3. Dak & Toebehoren n 1 de 34

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3. Dak & Toebehoren n 1 de 34"

Transcriptie

1 3. Dak & Toebehoren 1 de 34

2 DE PLAATSINGSTECHNIEKEN 1.0 De naden De koperen banen en panelen zijn onderling verbonden door mechanische sluitingen. Heden worden deze sluitingen merendeels gerealiseerd met profileer- et felsmachines. De manuele gereedschappen (moker en randbewerker) worden nog enkel gebruikt voor de realisatie van specifieke details of van complexe daken (bvb. : bij restauraties). De visuele en technische kwaliteit van de koperen dakbedekkingen is heden buitengewoon mooi en tevens toch economisch. In het algemeen worden volgende technieken gebruikt : staande naad (dubbele sluiting), staande naad met enkelvoudige plooi of deze met roeflat. 2 de 34

3 1.1 De techniek van de staande naad met enkelvoudige plooi De staande naad met enkelvoudige plooi is een vereenvoudigde vorm van de traditionele staande naad (dubbele sluiting). In dit geval wordt de laatste plooi gedraaid over 90 i.p.v. over 180. Gezien het belangrijkere oppervlak van het bovendeel van de voeg t.o.v. de dubbele sluiting, accentueert de naad met enkelvoudige plooi meer de structuur van de bedekking. Daar komt bij dat deze techniek bijna geen dwarse spanning veroorzaakt in de bedekking. Door deze techniek, kunnen voorgeplooide of voorgeprofileerde koperen banen gebruikt worden om vrij effen oppervlakken te bekomen. Wetend dat de voeg niet volledig gefelst is, vloeit er uit voort dat de naad met enkelvoudige sluiting niet zo waterdicht is. Bijgevolg wordt deze techniek gebruikt voor daken met een minimum helling van 25 (35 in zones van sterke sneeuwval). 1.2 De traditionele staande naad (dubbele sluiting) De staande naad met dubbele sluiting is de normale en meest gebruikte techniek. De zijdelingse opstand van de koperen banen van 45 of 35mm geeft een voeghoogte, na sluiting, van minimum 23mm. De staande naad met dubbele fels is regendicht, maar niet totaal waterdicht (bvb. : stilstaand water). De DIN vermeldt dat de minimum helling 3 bedraagt. Deze minimum helling dient eveneens gerespecteerd te worden voor randzones, de oversteken, de dakvensters, kilgoot, de hoekkepers, 3 de 34

4 1.3 De roeflatten De techniek van de roeflatten wordt heden relatief weinig gebruikt voor koperen bedekkingen. Voor deze techniek gebruikt men houten roeflatten met een minimum sectie van 40x40mm. Deze worden op de bebording bevestigd tussen de koperen banen en aan de opstaande zijde ervan. Aangezien het de roeflatten zijn die de krachten tengevolge van de windbelasting moeten opvangen, dienen zij stevig bevestigd te worden in de bebording. Evenals bij de staande naad, zijn de opstanden van de banen niet volledig verticaal, zodat een iets grotere speling van 3mm aan de voet van de roeflatten gecreëerd worden om de krachten verbonden aan de dwarse uitzetting/krimp op te vangen. Om de roeflatten te bedekken, worden roeflatbedekkende elementen over het bovendeel geplaatst. Gezien de grote breedte van de roeflatbanen, dient de dakstructuur tamelijk stevig te zijn. Voor de bedekking met roeflatten gelden dezelfde regels dan voor de staande naad met dubbele fels (minimum helling, breedte en lengte van de dakvlakken, ). Dit geldt eveneens voor de dwarse voegen en het aantal klangen. Er is een verschil tussen de «Duitse» roeflatten en de «Belgische» roeflatten. 4 de 34

5 1.3.1 De «Duitse» roeflatten : Bij de Duitse versie worden de klangen, die minimum 100mm breed zijn, op de top van de roeflat bevestigd met minstens 4 koperen nagels. De vasthechtingsklangen werken als schuivende klangen, en de banen dienen dus bevestigd te worden in de bebording om hun verschuiving te vermijden. Dit wordt gerealiseerd door een uitsnijding te voorzien boven de vasthechtingsklangen De «Belgische» roeflatten : Bij de Belgische versie lopen de vasthechtingsklangen onder de roeflat door en ze worden door deze vastgehouden. Hier functioneren deze klangen eveneens als schuivende klangen. De banen worden vastgehouden zoals bij de Duitse versie. In beide gevallen hebben de roeflatbedekkers een gedefinieerde vorm, zijn geprefabriceerd en zijn bevestigd op of geklikt over de vasthechtingsklangen of de opstanden van de banen. De uiteinden van de banen overlappen mekaar van minstens 50 mm. Om glijding te vermijden worden, in deze overlappingzone, de bovenste uiteinden van de banen op de drager bevestigd met een koperen nagel. 5 de 34

6 FACTOREN DIE DE PLAATSING BEÏNVLOEDEN 2.0 Dwarse naden De dwarse naden worden op drie manieren gerealiseerd : eenvoudige sluiting, dubbele sluiting et dubbele sluiting met dichtingband. Voor baanlengtes 3m, vragen de dwarse naden geen bijkomende vasthechtingsklangen om een perfecte mobiliteit van het geheel van het blad te garanderen (uitzetting/krimp bewegingen). 2.1 Eenvoudige dwarse aanhaking Voor dakhellingen 25, mogen de dwarse voegen van het eenvoudige type zijn. 2.2 Dubbele dwarse aanhaking Voor dakhellingen 7, zullen de dwarse voegen van het dubbele type zijn. 2.3 Dwarse voegen met aanhakingsband Voor dakhellingen 7, worden de dwarse voegen gerealiseerd met een aanhakingsband. 6 de 34

7 3.0 De windbelastingen De norm DIN 1055 deel 4 geeft aan dat alle windkrachten die een bouwwerk belasten op een veilige manier vanaf hun oorsprong (de «huid» van de bedekking) naar de bevestigingen dienen overgebracht te worden. De belangrijkste zuigkrachten werken in op de randen en meer bepaald op de hoeken van het dak, die blootgesteld zijn aan de winden, zoals men kan zien op de vereenvoudigde schema s. Hoekzones van het dak. Hoekzones van het dak. Randzones van het dak. Randzones van het dak. 3.1 De zuigkrachten veroorzaakt door de wind en berekend volgens de norm DIN 1055 in N/m² Dakhelling Hoogte van het gebouw (m) Hoekzone (N/m²) Randzone (N/m²) Normale zone (N/m²) 7 de 34

8 4.0 De bevestigingsklangen De bevestigingsklangen worden, ofwel met gekartelde nagels in koper of in RVS ofwel met gefreesde vijzen in RVS, op de bebording bevestigd. Deze bevestigingen moeten minsten 20mm in de drager dringen. Indien de klangen bevestigd worden met twee gekartelde koperen nagels (van 2.8 x 25mm) voor daken, wordt een uitrukkingsweerstand van 500N/bevestigingspunt bereikt, wat voldoende is voor elk type van dak. 4.1 Aantal klangen en hun onderlinge afstand De waarden opgegeven in tabel 65 dient men als standaard te beschouwen aangaande het aantal klangen en hun onderlinge afstand. Deze waarden houden rekening met de hoogte van het gebouw, de meest nadelige condities aangaande de zuigkrachten van de winden (volgens DIN 1055) en een koperen baanlengte van maximum 10m mits gebruik te maken van gekartelde nagels in koper geschikt voor daken. Voor andere klangen gelden de specifieke regels voor metalen constructies, welke in t algemeen aanbevelen om de garantie van de fabrikant te bekomen. 8 de 34

9 Bevestingsklangen Bevestigingsmiddel Nagel (1.2) Vijs dakbedekking klang min dikte in mm Materiaal Diam. x leng. Materiaal Diam. x leng. Koper Koper 0,6 Koper 2,8 x 25 mm RVS 4 x 250mm RVS 0,4 RVS 1) per klang minstens 2 bevestigingen met een penetratie van min 20 mm 2) platte kop > 7 mm, van zelfde waarde dan gegroefde koperen of inox nagels met min. 9 groeven Afstand tussen de bevestigingsklangen en breedte van de banen/dikte van het metaal in functie van de hoogte van het gebouw. Hoogte gebouw tot 8 m Meer dan 8 m tot 20 m Meer dan 20 m tot 100 m Breedte banen mm Min dikte in mm ,6 0,6 0,6 0,7 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 Dak Klangen per m² Midden Afstand tussen klangen mm Randen Klangen per m² Afstand tussen klangen mm Hoeken Klangen per m² Afstand tussen klangen mm de 34

10 5.0 Bewegingen te wijten aan temperatuurverschillen De seizoensgebonden temperatuurschommelingen, van +80 C in de volle zon tot 20 C in de winter onderwerpt elk materiaal aan dimensionale veranderingen. Voor koper bedraagt deze verandering 1,7mm/m voor een temperatuursverschil van 100K (lineaire uitzettingscoëfficient: 16,8x10-6 1/K). Volgens de specifieke regels geldend voor metalen constructies, dienen de metalen bedekkingen gerealiseerd te worden door er zich van te verzekeren dat de bewegingen van uitzetting en krimp gemakkelijk kunnen opgevangen worden, zonder het minste waterdichtingsgebrek te veroorzaken en zonder dat de bevestigingsklangen ongunstig getroffen worden. Deze bewegingen worden opgevangen door middel van glijdende bevestigingsklangen die bevestigd worden op de bebording (draagstructuur). De maximale lengte van de koperen banen voor daken is vastgelegd op 10m. Indien deze lengte overschreden wordt, dient men voldoende speling te geven aan de koperen banen via een glijdende uitzettingsvoeg of via een trap Schuivende uitzettingsvoeg: Voor dakhellingen 10, vraagt de uitzettingsvoeg geen enkele bevestiging die doordringt tot in de onderstructuur. De klang van de uitzettingsvoeg wordt op de lager gelegen koperen baan bevestigd met klinknagels, de plooi van de hoger gelegen baan hecht zich vast in deze klang. Men dient er goed op te letten dat er voldoende speling voorzien wordt om de bewegingen van uitzetting en krimp van de hoger gelegen baan op te vangen. 10 de 34

11 5.0.2 Trap : De techniek van de trap wordt zelden toegepast om de bewegingen van uitzetting en krimp op te vangen want ze vormt een verticale opstand van minstens 60mm, wat een significant esthetisch probleem kan betekenen. Deze techniek wordt hoofdzakelijk gebruikt voor daken waarvan de helling < 10. Als de trap gerealiseerd is, wordt het bovenste deel van de lager gelegen baan niet met een rechte hoek uitgevoerd om voldoende ruimte te laten om de uitzetting tegen een verticaal stootvlak toe te laten. De hoger gelegen baan wordt aan de aanhakingsbaan gehecht zodanig dat er voldoende spel gelaten wordt om gemakkelijk de bewegingen van uitzetting en krimp te kunnen opvangen Opvangen van de bewegingen van uitzetting en krimp aan de voet van het dakvlak : Om te vermijden dat de bewegingen van de koperen banen aan de voet van het dakvlak verhinderd worden, wordt aangeraden om geen dubbele sluiting te gebruiken ter hoogte van de druipbanden. Om te helpen bij het opvangen van de bewegingen, tengevolge de temperatuurschommelingen, van de banen aan de voet van het dakvlak, dient men een vrije afstand van 3mm te laten aan de uiteinden of dient men een onafhankelijke bedekking van 20 à 30mm aan te brengen. 11 de 34

12 VERBINDINGSSTUKKEN, AANZETSTUKKEN, OVERBRUGGINGEN EN DOORBORINGEN 6.0 Opvangen van de bewegingen van uitzetting en krimp aan de kilgoten : Het realiseren van een kil, de verbinding tussen twee daken die in hoekvorm op elkaar aansluiten, hangt af van de lengte van de dakvlakken en wordt bepaald door de helling van de aangrenzende daken. Aangezien de killen ook blootgesteld zijn aan bewegingen van uitzetting en krimp van de banen die er op uit komen, dient de aansluiting op een adequate manier bedacht worden. Voor de ingewerkte bakgoot, doet men dit met aanhakingsbanen. Een kilgoot bestaande uit een aan weerszijden geplooide koperen baan kan slechts in beperkte mate bewegingen opvangen en is aldus slechts compatibel voor banen van een maximale lengte van 3m. (zie eveneens het hoofdstuk afvoeren van het regenwater, 3.6 dwarse voegen aan de kilgoten, de verbindingen, aanzetstukken, overbruggingen en doorboringen). Ingewerkte bakgoot Kilgoot met zijdelingse staande naden. Kilgoot met uitzettingsvoeg. Kilgoot met eenvoudige aanhaking. 12 de 34

13 7.0 De dakvoet Er wordt buitengewone aandacht gevraagd bij het ontwerp van de dakvoet want daar mondt onvermijdelijk al het water dat over het dak stroomt uit. In het algemeen en hoofdzakelijk met een houten bebording, is het gebruikelijk om met een minder dikke bebordingsplank van 5 mm te werken. Daardoor kan de ontdubbeling van de bedekking met een druipband vermeden worden en laat toe om de goothaken onafhankelijk van de kepers te plaatsen. (zie eveneens «Opname van de bewegingen van uitzetting en krimp aan de voet van het dakvlak») 1. dakbedekking 2. Scheidingslaag 3. druipband 4. bebording Aanzetstuk van de staande naad aan de goot: Indien mogelijk, dienen de aanzetstukken van de staande naden aan de goot verticaal uitgevoerd te worden. Deze eenvoudige versie laat toe om de dwarse uitzetting van de koperen banen niet vast te klemmen. Verticaal ronde of afgeschuinde varianten zijn eveneens mogelijk. Het gebruik van liggende naden zou vermeden moeten worden aan de dakvoet, want dit verhindert de bewegingen van de koperen banen. 1. Bovenste dakbedekking 2. bevestiging 3. Onderste dakbedekking 4. Scheidingslaag 5. bebording 8.0 Overbrugging van verschillende hellingen Bij de aansluiting van dakvlakken met verschillende helling (onderschild), kunnen de bewegingen van uitzetting en krimp niet omgeleid worden. Bijgevolg kunnen voor naar binnenhoeken onderbroken of doorlopende voegen gebruikt worden. De laatste variante is echter slechts aangewezen voor baanlengtes van 3m, want de bewegingen van uitzetting en krimp zijn onderbroken aan het uitstekend punt. Bij uitstekende hoeken is een liggende naad toegestaan. 13 de 34

14 9.0 De nokken Voor de realisatie van de nokken dient men te weten of het over een geventileerde of niet geventileerde dakopbouw gaat Geventileerd zadeldak: De conceptiewijze van de geventileerde nok (minimum hoogte van 120mm) heeft een belangrijke invloed op de vormgeving van het dak. De nok vereist de constructie van een specifieke onderstructuur, ideaal zou zijn in hout. Een metalen structuur zou kunnen leiden tot een plotse afkoeling van de lucht, met een hoge relatieve vochtigheid, wat ongelegen condensatie zou veroorzaken. Dat de bedekking nu uitgevoerd wordt met enkelvoudige of dubbele staande naden, deze mogen opstaand blijven of liggend zijn zodat ze in de nok kunnen dringen. De nokbedekking heeft normaal gezien een dubbele of een enkele helling, zodat alle waterstilstand op de nok vermeden wordt. 1. Nokbekleding 2. Fixatie 3. insectengaas 4. staande naden 14 de 34

15 9.0.2 Lessenaardak: De manier om de nok te realiseren van een dak met slechts één helling is volgens dezelfde principes dan deze voor de geventileerde nok bij een zadeldak. De aansluiting tussen het dak en de muur wordt geconcipieerd als een onderstructuur met specifieke verluchting Verluchting tegen een muur : De aansluiting tussen de geventileerde nok en de muur wordt geconcipieerd als een halve verluchtingnok. Hier verbindt de nok zich met de muur met behulp van een muurprofiel. 1. staande naad 2. bevestiging 3. insectengaas 1. naadafdekking 2. insectengaas 3. bevestiging 4. staande naad 15 de 34

16 9.0.4 Niet geventileerd zadeldak: De nok van een niet geventileerd zadeldak kan geaccentueerd worden door de plaatsing van een roeflat. Zoals bij de bedekking met roeflat, zijn de koperen banen tegen de roeflat geplaatst door een speling te laten van ongeveer 3mm (opvangen van de bewegingen van uitzetting en krimp). In deze versie kunnen de staande naden en deze met roeflat onvervormd samengevoegd worden. Een iets smallere variant kan bekomen worden met de enkelvoudige plooi techniek. De nok is geconcipieerd als dubbele staande naad met enkelvoudige sluiting, de aansluiting kan bekomen worden door het behouden van de staande naad verticaal te houden of door hem neer te slaan langs de nok. In beide gevallen dient de naad bewerkt te worden om het creëren van niet waterdichte knopen te vermijden. Deze laatste oplossingen hebben echter het nadeel dat ze de dwarse uitzetting van de koperen banen intomen. Deze zullen zich in het algemeen beperken tot kleine noklengtes en korte koperen baanlengtes. Nok met nokstuk Nok met half gesloten staande naad Nok met staande naad 16 de 34

17 9.0.5 Lessenaardak zonder verluchting: De nokken van lessenaardaken zonder aansluiting tegen een muur zijn te concipiëren als de voeten van dakvlakken en worden dus gelijkaardig behandeld. (zie eveneens het hoofdstuk evacuatie van het regenwater, druipbanden) Nok tegen een muur zonder verluchting : De aansluitingen tegen een muur gebeuren door gebruik te maken van muurprofielen. Ze moeten minstens 150mm boven de bedekking geplaatst worden en waterdicht gemaakt worden Hoekkepers Evenals bij de nokken, beëindigen de hoekkepers de uiteinden van de banen. Ze kunnen uitgevoerd worden met voegen met roeflatten, enkelvoudige of dubbele staande naden, zoals beschreven. De schuine aansluiting echter tussen de banen en de hoekkeper maakt zijn uitvoering complexer dan bij de nok De kilgoten De verschillende vormen van kilgoten zijn reeds beschreven in hoofdstuk 13.0 en staande naad 2. staande naad 3. Afwerking 1. Afwerking 2. insectengaas 3. bevestiging 17 de 34

18 1. muurafdekking 2. bevestiging 18 de 34

19 11.0 Muurkappen en dakoversteken De hoogte van de opstand hangt af van de regen- en windinvloeden, evenals van de vorm en de hoogte van het dak. Een opstand van 40 à 60mm is meestal redelijk. Om afloopsporen te vermijden, dienen de dakoversteken 40 à 60mm te bedragen. Bij het ontwerp van de dakoversteken integreert men best ook het ontwerp van de voet van het dakvlak en van de nok Doorboringen De doorboringen van schouwen, verluchtingpijpen, enz zijn waterdicht gemaakt door sluitingen, door verbinding met klinknagels, door te lassen of solderen. Het specifiek ontwerp hangt af van de dakhelling. Dezelfde regels gelden als voor de dwarse voegen. De doorboringen mogen geen negatief effect hebben op het opvangen van de bewegingen van uitzetting en krimp. De nodige veiligheidsruimtes dienen dus voorzien te worden. Bij rechthoekige doorboringen dient men te controleren dat alle opstanden van de omliggende banen 100 à 150mm boven het waterniveau zijn. Voor ronde doorboringen, dient een koker van minimum 150mm hoog gelast te worden op de koperen baan. 1. muurafdekking / naadafdekking 2. bevestiging 3. staande naad 19 de 34

20 DE PRINCIPES VAN DE EVACUATIE VAN HET REGENWATER VIA EEN KOPEREN SYSTEEM De constructieelementen 1.0 Algemeenheden Om elke beschadiging aan gebouwen te vermijden dient het regenwater en de smeltende sneeuw snel en veilig geëvacueerd te worden. De materialen zullen in het bijzonder bestand moeten zijn tegen agressieve stoffen. Eveneens zullen de gevels beschermd moeten worden tegen eventuele overstroming van regenwater. De norm EN 612 «Halve maangoten en afvoerbuizen in metaal» (mei 1996) en de specifieke regels voor het werken met metaal liggen aan de basis van het ontwerp van het evacuatienet van regenwater. 2.0 Het onderdak Het onderdak dient als bijkomende waterdichting te fungeren en dient ook alle water dat per ongeluk door het dak dringt af te voeren naar de buitenzijde van het gebouw in het evacuatienet van regenwater. 2.1 Bebording De ingewerkte bakgoten, de dakgoten et de kilgoten dient men te beschouwen als koperen dakelementen en vragen een doorlopende ondersteuning zoals beschreven bij «houten bebording». De doorboringen voor de aansluitingen aan de afvoerbuizen dienen voorzien te worden in de bebording. (zie eveneens: Afvoerbuizen) 2.2 Boezemplank De boezemplank dient om er een hanggoot aan te bevestigen en dit volledig onafhankelijk van de onderlinge afstand van de kepers. Om een goede steun te garanderen voor de hanggoot en de druipbanden, dienen de boezemplanken een dikte te hebben van 25mm. 2.3 Druipbanden De goten zijn aan het dak verbonden met druipbanden. Deze lopen door in het dakvlak over minstens 150mm en maken ofwel deel uit van de goot, ofwel hebben ze een oversteek in de goot met aanzienlijk verticaal neerwaarts gericht deel. De druipband kan eveneens dienen als aanhakingsband voor de bedekking met staande naden. De druipband wordt met koperen nagels bevestigd. De overlapping van de druipbanden zal minimaal 150 mm zijn. 20 de 34

21 1. koperendak 2. naadafdekking 3. scheidingslaag 4. bebording 5. Bevestingstrook 6. klang 7. eindstuk 8. trechter 9. HWA buis 21 de 34

22 2.4 De goothaken De hanggoten worden gedragen door goothaken, deze laatste worden bevestigd op de boordplank of op de kepers. De goot wordt aan de buitenzijde van de haak ingevoegd en aan de dakzijde bevestigd met de vasthechtingsklippen van de haak. De haken voor koperen goten bestaan uit koper R240. De goothaken worden in de boezemplank ingewerkt en stevig bevestigd met minimum 2 koperen nagels of speciale nagels of vijzen in roestvrij staal. De helling van de goot wordt bereikt door een juiste plaatsing van de haken. Afhankelijk van het geval, kan de afstand van de haken gaan van 700mm tot 900mm (±40mm). De goothaken worden in 4 klassen ingedeeld. De haken van klasse 1 en 2 worden gebruikt voor normale belastingen, de klasse 3 wordt gebruikt voor normale en grote belastingen en de klasse 4 geldt voor de zeer grote belastingen. 2.5 De goten De meest gebruikte formaten zijn van het type halfrond, vierkant of geprofileerd. Het voorste gedeelte van de goot bevat een kraal terwijl het achterste gedeelte een plooi bevat. Buiten deze standaardvormen, bestaat er een hele reeks speciale vormen die aan specifieke noden beantwoorden en die op maat gemaakt worden. Voor het positioneren van de goten bestaan er twee opties: de hanggoten of de bakgoten. Standard Goot Benam. Diam kraal mm Boord mm Diam zonder kraal Hoogte voorzijde met kraal Dikte in mm Standard lengte m Halfrond Vierkant de 34

23 2.6 De afvoerbuizen In functie van de vorm van de goot en van de architecturale keuze, kunnen de goten rond of vierkant zijn en van verschillende afmeting. De standaardlengtes gaan van 2 tot 6m. De lengtevoeg kan ofwel gelast bord aan bord, of gesoldeerd of gehaakt worden. De gehaakte en gesoldeerde buizen zijn licht conisch opdat ze gemakkelijk in elkaar zouden passen. De gelaste bord aan bord buizen beschikken over een vernauwing aan één van de uiteinden. Daar waar blikseminslag zich kan voordoen, worden de buizen geaard door gebruik te maken van een verticale buis. Bij ingewerkte bakgoten, dienen deze voorzien te worden van 2 afvoeren zodanig dat elk van hen de totaliteit van het watervolume, dat in aanmerking komt, kan afvoeren Isolatie van de afvoerbuizen Om condensatie- en vriesgevaar te vermijden, dienen afvoerbuizen die langs de binnenzijde van een gebouw lopen thermisch geïsoleerd te worden. Deze isolatie fungeert eveneens als een akoestische isolatie. 2.7 De beugels voor afvoerbuizen De afvoerbuizen worden met beugels aan het gebouw bevestigd. De afstand tussen twee beugels, voor afvoerbuizen waarvan de diameter gaat tot 100mm, mag de 3m niet overschrijden. Voor grotere diameters, wordt deze afstand herleid tot 2m. (de bladzijden 80 en 81 geven tabellen weer die de afmetingen van de goten, van de haken en van de afvoerbuizen vermelden). HWA buis Diameter mm Dikte mm rond Vierkantig de 34

24 2.8 Tapbuis De afvoerbuizen worden met de goten verbonden door gebruik te maken van specifieke hulpstukken genoemd tapbuizen, tapbuisstuk of verzamelbakken. 2.9 Bolrooster en mandjes Bolrooster of mandje kunnen geplaatst worden om het indringen van bladeren in de pijp te vermijden. Het open oppervlak van deze elementen moet minstens 1,5 maal de sectie van de afvoerbuis bedragen. Bij de bolrooster dient men een overloop te voorzien Veiligheidsoverloop De voorzijde van de bakgoot moet een overloop bevatten zodat het overtollige water bij verstopping van de afvoerbuis kan weglopen. Deze overloop dient zichtbaar opgesteld te worden zodat een eventueel probleem met de afvoerbuis onmiddellijk kan opgemerkt worden Verwarmde goten Om alle verstoppinggevaar te vermijden bij de afvoer van het dooiwater bij het smelten van de sneeuw (goot in de schaduw en waarin het water zou vervriezen), zou men kunnen opteren voor een verwarming van de goot.indiquer qu il y a un problème avec les tuyaux de descente. 24 de 34

25 3.0 DE VERSCHILLENDE GOOTVORMEN Halve maangoot Opbouw: Boezemplank Goothaak Druipband Goot Afvoerbuis aan de buitenzijde Bijzonderheden : Afvoer van het regenwater ter hoogte van de gevels Gemakkelijke montage Volledig zichtbaar systeem Geschikte vorm voor een goede watercirculatie Vierkante/geprofileerde goot Opbouw: Boezemplank Goothaak Druipband Goot Afvoerbuis aan de buitenzijde Bijzonderheden : Afvoer van het regenwater ter hoogte van de gevels Gemakkelijke montage Volledig zichtbaar systeem Bakgoot op muur Opbouw: Boezemplank Goothaak Druipband Goot Afvoerbuis aan de buitenzijde Deksteen Bijzonderheden : Geen dakoversteek De deksteen moet aan de gevelzijde een opstand hebben van minimum 40mm Volledig zichtbaar systeem. Half verzonken kilgoot Opbouw: Bebording Waterdichting Kilgoot Twee afvoerbuizen Afvoerbuizen ofwel inwendig ofwel uitwendig Veiligheidsoverloop Druipband Slab 25 de 34

26 Bijzonderheden : Veiligheidsoverloop sterk aangeraden Twee afvoerbuizen voorzien, elk van hen met de potentie om de totale waterstroom van het dak te kunnen opvangen «dubbelwandige» kilgoot sterk aangeraden Onzichtbaar afvoersysteem Kilgoot verzonken Opbouw: Bebording Waterdichting Kilgoot Twee afvoerbuizen Afvoerbuizen ofwel inwendig ofwel uitwendig Veiligheidsoverloop Druipband Slab Bijzonderheden : Veiligheidsoverloop sterk aangeraden Twee afvoerbuizen voorzien, elk van hen met de potentie om de totale waterstroom van het dak te kunnen opvangen «dubbelwandige» kilgoot sterk aangeraden Onzichtbaar afvoersysteem Ardeense goot Opbouw: druipband met doorlopende veiligheidsplooi Goothaken Goot Uitwendige afvoerbuizen Doorlopende klang Bijzonderheden : Bijkomende sneeuwscherm Gemakkelijk onderhoud Klang met druiplijst Volledig zichtbaar systeem 26 de 34

27 DE VERSCHILLENDE CONSTRUCTIEPRINCIPES 1.0 Halfronde goot De halfronde goot aangebracht op goothaken is een eenvoudige technische oplossing die een snelle afvoer van het regenwater toelaat. Het water wordt steeds naar de as van de goot gebracht, dit voorkomt de stagnatie van afzettingen (mos, bladeren in ontbinding, ), zelfs bij een zwakke doorstromingssnelheid. De halfronde goot is eveneens de meest gunstige vorm betreffende de mechanische spanningsweerstand (ijsvorming, ) en materiaalspaarzaamheid. 27 de 34

28 4.1 Vierkante/geprofileerde goot Omwille van hun platte bodem, is de doorstroming van het regenwater in vierkante goten minder performant dan in halfronde goten. 28 de 34

29 4.2 Bakgoot op muur Zoals de voorgaande goot, heeft dit goottype het voordeel dat uitwendig aan het gebouw is, zonder een oversteek t.o.v. de muur te hebben. Ze wordt bevestigd op de boordplank met goothaken. Het is uiterst belangrijk om te waken over een perfecte waterdichtheid van de deksteen. 29 de 34

30 4.3 Halfverzonken bakgoot Indien de goot niet zichtbaar mag zijn, raden we dit type bakgoot aan. De gevelmuur verheft zich tot het niveau van het bovenste deel van de goot en wordt afgedekt met een onafhankelijke deksteen. De bakgoot kan gerealiseerd worden vanaf standaard halfronde- of vierkante goten, of met op maat gemaakte elementen. Evenals bij de andere ingewerkte elementen (bakgoot, ), dient het scheidingsmembraan op de onderstructuur onder de goot, zodanig geplaatst te worden dat het eveneens kan fungeren als veiligheidswaterdichting (zie eveneens 2.10). 30 de 34

31 4.4 Kilgoot met ingewerkte bakgoot Aangezien deze kilgoot volledig ingebouwd is in het dak, dient men zeer aandachtig te zijn bij het ontwerp ervan om alle indringing van vocht dat, o.a., de onderstructuur zou kunnen beschadigen. Wanneer belangrijke hoeveelheden water dienen afgevoerd te worden, is geen enkele overstroming langs de voorzijde (zoals bij de hanggoten) mogelijk. Bijgevolg is het noodzakelijk om twee afvoerbuizen te plaatsen. De sectie van elk van hen dient de potentie te hebben om de totaliteit van het regenwater op te vangen. Indien de kilgoten zich in schaduwzones bevinden, is het aangeraden om een verwarmingssysteem voor goten te gebruiken. (zie eveneens 2.11). 4.5 Kilgoot voor sheddaken De voorschriften voor de kilgoten met ingewerkte bakgoot gelden eveneens voor de sheddaken. Daar de afmetingen en het aantal elementen vaak vrij belangrijk zijn, is het aangeraden om met geprefabriceerde elementen te werken. 31 de 34

32 4.6 Ardeense goot De Ardeense goot wordt op het dakvlak geplaatst en heeft, in functie van de helling, een sectie van 1/3 of ¼ van een cirkel.hier is de nominale afmeting van de goot afhankelijk van de helling van het dak, wetende dat de bovenzijde van de goot (slab voorzien van een veiligheidsplooi) minimum 80mm hoger dient te liggen dan het niveau van de andere zijde van de goot (buitenzijde). Om het gedeelte, dat zich onder de Ardeense goot bevindt, te beschermen, gebruikt men een druipband die kan uitgevoerd worden met de techniek van de staande naad met dubbele sluiting. Er dient een overlapping van minimum 100mm voorzien te worden tussen de goot en de druipband. De hiernavolgende tabel geeft de nominale afmetingen aan van de Ardeense goot en dit in functie van de dakhelling. Ontwikkeling van de goot Minimale dakhelling de 34

33 DE PLAATSINGTECHNIEKEN 5.0 Plaatsing van de goot De goot dient derwijze geplaatst te worden dat het afvoerwater van het dak in de as van de goot terecht komt, dit om elke overloop langs de buitenzijde van de goot te voorkomen. Het niveau van de buitenzijde van de goot moet 8mm onder het niveau aan de binnenzijde (gebouwzijde) liggen. 5.1 Helling van de goot Met uitzondering van specifieke afwijkingen, dient de goot geplaatst te worden met een minimum helling van 1-3mm/m, om een degelijke afvoer van het regenwater te garanderen. Bij niet zichtbare goten en ingewerkte bakgoten, zal de minimum helling 5mm/m bedragen, zodat een beter zelfreinigend effect van de goot bekomen wordt door de stroming van het afvoerwater. Voor de ingewerkte bakgoten wordt de helling gerealiseerd ter hoogte van de bebording. Water mag tijdelijk stilstaan in goten zonder helling, bij de koperen goten in dit echter niet nadelig voor de goot (zie eveneens het hoofdstuk betreffende de materialen, corrosiegedrag). 5.2 De bevestigingshaken De goothaken worden bevestigd met minstens 2 koperen nagels of, nagels of vijzen van speciaal staal. Om elke vervorming van het dakvlak te vermijden, worden ze ingebouwd dichtbij de rand van de boezemplank van de goot van het dak. Ze mogen geplaatst worden met een onderlinge afstand die afwijkt van deze van de kepers. De bevestiging van de goot Voor haar bevestiging, is de goot enerzijds ingevoegd in het buitenuiteinde van de goothaken en is aan de gebouwzijde bevestigd met de vasthechtingsklippen van de haak. Men mag eveneens haken gebruiken die voorzien zijn van twee vasthechtingsklippen, één vooraan en de andere achteraan. 6.0 De verbindingstechnieken Vier technieken zijn toegestaan voor de onderlinge verbinding van elementen : - Soldering (hard soldeersel) met een overlapping van minimum 10 mm ; - Soldering (zacht soldeersel) met een overlapping van minimum 30 mm (gebruik van toevoegmetaal L-SnCu 3 ) - Een enkele rij klinknagels en zacht soldering met een overlapping van minimum 30 mm ; - Een dubbele rij klinknagels met integratie van een waterdichtsband. De soldering met zacht soldeersel is zowel de beste als de meest economisch methode. Om een groene verkleuring van het koper te vermijden, dient men er op te letten dat er geen residu van het afbijtmiddel nagelaten wordt op de onderzijde van de goot. Het kleurverschil van de gepolijste oppervlakken ter hoogte van de soldering verdwijnt geleidelijk bij de vorming van de natuurlijke patinalaag. Om het uniformisatiefenomeen te versnellen, kan men de uitgelopen delen van de soldering verwijderen met een metalen borstel.

34 Mechanische uitzettingsvoeg Uitzettingsvoeg in Uitzettingsvoeg met met sluitschuifje. geprefabriceerd neopreen. overlapping ter hoogte van de geprefabriceerde tapbuis 7.0 Uitzettingsvoeg Er dienen maatregelen genomen te worden om de bewegingen van uitzetting en krimp van de goten op te vangen, zoals het geldt voor de bedekkingen. Deze maatregelen kunnen gerespecteerd worden door gebruikt te maken van uitzettingsvoegen. De uitzetting van koper bij deze temperaturen bedraagt 1.7mm/m. Er zijn verschillende mogelijkheden om de bewegingen van uitzetting en krimp tengevolge de temperatuurschommelingen op te vangen : 1- Een uitzettingsvoeg op het hoogste punt van de helling van de goot. Deze uitzettingsvoeg vereist twee afvoeren om een afvloeiing van het water op het laagste punt van de helling aan elk uiteinde van de goot toe te laten. 2- Een geprefabriceerde uitzettingsvoeg in neopreen samengesteld uit twee koperen banen verbonden door een gevulkaniseerde neopreen aangebracht op deze banen. 3- Een uitzettingsvoeg met overlapping ter hoogte van de geprefabriceerde tapbuis aan de benedenzijde van de helling. Voor de ingewerkte elementen, mogen in principe dezelfde uitzettingsvoegen gebruikt worden als beschreven in de punten 1 en 2. De maximale afstand tussen de uitzettingsvoegen hangt af van het type en van de vorm van het gebouw. Indeling Randen op waterlijn vlak; Hoekverbindingen, dakranden, shedkilgoten Muurafdekkingen, dakranden buiten de waterlijn; Niet gelijmde verzonken kilgoten Ontwikkeling > 500 mm Niet gelijmde verzonken kilgoot, Ontwikkeling < 500 mm Ontwikkeling > 500 mm Hanggoten in standard diktes volgens EN 612 H.o.h uitzettingsvoegen 6 m 8 m 10 m 15 m 8.0 Draagstructuur Het gat dat in de goot gemaakt wordt voor de aansluiting van de conische tapbuis moet 30% groter zijn dan de sectie van de afvoerbuis, dit om een regenwaterafvoer zonder hinder toe te laten. 34 de 34

4. Gevelbekleding 1 de 15

4. Gevelbekleding 1 de 15 4. Gevelbekleding 1 de 15 BASISPRINCIPES VOOR DE CONSTRUCTIE VAN GEVELS IN KOPER Fysische gegevens 1.0 De bescherming tegen de weersomstandigheden 2.0 De vochtigheid 3.0 De warmte Bepaling van de verschillende

Nadere informatie

ZINKPROFIEL. Technische handleiding

ZINKPROFIEL. Technische handleiding ZINKPROFIEL Technische handleiding Architect: Bureau ASSAR Architecten: CHAMBON - JOASSIN & SIMON Architecten: CHAMBON - JOASSIN & SIMON Dakbedekkings- en gevelbekledingssysteem met zelfdragende platen

Nadere informatie

Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX

Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA (afbeelding 1) DELTA -ALPINA is een dubbelzijdig gecoate universele

Nadere informatie

Hemelwaterafvoer in VM ZINC

Hemelwaterafvoer in VM ZINC Hemelwaterafvoer in VM ZINC Gids voor voorschriften en plaatsing PLULINE goten Bakgoten in VM ZINC Kilgoten in VM ZINC Afvoerbuizen PLULINE De inhoud van dit document is beperkt tot de voorschrijving en

Nadere informatie

Muurkappen. Gids voor voorschrijving en plaatsing

Muurkappen. Gids voor voorschrijving en plaatsing Gids voor voorschrijving en plaatsing l l Muurkappen Algemeen Dekbanden in zink van VMZINC worden geplaatst op een bebordingsplank voorzien van een druipneus en hebben een maximum ontwikkeling van 50 mm.

Nadere informatie

MENUISERITE NT - Onderdakplaat

MENUISERITE NT - Onderdakplaat Dak MENUISERITE NT - Onderdakplaat TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 1 ALGEMEEN Een onderdak is een doorlopend scherm onder de dakbedekking dat voor een totale dichtheid tegen stuifsneeuw en wind zorgt. Het moet

Nadere informatie

Muurkappen. Gids voor voorschrijving en plaatsing

Muurkappen. Gids voor voorschrijving en plaatsing Gids voor voorschrijving en plaatsing l l Muurkappen Algemeen Muurkappen in zink van VMZINC worden geplaatst op een bebordingsplank voorzien van een druipneus en hebben een maximum ontwikkeling van 50

Nadere informatie

APPLICATION RULES Mechanische bevestiging van de waterdichting

APPLICATION RULES Mechanische bevestiging van de waterdichting APPLICATION RULES Mechanische bevestiging van de waterdichting AR-09 APPLICATION RULES 1 ALGEMEEN Bij een mechanisch bevestigd waterdichtingscomplex kan men drie technische families onderscheiden : A.

Nadere informatie

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE QUARTO

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE QUARTO 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VOOR DE DEKKING Deze plaatsingsmethode is mogelijk met volgende leitypes en leiformaten - zonder afgesneden hoeken: - ALTERNA: 40/27 45/32 60/32 - BORONDA: 40/27 - NEW STONIT:

Nadere informatie

Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds.

Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds. Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds. S Het Dakpan-Paneel is een product van de nv ROBS PRODUCTKENMERKEN Gebruik

Nadere informatie

Instructies bij het plaatsen van stalen CAST-PMR ramen

Instructies bij het plaatsen van stalen CAST-PMR ramen Instructies bij het plaatsen van stalen CAST-PMR ramen Authentiek isolerend dakraam Al deze instructies (tekst + maattekening) gelden als een voorstel waarbij andere oplossingen mogelijk zijn. In geen

Nadere informatie

Dakpanplaten. montagehandleiding. Bouwmaterialen webshop

Dakpanplaten. montagehandleiding. Bouwmaterialen webshop Dakpanplaten montagehandleiding JanJP Bouwmaterialen webshop Dakpanplaten montagehandleiding 1 Bouwmaterialen webshop 1 Dakhelling 3 Verwerkingsvoorschriften 3 Opslag 3 Verwerking 3 Nalakken 3 Reiniging

Nadere informatie

TZ1. Dakgoten in de beugel. Gootbeugels Specificatie. Montage dakgoten in de beugel. Dakgoten en hulpstukken. Voorbewerking dakgoten.

TZ1. Dakgoten in de beugel. Gootbeugels Specificatie. Montage dakgoten in de beugel. Dakgoten en hulpstukken. Voorbewerking dakgoten. TZ1 Dakgoten in de beugel Gootbeugels De toe te passen thermisch verzinkte gootbeugels moeten voldoen aan NEN-EN 1462 en moeten volgens opgaven van de fabrikant geschikt zijn voor het te monteren goottype.

Nadere informatie

Icopal Kunststof Dakgoten Het klikt met Icopal!

Icopal Kunststof Dakgoten Het klikt met Icopal! Icopal Kunststof Dakgoten Het klikt met Icopal! Zonder lijm en waterdicht Slagvast kunststof 100% corrosievrij Onderhoudsarm 15 jaar garantie Sterke dakgoten voor zowel nieuwbouw als renovatie Eenvoudig

Nadere informatie

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden: Opslag en transport Om beschadiging, vervorming en vervuiling van de gevelbekleding te voorkomen dient men bij transport en de opslag zorgvuldig te werk te gaan. De delen dienen schoon, droog en vlak getransporteerd

Nadere informatie

LEG- EN MANIPULATIE INSTRUCTIES ALGEMEEN

LEG- EN MANIPULATIE INSTRUCTIES ALGEMEEN ALGEMEEN De houtvezel platen moeten vlak gestapeld worden op een pallet of op een voldoende aantal dwarsbalken en moeten beschermd worden tegen elk direct contact met water en permanente vochtigheid. De

Nadere informatie

3.3 Kimfixatie. 3.3.1 Kimfixatie Algemeen

3.3 Kimfixatie. 3.3.1 Kimfixatie Algemeen 3.3 Kimfixatie 3.3.1 Kimfixatie Algemeen De EPDM folie moet mechanisch bevestigd worden op iedere plaats waar de folie onderbroken wordt of een hoekverandering ondergaat die groter is dan 15% zoals bij

Nadere informatie

Dak en Gevel. ALTERNA lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3

Dak en Gevel. ALTERNA lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3 Dak en Gevel ALTERNA lei NT TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3 Plaatsing dubbele dekking 1 ALGEMEENHEDEN Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de plaatsing van vezelcementleien op

Nadere informatie

WALL HORIZONTALE PLAATSING. 3.1.1. Montage van het systeem 3.1.2. Onderstructuur 3.1.3. Uitzettingsregels 3.1.4. Afwerking

WALL HORIZONTALE PLAATSING. 3.1.1. Montage van het systeem 3.1.2. Onderstructuur 3.1.3. Uitzettingsregels 3.1.4. Afwerking PLAATSING HORIZONTALE PLAATSING 3.1.1. Montage van het systeem 3.1.2. Onderstructuur 3.1.3. Uitzettingsregels 3.1.4. Afwerking 23/03/2011 3.1. Horizontale plaatsing 3.1.1. Montage van het systeem: Stap

Nadere informatie

Thermische isolatie van bestaande platte daken

Thermische isolatie van bestaande platte daken Thermische isolatie van bestaande platte daken In onze maatschappij gaat steeds meer aandacht naar energiebesparingen, milieubescherming en comfort, wat een doordachte thermische isolatie van de gebouwschil

Nadere informatie

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE RUITDEKKING KLASSIEKE PLAATSING EN PLAATSING IN DAMBORDPATROON

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE RUITDEKKING KLASSIEKE PLAATSING EN PLAATSING IN DAMBORDPATROON 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VOOR DE RUITDEKKING Deze plaatsingsmethode is mogelijk met het volgende leitype en leiformaten: - ALTERNA: 40/40/5 en 40/40/10 2 SPECIFIEKE PLAATSINGGEGEVENS VOOR DE RUITDEKKING

Nadere informatie

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VOOR DIT SYSTEEM Deze plaatsingsmethode is mogelijk met volgende leitypes en leiformaten: - ALTERNA: 40/27 45/32 60/32 60/40, al of niet met afgesneden hoeken indien beschikbaar

Nadere informatie

TRIDEX: lastenboeken

TRIDEX: lastenboeken TRIDEX: lastenboeken Algemeen 1. voor verkleving met koudlijm 1-laags 2. voor verkleving met koudlijm met onderlaag 3. voor renovatie op oude bitumineuze dakdichting 4. voor plaatsing met ballast 5. voor

Nadere informatie

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS 1 ALGEMENE GEGEVENS WAT BETREFT HET PRODUCT ALGEMEENHEDEN De functies van het onderdak zijn: - Tijdelijk de regendichtheid van het dak bevorderen - Zorgen voor de afwatering naar de goot - De stormvastheid

Nadere informatie

Technisch HEXA FLOORING

Technisch HEXA FLOORING Technisch HEXA FLOORING MASSIEF NT - I T S ALL IN Deze documentatie maakt onderdeel uit van het Informatief magazine Massief NT - TMA02-082017 HEXA FLOORING HEXA FLOORING De balkonbodemplaat van Massief

Nadere informatie

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten Technische gegevens NOVEX onderdakplaten SVK nv - Aerschotstraat 114 - B-9100 Sint-Niklaas T +32 (0)3 760 49 00 - F +32 (0)3 777 47 84 info@svk.be - www.svk.be NOVEX ONDERDAKPLATEN technische gegevens

Nadere informatie

kluswijzer De dakgoot In 9 stappen een dakgoot plaatsen

kluswijzer De dakgoot In 9 stappen een dakgoot plaatsen kluswijzer De dakgoot In 9 stappen een dakgoot plaatsen De dakgoot Algemeen Programma Montage Vernieuwen Preventieve maatregelen algemeen Het regenwater loopt bij schuine daken vanuit de goot via de regenpijp

Nadere informatie

MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN

MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN Algemeen 1. Voor verkleving met koudlijm eenlaags 2. Voor verkleving met koudlijm met onderlaag 3. Voor renovatie op oude bitumineuze dakdichting 4. Voor plaatsing met ballast

Nadere informatie

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer) Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer) *100% UV-bestendig *Blijvend soepel en elastisch * Hoge elasticiteit. Tot 400% rek * Scheur-, breuk-,

Nadere informatie

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING 01/2013 v1 1/6 Algemeen Durasid is een compleet gevelbekledingssysteem geschikt voor nieuwbouw en renovatie: ideaal voor toepassingen in woningbouw, chaletbouw, industriebouw, De gevelpanelen kunnen gebruikt

Nadere informatie

Plaatsingsvoorschriften DELTA -VITAXX S PLUS

Plaatsingsvoorschriften DELTA -VITAXX S PLUS Plaatsingsvoorschriften DELTA -VITAXX S PLUS De bedrukte zijde is de bovenzijde en is steeds naar buiten gericht. DELTA -VITAXX S PLUS onderdakfolie en beschotfolie wordt strak gespannen en evenwijdig

Nadere informatie

Frank Treuren BV Burg. Sloblaan AC Meerkerk tel: fax:

Frank Treuren BV Burg. Sloblaan AC Meerkerk tel: fax: Frank Treuren BV tel: 0183 35 18 89 fax: 0183 35 11 91 Golfplaten uit hard PVC Leveringsprogramma van PVC licht doorlatende golfplaten Profiel Totale breedte mm Nuttige breedte mm Dikte mm 1100 1050 1.1

Nadere informatie

C. Buitenbekleding. a. Profielenoverzicht Dakranden I. DAKGOOTBEKLEDING DEEPLAS

C. Buitenbekleding. a. Profielenoverzicht Dakranden I. DAKGOOTBEKLEDING DEEPLAS Z C. Buitenbekleding I. DAKGOOTBEKLEDING a. Profielenoverzicht Dakranden DEEPLAS Deeplas is de verzamelnaam voor een uitgebreid gamma hardschuim bekledingsprofielen die een waaier van toepassingen mogelijk

Nadere informatie

ONDERDAKEN ETER 160 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

ONDERDAKEN ETER 160 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VAN ETER 160 PRODUCTSAMENSTELLING ETER 160 bestaat uit een geheel van 4 zeer stevige lagen die een waterdicht en ademend membraam vormen. Ze bestaat uit 2 polipropyleen weefsels

Nadere informatie

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie 1. Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van Siniat Duripanel platen als steunplaat voor thermische gevelisolatie met een variabele decoratieve afwerking, op een

Nadere informatie

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden: Opslag en transport Om beschadiging, vervorming en vervuiling van de gevelbekleding te voorkomen dient men bij transport en de opslag zorgvuldig te werk te gaan. De delen dienen schoon, droog en vlak getransporteerd

Nadere informatie

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3 NOVEX ONDERDAKPLATEN technische gegevens INHOUDSTAFEL 1 PRODUCTBESCHRIJVING 3 1.1 SAMENSTELLING 3 1.2 GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN 3 2.1 MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3 4 BEWERKING

Nadere informatie

Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS

Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS Gevelbekleding NONIGNIS / IGNIS van massief hout. NONIGNIS kan worden toegepast in de gevel, kozijnborstweringen en voor houten bergingen, schuttingen,

Nadere informatie

BETONDAKPANNEN - STONEWOLD ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

BETONDAKPANNEN - STONEWOLD ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VAN DE STONEWOLD ROYAL BETONDAKPAN STANDAARDKLEUREN De STONEWOLD ROYAL betondakpan is te bekomen in volgende effen standaardkleuren: - lichtgrijs - rood - zwart. AFMETINGEN

Nadere informatie

éénvoudig te verleggen!

éénvoudig te verleggen! éénvoudig te verleggen! 23/01-NL-08/05 INHOUD 02 Algemene regels 02 Benodigde materialen 03 Begrippen 06 Benaderende berekening van de nodige shingle-hoeveelheden 07 Voorbereiding van het dak 09 Verleggen

Nadere informatie

Bestekteksten Conform systematiek Neutraal Bestek

Bestekteksten Conform systematiek Neutraal Bestek DEEL 8 LOT 86 AFWERKINGEN VLOERAFWERKING 86.80. DIVERSE AFWERKINGEN 86.82.00. VLOERPLINTEN 86.82.50. 4. Vloerafwerkingen, plinten, metalen / alg. (43) Hh.10. OMVANG.12. De werken omvatten: - Het leveren

Nadere informatie

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VAN ETERROOF ONDERDAKEN ETERROOF PRODUCTSAMENSTELLING ETERROOF bestaat uit een geheel van 4 zeer stevige lagen die een regendicht en ademend membraam vormen. Ze bestaat uit

Nadere informatie

Menuiserite DG windscherm: niet structureel TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

Menuiserite DG windscherm: niet structureel TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van ETERNIT bouwplaten als windscherm op een houten draagstructuur. Het windscherm heeft als doel de gevel winddicht te

Nadere informatie

DELTA -LIQUIXX FX: Plaatsingsvoorschriften «binnentoepassing»

DELTA -LIQUIXX FX: Plaatsingsvoorschriften «binnentoepassing» DELTA -LIQUIXX FX: Plaatsingsvoorschriften «binnentoepassing» Is geschikt voor volgende lucht- en dampschermen: DELTA -DBF FX DELTA -REFLEX PLUS DELTA -DAWI GP DELTA -SPARXX M1 Het systeem DELTA -LIQUIXX

Nadere informatie

Dak en Gevel. BRUGSE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

Dak en Gevel. BRUGSE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 Dak en Gevel BRUGSE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 1 ALGEMEENHEDEN Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de plaatsing van microbeton dakpannen op een houten draagstructuur. Er worden

Nadere informatie

Beschrijving. Draagstructuur De draagstructuur wordt gerealiseerd met profielen van geëxtrudeerd aluminium AlMgSi 0,5 F 22.

Beschrijving. Draagstructuur De draagstructuur wordt gerealiseerd met profielen van geëxtrudeerd aluminium AlMgSi 0,5 F 22. Beschrijving Veranda WICSUN Het verandasysteem WICSUN van WICONA is een aluminium profielsysteem met thermische onderbreking voor de constructie van rechthoekige en piramidale verandadaken. Draagstructuur

Nadere informatie

Installatie voorschriften Rigid Core XL. Ga voor meer informatie naar:

Installatie voorschriften Rigid Core XL. Ga voor meer informatie naar: Installatie voorschriften Rigid Core XL Ga voor meer informatie naar: www.rigidcorexl.nl Voor u begint / Voorbereidingen: Lees alle instructies voor u start met de installatie. Bij een onjuiste installatie

Nadere informatie

Dak en Gevel. PALACE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

Dak en Gevel. PALACE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 Dak en Gevel PALACE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 1 ALGEMEENHEDEN Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de plaatsing van microbeton dakpannen op een houten draagstructuur. Er worden

Nadere informatie

Toepassingsrichtlijnen Bluclad GEVELSTEUNPLAAT voor sierpleister

Toepassingsrichtlijnen Bluclad GEVELSTEUNPLAAT voor sierpleister Toepassingsrichtlijnen Bluclad GEVELSTEUNPLAAT voor sierpleister 1. Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van RET bouwplaten als steunplaat voor sierpleister op

Nadere informatie

BETONDAKPANNEN - PALACE ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

BETONDAKPANNEN - PALACE ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VAN DE PALACE ROYAL BETONDAKPAN STANDAARDKLEUREN De PALACE ROYAL betondakpan is te bekomen in volgende standaardkleuren: - effen kleuren: zwart bruin granietgrijs - genuanceerde

Nadere informatie

MONIER CLIMA COMFORT PLUS Verwerkingsvoorschriften

MONIER CLIMA COMFORT PLUS Verwerkingsvoorschriften MONIER CLIMA COMFORT PLUS Verwerkingsvoorschriften MONIER CLIMA COMFORT PLUS is compatibel met zowat alle dakconstructies en beantwoordt zo perfect aan al uw isolatiebehoeften van buitenuit, zowel in nieuwbouw

Nadere informatie

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn: Montagehandleiding Het Twist-Fix lijnsysteem is conform de EN-795C voor platte daken en geschikt voor vier gebruikers tegelijkertijd. Het lijnsysteem wordt middels ankerpunten mechanisch bevestigd aan

Nadere informatie

Gevel. Uniprofil F. 200 Overlappingspaneel. Plaatsingsgids van universele gevelafwerkingsprofielen

Gevel. Uniprofil F. 200 Overlappingspaneel. Plaatsingsgids van universele gevelafwerkingsprofielen Gevel & Uniprofil F 200 Overlappingspaneel Plaatsingsgids van universele gevelafwerkingsprofielen Uniprofil F Universele afwerkingsprofielen Uniprofil F Voorbereiding bouwproject Het gamma Het VMZ Uniprofil

Nadere informatie

Richtlijn voor de toepassing van onderdakfolies in Nederland.

Richtlijn voor de toepassing van onderdakfolies in Nederland. Richtlijn voor de toepassing van onderdakfolies in Nederland. Aan deze richtlijn moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor de 15 jarig MONIER Daksysteem garantie. Pannendak als Daksysteem: Een

Nadere informatie

Belangrijke normen en richtlijnen:

Belangrijke normen en richtlijnen: Katern voor scholing, her- en bijscholing 8 inhoud Goten zetten en monteren Basiskennis Een uitgave van Intech Klimaat & Sanitair en OTIB juli/augustus 2009 Goten zetten en monteren Onderaan hellende daken

Nadere informatie

2 Plaatsen van de bescherming

2 Plaatsen van de bescherming Montagevoorschriften SolarTop 1 Onderdelen 2 Plaatsen van de bescherming 2.1 Met grondprofielen direct op het dak: Plaats rubber onder de grondprofielen. Afwatering N-Z: Plaats rubber over de volledige

Nadere informatie

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid Leginstructies VOORAF Voor een goed resultaat is het absoluut noodzakelijk de leginstructies nauwkeurig te volgen. Het is belangrijk om, bij daglicht, alle panelen voor en tijdens de plaatsing te controleren

Nadere informatie

Wind- en vochtdicht isolatieschild met de IKO enertherm ALU NF isolatieplaat

Wind- en vochtdicht isolatieschild met de IKO enertherm ALU NF isolatieplaat Thermisch (na)-isoleren van hellende daken op de kepers of spanten Wind- en vochtdicht isolatieschild met de IKO enertherm ALU NF isolatieplaat IKO Group Isoleer je zolder wind- en vochtdicht Waarom uw

Nadere informatie

Klik op www.debedijking.nl of www.badhoevese.nl om onze site te bezoeken.

Klik op www.debedijking.nl of www.badhoevese.nl om onze site te bezoeken. Rubbercover EPDM Rubbercover: bewezen prestaties Het Firestone rubbercover membraan is gemaakt van synthetisch rubber, EPDM genoemd. Het Rubbercover Systeem is afgeleid van de hoogwaardige Firestone EPDM

Nadere informatie

Metaalstructuren 3. Inleiding. Standaardprofielen. Staalkwaliteit

Metaalstructuren 3. Inleiding. Standaardprofielen. Staalkwaliteit 3 METAALSTRUCTUREN Metaalstructuren 3 Inleiding De helft van de realisaties van Willy Naessens Industriebouw wordt gebouwd met metaalstructuren. Die worden o.a. toegepast in KMO-gebouwen, agrarische gebouwen,

Nadere informatie

200 Overlappingspaneel

200 Overlappingspaneel gevel 200 Overlappingspaneel Snel en eenvoudig te plaatsen gevelbekleding in VMZINC Plaatsings- en voorschrijvingsgids Eigenschappen van de techniek Snelle en eenvoudige plaatsingsmethode Isoleren langs

Nadere informatie

MONTAGEFICHE. 1. De voorbereiding en de opmetingen. 1.1 de werfinrichting. 1.2 Het nodige gereedschap. 1.2 de opmetingen

MONTAGEFICHE. 1. De voorbereiding en de opmetingen. 1.1 de werfinrichting. 1.2 Het nodige gereedschap. 1.2 de opmetingen 1. De voorbereiding en de opmetingen 1.1 de werfinrichting De omgeving van het gebouw moet vrij zijn van hinderlijke bestaande elementen, en de constructie waaraan de dakgoot zal worden bevestigd moet

Nadere informatie

Omschrijving en uitgangspunten

Omschrijving en uitgangspunten 2.5 Dakkapellen Omschrijving en uitgangspunten Een dakkapel dient een bescheiden uitbouw in de kap te zijn, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbare oppervlak te vergroten. Dakkapellen

Nadere informatie

Tonality: zonneweringen en jaloezieën TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

Tonality: zonneweringen en jaloezieën TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van TONALITY lamellen, baguetten en squares als zonnewering of jaloezieën op aluminium bevestigingsprofielen dewelke bevestigd

Nadere informatie

UITVOERING Instructies COVERSYS ALPHA SIERRA DELTA. Project3Nederlands 11-04-2005 14:57 Pagina 1 DAKCONCEPT VOORBEREIDING BEVESTIGING

UITVOERING Instructies COVERSYS ALPHA SIERRA DELTA. Project3Nederlands 11-04-2005 14:57 Pagina 1 DAKCONCEPT VOORBEREIDING BEVESTIGING Project3Nederlands 11-04-2005 14:57 Pagina 1 ALPHA SIERRA DELTA A S D pages DAKCONCEPT 2 VOORBEREIDING 3 BEVESTIGING 4 VOLGORDE UITVOERING 5 DETAILS 6 7 8 OVERZETDAKEN 9 SIERRA UITVOERING 10 SIERRA DETAILS

Nadere informatie

16. Staalstructuur en beplating

16. Staalstructuur en beplating 16. Staalstructuur en beplating 16.1. Staalstructuur Volgens de bepalingen van Aquafin bestek voor het uitvoeren van betonconstructies in rioolwaterzuiveringsinfrastructuur Hoofdstuk IV.7 16.2. Gevelbekleding

Nadere informatie

P L A AT S I N G S T E C H N I E K

P L A AT S I N G S T E C H N I E K P L A AT S I N G S T E C H N I E K H E T H I TTESC H I L D INHOUD 1. TOEPASSINGEN 03 2. PLAATSINGSTECHNIEK 04 2.1. ALGEMEEN 2.1.1. LUCHT- EN WATERDICHTHEID 04 2.1.2. EEN LUCHTLAAG LATEN 04 2.1.3. SAMENDRUKKING

Nadere informatie

DE FYSISCHE ASPECTEN VAN DE BOUW

DE FYSISCHE ASPECTEN VAN DE BOUW 1.Algemeen 1 de 15 DE FYSISCHE ASPECTEN VAN DE BOUW 1.0 De vochtigheid : Alle soorten van vochtigheid in een daksamenstelling kunnen belangrijke problemen vertegenwoordigen voor het geheel van het gebouw.

Nadere informatie

Handleiding montage van Red Cedar Shingles

Handleiding montage van Red Cedar Shingles Handleiding montage van Red Cedar Shingles 1 algemene omschrijving van de shingles 2 betekenis kleurkwaliteiten 3 zichtbare deel shingle en onderconstructie 4 onderconstructie 5 bevestiging en aanbrengen

Nadere informatie

Gids voor voorschriften en plaatsing. Een dak- en gevelbekledingssysteem uit VM ZINC. Daken vanaf 3 helling (5%) tot gevels

Gids voor voorschriften en plaatsing. Een dak- en gevelbekledingssysteem uit VM ZINC. Daken vanaf 3 helling (5%) tot gevels VM ZINC Staande naad Gids voor voorschriften en plaatsing Arch. Stekke & Fraas - ANTHRA- ZINC Een dak- en gevelbekledingssysteem uit VM ZINC Daken vanaf 3 helling (5%) tot gevels Vrijheid van vorm en uitstraling

Nadere informatie

3.4 Waterdichting Opkanten

3.4 Waterdichting Opkanten 3.4 Waterdichting Opkanten 3.4.1 Waterdichting Opkanten Algemeen De waterdichting van de opkanten is afgeleid van de eerder beschreven methodes van kimfixatie. Ofwel wordt de EPDM folie verlijmd op de

Nadere informatie

Daken. 6.1. Platte daken. 6.2. Hellende daken. 6.3. Metalen daken. Warm dak Omgekeerd dak

Daken. 6.1. Platte daken. 6.2. Hellende daken. 6.3. Metalen daken. Warm dak Omgekeerd dak Daken 6.1. Platte daken Warm dak Omgekeerd dak 6.2. Hellende daken 6.3. Metalen daken 6.1. Platte daken plat dak = regendicht + waterdicht AFDICHTINGEN Vier variabelen: - aantal lagen éénlaags, tweelaags

Nadere informatie

1 Firestone EPDM Daksystemen

1 Firestone EPDM Daksystemen 1 Firestone EPDM Daksystemen 1. Firestone EPDM Daksystemen De keuze voor een hoogkwalitatieve dakbedekking is geen garantie voor een probleemloos dak. Uit ervaring is gebleken dat een dakbedekkingsfolie

Nadere informatie

KLEITEGELPANNEN TYPE HAWKINS DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN

KLEITEGELPANNEN TYPE HAWKINS DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VAN DE HAWKINS -KLEITEGELPAN STANDAARDKLEUREN De HAWKINS-kleitegelpannen zijn verkrijgbaar in volgende standaardkleuren: - KE302 Dark Heather single camber - KE303 Staffordshire

Nadere informatie

Dit document is bedoeld als een handleiding. Het bedrijf of de persoon die het Zwarthout monteert is verantwoordelijk voor een juiste verwerking.

Dit document is bedoeld als een handleiding. Het bedrijf of de persoon die het Zwarthout monteert is verantwoordelijk voor een juiste verwerking. Verwerkingsvoorschriften Zwarthout Shou-Sugi-Ban Dit document is bedoeld als een handleiding. Het bedrijf of de persoon die het Zwarthout monteert is verantwoordelijk voor een juiste verwerking. Tijdens

Nadere informatie

VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN

VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN WALL LB VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN PRINCIPE WALL LB 1. SAFE-R WALL LB 2. Binnenspouwblad 3. Isolatieplug 4. Draagstructuur van gevelbekleding 5. Geventileerde spouw 6. Gevelbekleding DE GEISOLEERDE GEVENTILEERDE

Nadere informatie

Golfplaten profiel ARDEX NT

Golfplaten profiel ARDEX NT Dak Golfplaten profiel ARDEX NT TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 1. ALGEMEEN Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de verwerking van ETERNIT golfplaten profiel ARDEX NT (profiel nr. 8 75/20 14

Nadere informatie

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN Humanit vezelcement golfplaten VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN Technische gegevens Lengtes Breedte Golfprofiel Aantal golven 1220 1530 1830 2140 2440 2750 3050 mm 1100 mm, werkende breedte 1050 mm golfafstand

Nadere informatie

B. Woningafscherming. a. Profielenoverzicht I. ROLLUIKEN I. LAMELLEN STORVINYL P 958 P 3801 P 951 P 299 LUXOR P 293 EXTRA P 3800 P 292 MINI

B. Woningafscherming. a. Profielenoverzicht I. ROLLUIKEN I. LAMELLEN STORVINYL P 958 P 3801 P 951 P 299 LUXOR P 293 EXTRA P 3800 P 292 MINI Z B. Woningafscherming I. ROLLUIKEN I. LAMELLEN a. Profielenoverzicht STORVINYL 13.5 P 958 11 14.5 9.5 8 40 P 292 MINI 14.5 P 966 (INOX) 293 P 971 (INOX) 299 P 972 299 60 37 55 50 50 P 293 EXTRA P 3800

Nadere informatie

Om splinterige boorgaten te voorkomen moet er onder de HPL-plaat, hardhout of multiplex worden gelegd. In het algemeen wordt een

Om splinterige boorgaten te voorkomen moet er onder de HPL-plaat, hardhout of multiplex worden gelegd. In het algemeen wordt een Owokern HPL Technische informatie. Boren Om splinterige boorgaten te voorkomen moet er onder de HPL-plaat, hardhout of multiplex worden gelegd. In het algemeen wordt een spiraalboor (HSS) gebruikt om te

Nadere informatie

* Indien het dak een verloop heeft van 6, is het verval 10,5 cm per meter. * Indien het dak een verloop heeft van 10, is het verval 17,5 cm per meter.

* Indien het dak een verloop heeft van 6, is het verval 10,5 cm per meter. * Indien het dak een verloop heeft van 10, is het verval 17,5 cm per meter. Tips bij het plaatsen van een veranda/overkapping. Plaatsen van de muurplaat (A.103) We beginnen met het plaatsen van de muurplaat tegen de gevel van de woning. Om de juiste hoogte te kennen moet je de

Nadere informatie

Dit deel bevat informatie met betrekking tot ronde dakdoorvoeren en doorvoeren met onregelmatige vormen.

Dit deel bevat informatie met betrekking tot ronde dakdoorvoeren en doorvoeren met onregelmatige vormen. 3.6 Doorvoeren 3.6.1 Doorvoeren Algemeen Dit deel bevat informatie met betrekking tot ronde dakdoorvoeren en doorvoeren met onregelmatige vormen. Iedere dakdoorvoer kan worden ingewerkt met één van de

Nadere informatie

BEVESTIGING PM05. Deze documentatie maakt onderdeel uit van het

BEVESTIGING PM05. Deze documentatie maakt onderdeel uit van het BEVESTIGING PM05 Deze documentatie maakt onderdeel uit van het Technisch magazine Massief NT - TMA01-012015 BEVESTIGINGSSYSTEMEN BEVESTIGINGSSYSTEMEN Er zijn diverse bevestigingssystemen verkrijgbaar voor

Nadere informatie

Frank Treuren BV. Burg. Sloblaan 36 4231 AC Meerkerk tel: 0183 35 18 89 fax: 0183 35 11 91 info@franktreuren.nl www.franktreuren.

Frank Treuren BV. Burg. Sloblaan 36 4231 AC Meerkerk tel: 0183 35 18 89 fax: 0183 35 11 91 info@franktreuren.nl www.franktreuren. Op lengte geproduceerd Frank Treuren BV Burg. Sloblaan 36 4231 AC Meerkerk tel: 0183 35 18 89 fax: 0183 35 11 91 info@franktreuren.nl www.franktreuren.nl Dakpanplaat geïsoleerd Deze panelen zijn toepasbaar

Nadere informatie

massief kunststof plaat

massief kunststof plaat VERWERKINGSMETHODEN In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de eisen van het stijl- en regelwerk. Tevens zijn de uitgangspunten voor de verwerkingsmethoden (zichtbare- en blinde bevestiging) opgenomen.

Nadere informatie

Stanza Terrasoverkapping Assemblage- en montagehandleiding

Stanza Terrasoverkapping Assemblage- en montagehandleiding Assemblage- en montagehandleiding * * A T T E N T I E * * AVZ kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele voorkomende fouten in deze handleiding, noch voor eventuele nadelige gevolgen die uit

Nadere informatie

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VOOR DE PLAATSINGSMETHODE Deze plaatsingsmethode is mogelijk met volgende leitypes en leiformaten: - ALTERNA: 40/27 60/32 vierhoekig - BORONDA: 40/27 - NEW STONIT: 40/24 45/30

Nadere informatie

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN 1. Toepassing Het HOLETHERM D.W.-schoorsteensysteem is uitermate geschikt voor toepassing op openhaarden, hout- en

Nadere informatie

Afstudeer opdracht Jack van den Broek - 202215. Bijlage materialisering en detailering

Afstudeer opdracht Jack van den Broek - 202215. Bijlage materialisering en detailering Bijlage materialisering en detailering Isolatie materiaal (dak) Er is in dit project sprake van platte daken, galerijen en terrassen met onderconstructies van betonvloeren en stalen dakplaten. De eisen

Nadere informatie

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV Nederland Blad : 1/6 Opgesteld door: EG Bekrachtigd door: GvdW Het product: Algemeen: Kelfort Kel-Tex 3 is een folie met een 3-laags waterdicht dampopen membraan, welke wordt verwerkt aan de buitenzijde

Nadere informatie

van krachtig isolatiemateriaal

van krachtig isolatiemateriaal Een compleet gamma van krachtig isolatiemateriaal BENELUX 5B rue Saint Roch B - 5640 BIESME Tel.: 0032 (0)71 741 610 Fax: 0032 (0)71 741 710 www.ati-isol.com info@ ati-isol.com www.ati-isol.com Impression

Nadere informatie

TERRASOVERKAPPING Montage Handleiding (NL)

TERRASOVERKAPPING Montage Handleiding (NL) TERRASOVERKAPPING Montage Handleiding (NL) BENODIGD GEREEDSCHAP ONDERDELEN Afbeelding betreft de 3,0m brede uitvoering. De componentaantallen variëren per maatuitvoering (zie het overzicht op de volgende

Nadere informatie

Algemene voorschriften

Algemene voorschriften Hoe monteert u de dakpanplaat? Bepaalde procedures en details in dit voorschrift zijn sterk geënt op de onderconstructie waarop de platen zijn bevestigd. Lees daarom nauwkeurig de instructies die bij uw

Nadere informatie

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie 1. Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van Siniat Duripanel platen als steunplaat voor thermische gevelisolatie met een variabele decoratieve afwerking, op een

Nadere informatie

DELTA -FLORAXX TOP Groendak: Plaatsingsvoorschriften Conform volgens EN en DIN 4095

DELTA -FLORAXX TOP Groendak: Plaatsingsvoorschriften Conform volgens EN en DIN 4095 DELTA -FLORAXX TOP Groendak: Plaatsingsvoorschriften Conform volgens EN 13252 en DIN 4095 Algemene informatie: Drainagesysteem en dakbescherming voor daktuinen met een waterretentie van 7 l/m². Warm dak

Nadere informatie

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid DAKKAPELLEN Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakkapellen

Nadere informatie

Inhoudstafel Constructietekeningen

Inhoudstafel Constructietekeningen Inhoudstafel Constructietekeningen Superseal - verkleefd OPSTANDEN DETAILS SUP-003 SUP-004 Opstand van een niet-geïsoleerd dak - gekleefd Opstand van een warm dak - gekleefd DAKRAND DETAILS SUP-103 SUP-104

Nadere informatie

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND 0 PLATEN [De platen zijn opgenomen bij de betreffende tekst] Plaat 5.1 - Groendaken 1 VOORWERP De vereisten inzake de reactie bij brand en het gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde die vermeld zijn

Nadere informatie

Bouwgebreken bij platte daken Denk na

Bouwgebreken bij platte daken Denk na Bouwgebreken voorkomen Denk toekomstgericht Bouwgebreken bij platte daken Denk na Wat ben ik binnen enkele jaren van plan? Zouden er installaties kunnen bijkomen?. Kies voor uitvoerders met kennis van

Nadere informatie

KLEITEGELPANNEN TYPE ACME DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN

KLEITEGELPANNEN TYPE ACME DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN 1 SPECIFIEKE PRODUCTGEGEVENS VAN DE ACME -KLEITEGELPAN STANDAARDKLEUREN De ACME-kleitegelpannen zijn verkrijgbaar in volgende standaardkleuren: - KE301 Red Smooth single camber - KE314 Heather Sandfaced

Nadere informatie