RAPPORT. Bijlage 1: Milieueffectrapport PMC. Behorend bij aanvraag omgevingsvergunning. Purified Metal Company B.V.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAPPORT. Bijlage 1: Milieueffectrapport PMC. Behorend bij aanvraag omgevingsvergunning. Purified Metal Company B.V."

Transcriptie

1 RAPPORT Bijlage 1: Milieueffectrapport PMC Behorend bij aanvraag omgevingsvergunning Klant: Purified Metal Company B.V. Referentie: I&BBE R002F0.4 Versie: 0.4/Finale versie Datum: 14 september 2017

2 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Jonkerbosplein AB Nijmegen Netherlands Industry & Buildings Trade register number: info@rhdhv.com royalhaskoningdhv.com T F E W Titel document: Bijlage 1: Milieueffectrapport PMC Ondertitel: MER PMC Referentie: I&BBE R002F0.4 Versie: 0.4/Finale versie Datum: 14 september 2017 Projectnaam: MER PMC Projectnummer: BE Auteur(s): Tom Houben Opgesteld door: Tom Houben Gecontroleerd door: Thomas Beffers Datum/Initialen: 14 september 2017 Goedgekeurd door: Tom Houben Datum/Initialen: 14 september 2017 Classificatie Alleen voor intern gebruik Disclaimer No part of these specifications/printed matter may be reproduced and/or published by print, photocopy, microfilm or by any other means, without the prior written permission of HaskoningDHV Nederland B.V.; nor may they be used, without such permission, for any purposes other than that for which they were produced. HaskoningDHV Nederland B.V. accepts no responsibility or liability for these specifications/printed matter to any party other than the persons by whom it was commissioned and as concluded under that Appointment. The integrated QHSE management system of HaskoningDHV Nederland B.V. has been certified in accordance with ISO 9001:2015, ISO 14001:2015 and OHSAS 18001: september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 i

3 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k Inhoud 1 Inleiding Het bedrijf Purified Metal Company Aanleiding voor dit MER M.e.r.-(beoordelings)plicht Leeswijzer 4 2 Voorgenomen activiteit Beschrijving voorgenomen activiteit PMC Processchema Voorbewerking Smelterij Gieterij Rookgasreiniging Wettelijk kader en bevoegd gezag 8 3 Verwachte milieugevolgen Afvalstoffen Lucht en geur Geluid en trillingen Externe veiligheid Bodem Water Natuur Archeologie en cultuurhistorie Energie-efficiency en CO 2-emissie reductie Grensoverschrijdende milieueffecten Gezondheidseffecten 24 4 Alternatieven en varianten Redelijkerwijs te beschouwen alternatieven en varianten Beschrijving alternatieven Nulalternatief Beschrijving technische uitvoeringsvarianten Reductie stikstof emissie Reductie kwik emissie Beschrijving mitigerende maatregelen Energiebesparing en CO2 emissiereductie Terugdringing calamiteiten i.r.t. emissies september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 ii

4 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k 4.6 Beoordeling alternatieven, varianten en maatregelen Voorkeursalternatief 34 5 Leemten in kennis en informatie 35 Bijlagen BIJLAGEN: Bijlage M0: Bijlage M1: Bijlage M2: Bijlage M3: Bijlage M4: Bijlage M5: Bijlage M6: Bijlage M7: Gebruikte afkortingen en begrippen Luchtonderzoek Geluidonderzoek BBT toets Beschouwing Externe Veiligheid Nulsituatie Bodemonderzoek Bodemrisico analyse A&V-beleid 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 iii

5 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k Management samenvatting Voornemen Het bedrijf Purified Metal Company (PMC) is voornemens om in Delfzijl een recyclinginstallatie voor met asbest (en mogelijk andere stoffen) verontreinigd staalschroot te gaan bouwen en bedrijven op het adres Oosterwierum 1, 9936 HJ, Farmsum. Aanleiding Voor asbest en asbesthoudend afval en staalschroot zijn de huidige verwerkingsmethoden gericht op het selectief verwijderen van asbest. Asbesthoudende objecten worden zo goed mogelijk gereinigd. Dit is een kostbaar en tijdrovend proces waarbij asbestafval ontstaat en asbestvezels kunnen vrijkomen. Als het object na reiniging asbestvrij verklaard kan worden, mag het verkocht worden als schone grondstof. In veel gevallen wordt dit niveau onvoldoende bereikt en wordt het vervuilde staalschroot als gevaarlijk afval gestort op daartoe bestemde plaatsen waardoor waardevolle grondstoffen verloren gaan. Om deze verspilling van grondstoffen en geld een halt toe te roepen, wil het bedrijf Purified Metal Company (PMC) in een compleet nieuwe fabriek in Delfzijl een innovatief verwerkingsproces starten dat in staat is om asbest verontreinigd staalschroot volledig te recyclen. Het proces zet verontreinigd staalschroot om in hoogwaardige grondstoffen. Tijdens het proces worden de asbestvezels vernietigd en vormen daardoor geen gevaar meer voor mens en milieu. En het gerecyclede staalschroot vormt een hoogwaardige grondstof die ontdaan is van verontreinigingen en weer als secundaire grondstof ingezet kan worden voor nieuwe staalproducten. Dit is duurzamer en goedkoper dan storten. Voor het oprichten en gebruiken van de inrichting: is een vergunningaanvraag opgesteld; is onderhavig Milieueffectrapport opgesteld; zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de verwachte effecten op mens en milieu. Milieueffectrapport Om het milieu een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming over de vergunningaanvraag is dit milieueffectrapport (MER) opgesteld. In dit MER: wordt het voorgenomen verwerkingsproces beschreven (Hoofdstuk 2); worden de verwachte milieueffecten van de voorgenomen activiteit beschreven (Hoofdstuk 3); worden de beschouwde alternatieven, varianten en mitigerende maatregelen beschreven, beoordeeld en vergeleken (Hoofdstuk 4); worden de leemten in kennis en informatie aangegeven (Hoofdstuk 5). Verwerkingsproces Het verwerkingsproces bestaat uit de volgende stappen: 1. Voorbewerking: aanvoer en opslag in gesloten containers en systemen; 2. Smelten: met inductieovens op hoge temperaturen waardoor asbest uiteenvalt in onschadelijke componenten en waarbij vloeibaar metaal, slakken en gas vrijkomen; 3. Gieten: in een gietmachine worden de eindproducten Purified Metal Blocks (PMB s) in de vorm van bakstenen gevormd; 4. Rookgasreiniging: alle gassen van de smelterij en gieterij die mogelijk nog schadelijke stoffen bevatten, worden in de rookgasreinigingsinstallatie naverbrand, gereinigd en gefilterd zodat de uitstoot van schadelijke stoffen uit de schoorsteen tot een minimum wordt beperkt. Het verwerkingsproces is schematisch in de volgende figuur weergegeven. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 iv

6 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k Milieueffecten In het kader van dit MER en de aanvraag omgevingsvergunning zijn diverse onderzoeken naar de verwachte (milieu)effecten uitgevoerd, waaronder: een luchtonderzoek (Bijlage M1); een geluidonderzoek (Bijlage M2); een BBT toets (Bijlage M3); een onderzoek naar de externe veiligheid (Bijlage M4); een Nulsituatie bodemonderzoek en een bodemrisico analyse (Bijlage M5 en M6); een Acceptatie- en Verwerkingsbeleid (A&V-beleid (Bijlage M7). Uit al die deelonderzoeken blijkt samengevat dat geen van de verwachte milieueffecten een belemmering vormt om de voorgenomen activiteit van PMC op de beoogde locatie in Delfzijl toe te staan en te vergunnen. Alternatieven, varianten en mitigerende maatregelen In hoofdstuk 4 zijn naast het Nulalternatief en aanvullend op de voorgenomen activiteit technische uitvoeringsvarianten en mitigerende maatregelen beschreven om aanzienlijke negatieve milieueffecten te minimaliseren of te voorkomen. Op grond van een beschrijving, beoordeling en vergelijking van de beschouwde varianten en maatregelen is een voorkeursalternatief uitgewerkt waarin aanvullende milieubeschermende maatregelen en voorzieningen zijn opgenomen, die primair zijn gericht op het voorkomen en/of minimaliseren van schadelijke emissies. Met het realiseren van het uitgewerkte voorkeursalternatief laat PMC zien dat zij de zorg voor mens en milieu hoog in het vaandel heeft staan. PMC is bij het ontwerp van de installaties niet uitgegaan van de minimale eisen en beste beschikbare technieken (BBT) zoals vastgelegd in wet- en regelgeving, maar richt zich op het maximaal voorkomen en minimaliseren van (worst case) emissies van welke schadelijke stof dan ook die tijdens de bedrijfsprocessen kunnen vrijkomen. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 v

7 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k Leemten in kennis In hoofdstuk 5 is beschreven welke leemten in de beschrijvingen van de bestaande toestand van het milieu en de gevolgen voor het milieu bestaan als gevolg van het ontbreken van de benodigde gegevens. Met betrekking tot de bestaande milieutoestand en de toe te passen technologie is voldoende, kennis, informatie en ervaring beschikbaar. Omdat nou eenmaal niet alle (milieu)effecten van tevoren met 100% zekerheid kunnen worden berekend en/of vastgesteld, zijn de exacte milieugevolgen in de toekomst onzeker. Deze onzekerheid heeft niet zozeer te maken met leemten in kennis en informatie als gevolg van het ontbreken van de benodigde gegevens, maar meer met onzekerheidsmarges met betrekking tot de voorspelbaarheid van de precieze omvang van de milieugevolgen. PMC realiseert zich dat deze kennisleemte over de toekomstige milieugevolgen kan leiden tot afwijkingen van de daadwerkelijke milieugevolgen ten opzichte van de verwachte milieugevolgen. PMC is er echter van overtuigd dat die afwijkingen eerder positief dan negatief zullen zijn. Deze overtuiging is gebaseerd op de volgende feiten en overwegingen: het ontwerp van het gebouw, het proces en de installaties is primair gericht op het voorkomen van emissies naar lucht, bodem en grondwater en oppervlaktewater; bij de berekening van de verwachte milieugevolgen zijn worst case aannames gedaan die desondanks aan de wettelijke (emissie)eisen blijken te voldoen; met het voorkeursalternatief worden extra voorzorgsmaatregelen en voorzieningen getroffen om schadelijke milieugevolgen verder te beperken; het ingangsmateriaal de verwerkingsprocessen en de installaties zijn dusdanig te controleren, sturen en beheersen dat eventueel schadelijke emissies tot een minimum beperkt kunnen blijven. De voorgenomen activiteit zelf en de milieubeschermende maatregelen en voorzieningen bieden dusdanig substantiële milieuvoordelen dat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) in het ontwerp derde Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) heeft aangegeven om de recyclingtechniek van PMC tot minimumstandaard voor de verwerking van asbesthoudend staalschroot te gaan verklaren en alsdan ook een stortverbod voor asbesthoudend staalschroot te willen instellen. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 vi

8 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k Zusammenfassung Vorhaben Das Unternehmen Purified Metal Company (PMC) beabsichtigt, eine Recyclinganlage für Asbest (und eventuell andere Stoffe) belasteter Stahlschrott in Delfzijl an der Adresse Oosterwierum 1, 9936 HJ, Farmsum zu bauen und zu betreiben. Anlass Für Asbest und asbesthaltigen Abfälle und Stahlschrott sind die aktuellen Verarbeitungsverfahren zur selektiven Entfernung von Asbest gerichtet. Asbesthaltige Gegenstände werden so gut wie möglich gereinigt. Dies ist ein kostspieliger und zeitaufwändiger Prozess, in dem Asbestabfall erzeugt wird, und Asbestfasern freigesetzt werden können. Wenn ein Objekt nach der Reinigung als asbestfrei erklärt wird, kann es als ein sauberer Rohstoff verkauft werden. In vielen Fällen wird dieses Niveau nicht erreicht und muss der kontaminierte Stahlschrott als gefährlicher Abfall an bestimmten Sonderdeponien gelagert werden, wodurch die wertvollen Materialien verloren gehen. Um diese Verschwendung von Ressourcen und Geld zu stoppen, will das Unternehmen PMC in ein komplett neues Werk in Delfzijl eine innovative Behandlungsprozess starten, dass imstande ist vollständig Asbest kontaminierten Schrott zu recyceln. Der Prozess wandelt kontaminierten Schrott in hochwertige Rohstoffe. Während des Prozesses werden die Asbestfasern zerstört und bilden damit keine Gefahr für Menschen und Umwelt. Und der recycelte Stahlschrott bildet ein qualitativ hochwertiges Rohmaterial, das von Verunreinigungen abgezogen worden ist und als Sekundärrohstoff für neue Produkte wieder verwendet werden kann. Diese Alternative Lösung ist nachhaltig und billiger. Für die Erstellung und Betreibung dieses Werkes: ist ein Umwelt Genehmigungsverfahren angeordnet; ist diese Umweltverträglichkeitsprüfung (UVP) angeordnet; sind verschiedene Studien über die zu erwartenden Auswirkungen auf den Menschen und die Umwelt erstellt. Umweltverträglichkeitsprüfung Um die Umwelt eine prominente Rolle bei der Entscheidungsfindung der Umwelt Genehmigung zu geben, ist diese UVP erstellt. In diese UVP: ist das Bearbeitungsprozess beschrieben (Kapitel 2); sind die zu erwartenden Umweltauswirkungen der vorgeschlagenen Maßnahme beschrieben (Kapitel 3); sind die in Betracht gezogenen Alternativen, Variationen und mildernde Maßnahmen beschrieben und verglichen (Kapitel 4); sind die Wissenslücken identifiziert. Bearbeitungsprozess Der Bearbeitungsprozess besteht aus den folgenden Schritten: 1. Vorverarbeitung: Lieferung und Lagerung in geschlossenen Behältern und Systemen; 2. Schmelz: mit Induktionsöfen bei hohen Temperaturen, so dass Asbest in unschädliche Komponenten freigesetzt zerfällt in der flüssigen Metall, Schlacke und Gas; 3. Casting: in einer Formmaschine werden die Endprodukte Purified Metall Blocks (PMB's) in Form von Backstein gebildet; 4. Rauchgasreinigung: al das Gas aus der Schmelzanlage und Gießerei das möglicherweise noch schädliche Substanzen enthält, wird in der Rauchgasreinigung nach verbrannt, gereinigt und gefiltert, so dass die Emission von schädlichen Substanzen aus dem Schornstein auf ein Minimum reduziert wird. Der Bearbeitungsprozess ist in der folgenden Abbildung übersichtlich dargestellt. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 vii

9 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k Umweltauswirkungen Im Rahmen dieser EIA und Umweltgenehmigungsantrag sind mehrere Studien über die zu erwartenden (Umwelt-) Auswirkungen durchgeführt, darunter: eine Luftforschung (Beilage M1); eine Lärmforschung (Beilage M2); eine Überprüfung der Beste Verfügbare Techniken (BVT) (Beilage M3); eine Studie über die Externe Sicherheit (Beilage M4); eine Null Situation Bodenuntersuchung und eine Bodenrisikoanalyse (Beilage M5 und M6); eine Beschreibung des Abfallannahme- und Behandlungsverfahren (Beilage M7). Von allen zeigen diese Studien dass keine der erwarteten Auswirkungen auf die Umwelt ein Hindernis für die geplante Tätigkeit des PMC an der vorgesehenen Stelle in Delfzijl und Die Umweltgenehmigung zu ermöglichen. Alternativen, Variationen und Abhilfemaßnahmen In Kapitel 4 sind die Nullvariante, technischen Ausführungsvarianten und Minderungsmaßnahmen zu erheblichen negativen Auswirkungen auf die Umwelt zu minimieren oder zu vermeiden beschrieben. Auf der Grundlage einer Beschreibung, Bewertung und Vergleich von Varianten und Minderungsmaßnahmen ist eine bevorzugte Alternative entwickelt, die zusätzliche Umweltschutzmaßnahmen und Vorkehrungen enthalten, die in erster Linie zielen auf die Vorbeugung und / oder Minimalisierung von schädliche Emissionen. Mit der Realisierung der erarbeiteten bevorzugten Alternative zeigt PMC, dass sie sich grundsätzlich um die Umwelt kümmert. PMC basiert die Gestaltung der Systeme nicht auf den Mindestanforderungen und die besten verfügbaren Techniken (BVT), wie in Gesetzen und Verordnungen festgelegt, sondern konzentriert sich auf Vorbeugung und Minimalisierung von Schadstoff Emissionen die während dem Bearbeitungsprozess freigesetzt werden. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 viii

10 A l l e e n v o o r i n t e r n g e b r u i k Wissenslücken In Kapitel 5 wird beschrieben, welche Lücken in den Beschreibungen des bestehenden Zustands der Umwelt und der Umweltbelastung durch das Fehlen der erforderlichen Daten bestehen. In Bezug auf den bestehenden Umweltzustand und die zu verwendende Technologie stehen ausreichende Kenntnisse, Informationen und Erfahrungen zur Verfügung. Da nicht alle (Umwelt-) Effekte im Voraus mit 100% Sicherheit berechnet und / oder bestimmt werden können, sind die genauen Umweltauswirkungen in der Zukunft ungewiss. Diese Unsicherheit ist nicht so sehr wegen Lücken in Wissen und Information aufgrund des Fehlens der erforderlichen Daten, sondern hat mehr zu tun mit Unsicherheitsmargen hinsichtlich der Vorhersagbarkeit der genauen Ausdehnung der Umweltauswirkungen. PMC erkennt, dass diese Wissenslücke über die zukünftige Umweltauswirkungen zu Abweichungen der tatsächlichen im Vergleich zu den erwarteten Auswirkungen auf die Umwelt führen kann. PMC ist jedoch davon überzeugt, dass diese Abweichungen eher positiv als negativ sein werden. Dieser Glaube beruht auf folgenden Tatsachen und Erwägungen: Der Entwurf des Gebäude, des Bearbeitungsprozesses und der Anlagen in erster Linie gerichtet auf Vorbeugung und Minimalisierung von Emissionen in Boden und Grundwasser, Luft und Wasser; Obwohl bei der Berechnung von der erwarteten Umweltbelastung Worst-Case-Annahmen getroffen sind, erscheinen die Berechnung dennoch die gesetzlichen (Emission) Normen zu entsprechen; die bevorzugte Alternative, technischen Ausführungsvarianten und Minderungsmaßnahmen verringern weitere schädliche Auswirkungen auf die Umwelt; das Eingangsmaterial und die Verarbeitungsanlagen sind derartig zu überwachen, steuern und kontrollieren dass die potenziell schädlichen Emissionen auf ein Minimum gehalten werden können. Die geplante Tätigkeit selbst und die Umweltschutzmaßnahmen und Einrichtungen bieten so erhebliche Vorteile für die Umwelt, dass das Ministerium für Infrastruktur und Umwelt (IenM) die PMC-Recycling- Technologie zum Mindeststandards für die Verarbeitung erklären wird und ein Deponieverbot für asbesthaltigen Schrott einstellen wird. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 ix

11 1 Inleiding 1.1 Het bedrijf Purified Metal Company Algemeen Purified Metal Company B.V., hierna aangeduid als PMC, is opgericht in januari 2014 en is een werkmaatschappij van PMC Holding BV, gevestigd op de Van Leeuwenhoekweg 21, 3316 AV te Dordrecht en geregistreerd bij de KvK onder nummer Innovatie PMC wordt gedreven door innovatie. Het doel is het realiseren van een fabriek die in staat is om asbest verontreinigd staalschroot te recyclen. Dit is een innovatief en gepatenteerd proces. Het gerecyclede product is een hoogwaardige grondstof die ingezet kan worden door staalfabrikanten om nieuwe staalproducten te produceren. Asbestverwijdering anno nu Voor asbest en asbesthoudend afval zijn de huidige methoden gericht op het selectief verwijderen van asbest. Asbesthoudende objecten worden zo goed mogelijk gereinigd. Dit is een kostbaar en tijdrovend proces waarbij asbestafval ontstaat. Als het object na reiniging asbestvrij verklaard kan worden, mag het verkocht worden als schone grondstof. In veel gevallen wordt dit niveau onvoldoende bereikt en wordt het staalschroot gestort op daartoe bestemde plaatsen waardoor waardevolle grondstoffen verloren gaan. Circulair concept Met het circulaire proces van PMC wordt asbest verontreinigd staalschroot volledig gerecycled. Dit is duurzamer en goedkoper dan storten. Het circulaire proces zet gevaarlijk afval om in hoogwaardige grondstoffen. Tijdens het proces worden de asbestvezels vernietigd en vormen daardoor geen gevaar meer voor mens en milieu. En het staalschroot kan weer nuttig worden toegepast, waardoor waardevolle grondstoffen behouden blijven. Gezamenlijke ontwikkeling Voor het realiseren van de fabriek zijn verschillende onderzoeksfasen doorlopen. De verschillende fasen zijn uitgevoerd met internationaal toonaangevende partijen die gespecialiseerd zijn op het gebied van asbestinventarisatie, metallurgie, afvalinzameling en engineering. Op basis van de gezamenlijke inspanningen en onderzoeksresultaten is het mogelijk gebleken om een asbestrecyclingfabriek op industriële schaal te ontwikkelen. Mens en milieu De methode van PMC is veiliger voor mens en milieu omdat asbesthoudend materiaal niet langer gereinigd en gestort wordt, maar integraal een nuttige toepassing krijgt. In sommige gevallen hoeft het asbest niet langer verwijderd te worden waardoor het risico op vezelemissie wordt beperkt. Dit voorkomt blootstelling van medewerkers en levert bovendien een kostenvoordeel op. Samengevat biedt het initiatief van PMC de mogelijkheden om: asbest uit de keten te verwijderen zonder storten; de veiligheid voor mens en milieu te vergroten; waardevolle grondstoffen te behouden; een innovatief en economisch aantrekkelijk alternatief voor markt en overheid te bieden. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 1

12 Voorgenomen activiteit PMC is voornemens om in Delfzijl een recyclinginstallatie voor met asbest (en mogelijk andere stoffen) verontreinigd staalschroot te gaan bouwen en bedrijven op het adres Oosterwierum 1, 9936 HJ, Farmsum (zie figuur 1). Kadastrale aanduiding: Delfzijl, sectie 1N. nrs en 1605 (beiden gedeeltelijk) en sectie 1O. nr. 610 (gedeeltelijk). PMC wil maximaal 150 kiloton asbest verontreinigd staalschroot per jaar gaan recyclen. De te verwerken stroom asbesthoudend staalschroot bestaat uit verschillende: soorten asbest: in hoofdzaak chrysotiel (wit), amosiet (bruin) en crocidoliet (blauw) asbest, maar ook anthophylliet (geel asbest), tremoliet (grijs asbest) en actinoliet (groen asbest); samenstelling: zowel hechtgebonden (bv. in coatings) als niet hechtgebonden asbest (bv. in flenzen of isolatiemateriaal); concentraties asbest: gemiddeld 2,6%. Bij ton per jaar zou dat dan omgerekend neerkomen op een totaal van ca ton asbest. De nieuwe inrichting wordt gebouwd op een terrein met een oppervlakte van m 2, waarvan m 2 zal worden bebouwd. Figuur 1: Beoogde vestigingslocatie PMC 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 2

13 1.2 Aanleiding voor dit MER Voor het oprichten en in bedrijf nemen van deze installatie zullen vergunningen verleend moeten worden, waaronder een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), deel Milieu. Gelet op categorie C21.5 van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.) (zie volgende paragraaf) heeft PMC in het kader van deze besluitvorming onderhavig milieueffectrapport (MER) opgesteld dat dient als ondersteunend instrument bij de besluitvorming over de aanvraag omgevingsvergunning, deel Milieu. 1.3 M.e.r.-(beoordelings)plicht Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een directe verplichting om een milieueffectrapport op te stellen (m.e.r.-plicht), of dat dit eerst door het bevoegd gezag moet worden beoordeeld (m.e.r.- beoordelingsplicht), is van belang om na te gaan of de activiteit genoemd is in categorie C, respectievelijk categorie D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage. Ten aanzien van de door PMC voorgenomen activiteit zijn de volgende categorieën van het Besluit m.e.r.(meest) relevant. Activiteiten Gevallen Plannen Besluiten C21.5 De oprichting van een installatie bestemd voor de winning van asbest alsmede de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie bestemd voor de winning, bewerking of verwerking van asbest of asbesthoudende producten. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: 3. de bewerking of verwerking van andere asbesthoudende producten met een verbruik van meer dan 200 ton asbest per jaar. De structuurvisie, bedoeld in de artikelen 2.1, 2.2 en 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening, en het plan, bedoeld in de artikelen 3.1, eerste lid, 3.6, eerste lid, onderdelen a en b, van die wet. De besluiten waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en een of meer artikelen van afdeling 13.2 van de wet van toepassing zijn. D21.5 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie bestemd voor de winning van asbest of de vervaardiging, van asbesthoudende producten alsmede de wijziging of uitbreiding van een installatie bestemd voor de bewerking of verwerking van asbest of asbesthoudende producten. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: 3. de vervaardiging, bewerking of verwerking van andere asbesthoudende producten met een verbruik van 100 ton asbest per jaar of meer. De structuurvisie, bedoeld in de artikelen 2.1, 2.2 en 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening, en de plannen, bedoeld in de artikelen 3.1, eerste lid, 3.6, eerste lid, onderdelen a en b, van die wet. De besluiten waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en een of meer artikelen van afdeling 13.2 van de wet van toepassing zijn. In de voorgenomen situatie bij PMC zal sprake zijn van de oprichting van een installatie bestemd voor de be- of verwerking van asbest(houdende) producten. Daarmee voldoet het initiatief aan de omschrijving uit de eerste kolom. De productiecapaciteit bedraagt ton/jaar. Bij een gemiddelde asbestconcentratie van 2,6% komt dat neer op ton/jaar. Daarmee worden de drempels voor zowel de m.e.r.- beoordelingsplicht als de m.e.r.-plicht uit de tweede kolom overschreden. Beperkte m.e.r.-procedure Het MER zal tot stand komen via de beperkte m.e.r.-procedure, zoals beschreven in paragraaf 7.8 van de Wet milieubeheer (Wm). Daarbij is in aanmerking genomen dat: a. geen passende beoordeling nodig is op grond van de Wet natuurbescherming; b. geen strijdigheid met het bestemmingsplan bestaat. Ter plaatse geldt thans geen ruimtelijk regime meer en zowel op grond van het voorbereidingsbesluit als het voorontwerp bestemmingsplan is het PMC-initiatief ruimtelijk inpasbaar. Een (aanvraag) omgevingsvergunning om te mogen handelen in strijd met het bestemmingsplan (artikel 2.12 lid 1 onder a en onder 3 van de Wabo) is dus niet aan de orde. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 3

14 De beperkte m.e.r.-procedure is gestart met het (conform 7.24 lid 1 Wm) indienen van een mededeling van het voornemen door de initiatiefnemer bij het bevoegd gezag. De mededeling is op 17 maart 2017 ingediend. Over de bij de mededeling gevoegde Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en de in het MER te beschouwen alternatieven heeft (voor)overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van uw provincie, de Omgevingsdienst Groningen (ODG) en de Natuur- en Milieufederatie (NMF) Groningen. Vervolgens heeft het bevoegd gezag (conform 7.24 lid 2 en 3) op 13 april 2017 per een reactie gegeven over de reikwijdte en detailniveau van het MER. Een en ander heeft geresulteerd in onderhavig MER dat tegelijkertijd met de aanvraag voor de omgevingsvergunning wordt ingediend bij het bevoegd gezag. Van de aanvraag, het MER en de ontwerp-beschikking zal tegelijkertijd openbaar kennis worden gegeven (art Wm). Een ieder kan vervolgens inspreken op deze stukken. Op deze wijze worden de gevolgen voor het milieu en de eventuele alternatieven in beeld gebracht en kan het bevoegd gezag een afgewogen besluit nemen in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning. 1.4 Leeswijzer De Wet milieubeheer (Wm) stelt eisen aan de inhoud van een MER. In lijn met die eisen is dit MER als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt de voorgenomen activiteit, het wettelijk kader en de te nemen besluiten beschreven; In hoofdstuk 3 worden de milieueffecten van de voorgenomen activiteit beschreven; In hoofdstuk 4 worden de redelijkerwijs te beschouwen alternatieven en hun (milieu)gevolgen beschreven en beoordeeld; Bijlagen M1 tot en met M7 bevatten diverse deelonderzoeken en rapporten die in het kader van dit MER en de aanvraag omgevingsvergunning zijn uitgevoerd. Om verwarring met de bijlagen bij de (Toelichting) aanvraag omgevingsvergunning (Milieu) te voorkomen, zijn de bijlagen bij dit MER genummerd met een M voorafgaand aan het cijfer. Dit MER is opgesteld in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning, deel Milieu. Omdat waarde wordt gehecht aan zelfstandig leesbare documenten, zal dit MER enige overlap met en herhaling van de aanvraag omgevingsvergunning bevatten. Anderzijds is dit MER primair bedoeld om informatie te verschaffen over de verwachte milieueffecten en mogelijke alternatieven van de voorgenomen activiteit. Daarom zijn de onderwerpen wettelijk kader en voorgenomen activiteit (die al uitgebreid zijn beschreven in de aanvraag omgevingsvergunning) in dit MER samengevat. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 4

15 2 Voorgenomen activiteit 2.1 Beschrijving voorgenomen activiteit PMC Zoals in de inleiding al beschreven, wil PMC maximaal ton asbest verontreinigd staalschroot per jaar gaan recyclen. Asbest is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen (silicaten), die zijn opgebouwd uit fijne, microscopisch kleine vezels. Vanwege eigenschappen als brandwerendheid en geluiddemping is asbest veel als bouwmateriaal toegepast. In de afgelopen decennia is gebleken dat asbest gezondheidsproblemen zoals longziekte veroorzaakt. Nieuwe toepassing van asbest is in Nederland sinds 1 juli 1993 verboden. Asbest dat vrijkomt uit sloopwerkzaamheden wordt tot op de dag van vandaag onder zeer gecontroleerde omstandigheden gestort. Met dit initiatief wil PMC een einde maken aan deze praktijk door het asbesthoudend staalschroot dusdanig (thermisch) te behandelen dat de asbestvezels onschadelijk worden gemaakt en het staalschroot weer kan worden gerecycled. PMC zal alleen asbest innemen dat in staalschroot is verwerkt. Dit is essentieel voor adequaat materiaalbeheer in het proces. Het kan zowel chrysotiel (wit), amosiet (bruin) als crocidoliet (blauw) asbest betreffen. Ook anthophylliet (geel asbest), tremoliet (grijs asbest) en actinoliet (groen asbest) kunnen zonder voorafgaande scheiding verwerkt worden, echter deze soorten komen vrijwel niet voor. De samenstelling kan hechtgebonden (bv. in coatings) of niet-hechtgebonden (bv. in flenzen of isolatiemateriaal) zijn. De concentratie asbestverontreiniging in het te verwerken asbesthoudend staalschroot zal naar verwachting gemiddeld 2,6 procent bedragen, dat is omgerekend ton per jaar. Qua herkomst valt te denken aan onderdelen van ontmantelde treinen, schepen, boorplatforms en CVinstallaties Processchema Figuur 2.1 bevat een processchema. De verschillende stappen zijn nader toegelicht in t/m Figuur 2.1: processchema 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 5

16 2.1.2 Voorbewerking Elke binnenkomende lading staalschroot wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van ioniserende straling. De afzetcontainers die beladen zijn met het gecontamineerd staalschroot, veelal verpakt in big bags, worden op een speciale transportwagen gezet die de container via twee sluizen op onderdruk naar de opslagbunker in de voorbewerkingshal van de fabriek brengt. De voorbewerkingshal heeft een opslagcapaciteit van circa ton (asbest) verontreinigd staalschroot, dat komt overeen met een voorraad van twee dagen. De container met inhoud wordt vastgelegd middels een foto/video systeem voor later gebruik. Echter het asbesthoudende materiaal is dubbel verpakt en niet van buiten te inspecteren. Inspectie op inhoud zal op twee manieren plaatsvinden. Ten eerste zullen steekproefsgewijs in de sluis of in de bunker voor leegkiepen zakken worden geopend ter inspectie. Dit moet onder asbestcondities plaatsvinden. De tweede inspectie vindt plaats in de bunker na leegkiepen met video systemen. De inspectie is gericht op het detecteren van andere afvalstromen dan asbesthoudend staal. Opgemerkt zij, dat detectie van andere afvalstromen vooral een economisch effect heeft. Vanwege de procesomstandigheden kunnen andere vervuilingen ook behandeld worden zonder gevaar voor omgeving of het proces. In het geval van afwijkingen zal dit teruggekoppeld worden aan de leverancier, met verrekening van gemaakte kosten. De geleegde container wordt via een recirculerend watersysteem gespoeld en gedroogd en weer naar buiten gesluisd, teneinde eventuele asbestvezels die achtergebleven zijn in de container te verwijderen. Vervuild afvalwater wordt na filtering, o.a. met filters geschikt voor water dat met asbest vervuild is, weer ingezet als waswater. Filters die verzadigd zijn, worden in het smeltproces verwerkt. Een bovenloopkraan brengt het schroot in een schrootschaar waar het wordt geknipt en geperst. Het materiaal wordt vervolgens in een bak gebracht die met een kraan wordt geleegd in een laadvoertuig. Voorafgaand aan het opstarten van de fabriek zal een zogenaamd AV-AO/IC document ter goedkeuring aan bevoegd gezag worden voorgelegd waarin het Acceptatie- en Verwerkingsbeleid (A&V-beleid) en de Administratieve Organisatie (AO) en Interne Controle (IC) zal worden beschreven. Bijlage M7 bevat een beschrijving van het A&V-beleid van PMC Smelterij Het smelten vindt plaats met twee medium frequentie parallelle inductieovens met elk een maximaal vermogen van 16 MW, een capaciteit van 40 ton en een verwacht elektriciteitsverbruik van 672 kwh/t. Deze ovens bestaan uit een geleidende smeltkroes omwikkeld door een spoel van koperdraad. Er loopt een krachtige wisselstroom door de draad. De spoel zorgt voor een wisselend magnetisch veld door het metaal, waardoor er weerstand ontstaat met als gevolg warmteontwikkeling. De warmteontwikkeling is zodanig dat het staal zal smelten. De voordelen van inductieovens zijn de hoge mate van temperatuur- en procescontrole, hoge smeltsnelheid en de mogelijkheid om materialen te smelten met een hot heel, het principe dat een gedeelte van het materiaal achterblijft in de pan om de condities van een vloeibaar staalbad te handhaven. De ovens zijn voorzien van een eigen waterkoelsysteem dat zelf weer aan de lucht wordt gekoeld en een overkapping die aansluit op het rookgaskanaal. Het laadvoertuig brengt het staalschroot in een vloeibaar staalbad van ongeveer C. Tijdens dit transport kan het staalschroot al worden voorverwarmd. In het staalbad wordt asbest omgezet in de onschadelijke componenten water (H2O), siliciumdioxide (SiO2) en mangaanoxide (MgO); de asbestvezels vallen uiteen tussen C (chrysotiel) en C (overige soorten). De chemische componenten scheiden zich door hun verschillende smelt- en kookpunten in de volgende drie aggregatietoestanden: Gas: waterdamp, zuren, (zware) metalen, organische componenten en fijnstof; Vloeibaar: metaal; Vast: slakken, o.a. SiO2 en MgO van asbest of andere zouten / metaaloxiden. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 6

17 Het gas wordt via het rookgaskanaal afgevoerd naar de rookgasreiniging ( 2.1.5). De helft van het vloeibare en vaste materiaal wordt afgetapt in een voorverwarmde pan. Voorverwarming vindt hier en bij andere deelprocessen plaats om een thermoshock en bijbehorend kwaliteitsverlies van het staal te voorkomen en het energiegebruik te optimaliseren. De andere helft blijft achter als hot heel. De pan wordt getransporteerd naar een kantelmachine. De slaklaag wordt door een robot verwijderd en in een waterbad gebracht om te koelen en te wassen. Het recirculerend waterbad is zelf weer luchtgekoeld. Het gebruikte koelwater wordt behandeld en door een warmtewisselaar geleid en vervolgens hergebruikt in het proces. Het slak (5 kt/j, minder dan 3,5% van de inputstroom) verlaat de smelterij via een transportband en wordt opgeslagen in big bags. Het slak is extra hoogwaardig door mineralen uit het asbest en kan uiteindelijk weer dienen als grondstof voor infrastructurele werken. De kantelmachine leegt de pan met het vloeibare staal in een kanaal dat naar de gieterij leidt Gieterij In de gieterij wordt het staal in een nieuwe, voorverwarmde pan opgevangen. Van elke batch wordt een monster genomen om de chemische samenstelling vast te stellen. In de gietmachine met een initiële temperatuur van C stolt het vloeibare staal tot 145 kt/j Purified Metal Blocks (PMB s) in de vorm van bakstenen. Het afgezogen gas uit de gieterij dient als prekoeling van het rookgas vóór de quench (zie paragraaf 2.1.5). Er is een sproeisysteem, wateropvang en condensaatscheiding voorzien indien waterkoeling benodigd is. De PMB s worden buiten in een container opgeslagen voor verkoop aan staalfabrieken of gieterijen. PMC wil de PMB s laten voldoen aan de specifieke criteria van EU-verordening 333/2011; dat houdt in dat ze niet langer als afvalstof (einde-afvalfase) worden aangemerkt Rookgasreiniging Het merendeel van de rookgassen is afkomstig van de smelterij, hoewel ook de gassen uit de gieterij worden afgevoerd naar de reiniging. De onderdrukruimtes zijn zelf al voorzien van High Efficiency Particulate Air oftewel hoogrendement luchtfilters (HEPA). De rookgasreiniging bestaat uit de volgende stappen: Naverbrander op aardgas waarbij brandbare (organische) componenten gedurende minimaal 2 seconden op C volledig worden verbrand. Door de hoge temperatuur worden eventuele restdeeltjes asbest alsnog vernietigd. Een nadeel is dat bij hogere temperatuur meer NOx wordt gevormd; Mengen met gas van de gieterij voor een eerste koeling ten behoeve van juiste werking rookgasreinigingsinstallatie en tegengaan van condensatie; Quench waarbij een snelle temperatuurdaling van de rookgassen naar C plaatsvindt om op filtertemperatuur te komen. Op deze manier wordt ook novo synthese voorkomen (de vorming van stoffen als dioxinen en furanen in het meest kritische temperatuurbereik van C C); Actief kool reiniging door middel van een een-traps systeem. Het belangrijkste additief betreft actief kool om zuren en (zware) metalen waaronder kwik te verwijderen; organische componenten zijn al verbrand in de naverbrandingskamer; Doekenfilter na de reacties met de additieven. Hiermee worden stofdeeltjes afgevangen en additieven grotendeels gerecirculeerd, geconditioneerd en opnieuw gedoseerd; Schoorsteen waarbij het gereinigde rookgas met een temperatuur van C de fabriek verlaat. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 7

18 2.2 Wettelijk kader en bevoegd gezag Besluit m.e.r. en Besluit Omgevingsrecht Voor dit MER vormen het Besluit m.e.r. en het Besluit Omgevingsrecht (Bor) de primair relevante, wettelijke kaders: met betrekking tot het Besluit m.e.r. is van belang, zoals in paragraaf 1.3 al is beschreven, dat de beperkte m.e.r.-procedure wordt gevolgd; voor wat betreft het Bor is van belang dat, zoals in hoofdstuk 2 van de aanvraag omgevingsvergunning al is beschreven, dat het College van Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Groningen bevoegd gezag zijn voor zowel de omgevingsvergunning als voor het MER. Via diverse mandateringsbesluiten is de besluitvorming over de vergunningaanvraag bij de Omgevingsdienst Groningen (ODG) neergelegd. Het onderdeel m.e.r. wordt uitgevoerd door de provincie Groningen. In het kader van de m.e.r.-procedure zal het bevoegd gezag en de initiatiefnemer op bepaalde momenten mogelijk moeten afstemmen met de overige betrokken bestuursorganen. Voor deze procedure zijn de volgende instanties van belang: De gemeente Delfzijl voor het geven van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) in het kader van de Crisis- en herstelwet (Chw) en als wettelijk adviseur; Veiligheidsregio Groningen wordt mogelijk ingeschakeld als adviseur externe veiligheid; Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT): op grond van artikel 2.26 lid 3 Wabo juncto artikel 6.3, 2e lid van het Besluit omgevingsrecht (Bor) heeft de ILT een wettelijke adviestaak naar het bevoegd gezag bij de Wabo-vergunningverlening aan grote bedrijven. Daarnaast is ILT ook adviseur voor het MER. Hiermee beoordeelt de ILT of de omgevingsvergunning voldoet aan nationale en Europese regelgeving; Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kan indien relevant ook adviseren bij de omgevingsvergunning. Beste Beschikbare Technieken (BBT) Onder verwijzing naar de wettelijke kaders in hoofdstuk 2 van de aanvraag omgevingsvergunning is in het kader van dit MER onder andere aandacht besteed aan de Richtlijn Industriële Emissies (RIE) en daarmee samenhangende beste beschikbare technieken (BBT). RIE De RIE is opgesteld om emissies van grote industrieën te reguleren. De RIE schrijft het gebruik van beste beschikbare technieken (BBT) voor IPPC-plichtige installaties voor. De IPPC-plichtige installaties van PMC vallen onder de in tabel 1 beschreven categorieën 2.2, 2.4 en 5.3b van Bijlage 1 van de RIE. Tabel 1: Overzicht relevante Europese BREF documenten activiteiten PMC Categorie in bijlage 1 RIE Belangrijkste BBT-conclusies / Ook van belang zijnde BBTconclusies BREF /BREF 2.2 De productie van ijzer of staal (primaire of secundaire smelting) met inbegrip van continugieten met een capaciteit van meer dan 2,5 ton per uur. BBT-conclusies voor de IJzer en Staalproductie BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen 2.4 Het smelten van ferrometalen met een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag. BREF Smederijen en gieterijen (gieterijen) BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen BREF Energie-efficiëntie 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 8

19 Categorie in bijlage 1 RIE Belangrijkste BBT-conclusies / BREF Ook van belang zijnde BBTconclusies /BREF 5.1 De verwijdering of nuttige toepassing van BREF Afvalbehandeling gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer BREF Afvalverbranding dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten: a. biologische behandeling; b. fysisch-chemische behandeling; c. mengen of vermengen voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen; d. herverpakking voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen; e. terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen; f. recycling/terugwinning van andere anorganische materialen dan metalen of metaalverbindingen; g. regeneratie van zuren of basen; h. terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan; i. terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren; j. herraffinage van olie en ander hergebruik van olie; k. opslag in waterbekkens. BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen BREF Energie-efficiëntie BBT toets (Bijlage M3) Op grond van voorgaande zijn de IPPC-plichtige installaties van PMC in Bijlage M3 getoetst aan de relevante BBT-conclusies en/of BREFs. BBT-conclusies voor de IJzer- en staalproductie; BREF Smederijen en gieterijen; BREF Afvalbehandeling; BREF Afvalverbranding; BREF Koelsystemen; BREF Op- en overslag bulkgoederen; BREF Energie-efficiëntie. Uit de uitgevoerde BBT toets wordt samengevat geconcludeerd dat de IPPC-plichtige installaties van PMC voldoen aan alle, in de genoemde BBT-conclusies en BREFs van toepassing zijnde BBT. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 9

20 3 Verwachte milieugevolgen Gelet op de aard van de inrichting, de voorgenomen activiteit en het van toepassing zijnde wettelijk kader beschrijft dit hoofdstuk de verwachte milieueffecten ten gevolge van de door PMC voorgenomen activiteit zoals beschreven in hoofdstuk 2. In de volgende sub-paragrafen zullen achtereenvolgens de volgende milieuaspecten worden uitgewerkt: 1. Afvalstoffen; 2. Lucht (en geur); 3. Geluid en trillingen; 4. Externe veiligheid; 5. Bodem; 6. Water; 7. Natuur; 8. Archeologie en cultuurhistorie; 9. Energie-efficiency en CO2-emissie reductie; 10. Grensoverschrijdende milieu- en/of gezondheidseffecten; 11. Gezondheidseffecten. 3.1 Afvalstoffen Op grond van artikel van de Wm moet rekening worden gehouden met het nationale afvalstoffenbeleid. Voor zover dit beleid niet voorziet op de in de aanvraag genoemde activiteiten moet rekening worden gehouden met de voorkeursvolgorde in artikel 10.4 en de criteria genoemd in artikel 10.5 van de Wm. Sinds 24 december 2009 vormen het tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) en de daarbij horende sectorplannen het toetsingskader. Sinds de Regeling van de Staatssecretaris van IenM van 17 juni hoeven overigens geen gegevens over afvalpreventie binnen de inrichting meer aangeleverd te worden voor het indienen van een aanvraag omgevingsvergunning milieu. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu is voornemens een nieuw landelijk afvalbeheerplan (LAP3) vast te stellen. In dit plan wordt het afvalbeheerbeleid voor de periode 2017 tot en met 2023 vastgelegd, met een doorkijk tot LAP3 vervangt het huidige landelijk afvalbeheerplan (LAP2). Het ontwerp-lap3 lag van 26 september tot en met 7 november 2016 ter inzage en de inspraakprocedure is gesloten. In december 2017 loopt LAP2 af. Voor die tijd dient LAP3 in werking te treden; dat zal naar verwachting medio 2017 zijn. E.e.a. betekent dat de aanvraag omgevingsvergunning zal worden getoetst aan LAP3. Op grond van het LAP moet bij de toetsing aan de wettelijke criteria specifiek aandacht worden besteed aan: het realiseren van zo doelmatig mogelijke en milieuverantwoorde verwijdering van niet vermijdbare afvalstoffen, waarbij hergebruik en nuttige toepassing voorop staat; het realiseren van een zo optimaal mogelijke afvalscheiding aan de bron dan wel de mogelijkheid tot scheiding van afvalstoffen achteraf; het toepassen van de beste beschikbare technieken (BBT): de mate van hoogwaardigheid (effectiviteit en efficiëntie) van een nieuwe activiteit, waarbij de hoogwaardigheid van de aangevraagde activiteit wordt vergeleken met bestaande en huidige toegepaste technieken; de minimumstandaard voor be- en/of verwerking zoals opgenomen in de relevante sectorplannen. 1 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 juni 2013, nr. IENM/BSK-2013/111358, tot wijziging van de Regeling omgevingsrecht (schrappen informatieplicht afvalpreventie) 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 10

21 Nieuwe activiteiten die leiden tot een ten minste even hoogwaardige wijze van afvalbewerking worden in beginsel vergund. Beoordeling van de kosteneffectiviteit en technische haalbaarheid zijn reeds in het kader van de BREF getoetst. Sectorplan 37 van LAP3 (Asbest en asbesthoudend materiaal) geeft als minimumstandaard: Storten op een daarvoor geschikte stortplaats; het vernietigen van asbestvezels door thermische of chemische technieken; het verwijderen van de asbestvezels uit asbesthoudend steenachtig materiaal tot beneden de restconcentratienorm; nuttige toepassing waarbij tijdens de nuttige toepassing alle asbestvezels worden vernietigd. In LAP3 is/wordt al rekening gehouden met realisatie van het PMC initiatief en wel in paragraaf VI van Sectorplan 37 waar samengevat het volgende staat: In Nederland zijn initiatieven in ontwikkeling gericht op verwerking van asbestcementplaten, asbesthoudend staalschroot en asbesthoudende voorwerpen waarbij de asbestvezels worden vernietigd. Zodra aantoonbaar voldoende verwerkingscapaciteit beschikbaar is en voldaan is aan de overige voorwaarden voor wijzigen van de minimumstandaard, zal de minimumstandaard voor deze afvalstoffen worden gewijzigd in recycling en zal een stortverbod voor deze afvalstoffen worden ingesteld. In bijlage M7 (A&V-beleid) is de verwerking van de afvalstoffen die PMC wenst te accepteren en verwerken, ook getoetst aan andere, mogelijk relevante sectorplannen, waaronder de sectorplannen 12 (Metalen), 14 (Metalen kabels), 27 (Shredderafval) en 41 (Metalen verpakkingen). Op basis van voorgaande wordt op voorhand geconcludeerd dat PMC voldoet aan alle relevante minimumstandaarden zoals gedefinieerd in (ontwerp) LAP3. Ondanks het gegeven dat de voorgenomen activiteit doelmatig is en voldoet aan de minimumstandaard voor de verwerking van asbest en asbesthoudend materiaal uit Sectorplan 37 van het LAP, zal PMC tijdens de exploitatie van de installatie aandacht besteden aan de mogelijkheden om de hoeveelheid af te voeren afvalstoffen tot een minimum te beperken, alleen al omwille van bedrijfseconomische redenen. Het betreft dan concreet het zoeken naar mogelijkheden voor preventie, hergebruik en/of nuttige toepassing van de slakken en het vuurvast materiaal uit de smeltovens. Zoals hiervoor in paragraaf al aangegeven, zal PMC voorafgaand aan het opstarten van de fabriek een zogenaamd AV-AO/IC document ter goedkeuring aan bevoegd gezag voorleggen waarin het Acceptatie- en Verwerkingsbeleid (A&V-beleid) en de Administratieve Organisatie (AO en Interne Controle (IC) zal worden beschreven. Daarop vooruitlopend bevat Bijlage M7 een beschrijving van het A&V-beleid. In dat document is onder andere beschreven welke afvalstoffen en bijbehorende Eural codes PMC wenst te accepteren en verwerken en is ook getoetst of de verwerking van asbesthoudend staalschroot met mogelijke andere verontreinigingen voldoet aan de daaraan gestelde minimumstandaarden, hetgeen zo is. Tot slot vraagt PMC ook proefnemingen aan om anders samengestelde (afval)stromen en/of (met) andere innovatieve be-/verwerkingstechnieken te kunnen testen. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 11

22 3.2 Lucht en geur Algemeen Ten gevolge van de voorgenomen activiteiten van PMC kunnen emissies naar de lucht optreden. Hoofd bron van deze emissies vormen de te accepteren en verwerken staalschrootstromen die, naast asbestvezels, ook verschillende andere schadelijke stoffen kunnen bevatten waaronder zware metalen. Beschrijving emissiebronnen In algemene zin geldt het volgende: Het ingangsmateriaal voor PMC is staalschroot dat is vervuild met asbest en eventueel andere (vaste, niet gas- of vloeibare) vervuilingen. Dit materiaal heeft bij kamertemperatuur maar één potentiële gevaarlijke emissie, namelijk asbestvezels. Dat betekent dat andere gevaarlijke componenten, organisch of anorganisch, pas vrijkomen bij verhitting. Verhitting vindt alleen plaats in (en net boven) de smeltovens en natuurlijk ook verder in het rookgasreinigingssysteem. Een derde bijzondere luchtstroom is de afzuiging van de gieterij. Hier komen geen asbestvezels meer voor, maar wordt wel stof verwacht. Beschrijving luchtbehandeling Op basis van bovenstaande uitgangspunten is de luchtreiniging als volgt ontworpen en ingericht: alle ruimtelucht uit de ontvangsthal, voorbewerkingsruimte en smelterij (zogenaamde black areas) die theoretisch asbestvezels kunnen bevatten, worden afgezogen en gefilterd door HEPA filters. In die ruimtes heerst dus continu een onderdruk situatie. HEPA (High Efficiency Particulate Air) filters kunnen 99,95% van alle stofdeeltjes van 0,3 micrometer (µm) tegenhouden; deeltjes die groter of kleiner zijn, worden nog efficiënter ingevangen dan deeltjes van rond 0.3 µm; alle proceslucht van het smeltproces (en ook de lucht boven de schrootschaar) die mogelijk asbestvezels en andere schadelijke stoffen kunnen bevatten, wordt door middel van puntafzuiging afgevoerd naar de rookgasreiniging; de lucht uit de gieterij wordt afgezogen en naar het doekenfilter geleid, omdat zich hierin alleen stofvormige deeltjes kunnen bevinden en voor koeling technische redenen. Als onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning dient inzicht te worden gegeven in optredende emissies en de gevolgen daarvan voor het milieu. Daartoe is een luchtonderzoek uitgevoerd dat als afzonderlijke bijlage M1 bij het MER is gevoegd. In het Luchtonderzoek is allereerst het wettelijke emissieregime bepaald. Vervolgens is nagegaan wat het effect van de optredende emissies van stikstofdioxide (NO2), fijnstof (PM10) en zwavel dioxide (SO2) is op de luchtkwaliteit in de omgeving. Het aspect luchtkwaliteit is daartoe aan de hand van verspreidingsberekeningen onderzocht, waarna de uitkomsten zijn getoetst aan het wettelijk kader voor luchtkwaliteit. Anderzijds is in het Luchtonderzoek inzicht gegeven in de beheersmaatregelen van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) die naar de lucht geëmitteerd kunnen worden. Het betreft hier asbest, zware metalen (kwik, lood, cadmium, chroom), pcb s en dioxines. Onder verwijzing naar bijlage M1 (Luchtonderzoek) worden hierna de belangrijkste conclusies uit het Luchtonderzoek beschreven. Wettelijk emissieregime Voor de emissiegrenswaarden geldt het volgende: Het Activiteitenbesluit beschrijft de procedure om te bepalen welke emissiegrenswaarden van toepassing zijn voor de installatie; 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 12

23 Artikel 2.3a van het Activiteitenbesluit geeft aan dat voor activiteiten die onder de richtlijn industriële emissies (RIE) vallen, de emissiegrenswaarden gelden die zijn vastgesteld in de BBT documenten. Indien deze niet voor de activiteit of het type productieproces zijn genoemd, gelden de emissiegrenswaarden zoals genoemd in het Activiteitenbesluit; Artikel 2.3a geeft ook aan dat, indien in hoofdstuk 3, 4 en 5 van het Activiteitenbesluit emissie-eisen zijn gesteld, dat de emissie-eisen zoals genoemd in artikel 2.5, lid 7 niet van toepassing zijn. De activiteit van PMC valt onder de RIE (categorie 2.2, 2.4 en eventueel 5.1) en ook hoofdstuk 3 is van toepassing (zie ook bijlage M3: BBT-Toets). Omdat de activiteit onder de RIE valt, gelden de emissiewaarden zoals gesteld in de REF documenten. Bestudering van de BREF documenten levert het volgende op: Op basis van de relevante categorieën dienen de IPPC-plichtige installaties van PMC in beginsel te worden getoetst aan de volgende BBT documenten die emissiewaarden kunnen bevatten: BBTconclusies voor de IJzer- en staalproductie, BREF Smederijen en gieterijen BREF Afvalbehandeling en de BREF Afvalverbranding; De BREF smederijen en gieterijen gaat uit van smelten van schoon metaal. In deze BREF zijn emissiegrenswaarden aangegeven voor stof (5-20 mg/nm 3 ) en dioxinen en furanen (0,1 ng TEQ/Nm 3 ). De BREF IJzer- en staalproductie gaat niet specifiek in op inductiesmelten. De BREF afvalverbranding is niet aan de orde, omdat de activiteit of het type productieproces anders is dan wordt beschreven in de BREF. De conclusie is dat de BREFs geen of geen andere emissiewaarden bevatten dan reeds opgenomen in het Activiteitenbesluit afdeling 2.3. Ook is hoofdstuk 3, paragraaf van het Activiteitenbesluit van toepassing. De installatie bevat een stookinstallatie op grond van de definitie in artikel 1.1 ( technische eenheid waarin brandstoffen worden geoxideerd ten einde de aldus opgewekte warmte te gebruiken ). De brandstof is aardgas waarvan de opgewekte warmte wordt gebruikt om koolwaterstoffen en asbest in de rookgassen te vernietigen. Er zijn echter geen emissie-eisen opgenomen want deze zijn alleen opgenomen voor een gasmotor, gasturbine, ketelinstallatie of dieselmotor (artikel 3.7). Op zich gelden dan de emissiegrenswaarden zoals genoemd in afdeling 2.3, ware het niet dat deze niet van toepassing is (zie 3.9 lid 1) en dat maatwerk kan worden toegepast (zie 3.9 lid 2). Conclusie is dat voor de installatie van PMC maatwerk moet worden verricht. Om tot een emissieregime voor de gehele installatie te komen, zijn in overleg met bevoegd gezag beide emissies en emissieregimes gecombineerd. Dit heeft geleid tot de emissiegrenswaarden zoals weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 3-0: Emissiegrenswaarden componenten en grensmassastroom Component Emissie grenswaarde [mg/nm 3 ] Bron Warme luchtstroom 2) Stof 5 Activiteitenbesluit artikel 5.19 HCl 8 Activiteitenbesluit artikel 5.19 HF 1 Activiteitenbesluit artikel 5.19 SO 2 40 Activiteitenbesluit artikel 5.19 NO Activiteitenbesluit artikel 5.19, halfuur- en daggemiddelde CO 30 Activiteitenbesluit artikel 5.19, daggemiddelde 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 13

24 Hg 0,05 Activiteitenbesluit artikel 5.19 Som van Cd+TL 0,05 Activiteitenbesluit artikel 5.19 Som van Sb+Cr+Co +Cu+Pb+Mn+Ni+V 0,5 Activiteitenbesluit artikel 5.19 PCDD/F 0,1 1) BREF smederijen en gieterijen, gelijk aan Activiteitenbesluit artikel 5.19 Cr VI 0,05 RIVM lijst die aangeeft dat het een ZZS betreft Afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit Koude luchtstroom Stof 5 3) Afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit Total luchtstroom NH ) Afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit 1. ng TEQ/Nm 3 2. bij 11 vol.% O 2 3. bij actueel zuurstofpercentage Voor ZZS moet worden getoetst aan de MTR waarde van de immissieconcentratie van die stof indien deze is opgenomen in bijlage 13 van de Activiteitenregeling (zie hierna). Invloed emissies op luchtkwaliteit De activiteiten van PMC leiden tot emissies naar de lucht waarvoor in de Wet milieubeheer (meer specifiek de Wet luchtkwaliteit ) grenswaarden zijn opgenomen. Ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning is allereerst inzichtelijk gemaakt wat de invloed van de bedrijfsactiviteiten is op de luchtkwaliteit in de omgeving. Binnen de inrichting van PMC vinden diverse emissies van NOx, PM10 en SO2, plaats. Na bepaling van deze afzonderlijke emissies is middels verspreidingsberekeningen de invloed (immissies van NO2,PM10 en SO2) van de activiteiten van PMC op de omgeving bepaald. Uit de verspreidingsberekeningen(zie tabel 3.1) komt naar voren dat de maximale jaargemiddelde bronbijdrage ten gevolge van de activiteiten voor NO2, PM10 en SO2 1,38 μg/m 3, respectievelijk 0,03 μg/m 3 en 0,02 μg/m 3 bedragen. De maximale jaargemiddelde concentraties, inclusief de heersende achtergrondconcentraties, bedragen voor NO2 en PM10 respectievelijk 11,25 µg/m 3, 14,85 µg/m 3 en 1,92 µg/m 3. Voor deze componenten geldt derhalve dat ruimschoots wordt voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarden. Tabel 3.1: Jaargemiddelde immissieconcentraties, achtergrond en bijdrage aan de achtergrond Component Jaargemiddelde grenswaarde Wlk [µg/m 3 ] Gemiddelde jaargemiddelde achtergrondconcentratie [µg/m 3 ] Maximale jaargemiddelde achtergrondconcentratie [µg/m 3 ] Jaargemiddelde bronbijdrage PMC [µg/m 3 ] Jaargemiddelde concentratie (achtergrond + bronbijdrage PMC) [µg/m 3 ] Gem. Max. 1) Gem. Max. 1) NO ,76 11,10 0,05 1,38 9,81 11,25 PM 10 2) 40 12,16 14,85 0,00 0,03 12,16 14,85 SO 2 1,35 1,91 0,01 0,02 1,36 1,92 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 14

25 1) Door afrondingsverschillen en verschillende achtergrondconcentraties op verschillende rekenpunten is de jaargemiddelde concentratie niet noodzakelijk gelijk aan de jaargemiddelde achtergrondconcentratie + bronbijdrage. 2) De berekende waarden voor PM 10 zijn gepresenteerd met toepassing van de zeezoutcorrectie. Uit de verspreidingsberekeningen volgt verder dat het maximaal aantal overschrijdingsdagen voor PM10 uitkomt op vier (4) dagen, daar waar maximaal 35 dagen per jaar zijn toegestaan (zie tabel 3.2). Voor NO2 doet zich maximaal een (1) overschrijding van de uurgemiddelde grenswaarde voor, daar waar maximaal 18 overschrijdingen per jaar zijn toegestaan. En voor SO2 zijn helemaal geen (0) overschrijdingen berekend. Hieruit volgt dat door PMC nergens de maximale toegestane overschrijdingsfrequentie van de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit zal worden overschreden. Tabel 3.2: Aantal overschrijdingen van de uur- en etmaal gemiddelde grenswaarden Component Maximaal toelaatbaar [aantal overschrijdingen per jaar] Gemiddeld aantal overschrijdingen grenswaarde, t.g.v. bronbijdrage + achtergrondconcentratie [aantal per jaar] Gemiddeld Maximaal NO ) 0 1 PM 10 1) 35 2) 4 4 SO ) ) 0 0 1) Maximum aantal overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie van 200 μg/m3; 2) Maximum aantal overschrijdingen van de 24-uurgemiddelde concentratie van 50 μg/m3; 3) Maximum aantal overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie van 350 μg/m3; 4) Maximum aantal overschrijdingen van de 24-uurgemiddelde concentratie van 125 μg/m3. 5) De aangegeven waarden voor het aantal overschrijdingen zijn met toepassing van de zeezoutcorrectie. Aanvullend is ook voor de ontsluitingswegen onderzocht of de voorgenomen activiteiten zullen voldoen aan de wettelijke luchtkwaliteitseisen. Hiertoe zijn de maximale jaargemiddelde bronbijdragen van de inrichting bepaald en opgeteld bij de verkeersbijdrage op de ontsluitingsweg. Het resultaat van deze worst case situatie (NOx:10,87+ 1,70 = 12,57 µg/nm 3 ; PM10: 13,47 + 0,18 =13,65 µg/nm 3 ) is dat ruimschoots wordt voldaan aan de (strengste) grenswaarden voor de componenten NO2 en PM10 (beide 40 µg/nm 3 ). Op basis van de resultaten van het luchtkwaliteitsonderzoek kan derhalve worden geconcludeerd dat de voorgenomen bedrijfssituatie van PMC in ruime mate voldoet aan de wettelijke luchtkwaliteitseisen. Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) Naast luchtkwaliteit is in het Luchtonderzoek ook inzicht gegeven in de beheersmaatregelen van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) die naar de lucht geëmitteerd kunnen worden. Het betreft hier naast asbest, zware metalen (kwik, lood, cadmium, chroom) en pcb s ook dioxines die bij te lage temperaturen in de naverbrander kunnen ontstaan. Zoals hiervoor al aangegeven, dient de emissie van ZZS te worden getoetst aan het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR waarde) van de immissieconcentratie van die stof. Dit hoeft (conform artikel 2.4, lid 7 van het Activiteitenbesluit) alleen wanneer er een MTR waarde voor die ZZS is vastgelegd in bijlage 13 van de Activiteitenregeling. Hierin staan lood en cadmium opgenomen en kwik niet. Voor lood is de MTR waarde 0,5 µg/m 3 en voor cadmium 0,005 µg/m 3. De MTR waarde van kwik is 0,05 µg/m 3 volgens RIVM. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 15

26 Asbest Asbest verontreinigd staalschroot wordt, veelal verpakt in big bags, aangeleverd in gesloten containers. Op locatie worden de containers op een transportwagen gezet. Via twee sluizen op onderdruk wordt de container naar de opslagbunker in de fabriek gebracht. In de opslagbunker brengt een bovenloopkraan het schroot in een schrootschaar waar het wordt geknipt en geperst. Het materiaal wordt vervolgens in een bak gebracht die met een kraan wordt geleegd in een laadvoertuig. De geleegde container wordt via een recirculerend watersysteem gespoeld en gedroogd en weer naar buiten gesluisd. Vervuild afvalwater wordt na behandeling weer ingezet als waswater. Het gebruikte waswater wordt behandeld met een koeltoren, filters en olie-waterscheiders (eventueel in combinatie met ontharders) en vervolgens als waswater hergebruikt in het proces. De onderdrukruimtes zijn voorzien van hoog rendement luchtfilters (HEPA). Deze speciale filters voorkomen dat asbest naar de omgeving wordt geëmitteerd. Gedurende het proces wordt de werking van de filters automatisch gecontroleerd door monitoring van de drukval en meting van deeltjes in de uitlaat. Indien de drukval te hoog wordt (indicatie verstopping) of er teveel deeltjes worden gemeten in de uitlaat (indicatie lek), wordt deze uit bedrijf genomen door de ventilator te stoppen. Het uitvallen van een van de filters wordt opgevangen door de andere aanwezige filters. Er is een overmaat aan filters aanwezig waardoor nog steeds voldoende lucht worden onttrokken. Het laadvoertuig brengt het staalschroot in een vloeibaar staalbad van ongeveer C C. In het staalbad wordt asbest omgezet in de onschadelijke componenten H2O, SiO2 en MgO. Asbestvezels vallen uiteen tussen C (chrysotiel) en C (overige soorten). Eventuele asbestdeeltjes die naar de lucht gaan en in de rookgassen terechtkomen, worden naar een naverbrander geleid. De naverbrander zorgt dat brandbare componenten op C volledig worden verbrand. Door de hoge temperatuur worden eventuele restdeeltjes asbest alsnog vernietigd. Na koeling wordt het rookgas ook nog door een doekenfilter geleid alvorens de gereinigde lucht via de schoorsteen wordt geëmitteerd. De slaklaag op gesmolten metaal met daarin mogelijk asbest wordt door een robot verwijderd en in een waterbad gebracht om te koelen en te wassen. Het koelwater wordt net als het waswater nabehandeld en hergebruikt in het proces. Eventuele asbestdeeltjes die naar de lucht worden geëmitteerd, worden naar de naverbrander geleid. Op deze manier wordt gewaarborgd dat geen asbestvezels via de lucht naar buiten worden geëmitteerd. Zware metalen In het aangevoerde materiaal kunnen ook zware metalen zitten. Kwik zit met name in schroot dat uit de olie- en gasindustrie afkomstig is en cadmium, lood en chroom kunnen in verven en coatings zitten. De zware metalen kunnen bij het smeltproces vrijkomen naar de lucht. Zware metalen komen vrij bij de voorbereiding en smelterij, zijn voor het overgrote deel aan stof gebonden en worden bij een goede stofverwijdering door een filter tot beneden de emissiegrenswaarden uit de rookgassen verwijderd. Een speciale positie neemt daarbij het zware metaal kwik (Hg) in, dat bij de temperatuur van de rookgassen bij het verlaten van de naverbrander nog voor een gedeelte in gasvormige toestand voorkomt (metallisch kwik). Voor cadmium (Cd) geldt dat eveneens, maar in mindere mate. Deze stoffen worden verwijderd door een verdere verlaging van de rookgastemperatuur en door toepassing van specifieke middelen (sulfiden, actieve kool). 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 16

27 Het ontwerp van de rookgasreiniging is gebaseerd op kwikverwijdering omdat dit de meest vluchtige component is. De rookgasreiniging is dusdanig stringent ontworpen dat, zelfs indien (worst case) 100% van de feedstock kwikhoudend materiaal bevat, aan de emissiegrenswaarden wordt voldaan en ook de incidentele pieken in de kwikhoeveelheid aankan. Op deze wijze wordt in de meest extreme situatie voldaan een de emissiegrenswaarden voor kwik. Uitgangspunt is dat met deze beheerscondities ook de emissiegrenswaarden voor de overige zware metalen wordt gehaald. In het ontwerp zijn voor het verwijderen van zware metalen de volgende reinigingsstappen voorzien: Toevoegen additieven. Het belangrijkste additief betreft een mengsel van 70%-80% kleimineralen en 20%-30% actief kool (Dioxorb) om zuren en metalen te verwijderen (organische componenten zijn al verbrand in de naverbrandingskamer; Verlaging van de rookgastemperatuur (quench); Een eventuele pieklading kwik wordt geïoniseerd met het anorganische additief NETfloc die met een sproeier in een aparte ruimte wordt verdampt. Netfloc wordt toegepast om (ook) metallisch kwik te ioniseren, zodat het beter wordt opgenomen door de additieven (actief kool). Dosering van Netfloc vindt automatisch plaats, aan de hand van meting in de afgasstroom; Een doekenfilter na de reacties met de additieven. Hiermee worden stofdeeltjes afgevangen en additieven grotendeels gerecirculeerd, geconditioneerd en opnieuw gedoseerd. Aan de hand van de emissiegrenswaarde van kwik zijn de immissieconcentraties berekend. Tabel 3.3 bevat de maximaal gevonden immissieconcentraties. Het resultaat is dat de maximale immissiewaarde de MTR waarde voor geen van de componenten (kwik, lood en cadmium) overschrijdt. Omdat kwik de hoogste emissiegrenswaarde heeft, geldt dat de maximaal gevonden immissieconcentratie zeker (ook) maximaal is voor de overige componenten. Tabel 3.3: Component Jaargemiddelde immissieconcentraties, achtergrond en bijdrage aan de achtergrond Jaargemiddelde grenswaarde Wlk [µg/m 3 ] Gemiddelde jaargemiddelde achtergrondconcentratie [µg/m 3 ] Maximale jaar gemiddelde achtergrondconcentratie [µg/m 3 ] Jaargemiddelde bronbijdrage PMC [µg/m 3 ] Jaargemiddelde concentratie (achtergrond + bronbijdrage PMC) [µg/m 3 ] Gem. Max. 1) Gem. Max. 1) Hg 1) 0,05 - -,0, , Pb 2) 0, , , Cd 2) 0, , , ) Jaargemiddelde bronbijdrage berekent bij bedrijfstijd van 55% van uur per jaar 2) Jaargemiddelde bronbijdrage berekent bij bedrijfstijd van uur per jaar PCB s en dioxines Sommige asbesthoudend schrootsoorten kunnen ook PVC, PCB en gebromeerde verven bevatten, die tot dioxinevorming kunnen leiden. Het voorkomen van het ontstaan van dioxines is als volgt geborgd. Het asbesthoudend metaalschroot wordt gesmolten bij een temperatuur van graden Celsius. Om de vorming van dioxines te voorkomen, wordt het rookgas dat vrijkomt, geleid naar een naverbrander op graden Celsius en heeft daar een verblijftijd van ten minste 2 seconden. Deze temperaturen liggen ruim hoger dan de minimale temperatuur die nodig is om de uitstoot van dioxines te voorkomen (850 o C). Ook vindt in de quench een snelle temperatuurdaling van de rookgassen naar C plaats om 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 17

28 op filtertemperatuur te komen. Door de snelle koeling wordt ook novo synthese voorkomen (de vorming van stoffen als dioxinen en furanen in het meest kritische temperatuurbereik van C C). Geur Significante geuremissies en/of geurhinder ten gevolge van de voorgenomen bedrijfsactiviteiten worden uitgesloten vanwege: de aard, samenstelling en hoeveelheid van te verwerken asbesthoudende materialen, te gebruiken hulpstoffen en vrijkomende producten en afvalstoffen, die geen geurcomponenten bevatten; het feit dat alle proceslucht thermisch wordt naverbrand, hetgeen BBT is voor geurbestrijding; de ligging van de inrichting en het gegeven dat zich op het industrieterrein geen geur- (en geluid)gevoelige bestemmingen bevinden worden; Conclusies lucht, ZZS en geur Op basis van de resultaten van het luchtonderzoek wordt samengevat geconcludeerd dat de voorgenomen bedrijfssituatie van PMC: voldoet aan de wettelijke eisen voor luchtkwaliteit; ook voldoet aan de wettelijke eisen voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS); geen geurbelasting en/of overlast zal veroorzaken. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit, ZZS en geur bestaan derhalve geen belemmeringen voor het oprichten en gebruiken van de door PMC voorgenomen inrichting op de vestigingslocatie in Delfzijl. 3.3 Geluid en trillingen In opdracht van PMC is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidimmissie in de omgeving van de geplande inrichting. De inrichting is geprojecteerd op kavel B02c van het gezoneerde industrieterrein Oosterhorn te Delfzijl. De uitkomsten van dit onderzoek zijn bijgevoegd in bijlage M2 en worden hieronder samengevat. Equivalente geluidimmissie De equivalente geluidimmissies door de geplande activiteiten van PMC zijn op de zonegrens en in MTGposities bij woningen binnen de geluidzone nergens hoger dan 34 db(a) etmaalwaarde. Op basis van het geluidverdeelplan d.d. 8 december 2016 en de geluidverdeelkaart Oosterhorn d.d. 3 november 2016 zijn de geluidnormen voor de zonepunten, de controlepunten en de woningen binnen de geluidzone indicatief berekend. Het geluidverdeelplan en de kaart zullen worden verankerd in de Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl en het bestemmingsplan. Voor alle posities geldt dat de verwachte geluidimmissies lager of gelijk zijn aan deze berekende geluidnormen. Alleen de zonebeheerder, Noordelijk Akoestisch Adviesbureau (NAA) namens de gemeente Delfzijl, is bevoegd om een zonetoets uit te voeren. Hieruit zal volgen of de geprognosticeerde geluidimmissies passen binnen de maximale bijdragen die aan de kavel in het zonebeheer worden toegekend. Gezien de positieve resultaten van de beoordeling aan de indicatieve geluidnormen worden akoestisch bezien geen knelpunten verwacht. Beste Beschikbare Technieken (BBT) Bij de geluidemissies van de (koel)ventilatie units is rekening gehouden met de beschikbare bandbreedte van de geluidvermogens volgens de horizontale BREF Industrial Cooling Systems. Naast koeling en ventilatie spelen andere bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van transporten, zich volledig inpandig af. In de bedrijfsruimten heerst een onderdruk; om dit in stand te houden is het gebouw volledig gesloten. De 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 18

29 aanvoer van materialen en de afvoer van product verloopt via sluizen. Naast de opslag van gereed product treden op het buitenterrein, los van de genoemde installaties, de transporten en de daaraan gerelateerde laad- en losactiviteiten, geen luidruchtige activiteiten op. Maximale geluidniveaus Woningen bevinden zich op grote afstand van de inrichting. Het gevolg daarvan is dat de maximale geluidniveaus beperkt zijn en minder dan 30 db(a) in de dag, de avond en de nacht bedragen. Bij de berekeningen is rekening gehouden met de, in het Geluidverdeelplan vastgestelde reductie (of reservepot ) van 2 db(a). Trillingen Gezien de afwezigheid van geluid- (en geur)gevoelige bestemmingen in de nabije omgeving enerzijds en de aard, omvang en uitvoering van de voorgenomen activiteit en installaties anderzijds kan verstoring door trillingen op voorhand worden uitgesloten. Conclusie Er bestaan vanuit akoestisch oogpunt geen (verwachte) belemmeringen voor PMC om zich te vestigen op kavel B02c van industrieterrein Oosterhorn. Het opgestelde rekenmodel zal aan de zonebeheerder worden gestuurd met het verzoek om toetsing. 3.4 Externe veiligheid In opdracht van PMC is ook een notitie beschouwing externe veiligheid opgesteld die als bijlage M4 is bijgevoegd. Hieronder volgt een samenvatting van die notitie. Het hoofdproces van PMC bestaat uit de behandeling van staalschroot waaraan of waarin zich asbest en/of andere zware metalen waaronder kwik kunnen bevinden. Deze stoffen zijn niet gevaarlijk in de zin van externe veiligheid, omdat deze stoffen niet leiden tot directe risico s voor de omgeving. Ter ondersteuning van het primaire proces wordt een aantal gevaarlijke stoffen gebruikt, die mogelijk wel relevant zijn voor de risico s van PMC naar de omgeving. Binnen Nederland is hiervoor wet- en regelgeving van kracht die is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichting (Bevi) en de hierbij horende Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi). De aard en hoeveelheid gevaarlijke stoffen binnen een bedrijf bepaalt of het Bevi van toepassing is. Indien het Bevi van toepassing is, veroorzaakt het bedrijf een potentieel risico voor de externe veiligheid in de omgeving. In de bijlage bij de notitie is een tabel en een toelichting opgenomen over de aanwezige stoffen binnen PMC. Tevens is in de bijlage getoetst of de inrichting onder het regime van het Bevi valt. Hieruit blijkt dat de aanwezige stoffen binnen PMC dusdanig van aard zijn, dat: PMC niet onder het regime van het Bevi valt en daarmee ook niet onder het Brzo 2015; er geen externe veiligheidsrisico s met gevaarlijke stoffen te verwachten zijn; de voorgenomen bedrijfsactiviteiten van PMC niet tot externe veiligheidsrisico s leiden. 3.5 Bodem In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning zijn twee bodemonderzoeken uitgevoerd, namelijk: Een Nulsituatie bodemonderzoek; Een bodemrisico-analyse ingevolge de Nederlandse Richtlijn bodembescherming (NRB). 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 19

30 Beide onderzoeken zijn als bijlagen M5 en M6 bij dit MER gevoegd. Hieronder volgen korte samenvattingen van beide onderzoeken. Nulsituatie bodemonderzoek In opdracht van Groningen Seaports NV is door Eco Reest BV een verkennend bodem- en asbestonderzoek (nulsituatie) uitgevoerd ter plaatse van een locatie aan de Oosterwierum te Farmsum. Daartoe zijn vooronderzoek en veldwerkzaamheden en chemische analyses uitgevoerd. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat in de bovengrond en in het grondwater overschrijdingen van de achtergrond- en streefwaarden uit de Wet bodembescherming zijn aangetoond. Echter, gezien de aard en concentraties van de aangetoonde parameters in relatie tot de toekomstige bedrijfsbestemming van het terrein, wordt in het nulsituatie bodemonderzoek geconcludeerd dat verhoogde risico's voor de volksgezondheid en/of het milieu op basis van de aangetoonde milieuhygiënische bodemkwaliteit niet te verwachten zijn. De nulsituatie van de milieuhygiënische bodemkwaliteit is hiermee in afdoende mate vastgelegd. De resultaten van het onderzoek vormen dan ook geen aanleiding tot nader onderzoek en zijn geen milieuhygiënische belemmering in relatie tot de toekomstige bedrijfsbestemming van het terrein. Bodemrisico-analyse In opdracht van PMC is conform de NRB 2012 aan de hand van een bodemrisico checklist (BRCL) een bodemrisico-analyse uitgevoerd op basis waarvan een notitie is opgesteld. Daaruit blijkt samengevat dat PMC in de aangevraagde situatie ter plaatse van bodembedreigende activiteiten voorzieningen en maatregelen combineert waarmee conform NRB 2012 sprake is van een verwaarloosbaar bodemrisico. 3.6 Water Uit de procesbeschrijving in hoofdstuk 2 blijkt dat: de voorbewerking en smelterij (slakkenbad) een gesloten, recirculerend watersysteem hebben; vervuild afvalwater wordt na behandeling met filters en olie-waterscheiders (eventueel in combinatie met ontharders) weer ingezet als waswater; water uit de quench (rookgasreiniging) verlaat de fabriek als damp via de schoorsteen. Eventueel aanwezige vervuilingen worden dus via de rookgasreiniging verwijderd. PMC verwacht op jaarbasis maximaal m 3 leidingwater nodig te hebben voor de quench en het (recirculerend) waswatersysteem. Huishoudelijk afvalwater (toiletten, kantine, douches, e.d.) van het kantoor zal via olie-/vetafscheiders naar het openbaar riool worden afgevoerd. Hemel- of regenwater zal deels (op de onverharde terreingedeelten) en direct in de bodem infiltreren en deels (hemelwater van daken en verharde terreinen) en indirect worden afgevoerd naar een vijver en vandaar ofwel in de bodem infiltreren of afwateren naar oppervlaktewater (sloot aan achterkant van terrein). Alle verharde terreinen zullen standaard worden voorzien van olie/vetafscheiding putten. Aangezien PMC geen (proces)afvalwater of koelwater zal lozen en ook geen grond- of oppervlaktewater zal onttrekken, is een vergunningaanvraag ingevolge de Waterwet (Wtw) niet nodig. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 20

31 3.7 Natuur De voorgenomen activiteit kan gevolgen hebben voor de omliggende natuur, onder andere door de emissies van stikstofoxiden en mogelijke gevolgen daarvan voor de nabijgelegen Natura-2000 gebieden Waddenzee en Lieftinghsbroek en flora- en faunasoorten die daar leven. In dat kader is in opdracht van PMC een stikstof depositie berekening uitgevoerd en een natuurtoets opgesteld. Dit heeft geleid tot het opstellen van een vergunningaanvraag ingevolge de Wet natuurbescherming (Wnb). Met de Wnb is naast de Boswet, de Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet het Besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998, het Besluit grenswaarden PAS en de Regeling PAS vervallen en zijn deze in de Wnb overgenomen in het Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming. Op 25 april 2017 is de definitieve aanvraag Wnb-vergunning (inclusief de natuurtoets) ingediend (dossiernummer K2954) en op basis van die aanvraag is een ontwerp Wnb-vergunning (vanaf 16 mei tot en met 26 juni 2017) ter inzage gelegd. Daarmee haakt de Wnb-vergunning niet aan bij de aanvraag omgevingsvergunning en kan gecoördineerde behandeling achterwege blijven. Tegen deze achtergrond is het stikstofdepositie onderzoek dat in het kader van de aanvraag Wnbvergunning is ingediend, niet als afzonderlijke bijlage bij dit MER gevoegd. Wel volgt hieronder een samenvatting van dat onderzoek en de hoofdconclusies. Conclusies Natuurbescherming Uit de uitgevoerde stikstof depositieberekening en natuurtoets worden de volgende conclusies getrokken: Omdat uit de AERIUS Calculator volgt dat de stikstofdepositie als gevolg PMC op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden overal onder de 1 mol N ha-1 jaar-1 blijft, zijn significant negatieve gevolgen voor Natura 2000 en bijbehorende instandhoudingsdoelen uit te sluiten; Negatieve gevolgen als gevolg van stikstofdepositie op omliggende Duitse Natura 2000-gebieden kunnen op voorhand worden uitgesloten; Negatieve gevolgen voor Natura 2000 en bijbehorende instandhoudingsdoelen als gevolg van emissie van andere verontreinigende stoffen (waaronder kwik) door PMC zijn op voorhand uit te sluiten; Negatieve gevolgen voor Natura 2000 en bijbehorende instandhoudingsdoelen als gevolg van geluid van door PMC zijn op voorhand uit te sluiten; Negatieve gevolgen voor Natura 2000-gebieden en bijbehorende instandhoudingsdoelen zijn als gevolg van tijdelijke grondwateronttrekking op voorhand uit te sluiten; Het voornemen kan doorgang vinden in het licht van de soortenbescherming van de Wet natuurbescherming. Binnen het plangebied en directe omgeving komen broedvogels, algemene amfibieën en grondgebonden zoogdiersoorten voor. In de realisatiefase is mogelijk sprake van verstoring van broedvogels en verstoring en vernietiging van leefgebied van amfibieën en zoogdieren bij graafwerkzaamheden en werkzaamheden aan de watergangen. Eventuele negatieve effecten zullen worden gemitigeerd door bijvoorbeeld de realisatiefase buiten het broedseizoen te plannen en/of de vegetatie kort te maaien en te houden voordat de bouwwerkzaamheden starten. Per saldo wordt geconcludeerd dat significant negatieve gevolgen als gevolg van het voornemen van PMC te Delfzijl uitgesloten kunnen worden en dat een passende beoordeling achterwege kan blijven voor de aanleg en gebruiksfase van PMC te Delfzijl. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 21

32 3.8 Archeologie en cultuurhistorie Bij de aanleg van de fabriek zal rekening worden gehouden met de archeologische en cultuurhistorische waarden van het (plan)gebied. Daarvoor zal gebruik worden gemaakt van de informatie uit het Behoudsplan ( behoud-in-situ ) van archeologische waarden en verwachtingen op het bedrijventerrein Oosterhorn (gemeente Delfzijl) van mei In dat plan is het volgende genoemd. De archeologische waarden en verwachtingen en cultuurhistorische waarden op het bedrijventerrein Oosterhorn zijn in kaart gebracht op de archeologische beleidskaart van de gemeente Delfzijl zoals deze door de gemeente is vastgesteld in Inzoomend op het plangebied valt de beoogde vestigingslocatie van PMC in zone 4 (Heveskesklooster West). Zie een uitsnede van het plangebied en de zones uit de beleidskaart in figuur 4.1 hieronder. Het terrein waarop de inrichting van PMC zal worden gerealiseerd, heeft een totale oppervlakte van m 2, waarvan m 2 zal worden bebouwd. Figuur 4.1: Archeologische beleidskaart gemeente Delfzijl (2013) en zonering Zone 4 kent in zijn geheel de bestemming Bedrijventerrein-Industrie en daarmee ligt verdere ontwikkeling van deze zone voor de hand. Een groot deel van deze zone bestaat uit braakliggende gronden. Deze zone kent een aantal knelpunten waaronder rijksmonument waarop het Heveskesklooster was gebouwd, maar niet op de beoogde vestigingslocatie. Dat gebied is aangemerkt met Waarde Archeologie 4 en, meer concreet, gronden met een lage archeologische verwachting, maar wel met een hoge verwachting voor steentijdvindplaatsen 1 of 2 m beneden maaiveld ( cm mv). Het blauw omlijnde gebied in het zuiden van deze zone (zie figuur 4.2) is in gebruik als zonnepark (Sunpark Delfzijl). Aan de noordwestzijde van deze zone (eveneens blauw omlijnd) wordt nu een terrein ontwikkeld door Purified Metal Company (PMC). Het terrein waarop de inrichting van PMC zal worden gerealiseerd, ligt niet volledig in een gebied met Waarde Archeologie 4 en heeft een totale oppervlakte van m 2, waarvan slechts m 2 zal worden bebouwd. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 22

33 Desalniettemin betreft het gebied onderzoeksplichtige gronden waarvoor: PMC bij het ontwerp en de bouw rekening moet houden met de richtlijnen uit het behoudsplan. Bij de (aanvraag) bouwvergunning zal PMC aantonen in hoeverre hieraan wordt voldaan, aanvullend archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden en/of eventueel geschroefd in plaats van geheid moet worden; Groningen Seaports (GSP) de planontwikkeling moet aanpassen aan de in situ behoudseisen uit het Behoudsplan; Gemeente Delfzijl (bouw)vergunningen moet toetsen aan de behoudseisen uit het Behoudsplan. Figuur 4.2: Zone 4: Heveskesklooster West Samengevat zal de voorgenomen vestiging van PMC op de beoogde locatie geen archeologische en/of cultuurhistorische waarden aantasten, en zal zowel door PMC, GSP als gemeente Delfzijl worden getoetst aan de eisen, voorwaarden en richtlijnen uit het Behoudsplan. 3.9 Energie-efficiency en CO2-emissie reductie Met een verwerkingscapaciteit van ton per jaar en een elektriciteitsverbruik van 672 kwh/ton zal PMC naast 4 miljoen m 3 aardgas voor de naverbrander ongeveer MWh per jaar nodig hebben om de recyclinginstallatie te kunnen laten draaien. Dit zal van het net betrokken worden. Maar beoogd wordt om oranje-groene elektriciteit in te kopen, bijvoorbeeld van het nabijgelegen SunPort Delfzijl waar op 30 ha zonnepanelen worden aangelegd met een productiecapaciteit van 30 MWe, of andere duurzame bronnen. Daarnaast verwacht PMC ten gevolge van het voorkomen van storten van (asbesthoudend) staalschroot een netto CO2 emissiereductie van om en nabij de ton per jaar gaan realiseren. Zowel bij het ontwerp als de aanleg en exploitatie van het gebouw en de installaties zullen de beste beschikbare technieken en installaties op het gebied van energie-efficiency worden toegepast. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 23

34 Vanwege het milieu- en bedrijfseconomische belang van energie-efficiency en CO2-emissiereductie zal daaraan in hoofdstuk 4 (alternatieven) van dit MER extra aandacht worden besteed. Daarbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan de volgende, mitigerende maatregelen energiebesparing en CO2 emissiereductie maatregelen: Gebruikmaking van zonne-energie van Sunport Delfzijl; Optimale benutting restwarmte; Alternatieve transport modaliteiten (schip) Grensoverschrijdende milieueffecten Mede vanwege de nabijheid van de Nederlandse-Duitse grens is nagegaan of mogelijk sprake is van (aanzienlijke) milieueffecten ten gevolge van de voorgenomen activiteit op Duits grondgebied. In dat kader is gekeken naar de gevolgen en reikwijdte van de emissies naar de lucht (luchtkwaliteit), de depositie van stikstof en visuele hinder (bv. van licht). In het kader van het milieuaspect natuurbescherming is hiernaar gekeken. Daarbij is tevens gebruik gemaakt van het MER en bestemmingsplan Oosterhorn deelrapport thema Natuur van 5 december Daaruit blijkt dat: negatieve gevolgen als gevolg van stikstofdepositie op omliggende Duitse Natura 2000-gebieden en soorten kunnen worden uitgesloten; overige storingsfactoren waaronder licht, geluid en trillingen niet van toepassing zijn of niet tot over de Duits-Nederlandse grens reiken. Op basis van voorgaande wordt geconcludeerd dat negatieve grensoverschrijdende effecten ten gevolge van de voorgenomen activiteiten van PMC kunnen worden uitgesloten Gezondheidseffecten Gelet op enerzijds de aard van de te verwerken materialen en anderzijds het verwerkingsproces is nadrukkelijk ook aandacht besteed aan de potentiële gezondheidseffecten van eventuele emissies van asbestvezels en zware metalen waaronder kwik. Algemeen Bij het ontwerp van de fabriek, het productieproces en de installaties is PMC niet uitgegaan van de minimale eisen en beste beschikbare technieken (BBT) zoals vastgelegd in wet- en regelgeving, maar heeft PMC zich gericht zich op het maximaal voorkomen en minimaliseren van emissies van welke schadelijke stof dan ook die tijdens de bedrijfsprocessen kunnen vrijkomen. Maximale emissiepreventie en -reductie is geborgd door: al het ingangsmateriaal gecontroleerd, inpandig en via gesloten systemen in het smeltproces te brengen; een continue onderdruk in de fabriekshallen te creëren en houden, zodat geen ongecontroleerde emissies kunnen optreden; de ruimtelucht gecontroleerd met HEPA filters af te vangen, zodat eventuele schadelijke emissies niet naar de atmosfeer uitgestoten kunnen worden; de proceslucht via een zeer geavanceerde rookgasreinigingsinstallatie te behandelen door middel van naverbranding, reiniging en filtering van de afgassen zodat de uitstoot van schadelijke stoffen uit de schoorsteen tot een minimum wordt beperkt; 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 24

35 een noodstroom voorziening zodat ook in geval van ongewone voorvallen of calamiteiten de onderdruk, en proces(lucht) afzuiging gegarandeerd blijft, en automatisering ter voorkoming van in- en uitschakelemissiepieken. Met dit pakket aan mitigerende maatregelen worden eventueel schadelijke effecten op de volksgezondheid geminimaliseerd. Het proces van PMC is daarmee niet alleen duurzamer en goedkoper dan de huidige praktijk van saneren (reinigen) en storten, maar vooral ook veiliger voor de volksgezondheid. Asbestvezels In aanvulling op voorgaande en zoals in hoofdstuk 2 al beschreven, worden de asbestvezels tijdens het verwerkingsproces vernietigd doordat de asbestvezels tijdens het smeltproces ten gevolge van de hoge temperaturen uiteenvallen en als onschadelijke bestanddelen siliciumoxide (SiO2) en mangaanoxide (MgO) in de slakken terecht komen. Daardoor vormen asbestvezels geen gevaar meer voor mens en milieu. Ter toelichting op het proces van asbestdecompositie het volgende. Het uiteenvallen van asbestvezels (ook wel aangeduid als asbestdecompositie) door middel van thermische verwerking is in het verleden veelvuldig en door meerdere gerenommeerde internationale onderzoeksinstituten onderzocht (TNO, RWTH Aachen/Institut für Eisenhüttenkunde, Silesian University of Technology, Giliwice, Poland en Faculty of Engineering, Musashi Institute of Technology, Tokyo, Japan), niet alleen door middel van literatuuronderzoek maar ook door het uitvoeren van smeltproeven met verschillende soorten asbest en asbesthoudend afval. Uit de literatuurstudie en smeltproeven kunnen samengevat (voor PMC) de volgende hoofdconclusies worden getrokken: bij het bereiken van een temperatuur van o C wordt elk type asbest volledig omgezet tot amorfe afbraakproducten waarbij de schadelijke vezelstructuur verdwijnt; de onschadelijke amorfe afbraakproducten bestaan uit mineralen (Silicium- en Magnesium oxides) die nagenoeg volledig in de slakken terecht komen, het restant wordt afgebroken in de rookgasreiniging; door de hoge procestemperatuur bij PMC wordt de opwarming tot de omzettingstemperatuur in alle vezels zeer snel bereikt. Er is niet alleen veel onderzoek verricht naar thermische verwerking van asbest en asbesthoudend afval. Deze technologie wordt ook in de praktijk gebracht. In Europa is één ander bedrijf dat op vergelijkbare wijze en met vergelijkbare procestemperaturen als PMC asbest en asbesthoudend afval thermisch op commerciële schaal verwerkt. Dat is het bedrijf Inertam in Frankrijk (Bordeaux). In drie opzichten is de techniek van Inertam afwijkend van wat PMC gaat doen, namelijk: Inertam neemt puur asbest in dat beschikbaar komt na verwijdering van staal of cement, daarnaast neemt het asbestcementproducten in. PMC neemt alleen asbest in dat is verbonden met staal; Inertam smelt en verglaast asbest(vezels) tot een inert vitrificaat, een glasachtige, chemisch stabiele matrix oftewel slak die als substituut van kwarts en basalt kan worden gebruikt in bouwmaterialen, terwijl PMC naast herbruikbare slakken ook gereinigd staalschroot in de vorm van PMB s produceert; het vitrificatie- of verglazingsproces van Inertam berust op plasmatechniek, dat een zeer hoog elektriciteitsverbruik en hoge verwerkingskosten kent, terwijl PMC voor de verwarming een efficiëntere inductietechniek en een vloeibaar staalbad toepast om de gewenste procesomstandigheden te bereiken en daardoor lagere kosten kent. Voor meer informatie over de plasmatechnologie van Inertam voor asbestvernietiging zie de volgende websites: 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 25

36 Het is mede tegen deze achtergrond dat als minimumstandaard voor de verwerking van asbest en asbesthoudend afval thermische verwerking (naast storten en chemische technieken) is toegestaan in het vigerende LAP2. Asbestvezels die vrijkomen voordat ze het smeltbad bereiken, worden afgezogen naar de rookgasreinigingsinstallatie waar deze en andere organische componenten in de thermische naverbrander bij o C alsnog worden vernietigd. In het theoretische geval dat er dan alsnog asbestvezels aanwezig zouden zijn, dan worden de asbestvezels en overige stofdeeltjes afgevangen in het dubbel uitgevoerde doekenfilter systeem. Zware metalen waaronder kwik De te accepteren en verwerken asbesthoudende staalschrootstromen kunnen verschillende zware metalen en/of Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) bevatten waaronder kwik. Kwik kan zich alleen bevinden in staalschroot dat uit de olie- en gasindustrie afkomstig is. Dit is bij inname bekend. Andere asbesthoudende staalschroot soorten bevatten geen kwik. Ter voorkoming van eventuele kwikemissies heeft PMC de mogelijkheid onderzocht om de rookgasreiniging - naast reiniging met actief kool (een traps systeem) - te voorzien van een tweetraps systeem waarin additieven worden toegevoegd zodat kwik en andere zware metalen maximaal worden afgevangen en de uitstoot tot een minimum worden beperkt. Deze optie is uitgebreid beschreven in hoofdstuk 4. Op basis van het onderzoek heeft PMC besloten om dit tweetrapssysteem te gaan installeren. Getuige voorgaande toelichting met betrekking tot kwik heeft PMC vergaande emissie reducerende maatregelen en voorzieningen getroffen die primair zijn gericht op (asbest en) kwik, maar ook van toepassing zijn op overige zware metalen. Daarmee zijn ook de potentieel schadelijke effecten van zware metalen waaronder kwik tot een minimum beperkt. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 26

37 4 Alternatieven en varianten 4.1 Redelijkerwijs te beschouwen alternatieven en varianten Volgens de Wet milieubeheer moet het MER niet alleen de voorgenomen activiteit beschrijven, maar ook de alternatieven daarvoor, die redelijkerwijs in beschouwing dienen te worden genomen, en een motivering van de in beschouwing genomen alternatieven bevatten (artikel 7.23 lid 1 onder b Wm). Vooraleer de alternatieven te behandelen, worden hierover de volgende kanttekeningen geplaatst: Alle mogelijk te beschouwen alternatieven (en varianten) moeten worden vergeleken met een verplicht Nulalternatief. Een Nulalternatief is de meest waarschijnlijk te achten ontwikkeling die zal plaatsvinden in het geval een project niet wordt uitgevoerd. Met het Nulalternatief kunnen de effecten van andere alternatieven hiertegen worden afgezet, waarbij de feitelijke beschrijving van de huidige situatie en haar autonome ontwikkeling de functie van een referentiekader vervult. Daarom wordt het Nulalternatief ook wel aangeduid als de referentiesituatie. Sinds 1 juli 2010 is het niet meer verplicht om bij de alternatieven ook het zogeheten meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) op te nemen. Dus een MMA is niet verplicht; Uit de jurisprudentie 2 blijkt dat een MER voor een omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu geen locatiealternatieven hoeft te bevatten. Niettemin wordt in dit verband opgemerkt dat de locatiekeuze een resultaat is van een uitgebreid voortraject en een weloverwogen keuze. Dit initiatief betreft de oprichting en exploitatie van een compleet nieuwe inrichting, proces en installatie die aan alle geldende wettelijke eisen en normen zal (moeten) voldoen. De techniek is uitgebreid getest, innovatief en gepatenteerd. Desalniettemin wil PMC niet slechts voldoen aan alle standaard minimale wettelijke eisen en voorwaarden, maar zich maximaal inspannen om welke schadelijke milieueffecten dan ook te voorkomen en op zijn minst te verkleinen. Daarom is een aantal technische uitvoeringsvarianten onderzocht. Tegen deze achtergrond bevat dit MER geen MMA, geen locatie-alternatieven maar wel technische uitvoeringsvarianten op basis waarvan een voorkeursalternatief is uitgewerkt. Daarnaast zijn mitigerende (en compenserende) maatregelen onderzocht oftewel maatregelen om aanzienlijke negatieve milieueffecten te vermijden of te voorkomen. Ten aanzien van zowel de technische uitvoeringsvarianten als de mitigerende maatregelen bevat dit MER een beschrijving, beoordeling en motivering om ze wel of niet op te nemen in het voorkeursalternatief en te realiseren binnen de inrichting van PMC. Zoals in paragraaf 1.3 al aangegeven, heeft over de bij de mededeling (d.d. 17 maart 2017) gevoegde notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en de in het MER te beschouwen alternatieven (voor)overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van uw provincie, de Omgevingsdienst Groningen (ODG) en de Natuur- en Milieufederatie (NMF) Groningen. Op grond van bovenstaande (uitgangs)punten worden in onderhavig MER in elk geval de volgende technische uitvoeringsvarianten respectievelijk mitigerende maatregelen beschouwd. Technische uitvoeringsvarianten: verdergaande emissie reductie van in elk geval: stikstof d.m.v. een S(N)CR denox installatie in de rookgasreinigingsinstallatie; kwik d.m.v. een tweetraps systeem en extra additief in de rookgasreinigingsinstallatie. 2 ABRvS 23 april 2008, nr /1 en ABRvS 2 april 2008, nr /1 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 27

38 Mitigerende maatregelen: verdergaande energiebesparing en CO2 emissiereductie door: elektriciteit te gaan betrekken van het nabijgelegen SunPort Delfzijl en/of het elders inzetten van restwarmte; terugdringen van het aantal transportbewegingen over de weg door meer gebruik te maken van transport over het water (per schip); storing en/of calamiteiten reducerende maatregelen zoals een noodstroomvoorziening op accu s of diesel en automatisering ter voorkoming van in- en uitschakelemissiepieken. 4.2 Beschrijving alternatieven Nulalternatief Zoals hiervoor al beschreven is het Nulalternatief de meest waarschijnlijk te achten ontwikkeling die in de toekomst zal ontstaan als het project niet wordt gerealiseerd. Dat wil zeggen de huidige situatie en haar autonome ontwikkeling. Met autonome ontwikkeling wordt bedoeld de referentiesituatie waarin ervan wordt uitgegaan dat vastgesteld overheidsbeleid (en de gevolgen daarvan) zal worden gerealiseerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de vestiging van bedrijven op een bedrijventerrein op basis van een Structuurvisie of vastgesteld bestemmingsplan. In onderhavige situatie is hiervan sprake. Immers, in de vastgestelde ontwerp-structuurvisie Eemsmond- Delfzijl en het voorontwerp bestemmingsplan Oosterhorn is voorzien in de vestiging en realisatie van een vergelijkbaar bedrijf of project met een vergelijkbare milieubelasting, namelijk milieucategorie 5 (VNGpublicatie Bedrijven en milieuzonering ). Deze notie is van belang voor de vergelijking van de te beschouwen voorgenomen activiteit, technische uitvoeringsvarianten en overige maatregelen met het Nulalternatief. Mede omdat de precieze milieueffecten van het Nulalternatief onbekend en niet te voorspellen zijn, zijn die effecten standaard op 0 gezet (zie paragraaf 4.5). 4.3 Beschrijving technische uitvoeringsvarianten De technische uitvoeringsvarianten betreffen twee aanvullende processtappen gericht op het verder terugdringen van de emissies van: stikstof (NOx) d.m.v. een S(N)CR denox installatie in de rookgasreinigingsinstallatie; kwik (Hg) d.m.v. een tweetraps reinigingssysteem in de rookgasreinigingsinstallatie Reductie stikstof emissie In de voorgenomen activiteit is PMC uitgegaan van een eenvoudige rookgasreinigingsinstallatie zonder, onder andere, een DeNOx installatie, dit vanwege de onbekendheid met de emissie van stikstof en de met een dergelijke installatie gepaard gaande investeringskosten. Op basis van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD), de uitgevoerde stikstofemissie- en depositieberekening en haar zorg voor het milieu heeft PMC de meerwaarde en haalbaarheid van twee types DeNOx installatie onderzocht. Hieronder volgt een samenvatting van het uitgevoerde onderzoek. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 28

39 Inleiding Het rookgasreinigingssysteem van PMC is voorzien van een naverbrandingskamer teneinde eventuele vrije asbestvezels onschadelijk te maken en ook organische componenten in de gasstroom te verbranden. Vanwege de hoge temperatuur van o C die in de naverbrander wordt bereikt, vindt vorming van NOx plaats. Om de NOx emissie zo beperkt mogelijk te houden, moet aan het rookgasreinigingssysteem een DeNox installatie worden toegevoegd. Onderzocht is welk type DeNOx installatie daarvoor het meest geschikt is. Proces Na de naverbrandingsinstallatie moeten de rookgassen worden afgekoeld naar een temperatuur van ongeveer 150 o C. Het bereiken van deze temperatuur is de noodzakelijke werktemperatuur voor het chemische adsorptie en filteringsproces in doekenfilters dat plaatsvindt voordat de rookgassen via de schoorsteen worden afgevoerd. Om te voorkomen dat dioxines en furanen worden gevormd in het afkoelingstraject van o C naar 150 o C (de-novo-synthese), moet vooral de afkoeling in het temperatuurtraject tussen de o C snel plaatsvinden. Dit vindt plaats in de quencher, die voor dit doel o.a. is voorzien van een sproeikoelinstallatie met water. Installatiekeuze Er bestaan twee soorten DeNOx installaties, namelijk: Selectieve katalytische Reductie-installaties (SCR); Selectieve non-katalytische Reductie-installaties (SNCR). SCR-installatie Een SCR-installatie werkt in een temperatuurbereik van 180 tot 500 o C. Daarnaast is de te behandelen gasstroom bij voorkeur belast met weinig stof. Dit heeft als consequentie dat een SCR-installatie in het PMC-rookgasreinigingssysteem na het filter geplaatst zou moeten worden en dat de gasstroom opnieuw opgewarmd zou moeten worden zodat de gewenste procesomstandigheden worden bereikt. Vanuit milieuhygiënisch noch vanuit kostentechnische standpunt is dit een effectieve oplossing. SNCR-installatie Een SNCR-installatie werkt bij een hoger temperatuurbereik waarbij het reagens (ammoniak of ureum) wordt geïnjecteerd in de rookgassen en dit bij een specifieke temperatuurzone, optimaal C. SNCR Selectieve niet-katalytische reductie, in het Engels Selective Non-Catalytic Reduction (SNCR) genoemd, is een techniek om stikstofoxiden (NOx) te verminderen zonder gebruik te maken van een katalysator. De techniek komt erop neer, om in de verbrandingskamer van bijvoorbeeld een thermische elektriciteitscentrale ureum (of ammoniak) in te spuiten. Ureum kan zowel vast poeder als een waterige oplossing zijn en is veiliger op te slaan dan ammoniak, dat een giftig gas is.. Dit ureum doet dienst als bron voor ammoniak. De chemische reactie ziet er als volgt uit: (NH2)2CO + H2O 2NH3 + CO2 SNCR is voor rookgasreiniging BBT en zowel qua investeringskosten als exploitatielasten goedkoper dan selectieve katalytische reductie (SCR). De procesomstandigheden voor een SNCR-installatie zijn in twee opzichten zeer goed: Gunstige reactiekamer: Van de naverbrandingskamer (gasstroom van boven naar beneden) wordt het gas eerst weer naar boven geleid alvorens de quench installatie te betreden (gasstroom van boven naar beneden). In de gasstroom van beneden naar boven is de DeNox installatie geplaatst. Dit betekent dat de reactiekamer voor een SNCR-installatie groter dan noodzakelijk is met een hoge 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 29

40 retentietijd (tijdsverschil tussen het moment van injecteren en het moment dat de hoogste concentratie van de piek de detector passeert) als gevolg; Temperatuurbeheersing: Na de naverbrandingskamer wordt de verbrandingslucht afgekoeld naar het gewenste temperatuurbereik met behulp van lucht. Dit afkoelen van heet naverbrandingsgas van o C naar het gewenste temperatuurbereik ( o C) is zeer nauwkeurig te regelen. Nadat de NOx reductie heeft plaatsgevonden, vindt verdere snelle effectieve afkoeling van de gasstroom in de Quencher plaats zonder gevaar voor nieuwe vorming van dioxines en furanen. Op grond van voorgaande vergelijking op procestechnologische, milieuhygiënische en kostentechnische aspecten is gekozen voor een SNCR-installatie voor het reduceren van de NOx emissies waarbij wordt uitgegaan van gebruik van ammoniak als reagens. 4.4 Reductie kwik emissie Een beperkt aantal en soorten asbesthoudende staalschroot kunnen kwik bevatten die bij het smelten van het staalschroot vrij kunnen komen. Ter voorkoming daarvan heeft PMC de mogelijkheid onderzocht om de rookgasreiniging naast actief kool reiniging (een traps systeem) te voorzien van een tweetraps systeem waarin additieven worden toegevoegd met een zeer lange verblijfstijd en hoge efficiency. Het belangrijkste additief een mengsel van 70%-80% kleimineralen en 20%-30% actief kool (Dioxorb) om zuren en (zware) metalen waaronder kwik te verwijderen (organische componenten zijn al verbrand in de naverbrandingskamer). Omdat actief kool reiniging met toevoeging van het additief Doxorb onvoldoende effectief is om hoge gehaltes aan zware metalen te behandelen, heeft PMC aanvullend op het tweetrapssysteem de optie bekeken om ook eventuele piekladingen metallisch kwik (vluchtig kwik in dampvorm) te ioniseren met het anorganische additief NETfloc die met een sproeier in een aparte ruimte wordt verdampt. Netfloc wordt toegepast om (ook) metallisch kwik te ioniseren, zodat het beter wordt opgenomen door de additieven (actief kool). Dosering van Netfloc vindt automatisch plaats, aan de hand van (kwik)meting in de afgasstroom. Netfloc wordt in Europa door meerdere bedrijven met thermische verwerkingsprocessen van kwikhoudend afval toegepast, waaronder ook door ATM Moerdijk in de rookgasreiniging van de reinigingsinstallatie voor verontreinigde grond. Hieruit blijkt dat het hier om een bestaande techniek in een vergelijkbaar systeem gaat die uitstekend werkt. Uit dat onderzoek is gebleken dat deze extra voorziening het risico op mogelijke kwikemissies dusdanig verkleint dat de MTR waarde voor kwik nergens in het onderzoeksgebied zal worden overschreden. 4.5 Beschrijving mitigerende maatregelen Naast de hiervoor beschreven technische uitvoeringsvarianten zijn ook andere maatregelen onderzocht om aanzienlijke negatieve milieueffecten te vermijden of te voorkomen (mitigeren). De onderzochte mitigerende maatregelen bestaan enerzijds uit maatregelen en voorzieningen gericht op: verdergaande energiebesparing en CO2 emissiereductie; voorkoming of verkleining van (kans op) ongewone voorvallen of calamiteiten. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 30

41 4.5.1 Energiebesparing en CO2 emissiereductie Energiebesparing en CO2 emissiereductie door: elektriciteit te gaan betrekken van het nabijgelegen SunPort Delfzijl en/of het elders inzetten van restwarmte; terugdringen van het aantal transportbewegingen over de weg door meer gebruik te maken van transport over het water (per schip). Verduurzamen energiegebruik en -afzet Deze maatregel betreft de mogelijkheid om oranje-groene elektriciteit in te kopen, bijvoorbeeld van het nabijgelegen SunPort Delfzijl waar op 30 ha zonnepanelen zijn aangelegd met een productiecapaciteit van 30 MWe. Daaraan gekoppeld is de mogelijkheid onderzocht om restwarmte af te zetten bij warmte vragende industrie(bedrijven). Uit het onderzoek is gebleken dat beide maatregelen niet opportuun en thans niet realiseerbaar zijn. Dat heeft samengevat te maken met de daarvoor benodigde lokale infrastructuur, de daarmee gepaard gaande investeringen en voorbereidingen en de (contractuele) ontwikkeling van zowel Sunport Delfzijl als het (lokale) warmtenet. Transport per schip Een andere maatregel voor het terugdringen van het energiegebruik en de emissie van CO2 is het terugdringen van het aantal transportbewegingen over de weg, onder andere door de mogelijkheden van aanvoer van asbesthoudend staalschroot en de afvoer van PMB s per schip. Naar deze maatregel heeft ook een vooronderzoek plaatsgevonden, op basis waarvan wordt geconcludeerd dat dit ook (nog) niet opportuun is. Belangrijkste redenen daarvoor zijn enerzijds dat het daarmee te behalen besparingspotentieel (energie en CO2 emissie) ten opzichte van de voorgenomen activiteit (15-20 MWe en CO2 reductie van ton per jaar) verwaarloosbaar klein is. Anderzijds zijn de mogelijkheden daartoe dusdanig beperkt en de gevolgen daarvan voor de logistieke infrastructuur dusdanig verstrekkend dat deze maatregel eerst nader besproken moet worden met leveranciers, logistiek dienstverleners en afnemers Terugdringing calamiteiten i.r.t. emissies Op basis van voornamelijk het commentaar van de Natuur- en Milieufederatie Groningen (NMF) is deze maatregel opgenomen in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Als storing en/of calamiteiten reducerende maatregelen zijn de volgende twee maatregelen onderzocht: een noodstroomvoorziening op accu s of diesel; geautomatiseerde maatregelen bij in- en uitschakelen van smeltinstallatie en rookgasreiniging. PMC is voor de productie afhankelijk van een constante stroomvoorziening. Stroomstoringen hebben als voornaamste effect dat het smeltproces onmiddellijk stopt, met bedrijfseconomische effecten als gevolg. Daarnaast stopt ook de afzuiging van ruimtes en de afzuiging uit het proces, waardoor de onderdruk in het (dichte) gebouw langzaam zal afnemen. Dit zal niet onmiddellijk tot emissies leiden, echter het is ongewenst dat deze situatie aanhoudt. Daarnaast kunnen zouden bij het in- en uitschakelen van de smeltinstallatie ongewenste emissies kunnen optreden als gevolg van het inschakelverschijnsel, bijvoorbeeld omdat de rookgasreiniging (nog) niet helemaal goed functioneert. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 31

42 Noodstroomvoorziening Met een noodstroomvoorziening wordt stroomvoorziening voor ruimteafzuiging ten behoeve van onderdruk en procesafzuiging gegarandeerd en worden calamiteiten en ongewenste (milieu)effecten voorkomen. Om essentiële processen van energie te kunnen blijven voorzien, wordt de fabriek in Delfzijl voorzien van een tweetal noodstroomvoorzieningen. De eerste voorziening betreft een UPS installatie bestaande uit een accu en de tweede voorziening bestaat uit een dieselgeneratorinstallatie. UPS installatie Een UPS (Uninterruptible Power Supply) installatie bestaat uit een set batterijen die permanent in opgeladen toestand wordt gehouden door de netspanning. Doelstelling van de UPS installatie is om het informatieverwerkend systeem in de controlekamer, inclusief CCTV systemen, bij een onderbreking van de netspanning operationeel te houden. De capaciteit moet voldoende zijn om alle systemen die kritisch zijn voor de veiligheid van personeel en omgeving te kunnen monitoren voor tenminste 30 minuten. In het geval van een spanningsonderbreking zal de UPS installatie zonder onderbreking de stroomvoorziening overnemen, aangezien ze permanent aan het net is gekoppeld. Dieselgeneratorinstallatie De dieselgenerator bestaat uit een installatie die is aangesloten op het hoofdschakelpaneel van de hoofdstroomvoorziening. In het geval van een spanningsonderbreking wordt direct en automatisch een signaal naar de installatie gestuurd om te starten. Doelstelling van de dieselgeneratorinstallatie is om na een stroomstoring: kritische installaties in de smelterij in veilige toestand te brengen; kritische installaties in de rookgasreiniging in veilige toestand te brengen, c.q. te houden; onderdruk in asbest-gevaarlijke ruimtes te onderhouden zodat geen emissie van asbestvezels kan plaatsvinden vanuit deze ruimtes. De capaciteit van de dieselgeneratorinstallatie zal hiervoor voldoende moeten zijn. Tijdens detailengineering zal een zogenaamde consumer load list worden opgesteld om de exacte capaciteit te bepalen. Verwacht wordt dat de capaciteit van de generator MVA zal worden. De dieselgenerator zal, los van het hoofdgebouw, in een separate geluidswerende ombouw worden geplaatst en worden voorzien van een vloeistofdichte verharding. De exacte locatie zal later bepaald worden. De generator moet voldoende brandstof hebben om gedurende 6 uur in vollast te kunnen draaien. Verwacht wordt dat de installatie daarvoor een tank met 500 liter brandstof nodig zal hebben. Geautomatiseerde maatregelen smeltinstallaties en rookgasreiniging De rookgassen in de installatie van PMC ontstaan voor een beperkt deel als gevolg van het smeltproces, aangezien dit een elektrisch smeltproces, en geen verbrandingsproces is. De rookgasstroom bij PMC ontstaat vooral doordat in de naverbrandingsinstallatie naverbranding met aardgas plaatsvindt en omdat afzuigventilators in het rookgassysteem voor afzuiging zorgen. Dit betekent dat de rookgasstroom zeer goed te sturen is. Zo zal bijvoorbeeld de naverbrandingskamer op bedrijfstemperatuur van o C komen met behulp van buitenlucht in plaats van proceslucht. De smeltinstallatie kan pas worden ingeschakeld bij een goed werkende rookgasreinigingsinstallatie. Dit resulteert erin dat er geen emissiepieken zijn bij inschakelen. Bij het defect raken van een kritisch onderdeel van de rookgasreinigingsinstallatie hoeven alleen de gastoevoer, de afzuigventilator en het smeltproces te worden stop gezet. Deze maatregelen worden geautomatiseerd uitgevoerd. Met deze maatregel worden ongewenste emissies bij calamiteiten voorkomen. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 32

43 4.6 Beoordeling alternatieven, varianten en maatregelen De gevolgen van de voorgenomen activiteit alsmede de hiervoor beschreven alternatieven, technische uitvoeringsvarianten en mitigerende maatregelen zijn beoordeeld en vergeleken met het Nulalternatief en de voorgenomen activiteit. Zoals in paragraaf 4.1 al is aangegeven, hoeft een Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) in het kader van een (beperkt) MER niet te worden beschreven. Echter, vanuit enerzijds de algemene zorgplicht voor het milieu en anderzijds wettelijke minimalisatieverplichtingen is PMC nagegaan welke technische uitvoeringsvarianten en mitigerende maatregelen overwogen kunnen worden om de milieubelasting zo beperkt mogelijk te houden of de milieueffecten verder te reduceren. Uit de beschrijving van de alternatieven, varianten en maatregelen ontstaat dan het volgende beeld. De kwalitatieve beoordelingen zijn gebaseerd op de in voorgaande paragrafen beschreven varianten en maatregelen en de verwachte (milieu)effecten daarvan. In de laatste kolom zijn alle plussen (+), minnen (-) en nullen (o) gesommeerd. Aldus ontstaat inzicht in de mate waarin de beschreven en onderzochte uitvoeringsvarianten en mitigerende maatregelen zich verhouden tot het Nulalternatief en een toegevoegde waarde bieden ten opzichte van de voorgenomen activiteit. Ter toelichting op deze beoordelingstabel het volgende: 1. Vooral de technische uitvoeringsvarianten leveren een substantiële bijdrage aan het terugdringen van de emissies van stikstof, kwik (en zware metalen). Daarmee worden ook de schadelijke effecten op lucht, natuur, bodem, grensoverschrijdende effecten en gezondheid geminimaliseerd. Vandaar ook een totaalscore van 5 respectievelijk 7; 2. Daarnaast leiden laatstgenoemde mitigerende maatregelen tot een significante afname van (de kans op) onvoorziene gebeurtenissen, in- en uitschakel piekemissies en/of calamiteiten waardoor zowel voor lucht, energie, externe veiligheid, BBT en gezondheid een gunstiger situatie ontstaat. Vandaar ook een totaalscore van (beide) 5; 3. Beide, hiervoor onder 1 en 2 beschreven varianten en maatregelen vergen weliswaar aanvullende investeringen en exploitatielasten, maar die wegen niet op tegen de te behalen milieuvoordelen die gepast zijn in het kader van de algemene zorgplicht en (wettelijke) minimalisatie inspanningen; De onderzochte mitigerende maatregelen alternatief gebruik en afzet van energie respectievelijk meer scheepstransport leiden weliswaar ook tot de nodige positieve (milieu)effecten, maar zijn niet zo groot (eindscores 3 en 4) en, belangrijker nog, thans (nog) niet zinvol en/of haalbaar. 14 september 2017 MER PMC I&BBE R002F0.4 33

RAPPORT. Uitgangspuntenrapport Constructie. Verbouwing entree NEMO

RAPPORT. Uitgangspuntenrapport Constructie. Verbouwing entree NEMO RAPPORT Uitgangspuntenrapport Constructie Verbouwing entree NEMO Klant: NEMO Referentie: I&BR001D01 Versie: 03/Finale versie Datum: 19 oktober 2016 O p e n HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Entrada 301 1114

Nadere informatie

RAPPORT. Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen

RAPPORT. Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen RAPPORT Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen Klant: ADT Referentie: BD9217/R001/Zwo Versie: 01/Finale versie Datum: 11 februari 2016 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Postbus 593 8000

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid ten behoeve van inzamelen van afval (grofvuil) van particulieren (locatie: Electronstraat 2 te Groningen) Groningen,

Nadere informatie

Sectorplan 12: Metalen

Sectorplan 12: Metalen TEKST SECTORPLAN 14 (onderdeel LAP) Sectorplan 14 Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan I Afbakening Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan bestaan uit met papier

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV DEFINITIEVE VERGUNNING verleend aan EEW Energy from Waste Delfzijl BV ten behoeve van de activiteit het wijzigen van de verwerkingscapaciteit (locatie: Oosterhorn 38, 9936 HD te Farmsum) Groningen, 17

Nadere informatie

Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013

Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013 Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013 Kenniscentrum InfoMil Bianca Schijven Opbouw IPPC-installatie Nieuwe categorieën Wat betekent voor omgevingsvergunning Enkele casussen 2 IPPC-installatie Definitie

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2129844/3498482 op de op 10 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Plastic Recycling Company BV, om vergunning krachtens de Wet

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Gruno Recycling ten behoeve van op- en overslag van metalen (locatie:duinkerkenstraat 100 te Groningen) Inhoudsopgave 1. OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Gebr. Borg Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager Datum besluit Onderwerp

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager Datum besluit Onderwerp Omgevingsdienst Regio Nijmegen D161392657 D161392657 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager Datum besluit Onderwerp Gemeente / locatie OLO-nummer Zaaknummer Activiteit ARN B.V. 25 augustus 2016 Verwerking luiers,

Nadere informatie

RAPPORT. Beeldkwaliteitsplan Hoebenakker- Salmespad. Gemeente Nederweert

RAPPORT. Beeldkwaliteitsplan Hoebenakker- Salmespad. Gemeente Nederweert RAPPORT Beeldkwaliteitsplan Hoebenakker- Salmespad Klant: Gemeente Nederweert Referentie: T&PBF5682R002F0.1 Versie: 0.1/Finale versie Datum: 17 september 2018 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Amerikalaan 110

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS. verleend aan. Franse auto?

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS. verleend aan. Franse auto? OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Franse auto? het wijzigen van een bestaande inrichting bedoeld voor demontage van autowrakken, reparatie en handel in auto s en handel in auto-onderdelen

Nadere informatie

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V.

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. REPORT Weesp, The Netherlands Health, Safety & Environment Issue Date: 19 mei 2016 Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. COPYRIGHT AND PROPERTY ABBOTT HEALTHCARE PRODUCTS

Nadere informatie

RAPPORT. Quickscan varianten Keutelbeek fase 1B. Royal HaskoningDHV Enhancing Society Together. Datum: 20 juni 2017

RAPPORT. Quickscan varianten Keutelbeek fase 1B. Royal HaskoningDHV Enhancing Society Together. Datum: 20 juni 2017 RAPPORT Quickscan varianten Keutelbeek fase 1B Klant: Gemeente Beek Referentie: Versie: T&PBD6566101106R001F04 04/Finale versie Datum: 20 juni 2017 Enhancing Society Together HASKONINGDHV NEDERLAND B.V.

Nadere informatie

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties PCB-bevattende apparaten en PCB-houdende olie 2. Belangrijkste bronnen Elektriciteitsbedrijven en industrie

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Van Gansewinkel ten behoeve van het opslaan van afvalstoffen. (locatie: Duinkerkenstraat 50 te Groningen) Groningen, 5 september 2012 Nr. 418911 Procedure

Nadere informatie

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING voor: veranderen koelinstallatie activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. intrekking terreindeel Salt. gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning. Oosterhorn 4 te Farmsum

OMGEVINGSVERGUNNING. intrekking terreindeel Salt. gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning. Oosterhorn 4 te Farmsum OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan AkzoNobelChemicals BV voor: intrekking terreindeel Salt activiteiten locatie: kenmerk bevoegd gezag: gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning Oosterhorn 4 te Farmsum

Nadere informatie

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader TEKST SECTORPLAN 45 (onderdeel LAP) Sectorplan 45 Brandblussers I Afbakening Dit sectorplan heeft betrekking op de verwerking van brandblussers. Onderstaand - niet limitatief bedoeld - overzicht bevat

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Martens Havenontvangstinstallatie Vlissingen B.V. Spanjeweg 2 4455 TW NIEUWDORP Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 21 december 2015 Onderwerp:

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET

Nadere informatie

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval. TEKST SECTORPLAN 41 (onderdeel LAP) Sectorplan 41 Verpakkingen algemeen I Afbakening Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide OMGEVINGSVERGUNNING voor: uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide activiteit: het milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Nedmag bv locatie: Billitonweg

Nadere informatie

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 1. AANLEIDING Op 19 oktober 2015 hebben wij van Coops Mengvoeders BV te Halle (hierna

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z OMGEVINGSVERGUNNING voor: aanleg waterstofleiding activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer: Z2017-00002714

Nadere informatie

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving FUIV[b Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F./ TOP Leeuwarden T.a.v. de heer van Smaalen Postbus 6 9843 ZG GRIJPSKERK Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT 2015 Ons kenmerk : 201 5-FUMO-0003748 Afdeling

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D *D170252216* D170252216 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Tapijtfabriek Intercarpet BV Datum besluit : 24 mei 2017 Onderwerp : aanpassen vergunning Locatie : Tweede Broekdijk 1 te Aalten OLO-nummer : 2807768

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering Milieu Service Zuid B.V. te Maasbracht Zaaknummer 2012-0105 d.d. 8 maart 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Uitspraak 201404297/1/A4

Uitspraak 201404297/1/A4 1 van 7 10-12-2014 10:51 Uitspraak 201404297/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 10 december 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland Hoger beroep 201404297/1/A4.

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Bescliikking 00532065 ODH-2018-00160159 2 8 JAN. 2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering.

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering. OMGEVINGSVERGUNNING WABO verleend aan Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering. de locatie: Rouaanstraat 43 te Groningen

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 17 (onderdeel LAP) Sectorplan 17 Reststoffen van drinkwaterbereiding I Afbakening Reststoffen van drinkwaterbereiding komen vrij bij de bereiding van drinkwater. Deze reststoffen zijn

Nadere informatie

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie 8 juli 2010 / rapportnummer 1840-279 1. OORDEEL OVER DE AANVULLENDE INFORMATIE

Nadere informatie

ten behoeve van Waddinxveense Groenrecycling Wagro BV

ten behoeve van Waddinxveense Groenrecycling Wagro BV RIE-/BBT-TOETS ten behoeve van Waddinxveense Groenrecycling Wagro BV in het kader van een aanvraag veranderingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting gelegen

Nadere informatie

BESCHIKKING OMGEVINGSVERGUNNING

BESCHIKKING OMGEVINGSVERGUNNING BESCHIKKING OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Qlyte Operations B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor de productie van secundaire grondstoffen (Locatie: Kranssteenweg 2, Farmsum)

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteit milieuneutraal veranderen. MGG Netherlands BV te Tegelen gemeente Venlo

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteit milieuneutraal veranderen. MGG Netherlands BV te Tegelen gemeente Venlo Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutraal veranderen MGG Netherlands BV te Tegelen gemeente Venlo Zaaknummer: 2017-200673 Kenmerk: 2017/18405 d.d.

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Hoogeveen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 mei 2010 / rapportnummer 2210-46 1. OORDEEL OVER HET MER

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan BioMCN ten behoeve van het milieuneutraal plaatsen van een container voor de opslag van glycerolmonsters en tijdelijke voorzieningen voor het verpompen van glycerine (locatie:

Nadere informatie

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

sectorplan 27 Industrieel afvalwater sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Collin B.V. te Venlo. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Collin B.V. te Venlo. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Collin B.V. te Venlo Zaaknummer: 2017-202316 Kenmerk: 2017/38559 d.d. 1 juni 2017 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU *D152097259* D152097259 ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU Aanvrager : P.C. van Tuijl Kesteren b.v. Datum besluit : Onderwerp : uitbreiding bedrijfsgebouw Van Tuijl Marsdijk Lienden Gemeente

Nadere informatie

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Postbus

Nadere informatie

Besluit. Wabo, Milieuneutraal veranderen. Eerste Lelystadse Schroothandel BV, Staalstraat 19, Lelystad

Besluit. Wabo, Milieuneutraal veranderen. Eerste Lelystadse Schroothandel BV, Staalstraat 19, Lelystad Besluit Wabo, Milieuneutraal veranderen Eerste Lelystadse Schroothandel BV, Staalstraat 19, Lelystad Aanvrager: Eerste Lelystadse Schroothandel BV Staalstraat 19 8211 AH LELYSTAD Locatie: Staalstraat 19

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2040247/2803136 op de op 14 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Heijmans Facilitair Bedrijf BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie ExxonMobil Raffinaderij Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2015 / rapportnummer 2964 40 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. Besluit omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Aanvraagnummer OLO-2109051 Zaaknummer 199571 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 1000BC, Amsterdam Locatie: Gronddepot Noorder IJplas Oostzanerdijk

Nadere informatie

Besluit Milieuneutraal veranderen. Van Peperzeel B.V, James Wattlaan 6 Lelystad

Besluit Milieuneutraal veranderen. Van Peperzeel B.V, James Wattlaan 6 Lelystad Besluit Milieuneutraal veranderen Van Peperzeel B.V, James Wattlaan 6 Lelystad Aanvraagnummer: FMA-Nillesen Ecu 37 8305 BA Emmeloord Locatie: Van Peperzeel B.V. James Wattlaan 6 8218 MB Lelystad Onderwerp:

Nadere informatie

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS) OIVIGEVINGSVERGUNNING verleend aan Gasunie Transport Services (GTS) ten behoeve van de activiteit milieuneutraal veranderen "aanpassingen aan het brandstofgassysteem" (Locatie: Vierhuizerweg 1 te Eemshaven)

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Suiker Unie Vierverlaten

OMGEVINGSVERGUNNING. Suiker Unie Vierverlaten OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Suiker Unie Vierverlaten ten behoeve van het plaatsen van een voorraad ijzerchloride bij de waterzuivering (locatie: Fabriekslaan 12, Hoogkerk) Groningen, 21 november 2012

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017 OMGEVINGSVERGUNNING voor: het wijzigen van een inrichting bedoeld voor het op- en overslaan en bewerken van afvalstoffen van derden en op- en overslaan van gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 50 ton.

Nadere informatie

RAPPORT. Variantenstudie geluidseffecten Arnhemseweg (Zevenaar) T.b.v. ondersteuning onderbouwing landschappelijk inpassing. Provincie Gelderland

RAPPORT. Variantenstudie geluidseffecten Arnhemseweg (Zevenaar) T.b.v. ondersteuning onderbouwing landschappelijk inpassing. Provincie Gelderland RAPPORT Variantenstudie geluidseffecten Arnhemseweg (Zevenaar) T.b.v. ondersteuning onderbouwing landschappelijk inpassing Klant: Provincie Gelderland Referentie: 20160059 Versie: 01/Finale versie Datum:

Nadere informatie

BioMethanol Chemie Nederland B.V (BioMCN)

BioMethanol Chemie Nederland B.V (BioMCN) VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (MILIEU) verleend aan BioMethanol Chemie Nederland B.V (BioMCN) ten behoeve van de installatie van een (mobiele) zuiveringsinstallatie voor glycerol Locatie:

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

Besluit. Wabo, Milieuneutraal veranderen. Eerste Lelystadse Schroothandel BV, Staalstraat 19, Lelystad

Besluit. Wabo, Milieuneutraal veranderen. Eerste Lelystadse Schroothandel BV, Staalstraat 19, Lelystad Besluit Wabo, Milieuneutraal veranderen Eerste Lelystadse Schroothandel BV, Staalstraat 19, Lelystad Aanvrager: Eerste Lelystadse Schroothandel BV Staalstraat 19 8211 AH LELYSTAD Locatie: Staalstraat 19

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Lubrizol Advanced Materials Resin BV ten behoeve van de activiteit: een milleuneutrale verandering van de inrichting; "het verhogen van de jaarlijkse productiecapaciteit"

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets Aanvrager : Circulus B.V. Aangevraagde activiteiten : Uitvoeren van de gemeentelijke zorgplicht en opslaan van buiten de

Nadere informatie

Voor deze afvalstoffen Batterijen, accu s Sectorplan 13: Batterijen en accu s Shredderafval dat ontstaat bij het shredderen van autobanden

Voor deze afvalstoffen Batterijen, accu s Sectorplan 13: Batterijen en accu s Shredderafval dat ontstaat bij het shredderen van autobanden TEKST SECTORPLAN 52 (onderdeel LAP) Sectorplan 52 Autobanden I Afbakening Afgedankte autobanden komen vrij bij demontage van autowrakken en bij onderhoud en reparatie van auto s en aanhangwagens. Dit sectorplan

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

RAPPORT. Bijlage M1 - aanvraag omgevingsvergunning (verandering) t.b.v. olietankpark. Omgevingsvergunning Lamb Weston / Meijer Broekhuizenvorst

RAPPORT. Bijlage M1 - aanvraag omgevingsvergunning (verandering) t.b.v. olietankpark. Omgevingsvergunning Lamb Weston / Meijer Broekhuizenvorst RAPPORT Bijlage M1 - aanvraag omgevingsvergunning (verandering) t.b.v. olietankpark Omgevingsvergunning Lamb Weston / Meijer Broekhuizenvorst Klant: Lamb Weston / Meijer VOF Referentie: I&BBF8383-101-100R001F01

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 30 (onderdeel LAP) Sectorplan 30 Zeefzand I Afbakening Zeefzand bestaat in hoofdzaak uit sorteerzeefzand en brekerzeefzand. Sorteerzeefzand ontstaat bij het afzeven van het fijne materiaal

Nadere informatie

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf

Nadere informatie

WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING

WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING *D180349800* D180349800 WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Inter-Che-M B.V. Datum besluit : 6 juni 2018 Onderwerp : wijziging van voorschriften Gemeente / locatie : Beuningen / Platinawerf

Nadere informatie

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) 495 402 Postbus 63 fax: (0342) 495 376 3770 AB BARNEVELD e-mail: gembar@barneveld.nl Ontwerpbeschikking Datum aanvraag 20 juli 2009 Nummer 46/2009 Betreft

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer Smurfit Kappa Roermond Papier BV te Roermond Zaaknummer: 2016-603446 Kenmerk: 2017/3913 d.d. 19 januari

Nadere informatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie ExxonMobil Raffinaderij Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2015 / rapportnummer 2964 40 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

M.E.R.-BEOORDELINGSBESLUIT

M.E.R.-BEOORDELINGSBESLUIT *D190185934* D190185934 M.E.R.-BEOORDELINGSBESLUIT Aanvrager : Sachem Europe B.V. Datum besluit : 27 maart 2019 Onderwerp : Aanpassen van de productie installatie Gemeente / locatie : Zaltbommel/ Van Voordenpark

Nadere informatie

Publiek. De overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen worden verderop in dit document per activiteit vermeld.

Publiek. De overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen worden verderop in dit document per activiteit vermeld. Publiek O M G E V I N G S V E R G U N N I N G Burgemeester en Wethouders hebben op 28 november 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het milieuneutraal veranderen van de uitbreiding

Nadere informatie

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr BESCHIKKING Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr. 2017-2414 Aanvraag Op 13 november 2017 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Enzerink B.V. Het

Nadere informatie

Schema voor het bepalen van de meldplicht aan het LMA: voor toezichthouders, d.d. 6 juni 2016

Schema voor het bepalen van de meldplicht aan het LMA: voor toezichthouders, d.d. 6 juni 2016 Schema voor het bepalen van de meldplicht aan het LMA: voor toezichthouders, d.d. 6 juni 2016 Moet een inrichting aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA)? Valt de inrichting onder categorie 28.4

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : WF Recycling Aangevraagde activiteiten : Beperken capaciteit opslag gevaarlijke afvalstoffen Locatie : Bedrijvenweg 47

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan : Waterschap Noorderzijlvest voor : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater activiteit : milieuneutraal veranderen van een

Nadere informatie

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets 2457443 Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat 50 2152 CT Nieuw Vennep Locatie: Rist Scooters Hugo de Vriesstraat 50, Nieuw Vennep Onderwerp:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2130776/3505454 op de op 26 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Heesbeen Recycling BV, om vergunning krachtens de Wet algemene

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V. OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Schipper Recycling B.V. ten behoeve van de activiteit: een milieuneutrale verandering van de inrichting; "het innemen, opslaan, verwerken, keuren en uitzetten van afvalstoffen

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Koningskade 4 Den Haag Postbus 16001 2500 BA Den Haag www.anvs.nl ANVS-TSB-2018/0047396-05 Datum 20 maart 2019 Betreft Mer-beoordelingsbesluit Besluit: MER-BEOORDEL.ING INZAKE ONTMANTELING VAN MIJNBOUWINSTALLATIES

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Ensartech NL-1

OMGEVINGSVERGUNNING. Ensartech NL-1 OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Ensartech NL-1 ten behoeve van de activiteit milieuneutraal veranderen van een afvalsmeltinstallatie (locatie: Valgenweg 5, 9936 HV te Farmsum) Groningen, 28 november 2013

Nadere informatie

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld textiel is nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik.

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld textiel is nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik. TEKST SECTORPLAN 5 (onderdeel LAP) Sectorplan 5 Gescheiden ingezameld textiel I Afbakening Gescheiden ingezameld textiel is afkomstig van de gescheiden inzameling bij particuliere huishoudens en bedrijven.

Nadere informatie

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 9 januari 2017 door Gebr. Aldenzee Deurne B.V. te Deurne ingediende aanvraag, om vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Nadere informatie

RAPPORT. Akoestisch onderzoek Windturbines Tata Steel

RAPPORT. Akoestisch onderzoek Windturbines Tata Steel RAPPORT Akoestisch onderzoek Windturbines Tata Steel Akoestisch onderzoek als onderdeel van een aanvraag voor een omgevingsvergunning/ruimtelijke onderbouwing Klant: Infinergie Referentie: T&PR002D0.1

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2088227/ 3268644 op de op 31 juli 2012 ingekomen aanvraag van Remondis Argentia BV, om vergunning op grond van de Wet

Nadere informatie

provincie HOLLAND ZUID

provincie HOLLAND ZUID Zaaknummer:00106579 / COS provincie HOLLAND ZUID BESCHIKKING omgevingsvergunning regulier (milieuneutraal) 1. BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Onderwerp Wij hebben op 17 augustus 2012 een aanvraag voor

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071 ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071 Onderwerp Op 26 januari 2017 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Eastman Chemical Middelburg B.V. Herculesweg 35 4338 PL Middelburg Kenmerk: Afdeling: W-AOV160355 Vergunningverlening Datum: 19 september 2016

Nadere informatie

Ontwerpversie Pagina 1 van 5

Ontwerpversie Pagina 1 van 5 TEKST SECTORPLAN 4 (onderdeel LAP) Sectorplan 4 Gescheiden ingezameld papier en karton I Afbakening Dit sectorplan heeft betrekking op gescheiden ingezameld papier en karton van zowel huishoudens als van

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 7 juli 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid

Nadere informatie

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 13 oktober 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Suez Water NV te Venlo, om

Nadere informatie

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 juli 2016 bij hen ingekomen aanvraag van J.P. Hendriks te

Nadere informatie