Les 6 opdrachten 1-2F. 1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp.

Transcriptie

1 Eerlijk ondernemen Tekst lezen 1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 2. Wat betekent de titel Eerlijk ondernemen? 3. Let jij bij het kopen van eten, kleding of fietsen of het product van eerlijke handel (fair trade) is? Waarom wel/niet? 4. Zoek drie moeilijke woorden in de tekst op. Probeer ook achter de betekenis van deze woorden te komen. Schrijf de woorden en hun betekenissen in het schema op. Moeilijk woord 1 Betekenis 2 3 Pagina 1 van 7

2 Strategie: verwijswoorden herkennen 1. Een tekst moet je actief lezen om de inhoud te kunnen begrijpen. Een van de strategieën die je kunt inzetten is het letten op verwijswoorden in de tekst. Lees de uitleg hieronder hoe je dit aanpakt. In een tekst komen vaak verwijswoorden voor. Dit zijn woorden die verwijzen naar een ander woord dat eerder in de tekst is genoemd. Soms is het in een volgende zin te lezen. Voorbeelden van verwijswoorden zijn: die, dat, deze, het, ze, daarin, hiermee, hierdoor, daarmee, daar, hij, zijn, zij, haar. Deze woorden worden gebruikt om een tekst leesbaarder te maken. Vergelijk de volgende twee stukjes tekst maar eens. Tekst 1 De Ethiopische hardloper Abera Kuma heeft de halve marathon gewonnen. Albera Kuma was de snelste ter wereld. De man Albera Kuma legde de afstand af in 1 uur, 1 minuut en 20 seconden. Niemand doet dat Alberra Kuma na. Tekst 2 De Ethiopische hardloper Abera Kuma heeft de halve marathon gewonnen. Hij was de snelste ter wereld en legde de afstand af in 1 uur, 1 minuut en 20 seconden. Niemand doet hem dat na. Hij en hem verwijzen naar de Ethiopische hardloper Abera Kuma. Welk stukje tekst leest prettiger, tekst 1 of tekst 2? In de tekst Eerlijk ondernemen staan veel verwijswoorden. Bedenk steeds wie of wat er met een verwijswoord bedoeld wordt. Lees de zin voor en na het verwijswoord goed. Vaak weet je dan wat er bedoeld wordt. Pagina 2 van 7

3 1. In regel 2-3 staat: Dit hebben Joep van Ginderen en Tara Scally met elkaar gemeen. Waarnaar verwijst dit? 2. In regel staat: hij is CO2-neutraal. Waarnaar verwijst hij? 3. In regel staat: Hij leert die jongens hoe ze een bamboeframe moeten maken. Wie is hij? 4. In regel staat: (-) ze kopen zelf het materiaal in. Naar wie verwijst ze? 5. In regel 33 staat: Daar koop ik ze voor een eerlijke prijs. Waarnaar verwijst daar? 6. In regel staat: (-) dat hun koopgedrag impact heeft op het milieu (-). Waarnaar verwijst hun? 7. In regel staat om mijn afstudeeronderzoek naar fair trade uit te voeren. Waarnaar verwijst mijn? Pagina 3 van 7

4 8. In regel staat: Daarmee heeft zij haar prille droom kunnen waarmaken. Waarmee? 9. Zoek zelf nog drie andere voorbeelden van verwijswoorden in de tekst. Schrijf op in welke regel je het verwijswoord gevonden hebt. Schrijf ook op waar het naar verwijst. verwijswoord regel verwijst naar De diepte in 1. Waarin verschillen Van Ginderen en Scally van elkaar (zie inleiding)? 2. Waarom gelooft Van Ginderen dat bamboefietsen een gat in de markt is (regel 10)? 3. Hoe is Van Ginderen op het idee gekomen om bamboefietsen te importeren (regel 16-23)? Pagina 4 van 7

5 4. Welk voordeel heeft bamboe (regel 40-45)? 5. Hoe is Tara Scally ertoe gekomen haar bedrijf op te zetten (regel 68-73)? 6. Wie wil Tara Scally ondersteunen (regel )? 7. Welke les heeft Tara Scally geleerd (regel ? Schema van de tekst Je hebt in de tekst gelezen hoe zowel Joep van Ginderen als Tara Scally ertoe gekomen zijn om een fair trade onderneming op te starten. Zie de verschillende fases die Joep van Ginderen nodig had om zijn bedrijf op te starten. Deze zijn af te lezen in het cyclusschema op de volgende bladzijde. Maak voor Tara Scally net zo n cyclusschema waarin je aangeeft welke fases zij doorlopen heeft om haar bedrijf te realiseren. Pagina 5 van 7

6 4. Hij probeert zoveel mogelijk publiciteit te krijgen, bijvoorbeeld via fair trade beurzen 1. Joep van Ginderen leest een artikel van een Amerikaan 3. Hij verkoopt de fietsen in Nederland. 2. Hij koopt daarna fietsframes voor een eerlijke prijs uit Ghana. Pagina 6 van 7

7 Pagina 7 van 7