Ook bij ernstig probleemgedrag in het onderwijs

Transcriptie

1 Ook bij ernstig probleemgedrag in het onderwijs

2 Soms lopen scholen zodanig vast met een leerling dat verwijdering de enige optie lijkt. Ook in het onderwijs kunt u het CCE raadplegen. Wanneer en met welke vragen kunt u terecht bij het CCE? In deze folder leest u daar meer over. Voor wie Het CCE adviseert over leerlingen die door een blijvende (verstandelijke) beperking of een stoornis zoals autisme, extra risico lopen probleemgedrag te ontwikkelen. Het CCE kan worden geraadpleegd als de betrokken deskundigen er niet uitkomen en de situatie vast dreigt te lopen. Ook kinderen die vanwege hun gedragsproblematiek geen onderwijs meer volgen, komen in aanmerking voor consultatie. Het CCE wordt echter liever betrokken wanneer de leerling nog naar school gaat, om te voorkomen dat een kind thuis komt te zitten.

3 Hoe werken wij Samen met de betrokkenen, kijken wij waar het probleem precies zit en wat er al is uitgezocht en geprobeerd. Op basis daarvan doen we een voorstel om een nieuw perspectief te creëren. Dat kan bijvoorbeeld door één of meer deskundigen uit ons netwerk in te schakelen voor aanvullend onderzoek en advies of voor tijdelijke coaching en ondersteuning van docenten. Het CCE probeert met alle betrokkenen tot één beeld te komen van de leerling en de oorzaken van zijn moeilijke gedrag. Daarbij kijken we niet alleen naar de beperking van de leerling zelf, maar ook naar factoren in de omgeving die het gedrag mede veroorzaken of zelfs in stand houden. Uitgangspunt is dat een beter begrip van de leerling en zijn behoeften leidt tot een meer op hem afgestemde aanpak. Hierdoor neemt het probleemgedrag af. Samenwerking Omdat het gaat om complexe situaties en ernstig probleemgedrag is een goede samenwerking tussen alle betrokkenen van groot belang. Het CCE werkt het liefst samen met ouders, al betrokken deskundigen en met andere partijen, zoals zorgaanbieders en onderwijsconsulenten. Het CCE stimuleert en ondersteunt de samenwerking waar nodig. Uiteindelijk moeten de samenwerkende partijen weer zelf verder kunnen.

4 Een andere school voor Lieneke Lieneke (8) zit op een cluster 4-school. Zij is bekend bij een instelling voor kinder- en jeugd-ggz. Omdat het op school en thuis niet goed gaat, meldt de behandelaar haar aan bij het CCE. De behandelaar heeft getracht de school en de ouders te ondersteunen met adviezen, maar daarmee is de situatie niet verbeterd. Het Autismecentrum in de regio heeft geen diagnose kunnen stellen. Ondanks kenmerken van autisme, zijn andere factoren daarmee in strijd. Lieneke heeft een opvallende brede neusbrug en de behandelaar vindt dat Lieneke s gedrag erg doet denken aan gedrag dat ook bij verstandelijk gehandicapten wordt gezien. Ze heeft echter een bovengemiddeld IQ. Lieneke s gedrag is zeer onvoorspelbaar. Ze kan eigenlijk geen seconde alleen gelaten worden. Zo gebeurde het bijvoorbeeld dat ze 112 belde en kans zag een ambulance te laten uitrukken. Op een ander onbewaakt moment liep ze op het dak. Lieneke heeft bijzondere fascinaties, vaak voor gewelddadige of angstige dingen. Ze is altijd erg onrustig en kan niet stil zijn tijdens instructies. Ze praat voortdurend overal doorheen en weet steeds andere kinderen uit te lokken tot boze of angstige reacties. Een CCE-consulent observeerde Lieneke in de klas en sprak ook uitgebreid met leerkracht, ouders en behandelaar. Hij schetste een verklarend beeld voor haar problematische gedrag en concludeerde dat Lieneke werd overvraagd op de huidige school. Hij gaf aan dat de voorwaarden waaronder zij kon leren, binnen een ander type onderwijs beter konden worden gerealiseerd. Voor Lieneke werd een andere indicatie aangevraagd. Het adviesrapport van de CCE-consulent werd gebruikt bij de onderbouwing van de indicatieaanvraag. Haar oude school werd tot het moment van overgang ondersteund. Na de zomervakantie ging Lieneke naar haar nieuwe school. Ook daar ondersteunde het CCE nog een tijd. Lieneke wordt inmiddels beter begrepen door haar omgeving en krijgt onderwijs dat beter op haar behoeften inspeelt.

5 Wie kunnen aanmelden Alle betrokkenen zoals ouders, school, onderwijsconsulent, jeugdhulpverleners, kunnen een leerling aanmelden bij het CCE. Een verwijzing is niet nodig. Om er zeker van te zijn dat u bij het CCE aan het juiste adres bent, kunt u uw vraag ook eerst (eventueel anoniem) telefonisch voorleggen aan het CCE in uw regio. Op onze website (www. cce.nl) vindt u een aanmeldingsformulier. Geen kosten Het CCE ontvangt subsidie van de overheid. Aan het inschakelen van het CCE voor consultaties zijn daarom geen kosten verbonden voor de aanvrager.

6 Meer informatie Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met het CCE in uw regio: Hieronder vindt u een overzicht van de regionale vestigingen: Noord Oost, noordoost@cce.nl West, west@cce.nl Zuid, zuid@cce.nl Meer informatie vindt u op Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) Uitgave januari 2015