06 merk ST-1.02 V-07 A V-04 B Aansluiting P1 zie tekening WT-905 opstorting incl. Leicon profielen opstorting incl. Leicon profielen hekwerk 2m¹ hoog hekwerk 2m¹ hoog 360 opstorting incl. Leicon profielen opstorting incl. Leicon profielen Aansluiting DB merk AL-0.03a Sprinkler tank 63 m² merk ST Pomp kamer 20 m² merk ST-0.07 Frisdrank automaten PUT PUT Aansluiting DB 2500 vrije hoogte 2865 Card reader Card reader Card reader Card reader Card reader A-A B-B

34 BA 34 33' 30" 28' 26' 26 $ $ -B30- -B30- -B30- B C D A-A DB HWA B-B $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ V-32 werkgrens H-10 V-33 V-16 V-34 V-31 verbinding werkterras V-15 verbinding werkterras V-30a V-29a H-07 1 afsluiting H vluchtdeuren vluchtdeuren 7500 vluchtdeuren V-20A $ bovenloop overheaddeur bovenloop overheaddeur 4150 bovenloop overheaddeur bovenloop overheaddeur speed deur 4500 mm hoog V-28A werkgrens V-27A werkgrens tijdelijke hulpconstructie V aansluiting nader te bepalen na inmeting na sloop huidige corridor V-25 V-21 aansluiting nader te bepalen na inmeting na sloop huidige corridor V-07 A V-24 H-09 V-46 vide V-23 werkgrens vide Brandweerlift schacht V-04 A werkgrens werkgrens put put merk ST-1.02 merk ST B30- C-C E F F' G H H' J K K' L M M' N O O' C-C D-D V-01 V-19A speed deur 4500 mm hoog V MIVA toilet 4 m² D-D overhead deur 4500 mm hoog Voorportaal toiletten 17 m² overhead deur 4500 mm hoog overhead deur 4500 mm hoog A Voorruimte damestoilet 17 m² 01.07A Voorruimte herentoilet 16 m² Corridor werkterras 330 m² merk ST EXPO 2454 m² $ $ 3600 P merk ST-1.08 merk ST-1.07 merk AL Corridor hal 8/9 357 m² Voorportaal trappenhuis 23 m² Lift 3 m² DB reservering Lift merk AL merk VL-1.01 merk AL-1.03b merk AL-1.06 merk AL-1.03a Hal trappenhuis 14 m² merk ST-1.08 merk ST-1.08 merk ST-1.07 Card reader Card reader Card reader PUT PUT N.T.B. roosters uitblaas benzeem C Herentoilet 1 m² 01.07B Herentoilet 1 m² 01.06G Damestoilet 1 m² 01.06F Damestoilet 1 m² 01.06E Damestoilet 1 m² 01.06D Damestoilet 1 m² 01.06C Damestoilet 1 m² 01.06B Damestoilet 1 m² werkgrens A-A B-B

35 BA 34 33' 30" 28' 26' 26 $ $ -B30- -B30- -B30- B C D A-A DB HWA B-B $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ V-32 werkgrens H-10 V-33 V-16 V-34 V-31 verbinding werkterras V-15 verbinding werkterras V-30a V-29a H-07 1 afsluiting H vluchtdeuren vluchtdeuren 7500 vluchtdeuren V-20A $ bovenloop overheaddeur bovenloop overheaddeur 4150 bovenloop overheaddeur bovenloop overheaddeur speed deur 4500 mm hoog V-28A werkgrens V-27A werkgrens tijdelijke hulpconstructie V aansluiting nader te bepalen na inmeting na sloop huidige corridor V-25 V-21 aansluiting nader te bepalen na inmeting na sloop huidige corridor V-07 A V-24 H-09 V-46 vide V-23 werkgrens vide Brandweerlift schacht V-04 A werkgrens werkgrens put put merk ST-1.02 merk ST B30- C-C E F F' G H H' J K K' L M M' N O O' C-C D-D V-01 V-19A speed deur 4500 mm hoog V MIVA toilet 4 m² D-D overhead deur 4500 mm hoog Voorportaal toiletten 17 m² overhead deur 4500 mm hoog overhead deur 4500 mm hoog A Voorruimte damestoilet 17 m² 01.07A Voorruimte herentoilet 16 m² Corridor werkterras 330 m² merk ST EXPO 2454 m² $ $ 3600 P merk ST-1.08 merk ST-1.07 merk AL Corridor hal 8/9 357 m² Voorportaal trappenhuis 23 m² Lift 3 m² DB reservering Lift merk AL merk VL-1.01 merk AL-1.03b merk AL-1.06 merk AL-1.03a Hal trappenhuis 14 m² merk ST-1.08 merk ST-1.08 merk ST-1.07 Card reader Card reader Card reader PUT PUT N.T.B. roosters uitblaas benzeem C Herentoilet 1 m² 01.07B Herentoilet 1 m² 01.06G Damestoilet 1 m² 01.06F Damestoilet 1 m² 01.06E Damestoilet 1 m² 01.06D Damestoilet 1 m² 01.06C Damestoilet 1 m² 01.06B Damestoilet 1 m² werkgrens A-A B-B

36 -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- B30 merk ST B30- B30 -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- -B30- telling 34 33' 30" 28' 26' 26 $ B30 -B30- B30 -B30- -B30- B C D A-A DB B-B put put E F F' G H H' J K K' L M M' N O O' C-C D-D H-11 V-37 V-38 V-19 C reservering Lift C-C D-D mm/m' Parkeren 3327 m² P Voorportaal trappenhuis 23 m² DB Brandweerlift merk ST mm/m' V-40 V-35 V-39 V-41 merk ST-3.03 merk ST-3.01 merk ST V-28C H-12 V ø opstorting incl. Leicon profielen opstorting incl. Leicon profielen 10mm/m' opstorting incl. Leicon profielen opstorting incl. Leicon profielen A-A B-B

37 D-D C-C werkgrens werkgrens NP ruimte verboden voor parkeren en/of opslag verbinding werkterras aansluiting nader te bepalen na inmeting na sloop huidige corridor H-08 afsluiting vluchtdeuren vluchtdeuren vluchtdeuren V-20A V-21 H-09 lijngoot V-01 H-07 V-19A $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ merk ST-1.10 merk AL-1.09 merk ST-1.08 merk ST-1.07 speed deur 4500 mm hoog $ Lift 3 m² BA 14 m² Hal trappenhuis merk AL-1.03a merk AL-1.06 werkgrens bovenloop overheaddeur BA bovenloop overheaddeur merk AL-1.03b V-04 A V-07 A overhead deur 4500 mm hoog vide merk VL-1.01 werkgrens H-10 V-34 DB BA V-33 merk ST-1.02 put A-A HWA 60 -B30- -B30- -B30-60 V-46 vide B30 merk ST-1.05 bovenloop overheaddeur werkgrens DB V-23 overhead deur 4500 mm hoog Brandweerlift 3600 P B-B 23 m² Voorportaal trappenhuis Corridor hal 8/9 357 m² EXPO 2454 m² Corridor werkterras 330 m² merk AL-1.04 reservering Lift -B C Herentoilet 1 m² put 01.07B Herentoilet 1 m² 16 m² Voorruimte herentoilet 01.07A MIVA toilet 4 m² V-24 V-12 V-30a 01.06G Damestoilet 1 m² 17 m² Voorruimte damestoilet 01.06A overhead deur 4500 mm hoog 01.06F Damestoilet 1 m² 17 m² Voorportaal toiletten lijngoot 01.06E Damestoilet 1 m² ZONE WASTAFELS ZONE WASTAFELS bovenloop overheaddeur 01.06D Damestoilet 1 m² bovenloop overheaddeur 01.06C Damestoilet 1 m² 01.06B Damestoilet 1 m² merk AL-1.06 $ speed deur 4500 mm hoog V-29a V-31 V-32 schacht merk AL-1.09 merk AL-1.09 merk AL-1.06 merk ST-1.10 $ $ $ $ $ $ $ 34 33' 30" 28' 26' Status Werktekening Voorlopig Parkeergarage RAI Amsterdam Amsterdam RAI B.V. Nelissen Ingenieursbureau Benthem & Crouwel Aan de Stegge Elektrotechnische installatie 1e Verdieping Datum Initialen Gezien Heliumweg RE Amersfoort Postbus AG Amersfoort E I T info@bosmanbedrijven.nl Schaal Datum Getekend Bouwkundig Projectnr. Tek.nr. lijngoot V-26 V-25 werkgrens werkgrens V-15 V-28A V-27A N.T.B. roosters uitblaas benzeem B C D E F F' G H H' J K K' L M M' N O O' P 1:100 A JGa model E-001 Fase Project Adres Plaats Opdrachtgever Adviseur Architect Aannemer Omschrijving E-001 Aanvullingen/aanpassingen indienen TO definitief JGa Voorlopige werktekening JGa Diverse wijzigingen JGa

38 BA 34 33' 30" 28' 26' 26 $ $ B30 -B30- B30 -B30- -B30- B C D A-A DB HWA B-B $ $ B $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $ V-32 werkgrens H-10 V-33 V-16 V-34 V-31 verbinding werkterras V-15 verbinding werkterras V-30a V-29a H-07 1 afsluiting H vluchtdeuren vluchtdeuren 7500 vluchtdeuren V-20A $ bovenloop overheaddeur bovenloop overheaddeur 4150 bovenloop overheaddeur bovenloop overheaddeur speed deur 4500 mm hoog V-28A werkgrens V-27A werkgrens tijdelijke hulpconstructie V aansluiting nader te bepalen na inmeting na sloop huidige corridor V-25 V-21 aansluiting nader te bepalen na inmeting na sloop huidige corridor V-07 A V-24 H-09 V-46 vide V-23 werkgrens vide Brandweerlift schacht V-04 A werkgrens werkgrens put put merk ST-1.02 B30 merk ST B30- E F F' G H H' J K K' L M M' N O O' C-C D-D V-01 speed deur 4500 mm hoog V-19A V MIVA toilet 4 m² C-C D-D overhead deur 4500 mm hoog Voorportaal toiletten 17 m² overhead deur 4500 mm hoog overhead deur 4500 mm hoog A Voorruimte damestoilet 17 m² 01.07A Voorruimte herentoilet 16 m² Corridor werkterras 330 m² merk ST EXPO 2454 m² 3600 P merk ST-1.08 merk ST-1.07 merk AL Corridor hal 8/9 357 m² Voorportaal trappenhuis 23 m² Lift 3 m² DB reservering Lift merk AL merk VL-1.01 merk AL-1.03b merk AL-1.06 merk AL-1.03a Hal trappenhuis 14 m² merk ST-1.08 merk ST-1.08 merk ST-1.07 Card reader Card reader Card reader PUT PUT N.T.B. roosters uitblaas benzeem C Herentoilet 1 m² 01.07B Herentoilet 1 m² 01.06G Damestoilet 1 m² 01.06F Damestoilet 1 m² 01.06E Damestoilet 1 m² 01.06D Damestoilet 1 m² 01.06C Damestoilet 1 m² 01.06B Damestoilet 1 m² werkgrens A-A B-B

39 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Bijlage 2 Bespreekverslagen brandweer An aaA0.sdr 17 november 2015

40

41

42

43

44

45

46 Besprekingsverslag CONCEPT Vergaderdatum: 26 november 2014 Project: Multifunctioneel parkeergebouw RAI Amsterdam Vergaderlocatie: Amsterdam Locatie: Amsterdam Ons kenmerk: V044739ab bk Betreft: Overleg brandweer Versie: 01_000 Aanwezig Namens Verzendlijst F. de Wit Brandweer AA ja R. Van den Bosch Brandweer AA ja dhr xxx Brandweer AA ja dhr. A. Muilwijk Res & Smit ja dhr. B. Kersten LBP SIGHT ja Het brandveiligheidsconcept van de garage wordt toegelicht. Onderstaande punten zijn besproken: - De bovenste parkeerlagen worden open uitgevoerd conform de NEN Er zal een berekening worden aangeleverd waarin wordt aangetoond dat aan de ventilatie-eisen van deze norm wordt voldaan. - De onderste twee parkeerlagen worden voorzien van mechanische afvoer en natuurlijke toevoer. - Brandweerinzet is mogelijk via de beide trappenhuizen aan de koppen van de garage. Deze worden beide voorzien van een droge blusleiding. Vanwege de hoogte van de garage is ook voorzien in een brandweerlift. Deze is nu voorzien aan de noordkant van het gebouw, terwijl de brandweer hier niet eenvoudig kan komen met een blusvoertuig. De brandweer zal intern overleggen of de brandweerlift moet worden verplaatst naar de andere zijde (ter plaatse van de hellingbanen). De (werkelijke) loopafstand tot aan een trappenhuis bedraagt nergens meer dan 60 m. - Brandoverslag naar de aangrenzende gebouwen wordt voorkomen door de gevels die op korte afstand van de aangrenzende gebouwen staan 30 minuten brandwerend uit te voeren. Hierbij wordt uitgegaan van de posities van auto s (parkeervakken). Op plaatsen waar geen auto s geparkeerd kunnen worden nabij de gevel, worden geen brandwerende voorzieningen gerealiseerd. Indien nodig kunnen deze plaatsen worden afgezet met bijvoorbeeld paaltjes. - Er kan niet worden gegarandeerd dat de garage in geval van een autobrand geheel rookvrij is. Dit is bij dit type garage nooit mogelijk. De Rai is zich ervan bewust dat dit een zeker risico inhoudt dat de brandweer geen inzet kan plegen. - Op de bovenste parkeerlagen zal vlamdetectie worden toegepast zodat een eventuele brand hier wordt opgemerkt waardoor de brandweer kan worden gewaarschuwd. Er zal wel nog even Kelvinbaan 40, 3439 MT Nieuwegein Postbus 1475, 3430 BL Nieuwegein T (030) F (030) E info@lbpsight.nl IBAN: NL62 RABO KvK BTW NL B01

47 goed moeten worden gekeken naar de uitvoering hiervan. De onderste parkeerlagen worden voorzien van een conventionele automatische brandmeldinstallatie. - De onderste parkeerlaag en de multifunctionele parkeerlaag worden voorzien van een automatische sprinklerinstallatie. Dit is gedaan omdat een aantal maal per jaar op de multifunctionele parkeerlaag evenementen worden gehouden. De sprinklerinstallatie zal een beginnende brand hier kunnen beheersen. Het gesprinklerde compartiment wordt 60 minuten brandwerend gescheiden van de aangrenzende brandcompartimenten. Om brandoverslag vanuit de naastgelegen gebouwen te voorkomen, worden ook hier de gevels 30 minuten brandwerend uitgevoerd conform de NEN Tussen de open hellingbaan en het gesprinklerde compartiment wordt geen brandscheidng gerealiseerd. Motivatie hiervoor is dat het risico op brand op deze hellingbaan zeer klein is. Dit betekent dat er wordt afgeweken van Memorandum 65 uit de sprinklerregeling. Dit is echter acceptabel, mits dit goed wordt gemotiveerd. - Voor de gelijkwaardigheid door middel van de sprinkler zal een onderbouwing worden gegeven. Hierbij wordt waarschijnlijk niet uitgegaan van de methode Beheersbaarheid van Brand. - Vanaf de multifunctionele parkeerlaag kan in geval van evenementen worden gevlucht naar het verhoogde dek. Vanaf daar kan via de hellingbaan worden gevlucht naar het aansluitend terrein. Omdat hier ook vanuit andere bouwdelen heen wordt gevlucht, moet berekend worden of de capaciteit van de vluchtroutes voldoende is voor gelijktijdige ontruiming. - Op enkele plaatsen bestaat de draagconstructie uit stalen spanten. Deze zullen brandwerend moeten worden uitgevoerd. De brandweer waarschuwt ervoor dat een coating problemen kan geven omdat het een semi-buitensituatie betreft. LBP SIGHT BV ir. B. (Bram) Kersten V044739ab bk versie 01_ november

48 Sigrin Drost-Hofman Van: Verzonden: Aan: CC: Onderwerp: Wit, Frans de Monday, July 27, :10 AM Robin Berenschot Ruben van Droffelaar; Wilco van den Born RE: HOGE URGENTIE: samenvatting bespreking brandweer Amsterdam-Amstelland MFP RAI Hallo Robin, Van mijn kant geen opmerkingen op je korte samenvatting van ons gesprek afgelopen vrijdag. Met vriendelijke groet, Frans de Wit Senior adviseur Brandveiligheid Op donderdag niet aanwezig Brandweer Amsterdam-Amstelland Sector Risicobeheersing & Preparatie Karspeldreef 16 Amsterdam Zuidoost Postbus AD Amsterdam T M Twitter: Facebook: Van: Robin Berenschot [mailto:rob@adst.nl] Verzonden: maandag 27 juli :01 Aan: Wit, Frans de CC: Ruben van Droffelaar; Wilco van den Born Onderwerp: FW: HOGE URGENTIE: samenvatting bespreking brandweer Amsterdam-Amstelland MFP RAI Urgentie: Hoog Goedemorgen Frans, Vrijdagmiddag niet helemaal het juiste adres van je overgenomen, vandaar dat ik hem nogmaals aan jou richt. Onderstaand heb ik een korte samenvatting gemaakt van de punten welke we vrijdagmiddag hebben besproken. Deze punten hoop ik woensdag allen gereed te hebben, zodat ik ze aan jou kan versturen. Mocht je nog op- en/of aanmerkingen hebben op de onderstaande punten dan hoor ik het graag. Met vriendelijke groet, Robin Berenschot 1

49 Klik hier met de rechtermuisknop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van internet gedownload. Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Aan de Stegge Twello B.V. Postbus AB Twello T M E rob@adst.nl I volg ons op (Deze /fax is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n). Verstrekking aan en gebruik door anderen is niet toegestaan. Aan de Stegge Twello sluit iedere aansprakelijkheid uit die voortvloeit uit elektronische verzending.) Van: Robin Berenschot Verzonden: vrijdag 24 juli :45 Aan: Dennis van Holland; 'info@incendio.nl'; 'Matthijs Hardeman'; 'Ruud van Herpen' CC: Jan Pasop; Andreas Muilwijk; Robin Berenschot; Ruben van Droffelaar; Siuhang Chan (S.Chan@lbpsight.nl); Wilco van den Born; 'fdewit@brandweeraa.nl' Onderwerp: HOGE URGENTIE: samenvatting bespreking brandweer Amsterdam-Amstelland MFP RAI Urgentie: Hoog Goedemiddag allen, Hierbij de besproken punten welke aangepast dienen te worden in het UPD Incendio en Brandbeveiligingsconcept van Nieman: 1 ) Gevarenklasse voor parkeren is OH2, bijeenkomstfunctie OH4. Echter wil RAI ook de mogelijkheid hebben om vrachtwagens te stallen op de eerste verdieping. Gevarenklasse voor 1 e verdieping aanpassen naar Extra Hazard 2 (zie bijlage). Begane grondvloer mag gevarenklasse OH2 behouden. Niet opnemen in aanpassingen, wel belangrijk voor certificering: Extra Hazard 2 voldoet ook meteen voor bijeenkomstfunctie 2 ) Duidelijke plattegronden bij UPD Incendio bijvoegen waarin is aangegeven welke gebieden worden gesprinklerd. Sprinkler op begane grond en 1 e verdieping in twee zones verdelen ivm aanvalsroutes noord en zuid. Brandmeldinstallaties op ALLE verdiepingen (begane grond t/m 8 e verdieping in twee zones verdelen (zelfde zones als sprinkler). (zie bijgevoegde schets, schets uitwerking in eenduidige tekeningen en bijvoegen aan rapporten) 3 ) Sprinklerklasse C is akkoord door Brandweer Amsterdam-Amstelland 4 ) Uitgangspunt sprinklerinstallatie aansluiten op buffervat in wokkel handhaven, mogelijkheid nader onderzoeken of sprinklerinstallatie niet kan worden aangesloten op WKO bron Elicium bij gevarenklasse EH 2 4 ) Ontruimingsinstallatie type A en B door boven elkaar, wettelijk mogelijk maar praktisch niet handig. Uitgangspunt blijft gehanteerd. 5 ) Vluchtcapaciteit vanuit Hal 8 en 9 onderbouwen; Voor deze vergunningsaanvraag is deze doorstroomcapaciteit niet van belang. Niet opnemen in aanpassingen: RAI dient voor de tijdelijke situatie een doorstroomcapaciteit naar maaiveld op te stellen. Daarnaast dient bij de vergunningswijziging een doorstroomcapaciteit van Hal 8 + Hal 9 + MFP opgesteld te worden 6 ) RAI stuurt aan Frans de Wit de mailcorrespondentie met de verzekering als bewijslast voor het hetgeen is gecommuniceerd met verzekering inzake de realisatie MFP RAI (risico RAI, niet wettelijk vereist) 2

50 Klik hier met de rechtermuisknop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van internet gedownload. Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto 7 ) UPD en Brandbeveilingsconcept dienen te worden aangepast dat naast auto s ook vrachtauto s geparkeerd kunnen worden op de 1 e verdieping 8 ) Nieman; pagina 14; de scheidingen 30/60 minuten staan op tekening juist aangegeven, deze aanduidingen ook juist opnemen in rapportage (BG + 1 e verdieping = 60 min / 3 e t/m 5 e verdieping = 30 min) 9 ) ADST; brandcompartimenten juist aangeven op plattegronden en in doorsneden (60 minuten scheidinng tussen compartimenten; 3 e verdiepingsvloer en scheiding naar bestaande tunnelbak) 10 ) Nieman; pagina 22 laatste alinea; Brandweerauto komt aan de noordzijde niet meer tot aan MFP maar tot aan plein nabij Forum. Verwijzen naar tekening OG-091 van ADST en besprekingsverslag (zie bijlage gesprekverslag) 11 ) Nieman; onderdoorgang tbv brandweerauto is 3,90 meter, verwijzen naar besprekingsverslag (zie bijlage) Link met opmerkingen brandweer op rapport Nieman : 12 ) Nieman; pagina 13 paragraaf tweede alinea; tekst verwijderen dat brandweer in de parkeergarage een offensieve binnenaanval doet. 13 ) ADST; nagaan of gevel tpv 1 e verdieping (stramienen 26 en 34 ) voldoet aan 60 minuten scheiding naar werkterras, anders op tekening aangeven dat binnen 10 meter van de gevel niet geparkeerd of opslag mag staan (overheaddeur vrijhouden) Frans de Wit gaat aanstaande donderdag op vakantie, de urgentie voor het opnieuw indienen van de documenten is dus ZEER groot. Ik zal maandag contact opnemen met de Omgevingsdienst of wij deze aangepaste documenten rechtstreeks aan Frans mogen versturen of via het OLO moeten indienen. Maandag zal ik met een ieder contact opnemen om te zorgen dat we de documenten op tijd bij Frans krijgen voor de gewenste vergunningverlening. Hiermee hoop ik iedereen voorlopig voldoende te hebben geïnformeerd en is iedereen bekend met de urgentie! Wens ik iedereen een fijn weekend. Met vriendelijke groet, Robin Berenschot Aan de Stegge Twello B.V. Postbus AB Twello T M E rob@adst.nl I volg ons op (Deze /fax is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n). Verstrekking aan en gebruik door anderen is niet toegestaan. Aan de Stegge Twello sluit iedere aansprakelijkheid uit die voortvloeit uit elektronische verzending.) 3

51 *****DISCLAIMER***** De informatie verzonden met dit bericht (en bijlagen) is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n) en zij die van de geadresseerde(n) toestemming kregen dit bericht te lezen. Gebruik door anderen dan geadresseerde(n) is verboden. De informatie in dit bericht (en bijlagen) kan vertrouwelijk van aard zijn en kan binnen het bereik vallen van een geheimhoudingsplicht en een verschonings- recht. Externe wordt door Brandweer Amsterdam-Amstelland niet gebruikt voor het aangaan van verplichtingen. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. 4

52 Klik hier met de rechtermuisknop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van internet gedownload. Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Sigrin Drost-Hofman Van: Verzonden: Aan: CC: Onderwerp: Robin Berenschot <rob@adst.nl> Wednesday, August 12, :42 AM Sigrin Drost-Hofman; Matthijs Hardeman Jan Pasop FW: samenvatting bespreking d.d Brandweer Amsterdam-Amstelland MFP RAI S igrinenm atthijs, Hierbijdeopm erkingenvanerikbijm aopm ijnsam envatting. M etvriendelijkegroet, R obinberenschot AandeS tegget w elob.v. P ostbus AB T w elo T M E rob@ adst.nl I w w w.adst.nl volg ons op (Deze /fax is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n). Verstrekking aan en gebruik door anderen is niet toegestaan. Aan de Stegge Twello sluit iedere aansprakelijkheid uit die voortvloeit uit elektronische verzending.) Van: Bijm a,erik[m ailto:e.bijm a@ brandw eeraa.nl] Verzonden: w oensdag12 augustus :17 Aan: R obinberenschot CC: 'm ustafa.danism an@ odnzkg.nl' Onderwerp: R E:sam envattingbesprekingd.d Brandw eeram sterdam -Am stelandm FP R AI Goedemorgen Robin, In rood heb ik wat toevoegingen aangegeven. Van: Robin Berenschot [mailto:rob@adst.nl] Verzonden: dinsdag 11 augustus :00 Aan: Bijma, Erik; mustafa.danisman@odnzkg.nl CC: Ruben van Droffelaar; Wilco van den Born; Sigrin Drost-Hofman; Gea Kuipers; Matthijs Hardeman; Jan Pasop Onderwerp: samenvatting bespreking d.d Brandweer Amsterdam-Amstelland MFP RAI Urgentie: Hoog Goedem iddagalen, N aaraanleidingvanonzebesprekingvanhedenm iddagstuurikiedereenhierbijdebesprokenpuntenw elke aangepastcq.aangevuld dienentew ordeninhetu P D IncendioenBrandbeveiligingsconceptvanN iem an. 1

53 Dezepuntenzijneensam envatting/conclusievandeopenstaandepunteninhetconceptadviesvanbrandw eer Am sterdam -Am steland m etkenm erk153/bbi-2015 d.d.5 augustus2015.(adviesw ordtnogondertekenden verzondennaaro m gevingsdienst zodatheteenofficiëlestatuskrijgt) ALGEMEEN (in beide rapporten opnemen): A lepartijenzijnzichbew ustvanderisicoafw eging dieisaangegevenindebriefvandebrandw eeram sterdam - Am steland. R AIcq.deverzekering vanr AIaccepteerthetrisicodatdoorbrandw eeram sterdam -Am stelandgeeneffectieve brandw eerinzetm iddelseenbinnenaanvalkanw ordengedaanvoordep arkeergarager AI. Brandbeveiligingsrapport Nieman: 1 )P agina11,paragraaf4.2.2;n iem anstelteennadereonderbouw ing opvandelokaleautobrandinbc2 (het ontstaanvaneenverplaatsendebrandindeparkeergarage); De brandweer verwijst naar de conclusie uit het rapport van Efectis d.d. dec )Dedoorm elding bijbrandvialogep 9 naarbrandw eeram sterdam -Am stelandblijftgehandhaafd,conform de overkoepelendeafsprakentussenr AIenBrandw eeram sterdam -Am steland(risicow ordtgeaccepteerddoor Am sterdam R AI); 3 )Dekanaalplaatvloerenw ordennadergedetaileerdconform het docum ent/schrijvenvanbfbn d.d.juni2011 (zie bijlage),m iddelseendruklaag van m m endezogehetentw eededraagw eg(deconstructeurzalnader aantonendatm etdew apening indetoplaag devloernietzalbezw ijkenbijeenbuitengew one belastingcom binatie m etbrand)erzu lengeenextravoorzieningenw ordengetroffentegenhetafvalenvandeconstructie(de zongenaam deonderschilkanaalplaatvloer).brandw eeram sterdam -Am stelandzalgeen effectievebinnenaanval uitvoerengeziendeconstructie.am sterdam R AIisbekendm etditrisicoenaccepteertditrisico; 4 )Hetrisicocq.im pactbijbrandindep arkeergarager AIvoorR AIenzijnom geving,isbekendbijam sterdam R AIen zijnverzekering,beidenaccepterenditrisico; 5 )Hetgaathierom deveiligheidvanpersonendiew ilenvluchtenviahetnoodtrappenhuis(koker).bijeenaantal brandeninparkeergaragesisgeblekendatpersonendegaragenog gew oonm etdeautow ilenverlatenenhet ontruim ingsalarm negeren.gezienbijhetvluchteneerstdehelingbaan m oet w ordenovergestokenisdekans groterdatpersonenw ordenaangereden. Hetrisicodatm ensenw ilenvluchtenw anneerdebrandw eereeneventuelebinnenaanvalw ilgaandoenviade w okkels,isdusdanig klein.erzijndiversebeheersm aatregelent.b.v.hetvluchtenvanm ensenopaleverdiepingen genom envooreenvoledigeontruim ing vandegarage.dezezijnw ettelijkeverplicht.debrandw eeradviseertom voorzieningentetreffen(vrijblijvend) dieeenaanrijding opdehelingbaanvoorkom en. Am sterdam R AIisbekendm etditrisicoenaccepteertditrisico. 6 )Afgesprokenisdatgezienhettotaleopenkaraktervandehelingbaan(w okkelisenkelvoorzienvaneenhekw erk/ niet-beslotenruim te),dehelingbaanniethoefttew ordenvoorzienvandetectie(ookvantoepassing vooru P D Incendio); 7 )Afgesprokenisdathetsecundairetrappenhuisindeneergaandeopaleverdiepingenw ordtvoorzienvan rookdetectieconform den EN 2535 (ookvantoepassing vooru P D Incendio); 8 )N iem anhaaltuithetrapportdatdeprojectering vandedetectiegebeurtconform del N B-richtlijn(detectiew ordt om schreveninhetu P D Incendio); 9 )Debrandw eerheeftaangegevendatvolgenshetbouw besluitbeidetrappenhuizenm oetenw ordenvoorzienvan eenportaal.diti.v.m.hetvoorkom endatrookinhettrappenhuiskom tw aardoorpersonennietm eerkunnen vluchten.t evensishetaanbrengenvaneenportaalookeenvandeaanbevelingen inhetrapportvan Efectis.(aanbeveling isnu w ettelijkverplicht). N iem anstelteennadereonderbouw ing opdathetsecundaire 2

54 Klik hier met de rechtermuisknop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van internet gedownload. trappenhuiszichvoledig indebuitenruim tebevindt.dehelingbanen/w okkelshebbeneenvoledig openkarakter/ openheidenw ordenm iddelseenopenrijbaanvandeparkeergaragegescheiden. Hetaansluitpuntvandedroge blusleiding bevindtzichdanopdehelingbaani.p.v.indew okkel. UPD Incendio: 1 )U P D isinderdaadnog nietbeoordeelddoordeverzekering.am sterdam R AIheeftverzekering ingelichtom trent hetuitgangspuntvoorparkeergarager AI,beidenzijnhierm eebekendenaccepterenditrisico; 2 )Afgesprokenisdathetsecundairetrappenhuisindeneergaandew okkelopaleverdiepingenw ordtvoorzienvan rookdetectie; 3 )Erisdetectieopgenom envoordesturing vandelifteninhethoofdtrappenhuis(geenaanpassing); 4 )Desprinklerinstalatiew ordtnietm eeraangeslotenopdedrinkw aterleiding m aaropeenbuffervatinde opgaandew okkel(isalreedsopgenom eninhetu P D Incendio?); 5 )T ekst/doelvansprinklerinstalatieisdoorincendioopgenom ent.b.vcertificering.am sterdam R AIheeftbew ustde keuzegem aaktdeoverigeverdiepingenconform N EN 2443 natuurlijkteventileren(ziehoofdstuk4 U P D Incendio,) w aarbijhetdoelnietishet bestrijden,beheersbaarhoudenvaneenbrandm aareen uit-ofafbrandscenario. Er w ordengeenvoorzieningen aangebrachtterondersteuning vaneenveiligeenrepressievebrandw eerinzet.geen aanpassingenbenodigd. 6 )P unt9.10 Brandw eeringang;am sterdam R AIheeftgeensleutelkluisi.v.m.24/7 bezetting.brandw eer Am sterdam -Am stelandw ordtopgevangendoorbeveiliging o.g.s leutelkluis/sleutelbuisuitu P D halenentekst conform stukkenbrandw eeram trium (ziebijlage) 7 )Desturing vandebrandscherm enw ordtgerealiseerdm iddelsrookm elders/detectieaanbeidezijden.incendio verw erktinhetu P D datbijeenbrandm elding indenaastgelegengebouw endeaansturing w ordtgeregeldvanuit hetbm Ivandenaastgelegengebouw en.am sterdam R AIdientditaantepassenindedocum entenvande naastgelegengebouw en(hal8 /9 /P 1 /P 3); 8 )IncendiopastU P D aandatzow elsprinkleralstherm ischedetectieknipperendw ordenw eergegevenophet brandm eldpaneel; 9 )Brandslanghaspelsop1 e verdieping(lengte30 m eter)overigeverdiepingenvoorzienvanm obieleblussers; Dezepuntenhebbenw ijbesprokenaandehandvanhetconceptschrijvend.d.5 augustus2015 vanbrandw eer Am sterdam -Am steland. Graagontvangikvaniedereeneenbevestigingdatdezepuntenhedenm iddaggezam enlijkzijnbesprokenenzo dienentew ordenverw erktom z.s.m.devergunningvoordep arkeergarager AIafteronden. M ochtenernogvragenzijndanhoorikhetgraag,alvastbedanktvoorju liereactie. M etvriendelijkegroet, R obinberenschot AandeS tegget w elob.v. P ostbus AB T w elo T

55 Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto Klik hier met de rechtermui sknop als u afbeelding en wilt downloade n. Ter beschermi ng van uw privacy is deze afbeelding niet auto M E rob@ adst.nl I w w w.adst.nl volg ons op (Deze /fax is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n). Verstrekking aan en gebruik door anderen is niet toegestaan. Aan de Stegge Twello sluit iedere aansprakelijkheid uit die voortvloeit uit elektronische verzending.) *****DISCLAIMER***** De informatie verzonden met dit bericht (en bijlagen) is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n) en zij die van de geadresseerde(n) toestemming kregen dit bericht te lezen. Gebruik door anderen dan geadresseerde(n) is verboden. De informatie in dit bericht (en bijlagen) kan vertrouwelijk van aard zijn en kan binnen het bereik vallen van een geheimhoudingsplicht en een verschonings- recht. Externe wordt door Brandweer Amsterdam-Amstelland niet gebruikt voor het aangaan van verplichtingen. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. 4

56 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Bijlage 3 Reacties op opmerkingen brandweer An aaA0.sdr 17 november 2015

57 Bijlage 3. Reactie opmerkingen brief brandweer /Bta-2015 d.d. 11 juni 2015 t.a.v. RAI De reacties in deze bijlage zijn beperkt tot de punten die een relatie hebben met het brandbeveiligingsconcept van Nieman. P 2/3 opmerkingen Brandveiligheidsrapport Nieman Alinea s zijn genummerd 1-8 (pag. 2) en 9-10 (pag. 3). 1. De bijeenkomstfunctie in het onderste gebouwdeel vervalt. Ontvluchting van de parkeergarage is alleen nodig via de trappenhuizen aan de kopse kanten. Gezien de vluchtafstanden hoeft bij de functie van parkeergarage niet over de werkterrassen te worden gevlucht. Dit is conform het besprokene in november 2014, het vluchtprincipe is te zien in bijlage I. 2. De werkterrassen aan weerszijden van de parkeergarage zijn geschikt voor een belasting van 30 kn. Brandweervoertuigen kunnen dus aan beide langszijden van de parkeergarage op het werkterras worden opgesteld en vanuit die zijden eventueel een offensieve buiteninzet doen. 3. Gezien de functie van de bestaande tunnel voor verkeer (personenauto s) is hier geen vuurlast of brandhaard van betekenis te verwachten. De wettelijk van toepassing zijnde maatregel van 60 minuten wbdbo is in dat opzicht voldoende veilig in vergelijking met de werkelijk thermische belasting bij brand. Er is geen aanleiding voor extra privaatrechtelijk maatregelen. 4. LBP heeft een sprinkler klasse C voorgesteld in het voortraject. Dit is akkoord bevonden door RAI en de brandweer. Gezien het vervallen van de andere functies dan parkeren neemt de overweging om een alsnog hogere klasse te gaan kiezen, nu in kracht af. Het nadeel van klasse B is namelijk dat het niet goed aansluit op de wettelijke regelgeving zoals is gemotiveerd in het rapport, paragraaf De opdrachtgever kan in overweging nemen om een hogere klasse te kiezen maar dit valt buiten de publiekrechtelijke discussies omtrent de vergunning. 5. De risico s van het ontwerp zijn inderdaad voor de opdrachtgever acceptabel. Wat de verzekeraar daar van vindt is niet iets waar brandweer zich zorgen om hoeft te maken. Publiekrechtelijk/vergunningstechnisch is het onderstaande belangrijker. T.a.v. risico s voor omgeving geldt dat in het gesprinklerde bouwdeel de faalkans zeer klein is dus zijn ook de risico s zeer klein zijn. Daarnaast is in het hele gebouw sprake van een autobrandscenario. Dat kan wel een langdurig en van plaats veranderend brandscenario worden met de nodige gevolgen. Echter, de thermische belasting daarvan zal lager zijn dan in een Bouwbesluit-gecompartimenteerd-gebouw, waarin rekening moet worden gehouden met flashover in het brandcompartiment. Om een goede vergelijking van een lokaal autobrandscenario met een gewone compartimentsbrand (<1.000 m 2 ) mogelijk te maken, is het risico uitgedrukt in de oppervlakte omdat daar grenswaarden aan worden gesteld - niet aan de hinder voor de ringweg of ontruiming van omliggende gebouwen of woonwijken. Alleen op die manier zijn risico s zuiver af te zetten tegen de publiekrechtelijk acceptabel beschouwde brandveiligheidsgrenzen. 6. Het risico van brand bij een rijdende auto wordt in NEN 6098 expliciet buiten beschouwing gelaten, dat standpunt is hier gevolgd. Dat is niet in tegenspraak met de stelling van de brandweer dat een rijdende auto eerder in brand zal raken dan een stilstaande, maar als de verblijfstijd van een auto mee wordt gerekend is de kans op brand op een hellingbaan toch heel klein vergeleken met brand in de garage (waar de auto s langdurig staan). Het risico van een grotere gevolgschade is voor de RAI en geen publiekrechtelijk punt. Uitgangspunt van de oorspronkelijke versie van dit rapport was al dat garage en

58 bijeenkomstruimten binnen 1 minuut te verlaten zijn. Nu vervallen de bijeenkomstfuncties en is vluchten via werkterrassen niet meer aan de orde (zie punt 10). 7. NEN 6068 is niet alleen bedoeld voor spiegelsymmetrie maar ook van toepassing voor het bepalen van de weerstand tegen brandoverslag tussen verschillende gebouwen/compartimenten op een perceel. In het voortraject is door LBP aangegeven dat gevels op deze gronden 30 minuten brandwerend moeten zijn indien brandoverslag wegens kleine afstanden een risico vormt. 8. Het betreft geen opgaande maar neergaande hellingbanen. Dat er in parkeergarage niet via hellingbanen wordt ingezet is vanuit de gedachte aan het gebruik van een hellingbaan die naar beneden naar een garage voert, de rook in ; hier benadert men de brand vanaf onderen. Bovendien is inzet via de hellingbanen omslachtig en een lange aanvalsroute. Hier wordt ingeziet via een afgesloten trappenhuis, waarbij op de laag van de brand een hellingbaan moet overgestoken om bij de brandhaard te komen. 9. (pag. 3) De bijeenkomstfuncties vervallen dus de vraag is feitelijk thermische melders toe te passen. Alarmering gebeurt op de onderste lagen ook al door sprinklers (thermisch) dus aanvullend thermische melders zijn daar niet zinvol. E.e.a. is aangegeven in het UPD van Incendio. 10. Dit punt evenals de volgende punten op pag. 3 vallen binnen de scope van het UPD van Incendio en zullen in het UPD worden onderbouwd. P 4-6 opmerkingen inzake brandveiligheid Alinea s zijn genummerd (pag. 4), (pag. 5), (pag. 6). 11. Het uitgangspunt voor de niet-gesprinklerde bouwlagen om deze open te maken conform NEN 2443 is met de brandweer voorbesproken op 26 november 2014 om te voorkomen dat er verschillende interpretaties leven over het doel van deze voorschriften. NEN 2443:2013 vermeldt ook dat open gevels van belang zijn voor een goede afvoer van warmte en rookgassen bij brand. Hier zijn de gevelopeningen ruim groter dan vereist resulterend in een overmaat factor van (getallen ontleend aan paragraaf 3.2: 404,9/[778/3] tot 222,65/[2,5%*3.565] = ) 1,6 tot 2, In het rapport is in paragraaf al onderkend dat een brand soms te blussen is maar soms ook niet, zonder dat in dat laatste geval een compartimentsbrand te verwachten is. Verwezen wordt naar de motivatie als daar expliciet gegeven. Het risico op een schade aan veel auto s is aan de opdrachtgever en verzekeraar (privaatrechtelijk) maar een schade, groter dan volgens de bouwregelgeving acceptabel is, die is geheel niet te verwachten. 13. In het rapport paragraaf 6.1 is aangegeven dat de verworven inzichten en richtlijnen naar aanleiding van de genoemde brand Lloyds Rotterdam worden toegepast. De constructeur zal dit in overleg met de leverancier nader uitwerken in zijn stukken. 14. De privaatrechtelijke afwegingen die horen bij een brandscenario in ongunstige omstandigheden zijn gemaakt. In een open garage is de succesvolle werking van een sprinklerinstallatie waarschijnlijk kleiner dan in een gesloten garage, omdat er wel een bepaalde warmteopbouw nodig is voor activering van de sprinklerkop. 15. Dat de brandweer geen garantie kan geven op een succesvol (offensief) optreden is bekend, het risico hiervan is een privaatrechtelijke zaak tussen opdrachtgever en verzekeraar. 16. (pag. 5) Sluizen zijn verplicht voor de trappenhuizen (H>20) om rookverspreiding naar de trappenhuizen te verhinderen. Voor het hoofdtrappenhuis zijn wel sluizen voorzien maar niet voor het secundaire trappenhuis. Echter alle bouwlagen boven 10 m hoogte zijn open lagen dus daar is de kans op een rookbelasting voor de brandwerende, zelfsluitende deuren voor dat secundaire trappenhuis klein. Daarom voegen sluizen daar nauwelijks iets toe aan de veiligheid in dat trappenhuis en deze zijn daarom sinds het overleg in november 2014 niet voorzien. 17. Aangezien de bijeenkomstfuncties vervallen is het vluchten qua capaciteit en ontruimingsduur geheel niet kritisch meer. 18. In paragraaf 5.5 van het rapport is aandacht gegeven aan deze opmerking over de vluchtdeuren, deze zullen worden verwerkt in de uitvoeringsdocumenten.

59 19. Voorgesteld wordt de droge blusleidingen wegens de afwezigheid van voorportalen bij het secundaire trappenhuis aan te brengen voor het trappenhuis (al naar gelang de wensen van de brandweer). 20. Volgens opgave is deze technische ruimte inmiddels vervallen dus vervalt de relevantie van deze opmerking. 21. (pag. 6) De algemene opmerkingen over brandbeveiligingsinstallaties in de reactie van de brandweer, zijn projectspecifiek in het rapport behandeld, verondersteld wordt dat de brandweer hier geen strijdigheden heeft geconstateerd. 22. De opmerking inzake de sprinklernormering en doormelding behoort tot de scope van het UPD van Incendio en zijn in het aangepaste rapport opgenomen. 23. De verwijzing naar de normering is correct, de referenties worden voor kennisgeving aangenomen.

60 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Bijlage 4 Richtlijn BFBN An aaA0.sdr 17 november 2015

61

62

63

64 Bijlage Beschouwing van de Nederlandse regelgeving in samenhang met de Eurocodes Op grond van NEN-EN 1990 in samenhang met NEN-EN , inclusief nationale bijlage, geldt dat voor elke constructie, die is ingedeeld in gevolgklasse 2b of 3, een nadere beschouwing nodig is. Voor gevolgklasse 2b geldt dat op basis van een analyse als bedoeld in A.4, onder c, van NEN-EN moet worden aangetoond dat risico s voldoende klein zijn. Voor gevolgklasse 3 geldt dat altijd een risicoanalyse moet worden gemaakt. Dit geldt niet voor de gevolgklassen 1 en 2a. Bovenstaande geldt voor alle bouwconstructies, en dus ook voor kanaalplaatvloeren, bij toepassing van deze Eurocodes. Gegeven de regelgeving kan onderscheid worden gemaakt tussen: 1. Schade die lokaal ontstaat, maar die niet leidt tot bezwijken van de vloer. Dit is geen vraagstuk van de bouwregelgeving (Bouwbesluit 2003 of toekomstig Bouwbesluit), maar het kan wel een rol spelen in het kader van de Arbowetgeving. 2. Lokale schade door het bezwijken van één of meer vloervelden zonder dat dit leidt tot disproportionele schade 1 in relatie tot de oorzaak binnen de wettelijk aangegeven tijdsduur. In dit geval is aan de bouwregelgeving voldaan behoudens voor brand- en rookvrije vluchtroutes waarbij lokale schade in de vorm van bezwijken van een deel van de vloer binnen de wettelijke aangegeven tijdsduur van dertig minuten niet mag optreden. 3. Disproportionele schade in relatie tot de oorzaak door het bezwijken van één of meer vloervelden binnen de wettelijk aangegeven tijdsduur. Dit is niet toegestaan. Het bezwijken van de onderschil van een kanaalplaat bij het belastinggeval brand levert geen strijd met de bouwvoorschriften op zolang geval 3 zich niet voordoet, er is dan sprake van lokale schade. Alleen bij een vloer waarover een brand- en rookvrije vluchtroute voert mag ook geval 2 binnen dertig minuten niet optreden. Aanbevolen bepalingsmethode voor de brandwerendheid van kanaalplaatvloeren Voor kanaalplaatvloeren waarvan de gevolgen kunnen optreden als bedoeld onder punt 3, waarover een branden rookvrije vluchtroute voert of welke onderdeel zijn van de brandcompartimentering wordt geadviseerd de volgende bepalingsmethode voor de brandwerendheid 2 te volgen: (1) Algemeen geldt dat de brandwerendheid met betrekking tot buiging rekenkundig bepaald wordt volgens NEN-EN 1990 in verbinding met NEN en NEN-EN Voorlopig mag het ook nog volgens NEN (2) Aanvullend dient de rekenmethode m.b.t. het dwarskrachtdraagvermogen in de brandsituatie volgens Annex G van de EN 1168/A3 3 te worden gevolgd. Uit dit Europese normblad volgt dat tot en met een brandwerendheideis van 30 minuten dit mechanisme niet maatgevend is. (3) Voor kanaalplaatvloeren met een toplaag worden de in tabel 1 weergegeven maatregelen geadviseerd. Daarbij geldt: a. De dikte van de toplaag is gedefinieerd als het totaal van de dikte van de druklaag en de dikte van de cementgebonden afwerklaag, tenzij samenwerking wordt verhinderd. Bij hechtende afwerklagen met een druksterkteklasse van maximaal D15 mag, voor de bepaling van de dikte van de toplaag, de dikte van de afwerklaag voor de helft worden meegerekend. De te beschouwen dikte van de toplaag geldt voor het midden van de overspanning. Door een eventuele opbuiging van de kanaalplaten kan de laagdikte nabij de opleggingen enigszins groter zijn. b. De beschrijving van de gevolgklasse staat in bijlage A van NEN-EN , inclusief nationale bijlage. c. De maatregelen zijn onafhankelijk van de geldende brandwerendheidseis.

65

66

67 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Parkeergarage RAI Amsterdam Bijlage 5 Onderzoek vluchtcapaciteit werkterrassen An aaA0.sdr 17 november 2015

68 Notitie / Memo Aan: Giulio Vernazzo (RAI) Van: Daan Jansen Datum: Kopie: Ons kenmerk: BD9131N003F01 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Buildings Onderwerp: Analyse vluchtwegen via terras Aan de zuidzijde van het RAI complex is achter het parkcomplex (hal 8) en het hollandcomplex (hallen 9, 10 en 11) een terras gelegen. Het terras achter het parkcomplex en het hollandcomplex staan door een verbindingsbrug met elkaar in verbinding. Het terras wordt gebruikt voor expeditie. Tevens is het terras onderdeel van de vluchtroutes van de uitgangen aan de zuidzijde om veilig terrein te bereiken (openbare weg). Als gevolg van de ontwikkeling van de multifunctionele parkeergarage (MFP) veranderen de aanwezige vluchtwegen. Tijdens de bouw is de verbindingsbrug tussen de beide delen van het terras (oostzijde en westzijde) komen te vervallen. Na realisatie van de MFP wordt de verbindingsbrug als verkeersroute door de parkeergarage hersteld. Ook de hellingbaan ter plaatse van de te realiseren MFP is komen te vervallen. Vraagstelling Op verzoek van RAI is de capaciteit van de vluchtroutes over het terras onderzocht en is bepaald of extra stijgpunten benodigd zijn om aanwezigen tijdig in veiligheid te brengen. Uitgangspunten De capaciteit van de vluchtwegen zijn op drie elementen beoordeeld om zodoende te bekijken of aanwezigen tijdig in veiligheid kunnen worden gebracht. In het hele vluchtproces zijn de volgende drie kritieke stappen te onderscheiden: 1 Is de capaciteit van de uitgangen van de hallen voldoende om tijdig de hallen te verlaten; 2 Zijn er voldoen de vluchtwegen over het terras en hebben de vluchtwegen voldoende capaciteit en worden ze niet geblokkeerd; 3 Kan tijdig het terras tijdig verlaten worden zodat veilig terrein bereikt kan worden en welke aanvullende maatregelen zijn hierbij eventueel noodzakelijk. Deze verschillende stappen van het vluchtproces zijn in het vervolg van deze notitie verder uitgewerkt. Toetsing capaciteit uitgangen De toetsing van de beschikbare deurbreedte van de hallen is overgenomen uit de notitie Berekening doorstroom capaciteit 1, van RAI. Hierin is de totale bezetting gegeven, uitgaande van bezoekers bij het Valhalla festival op 19 december 2015 in hal 8, 9 10 en 11 van de RAI te Amsterdam. In deze analyse is uitgegaan van de volgende vertrekpunten: 1 Berekening doorstroomcapaciteit Fly-under, Fly-over zijn gebaseerd op BB (Bouwbesluit) en de gebruiksvergunning van de RAI Amsterdam. De fly-over is hierbij het terras op niveau +1 en de flyunder is het gebied onder het terras. Het document is niet gedateerd of voorzien van een uniek kenmerk BD9131N003F01 1/5

69 De beschikbare ontruimingstijd voor de hallen 8, 9, 10 en 11 bedraagt 3 minuten; De beschikbare ontruimingstijd voor de parkfoyer bedraagt 1 minuut; De doorstroomcapaciteit van de (vlucht)deuren is 90 personen per meter breedte. Tabel 1: Bezettingen en vluchtcapaciteit van de hallen van het Holland-complex Oppervlakte Bezetting Benodigde deurbreedte Beschikbare deurbreedte Hal m pers. 9000/ 3 min. / 90 = 33,33 m 37 m Hal m pers. 3250/ 3 min. / 90 = 12,04 m 13,2 m Hal m pers 3250/ 3 min. / 90 = 12,04 m 13,6 m Hal m pers. 9000/ 3 min. / 90 = 33,33 m 34,6 m parkfoyer 833 m pers. 9000/1 min. / 90 = 5,56 m 8 m Totaal pers. In het ontwerp van de multifunctionele parkeergarage (MFP) is de maximale bezetting personen. op de 1 e verdieping. In de MFP zijn twee trappenhuizen aanwezig die kunnen worden gebruikt voor de ontruiming van de MFP. De trappenhuizen van de MFP hebben een beperkte capaciteit (2x63 personen per minuut). Bij een normale ontruimingstijd van 1 minuut van een subbrandcompartiment, kunnen op de eerste verdieping slechts 126 personen gebruik maken van deze trappenhuizen. De bijdrage in de ontruiming van de 1 e verdieping is zeer beperkt. De vluchtwegen via de trappenhuizen worden daarom buiten beschouwing gelaten. Een te grote stroom van bezoekers via de trappenhuizen van de MFP leidt tot te veel vertraging op de bovenliggende verdiepingen en de beperkte capaciteit leidt daardoor tot opstoppingen. Voor een goede ontruiming van het RAI complex inclusief een festival in de MFP, wordt er vanuit gegaan dat alle aanwezigen in de MFP op de 1 e verdieping vluchten via het terras. Tabel 2: Bezettingen en vluchtcapaciteit van ruimte op niveau 1 van de MFP Oppervlakte Bezetting Benodigde deurbreedte Beschikbare deurbreedte MFP 1 e verdieping 3296 m pers / 1 min. / 90 = 27,8 m 32 m direct naar terras en corridor en 2 m naar trap noordzijde Toetsing vluchtwegen over het terras Vanaf de uitgangen uit de hallen kan vrij worden gevlucht over het terras naar de stijgpunten. De hallen hebben aan alle zijden uitgangen. Voor de beoordeling van de vluchtwegen en de ontruiming van het terras, wordt aangenomen dat maximaal de helft van alle aanwezigen in de hallen vluchten via het terras aan de zuidzijde. De andere helft kan de vluchtwegen aan de noord, oost en westzijde gebruiken. De totale bezetting van het terras in geval van een ontruiming bij maximale bezetting bedraagt daarom personen. Deze vluchtenden zullen op het terras hun weg vervolgen naar de stijgpunten en vervolgens via de stijgpunten het aansluitend (veilig) terrein bereiken. De stijgpunten zijn op dit moment de bestaande hellingbanen aan de oostzijde en de westzijde. Bij een activiteit met deze grote bezoekersaantallen zijn twee belangrijke eisen aan de vluchtroutes van groot belang: Er dient voldoende opvangcapaciteit aanwezig te zijn op het terras. Uitgaande van een maximale bezetting in een opvanglocatie van 2 personen per 1 m 2 vloeroppervlak (Regeling Bouwbesluit art BD9131N003F01 2/5

70 2.1 lid 6), dient er ca m 2 beschikbaar te zijn. In totaal is er op beide bordessen ca m- 2 beschikbaar als enkel de verkeersruimte wordt geteld (zie groene gebieden in onderstaande figuur). Aanwezigen dienen vanaf de uitgangen van de zalen ongehinderd hun route naar de stijgpunten te kunnen vervolgen. Er mogen daarom geen hindernissen en obstructies aanwezig zijn in de route; De beschikbare hoeveelheid opvangcapaciteit is afdoende voor het opvangen van de aanwezigen. tijdens een activiteit met deze grote hoeveelheden bezoekers mag het terras niet gebruikt worden als expeditie en mogen er geen obstructies of voertuigen aanwezig zijn die de vluchtroute blokkeren. Vanaf de uitgangen van de hallen vernauwen de verkeersroutes niet naar de twee loopbruggen. De doorstroomcapaciteit van de verkeersroute is daarom voldoende om opstoppingen te voorkomen. Toetsing stijgpunten naar maaiveld De loopafstanden van de uitgangen van de hallen en de MFP naar de twee hellingbanen is in onderstaande figuur weergegeven. Hal Loopafstand Naar hellingbaan Hal 8 19 m 62 m 90 m Hellingbaan west Hal m Helklingbaan oost Hal 11 MFP 38 m 42 m 60 m 170 m 117 m Helingbaan oost Hellingbaan oost Hellingbaan west Bij een evenredige verdeling van de bezetting in de hallen (dus gelijkmatig verdeeld in de ruimtes) zal bij een brandmelding direct de 1 e persoon bij de deuren zijn, de laatste persoon zal nog ca. 60m moeten lopen om de deur te bereiken. Voor de andere aanwezigen geldt dat zij eerst nog naar de deuren moeten lopen. De loopafstanden zijn in onderstaande figuur weergegeven. De maximale loopafstand in BD9131N003F01 3/5

71 de hallen is ca. 60 m. De laatste persoon zal daarom met een loopsnelheid van ca. 1 m/s na ca. 1 minuut de uitgang bereiken en dan over het terras naar de stijgpunten lopen. De deuren van de hallen zijn een beperkende factor in het vluchtproces. De capaciteit van de deuren is beperkend (zie notitie berekening doorstroomcapaciteit 1 ). Door de beperkte doorstroomcapaciteit kan het tot 3 minuten duren voordat de hallen ontruimd zijn. De loopafstand tot de stijgpunten is maximaal 110 m voor de hallen en 170 m voor de MFP. De benodigde looptijd om een stijgpunt te bereiken (verlaten van de hallen en lopen naar stijgpunten) in het meest ongunstige geval is 2 : Voor de hallen 3 minuten + 2 minuten (110m) = 5 minuten Voor de MFP 1 minuut + 4 minuten (192 m) = 5 minuten Op het terras bevinden de aanwezigen zich in de buitenlucht. Men is hierdoor tijdelijk veilig. Het terras kan worden gezien als een zogenaamde veiligheidsvluchtroute. De beschikbare ontruimingstijd van het terras kan daardoor verlengd worden in lijn met de uitgangspunten van het Bouwbesluit. Gezien de grote bezetting van de RAI en het ontbreken van een brandwerende scheiding tussen de hallen en het terras wordt de dit echter niet toegepast en wordt de standaard vereiste ontruimingstijd aangehouden van 15 minuten (conform par art van de Regeling Bouwbesluit 2012). De tijdsduur dat aanwezigen gebruik mogen maken van de trappen wordt bepaald door de maximaal beschikbare tijd van 15 minuten minus de tijdsduur om de stijgpunten te bereiken (verlaten hallen en lopen over terras). Uitgaande van de langst benodigde tijd om de stijgpunten te bereiken is de beschikbare tijd om via de stijgpunten het maaiveld te bereiken is (15 min. 5 min=) 10 minuten. De hellingbanen hebben hierbij de volgende capaciteit: Hellingbaan west 10,54 m * 90 personen per meter breedte * 10 minuten = personen Hellingbaan oost 4,38 m * 90 personen per meter breedte * 10 minuten = personen 2 Bepaalde tijden worden naar boven afgerond op hele minuten BD9131N003F01 4/5

72 De totale aanwezige vluchtcapaciteit van de hellingbanen is personen. De aanwezige bestaande hellingbanen voldoen niet om tijdig het terras tijdig te kunnen ontruimen. Er dient een extra stijgpunt toegevoegd te worden. Deze trap moet voldoende capaciteit hebben om minimaal ( =) 322 gedurende 10 minuten het maaiveld te laten bereiken. Deze trap moet minimaal 0,85 m breed zijn (322 pers. / 45 pers./m / 10 min. Dit betreft de vrije breedte en is gebaseerd op de minimaal vereiste breedte van een trap volgens het Bouwbesluit. Door de plaatsing van de trap kunnen de maximale loopafstanden naar de stijgpunten aanzienlijk verkort worden. De meest gunstige locatie hiervoor is door de extra trap aan het westelijk terras te plaatsen nabij de MFP (zie onderstaande figuur). Middels de voorgestelde aanpassing wordt er voldoende vluchtcapaciteit gerealiseerd voor het terras zodat bij de genoemde bezetting veilig gevlucht kan worden. De berekeningen zij n uitgevoerd met de methode zoals beschreven in de Regeling Bouwbesluit 2012 zodat aangetoond is dat de situatie voldoet aan het minimaal vereiste veiligheidsniveau. Bij de bepaling zijn tussenresultaten naar boven afgerond op hele minuten BD9131N003F01 5/5