De Betere Belg -wet *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Betere Belg -wet *"

Transcriptie

1 6 RECHTSLEER De Betere Belg -wet * Mieke Van de Putte** en Jan Clement 1_ Een nieuwe nationaliteitswet Op 1 januari 2013 trad de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken (hierna: de nieuwe wet) in werking 1. De nieuwe wet behelst een grondige wijziging van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit (hierna: WBN) die ingrijpender is dan het opschrift ervan laat vermoeden. In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de krachtlijnen van deze wijziging. 2_ De nationaliteitswetgeving Zoals blijkt uit artikel 1 van het WBN kan de Belgische nationaliteit verworven worden door toekenning of door verkrijging. De toekenning van de nationaliteit gebeurt los van elke wilsuiting van de betrokkene, die steeds een minderjarige is. Van verkrijging van nationaliteit is sprake wanneer de belanghebbende een vrijwillige handeling stelt met het oog op het verwerven van de Belgische nationaliteit 2. Traditioneel wordt de nationaliteitsverkrijging verder opgedeeld in, enerzijds, de procedures van nationaliteitsverklaring en nationaliteitskeuze. Deze maken subjectieve rechten uit die onder de toezichtbevoegdheid van de rechter zijn geplaatst. Anderzijds is er de procedure van de naturalisatie. Deze laatste maakt een gunst uit waarover de Kamer van volksvertegenwoordigers oordeelt. Tot een goede tien jaar geleden rangschikte het WBN de drie procedures van nationaliteitsverkrijging volgens de logica dat hoe intenser de band van de aanvrager met België werd geacht, hoe eenvoudiger en korter de te volgen weg was. dat zowel in geval van nationaliteitskeuze als in geval van nationaliteitsverklaring bij een negatief advies van het parket het dossier voortaan wordt overgemaakt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. Die doet dan uitspraak ten gronde, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk de wens te kennen geeft dat de rechtbank van eerste aanleg zich uitspreekt. De wet van 1 maart 2000 heeft de traditionele opdeling van de procedures van nationaliteitsverkrijging verder doorbroken. Enerzijds werd ten aanzien van de drie procedures enkel gewaagd van hetzelfde criterium van toezicht, met name de gewichtige feiten. Anderzijds werden de procedures van nationaliteitsverklaring en nationaliteitskeuze gelijkgeschakeld 3. Ook heeft de wet van 1 maart 2000 de procedure tot verkrijging van de Belgische nationaliteit versneld en de voorwaarden voor nationaliteitsverkrijging aanzienlijk versoepeld. Zo werd van de kandidaat-belg niet langer integratiewil geëist 4. Door de invoeging van artikel 12bis, 1, 2 in het WBN (hierna: de cascadebepaling) werd het zelfs voor personen die nooit in België hadden verbleven mogelijk om de Belgische nationaliteit te verwerven door nationaliteitsverklaring op voorwaarde dat een ouder op het tijdstip van de verklaring die nationaliteit bezat. Bij wijze van cascade konden de voornoemde personen dan op grond van hun nieuwe nationaliteit verblijfsrecht in België opeisen 5. De wet van 1 maart 2000 werd in de rechtsleer scherp bekritiseerd. Zo werd gesteld dat sinds de inwerkingtreding van de Snel Belg -wet nergens in Europa even soepele voorwaarden bestonden als in ons land bij de toekenning van de nationaliteit aan vreemdelingen 6. Tijdens de parlementaire discussies in aanloop naar de nieuwe wet betoogden meerdere volksvertegenwoordigers dat de wet De wet van 22 december 1998 heeft de hiervoor beschreven traditionele opdeling van de procedures van nationaliteitsverkrijging voor een eerste keer doorkruist. Deze wet bepaalde * Met dank aan Mathijs Conickx. ** Mieke Van de Putte is stafmedewerker bij de DPO van de UGent en Jan Clement is vrijwillig wetenschappelijk medewerker aan de KU Leuven. 1 Wet tot wijziging van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken, BS 14 december M. VAN DE PUTTE en J. CLEMENT, Nationaliteit in APR, Antwerpen, Story-Scientia, 2001 (hierna: Nationaliteit), M. VAN DE PUTTE en J. CLEMENT, Nationaliteit, 42-45; M.-C. F OBLETS, R. FOQUE en M. VERWILGHEN (eds.), Naar de Belgische nationaliteit. Een jaar toepassing van het nieuwe Wetboek van de Belgische nationaliteit (Wet van 1 maart 2000), Brussel, Bruylant, 2002; B. RENAULD, La loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge. De réformes en réformes, Rev.b.dr.const. 2000, 43-53; Ch. GUILLAIN, De l évaluation de la loi du 1er mars 2000 et de quelques modifications en matière de nationalité, Ann.dr.Louvain 2003, afl. 3, Cf. de tussenkomst van volksvertegenwoordiger GIET in de commissie voor de justitie, Parl.St. Kamer , nr. 476/15, M. VAN DE PUTTE en J. CLEMENT, Nationaliteit, M.-C. FOBLETS, De Belgische nationaliteit in eer hersteld? in M.-C. FOBLETS, M. HILDEBRANDT en J. STEENBERGEN (eds.), Liber Amicorum René Foqué, Gent, Larcier, 2012, 322.

2 Rechtsleer Mieke Van de Putte en Jan Clement 7 van 1 maart 2000 een vergissing is geweest. Men kantte zich vooral tegen de volledige afschaffing van het integratievereiste en tegen de zienswijze dat integratiebereidheid wordt verondersteld aanwezig te zijn louter op grond van het feit dat de vreemdeling een nationaliteitsaanvraag indient 7. De nieuwe wet veronderstelt dat integratie en participatie het Belg worden voorafgaan 8. Het verwerven van de Belgische nationaliteit wordt aldus het sluitstuk van integratie en niet het begin ervan 9. Het verwerven van de Belgische nationaliteit wordt het sluitstuk van integratie en niet het begin ervan. De wetgever heeft de voorwaarden om de Belgische nationaliteit te verwerven aanzienlijk strenger gemaakt. Daarnaast heeft de nieuwe wet tot doel om de procedures te rationaliseren en het WBN op tal van punten te verbeteren. 3_ Afstappen van het hybride systeem van nationaliteitsverkrijging De nieuwe wet maakt een einde aan het hybride systeem waarbij de nationaliteitsverkrijging als subjectief recht onder toezicht van de rechter werd vermengd met de gunstmaatregel van de naturalisatie. Er wordt teruggekeerd naar de strikte scheiding tussen die twee vormen van nationaliteitsverkrijging. De nieuwe wet maakt de naturalisatie tot de uitzondering en de nationaliteitsverkrijging onder toezicht van de rechter de regel. Deze laatste vorm van nationaliteitsverkrijging sluit aan bij een op internationaal vlak al lang bestaand streven. Beslissingen inzake het verkrijgen van de nationaliteit zouden namelijk schriftelijk moeten gemotiveerd worden en er zou moeten voorzien worden in een administratieve of rechterlijke toetsing van dergelijke beslissingen 10. 4_ De eis van het legaal verblijf 4.1. Het migratieneutraal maken van het verkrijgen van de Belgische nationaliteit Volgens de indieners van het wetsvoorstel dat de nieuwe wet is geworden, kan van de verwerving van de Belgische nationaliteit slechts sprake zijn op het moment dat de verblijfsstatus van de betrokkene in België gestabiliseerd is. In geen geval mag zij een middel zijn om een verblijfstitel te bekomen of om het administratief statuut van de vreemdeling te consolideren 11. De mogelijkheden om via de nationaliteitswet de verblijfswetgeving te omzeilen worden weggewerkt 12. Dit blijkt uit de navolgende wetswijzigingen. Wat de verkrijging van de nationaliteit betreft, heft de nieuwe wet de cascadebepaling (art. 12bis, 1, 2 WBN) op. Wat de toekenning van de nationaliteit betreft, voegt de nieuwe wet een verblijfsvoorwaarde toe aan de vereisten voor het verwerven van de Belgische nationaliteit als gezamenlijk gevolg van een akte van verkrijging 13. Het nieuwe artikel 12 WBN stelt dat aan een kind dat de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt of niet ontvoogd is vóór die leeftijd, de Belgische nationaliteit wordt toegekend in het geval van vrijwillige verkrijging of herkrijging van de Belgische nationaliteit door een ouder of een adoptant die het gezag over het kind uitoefent, op voorwaarde dat het kind zijn hoofdverblijf in België heeft. Dit betekent dat kinderen die hun hoofdverblijf in het buitenland hebben de Belgische nationaliteit niet zullen verwerven De wettigheid van het verblijf A. De vroegere wetgeving Tot vóór 2004 werd in geen enkele bepaling van het WBN expliciet gesteld dat wanneer de kandidaat-belg in België moet verblijven, het moet gaan om een wettig verblijf. In een arrest van 16 januari 2004 oordeelde het Hof van Cassatie dat wanneer men eist dat de verblijfsperiode bedoeld in artikel 12bis, 1, eerste lid, 3 WBN gedekt moet zijn door verblijfstitels, de wet wordt geschonden door er een voorwaarde aan toe te voegen die deze niet stelt 14. Als antwoord op dit arrest stelde artikel 299 van de programmawet van 27 december 2004 dat artikel 12bis, 1, eerste lid, 3 WBN wordt uitgelegd in de zin dat het alleen van toepassing is op de vreemdelingen die zich kunnen beroepen op zeven jaar hoofdverblijfplaats gedekt door een wettelijk verblijf. Met die interpretatieve wet was de kwestie van de wettigheid van het verblijf in andere bepalingen dan artikel 12bis, 1, eerste lid, 3 WBN evenwel niet opgelost 15. De wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen I heeft in het WBN artikel 7bis, 1 opgenomen. Volgens deze bepaling moet de vreemdeling om een verzoek of een aanvraag tot het bekomen van de Belgische nationaliteit te kunnen indienen op het ogenblik van het indienen van dit verzoek of het afleggen van deze verklaring in wettelijk verblijf zijn. 7 Parl.St. Kamer , nr. 476/15, 8 en Tussenkomst van volksvertegenwoordiger LANJRI in de commissie voor de justitie, Parl.St. Kamer , nr. 476/15, en M. DE VOS, Nationaliteitswet faalt zonder integratiestrategie, 10 Cf. de art. 11 en 12 van het op 6 november 1997 te Straatsburg gesloten Europees Verdrag inzake nationaliteit, dat door België niet werd geratificeerd; M. VAN DE PUTTE en J. CLEMENT, Nationaliteit, Parl.St. Kamer , nr. 476/15, Parl.St. Kamer , nr. 476/15, Parl.St. Kamer , nr. 476/14, Cass. 16 januari 2004, T.Vreemd. 2004, 29-31, met noot M. VAN DE PUTTE. 15 Zie M. VAN DE PUTTE en J. CLEMENT, Nationaliteitsverkrijging en wettigheid van het vereiste verblijf: een verhaal zonder einde?, T.Vreemd. 2005, afl. 3, en M. VAN DE PUTTE en J. CLEMENT, Nationaliteitsverkrijging en wettigheid van het vereiste verblijf: het verhaal gaat verder, T.Vreemd. 2006, afl. 1,

3 8 Artikel 7bis, 2 WBN beperkt wettelijk verblijf tot de situatie van de vreemdeling die toegelaten of gemachtigd is om voor een langere termijn dan drie maanden in het Rijk te verblijven of die gemachtigd is zich er te vestigen. Daarmee was evenwel nog niet gezegd dat wanneer het WBN aan de kandidaat-belg een bepaalde periode van verblijf in België oplegt deze hele periode gedekt moet zijn door wettig verblijf in de zin van de laatstgenoemde bepaling 16. Het hof van beroep van Luik en de rechtbank van eerste aanleg van Brussel hebben de vinger op die wonde gelegd door te oordelen dat de definitie van wettig verblijf in artikel 7bis, 2 WBN enkel betrekking had op de eerste paragraaf van diezelfde bepaling en dus enkel het verblijf op het moment van het indienen van de aanvraag betreft 17. B. De voor alle bepalingen van het WBN geldende nieuwe regeling Ter verantwoording van de invoering van een definitie van het begrip wettelijk verblijf in de nieuwe wet verwijst men in de parlementaire debatten naar de verdeelde rechtspraak waartoe het artikel 7bis WBN aanleiding heeft gegeven. De indieners beoogden maximale duidelijkheid door het wettelijk verblijf op een eenvormige en algemene wijze te omschrijven. De nieuwe wet vereist dat de vreemdeling wettig in België verblijft en dat hij er zijn hoofdverblijfplaats heeft. Dit geldt zowel op het ogenblik van de verklaring als voor de periode die deze verklaring voorafgaat 18. Zowel het wettelijk verblijf als het hoofdverblijf moeten ononderbroken zijn. Het ononderbroken karakter van dit verblijf wordt niet beïnvloed door tijdelijke afwezigheden van hoogstens zes maanden, voor zover deze afwezigheden in totaal de duur van een vijfde van de in dit wetboek vereiste termijnen voor verkrijging van de nationaliteit niet overschrijden 19. Zo is het denkbaar dat de vreemdeling kort zijn land van oorsprong wenst te bezoeken. Evenmin worden tijdelijke administratieve onderbrekingen die buiten de wil om van de betrokkene zouden voorkomen en dus niet intentioneel frauduleus zijn, niet in aanmerking genomen als onderbreking van het verblijf in het land 20. Onder wettelijk verblijf wordt verstaan: wat het ogenblik van de indiening van zijn verzoek of verklaring betreft: toegelaten of gemachtigd zijn tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of om er zich te vestigen op basis van de Vreemdelingenwet 21 ; 16 M. VAN DE PUTTE en J. CLEMENT, Het perpetuum mobile van de nationaliteitsverkrijging en de wettigheid van het vereiste verblijf, T.Vreemd. 2010, afl. 2, Zie ook Parl.St. Kamer , nr. 494/2, Luik 15 april 2008, Rev.dr.étr. 2008, 81 en Rb. Brussel 11 maart 2009, T.Vreemd. 2010, afl. 2, Art. 7bis, 1 WBN en Parl.St. Kamer , nr. 476/15, 4 en Art. 7bis, 3 WBN. 20 Parl.St. Kamer , nr. 476/13, Conform art. 7bis, 2, laatste lid WBN bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, welke documenten in aanmerking komen als bewijs van het bedoelde verblijf. Zie wat de voorafgaande periode betreft: toegelaten of gemachtigd zijn om meer dan drie maanden in het Rijk te verblijven of om er zich te vestigen overeenkomstig de Vreemdelingenwet of de Regularisatiewet 22. De vreemdeling moet de wettelijkheid van het verblijf op het ogenblik van het verzoek of de verklaring dus aantonen met een verblijf van onbeperkte duur. Periodes van kort verblijf worden niet in aanmerking genomen 23. Met de voorwaarde van een onbeperkt verblijf wil men juist vermijden dat een tijdelijk verblijfsrecht zou kunnen worden omgezet in een onbeperkt verblijfsrecht door middel van een nationaliteitsverkrijging 24. De procedures kunnen voortaan ook niet meer vanuit het buitenland opgestart worden, maar enkel vanuit België. 5_ De geboorteakte De procedures kunnen voortaan niet meer vanuit het buitenland opgestart worden, maar enkel vanuit België. Artikel 5, 1, eerste lid WBN stelt dat personen die in de onmogelijkheid verkeren zich een akte van geboorte te verschaffen in het kader van procedures tot verwerving van de Belgische nationaliteit, een gelijkwaardig document afgegeven door de diplomatieke of consulaire overheden van hun land van geboorte kunnen overleggen. In geval van onmogelijkheid of zware moeilijkheden om zich voornoemd document te verschaffen, kunnen ze de akte van geboorte vervangen door een akte van bekendheid, afgegeven door de vrederechter van hun hoofdverblijfplaats. De nieuwe wet voegt een nieuw lid toe aan deze bepaling. Voortaan kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad en op voordacht van de minister van Buitenlandse Zaken, een lijst opstellen van landen waar het onmogelijk of zeer moeilijk is zich een document te verschaffen dat gelijkwaardig is met een akte van geboorte 25. In zijn op vraag van de Kamervoorzitter uitgebrachte advies heeft de Raad van State opgemerkt dat teneinde elke moeilijkde art. 3 en 4 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot uitvoering van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken, BS 21 januari 2012 (hierna: het KB 14 januari 2013). 22 Deze laatste wet werd er voor alle duidelijkheid uitdrukkelijk in opgenomen (Parl.St. Kamer , nr. 476/13, 22). 23 Parl.St. Kamer , nr. 476/15, 4-5 en Parl.St. Kamer , nr. 476/15, Art. 5, 1, tweede lid WBN. Bij uitvoeringsbesluit zijn Afghanistan, de enclave Cabinda in Angola, Somalië en Zuid-Soedan aangeduid (KB 17 januari 2013 tot vaststelling van de lijst van landen waar het verkrijgen van akten van geboorte onmogelijk is of op zware moeilijkheden botst, BS 30 januari 2013).

4 Rechtsleer Mieke Van de Putte en Jan Clement 9 heid in het licht van het gelijkheidsbeginsel en van het beginsel van niet-discriminatie te voorkomen, de personen die onderdanen zijn van andere landen dan die vermeld op de lijst van landen waarvan de onmogelijkheid of zware moeilijkheden worden aanvaard steeds moeten kunnen beschikken over de mogelijkheid om artikel 5, 1, eerste lid WBN te laten toepassen 26. De indieners van het amendement dat de nieuwe wet is geworden, hebben verduidelijkt dat nergens is bepaald dat onderdanen van andere landen dan die vermeld op de voornoemde lijst zich niet tot de vrederechter kunnen wenden voor een akte van bekendheid. Alleen zullen onderdanen van landen op de lijst, de onmogelijkheid of zware moeilijkheden niet in concreto moeten bewijzen, terwijl deze voor andere onderdanen niet per definitie wordt aanvaard en dus wel in concreto voor de vrederechter zal moeten worden bewezen 27. Aan de basis van deze wetswijziging ligt de vaststelling dat de betrokkenen de onmogelijkheid zich een document te verschaffen al te vaak ruim interpreteerden. In het schriftelijk advies van het Openbaar Ministerie over het wetsvoorstel wordt overwogen dat die onmogelijkheid zou moeten voortvloeien uit een attest van de buitenlandse overheid 28. De indieners van het amendement dat de nieuwe wet is geworden hebben geoordeeld dat dit voorstel in de praktijk voor moeilijkheden zou zorgen. Men kan een vreemde overheid bezwaarlijk verplichten om in een dergelijk attest te voorzien. De nieuwe wet wil voorkomen dat vreemdelingen uit landen met een werkende burgerlijke stand, niet meer de moeite doen om een oorspronkelijke geboorteakte aan te vragen 29. 6_ Rationaliseren van de procedures De wet van 1 maart 2000 gewaagt zowel ten aanzien van nationaliteitsverklaring en als ten aanzien van nationaliteitskeuze van hetzelfde criterium van toezicht, met name de gewichtige feiten. Toch bleven die twee als afzonderlijke procedures van nationaliteitsverkrijging bestaan op basis van afzonderlijke wetsartikelen. Met de nieuwe wet wordt getracht het WBN te rationaliseren. Daartoe werd het aantal procedures van nationaliteitsverkrijging beperkt. De nieuwe wet schaft de nationaliteitskeuze af. De enige vorm van nationaliteitsverkrijging onder toezicht van de rechter is voortaan de nationaliteitsverklaring. Verschillende categorieën van personen komen hiervoor in aanmerking, maar voor het afleggen en behandelen van een nationaliteitsverklaring geldt voortaan één uniforme procedure, namelijk die van artikel 15 WBN. De wetgever heeft er zich echter niet toe beperkt de procedures van nationaliteitsverkrijging te rationaliseren maar heeft ook de 26 Parl.St. Kamer , nr. 476/11, Parl.St. Kamer , nr. 476/13, Parl.St. Kamer , nr. 476/15, Parl.St. Kamer , nr. 476/10, 18. nationaliteitstoekenning in de rationalisering betrokken 30. Artikel 11bis WBN kende de Belgische nationaliteit toe aan een in België geboren kind waarvoor de ouders of de adoptanten vóór het kind twaalf jaar wordt een verklaring afleggen om het de Belgische nationaliteit toe te kennen. De nieuwe wet neemt de bepalingen van de bestaande 1 en 2 van artikel 11bis, mits enkele beperkte aanpassingen, nu op in artikel 11, 2 WBN. De bestaande 7 van artikel 11bis wordt, mits enkele beperkte aanpassingen, artikel 15, 6 WBN. De inhoud van de vroegere 3 tot 6 van artikel 11bis, met onder meer een specifiek toezichtsmechanisme voor de procureur wanneer de verklaring een ander oogmerk heeft dan het belang van het kind, wordt door de nieuwe wet niet meer in het WBN opgenomen. In de plaats daarvan wordt nu in artikel 11, 2, laatste lid gesteld dat de verklaring wordt afgelegd overeenkomstig artikel 15. Door die verwijzing wordt nu op de voornoemde hypothese van nationaliteitstoekenning de uniforme procedure voor nationaliteitsverklaring van toepassing. Aldus geeft artikel 15, 3 de procureur des Konings de mogelijkheid om na een verklaring op grond van artikel 11, 2 WBN een negatief advies uit te brengen wegens gewichtige feiten eigen aan de persoon. De wetgever heeft zodoende een toezichtsmechanisme dat tot hiertoe was voorbehouden voor de verkrijging van de nationaliteit, toepasselijk gemaakt op een vorm van toekenning van de nationaliteit. Het lijkt weinig logisch om toe te zien op het gedrag van de betrokkene, dit is het kind, wanneer de nationaliteitsverwerving gebeurt los van elke wilsuiting van de betrokkene. Wanneer het de bedoeling zou zijn om de procureur te laten toezien op het gedrag van diegene die de verklaring aflegt, dit zijn de ouders of adoptanten, dan zou dit op gespannen voet komen te staan met artikel 22bis, vierde lid van de Grondwet, krachtens hetwelk het belang van het kind de eerste overweging dient te zijn bij elke beslissing die het kind aangaat 31. In de parlementaire voorbereiding is het vruchteloos zoeken naar een toelichting of een verantwoording voor het toepasselijk maken van het toezicht wegens gewichtige feiten eigen aan de persoon op de in artikel 11, 2 WBN bedoelde hypothese van nationaliteitstoekenning. 7_ De drie hypotheses van nationaliteitsverkrijging na het afleggen van een nationaliteitsverklaring Krachtens de nieuwe wet moet een onderscheid worden gemaakt tussen drie hypotheses van nationaliteitsverkrijging na het afleggen van een nationaliteitsverklaring. Behalve bij 30 Toch verklaarde volksvertegenwoordiger Deom in de plenaire vergadering dat de hervorming louter betrekking heeft op de nationaliteitsverkrijging en in geen enkel geval op de toekenningsprocedures (Hand. 24 oktober 2012, 11). 31 Volgens de rechtsleer is het te betwijfelen dat, zoals tijdens de parlementaire voorbereiding ervan werd voorgehouden, art. 22bis, vierde lid van de Grondwet geen directe werking zou hebben (A. ALEN en K. MUYLLE, Handboek van het Belgisch Staatsrecht, Mechelen, Kluwer, 2011, 943). Zie in dat verband het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 30/2013 van 7 maart 2013.

5 10 de hypothese van de in België geboren vreemdeling gelden er voortaan integratiecriteria. De nieuwe wet maakt een onderscheid tussen de criteria die gelden bij de korte en lange procedure van nationaliteitsverklaring. De logica dicteert dat de voorwaarden strenger zijn na verblijf van vijf jaar dan na verblijf van tien jaar. We overlopen hierna de drie hypotheses De nationaliteitsverklaring van een in België geboren vreemdeling Voor de in België geboren vreemdeling wordt uitgegaan van het vermoeden van integratie, op voorwaarde dat hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijfplaats in België heeft 32. Voor zover het bij nationaliteitstoekenning aan een in België geboren kind de bedoeling zou zijn om de procureur te laten toezien op het gedrag van de ouders of adoptanten zou dit op gespannen voet staan met arti - kel 22bis, vierde lid Gw De nationaliteitsverklaring na vijf jaar wettelijk verblijf A. De hoofdhypothese De nieuwe wet voorziet de nationaliteitsverkrijging na het afleggen van een nationaliteitsverklaring wanneer de vreemdeling cumulatief aan vijf criteria voldoet, met name wanneer hij: 1. de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt; 2. vijf jaar wettelijk verblijf in België heeft; 3. het bewijs levert van de kennis van één van de drie landstalen; 4. zijn maatschappelijke integratie bewijst; en 5. zijn economische participatie bewijst. Op de inhoud van de drie laatste criteria en de door de wetgever toegelaten bewijsmiddelen zal in punt 8 hieronder worden ingegaan. Naast de hoofdhypothese, waarin de vreemdeling cumulatief aan de vijf voornoemde criteria moet voldoen, zijn er twee subhypotheses waarin niet alle vijf criteria gelden. B. De subhypothese bij huwelijk met een Belg of ouderschap van een Belgisch kind De nieuwe wet voorziet de nationaliteitsverkrijging na het afleggen van een nationaliteitsverklaring wanneer de vreemdeling cumulatief aan vijf criteria voldoet, met name wanneer hij: 1. de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt; 32 Art. 12bis, 1, 1 WBN. 2. vijf jaar wettelijk verblijf in België heeft; 3. het bewijs levert van de kennis van één van de drie landstalen; 4. zijn maatschappelijke integratie bewijst; en 5. gehuwd is met een Belg, indien de echtgenoten gedurende ten minste drie jaar in België hebben samengeleefd, of ouder is van een Belgisch minderjarig of niet-ontvoogd minderjarig kind. De voorwaarden van verblijf, talenkennis en maatschappelijke integratie gelden in deze subhypothese. Evenwel geldt er geen voorwaarde van economische participatie. De nieuwe wet heft de vroegere bepaling die handelt over de verkrijging van de Belgische nationaliteit door de vreemde echtgenoot van een Belg (art. 16 WBN) op. De indieners van het amendement dat de nieuwe wet is geworden, hebben gesteld dat deze subhypothese nodig was om binnen één gezinscel, via een gelijkaardige procedure en binnen eenzelfde termijn, dezelfde nationaliteit te bekomen. Het is denkbaar dat één van beide partners voor het gezin zorgt. Met deze situatie wensten de indieners rekening te houden 33. Na een opmerking van de Raad van State 34 werd gepreciseerd dat dit enkel van toepassing is op de ouders van een minderjarig of niet-ontvoogd minderjarig kind. Van zodra de kinderen meerderjarig zijn, kan de betrokkene immers opnieuw participeren aan het economisch leven 35. C. De subhypothese voor een gehandicapte, invalide of gepensioneerde vreemdeling In zijn advies heeft de Raad van State er op gewezen dat het criterium van de economische participatie tot gevolg had dat bepaalde categorieën vreemdelingen worden uitgesloten van de mogelijkheid om de Belgische nationaliteit te verkrijgen, bijvoorbeeld degenen die te oud zijn om te werken. De Raad van State wees ook op de mogelijkheid dat bepaalde gehandicapte personen hun deelname aan het leven van hun onthaalgemeenschap niet kunnen aantonen. Volgens de Raad moest het voorstel worden aangepast aan het recht voor gehandicapten om de nationaliteit te verwerven, zoals dit wordt gewaarborgd door artikel 18 van het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, aangenomen te New York op 13 december 2006 en door België bekrachtigd op 2 juli De nieuwe wet voorziet de nationaliteitsverkrijging na het afleggen van een nationaliteitsverklaring wanneer de vreemdeling cumulatief aan drie criteria voldoet, met name wanneer hij: 1. de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt; 2. vijf jaar wettelijk verblijf in België heeft; en 3. het bewijs levert omwille van een handicap of invaliditeit geen betrekking of economische activiteit te kunnen uitoefenen of de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. 33 Parl.St. Kamer , nr. 476/10, 20 en nr. 476/13, Parl.St. Kamer , nr. 476/11, Parl.St. Kamer , nr. 476/13, Parl.St. Kamer , nr. 476/11,

6 Rechtsleer Mieke Van de Putte en Jan Clement 11 Om tegemoet te komen aan de voornoemde opmerkingen van de Raad van State heeft de wetgever rekening gehouden met de gepensioneerde vreemdeling en voor deze vreemdeling evenals voor de gehandicapte of invalide vreemdeling de talenkennis, de maatschappelijke integratie en de economische integratie laten wegvallen als criteria. Voor de gehandicapte, invalide of gepensioneerde vreemdeling gelden enkel de leeftijds- en de verblijfsvoorwaarde. In de parlementaire voorbereidingen wordt verduidelijkt dat om als gehandicapte in aanmerking te komen, dient vastgesteld te zijn dat de lichamelijke of psychische toestand van de betrokkene verminderd is tot een derde of minder van wat een gezonde persoon voor het uitoefenen van een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen 37. Om als invalide in aanmerking te komen moet er, wat werknemers betreft, sprake zijn van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 66 % De nationaliteitsverklaring na tien jaar wettelijk verblijf De nieuwe wet voorziet de nationaliteitsverkrijging na het afleggen van een nationaliteitsverklaring wanneer de vreemdeling cumulatief aan vier criteria voldoet, met name wanneer hij: 1. de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt; 2. tien jaar wettelijk verblijf in België heeft; 3. het bewijs levert van de kennis van één van de drie landstalen; en 4. het bewijs levert van zijn deelname aan het leven van zijn onthaalgemeenschap. Dit bewijs kan door alle rechtsmiddelen geleverd worden en bevat elementen waaruit blijkt dat de aanvrager deelneemt aan het economische en/of socioculturele leven van die onthaalgemeenschap 39. In de aan de Raad van State voor advies voorgelegde tekst werd ook nog geëist dat de vreemdeling minimaal het bewijs zou leveren van hetzij zijn maatschappelijke integratie als bedoeld in de hypothese van vijf jaar wettelijk verblijf hetzij zijn economische participatie als bedoeld in diezelfde hypothese. Die eis werd in de nieuwe wet geschrapt na een kritische opmerking van de Raad van State 40. Op de aanbeveling van de Raad van State om het onderscheid te verduidelijken tussen, enerzijds, maatschappelijke integratie en, anderzijds, deelname aan het leven van zijn onthaalgemeenschap werd niet ingegaan In de parlementaire voorbereidingen wordt voor handicap verwezen naar de omschrijving in art. 2, 1 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (Parl.St. Kamer , nr. 476/13, 27). 38 Ter zake kan worden verwezen naar art. 100 van de wet betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (werknemers en statutairen) en art. 19 en 20 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten (zelfstandigen) (Parl.St. Kamer , nr. 476/13, 27). 39 Art. 12bis, 1, 5, d WBN. 40 Parl.St. Kamer , nr. 476/11, Parl.St. Kamer , nr. 476/11, 13, voetnoot 25. Het resultaat is dat de inhoud van het criterium deelname aan het leven van zijn onthaalgemeenschap, in tegenstelling tot de andere integratiecriteria, niet in het WBN is gespecificeerd 42. 8_ De inhoud van de integratiecriteria en de toegelaten bewijsmiddelen 8.1. De talenkennis Behalve wanneer hij gehandicapt, invalide of gepensioneerd is, dient de vreemdeling om in aanmerking te komen voor de nationaliteitsverklaring steeds het bewijs te leveren van de kennis van één van de drie landstalen. Het moet daarbij niet gaan om de taal van het taalgebied waarin de vreemdeling verblijft. Volksvertegenwoordiger Brotcorne verantwoordde dit met het argument dat het om de Belgische nationaliteit gaat en niet om een Vlaamse of Waalse nationaliteit. Hij vroeg zich retorisch af of men een Fransman die in het Duitstalige landsgedeelte woont en er perfect geïntegreerd is, zou vragen om Duits te leren 43. Volksvertegenwoordiger Madrane wees er op dat België een federale staat is en dat de nationaliteitswetgeving een federale materie is, wat volgens hem meebrengt dat de eisen voor de verwerving van de nationaliteit voor het hele grondgebied dezelfde moeten zijn 44. De vreemdeling moet om in aanmerking te komen voor de nationaliteitsverklaring bewijzen dat hij één van de drie landstalen kent, behalve als hij gehandicapt, invalide of gepensioneerd is. 42 In de verantwoording van een amendement over de naturalisatieprocedure stelden de volksvertegenwoordigers LANJRI en FONCK dat de deelname aan het leven van de gastgemeenschap moet blijken uit een geheel van gegevens waarvan het bewijs met alle mogelijke rechtsmiddelen kan worden geleverd (bv. het feit van naar school te zijn gegaan in België, het volgen van een beroepsopleiding, een deelname aan het verenigingsleven, het buurtleven en de schoolactiviteiten van de kinderen. Men beoogt eveneens de persoon die zich uitstekend kan behelpen in zijn buurt, in zijn contacten met de besturen, de handelaars, die zijn kinderen naar school brengt... De deelname aan voorbereidende vormingen die georganiseerd worden in het kader van onthaal- en inburgeringstrajecten die worden georganiseerd door de gemeenschappen of enig ander gelijkaardig vormingsproces kan ook in aanmerking worden genomen) (Parl.St. Kamer , nr. 494/2, 18). 43 Parl.St. Kamer , nr. 476/15, Parl.St. Kamer , nr. 476/15, 28. Ons inziens verhindert het feit dat een regeling tot de federale bevoegdheid behoort niet dat er in die regeling kan worden gedifferentieerd naargelang het taalgebied waarin de rechtsonderhorige verblijft. Overigens is de indeling in taalgebieden verankerd in art. 4 van de Grondwet.

7 12 Het voorgaande betekent evenwel niet dat de kandidaat-belg zich niets moet gelegen laten aan de taal van het taalgebied. Het compromis waarop de nieuwe wet steunt, lijkt hierin gelegen te zijn dat voor de expliciete eis van de talenkennis elk van de drie officiële talen in aanmerking komt, ongeacht de woonplaats van de betrokkene, maar dat er impliciet via andere criteria, en dan met name het criterium van de maatschappelijke integratie, een inspanningsverplichting op de kandidaat- Belgen rust om de taal van het taalgebied waarin zij verblijven te leren. Voor volksvertegenwoordiger Lanjri stelt de nieuwe wet duidelijk dat de kennis van één van de landstalen volstaat en dat de inspanningen om de taal van het gebied te leren moeten aangetoond worden 45. Op advies van de Raad van State heeft de wetgever het vereiste niveau van de kennis van één van de landstalen zelf bepaald 46. Krachtens artikel 1, 2, 5 WBN dient het te gaan om een minimale kennis die gelijk is aan het niveau A2 van het Europees Referentiekader voor Talen. Het bewijs van die kennis dient te worden geleverd aan de hand van de bewijsmiddelen bepaald in een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad 47. In de parlementaire voorbereiding is gesteld dat voor inburgeringscursussen wordt uitgegaan van het niveau A2 van het Europees Referentiekader voor Talen zodat het volgen van de inburgeringscursus het bewijs van taalkennis in de zin van de nieuwe wet levert 48. In de plenaire vergadering stelden volksvertegenwoordigers Francken, Lanjri en Temmerman dat ook analfabeten deze taalkennis kunnen verwerven zodat zij, anders dan volksvertegenwoordiger Genot voorhield, niet worden gediscrimineerd hetzij een inburgeringscursus te hebben gevolgd waarin wordt voorzien door de bevoegde overheid van zijn hoofdverblijfplaats op het tijdstip dat hij zijn inburgeringscursus aanvat; 4. hetzij gedurende de voorbije vijf jaar onafgebroken als werknemer en/of als statutair benoemde in overheidsdienst en/of als zelfstandige in hoofdberoep te hebben gewerkt 50. Het laatste bewijsmiddel werd toegevoegd na een kritische opmerking van de Raad van State over de bestaanbaarheid met het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en non-discriminatie van de beperking tot de drie eerste bewijsmiddelen 51. De Raad van State had er ook op gewezen dat bij de huidige stand van de wetgeving het bewijsmiddel van de inburgeringscursus slechts beschikbaar is voor de aanvragers die onder de Vlaamse Gemeenschap ressorteren 52. Dienaangaande werd in de parlementaire voorbereiding onder meer overwogen dat het gevolgd hebben van een inburgeringscursus niet het enige bewijsmiddel is, zodat aanvragers buiten de Vlaamse Gemeenschap niet worden uitgesloten van de mogelijkheid om de maatschappelijke integratie aan te tonen 53 en dat ook het regeerakkoord van de Franse Gemeenschap de noodzaak van een inburgeringscursus voor vreemdelingen erkent De economische participatie In de hoofdhypothese voor de nationaliteitsverklaring na vijf jaar wettelijk verblijf dient de vreemdeling het bewijs te leveren van zijn economische participatie. Deze behelst dat de vreemdeling zijn bijdrage aan de arbeidsmarkt bewijst. De nieuwe wet schrijft voor dat de economische participatie moet worden bewezen door: 8.2. De maatschappelijke integratie Behalve wanneer hij gehandicapt, invalide of gepensioneerd is, dient de vreemdeling om in aanmerking te komen voor de nationaliteitsverklaring na vijf jaar wettelijk verblijf het bewijs te leveren van zijn maatschappelijke integratie. De nieuwe wet schrijft voor dat deze maatschappelijke integratie moet worden bewezen door: 1. hetzij een diploma of getuigschrift van een onderwijsinstelling opgericht, erkend of gesubsidieerd door een gemeenschap of de Koninklijke Militaire School en dat minstens van het niveau is van het hoger secundair onderwijs; 2. hetzij een beroepsopleiding van minimum 400 uur erkend door een bevoegde overheid te hebben gevolgd; 45 Parl.St. Kamer , nr. 476/15, Parl.St. Kamer , nr. 476/13, 19. Zie ook de tussenkomst van volksvertegenwoordiger Lanjri in de commissie voor de justitie, Parl.St. Kamer , nr. 476/15, Art. 1 KB 14 januari Parl.St. Kamer , nr. 476/13, Hand. 24 oktober 2012, Art. 12bis, 1, 2, d WBN. 51 Parl.St. Kamer , nr. 476/13, 25. De Raad van State gaf het voorbeeld van een Franstalige vreemdeling die zich in het Franse of Duitse taalgebied vestigt om in een bedrijf in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad te werken (Parl.St. Kamer , nr. 476/11, 14). 52 Parl.St. Kamer , nr. 476/11, Parl.St. Kamer , nr. 476/13, 29. Daarnaast werd ook volgende verantwoording gegeven: Anderzijds is het organiseren van inburgeringscursussen net zoals onderwijs een mogelijkheid in hoofde van de deelstaten om de maatschappelijke integratie te bevorderen. Wanneer de deelstaten door de uitoefening van hun bevoegdheden de maatschappelijke integratie bevorderen, moet de federale wetgever deze initiatieven kunnen weerhouden als objectieve, pertinente en redelijke criteria die de maatschappelijke integratie in het kader van de nationaliteitsverkrijging aantonen. In dit opzicht is er geen sprake van de ongelijke behandeling van personen die zich in dezelfde positie bevinden, of van een gelijke behandeling van personen die zich in dezelfde positie bevinden, aangezien de vreemdeling die zich bevindt in een deelstaat alwaar een inburgeringscursus wordt georganiseerd, zich objectief in een andere situatie bevindt dan de vreemdeling die zich bevindt in een deelstaat alwaar een inburgeringscursus niet wordt georganiseerd (Parl.St. Kamer , nr. 476/13, 29). 54 Parl.St. Kamer , nr. 476/15, 21. In de plenaire vergadering verklaarde volksvertegenwoordiger Lanjri dat in de Franse Gemeenschap, dus ook in Brussel, vanaf 1 januari 2013 projecten voor inburgeringscursussen mogelijk zijn (Hand. 24 oktober 2012, 16).

8 Rechtsleer Mieke Van de Putte en Jan Clement hetzij als werknemer en/of als statutair benoemde in overheidsdienst gedurende de voorbije vijf jaar minimaal 468 arbeidsdagen 55 te hebben gewerkt; 2. hetzij in het kader van een zelfstandige beroepsactiviteit in hoofdberoep de voorbije vijf jaar gedurende minstens zes kwartalen de verschuldigde sociale kwartaalbijdragen voor zelfstandigen in België te hebben betaald 56. De indieners van het amendement dat de nieuwe wet is geworden, waren van oordeel dat de vreemdeling die onderwijs of een beroepsopleiding volgt, zijn wil tot economische participatie bewijst. Immers, een diploma geeft toegang tot de arbeidsmarkt en een beroepsopleiding vergemakkelijkt de toegang tot de arbeidsmarkt. Daarom achtten de indieners het zinvol om de duurtijd van de onderwijsopleiding of de beroepsopleiding in mindering te brengen van de vereiste 468 dagen die de vreemdeling moet gewerkt hebben 57. In de parlementaire debatten werd de eis van de economische participatie bekritiseerd omdat onvoldoende rekening is gehouden met werknemers die een onzekere baan hebben, meer bepaald jongeren en (deeltijds werkende of huis)vrouwen Volgens art. 2, 2, 7 WBN wordt onder arbeidsdag begrepen: de arbeidsdagen en de met arbeidsdagen gelijkgestelde dagen in de zin van artikel 37 en 38 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, met dien verstande dat de in het buitenland verrichte arbeid en de in het buitenland gelijkgestelde dagen niet worden meegerekend. Ingeval de vreemdeling in de referentieperiode van vijf jaar enerzijds als werknemer en/of als statutair benoemde in overheidsdienst en anderzijds, als zelfstandige in hoofdberoep heeft gewerkt, wordt ieder als zelfstandige in hoofdberoep gewerkt kwartaal voor 78 arbeidsdagen in rekening gebracht. Deeltijdse arbeid, die in uren wordt uitgedrukt, wordt in aanmerking genomen volgens de formule die wordt gebruikt met toepassing van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en de ministeriële besluiten die daaraan uitvoering geven. 56 Art. 12bis, 1, 2, e WBN. 57 Art. 12bis, 1, 2, laatste lid WBN en Parl.St. Kamer , nr. 476/13, Zie bv. de verklaring van volksvertegenwoordiger Deom in de plenaire vergadering in die zin (Hand. 24 oktober 2012, 11). Volksvertegenwoordiger Genot meent dat wie economische participatie als voorwaarde stelt voor nationaliteitsverwerving, het paard achter de wagen spant. Zij wees er in de plenaire vergadering op dat zelfs de OESO ervoor pleit de nationaliteitsverwerving te versoepelen om de arbeidsmarkt laagdrempeliger te maken. Zie ook de stemverklaring van volksvertegenwoordiger Madrane (Hand. 25 oktober 2012, 49-50) en de volgende commentaren, M. VAN LAER, Vanaf 1 januari 2013 nieuwe nationaliteitswet in werking, (hierna: Vanaf 1 januari 2013 ); C. APERS, Réforme du Code de la nationalité: vers une citoyenneté économique..., Newsletter Adde 2012, afl. 81, 2-4 en E. BREMS, Belg worden of the survival of the fittest, De Standaard 24 oktober 2012, 24 (hierna: Belg worden ). Deze laatste auteur stelt dat de tewerkstellingsgraad bij immigranten in geen enkel Europees land lager ligt dan in België en dat de nationaliteit een cruciale factor blijkt om aan werk te geraken. 9_ De procedure van de nationaliteitsverklaring 9.1. De naamsvermelding De vreemdeling legt de verklaring af voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn hoofdverblijfplaats 59. De nieuwe wet bevat twee regelingen inzake naamsvermelding die tot doel hebben om in de eerste plaats voor het Openbaar Ministerie problemen met identificatie te vermijden 60. Vooreerst stelt de nieuwe wet dat indien de schrijfwijze van de naam of voornaam van de vreemdeling niet identiek is in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister, strafregister of de voorgelegde documenten, de aanvraag opgeschort wordt totdat de schrijfwijze in alle registers en documenten gelijk is gemaakt 61. De nieuwe wet bevat twee regelingen in verband met naamsvermelding om in de eerste plaats voor het Openbaar Ministerie problemen met identificatie te vermijden. Ten tweede bepaalt de nieuwe wet dat indien de vreemdeling geen naam of voornaam heeft, de ambtenaar van de burgerlijke stand de vreemdeling voorstelt kosteloos een procedure in te stellen overeenkomstig de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. In dit geval wordt de aanvraag opgeschort totdat de vreemdeling een naam en voornaam heeft bekomen 62. Aangezien het internationaal privaatrecht toelaat dat de vreemdeling enkel een (voor)naam heeft, overeenkomstig zijn nationaal recht, en de vreemdeling op het moment van de aanvraag nog geen Belg is, kon deze naamswijziging niet verplicht worden. De wetgever heeft de naamswijziging aantrekkelijker willen maken voor de vreemdeling door ze kosteloos te maken 63. De wetgever is niet ingegaan op de suggestie van de Raad van State om een oplossing te bieden aan het risico dat de procedure voor onbepaalde tijd wordt opgeschort en dat het verkrijgen van de nationaliteit bijgevolg onmogelijk wordt 64. In zijn advies heeft de Raad van State er ook op gewezen dat het probleem van het gebrek aan (voor)naam zich ook stelt buiten de context van het verkrijgen van de Belgische nationaliteit. De Raad stelde dan ook een aanpassing van de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen voor 65. Zoals werd betreurd in de rechtsleer is de wetgever ook aan die opmerking voorbijgegaan Art. 15, 1, eerste lid WBN. 60 Parl.St. Kamer , nr. 476/13, Art. 15, 1, tweede lid WBN. 62 Art. 15, 1, laatste lid WBN. 63 Parl.St. Kamer , nr. 476/13, Parl.St. Kamer , nr. 476/11, Parl.St. Kamer , nr. 476/11, J. VERHELLEN, Nieuwe nationaliteitswet wijzigt het Wetboek IPR, Tijdschrift voor internationaal privaatrecht 2012, afl. 4,

9 De rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand De nieuwe wet vergroot de rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand door te bepalen dat deze de volledigheid van de verklaring binnen dertig werkdagen na het afleggen van de verklaring onderzoekt 67. Indien een verklaring onvolledig is, biedt de ambtenaar de aanvrager de gelegenheid om binnen twee maanden het verzuim te herstellen. De ambtenaar van de burgerlijke stand geeft in een formulier zoals vastgesteld door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, aan welke stukken in de verklaring ontbreken 68. Indien van de gelegenheid om het verzuim te herstellen geen, dan wel op niet-afdoende wijze, gebruik wordt gemaakt, wordt de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard 69. Als de aanvraag volledig en ontvankelijk is en het registratierecht werd voldaan, geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand een ontvangstbewijs af, hetzij binnen vijfendertig werkdagen na het afleggen van de verklaring indien de verklaring meteen volledig werd bevonden, hetzij binnen vijftien werkdagen na het verstrijken van de termijn die aan de vreemdeling werd verleend om het verzuim te herstellen 70. Wordt de aanvraag onvolledig beschouwd, dan wordt hiervan kennis gegeven bij aangetekende brief binnen vijfendertig werkdagen na het afleggen van de verklaring, dan wel binnen vijftien werkdagen na het verstrijken van de termijn die aan de vreemdeling wordt verleend om het verzuim te herstellen. Het niet-tijdig betalen van het registratierecht kan evenwel niet worden geregulariseerd 71. Indien het ontvangstbewijs niet tijdig is betekend of indien niet tijdig is meegedeeld dat de verklaring onvolledig is, wordt de aanvraag geacht volledig te zijn. Tegen de uitdrukkelijke onontvankelijkverklaring staat een beroep tot nietigverklaring open bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zoals bepaald in artikel 14, 1 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Het betreft hier dus een door de wetgever geopend beroep bij de Raad van State ten aanzien van een tussenstap in een procedure die uiteindelijk de onder toezicht van de gewone rechter staande erkenning van een subjectief recht op het oog heeft. De beroepsmogelijkheid bij de Raad van State is pas laat in de parlementaire voorbereiding van de nieuwe wet bij amendement toegevoegd, meer bepaald nadat de afdeling wetgeving van de Raad van State haar advies heeft gegeven 73. Er werd geen bijzondere verantwoording voor gegeven. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, en op voordracht van de minister van Justitie, welke akten en stavingsstukken bij het verzoek moeten worden gevoegd om te bewijzen dat voldaan is aan de voorwaarden, en dat het dossier als volledig wordt bevonden De omschrijving van de gewichtige feiten in de wet Zoals in het verleden kan de procureur des Konings, binnen vier maanden te rekenen van de datum van het door de ambtenaar van de burgerlijk stand af te geven ontvangstbewijs, een negatief advies uitbrengen. Hij kan dit doen wanneer er een beletsel is wegens gewichtige feiten eigen aan de persoon. In de motivering van zijn advies moet hij die feiten omschrijven. Ook als de grondvoorwaarden, die hij moet aanduiden, niet vervuld zijn, kan de procureur een negatief advies uitbrengen 75. Tot hiertoe liet de wetgever het over aan de rechterlijke macht om te bepalen wat gewichtige feiten eigen aan de persoon zijn 76. In de rechtsleer is geopperd dat de rechtszekerheid in het gedrang kwam doordat de verschillende parketten andere feiten als gewichtige feiten in aanmerking namen 77. Tot nog toe bepaalden de rechters wat gewichtige feiten aan de persoon waren maar nu beschrijft de nieuwe wet dit begrip zelf. Op vraag van de parketten omschrijft de nieuwe wet het begrip gewichtige feiten. Deze omschrijving beoogt een eenduidige toepassing van de notie. Om niet te vervallen in een ellenlange gedetailleerde lijst, worden enkele elementen in de wet opgesomd die tot hiertoe steeds als gewichtig feit werden aanvaard 78. Het nieuwe artikel 1, 2, 4 WBN stelt dat gewichtige feiten met name zijn: 1. het feit zich te bevinden in een van de gevallen op grond waarvan de vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit kan worden uitgesproken; 2. het feit aanhanger te zijn van een beweging of organisatie die door de Veiligheid van de Staat als gevaarlijk wordt beschouwd; 3. het feit dat de identiteit of hoofdverblijfplaats onmogelijk kan worden gecontroleerd of de identiteit niet kan worden gewaarborgd; 67 Art. 15, 2, eerste lid WBN. 68 Art. 15, 2, tweede lid WBN; art. 11 KB 14 januari Art. 15, 2, derde lid WBN. 70 Art. 15, 2, vierde lid WBN. 71 Art. 15, 2, vijfde lid WBN. 72 Art. 15, 2, zesde lid WBN. 73 Parl.St. Kamer , nr. 476/13, De door de commissie voor de justitie aangenomen tekst voorzag ook een beroep tot nietigverklaring tegen een stilzwijgende onontvankelijkheidverklaring, maar dit werd geschrapt door de aanvaarding van het amendement nr. 196 omdat uit de lezing van 2 blijkt ( ) dat de onontvankelijkheid nooit stilzwijgend is (Parl.St. Kamer , nr. 476/17, 2 en nr. 476/18, 4-5). 74 Art. 15, 2, zevende lid WBN; art. 5 tot 10 en 14 KB 14 januari Art. 15, 3, eerste lid WBN. 76 M. VAN DE PUTTE en J. CLEMENT, Gewichtige feiten als beletsel voor nationaliteitsverkrijging, T.Vreemd. 2011, afl. 4, Ibid., Parl.St. Kamer , nr. 476/10, 17 en nr. 476/13, 19.

Wetboek van de Belgische nationaliteit

Wetboek van de Belgische nationaliteit Wetboek van de Belgische nationaliteit Martine Verbeek 1 Wetgeving van toepassing 04/12/2012 (BS 14/12/2012) : Wijziging WBN. Toepassing vanaf 01/01/2013 14/01/2013 (BS 21/01/2013) : KB uitvoering. 17/01/2013

Nadere informatie

Aanvraag Belgische nationaliteit

Aanvraag Belgische nationaliteit Aanvraag Belgische nationaliteit De nationaliteits verleent het recht om de Belgische nationaliteit te verkrijgen op basis van het afleggen van een. De wet over de Belgische nationaliteit is vanaf 1 januari

Nadere informatie

Belg worden. Nieuw Wetboek van de Belgische Nationaliteit. Derde editie, januari 2013 ~ 1 ~

Belg worden. Nieuw Wetboek van de Belgische Nationaliteit. Derde editie, januari 2013 ~ 1 ~ Belg worden Nieuw Wetboek van de Belgische Nationaliteit Derde editie, januari 2013 ~ 1 ~ INLEIDING... 3 1 WELKE PROCEDURE KIEZEN?... 4 2 VERKRIJGINGSSCHEMA'S... 5 2.1 JONGER DAN 18 JAAR... 5 2.1.1 Kinderen

Nadere informatie

BELG WORDEN. Vierde editie april 2014

BELG WORDEN. Vierde editie april 2014 Vierde editie april 2014 3 \ INHOUD Inleiding 3 1 \ Welke procedure kiezen? 4 2 \ Verkrijging van de Belgische nationaliteit vóór 18 jaar 5 2.1 \ Kinderen geboren in België 5 2.2 \ Kinderen geboren in

Nadere informatie

nationaliteitsverklaring naturalisatie juridische begrippen een aanvraag doen Belg worden Procedures om de nationaliteit te verwerven

nationaliteitsverklaring naturalisatie juridische begrippen een aanvraag doen Belg worden Procedures om de nationaliteit te verwerven nationaliteitsverklaring naturalisatie juridische begrippen een aanvraag doen Belg worden Procedures om de nationaliteit te verwerven Editie mei 2016 2 Belg worden Procedures om de nationaliteit te verwerven

Nadere informatie

Carina VAN CAUTER volksvertegenwoordiger BELGISCHE NATIONALITEIT. Met de wet van 4 december migratieneutraal gemaakt.

Carina VAN CAUTER volksvertegenwoordiger BELGISCHE NATIONALITEIT. Met de wet van 4 december migratieneutraal gemaakt. BELGISCHE NATIONALITEIT Met de wet van 4 december 2012 1 migratieneutraal gemaakt. wordt de verwerving van de nationaliteit opnieuw geobjectiveerd en 1. Verblijf in België Van de verwerving van de Belgische

Nadere informatie

Familierechtbank Brussel (Ned.), vonnis van 28 mei 2018

Familierechtbank Brussel (Ned.), vonnis van 28 mei 2018 Familierechtbank Brussel (Ned.), vonnis van 28 mei 2018 Nationaliteit Nationaliteitsverkrijging Artikel 12bis, 1, 5 WBN Ononderbroken wettelijk verblijf Bijzondere identiteitskaart Protocolkaart Artikel

Nadere informatie

Hof van beroep Gent, arrest van 19 oktober 2017

Hof van beroep Gent, arrest van 19 oktober 2017 Hof van beroep Gent, arrest van 19 oktober 2017 In de zaak van Nationaliteit Artikel 12bis, 1, 2 WBN Onafgebroken wettelijk verblijf Tussenperiode zonder wettelijk verblijf Kandidaat-vluchteling tijdens

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2016 C.14.0237.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0237.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, met kantoor te 9000 Gent, Savaanstraat 11/101, eiser, tegen V. S., verweerster,

Nadere informatie

Het wetboek van de Belgische nationaliteit.

Het wetboek van de Belgische nationaliteit. Het wetboek van de Belgische nationaliteit. Historiek. 14 december 1932 : KB - coördineerde de Wet van 15 mei 1922, de Wet van 4 augustus 1926, de Wet van 30 mei 1927 en de Wet van 15 oktober 1932. Het

Nadere informatie

Belg worden. Derde editie, januari 2013 ~ 1 ~ Nieuwe wet UPDATE 14 MAART 2013

Belg worden. Derde editie, januari 2013 ~ 1 ~ Nieuwe wet UPDATE 14 MAART 2013 Belg worden Derde editie, januari 2013 Nieuwe wet UPDATE 14 MAART 2013 ~ 1 ~ INLEIDING... 3 1 WELKE PROCEDURE KIEZEN?... 4 2 VERKRIJGINGSSCHEMA'S... 5 2.1 JONGER DAN 18 JAAR... 5 2.1.1 Kinderen geboren

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR Réponse à la question parlementaire n 279 du 24 janvier 2011 de Monsieur Filip De Man, Député Concerne: Nombre d'acquisitions de la nationalité en 2010 L honorable Membre

Nadere informatie

ONDER DE LOEP. Een heel andere filosofie. De mogelijke situaties. Strengere bewijzen

ONDER DE LOEP. Een heel andere filosofie. De mogelijke situaties. Strengere bewijzen WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT: INGEWIKKELDER EN STRENGER De wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit

Nadere informatie

De nieuwe wetgeving inzake de Belgische nationaliteit

De nieuwe wetgeving inzake de Belgische nationaliteit De nieuwe wetgeving inzake de Belgische nationaliteit Martine Verbeek 1 2 Inhoudstafel Inhoudstafel... 3 1. Wetboek van de Belgische nationaliteit.... 5 1.1. Wetgeving... 5 1.2. Toepassing van de wetgeving...

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T Rolnummer 4550 Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel.

Nadere informatie

Wetboek van de Belgische nationaliteit

Wetboek van de Belgische nationaliteit Wetboek van de Belgische nationaliteit Ingevoerd bij Wet van 28 juni 1984 betreffende sommige aspecten van de toestand van de vreemdelingen en houdende invoering van het Wetboek van de Belgische nationaliteit

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 FEBRUARI 2009 C.07.0641.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0641.N L.V., wonende eiser, toegelaten tot het voordeel van de kosteloze rechtspleging bij beslissing van het bureau voor rechtsbijstand

Nadere informatie

belg worden Nationaliteitsverklaring

belg worden Nationaliteitsverklaring Belg worden Elk jaar krijgen enkele tienduizenden niet-belgen de Belgische nationaliteit. Wie Belg kan worden en welke procedure je daarvoor moet volgen, is vastgelegd in de wet. De plaats van geboorte,

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

Hof van beroep Gent, arrest van 18 oktober 2018

Hof van beroep Gent, arrest van 18 oktober 2018 Hof van beroep Gent, arrest van 18 oktober 2018 Nationaliteit Nationaliteitsverklaring Artikel 12bis, 1, 4 WBN Bewijs van een handicap of invaliditeit Onvolkomen attestering op het tijdstip van nationaliteitsverklaring

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 FEBRUARI 2009 C.08.0115.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0115.N N.B., wonende te, eiseres, toegelaten tot het voordeel van de kosteloze rechtspleging bij beslissing van het bureau voor

Nadere informatie

OVERGANGSMAATREGELEN GEZINSHERENIGING. Tussentijds verslag

OVERGANGSMAATREGELEN GEZINSHERENIGING. Tussentijds verslag OVERGANGSMAATREGELEN GEZINSHERENIGING Tussentijds verslag 4 de kwartaal 2011 Brussel, 15 december 2011 Mijnheer de Voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers Mijnheer de Voorzitter van de commissie

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Page 1 of 18 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Einde Inhoudstafel 10 uitvoeringbesluiten 8 gearchiveerde versies Franstalige versie Raad van State belgiëlex.

Nadere informatie

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2 25 JUNI 2017. - Wet tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan

Nadere informatie

BELG WORDEN GESCHIEDENIS VAN DE BELGISCHE NATIONALITEITSVERWERVING SINDS 1830

BELG WORDEN GESCHIEDENIS VAN DE BELGISCHE NATIONALITEITSVERWERVING SINDS 1830 BELG WORDEN GESCHIEDENIS VAN DE BELGISCHE NATIONALITEITSVERWERVING SINDS 1830 Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2016 Wolters Kluwer Belgium NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B - 2800 Mechelen

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN 19 FEBRUARI 2003. - Omzendbrief over de toepassing van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr. 1 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving Kinderbijslag Ministeriële Omzendbrief nr. 599 Omzendbrief aan de Mevrouwen Ministers, aan de Heren Ministers,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.262/1 van 16 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei

Nadere informatie

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002 Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002 Omzendbrief betreffende de aanvraag tot verblijf of vestiging in het Koninkrijk, ingediend op basis van artikel 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang

Nadere informatie

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Hof van beroep Gent, arrest van 24 december 2015

Hof van beroep Gent, arrest van 24 december 2015 Hof van beroep Gent, arrest van 24 december 2015 Nationaliteit Nationaliteitsverklaring Artikel 12bis WBN Taalkennis Nationalité Déclaration de nationalité Article 12bis CNB Connaissance linguistique IN

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n) tél.: 02 509 81 48 fax: 02 509 85 58 personne de contact: Brigitte De Ruyck e-mail: brigitte.deruyck@ mi-is.be Aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

Hof van beroep Gent, arrest van 26 oktober 2017

Hof van beroep Gent, arrest van 26 oktober 2017 Hof van beroep Gent, arrest van 26 oktober 2017 Nationaliteit Nationaliteitsverklaring Artikel 12bis, 1, 2 WBN Bewijs van kennis van één van de drie landstalen Artikel 1 KB 14 januari 2013 Bewijs van economische

Nadere informatie

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet.

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet. Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet. Bepaalde specifieke humanitaire situaties kunnen de toekenning rechtvaardigen van een machtiging tot

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2016 C.14.0407.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0407.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, met kantoor te 9000 Gent, Savaanstraat 11, bus 101, eiser, tegen 1. V.

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007; SCSZ/07/122 1 BERAADSLAGING NR. 07/036 VAN 2 OKTOBER 2007 MET BETREKKING TOT MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING

Nadere informatie

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN HOOFDSTUK 28 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN HOOFDSTUK 28 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS HOOFDSTUK 28 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS Hoofdstuk 28-1 8/02/2010 INHOUDSOPGAVE ALGEMEENHEDEN - Toelichting - Gebruiksvoorwaarden - Wie heeft een IRB nodig? MODEL VAN HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS OVERHEID

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren

Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren Datum: 01/09/2005 B.S.: 06/10/2005 Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren I. Inleiding : Krachtens

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.529/1 van 1 september 2016 over een voorontwerp van decreet betreffende de re-integratie van het Universitair Ziekenhuis Gent in de Universiteit Gent 2/6 advies

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

WEGWIJS VOOR studenten. Versie januari 2017 Studenten

WEGWIJS VOOR studenten. Versie januari 2017 Studenten WEGWIJS VOOR studenten Versie januari 2017 Studenten WEGWIJS VOOR STUDENTEN in tien stappen... Wanneer ben ik student binnen de OCMW wetgeving? Tot welk OCMW moet ik me richten voor mijn eerste hulpaanvraag?

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN (DATUM) TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMSSIE MET BETREKKING

Nadere informatie

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. ALGEMEEN... 3 1. Toelichting... 3 2. Gebruiksvoorwaarden... 3 3. Wie heeft het internationale rijbewijs nodig... 3 II. MODEL VAN

Nadere informatie

I.T. 031 NATIONALITEIT EN RECHTVAARDIGING

I.T. 031 NATIONALITEIT EN RECHTVAARDIGING I.T. 031 NATIONALITEIT EN RECHTVAARDIGING Inhoud I.T. 031 NATIONALITEIT EN RECHTVAARDIGING... 1 Algemeenheden... 2 Samenstelling van de informatie "nationaliteit"... 2 Voor de Belgen.... 2 Voor de vreemdelingen....

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/099 BERAADSLAGING NR. 18/057 VAN 8 MEI 2018 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018;

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018; 1/9 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr. 25/2018 van 18 april 2018 Betreft: Aanvraag van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) om toegang te krijgen tot informatiegegevens

Nadere informatie

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag Het gaat om een facultatief formulier dat enkel geldig is in het kader van de indiening van een nieuwe regularisatieaanvraag op basis van artikel 9 bis of van de actualisering

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

NIETIGHEID TERUGGAVE DUPLICAAT OMWISSELING VAN EEN OUD

NIETIGHEID TERUGGAVE DUPLICAAT OMWISSELING VAN EEN OUD NIETIGHEID TERUGGAVE DUPLICAAT OMWISSELING VAN EEN OUD MODEL TEGEN EEN NIEUW MODEL INHOUDSOPGAVE Nietigheid van het rijbewijs Teruggave van het rijbewijs Duplicaat In welke omstandigheden wordt een duplicaat

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.349/1 van 30 oktober 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering met betrekking tot

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

CIRCULAIRE NOTA SPECIAAL STATUUT VAN DE GEZINSLEDEN VAN HET PERSONEEL VAN INTERNATIONATIONALE INSTELLINGEN. (10 januari 2013)

CIRCULAIRE NOTA SPECIAAL STATUUT VAN DE GEZINSLEDEN VAN HET PERSONEEL VAN INTERNATIONATIONALE INSTELLINGEN. (10 januari 2013) ons kenmerk P1.3/PRO 03.01 CIRCULAIRE NOTA SPECIAAL STATUUT VAN DE GEZINSLEDEN VAN HET PERSONEEL VAN INTERNATIONATIONALE INSTELLINGEN (10 januari 2013) De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1/7 Advies 50/2015 van 16 december 2015 Betreft: Advies betreffende een ontwerp van koninklijk besluit houdende diverse bepalingen inzake de inschrijving van de buitenlandse onderdanen in de registers

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 26/2015 van 5 maart 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 26/2015 van 5 maart 2015 A R R E S T Rolnummer 5874 Arrest nr. 26/2015 van 5 maart 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 16, 2, 1, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 059 Algemene bepalingen met betrekking tot de erkenning van EG-beroepskwalificaties (Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties) Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse. SCSZ/04/85 BERAADSLAGING NR 04/024 VAN 6 JULI 2004 M.B.T. DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN DE SOCIALEVERZEKERINGSFONDSEN VOOR ZELFSTANDIGEN,

Nadere informatie

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 244.249 van 23 april 2019 in de zaak A. 221.219/XIV-37.287 In zake: de NV LEUNENS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Valerie

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

Huwelijksaangifte en samenlevingscontract vereenvoudigd

Huwelijksaangifte en samenlevingscontract vereenvoudigd INFORMATIENOTA Huwelijksaangifte en samenlevingscontract vereenvoudigd De vereenvoudiging van de saangifte en het samenlevingscontract werd vastgelegd in de wet van 3 december 2005 tot wijziging van de

Nadere informatie

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMENE TOELICHTING 1. Samenvatting De overeenkomst heeft tot doel het verrichten van betaalde werkzaamheden (als loontrekkende of zelfstandige) door bepaalde gezinsleden

Nadere informatie

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ;

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ; SUBSIDIARITEIT Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de uitoefening van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 488 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring

Nadere informatie

(B.S. 17 december 1932) laatst gecoördineerde versie. Van toepassing tot en met 31 december 1984

(B.S. 17 december 1932) laatst gecoördineerde versie. Van toepassing tot en met 31 december 1984 Koninklijk Besluit van 14 december 1932 houdende coördinatie van de wetten op de verwerving, het verlies en de herkrijging van de Belgische nationaliteit 1 (B.S. 17 december 1932) laatst gecoördineerde

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

RICHTLIJN 93/ 109/EG VAN DE RAAD. van 6 december 1993

RICHTLIJN 93/ 109/EG VAN DE RAAD. van 6 december 1993 Nr. L 329/34 Publikat eblad van de Europese Gemeenschappen 30. 12. 93 RICHTLIJN 93/ 109/EG VAN DE RAAD van 6 december 1993 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/063 BERAADSLAGING NR 11/041 VAN 7 JUNI 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T Rolnummer 5726 Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd

Nadere informatie

IVbis. Aanbevelingen ten einde de effectiviteit en efficiëntie van de nationaliteitswet van 1 maart 2000 te optimaliseren

IVbis. Aanbevelingen ten einde de effectiviteit en efficiëntie van de nationaliteitswet van 1 maart 2000 te optimaliseren inhoudstafel bij rapport efficiëntie en effectiviteit van de wet van 1 maart 2000, EHSAL-ULB (1.4.2000) 197 IVbis. Aanbevelingen ten einde de effectiviteit en efficiëntie van de nationaliteitswet van 1

Nadere informatie

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012 BERICHTEN UGA TM Division of Continuga TM nv 8501 KORTRIJK-HEULE tel. 056 36 32 00 fax 056 35 60 96 e-mail: sales@uga.be Februari 2012 GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012 INSCHRIJVING VAN NIET-BELGISCHE

Nadere informatie

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (BS 11 juli 2007) Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk Il

Nadere informatie

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. ALGEMEEN... 3 1. Toelichting... 3 2. Gebruiksvoorwaarden... 3 3. Wie heeft het internationale rijbewijs nodig... 3 II. MODEL VAN

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30 december 1992 Brussel, 6 februari 2019 Advies 2019102 Uitgebracht op eigen initiatief Artikel 109 van de

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG SCSZ/05/97 1 BERAADSLAGING NR. 05/034 VAN 19 JULI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE BUITENLANDSE VERZEKERDEN, DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN HET VLAAMS ZORGFONDS, MET HET

Nadere informatie

BERICHT AAN DE GEMEENTEN GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

BERICHT AAN DE GEMEENTEN GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012 BERICHT AAN DE GEMEENTEN GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012 INSCHRIJVING VAN VREEMDELINGEN DIE IN BELGIË VERBLIJVEN EN DIE GEEN ONDERDANEN ZIJN VAN EEN LIDSTAAT VAN DE EUROPESE UNIE De omzendbrief

Nadere informatie

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA 1. Voor welke categorie?... 2 2. Wie kan deelnemen?... 3 3. Voor te leggen documenten... 3 3.1. Documenten van de begeleider... 4 3.2. Documenten

Nadere informatie

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hallepoortlaan 5-8, B-1060 Brussel Tel. : +32(0)2/542.72.00 E-mail : commission@privacy.fgov.be Fax.: : +32(0)2/542.72.12 http://www.privacy.fgov.be/ COMMISSIE VOOR DE

Nadere informatie

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit Bron: http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm nummer document: 2007009570 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2015 S.13.0084.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0084.F OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN VERVIERS, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van ) Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië (Inwerkingtreding 01-12-2014, gepubliceerd

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/063 BERAADSLAGING NR 11/057 VAN 6 SEPTEMBER 2011, GEWIJZIGD OP 5 APRIL 2016, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

Rolnummer 5062. Arrest nr. 1/2012 van 11 januari 2012 A R R E S T

Rolnummer 5062. Arrest nr. 1/2012 van 11 januari 2012 A R R E S T Rolnummer 5062 Arrest nr. 1/2012 van 11 januari 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1, achtste lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag,

Nadere informatie

Stuk 628 ( ) Nr. 1. Zitting december 2005 SAMENWERKINGSAKKOORD

Stuk 628 ( ) Nr. 1. Zitting december 2005 SAMENWERKINGSAKKOORD Stuk 628 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 19 december 2005 SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Wetgevende Kamers, de parlementen van de Gemeenschappen en de parlementen van de Gewesten ter uitvoering

Nadere informatie

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ADVIES Nr 29 / 1999 van 8 september 1999 O. Ref. : 10 / A / 1999 / 029 BETREFT : Koninklijk besluit betreffende de mededeling door de gemeenten van informatie door bemiddeling van het Rijksregister van

Nadere informatie