Royal PVC Verwerkingsvoorschriften en -richtlijnen van Royal PVC

Transcriptie

1 Royal PVC Verwerkingsvoorschriften en -richtlijnen van Royal PVC

2 Inhoudsopgave Blz. 1. Inleiding 2 2. Assortiment 3 3. Gereedschap en benodigdheden 4 4. Dakopbouw algemeen 5 5. Systemen 6 6. Bevestigingsmiddelen 7 7. Applicatie Stellen van de banen Lassen van Royal PVC Mechanisch bevestigd systeem Losliggend systeem met ballast Controle Details Algemeen Dakranden Binnenhoeken Buitenhoeken Dakrand met afdekkap Dakrand met Monotrim Dakrand met trim uit foliestaalplaat Aansluiting onder voetlood Knelprofiel Zijuitlopen Onderuitlopen Noodoverlopen Lichtkoepels en rechthoekige opstanden Ontluchting met kunststof vormdeel Dubbelwandige aluminium ontluchting Doorvoeren Aansluiting met LUX-top ankerpunt Onderhoud Opslag en transport 36 1

3 1. Inleiding In deze handleiding worden verwerkingsvoorschriften en richtlijnen beschreven van Royal PVC dakbanen. Deze handleiding vormt een naslagwerk voor de dakverwerker tijdens de voorbereidings- en uitvoeringswerkzaamheden. Voorschriften vanuit het Bouwbesluit en de daarin vermelde normen dienen te worden opgevolgd. De veiligheidsvoorschriften die volgens de Arbo-wet van toepassing zijn voor werkzaamheden op het dak moeten te allen tijde in acht worden genomen. De werkzaamheden moeten conform de daarvoor geldende richtlijnen brandveilig worden uitgevoerd. Eisen en voorwaarden zoals die worden omschreven in het KOMO attest-met-productcertificaat en verwerkingsrichtlijnen van producten die in combinatie met Royal PVC worden toegepast, moeten worden opgevolgd. In geval van tegenstrijdigheid zal in overleg een oplossing gezocht moeten worden. Voor bijzondere toepassingen van de materialen adviseren wij u om uw leverancier te raadplegen voor een advies op maat. Deze handleiding is met de grootste zorg samengesteld en bevat veel voorkomende details. Wij pretenderen hiermee niet een allesomvattend naslagwerk te presenteren. Royal Roofing Materials BV zal geen aansprakelijkheden accepteren voor onjuistheden of onvolledigheden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Wijchen, december 2010 Royal Roofing Materials BV 2

4 2. Assortiment Royal PVC is een thermoplastische dakbaan, die eenlaags wordt toegepast. Royal PVC P Lengte: 20 m Breedte: 2,05 1,50 1,03 0,75 mtr Dikte: 1,2 mm Breedte: 1,50 1,03 m Dikte: 1,5 mm Gewicht 1,2 mm: 1,5 kg/m 2 Gewicht 1,5 mm: 1,85 kg/m 2 Drager: polyester Royal PVC P dakbanen zijn aan de boven- en onderzijde glad afgewerkt. Royal PVC G Lengte: 20 m Breedte: 2,00 m Dikte: 1,2 mm Gewicht: 1,55 kg/m 2 Drager: glasvlies Royal PVC G dakbanen zijn aan de boven- en onderzijde glad afgewerkt. Toebehoren Afdekkappen Bevestigingsmiddelen met drukverdeelplaten Dubbelwandige ontluchting Ø 80 / 100 / 125 / 150 mm Knelprofiel Kunststof kabeldoorvoer Ø mm Kunststof plakplaat Ø 80 / 100 / 125 / 140 / 150 / 160 mm Monotrim Onderuitlopen PVC 3

5 Royal Multi Reiniger Royal PVC Contactlijm Royal PVC Dakroeven Royal PVC Foliestaalplaat Royal PVC Kit Royal PVC O ongewapende folie Royal PVC Prefab Binnenhoek Royal PVC Prefab Buitenhoek Royal PVC Spuitlijm Zijuitlopen PVC 3. Gereedschap en benodigdheden Voor een goede verwerking van Royal PVC dakbanen worden de volgende gereedschappen aanbevolen: Gereedschap voor de lasautomaat Eenarmige, met kogels gelagerde, siliconen aandrukrol breed 40 mm Gesloten of van gaatjes voorzien mondstuk ten minste 40 mm t.b.v. lasautomaat Lasautomaat met tenminste 5 kg aandrukgewicht en temperatuurregeling tot ten minste 600 C Messing borstel Poetsdoeken Reserve verwarmingselement Royal Multi Reiniger Schroevendraaier plat- en kruiskop Siliconenspray Verlengkabel (3 x 4 mm 2 ) Gereedschap voor spuitapparatuur Bakje (glas of metaal) t.b.v. mondstuk spuitpistool Compressor 3 KW met 360 liter aanzuiglucht per minuut Drukslang Drukvat Poetsdoeken Royal Multi Reiniger Set slangen 7 van meter Spuitpistool 4

6 Persoonlijk gereedschap Duimstok of rolmaat Eenarmige, met kogels gelagerde, siliconen aandrukrol breed 40 mm Folieschaar Gesloten mondstuk 40 mm t.b.v. handföhn Handföhn met temperatuurregeling tot ten minste 600 C Kabelhaspel (3 x 2,5 mm 2 ) Kitspuit t.b.v. Royal PVC Kit Messing borstel Poetsdoeken Radiator roller t.b.v. Royal PVC Contactlijm Reserve verwarmingselement Royal Multi Reiniger Schroefmachine met een variabele toerentalregeling Slaglijn met navulkrijt Trekmes Verlengkabel (3 x 2,5 mm 2 ) Vetkrijt 4. Dakopbouw algemeen Middels afschot in de onderconstructie of in het isolatiemateriaal moet een goede afwatering gewaarborgd zijn. Conform NEN 6702 is het uitgangspunt daarbij dat het afschot 1,6 % moet zijn zodat in de eindtoestand vanaf elk punt van het dakvlak water wordt afgevoerd. De noodzaak van de toepassing van een dampremmende laag moet uit een bouwfysische berekening blijken. In principe is het aan te bevelen om in iedere warmdak dakbedekkingsconstructie een dampremmende laag toe te passen. Voor de vaststelling van de noodzaak voor de toepassing van een dampremmende laag moeten eveneens de voorwaarden die worden gesteld in de verwerkingsrichtlijnen of het KOMO attest-met-productcertificaat van het isolatiemateriaal worden geraadpleegd. Een dampremmende laag en de aansluitingen daarvan bij de detailleringen moeten volledig worden gesloten tot boven de bovenzijde van het isolatiemateriaal. 5

7 Isolatiemateriaal mag niet worden uitgekroosd t.b.v. leidingen. Isolatie in halfsteensverband aanbrengen en kleine passtukken vermijden. Op geprofileerde stalen dakplaten moeten de platen dragend worden verlegd tenzij de leverancier van het isolatiemateriaal anders voorschrijft. Alle materialen moeten droog worden verwerkt. Vochtinsluiting voor, tijdens of na de uitvoering moet worden voorkomen door de materialen correct te vervoeren, op te slaan en te verwerken en door een goede dagafsluiting te maken. De ondergrond moet in alle gevallen vlak, droog en schoon zijn. Losse of beschadigde delen van de ondergrond moeten worden verwijderd. Op een ruwe ondergrond moet eerst een beschermlaag aangebracht worden van 150 g/m 2 polyestervlies. Randen en opstanden moeten vormvast en vlak zijn. 5. Systemen In het KOMO attest-met-productcertificaat worden de combinaties van materialen omschreven waarvoor goedkeuring is verstrekt. Deze opbouwen voldoen aan de geldende eisen. Afwijkende dakconstructies kunnen alleen na overleg met de leverancier van Royal PVC worden toegepast. Royal PVC wordt mechanisch bevestigd of losgelegd met een ballastlaag van grind of tegels. In alle gevallen wordt Royal PVC in een eenlaags systeem verwerkt. Royal PVC zal over het algemeen worden toegepast op isolatiematerialen of op bestaande dakbedekkingen. Royal PVC kan direct worden aangebracht op houten planken of dakplaten, beton, gasbeton en afschotmortel. In de meeste situaties zullen deze echter worden voorzien van isolatiemateriaal. De meest voorkomende isolatiematerialen, niet voorzien van een bitumineuze cachering*, kunnen als ondergrond functioneren. *) Indien er sprake is van een bitumineuze ondergrond, met bitumen gecacheerde isolatieplaten of ongecacheerd EPS; een scheidingslaag toepassen van minmaal 120 gram/m 2 polyester. 6

8 6. Bevestigingsmiddelen Als bevestigingsmiddelen teneinde te voldoen aan de eisen gesteld in NEN 6707 en NPR 6708 gelden voor losliggende geballaste systemen grind, tegels of dakbegroeningen (alleen op Royal PVC G en mits deze dakbegroeningen geschikt zijn om toe te passen als een ballastlaag met als doel het bieden van stormvastheid). De dikte en/of afmetingen vloeien voort uit de uit te voeren windbelastingberekeningen conform NEN 6707 en NPR De bevestigingsmiddelen moeten zijn afgestemd op de onderconstructie en de dikte van het isolatiemateriaal. Vooral op beton en gasbeton is de juiste afstemming tussen de onderconstructie, het bevestigingsmiddel en de aanbrengmethode van groot belang. Uiteraard moeten ook de schroeven en de drukverdeelplaten op elkaar afgestemd zijn om de vastgestelde rekenwaarde te kunnen hanteren. Het bevestigingsmiddel moet beproefd en goedgekeurd zijn. Voor meer informatie over toe te passen bevestigingsmiddelen en te hanteren rekenwaarden raadpleeg het actuele KOMO attest-met-productcertificaat. Bij zachte ondergronden moeten bevestigingsmiddelen worden toegepast die voorkomen dat de dakbedekking wordt geperforeerd als op de bevestiger wordt getrapt. Gebruik in een dergelijke situatie bij voorkeur bevestigers in combinatie met kunststof tules. Als de isolatie dunner is dan 50 mm worden schroeven met metalen drukverdeelplaten gebruikt. Voor grotere dikten kan gebruik worden gemaakt van kunststof tules. Kunststof tules reduceren het warmteverlies en beperken het risico op doortrappen van de dakbedekking. Vooral bij handmatige plaatsing hebben ronde drukverdeelplaten de voorkeur. Hiermee kan sneller en efficiënter worden gewerkt. De kans op verkeerde montage is met ronde drukverdeelplaten gering. Door middel van een uittrekproef op het werk kan de geschiktheid van een bevestigingsmiddel in een specifieke 7

9 toepassing worden aangetoond. In combinatie met de gegevens uit de dynamische windkisttest wordt de specifieke rekenwaarde vastgesteld. Bij toepassing in geprofileerd staal is een uittrekproef niet nodig als een beproefd bevestigingsmiddel wordt toegepast. Het staal moet voldoende stijf en sterk zijn en de kerndikte moet minimaal 0,75 mm zijn. Aan de hand van de rekenwaarde wordt het benodigde aantal bevestigingsmiddelen berekend conform NEN 6707 en NPR Het aantal bevestigingsmiddelen varieert voor de verschillende zones van het dak. Het bevestigingsplan moet tijdens de werkzaamheden op het dak aanwezig zijn. Alle rand- en opstandstroken kunnen worden ingewerkt met de Royal PVC in combinatie met Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm. Beide te lijmen oppervlakken moeten worden ingesmeerd of ingespoten met contactlijm. Houd rekening met de beperkingen van lijmsystemen vanwege de omgevingstemperatuur, materiaaltemperatuur en/of vocht. 7. Applicatie 7.1 Stellen van de banen Houd bij de keuze van de uitrolrichting van de banen rekening met eventueel te maken dakafsluitingen, het afschot en het efficiënte gebruik van de lasautomaat. De dakbanen bij voorkeur over de korte zijde van het dak uitrollen. Om te voorkomen dat water in de dakbedekkingconstructie loopt voordat de randstroken zijn aangebracht moeten de dakbanen enkele centimeters worden opgezet tegen de opstanden en dakranden. Op dakplaten van geprofileerd staal moet Royal PVC haaks op de richting van de cannelures worden aangebracht in het geval van een mechanisch bevestigd systeem. In goten kan Royal PVC in de lengterichting van de goot worden aangebracht. Rand- en opstandstroken kunnen uit de lengte van de rol worden gesneden. Op hellende daken kunnen de banen zowel evenwijdig aan de goot als haaks op de goot worden aangebracht. Leg de banen in halfsteens verband of in blokverband. Bij het blokverband mag een sluitbaan met een zogenaamde tegennaad worden aangebracht. 8

10 De overlappen moeten ten minste 50 mm breed zijn, in mechanisch bevestigde systemen moet de breedte van de langsoverlappen worden aangepast naar 100 mm vanwege de bevestiging in de overlap. De drukverdeelplaten moeten 10 mm vanaf de rand van de onderliggende dakbaan worden geplaatst. Om overmatige belasting op de overlappen ten gevolge van windbelasting te voorkomen, moeten de lassen direct naast de drukverdeelplaten worden gemaakt. 9

11 7.2 Lassen van Royal PVC De blijvende waterdichtheid van het dak is mede afhankelijk van de kwaliteit van de applicatie, in het bijzonder van het sluiten van de overlappen, de verbinding met hemelwaterafvoeren, opgaand werk, dakranden en andere doorbrekingen. Controleer de uitvoering en met name de genoemde aansluitingen regelmatig. Las Royal PVC waar mogelijk met een föhnautomaat. De automaat geeft grote zekerheid op kwalitatief goede lassen doordat de posities van de lasmond en de aandrukrol gefixeerd zijn en doordat de druk en de snelheid constant kunnen worden gehouden. De instelling van de föhnautomaat is mede afhankelijk van de omstandigheden. Door de snelheid aan te passen wordt de kwaliteit van de lasverbinding bepaald. De las moet ten minste 40 mm breed zijn en effectief 30 mm. De lassnelheid met de automaat zal ongeveer 3 to 3,5 meter per minuut bedragen met een lasspiegel* tussen 380 en 480 C. *) Lasspiegel: de aanbevolen temperatuur waarbinnen Royal PVC thermisch gelast dient te worden. Voor overlappen die niet met een automaat kunnen worden gelast wordt de handföhn toegepast. Bij het lassen wordt de aandrukrol onder 45 graden met de rand van de baan achter de föhn aangerold. De las moet minimaal 40 mm breed zijn en effectief 30 mm. Kopse overlappen kunnen met de handföhn worden gelast of met de föhnautomaat. Alle vormdelen en toebehoren waarop Royal PVC wordt gelast moeten schoon, droog en vetvrij zijn. In geval er een aansluiting moet worden gemaakt op bestaande materialen, dan moet ter plaatse van de aansluiting het oppervlak van de bestaande bedekking worden gereinigd. 7.3 Mechanisch bevestigd systeem met Royal PVC P Rol en richt de banen uit met langsoverlappen van ten minste 100 mm en kopse overlappen van minimaal 100 mm. Voor de langsoverlap is aan de bovenzijde van de baan een markering aangebracht. Plaats de drukverdeelplaten van de bevestigingsmiddelen in een regelmatig patroon 10 mm van de rand van de baan. Ovale en rechthoekige drukverdeelplaten moeten in een 10

12 rechte lijn naast de rand van de baan worden gemonteerd. De maximale afstand tussen bevestigingsmiddelen in een rij is 400 mm. Voorkom dat de drukverdeelplaten te diep in de ondergrond worden gedraaid door gebruik te maken van een schroefmachine met slipkoppeling of automatische diepteaanslag. Controleer tijdens de uitvoering of de bevestigingsmiddelen stevig gefixeerd zijn. Indien hierover twijfel bestaat moet het bevestigingsmiddel verplaatst of vervangen worden. De drukverdeelplaten moeten goed aansluiten op het oppervlak zonder dat er een verdieping in de onderliggende isolatie ontstaat en zonder dat er plooien in de dakbedekking ontstaan. De schroefkop moet in de drukverdeelplaat verzinken. 11

13 7.4 Losliggend systeem met ballast met Royal PVC G Rol de Royal PVC G banen uit en richt zodanig dat zowel de langsoverlappen als de kopse overlappen 50 mm breed zijn. De dikte van de ballastlaag van grof grind of tegels moet worden bepaald aan de hand van NEN 6707 en NPR Dakgrind moet gewassen, gezeefd en rond zijn met een minimale korrelgrootte van 16/32. Betontegels altijd op tegeldragers leggen, bij voorkeur op Comfix elementen voorzien van een plakzegel. 7.5 Controle Tijdens de uitvoering 1. stel de föhnapparatuur afhankelijk van de weersomstandigheden (temperatuur en wind) in; 2. controleer of de te föhnen oppervlakken droog zijn; 3. maak een proeflas ter controle of de las ten minste 40 mm breed is; 4. controleer de lasbreedte na de eerste lengte, na een onderbreking en na een weersverandering. Na de uitvoering 1. inspecteer voltooide dakvlakken of de dagproductie; 2. controleer alle langsnaden en de kopse naden; 3. voer extra controles uit op aansluitingen, zoals hemelwaterafvoeren, dakranden, hoeken en overige doorbrekingen; 4. controleer of alle banen die met de automaat zijn gelast met de handföhn zijn afgewerkt tot door de kim van het dak. 12

14 8. Details 8.1 Algemeen Dakranden moeten bij voorkeur 120 mm hoog zijn, gemeten vanaf de bovenste afwerking van het dak. Hiermee wordt inwatering via de dakrand voorkomen, is voldoende hoogte aanwezig om de rand netjes af te werken en wordt het afwaaien van eventueel aanwezig grind vermeden. In geval ballast op het dak aanwezig is moet de hoogte van de rand vanaf de bovenzijde van de ballastlaag worden gemeten. Dakranden moeten naar het dak toe afwateren. Hiertoe kan op de dakrand een afgeschuinde muurplank worden gemonteerd. Opstanden van dakdoorbrekingen moeten zodanig zijn ontworpen dat inwatering via deze detailleringen is uitgesloten. Bij de details moeten de randstroken en opstandstroken worden uitgevoerd met Royal PVC folie in combinatie met Royal PVC Contactlijm of met Royal PVC Spuitlijm. Vanwege de verkleving wordt het uitzakken van de dakbanen voorkomen en het risico op stormschade en condensatie tegen de randen beperkt. Vormdelen reinigen voordat de dakbedekking wordt aangebracht. Onbrandbaar materiaal Ter plaatse van alle hemelwaterafvoeren moet, conform de voorschriften omtrent brandveilig detailleren, te allen tijde onbrandbare isolatie worden toegepast minimaal Euroklasse A2. Indien mastiekhoeken worden toegepast moeten deze ook uit onbrandbaar materiaal vervaardigd zijn. Kimfixatie Bij randen en opstanden moet de dakbaan in de kim worden gefixeerd. De bevestigingsmiddelen zo dicht mogelijk tegen de rand of opstand aanbrengen met een hart-op-hart afstand van maximaal 250 mm. Een schuine opstand wordt van kimfixatie voorzien nadat de dakbedekking vanuit het vlak tegen de schuine opstand is opgezet zodat de bevestigingsmiddelen voor en niet onder de mastiekschroot worden geplaatst. 13

15 250mm 70mm 8.2 Dakranden De dakbanen vanuit het vlak 50 mm tegen de dakrand of opstand opzetten. Rand- en opstandstroken kunnen uit de lengte van de rol worden gesneden. Zeker bij grotere opstandhoogten verdient het vanwege het verwerkingsgemak de voorkeur om niet al te lange lengtes toe te passen. Bij de details moeten de randstroken en opstandstroken worden uitgevoerd met Royal PVC folie in combinatie met Royal PVC Contactlijm of met Royal PVC Spuitlijm. De stroken door de kim tot minimaal 120 mm op het vlak aanbrengen. De strook in het vlak aflassen. Bij de details waar de overlappen met de automaat gelast worden moeten de overlappen zodanig breed zijn dat de automaat langs de rand of opstand kan lopen. Verbruik Royal PVC Contactlijm (richtwaarde): ca. 400 tot 500 gram per m 2, afhankelijk van de ondergrond. Verbruik Royal PVC Spuitlijm (richtwaarde): ca. 400 tot 500 gram per m 2, afhankelijk van de ondergrond. Verlijming aanbrengen op vlakke, schone en droge ondergronden. Verlijming dient plaats te vinden bij een buitentemperatuur 10 C. 14

16 8.3a Binnenhoek met randstroken van Royal PVC De dakbanen vanuit het vlak 50mm opzetten tegen de (schuine) dakrand. Kimfixatie aanbrengen met een hart-ophart afstand van 250 mm. Een strook Royal PVC waarmee de gehele hoek kan worden ingewerkt insnijden conform tekening. breedte dakrand hoogte dakrand 100mm 45 0 De strook en de dakrand voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De aansluiting in het vlak lassen. De binnenhoek afwerken met een Royal PVC prefab binnenhoek. De bovenzijde van de opstand afwerken met een strook Royal PVC O waarbij de punt van de strook naar beneden wordt vastgelast. 15

17 8.3b Binnenhoek met randstroken van Royal PVC De dakbanen vanuit het vlak aansluiten tot aan de binnenzijde van de (schuine) dakrand. Het heeft de voorkeur om de banen ongeveer 50 mm op te zetten tegen de dakrand. Kimfixatie aanbrengen met een hart-op-hart afstand van 250 mm. De dakrandstrook snijden conform tekening. 16

18 De dakrand en onderzijde dakrandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. De dakrandstroken aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De strook tegen de vanuit het vlak opgezette banen lassen. De aansluiting in het vlak lassen. Een tweede randstrook snijden conform de tekening. De dakrand en onderzijde dakrandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. De dakrandstroken aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De strook tegen de vanuit het vlak opgezette banen lassen. De overlappen van de randstroken en de aansluiting in het vlak lassen. De binnenhoek afwerken met een Royal PVC prefab binnenhoek. 17

19 8.4a Buitenhoek met randstroken van Royal PVC De dakbanen vanuit het vlak 50mm opzetten tegen de (schuine) dakrand. Kimfixatie aanbrengen met een hart-op-hart afstand van 250 mm breedte dakrand hoogte dakrand 100mm Een strook Royal PVC waarmee de gehele hoek kan worden ingewerkt insnijden conform tekening. 18

20 De strook en de dakrand voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De aansluiting in het vlak lassen. In het dakvlak de hoek afwerken met een Royal PVC prefab buitenhoek. De bovenzijde van de opstand afdichten met een strook Royal PVC O. 19

21 8.4b Buitenhoek met randstroken van Royal PVC De dakbanen vanuit het vlak aansluiten tot aan de binnenzijde van de (schuine) dakrand. Het heeft de voorkeur om de banen ongeveer 50 mm op te zetten tegen de dakrand. Kimfixatie aanbrengen met een hart-op-hart afstand van 250 mm. De dakrandstrook snijden conform tekening. De dakrand en onderzijde dakrandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. De dakrandstroken aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De strook tegen de vanuit het vlak opgezette banen lassen. De aansluiting in het vlak lassen. 20

22 Een tweede randstrook snijden conform de tekening. De dakrand en onderzijde dakrandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. De randstroken aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De strook tegen de vanuit het vlak opgezette banen lassen. De overlappen van de randstroken en de aansluiting in het vlak lassen. In het dakvlak de hoek afwerken met een Royal PVC prefab buitenhoek. De bovenzijde van de opstand afdichten met een Royal PVC Prefab Binnenhoek. 21

23 8.5 Dakrand met afdekkap De dakbanen vanuit het vlak aansluiten tot aan de binnenzijde van de (schuine) dakrand. Het heeft de voorkeur om de banen ongeveer 50 mm op te zetten tegen de dakrand. Kimfixatie aanbrengen met een hart-op-hart afstand van 250 mm. De dakrand en onderzijde dakrandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. De dakrandstroken aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De stroken tegen de vanuit het vlak opgezette banen lassen. De overlappen van de randstroken en de aansluiting in het vlak lassen. Klangen of klembeugels aanbrengen en de afdekkap monteren. 22

24 Bij dakranden met een hoogte van meer dan 500 mm moet Royal PVC additioneel mechanisch bevestigd worden. 8.6 Dakrand met Monotrim In dit detail is het van groot belang dat de bovenzijde van de dakrand voldoende afwatert naar het dakvlak. Hiertoe kan een afgeschuinde muurplank op de dakrand worden gemonteerd. 23

25 De dakbanen vanuit het vlak aansluiten tot aan de binnenzijde van de (schuine) dakrand. Het heeft de voorkeur om de banen ongeveer 50 mm op te zetten tegen de dakrand. Kimfixatie aanbrengen met een hart-op-hart afstand van 250 mm. De dakrand en onderzijde dakrandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. De dakrandstroken aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De stroken tegen de vanuit het vlak opgezette banen lassen. De overlappen van de randstroken en de aansluiting in het vlak lassen. De Monotrimmen en de bijbehorende gelaste hoeken monteren conform het voorschrift van de leverancier. Bij dakranden met een hoogte van meer dan 500 mm moet Royal PVC additioneel mechanisch bevestigd worden. 24

26 8.7 Dakrand met trim uit foliestaalplaat In dit detail is het van groot belang dat de bovenzijde van de dakrand voldoende afwatert naar het dakvlak. Hiertoe kan een afgeschuinde muurplank op de dakrand worden gemonteerd. De daktrimmen en de bijbehorende hoeken monteren en reinigen. De dakbanen vanuit het vlak aansluiten tot aan de binnenzijde van de (schuine) dakrand. Het heeft de voorkeur om de banen ongeveer 50 mm op te zetten tegen de dakrand. Kimfixatie aanbrengen met een hart-op-hart afstand van 250 mm. De dakrand en onderzijde dakrandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. Let op: de Royal PVC Contactlijm niet aanbrengen op dat deel wat aansluit op de daktrim. Ter plaatse van de daktrim de Royal PVC lassen op het staartstuk van de trim. 25

27 Bij dakranden met een hoogte van meer dan 500 mm moet Royal PVC additioneel mechanisch bevestigd worden. 8.8 Aansluiting onder voetlood De dakbanen vanuit het vlak aansluiten tot aan de binnenzijde van de (schuine) opstand. Het heeft de voorkeur om de banen ongeveer 50 mm op te zetten tegen de opstand. 26

28 Kimfixatie aanbrengen met een hart-op-hart afstand van 250 mm. De opstand en onderzijde opstandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. De opstandstroken aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. De opstandstroken direct onder het lood mechanisch bevestigen. De stroken tegen de vanuit het vlak opgezette banen lassen. De overlappen van de opstandstroken en de aansluiting in het vlak lassen. 8.9 Knelprofiel De dakbanen vanuit het vlak aansluiten tot aan de binnenzijde van de (schuine) opstand. Het heeft de voorkeur om de banen ongeveer 50 mm op te zetten tegen de opstand. Kimfixatie aanbrengen met een hart-op-hart afstand van 250 mm. De opstand en onderzijde opstandstrook Royal PVC voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en de strook aanbrengen. De opstandstroken aanbrengen tot ten minste 100 mm op het vlak. 27

29 De stroken tegen de vanuit het vlak opgezette banen lassen. De overlappen van de opstandstroken en de aansluiting in het vlak lassen. Het knelprofiel reinigen met Royal Multi Reiniger en aan de bovenkant van de opstandstrook, op de opstandstrook monteren. Het knelprofiel afwerken met een doorlopende en voldoende grote kitrups Royal PVC Kit Zijuitloop PVC 200mm De zijuitloop moet ten minste 10 mm verdiept worden aangebracht. Hiertoe op een oppervlak van ongeveer 1 m 2 een dunnere plaat onbrandbare isolatie aanbrengen minimaal Euroklasse A2. De randen rondom de verdieping afschuinen. De dakbanen vanuit het vlak aanbrengen tot 50 mm tegen de (schuine) dakrand. Kimfixatie aanbrengen. De dakrandstrook aanbrengen. De dakrandstrook ter plaatse van de uitloop insnijden zodat een tong vanuit de kim door de rand naar buiten kan worden gelegd. De zijuitloop aanbrengen en de plakplaat van de zijuitloop vastlassen. 28

30 8.11 Onderuitloop PVC De onderuitloop moet ten minste 10 mm verdiept worden aangebracht. Hiertoe op een oppervlak van ongeveer 1 m 2 een dunnere plaat onbrandbare isolatie aanbrengen minimaal Euroklasse A2. De randen rondom de verdieping afschuinen. Ter plaatse van de afvoer een gat in de dakbedekking snijden. De insnijding niet groter maken dan de diameter van de buis van de onderuitloop. De baan ter plaatse van de uitloop met schroeven en drukverdeelplaten vastzetten. De bevestigingsmiddelen moeten voldoende dicht bij de afvoer worden aangebracht zodat een voldoende brede las kan worden gemaakt. De onderuitloop aanbrengen en plakplaat van de onderuitloop vastlassen. 29

31 8.12 Noodoverloop kunststof of metaal (lood - aluminium) De randstrook insnijden conform de afmetingen van de noodoverloop. De noodoverloop plaatsen en vastzetten met bevestigingsmiddelen. Een voldoende ruime manchet van Royal PVC aanbrengen zodanig dat deze rondom tot 80 mm voorbij de plakplaat op de randstrook kan worden gelast. De manchet op het vormdeel verlijmen met Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm en op de randstrook lassen. Indien de manchet door de kim moet worden gelast moet deze ten minste tot 80 mm door de kim in het vlak worden aangebracht. Bij toepassing van een metalen noodoverloop deze eerst schoon en vetvrij maken. Bij gebruik van metalen noodoverlopen de verbinding tussen het metaal en Royal PVC met Royal PVC Kit afsluiten Lichtkoepels en rechthoekige opstanden De isolatie rondom de sparing in het dak opsluiten middels een houten raveling. De dakbedekking vanuit het vlak tot aan de binnenzijde van de sparing aansluiten. 30

32 De opstand plaatsen en met voldoende bevestigingsmiddelen fixeren. De Royal PVC opstandstrook en de opstand voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm. De opstandstrook zo hoog mogelijk onder de druiprand en tot ten minste 140 mm op het vlak aanbrengen. De strook op de banen in het vlak lassen. 31

33 De Royal PVC opstandstrook en de opstand voorzien van Royal PVC Contactlijm of Royal PVC Spuitlijm. De opstandstrook zo hoog mogelijk onder de druiprand en tot ten minste 140 mm op het vlak aanbrengen. De strook lassen op de banen in het vlak. De overlappen van de opstandstroken lassen. De opstandstroken direct onder de druiprand voorzien van een rups Royal PVC Kit Ontluchting PVC met kunststof vormdeel In de dakbedekking een insnijding maken ter grootte van de diameter van de buis van de doorvoer. De aansluiting tussen de buis en het isolatiemateriaal luchtdicht afsluiten, bijvoorbeeld met PUR-schuim, ter voorkoming van het ontstaan van condens in het vormdeel. Het vormdeel aanbrengen en vastlassen. Een manchet aanbrengen vanaf de kim van de ontluchting tot ten minste 100 mm voorbij de rand van de plakplaat. De manchet volledig op de plakplaat en de dakbedekking lassen. 32

34 8.15 Dubbelwandige aluminium ontluchting In de dakbedekking een insnijding maken ter grootte van de diameter van de buis. De doorvoer plaatsen, mechanisch bevestigen en schoon en vetvrij maken. Een manchet knippen van Royal PVC O met een gat diameter van ongeveer 1/3 e van de diameter van de doorvoer. Het manchet rondom het gat voorverwarmen met hete lucht en egaal over de ontluchting trekken zodat deze rondom de ontluchting minimaal 20 mm opstaat en ten minste 100 mm voorbij de rand van de plakplaat op het dakvlak wordt aangebracht. De aluminium plakplaat voor het aanbrengen van de manchet eerst schoon en vetvrij maken. De manchet volledig op de plakplaat verlijmen en op de dakbedekking lassen. De kap monteren. 33

35 8.16 Doorvoeren In de dakbedekking een insnijding maken ter grootte van de diameter van de leiding. De aansluiting tussen de buis en het isolatiemateriaal luchtdicht afsluiten, bijvoorbeeld met PUR-schuim, ter voorkoming van het ontstaan van condens in het vormdeel. Het vormdeel aanbrengen en vastlassen. De bevestigingsmiddelen aan de buitenzijde van de plakplaat plaatsen. Een manchet aanbrengen vanaf de kim van de doorvoer tot ten minste 100 mm voorbij de rand van de plakplaat. De manchet volledig op de plakplaat en de dakbedekking lassen. Het vormdeel met Royal PVC Kit en een klemring rondom de leiding afsluiten. 34

36 8.17 Aansluiting met LUX-top ankerpunt Monteer het juiste LUX-top ankerpunt, afgestemd op de betreffende onderconstructie, conform de verwerkingsrichtlijnen van LUX-top ankerpunten. Breng na montage de Royal PVC plakplaat aan en sluit deze aan op de Royal PVC dakbedekking door middel van hete lucht. De aansluiting van de plakplaat rondom het ankerpunt gebeurt door middel van een klemring. Breng voor het aanbrengen van de klemring eerst een kitrups Royal PVC Kit aan rondom het ankerpunt en tussen de doorvoer. 35

37 9. Onderhoud Het verdient aanbeveling om het dak jaarlijks ten minste een keer te laten inspecteren en onderhouden door een erkend dakdekkersbedrijf. Met dit onderhoud wordt de levensduur van de bedekking verlengd. Tijdens deze inspectie worden het dak en de afvoeren gereinigd. De overlappen en met name de aansluitingen bij de details worden beoordeeld en waar nodig hersteld. Onverhoopte onvolkomenheden en beschadigingen kunnen tijdig worden gesignaleerd waardoor onnodig grote schade voorkomen kan worden. 10. Opslag en transport De pallets moeten worden geplaatst op een droge en vlakke ondergrond. Bescherm (aangebroken) pallets tegen regen en sneeuw. Lage buitentemperaturen beperken het verwerkingsgemak. De dakbanen bij voorkeur opslaan bij temperaturen boven +5 C. De pallets mogen niet gestapeld worden. Royal PVC moet, in de originele verpakking, vervoerd en opgeslagen worden. Bij verticaal transport de geldende Arbo- en veiligheidsrichtlijnen hanteren. Dit geldt tevens voor het transporteren van de locatie van de pallet naar de plaats van applicatie. Neem de rollen zo kort mogelijk voor de applicatie uit de verpakking. Waarschuwing: plaats de pallets op een plaats waar de draagconstructie dit toelaat. 36

38