Het coderen van ouder-kind interacties bij kinderen met ASS aan de hand van de schalen van Erickson: Een vergelijkende studie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het coderen van ouder-kind interacties bij kinderen met ASS aan de hand van de schalen van Erickson: Een vergelijkende studie"

Transcriptie

1 Academiejaar : Eerste examenperiode Het coderen van ouder-kind interacties bij kinderen met ASS aan de hand van de schalen van Erickson: Een vergelijkende studie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Chloè Bontinck Promotor: Dr. Petra Warreyn

2

3 Woord Vooraf...1 Abstract...2 Inleiding...3 Ouder-Kind Interacties... 6 Ouder-kind interacties bij kinderen met autisme De Rol van de Ouders in de Behandeling van Kinderen met ASS... 8 Parent-directed/parent-managed interventies Parent-mediated interventies In Kaart Brengen van Ouder-Kind Interacties bij Kinderen met ASS Codeerschema s Overzicht uit de literatuur Inhoudelijke kenmerken van codeerschema s Methodologische kenmerken van codeerschema s Methode...21 Steekproef Materiaal Social Communication Questionnaire Vragenlijst Sociale Communicatie Autism Diagnostic Observation Schedule Snijders-Oomen Non-verbal Intelligence test 2 1/ Peabody Picture Vocabulary Test-III-NL Procedure Codeerprocedure, codeerschema en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid Data-Analyse Resultaten...29 Kenmerken van de Moeder-Kind Interactie Sociaal gedrag van de moeders ten opzichte van hun kind met ASS en hun kind zonder ASS Sociaal gedrag van kinderen met ASS en kinderen zonder ASS ten opzichte van hun moeder Correlatie met Kindkenmerken Observatieschalen van Erickson Codeerschema van Meirsschaut, Warreyn, et al. (2011) Correlatie Tussen de Erickson Observatieschalen en het Codeerschema van Meirsschaut, Warreyn, et al. (2011) Bespreking en Conclusie...40 Bespreking van de Resultaten... 40

4 Kenmerken van de moeder-kind interactie Correlatie met de kindkenmerken Correlatie tussen de codeerschema s Conclusie Beperkingen van de Studie Toekomstig Onderzoek Referenties...48

5 Woord Vooraf Heel wat mensen hebben deze masterproef mogelijk gemaakt en ik wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om hen hartelijk te bedanken. Vooreerst wil ik graag mijn promotor, Dr. Petra Warreyn, bedanken voor haar schitterende begeleiding en bijdrage tot deze masterproef. Ze was steeds beschikbaar voor advies en de feedback was telkens constructief. Verder heeft ze me goed ondersteund en getraind in het coderen van de filmfragmenten aan de hand van de observatieschalen van Erickson, met een uitstekende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid als resultaat. Daarnaast gaat een bijzonder woord van dank uit naar Mieke Meirsschaut, Dr. Petra Warreyn en Prof. Dr. Herbert Roeyers daar ik sterk heb gesteund op één van hun artikels. Hun studie vormde het aanzetpunt voor deze masterproef en ook in mijn methodologische analyse wordt herhaaldelijk naar hun studie verwezen. Tot slot wil ik ook graag Dr. Iris Servatius-Oosterling en Janne Visser bedanken die via hun nauwgezette omschrijving van de observatieschalen hebben bijgedragen tot het correct gebruik van deze schalen. Verder stonden ze steeds open voor vragen en advies. 1

6 Abstract De voorbije jaren is er in de literatuur steeds meer aandacht voor de ouder-kind interactie bij kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) en het belang hiervan binnen interventies. Met de huidige studie wensen we na te gaan of moeders een verschillende interactiestijl hanteren bij hun kind zonder ASS dan bij hun kind met ASS. Daarnaast hadden we de intentie om tegemoet te komen aan het tekort in de literatuur omtrent de manier waarop moeder-kind interacties in kaart gebracht worden. Overeenkomstig deze doelstelling werden de resultaten uit de huidige studie, waarbij we gebruik maakten van de observatieschalen van Erickson (rating), vergeleken met de meer detailgerichte benadering van Meirsschaut, Warreyn, & Roeyers (2011). De moeder-kind interactie werd geobserveerd tussen een moeder en twee van haar kinderen: een kind met ASS en een kind zonder ASS. De interactie werd geobserveerd gedurende een taaksituatie en een videofragment van 5 minuten werd gecodeerd aan de hand van de observatieschalen Erickson. Het sociaal gedrag van de moeders bij hun kind met en zonder ASS alsook het sociaal gedrag van de kinderen met ASS en zonder ASS werd vergeleken. Er waren 3 schalen voor het gedrag van de moeder (Supportive presence, Structure and limit setting, en Quality of instruction) en 2 schalen voor het gedrag van de kinderen (Compliance en Affection). We vonden dat moeders meer ondersteunend zijn, meer structureren, en een betere kwaliteit van instructies aan de dag leggen bij de kinderen zonder ASS. Er waren geen significante resultaten voor het sociaal gedrag van de kinderen. Omtrent de methodologische kenmerken van de codeerschema s konden we besluiten dat er grote overeenkomsten zijn tussen beide schema s en het ene niet eenduidig boven het ander verkozen kan worden. Mogelijk lenen de observatieschalen zich beter tot het in kaart brengen van relationele/gevoelsmatige aspecten terwijl de meer gedetailleerde benadering meer geschikt is voor het in kaart brengen van vaardigheden en technische aspecten van de interactie (vb. het tellen van responsen). Het is hierbij belangrijk op te merken dat de huidige studie niet zonder beperkingen was en verder onderzoek zeker aangewezen is. 2

7 Autismespectrumstoornissen (ASS) zijn vaak voorkomende ontwikkelingsstoornissen gekenmerkt door een kwalitatieve beperking in de sociale interactie, een kwalitatieve beperking in de communicatie, en beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten (American Psychiatric Association [APA], 2000). De twee belangrijkste classificatiesystemen zijn de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) en de International Classification of Diseases (ICD). De recentste versie van de DSM, de DSM-IV-TR (APA, 2000), deelt autisme in binnen de categorie van de pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Onder die categorie vinden we de volgende subcategorieën: de autistische stoornis (autisme), het syndroom van Rett, de desintegratiestoornis van de kindertijd, het syndroom van Asperger, en de pervasieve ontwikkelingsstoornissen niet anders omschreven (POSNAO). In de ICD-10 (World Health Organization, 1993) zien we een gelijkaardige opdeling. Onder de algemene categorie pervasieve ontwikkelingsstoornissen vallen de volgende subcategorieën: autisme van de kindertijd, atypisch autisme, het syndroom van Rett, andere desintegratiestoornissen van de kindertijd, de overactieve stoornis met mentale retardatie en stereotiepe bewegingen, het syndroom van Asperger, andere pervasieve ontwikkelingsstoornissen, en de pervasieve ontwikkelingsstoornissen niet anders omschreven. Een andere benaming vinden we bij Lorna Wing (1997). Zij introduceerde het idee van een autistisch spectrum en kwam tot de nieuwe benaming autismespectrumstoornissen (ASS). De term ASS verwijst meestal naar drie stoornissen die we ook terugvinden in de DSM-IV-TR: de autistische stoornis, het syndroom van Asperger, en de pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anders omschreven (Johnson & Myers, 2007). Kenmerkend voor individuen met een autismespectrumstoornis is de zogenaamde triade: een kwalitatieve beperking in de sociale interactie, de communicatie en de verbeelding, waarbij de verbeelding typisch vervangen is door een beperkt, repetitief gedragspatroon. In de DSM-IV-TR (APA, 2000) vinden we met betrekking tot de sociale interactie bij kinderen met ASS moeilijkheden op vlak van het gebruik van non-verbale communicatie (oogcontact, gelaatsuitdrukking, gebaren, enz.), het aangaan van relaties met leeftijdsgenootjes, het delen van plezier en interesses met anderen, en de sociale en emotionele wederkerigheid. Met betrekking tot communicatie zien we een achterstand in of afwezigheid van de gesproken taal, moeilijkheden op vlak van het aangaan en onderhouden van gesprekjes met anderen, stereotiep/herhaald of vreemd taalgebruik, en de afwezigheid van gevarieerd spontaan fantasiespel. Tot slot zien we beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten. Dit uit zich in een sterke preoccupatie met één of meer stereotiepe en beperkte patronen van belangstelling die abnormaal is, een rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen, stereotiepe en zich herhalende motorische maniërismen, of een aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen. De 3

8 essentie van het spectrumconcept is dat elk element van de triade sterk kan verschillen qua ernst en manifestatie (Wing & Gould, 1979, zoals geciteerd in Wing, 1997). Bijgevolg kan autisme beter gezien worden als een dimensie of continuüm dan een categorie. De DSM-V, die eerstdaags verschijnt, kiest voor één overkoepelende diagnose van autismespectrumstoornissen met daarin de volgende subcategorieën: autisme, het syndroom van Asperger, en POSNAO. Een aantal subcategorieën verdwijnen en het syndroom van Rett wordt een afzonderlijke categorie (Stankovic, Lakic, & Ilic, 2012). De aanvang van de stoornis situeert zich in de vroege kindertijd (Dawson et al., 2009) en veel kinderen worden voor het eerst gediagnosticeerd op peuter-/kleuterleeftijd (Charman & Baird, 2002; Howlin & Asgharian, 1999). Hoewel de specifieke oorzaak van autisme nog niet duidelijk is, suggereert onderzoek dat zowel medische, neurobiologische als genetische factoren betrokken zijn (Bailey, Phillips, & Rutter, 1996; Muller, 2007). Recente onderzoekscijfers schatten de gemiddelde prevalentie van de autistische stoornis op 20.6/10,000. Prevalentiestudies vonden cijfers gaande van 0.7/10,000 tot 72.6/10,000 (Fombonne, 2009). Er is een significante correlatie tussen de prevalentie en het publicatiejaar: alle studies die een prevalentie vonden hoger dan 7/10,000 zijn gepubliceerd na Dit zou erop wijzen dat de prevalentie van autisme de laatste jaar is toegenomen. Deze toename in prevalentie hangt echter niet noodzakelijk samen met een toename in incidentie. Factoren zoals ruimere diagnostische criteria, een verbeterde identificatie van de stoornis, en een verhoogd bewustzijn spelen allen een rol (Simonoff, 2012). De autistische stoornis komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De gemiddelde man/vrouw ratio is 4.2:1 (Fombonne, 2009). Deze geslachtsverschillen zijn meer uitgesproken indien het autisme niet gepaard gaat met een mentale beperking (Fombonne, 2003). De prevalentiecijfers voor het volledige spectrum liggen hoger dan deze bij het kernautisme. De meest recente globale schatting van de prevalentie van autismespectrumstoornissen is 0.62% of 62/10,000 (Elsabbagh et al., 2012). Eerder rapporteerden Simonoff et al. (2008) een prevalentie van 0.6-1% in een populatie van kinderen en adolescenten. Fombonne (2009) rapporteert voor het volledige spectrum een prevalentie van 60-70/10,000. Dit maakt autismespectrumstoornissen één van de meest frequente ontwikkelingsstoornissen in de kindertijd. De beperkingen van kinderen met een autismespectrumstoornis hebben een sterke impact op de levenskwaliteit (Kaale, Smith, & Sponheim, 2012) en hebben een grote economische kost (Knapp, Romeo, & Beecham, 2009). Van alle kinderen met autisme heeft ongeveer 50-80% een verstandelijke beperking (Baird et al., 2006; Fombonne, 1999) en heeft de meerderheid 4

9 professionele hulp nodig gedurende de volledige levensloop (Billstedt, Gillberg, & Gillberg, 2005). Op cognitief vlak zien we beperkingen in drie grote domeinen: theory of mind, centrale coherentie en executief functioneren. Met betrekking tot de theory of mind zien we dat participanten met ASS slechter presteren op false belief taken, taken die peilen naar het inzicht van kinderen in de eigen leefwereld en de leefwereld van anderen (theory of mind), dan typisch ontwikkelende kinderen. Dit wijst op een achterstand in hun geavanceerde theory of mind vaardigheden (Bloom & German, 2000; Brent, Rios, Happé, & Charman, 2004). Centrale coherentie verwijst naar de mate waarin binnenkomende informatie als één geheel en als onderdeel van een bredere context verwerkt wordt. Dit gaat vaak ten koste van de details. Individuen met een ASS vertonen een beperkte centrale coherentie: ze ervaren moeilijkheden bij het samenvoegen van losse elementen tot één betekenisvol geheel (Happé & Frith, 2006). Executief functioneren is een overkoepelende term voor een set vaardigheden die een individu helpt zijn doel te bereiken: werkgeheugen, inhibitie, planning, cognitieve flexibiliteit, Individuen met autisme tonen duidelijk tekorten in executief functioneren. Onderzoek wijst uit dat deze cognitieve tekorten wellicht toenemen met de leeftijd en dat het geen primair deficit is dat autisme veroorzaakt (Yerys, Hepburn, Pennington, & Rogers, 2007). De grootste en meest zichtbare problemen situeren zich op het vlak van het sociaalcommunicatief functioneren. Zo ervaren kinderen met ASS vaak moeilijkheden bij het initiëren van en reageren op joint attention, het coördineren van de aandacht tussen zichzelf, een andere persoon en een object. Verder zien we ook moeilijkheden met aspecten zoals de timing van communicatie, het begrijpen van intenties van anderen (uitgedrukt via taal en gebaren), enz. (Charman, 1998; McConachie & Diggle, 2007). Daarnaast worden ook in de DSM-IV-TR (APA, 2000) significante beperkingen op vlak van sociale interactie en communicatie naar voren geschoven. Een reeks studies rond sociale interacties bij kinderen met autisme vonden onder meer dat ze minder in interactie treden met en op een grotere afstand blijven van leeftijdsgenoten, minder deelnemen aan sociale activiteiten, en minder initiatief nemen (Lord & Magill-Evans, 1995; McGee, Feldman, & Morrier, 1997; Sigman & Ruskin, 1999). De studie van Volkmar et al. (1987) over autisme in relatie tot de Vineland Adaptive Behavior Scale toont dat kinderen met autisme tekorten hebben in de volgende adaptieve vaardigheden: socialisatie, sociale ontwikkeling, en communicatie. Verdere studies benadrukken ook de chronische aard van dit sociale tekort. Deze kinderen blijven moeilijkheden ervaren met wederkerige sociale interacties doorheen hun hele leven (Baron-Cohen, 1988). Dit alles is echter niet zo zwart-wit. Hoewel veel kinderen met autisme problemen ervaren op dit gebied, gaan sommige kinderen wel in interactie treden met leeftijdsgenoten (Chamberlain, Kasari, & Rotheram-Fuller, 2007). 5

10 De sociaal-communicatieve moeilijkheden maken dat de interactie met kinderen met ASS vaak moeilijk verloopt. Deze kinderen reageren anders op hun omgeving, zijn minder responsief, vragen meer aandacht en energie dan typisch ontwikkelende kinderen, en ze kunnen vaak zeer geïsoleerd of explosief zijn (Mayes et al., 2012; Meirsschaut, Roeyers, & Warreyn, 2010; Wimpory, Hobson, & Nash, 2007). Dit heeft een grote impact op de omgeving, in het bijzonder op hun primaire zorggevers en in de eerste plaats hun ouders. Ouder-kind interacties verlopen vaak anders dan bij typisch ontwikkelende kinderen en net deze interacties zijn belangrijk bij het begrijpen van en omgaan met kinderen met ASS. Ouder-Kind Interacties Jonge kinderen besteden een zeer groot deel van hun tijd aan sociale interactie met hun zorggevers en de kwaliteit van de ouder-kind interactie heeft een belangrijke impact op de ontwikkeling van kinderen, zowel op vlak van emotionele, cognitieve als gedragsmatige uitkomsten (Haltigan et al., 2012). De literatuur toont dat een aantal aspecten van de ouder-kind interactie cruciaal zijn voor het tot stand komen van belangrijke vaardigheden in de kindertijd zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling. Studies vonden bijvoorbeeld dat een gebrek aan consistente opvoeding en betrokkenheid aanleiding geeft tot verminderde prestaties op taken die peilen naar theory of mind (bv. Guajardo, Snyder, & Petersen, 2009). Aanvullend vonden Denham, Renwick, en Holt (1991) dat positieve kenmerken van de ouder-kind interactie zoals ondersteuning van het kind, aanbieden van structuur, positief affect van de moeder ten opzichte van het kind, en respect voor de autonomie van het kind voorspellend zijn voor de sociaalemotionele competentie van kleuters. Pettit, Bates, en Dodge (1997) vonden dat Supportive Parenting (SP), gekenmerkt door een proactieve aanpak, een rustige houding bij disciplineren, warmte, en interesse en betrokkenheid in de activiteiten van het kind met leeftijdsgenoten, voorspellend was voor de gedragsmatige, sociale, en academische aanpassing van kinderen. Dit zowel in de kleuterschool als in de lagere school. Verder is SP ook een buffer tegen psychosociale risicofactoren zoals lage SES en opgroeien in een eenoudergezin. Anderzijds is het algemeen aanvaard dat ouder-kind interacties die vijandig, hard, permissief, of te controlerend zijn, bijdragen tot psychopathologie bij kinderen (Hollenstein, Granic, Stoolmiller, & Snyder, 2004). Zo vonden Hollenstein et al. (2004) dat rigiditeit in de ouder-kind interacties (of een gebrek aan flexibiliteit) geassocieerd is met externaliserend en internaliserend gedrag bij kinderen, onafhankelijk van de inhoud van deze interacties. Bovenstaande studies illustreren het cruciale belang van ouder-kind relaties binnen de normale ontwikkeling. Net op dit vlak vertonen kinderen met ASS ernstige beperkingen. Dit heeft 6

11 belangrijke implicaties voor zowel de aard van de ouder-kind interacties als voor de behandeling van kinderen met ASS. Ouder-kind interacties bij kinderen met autisme. Gezien de hoeveelheid tijd die kinderen met ASS doorbrengen met hun ouders, is het onvermijdelijk dat de moeilijkheden van deze kinderen een grote impact hebben op de dagelijkse interactie tussen ouders en hun kind (Meirsschaut, Roeyers, & Warreyn, 2011). Het is voor ouders een uitdaging om een kind met ASS op te voeden. Dit uit zich onder meer in toegenomen stress en depressieve symptomen. Het beïnvloedt het welzijn van de volledige familie doordat er minder flexibiliteit is in het gezinsleven, er minder sociale activiteiten plaatsvinden, enz. (Meirsschaut et al., 2010). Hoe de interacties tussen ouder en kind zich afspelen, heeft ook een sterke invloed op de cognities van ouders. Het beïnvloedt o.a. de zelfeffectiviteit, de mate waarin ouders zich competent voelen in hun ouderrol. Ouders die meer stress en depressieve symptomen vertonen, hebben eveneens een lagere zelf-effectiviteit. Het is belangrijk om met deze componenten rekening te houden indien we de ouders bij de interventie willen betrekken (Meirsschaut et al., 2010). Oudere studies omschrijven de interactiestijl van ouders van kinderen met een ASS als zeer negatief. De ouders worden bestempeld als kil, niet expressief, directief en controlerend, afstandelijk, of onverschillig (Doussard-Roosevelt, Joe, Bazhenova, & Porges, 2003; Shapiro, Frosch, & Arnold, 1987; Watson, 1989). Een meer directieve aanpak leidt echter niet tot meer aangepast sociaal gedrag bij het kind. Kinderen zijn meer responsief bij een declaratieve/verklarende interactiestijl dan bij een imperatieve of dwingende interactiestijl (Meirsschaut, Roeyers, et al., 2011). Meer recente studies zien de interactiestijl van ouders van kinderen met een ASS positiever. Moeders zijn buitengewoon flexibel en passen hun interactiestijl aan naargelang de specifieke kenmerken van hun kind (Doussard-Roosevelt et al., 2003; Meirsschaut, Warreyn, et al., 2011). Deze flexibiliteit is een manier om te compenseren voor de sociale beperkingen van het kind (Meirsschaut, Roeyers, et al., 2011). Kwantitatief zien we geen verschillen tussen moeder-kind interacties bij kinderen met een ASS en kinderen zonder een ASS. De frequentie waarmee de moeder het kind benadert, is dezelfde in beide groepen. Op kwalitatief vlak zien we wel sterke verschillen (Doussard-Roosevelt et al., 2003). Meirsschaut et al. (2010) hebben geprobeerd de moeder-kind interactie bij kinderen met een ASS in kaart te brengen. Zij vonden bij die moeders meer sociale initiatieven (vooral imperatief en in mindere mate declaratief) en meer ontkennende responsen. Bovendien stimuleren ze een hoger niveau van spel in vergelijking met moeders van typisch ontwikkelende kinderen. Lemanek, Stone, en Fishel (1993) vonden dat 7

12 ouders van kinderen met autisme meer structuur proberen aan te brengen en meer gedragingen vertonen zoals het trekken van aandacht, fysieke nabijheid, enz. Hiermee proberen ze de inschikkelijkheid en meegaandheid van hun kind te vergroten. Van Ijzendoorn et al. (2007) rapporteren dat ouders van kinderen met autisme even sensitief zijn als ouders met kinderen zonder autisme. Meirsschaut, Warreyn, et al. (2011) rapporteren dat moeders van kinderen met autisme minder responsief zijn. De interactiestijl van de ouders heeft ook een directe impact op het kind. Zo kunnen specifieke gedragingen van de moeder leiden tot een betere prosociale respons en sociale ontwikkeling bij kinderen met autisme (Doussard-Roosevelt et al., 2003). We zien dat de responsen van kinderen met autisme meer contingent zijn indien de moeder het kind met een hogere intensiteit benadert. Verder is de betrokkenheid van kinderen met autisme in interactie met hun moeder groter indien de moeder een aantal non-verbale strategieën gebruikt zoals fysieke nabijheid en gebruik maakt van objecten. Kinderen met autisme hebben elk een uniek patroon van beperkingen en het komt zowel het kind als de ouder-kind interactie ten goede wanneer de communicatie van de ouders sterk aangepast is aan de beperkingen en sterktes van het kind (Aldred, Green, & Adams, 2004). We kunnen concluderen dat de interactiestijl van ouders met kinderen met ASS verschilt van deze bij typisch ontwikkelende kinderen. Verder tonen eerdere studies aan dat moeders een andere interactiestijl hanteren in interactie met een onbekend kind met ASS in vergelijking met de interactiestijl die ze hanteren in interactie met hun eigen kind met ASS (Meirsschaut, Roeyers, et al., 2011). Het merendeel van de studies vergeleek echter de interactiestijl van ouders tussen verschillende gezinnen (between-familiy). Wat veel minder onderzocht werd, zijn de ouder-kind interacties binnen eenzelfde gezin (within-family) (Meirsschaut, Warreyn, et al., 2011). In de huidige studie wensen we tegemoet te komen aan deze laatste tekortkoming door de interactiestijl van moeders te onderzoeken binnen eenzelfde gezin. De eerste doelstelling van de huidige studie was dan ook om na te gaan of de interactie tussen moeders en hun kind met ASS verschilt van de interactie tussen moeders en een tweede kind zonder ASS (sibling). De Rol van de Ouders in de Behandeling van Kinderen met ASS Vanwege de centrale aanwezigheid van de ouders in de opvoeding van kinderen en het belang van de ouder-kind interactie, is het een logische stap om de ouders bij de behandeling te betrekken. Door de toenemende vraag naar vroege, intensieve ABA (Applied Behaviour Analysis) interventies en de beperkte hoeveelheid getrainde hulpverleners, worden ouders ook meer en meer in de behandeling betrokken. Op deze manier kan de hulpverlening meer families bereiken (Smith, Buch, & Gamby, 2000). Het is ook om een andere reden van essentieel belang 8

13 om oudertraining op te nemen in vroege interventie. Leeftijd speelt een belangrijke rol in de effectiviteit van behandelingen. Interventies zouden effectiever zijn naarmate de kinderen bij aanvang van de interventie jonger zijn (Fava et al., 2011). Zo vonden Fenske, Zalenski, Krantz, en McClannahan (1985) voor de ABA interventie een betere uitkomst voor kinderen jonger dan 60 maanden in vergelijking met kinderen die ouder waren dan 60 maanden. Harris en Handleman (2000) rapporteren dat kinderen die behandeld werden vóór de leeftijd van 48 maanden veel meer kans hadden om school te lopen in het normaal onderwijs. Kinderen die pas behandeld werden na 48 maanden kwamen vaker terecht in het buitengewoon onderwijs. Ten slotte vonden Bibby, Eikeseth, Martin, Mudford, en Reeves (2002) een grotere vooruitgang in IQ-score voor kinderen bij wie de interventie startte voor de leeftijd van 43 maanden in vergelijking met kinderen die pas later begonnen. Dit biedt evidentie voor de voordelen van vroege interventie voor jonge kinderen met autisme. Tijdens deze ontwikkelingsfase van het kind zijn ouders de meest proximale en krachtige omgevingsinvloed (National Research Counsil, 2001). Zonder participatie van ouders is de kans klein dat winsten in de ontwikkeling van het kind behouden worden (Whalen, Schreibman, & Ingersoll, 2006). Tot slot vonden Meirsschaut, Roeyers, et al. (2011) dat de interactiestijl van ouders een belangrijke impact heeft op kinderen met ASS. Zo reageerden kinderen met ASS meer responsief op declaratieve initiatieven van de moeder in vergelijking met imperatieve initiatieven en zijn kinderen met ASS meer responsief wanneer de moeder een afwachtende houding aanneemt dan wanneer ze directief is. Hieruit volgt dat het belangrijk is om zich bewust te zijn van deze kenmerken van de interactie en dit op te nemen in de behandeling van kinderen met ASS. Parent-directed/parent-managed interventies. Een eerste soort behandeling is deze waarbij de ouders een actieve rol opnemen en een deel van de behandeling overnemen. Bij dit type behandelingen is het de bedoeling de ouders te trainen waardoor ze zelf de rol van co-therapeut kunnen opnemen. Bibby et al. (2002) onderzochten of een intensieve parent-managed gedragsmatige interventie even effectief was als een gedragsmatige interventie in een klinische context. Bij 22% van de kinderen die de parentmanaged interventie volgden, was er een toename in één of meerdere van de volgende domeinen: cognitieve vaardigheden, adaptief gedrag en taal. Bovendien nam hun ontwikkelingsachterstand af. Desondanks zijn de effecten van deze parent-managed interventies niet zo groot als deze in de klinische setting. Ook de resultaten van Smith et al. (2000) suggereren dat vroege ABA interventies met behulp van ouders minder effectief zijn dan vroege ABA interventies die geleid worden door professionals. Dit betekent echter niet dat deze ouderprogramma s geen enkel effect hebben. Bij vele kinderen met een pervasieve 9

14 ontwikkelingsstoornis en autisme leiden deze programma s tot korte termijn verbeteringen en voor sommigen leiden ze zelfs tot voordelen op lange termijn. Zo vonden Fava et al. (2011) een positieve vooruitgang op vlak van de ernst van het autisme, cognitieve ontwikkeling, en vroege taalvaardigheden. Daarnaast dient ook onderscheid gemaakt te worden tussen behandelingen die alleen maar beroep doen op de ouders en de behandelingen die een oudertraining opnemen als een extra component binnen de behandeling. Dit laatste zal vermoedelijk meer effectief zijn dan wanneer enkel de ouders in de behandeling betrokken worden. Parent-mediated interventies. Een tweede soort interventies zijn deze die actief inwerken op de aard van de ouder-kind interactie om zo het functioneren van het kind met ASS te verbeteren. Enkele studies hebben aangetoond dat parent-mediated interventies een positief effect hebben op kinderen met autisme. Green et al. (2010) poogden met hun interventie de sensitiviteit en responsiviteit van ouders te verhogen. Zij vonden na de interventie een verbeterde ouder-kind interactie op vlak van synchronie van de ouders en op vlak van communicatieve initiaties van het kind. Ze vonden meer bepaald een toename van de synchrone communicatie en een afname van de asynchrone communicatie van de ouders. Tegelijk nam de asynchrone communicatie toe in de controlegroep (Aldred et al., 2004). Dit heeft een positieve impact op het kind in die zin dat meer synchrone communicatie van de zorggever (en minder asynchrone communicatie) leidt tot een betere ontwikkeling van communicatieve vaardigheden bij kinderen met autisme (Siller & Sigman, 2002). Aanvullend vonden Aldred, Green, Emsley, en McConachie (2012) dat een verandering in synchroniciteit bij de ouders het effect van interventies op de ernst van het autisme partieel medieert. Verder leidde de behandeling van Drew et al. (2002), gericht op de vroege voorlopers van de sociaal-communicatieve ontwikkeling (joint attention, imitatie, nonverbaal functioneren, spel, enz.), tot betere communicatieve vaardigheden bij het kind met ASS. De interventie van Aldred et al. (2004) werkte onder meer in op joint attention, sensitiviteit en responsiviteit van de ouders, en communicatiestrategieën en resulteerde in een afname van de kernsymptomen van autisme, vooral op vlak van wederkerige interactie, en in toegenomen taalvaardigheden. Hieruit blijkt dat joint attention en andere non-verbale communicatievaardigheden belangrijke doelwitten zijn bij de behandeling van autisme (Charman, 1998; Toth, Munson, Meltzoff, & Dawson, 2006). Specifiek met betrekking tot joint attention vonden verscheidene studies veelbelovende resultaten (Green et al., 2010; Kaale et al., 2012). Whalen en Schreibman (2003) demonstreerden via een joint attention training dat het mogelijk is om kinderen met autisme te leren hoe ze kunnen reageren op joint attention van anderen en zelfs hoe ze zelf joint attention 10

15 kunnen initiëren. Siller en Sigman (2002) vonden dat een betere joint attention geassocieerd is met een beter taalniveau op latere leeftijd. Kinderen die vaker reageerden op de geïnitieerde joint attention van anderen maakten de grootste vooruitgang in taalvaardigheden. Verder bleek dat de mate waarin de zorggever zelf joint attention initieert de sterkste predictor is voor een toename in joint attention bij kinderen met autisme. Recente bevindingen tonen aan dat wanneer we joint attention vaardigheden als doel nemen van de interventie, dit ook kan leiden tot positieve veranderingen in andere gedragingen van kinderen met autisme. Er zijn echter weinig studies die dit rechtstreeks onderzocht hebben (Whalen & Schreibman, 2003). Eén studie waarbij de interventie wel rechtstreeks gericht is op het trainen van joint attention, is de studie van Whalen et al. (2006). De auteurs wouden de assumptie nagaan of een interventie voor joint attention vaardigheden kan leiden tot veranderingen in andere gedragingen die geen doel waren van de interventie. De interventie leidde tot verbeterde sociale vaardigheden (sociale initiaties, positief affect, empathische respons) en taalvaardigheden. Dit ondersteunt de hypothese dat joint attention gekoppeld is aan de ontwikkeling van andere vaardigheden. Het is echter nog niet duidelijk welke mechanismen hiervoor verantwoordelijk zijn. Ook andere programma s die gericht zijn op de toename van non-verbale communicatievaardigheden en de ontwikkeling van sociale relaties bij peuters en kleuters met autisme benadrukken de rol van joint attention om dergelijke gedragingen te bevorderen (Bondy & Frost, 1995, zoals geciteerd in Charman, 1998). Deze positieve resultaten worden echter niet in alle studies teruggevonden. Zo vonden Oosterling et al. (2010) geen significante verbeteringen in taalvaardigheden, algemene ontwikkeling, engagement van het kind, vroege voorlopers van sociale communicatie, en vaardigheden van de ouders. Er is nood aan replicatie en verder onderzoek omtrent de werkzaamheid en meerwaarde van interventies die beroep doen op ouders. Tegenstrijdigheden in de resultaten kunnen onder meer verklaard worden door een aantal factoren die de interpretatie en generalisatie van de resultaten van individuele studies bemoeilijken (Ospina et al., 2008). Ten eerste is de diagnose van autismespectrumstoornis complex. De interventies die gericht zijn op ASS kunnen sterk van elkaar verschillen met betrekking tot de symptomen waarop ze zich richten. We moeten iedere interventie bekijken in het licht van de gebruikte populatie en de geëvalueerde uitkomsten. Ten tweede zijn ook de interventies op zich complex. Verschillende interventies bestaan uit verschillende componenten, ze worden toegepast in verschillende settings en door verschillende hulpverleners, enz. Ten derde moeten we ook rekening houden met de controlegroep. Indien individuen weten dat ze tot een controlegroep behoren, kan er een negatief verwachtingseffect ontstaan waarbij de individuen verwachten dat ze niet gaan verbeteren. Dit kan het verschil tussen de behandelgroep en de controlegroep artificieel verhogen. Resultaten van studies die de behandelgroep 11

16 vergelijken met een no treatment controlegroep of een wachtlijstcontrolegroep moeten we bijgevolg met zorg interpreteren. Ten vierde verschillen studies van elkaar met betrekking tot de follow-up meting die ze uitvoeren. De periode waarover deze follow-up meting zich uitstrekt, moet aangepast zijn aan de aard van de interventie, de veranderingsmechanismes, en de uitkomsten die ze beogen. Ten slotte dienen we ook altijd rekening te houden met de methodologische kenmerken van studies en hun potentiële bias. Ondanks de tegenstrijdigheden tonen deze studies aan dat het mogelijk is om vaardigheden van ouders te beïnvloeden ten voordele van hun kind met autisme. Door de mogelijkheid om de interactiestijl van ouders te beoordelen en te beïnvloeden, is dit een logische manier om het engagement, de sociale vaardigheden, en de taalontwikkeling van kinderen met een ASS te stimuleren (Mesibov, 1984, zoals geciteerd in Ruble, McDuffie, King, & Lorenz, 2008). In welke mate, gebaseerd op welk type interventies, en van welke ouder- en kindkenmerken dit afhangt, vraagt meer onderzoek. Men dient ook rekening te houden met het feit dat dergelijke interventies ook schade kunnen aanrichten. Indien de symptomen van het kind niet verbeteren, ondanks alle inspanningen van de ouders, kan dit leiden tot stress en een afname in zelfvertrouwen bij de ouders (Oosterling et al., 2010). In Kaart Brengen van Ouder-Kind Interacties bij Kinderen met ASS Codeerschema s Ouder-kind interacties zijn zeer belangrijk gebleken bij de ontwikkeling van kinderen, in het bijzonder voor kinderen met ASS. De interactiestijl van ouders van kinderen met ASS is kwalitatief verschillend van deze van ouders van typisch ontwikkelende kinderen en bepaalde kenmerken van deze interactie kunnen de ontwikkeling van kinderen met ASS bevorderen. Om de ouder-kind interactie in de behandeling op te nemen, dient deze eerst nauwkeurig in kaart gebracht te worden. In de literatuur is er nog geen consensus over hoe dit het beste kan gebeuren. Verschillende studies gebruiken codeerschema s die zowel qua inhoud als qua methodologie sterk van elkaar verschillen. Afhankelijk van de focus van de studie worden andere kenmerken van de interactie benadrukt. In wat volgt worden de kenmerken van deze codeerschema s op een rijtje gezet. Overzicht uit de literatuur. In Tabel 1 wordt een schematisch overzicht gegeven van een aantal codeerschema s uit recente studies. 12

17 Green et al. (2010). Green et al. (2010) onderzochten in hun studie de effectiviteit van de Preschool Autism Communication Trial interventie. Dit is een parent-mediated communication-focused interventie. Het doel van de interventie is de sensitiviteit en responsiviteit van ouders te verhogen en slecht getimede reacties van de ouders te verminderen. Ze ontwikkelden een codeerschema voor de ouder-kind interactie (Parent-child interaction video coding) om na te gaan welke de mediërende variabelen zijn bij de PACT interventie. Het codeerschema scoort variabelen met betrekking tot de ouder-kind interactie, communicatie van het kind, en communicatiestijl van de ouders. Met betrekking tot de communicatiestijl van de ouders werden alle verbale en non-verbale gedragingen die een communicatieve functie hebben, geïdentificeerd en gecodeerd. Hierbij werden de volgende elementen onderscheiden: synchrone en asynchrone communicatie, semantisch contingente en niet-contingente communicatie, imitaties, expansies, en andere. Bij de communicatie van het kind werd er een onderscheid gemaakt tussen een initiatie en een respons. Initiaties werden gecodeerd als een verzoek (request), het richten van de aandacht (directs attention), of opmerking (comments). Responsen werden gecodeerd als erkenning (acknowledgement) of weigering (negation). Ten slotte werd als kenmerk van de ouder-kind interactie de joint attention gecodeerd. Tabel 1. Inhoudelijk overzicht van codeerschema s Kenmerken Synchronie Green et al. (2012) Pay (2005) Oosterling et al. (2010) Aldred et al. (2004) Van ouder op kind x x x Van kind op ouder Contingentie x x Joint attention x x x x Compliance x x x Initiatie Respons x x x x Pennington et al. (2008) Helen Pay (2005). De studie van Pay (2005), Can parents help their child with an autism spectrum disorder to interact more?, onderzocht de veranderingsmechanismen bij het interactiegedrag van kinderen van ouders die de More Than Words (MTW) interventie volgden. Meer concreet wou de studie 13

18 nagaan of een toename in positieve interactiestrategieën bij de ouders geassocieerd was met een verandering in het interactiegedrag van kinderen.. Er werden video-opnames van 5 minuten gemaakt van de ouder-kind interactie op 2 meetmomenten: voor aanvang van de MTW interventie en na afloop van de MTW interventie. Deze video-opnames zijn afkomstig van de studie van McConachie, Randle, Hammal, en LeCouteur (2005). Enkel de middelste 2,5 minuten werden gecodeerd om te vermijden dat momenten waar het kind afgeleid of onrustig was ook gecodeerd werden. Er werden twee codeerschema s gebruikt om de ouder-kind interacties in kaart te brengen: het interactie codeerschema en het joint attention codeerschema. Het interactie codeerschema codeert de structuur en functie van de communicatie binnen de ouder-kind interactie. Alle verbale en non-verbale gedragingen met een communicatieve functie werden geïdentificeerd en gecodeerd. Het codeerschema is gebaseerd op een eerder ontwikkeld codeerschema voor kinderen met een fysieke handicap (McConachie & Pennington, 1997). Met betrekking tot de structuur van de communicatie kunnen de volgende elementen onderscheiden worden: initiatie, respons-initiaties, respons, en follow-up. De respons werd verder opgesplitst naargelang de functie: compliant respons, noncompliant respons, geen respons, of een andere respons. Ten slotte werden ook een aantal kindvariabelen onderscheiden: betrokkenheid van het kind binnen de interactie, de mate van controle van het kind in het leiden van de interactie, synchronie van de respons van het kind op initiaties van de ouders, en de afwezigheid van een respons van het kind op initiaties van de ouders. Daarnaast is er ook een joint attention codeerschema. Deze meting van joint attention is gebaseerd op de studie van Aldred et al. (2004). Oosterling et al. (2010). Oosterling et al. (2010) maakten in hun studie gebruik van de Focus parent training. Deze interventie is gebaseerd op een eerdere interventie van Drew et al. (2002). De doelstellingen van de interventie op kindniveau zijn de volgende: het engagement van het kind verhogen (de compliance en de bereidheid om deel te nemen aan gemeenschappelijke activiteiten), vroege voorlopers van sociale communicatie uitlokken (gedeeld plezier, joint attention, imitatie en functioneel spel), en de taalontwikkeling stimuleren. Op het niveau van de ouders wou men de ouderlijke vaardigheden stimuleren om zo de ontwikkeling van het kind te bevorderen. Men onderzocht het effect van de interventie op de taalontwikkeling enerzijds en op de algemene verbetering ten opzichte van de baseline anderzijds. Hierbij werden de volgende mediërende variabelen onderzocht: engagement van het kind, vroege voorlopers van sociale communicatie, en vaardigheden van de ouders. 14

19 Zowel het engagement van het kind als de ouderlijke vaardigheden werden gecodeerd aan de hand van een selectie uit de 7-puntsschalen van Erickson (Erickson, Sroufe, & Egeland, 1985). De schalen voor het gedrag van het kind zijn: Non-negativity, Non-avoidance, Compliance, en Affection. De schalen voor het gedrag van moeder of vader zijn: Supportive presence, Respect for the child s autonomy, Structure and limit setting, Quality of instruction, en Non-hostility. Aldred et al. (2004). De interventie die door Aldred et al. (2004) onderzocht werd, is een sociaal-communicatieve interventie die poogt de kwaliteit van de ouderlijke aanpassing aan en communicatie met hun kind met autisme te verbeteren. De focus van de interventie lag initieel op joint attention. Vervolgens werd er gefocust op de sensitiviteit en responsiviteit van de ouders, aangepaste communicatiestrategieën, consolidatie, en elaboration. Om een beeld te krijgen van de ouderkind interactie, werd een videofragment van 30 minuten vrij spel gecodeerd. Er werden vijf variabelen gecodeerd: communicatieve handelingen, asynchrone ouderlijke communicatie, synchrone ouderlijke communicatie, semantische contingentie en joint attention. Pennington, James, McNally, Pay, en McConachie (2008). Pennington et al. (2008) ontwikkelden een codeerschema voor kinderen met autisme. Ook zij maakten gebruik van videofragmenten om de ouder-kind interactie te coderen. Er werd een video-opname gemaakt van de ouder-kind interactie van 7 à 10 minuten. 5 minuten van de geobserveerde interactie werden gecodeerd. Er werd gebruik gemaakt van een uitgebreid codeerschema zodat ook de synchronie van de communicatie onderzocht kon worden. De synchronie werd bepaald door te kijken welke responsen compliant zijn met de initiatie die eraan voorafgaat. De volgende kenmerken van de interactie werden gecodeerd: initiaties, compliant responsen, andere responsen, geen responsen, noncompliant responsen, en follow-up. Inhoudelijke kenmerken van codeerschema s. Bovenstaande studies illustreren een bijkomende methodologische moeilijkheid wanneer we ons focussen op parent-mediated interventies en ouder-kind interacties bij kinderen met ASS. Studies die dergelijke interventies wensen te evalueren, gebruiken een grote verscheidenheid aan kenmerken om de ouder-kind interactie alsook ouder- en kindkenmerken te beschrijven. De inhoud van dergelijke codeerschema s is sterk uiteenlopend. Green et al. (2010) kijken bijvoorbeeld vooral naar synchronie, contingentie, imitatie, expansie, initiatie, respons, en joint attention. Pay (2005) daarentegen kijkt vooral naar initiatie, respons, compliance, follow-up, controle, synchronie, responsiviteit, en joint attention. Hiernaast bestaan er nog talrijke codeerschema s die inhoudelijk van elkaar verschillen (bv. Aldred et al., 2004; Drew et al., 15

20 2002; Green et al., 2010; Kaale et al., 2012; McConachie et al., 2005; Oosterling et al., 2010; Pay, 2005). Hoewel er heel wat gemeenschappelijke kenmerken zijn, zijn er ook veel verschillen. Dit maakt het moeilijk om dergelijke studies onderling met elkaar te vergelijken. Hieronder staan een aantal frequent terugkerende kenmerken van de ouder-kind interactie beschreven met daarbij het belang voor de ontwikkeling van kinderen met ASS. Kenmerken van de ouders. Synchroon Asynchroon. Synchrone communicatie is die communicatie die de aandachtsfocus van het kind behoudt en volgt. Hiertegenover staat asynchrone communicatie die de aandachtsfocus van het kind onderbreekt (Siller & Sigman, 2002). Uit de literatuur blijkt dat een ouder-kind interactie gekenmerkt door synchronie en joint attention leidt tot een betere taalontwikkeling en sociale betrokkenheid bij kinderen met autisme (McDuffie & Yoder, 2010; Wimpory et al., 2007). Siller en Sigman (2002) vonden betere communicatievaardigheden bij kinderen van ouders die de aandachtsfocus van hun kind ondersteunen (bijvoorbeeld door te praten over dingen waar het kind reeds mee bezig is) in vergelijking met kinderen van ouders die dit niet doen. Aanvankelijk stimuleren ze hiermee het sociaal begrip van het kind en de ontwikkeling van joint attention. Later in de ontwikkeling stimuleren ze de verwerving van taal. Dit biedt evidentie voor de sterke relatie tussen de mate van synchronisatie van de zorggever en de communicatievaardigheden van het kind. Verder is het zo dat ouders die de aandachtsfocus van het kind helpen behouden, het kind aanzetten tot meer spel. Ouders die de aandacht van het kind afleiden, doen het spelen afnemen (Brigham, Yoder, Jarzynka, & Tapp, 2010). Dit kan onder meer te maken hebben met de moeilijkheden die kinderen met autisme ervaren bij het verschuiven van de aandacht (Sanders, Johnson, Garavan, Gill, & Gallagher, 2008). De resultaten omtrent synchronie bij ouders van kinderen met ASS zijn niet eenduidig. Shapiro et al. (1987) rapporteerden dat moeders van kinderen met autisme minder in staat zijn om synchrone dialogen te voeren met hun kinderen en meer directief zijn. Siller en Sigman (2002) daarentegen vonden dat zorggevers van autistische kinderen hun gedrag evenveel afstemden op de aandachtsfocus en activiteiten van hun kinderen dan zorggevers van kinderen met een ontwikkelingsachterstand en zorggevers van normaal ontwikkelende kinderen. 16

21 Semantische contingentie. Semantische contingentie verwijst naar alle verbale communicatie die qua betekenis aansluit bij de (verbale of non-verbale) communicatie van het kind (Aldred et al., 2004). De woordenschat van kinderen ontwikkelt sneller indien volwassenen een communicatiestijl hanteren die aansluit bij de uitingen van het kind en wanneer ze telkens een kleine toevoeging doen aan het reeds bestaande taalrepertoire (Conti-Ramsden, 1990). Aangeboden structuur. Deze schaal verwijst naar de mate waarin ouders de situatie structureren (bijvoorbeeld door het stellen van grenzen, aanbieden van instructies, bieden van hulp, enz.). Een aantal studies bieden evidentie voor de idee dat een hogere mate van structuur leidt tot een betere prestatie bij kinderen met autisme. Zo vond Moes (1998) dat het aanbieden van keuzemogelijkheden de prestatie bij lagere schoolkinderen bevordert. Het leidt tot een afname in probleemgedrag en een toename in zowel frequentie als kwaliteit/accuraatheid van het aantal responsen. Daarnaast bleek het opdelen van een taak in tussenstappen te leiden tot minder probleemgedrag bij een groep volwassenen met mentale retardatie (Weld & Evans, 1990 zoals geciteerd in Munk & Repp, 1994). Probleemgedrag van kinderen wordt vaak uitgelokt door de omgeving. Door op deze omgeving in te werken, kunnen we ook inwerken op het gedrag van kinderen (Munk & Repp, 1994). Kenmerken van het kind. Joint attention. Joint attention is het coördineren van de aandacht tussen zichzelf, een andere persoon en een object. We onderscheiden imperatieve en declaratieve uitwisselingen. Imperatief omvat alle gedragingen met een instrumentele functie. Declaratief betekent dat het kind het eigen bewustzijn of de eigen ervaring van een object of gebeurtenis wilt delen. Dit laatste heeft een puur sociale functie (Charman, 1998). Declaratieve joint attention kunnen we verder opsplitsen in twee afzonderlijke maar gerelateerde vaardigheden: antwoorden op joint attention en joint attention initiëren (Bono, Daley, & Sigman, 2004). Joint attention ontwikkelt zich bij normaal ontwikkelende kinderen vanaf een leeftijd van 9-12 maanden (Carpenter, Nagell, & Tomasello, 1998). Één van de vroegste sociale beperkingen bij kinderen met autisme is hun gebrek aan joint attention (Whalen et al., 2006). Kinderen met autisme tonen vooral beperkingen in declaratieve gebaren en minder in de imperatieve gebaren (Charman, 1998). Ze initiëren minder joint 17

22 attention gedragingen zoals kijken, wijzen, en tonen, Verder reageren ze ook minder op pogingen van volwassenen om joint attention te initiëren (Mundy, Sigman, Ungerer, & Sherman, 1986). Joint attention is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van taalvaardigheden (Bono et al., 2004). Studies tonen dat een betere joint attention leidt tot betere taalvaardigheden en een betere communicatie (Bono et al., 2004; Charman, 1998; Toth et al., 2006). Joint attention werd ook gekoppeld aan de ontwikkeling van spel. De affectieve informatie in joint attention staat het kind toe de symbolische representatie te ontwikkelen die nodig is om symbolisch en doen-alsof spel te ontwikkelen (Whalen et al., 2006). Joint attention vormt dus niet enkel een basis voor de ontwikkeling van taal, maar ook bij andere complexe vaardigheden zoals doen-alsof spel en theory of mind (Carpenter et al., 1998). (Non)compliance. Noncompliance verwijst naar het niet opvolgen van een instructie binnen een bepaalde tijdsperiode. Dit is één van de meest frequente gedragsproblemen in de vroege kindertijd, in het bijzonder bij kinderen met ASS (Fischetti et al., 2012). Noncompliance bereikt bij typisch ontwikkelende kinderen een piek tussen 2 en 4 jaar. Bij kinderen met ASS worden deze moeilijkheden extra versterkt door de sociaal-communicatieve beperkingen en doordat ze niet altijd begrijpen wat van hen gevraagd wordt (Bourgondien, 1993). Noncompliance kan vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden. Zo kan er sprake zijn van een niet-kunnen, van een gebrek aan motivatie (apathie/onverschilligheid), of van negativiteit/weerstand (niet-willen) (Cowan, Hoddinott, & Wright, 1965). Het is belangrijk om rekening te houden met de processen die aan het werk zijn. Positief affect (ten opzichte van de ouders). Naast moeilijkheden op vlak van triadische gedragingen (bijvoorbeeld joint attention) tonen kinderen met ASS ook moeilijkheden op vlak van dyadische gedragingen, in het bijzonder op het vlak van intersubjectiviteit. Bij jonge kinderen met autisme is de capaciteit om ervaringen of emotionele belevingen met anderen te delen significant verstoord (Mundy & Hogan, 1994). Kinderen met autisme zijn veel minder gericht op sociale stimuli uit de omgeving en gaan zich ook met betrekking tot de eigen ervaringen minder snel richten tot de omgeving (Dawson et al., 2004). Eén voorbeeld hiervan is de mate waarin ze positieve gevoelens delen met de ouders. Studies tonen aan dat vroege dyadische gedragingen samenhangen met latere sociale vaardigheden. Zo vonden Clifford en Dissanayake (2009) dat zowel de kwaliteit van het affect als de hoeveelheid sociaal glimlachen op 2jarige leeftijd sterk gerelateerd is aan de latere sociale 18

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen VVL Congres, Berchem, 14 maart 2014 Pervasieve

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Autisme DSM IV: Stoornissen die meestal voor het eerst op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in

Nadere informatie

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen

Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen Rutger Jan van der Gaag & Iris Oosterling, gz-psycholoog 2006 Karakter pagina 1 Inhoud Autisme Vroege herkenning van autisme DIANE-project,

Nadere informatie

HET IMPACT-PROGRAMMA: EEN OUDERTRAINING OM DE SOCIAAL-COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN VAN JONGE KINDEREN MET ASS TE STIMULEREN

HET IMPACT-PROGRAMMA: EEN OUDERTRAINING OM DE SOCIAAL-COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN VAN JONGE KINDEREN MET ASS TE STIMULEREN HET IMPACT-PROGRAMMA: EEN OUDERTRAINING OM DE SOCIAAL-COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN VAN JONGE KINDEREN MET ASS TE STIMULEREN Sara Van der Paelt Onderzoeksgroep ontwikkelingsstoornissen Universiteit Gent

Nadere informatie

Petra Warreyn, 2 april

Petra Warreyn, 2 april Moeder-kind interactie bij jongere broertjes en zusjes van kinderen met een autismespectrumstoornis: Implicaties voor diagnostiek en interventie 2 Inleiding: Etiologie ASS Gen x omgevingsinteractie: vaak

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers Autismespectrumstoornis SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND 19-10-2016 Mandy Bekkers (mandybekkers@hotmail.com) Waarschuwing vooraf! 2 Geschiedenis Autos (Grieks: zelf) 1937-1940: Term autisme 1943 &

Nadere informatie

Vroegtijdige interventies in de Belgische context: onderzoek en perspectieven

Vroegtijdige interventies in de Belgische context: onderzoek en perspectieven Vroegtijdige interventies in de Belgische context: onderzoek en perspectieven Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen HGR-CSS Brussel, 20 juni 2014 Vroegtijdige interventie bij kinderen

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Autisme en de gevolgen Els Ronsse / MDR

Autisme en de gevolgen Els Ronsse /   MDR Autisme en de gevolgen Els Ronsse / www.psysense.be MDR Voorkomen? Voor het hele spectrum komen een aantal studies onafhankelijk van elkaar uit op 60 tot 70 op 10.000 of 1 op ongeveer 150 personen. Af

Nadere informatie

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence Lezing voor de NVA Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog Ontwikkelingsstoornissen Dimence Waarom diagnostiek? Hoe doen we eigenlijk diagnostiek? De DSM 5 Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme

Nadere informatie

7 Nederlandstalige Samenvatting

7 Nederlandstalige Samenvatting 7 Nederlandstalige Samenvatting Autisme is een ontwikkelingsstoornis, waarvan de symptomen zich in de kindertijd voor het eerst manifesteren en gedurende het gehele leven in verschillende vormen aanwezig

Nadere informatie

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood

Nadere informatie

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door Welkom DGM en Autisme Presentatie door Esther van Efferen-Wiersma Inhoud Autisme: recente ontwikkelingen Van beperkingen naar (onderwijs)behoeften DGM en autisme Hulpmiddelen en materialen Vragen? Autisme?

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door Welkom DGM en Autisme Presentatie door Esther van Efferen-Wiersma Inhoud DGM en autisme? Autisme: recente ontwikkelingen Van beperkingen naar (onderwijs)behoeften DGM en autisme! Vragen? DGM en Autisme?

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

De sociale interactie tussen moeder en kind gedurende een taaksituatie.

De sociale interactie tussen moeder en kind gedurende een taaksituatie. Academiejaar 2009-2010 Eerste Examenperiode De sociale interactie tussen moeder en kind gedurende een taaksituatie. Een vergelijkende studie tussen jonge kinderen met een autismespectrumstoornis en hun

Nadere informatie

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum SRS-2 Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Informantenrapportage over 4- tot 18-jarigen Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING SRS-2 2/7 Inleiding

Nadere informatie

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf.

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. I. Autisme en verstandelijke beperking Het verschil Peter Vermeulen zei ooit in een vorming (1999) dat een verstandelijke beperking gelijk

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof

On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof Over Mindfulness en Autisme Kinderen met autismespectrumstoornis (ASS) worden gekenmerkt door problemen in de sociale communicatie en interactie, evenals repetitieve,

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

HTS Report SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. Profielvergelijking. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. Profielvergelijking. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam HTS Report Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen INLEIDING 2/12 Inleiding Metingen / Personen Naam Leeftijd Geslacht Test Datum Tijdsduur Lijnstijl 42;0 m 18.07.2017 0.078 18.07.2017

Nadere informatie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report SRS-A Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vriendin INLEIDING SRS-A 2/6 Inleiding De SRS-A

Nadere informatie

Autisme en depressie. Congres Nijcare 14 juni 2018 Katelijne Robbertz & Cees Kan

Autisme en depressie. Congres Nijcare 14 juni 2018 Katelijne Robbertz & Cees Kan Autisme en depressie Congres Nijcare 14 juni 2018 Katelijne Robbertz & Cees Kan Hoe herken je autisme bij een depressieve patiënt? 3 Wat gaat hier mis? DSM5 criteria Autismespectrumstoornis A. Beperkingen

Nadere informatie

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis Programma Even voorstellen Wat is autisme? Vroege signalen bij autismespectrumstoornissen De eerste stap richting onderzoek

Nadere informatie

Het onderzoek. Taalontwikkeling. Inhoud. Lezing Kannercyclus 10 december 2012. Autismespectrumstoornissen. Jarymke Maljaars

Het onderzoek. Taalontwikkeling. Inhoud. Lezing Kannercyclus 10 december 2012. Autismespectrumstoornissen. Jarymke Maljaars Autismespectrumstoornissen BEGRIP ALS STRUIKELBLOK: Taal bij kinderen met autisme en een verstandelijke beperking FENOTYPE KANNERCYCLUS 1 december 212 COGNITIE BIOLOGIE O M G E V I N G GENOTYPE Autisme

Nadere informatie

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Woensdag 2 april 2014 Ad van der Sijde, Yulius Autisme Paul Reijnen, BOBA Inhoud Presentatie Vragen Veranderingen DSM-5 autisme

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

SRS Informantenrapportage

SRS Informantenrapportage SRS Informantenrapportage Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen ID 4589-11 Datum 19.09.2014 Informant: Tineke moeder SRS Profielformulier 3 / 9 PROFIELFORMULIER Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Erik van Zon ID 256-250 Datum 11.12.2015. Informantenrapportage over 3-jarigen

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Erik van Zon ID 256-250 Datum 11.12.2015. Informantenrapportage over 3-jarigen SRS-2 Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen HTS Report ID 256-250 Datum 11.12.2015 Informantenrapportage over 3-jarigen Informant: Elise de Bruin Moeder SRS-2 Profielformulier 2 / 6 PROFIELFORMULIER

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Autisme in de levensloop. Conclusies. Overzicht. Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis

Autisme in de levensloop. Conclusies. Overzicht. Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis in de levensloop Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Conclusies 1. Het is! om in verschillende levensfases diagnostisch onderzoek te herhalen.. Het is! om comorbiditeit goed in

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap

Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap Prof. dr. Bea Maes, Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek, K.U.Leuven 1. Centrale rol van taal en communicatie

Nadere informatie

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

Asperger en werk. Een dynamisch duo

Asperger en werk. Een dynamisch duo Asperger en werk Een dynamisch duo Natalie van Berkel Module Onderzoeksvaardigheden Stoornis van Asperger Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste 2 van de volgende:

Nadere informatie

Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5

Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5 Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5 Britt Hoogenboom, kinder,- en jeugdpsychiater Dr. Sanne Hogendoorn, psycholoog Zorgprogrammaleiders Centrum voor Autisme en Psychose, de Bascule Referatencyclus

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater Kinderen en psychiatrie Ook binnen de geneeskunde vindt er nog heel wat stigmatisering

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Autisme, wat weten we?

Autisme, wat weten we? Autisme, wat weten we? Matt van der Reijden, kinder- en jeugdpsychiater & geneesheer directeur Dr Leo Kannerhuis, Oosterbeek 1 autisme agenda autisme autisme en het brein: wat weten we? een beeld van autisme:

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

GROTE VARIATIE. Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese KENNISMAKING KINDEREN MET CEREBRALE PARESE

GROTE VARIATIE. Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese KENNISMAKING KINDEREN MET CEREBRALE PARESE VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK VAKGROEP S-, PERSOONLIJKHEIDS- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese Prof. dr. Sarah De Pauw - Dra. Lisa Dieleman

Nadere informatie

Een talengerichte benadering bij leerlingen met autisme

Een talengerichte benadering bij leerlingen met autisme Een talengerichte benadering bij leerlingen met autisme College bij Zorg II Carla Geveke Autisme Project Lectoraat Curious Minds Onderzoeker en moeder van kind met autisme (10) Doelen van het college Inzicht

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Opvoeden Plus Opvoeden van een kind met autisme

Opvoeden Plus Opvoeden van een kind met autisme Opvoeden Plus Opvoeden van een kind met autisme Ilse Noens Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek Leuven Autism Research (LAuRes) PraxisP - praktijkcentrum Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Aspecten van de non verbale communicatie in Spraak taalproblemen bij een dysfatische ontwikkeling (S TOS / SLI):

Aspecten van de non verbale communicatie in Spraak taalproblemen bij een dysfatische ontwikkeling (S TOS / SLI): Non-verbale communicatie in de differentiële diagnostiek bij spraak-taalstoornissen Ank Verschoor Specifieke moeilijkheden: Secundaire problemen bij een dysfatische ontwikkeling (SLI/S TOS) Comorbiditeit

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Overzicht Autisme net ff anders. Herkennen van autisme in contact. Autisme Specifieke Communicatie. Vragen

Overzicht Autisme net ff anders. Herkennen van autisme in contact. Autisme Specifieke Communicatie. Vragen Autisme niet begrepen? Niet herkend! Gemeente Koggenland 6 november 2017 & Stichting Deuvel Mieke Bellinga Mariëlle Witteveen Overzicht Autisme net ff anders Herkennen van autisme in contact Autisme Specifieke

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

De inzet van robots in de behandeling van autisme. Bibi Huskens en Rianne Verschuur

De inzet van robots in de behandeling van autisme. Bibi Huskens en Rianne Verschuur De inzet van robots in de behandeling van autisme Bibi Huskens en Rianne Verschuur In samenwerking met: Emilia Barakova TU/e Jan Gillesen TU/e Tino Lourens TiViPe Met dank aan: Agentschap NL Deelnemende

Nadere informatie

Ontwikkelingsproblemen bij kinderen in de huisartsenpraktijk

Ontwikkelingsproblemen bij kinderen in de huisartsenpraktijk Ontwikkelingsproblemen bij kinderen in de huisartsenpraktijk Signalen van kind en ouders Chris2ne Weenink en Emma van Daalen Huisarts en Psychiater (poten2ële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel)

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel) Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel) Presentatie ORD Carla Geveke: c.h.geveke@pl.hanze.nl Lectoraat Curious Minds Hanzehogeschool

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Autisme spectrum conditie

Autisme spectrum conditie (potentiële) belangenverstrengeling Geen Autisme spectrum conditie Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Triversum W. Veenboer Kinder- en jeugdpsychiater Dag van eerste lijn Januari

Nadere informatie

Yvette Dijkxhoorn, Autisme en Bewegen

Yvette Dijkxhoorn, Autisme en Bewegen Yvette Dijkxhoorn, Autisme en Bewegen De autismespectrumstoornissen - Kwalitatieve stoornissen in de sociale interactie - Kwalitatieve stoornissen in de communicatie - Kwalitatieve stoornissen in het verbeeldingsvermogen

Nadere informatie

Reader. Autisme Spectrum Stoornissen

Reader. Autisme Spectrum Stoornissen Reader Autisme Spectrum Stoornissen Inhoudsopgave 1. Inleiding ASS... 3 1.1 Wat is ASS... 3 Omschrijving ASS... 3 3 hoofdkenmerken... 3 Sociale interactie... 3 Communicatie... 4 Problemen in de verbeelding...

Nadere informatie

23 oktober 2013 1. Wat betekent autisme voor jou? Waaraan denk je spontaan? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over?

23 oktober 2013 1. Wat betekent autisme voor jou? Waaraan denk je spontaan? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over? Tegenwoordig heeft iedereen wel een etiketje! Hebben we dat niet allemaal een beetje? Als je niks hebt, is het precies al abnormaal! Mijn kind heeft (net)

Nadere informatie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie HTS Report SRS-A Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen ID 255-2 Datum 15.01.2016 Zelfrapportageversie SRS-A Profielformulier 3 / 9 PROFIELFORMULIER Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen

Nadere informatie

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF-P Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader BRIEF-P Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF-P is een

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Executieve functies binnen de vroegbehandeling. Evelien Dirks NSDSK

Executieve functies binnen de vroegbehandeling. Evelien Dirks NSDSK Executieve functies binnen de vroegbehandeling Evelien Dirks NSDSK Van der Lem symposium september 2015 De6initie Executieve functies = parapluterm Executieve functies: Vaardigheden die nodig zijn om een

Nadere informatie

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys Een reactie door Hilde M. Geurts Lezing Begeer, Keysar et al., 2010: Advanced ToM 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Autisme (n=34) Controle

Nadere informatie

Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn

Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn Diagnostiek 1. Screening 2. Individueel descriptieve diagnostiek 3. Begeleiding en Behandeling Autismespectrumstoornissen VROEGE ONTWIKKELING

Nadere informatie

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Ontwikkelingsfasen bij kinderen. 3 Basisbehoeften van kinderen.

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk Dr. P. Remijnse, psychiater UWV Breda, 4-7-2017 Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor deze bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

Als duwen en trekken niet helpt: impasses doorbreken met een complexe doelgroep

Als duwen en trekken niet helpt: impasses doorbreken met een complexe doelgroep Als duwen en trekken niet helpt: impasses doorbreken met een complexe doelgroep Workshop Jubileum stichting TOPGGz 8 maart 2017 Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen GZ-psycholoog/psychotherapeut ch.van.nieuwenhuizen@ggze.nl,

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004)

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Dia 1 Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen Een reactie van Bibi Huskens Dia 2 Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Problemen in: Planning Inhibitie Schakelvaardigheid

Nadere informatie

Trainen van imitatie en gedeelde aandacht. effect op het sociaalcommunicatief taalgebruik

Trainen van imitatie en gedeelde aandacht. effect op het sociaalcommunicatief taalgebruik Academiejaar 2012-2013 Eerste examenperiode Trainen van imitatie en gedeelde aandacht bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis: effect op het sociaalcommunicatief taalgebruik Masterproef neergelegd

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

1. Gedrag. Au3sme. UMCG Publiekslezing Au3sme. Els M.A. Blijd- Hoogewys. Overzicht presenta3e. Wat is au3sme? Drie probleemgebieden

1. Gedrag. Au3sme. UMCG Publiekslezing Au3sme. Els M.A. Blijd- Hoogewys. Overzicht presenta3e. Wat is au3sme? Drie probleemgebieden Au3sme dr. Behandelcoördinator Au3sme Team Noord Nederland Overzicht presenta3e Wat is au3sme? naar Morton & Frith, 1995 1. Gedrag 2. Biologie 3. Cogni3e 4. Diagnose 5. Behandeling genen, hersengebieden

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Pivotal Response Treatment bij kinderen met autisme. Manon de Korte, MSc PhD student, PRT behandelaar

Pivotal Response Treatment bij kinderen met autisme. Manon de Korte, MSc PhD student, PRT behandelaar Pivotal Response Treatment bij kinderen met autisme Manon de Korte, MSc PhD student, PRT behandelaar Pivotal Response Treatment (PRT) = Behandeling voor kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG 1 Autisme spectrum stoornissen Waarom dit onderwerp? Diagnostiek

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Autisme bij het sterke geslacht. dr. Els M.A. Blijd-Hoogewys Klinisch Psycholoog / Psychotherapeut Manager Behandelzaken INTER-PSY

Autisme bij het sterke geslacht. dr. Els M.A. Blijd-Hoogewys Klinisch Psycholoog / Psychotherapeut Manager Behandelzaken INTER-PSY Autisme bij het sterke geslacht dr. Els M.A. Blijd-Hoogewys Klinisch Psycholoog / Psychotherapeut Manager Behandelzaken INTER-PSY Overzicht presentatie Wat is ASS? ASS bij vrouwen Diagnostiek bij vrouwen

Nadere informatie

Moeder-kind interactie bij jongere broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis: Invloed op het huidig en toekomstig functioneren

Moeder-kind interactie bij jongere broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis: Invloed op het huidig en toekomstig functioneren Academiejaar 2015 2016 Tweedesemesterexamenperiode Moeder-kind interactie bij jongere broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis: Invloed op het huidig en toekomstig functioneren Masterproef

Nadere informatie