COMPETENTIEGIDS POP EVALUATIE KENNIS DELEN SELECTIE DAGELIJKSE WERKING FUNCTIONEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "COMPETENTIEGIDS POP EVALUATIE KENNIS DELEN SELECTIE DAGELIJKSE WERKING FUNCTIONEREN"

Transcriptie

1 COMPETENTIEGIDS FUNCTIONEREN POP EVALUATIE SELECTIE DAGELIJKSE WERKING KENNIS DELEN

2 INHOUDSOPGAVE Waarom deze competentiegids?... 3 DEEL I: INLEIDING... 4 Waarom competentiemanagement?... 5 Wat is een competentie?... 5 Wat zijn competentieclusters?... 6 Wat is een competentieprofiel?... 7 DEEL II: COMPETENTIEWOORDENBOEK.. 9 DEEL III: TOEPASSINGEN Selectie Hoe aan de slag? Functioneringsgesprek Hoe aan de slag? Evaluatie Hoe aan de slag? Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Hoe aan de slag? Kennismanagement Hoe aan de slag? DEEL IV: COMPETENTIEPROFIELEN..71 2

3 Waarom deze competentiegids? Beste collega Bij deze ontvang je de competentiegids, die speciaal ontwikkeld werd VOOR en DOOR de medewerkers van stad en OCMW Geraardsbergen! Deze gids zal een leidraad vormen doorheen je gehele loopbaan: de gids biedt ondersteuning om werk en persoonlijkheid nog meer op elkaar af te stemmen en om groei en ontwikkeling te stimuleren. Vanuit de dienst P&O zal begeleiding en opvolging geboden worden. Leidinggevenden en medewerkers hebben nood aan duidelijke taal rond competenties die van toepassing zijn in onze organisatie. Pas dan kan de organisatie de juiste mensen op de juiste plaats inzetten, goede functioneringsgesprekken voeren en een persoonlijk ontwikkelingsplan voorstellen. Deze gids helpt om inzicht te verwerven in de competenties van zowel stad als OCMW Geraardsbergen en het concreet gedrag dat hieraan verbonden is. Het geeft meer kans om talenten van medewerkers op te merken, in te schatten en te ontwikkelen. Bovendien biedt het een houvast en begeleiding bij moeilijkheden, zowel voor de leidinggevende als de medewerker. De gids start met een korte inleiding, vervolgens wordt een overzicht van de competenties geboden en tot slot wordt verduidelijkt hoe de competenties toegepast kunnen worden en vind je een overzicht van de competentieprofielen. Hieronder een overzicht van de vier delen van de competentiegids: Deel 1 geeft een inleiding over competentiemanagement. Waarom kiest onze organisatie hiervoor en wat wordt hieronder verstaan? Deel 2 is het competentiewoordenboek. Hierin worden de competenties duidelijk omschreven met concrete gedragsindicatoren. Deel 3 geeft een overzicht van verschillende toepassingen waarin je competentiemanagement terugvindt. Hierin vind je uitleg over het gebruik van het competentiewoordenboek op verschillende momenten in een loopbaan: bij de selectie van een nieuwe medewerker, tijdens functioneringsgesprekken, bij het uitwerken van een persoonlijk ontwikkelingsplan, bij het voeren van evaluatiegesprekken, Deel 4 geeft een overzicht van alle competentieprofielen die van toepassing zijn in onze organisatie. 3

4 DEEL I: INLEIDING 4

5 Waarom competentiemanagement? management is een evenwichtsoefening tussen de organisatiedoelstellingen en de doelstellingen van de medewerkers. Onze organisatie streeft hierbij naar een win-winsituatie. Daarom is competentiemanagement een belangrijke personeelsstrategie in onze organisatie. Onze organisatie creëert met competentiemanagement een leeromgeving voor haar medewerkers waarin zij hun competenties voortdurend kunnen versterken en uitbreiden. Door medewerkers kansen te geven om hun kennis, vaardigheden en attitudes te ontwikkelen, krijgt de organisatie breder inzetbare en meer gemotiveerde medewerkers. Het zorgt ook dat medewerkers meer en beter gewaardeerd worden voor de geleverde inzet en prestaties in de dagelijkse werking. management is een positief begrip gericht op de groei van medewerkers. Anderzijds helpen medewerkers op hun beurt mee aan de realisatie van de organisatiedoelstellingen. Via het versterken van de juiste competenties kunnen de medewerkers hun taken steeds efficiënter uitvoeren en dragen zij bij aan het strategisch beleid van de organisatie. De competenties van de medewerkers zijn essentieel om de organisatiedoelstellingen waar te maken. Goed competentiemanagement zorgt ervoor dat de juiste persoon op de juiste plaats terechtkomt. De inspanningen resulteren in een professionele en kwalitatieve dienstverlening. Via competentiemanagement kunnen de ontwikkelingsdoelen van de medewerkers en de organisatiedoelstellingen dus beter op elkaar worden afgestemd. Door het werken met competenties wordt er een gemeenschappelijke taal gesproken in de hele organisatie. Dus: met competentiemanagement willen we de juiste competenties voor onze organisatie verwerven. We zetten deze competenties doelgericht en efficiënt in om de doelstellingen van de organisatie en de medewerkers te bereiken. Hierbij zorgen we voor loopbaanbegeleiding gericht op de behoeften en de ontwikkeling van de medewerker. Wat is een competentie? Een competentie is een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes. Ze geeft weer wat een medewerker moet kennen en kunnen en hoe hij zich moet gedragen om succesvol een specifieke functie uit te voeren. Onze organisatie heeft 24 competenties. Deze zijn op een gedegen methodiek gekozen op maat van onze organisatie. De competenties zijn omschreven in het competentiewoordenboek. Bij iedere competentie hoort een definitie, 3 niveaus met subdefinities en concrete gedragsindicatoren. De definitie geeft een algemene, samenvattende beschrijving van de competentie. In de 3 niveaus geven de subdefinities de meer herkenbare en concrete beschrijving van de algemene definitie weer. Op een functie is één subdefinitie van toepassing. Het niveau is afhankelijk van de functie. 1 is voornamelijk van toepassing op uitvoerende functies. 3 is vooral gericht op leidinggevende functies of functies met een grote 5

6 verantwoordelijkheid, waardoor het noodzakelijk is om over de competentie in het hoogste niveau te beschikken. De gedragsindicatoren beschrijven het concrete gedrag dat verwacht wordt. Het toont aan in hoeverre iemand over een bepaalde competentie beschikt. s kunnen dus vastgesteld en gemeten worden via de gedragsindicatoren. Via de gedragsindicatoren weten de medewerkers en de leidinggevenden welke verwachtingen en vereisten er verbonden zijn aan een bepaalde functie. Zo creëert de organisatie duidelijkheid voor iedereen. Voorbeeld Samenwerken Definitie Je levert actief bijdrage aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van een team, een dienst of de organisatie of aan het oplossen van problemen of conflicten, ook als dat niet direct een persoonlijk belang is. Je doet dit met teamgeest en respect voor anderen. Je stelt samenwerking boven competitiviteit. Subdefinities 1: Je werkt constructief mee in het team aan gemeenschappelijke opdrachten, respecteert de gemaakte werkafspraken en onderhoudt een goede werksfeer. 2: Je hecht continu belang aan samenwerken met collega s aan gemeenschappelijke en/of opeenvolgende opdrachten. Je bouwt actief mee aan een goede werkregeling en groepssfeer en onderhoudt deze samenwerking. Gedragsindicatoren: vbn. bij niveau 1 3: Je zet samenwerking om in een constructieve teamwerking. Je zorgt voor de realisatie van uitdagende teamopdrachten/teamprojecten. Je moedigt organisatie- en dienstoverschrijdende samenwerking aan. - Je wilt deel uitmaken van het team en werkt actief mee - Je draagt bij tot het in stand houden van een goede werksfeer - Je bent vriendelijk, loyaal en respectvol in de dagelijkse omgang met collega s - Je spreekt op een positieve wijze over anderen en houdt roddels tegen - Je toont respect voor de verscheidenheid in mensen Wat zijn competentieclusters? De 24 competenties zijn in het competentiewoordenboek ingedeeld in 6 clusters. Alle clusters zijn gelijkwaardig. Het overzicht hiervan is samengevat in de competentieboom op de eerste pagina van het woordenboek. Cluster Inhoud Basiscompetenties Gericht op de missie en visie van onze Samenwerken organisatie. Deze competenties zijn van Klantgerichtheid toepassing op alle medewerkers. 6

7 Taakgerichte competenties Interactiegerichte competenties Specifieke competenties Zelfsturende competenties Analytische competenties Gericht op een correcte en kwaliteitsvolle uitvoering van de opdrachten, het sturen van medewerkers, de praktische aspecten bij de uitvoering van het takenpakket Gericht op het aangaan en onderhouden van duurzame relaties met anderen Gericht op de vakkennis die belangrijk is om het takenpakket te kunnen uitoefenen Gericht op de eigen ontwikkeling, inzicht in de eigen sterke en zwakke punten, gedrag in stresserende situaties, de houding t.a.v. de organisatie Gericht op het verzamelen en analyseren van informatie, het leggen van verbanden, het vormen van standpunten, het bereiken van resultaten Efficiënt werken Leidinggeven Plannen en organiseren Kwaliteitsvol werken Creativiteit Veilig werken Regelgericht werken Inlevingsvermogen Communiceren Respect voor opvattingen van anderen Overtuigen Specifieke vaardigheden beheersen Inzet Integriteit Stressbestendigheid Zelfvertrouwen Zelfontwikkeling Resultaatgericht werken Analyseren Projectmatig werken Visie ontwikkelen Probleemoplossend werken Wat is een competentieprofiel? Onze organisatie ontwikkelde competentieprofielen op basis van het competentiewoordenboek. Elk competentieprofiel bestaat uit 8 kerncompetenties die nodig zijn om de functie uit te oefenen. Hieraan zijn het niveau en de concrete gedragsindicatoren gekoppeld. Het is niet noodzakelijk dat er uit elke competentiecluster een competentie in het profiel is opgenomen. Elk competentieprofiel omvat de basiscompetenties samenwerken en klantgerichtheid. Voorbeeld: competentieprofiel administratief medewerker Samenwerken 2 Klantgerichtheid 2 Specifieke vaardigheden beheersen 2 Resultaatgericht werken 2 Communiceren 2 Efficiënt werken 1 Inzet 2 Integriteit 1 Dit profiel bevat de 8 kerncompetenties voor een administratief medewerker. Voor de competenties samenwerken, klantgerichtheid, specifieke vaardigheden beheersen, resultaatgericht werken, communiceren en inzet is niveau 2 van toepassing voor deze functie. Dit omhelst eveneens het eerste niveau. Specifieke vaardigheden beheersen omhelst hier bijvoorbeeld de pc-kennis. Voor de competenties efficiënt werken en 7

8 integriteit zijn de gedragsindicatoren van niveau 1 van toepassing. 8

9 DEEL II: COMPETENTIEWOORDENBOEK 9

10 Analytische competenties * Resultaatgericht werken p. 50 * Analyseren p. 52 * Projectmatig werken p. 54 * Visie ontwikkelen p. 56 * Probleemoplossend werken p. 58 Taakgerichte competenties * Efficiënt werken p. 15 * Leidinggeven p. 17 * Plannen en organiseren p. 20 * Kwaliteitsvol werken p. 22 * Creativiteit p. 24 * Veilig werken p. 26 * Regelgericht werken p. 28 Zelfsturende competenties * Inzet p. 40 * Integriteit p. 42 * Stressbestendigheid p. 44 * Zelfvertrouwen p. 46 * Zelfontwikkeling p. 48 Basiscompetenties * Samenwerken p.11 * Klantgerichtheid p.13 Specifieke competenties * Specifieke vaardigheden beheersen p. 38 Interactiegerichte competenties * Inlevingsvermogen p. 30 * Communiceren p. 32 * Respect voor opvattingen van anderen p. 34 * Overtuigen p. 36 K E R N COMPETENTIES 10

11 BASISCOMPETENTIES 1. SAMENWERKEN Je levert actief bijdrage aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van een team, een dienst of de organisatie of aan het oplossen van problemen of conflicten, ook als dat niet direct een persoonlijk belang is. Je doet dit met teamgeest en respect voor anderen. Je stelt samenwerking boven competitiviteit. 1 Je werkt constructief mee in het team aan gemeenschappelijke opdrachten, respecteert de gemaakte werkafspraken en onderhoudt een goede werksfeer. je wilt deel uitmaken van het team en werkt actief mee; je draagt bij tot het in stand houden van een goede werksfeer; je bent vriendelijk, loyaal en respectvol in de dagelijkse omgang met collega s; je spreekt op een positieve wijze over anderen en houdt roddels tegen; je toont respect voor de verscheidenheid in mensen; je erkent de positieve resultaten van anderen; je overlegt met collega s als je samen een opdracht moet uitvoeren; je geeft en vraagt informatie en advies aan collega s; je stelt materiaal ter beschikking aan collega s; je houdt je aan de afspraken over het gezamenlijk gebruik van werkmaterieel; je leeft gemaakte afspraken na; je komt op tijd voor vergaderingen; je waarschuwt tijdig als je een afspraak niet kan bijwonen/nakomen; je helpt collega s indien het werk dit vereist en neemt opdrachten van afwezige collega s over; je aanvaardt groepsbeslissingen. 2 Je hecht continu belang aan samenwerken met collega s aan gemeenschappelijke en/of opeenvolgende opdrachten. Je bouwt actief mee aan een goede werkregeling en groepssfeer en onderhoudt deze samenwerking. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je werkt actief mee aan een goede groepssfeer die gebaseerd is op wederzijds respect en vertrouwen; je deelt relevante informatie en ervaringen met collega s waarmee je samenwerkt en houdt hen hiervan op de hoogte; je maakt duidelijke afspraken met je collega s over het werkmaterieel waarover je gezamenlijk beschikt en handelt hiernaar; je vraagt naar visie en ideeën van anderen om zo te komen tot gezamenlijke besluiten; je maakt problemen en conflicten openlijk bespreekbaar; 11

12 BASISCOMPETENTIES je onderneemt tijdig gepaste acties indien er conflicten en/of spanningen zijn in de groep; je ziet wanneer een collega hulp nodig heeft en helpt spontaan; je bespreekt meningsverschillen met anderen op een diplomatische en respectvolle manier; je maakt duidelijke afspraken met je collega s over de uitvoering en opvolging van je opdrachten; je stemt je eigen inbreng af op de noden van de groep. 3 Je zet samenwerking om in een constructieve teamwerking. Je zorgt voor de realisatie van uitdagende teamopdrachten/teamprojecten. Je moedigt organisatie- en dienstoverschrijdende samenwerking aan. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je zoekt spontaan naar samenwerkingsverbanden met derden of neemt initiatieven om de samenwerking te verstevigen en je betrekt de andere teamleden hierbij; je draagt samenwerking uit als belangrijke waarde in de organisatie en daarbuiten en spreekt anderen daarop aan; je geeft proactief relevante informatie en expertise door aan de andere teamleden; je moedigt anderen aan, stimuleert hen en maakt dat ze zich goed en waardevol voelen; je bespreekt meningsverschillen met anderen op een sensitieve manier; je stelt je constructief op in vergaderingen en sluit compromissen die nodig zijn voor een vlot verloop van de samenwerking; je houdt je aan de afspraken die in het team gemaakt zijn en ondersteunt de doelstellingen die vooropgesteld zijn. 12

13 BASISCOMPETENTIES 2. KLANTGERICHTHEID Je hebt oog voor de gevoelens, wensen en behoeften van de (interne en externe) klanten, ook wanneer die niet rechtstreeks geuit worden. Je anticipeert op de behoeften van de klanten en je realiseert een kwaliteitsvolle, integere, transparante dienstverlening in lijn met de organisatiedoelstellingen. Je neemt klachten en problemen ernstig en zoekt naar oplossingen die verwachtingen overtreffen. 1 Je bent gericht op een vriendelijke, passende en correcte dienstverlening in je contact met klanten. je geeft steeds duidelijke, volledige en correcte informatie aan de klant; je benadert de klant steeds vriendelijk, respectvol en begripvol; je stuurt de klant correct door indien je niet zelf kan helpen, je laat de klant met andere woorden niet aan zijn/haar lot over, maar je gaat na wie de klant wel een antwoord kan bieden; je luistert naar de vraag en reageert binnen aanvaardbare tijd; je geeft informatie op een manier die de klant begrijpt; je blijft beleefd bij klachten en zoekt naar concrete oplossingen; je behandelt elke klant gelijkwaardig en verzekert een discrete behandeling van zijn vraag; je houdt in acties en beslissingen rekening met de behoeften en vragen van de klant; je stelt je beschikbaar op (je voorstellen, terugbellen, terugmailen, ); je ziet wanneer een klant hulp nodig heeft en biedt die spontaan aan; je gaat na of je de vraag van de klant goed begrepen hebt. 2 Je onderzoekt (pro)actief de wensen en de noden van de klanten en stemt de eigen dienstverlening erop af. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je bevraagt de klant op een rustige, discrete en systematische wijze; je denkt spontaan mee met de klant; je gaat expliciet na of de klant tevreden is met de aangeboden dienstverlening en je verwerkt eventuele klachten; je volgt de vraag en de geboden oplossing verder op; je beperkt je niet tot de directe of de uitgesproken vraag, maar geeft bijkomende relevante informatie en alternatieven; je levert, binnen de richtlijnen, de informatie en/of dienst af op maat van de wensen en behoeften van de klant; 13

14 BASISCOMPETENTIES je past waar nodig de planning of dienstverlening aan om de klant, weliswaar binnen de richtlijnen, te helpen; je kan proactief informatie verstrekken over genomen beslissingen en relevante informatie voor de klanten; je toetst je dienstverlening af aan de vooropgestelde kwaliteitsnormen binnen de dienst. 3 Je stimuleert en onderneemt structurele acties voor een optimale klantgerichte benadering. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je anticipeert op de behoeften van klanten en stimuleert anderen dit ook te doen; je zoekt uit eigen beweging mogelijkheden om de dienstverlening te verbeteren; je zet systemen op om een kwaliteitsvolle aanpak te garanderen; je verankert een klantgerichte benadering structureel in de organisatievorm; je hebt bij het nemen van beslissingen steeds de klant en de context in het achterhoofd; je benadert klachten als waardevolle informatie; je past procedures en/of processen aan in functie van een meer klantgerichte dienstverlening; je legt meetbare doelstellingen vast op het vlak van klantgerichtheid en klanttevredenheid; je doet ruime en systematische bevragingen van klantenbehoeften en klantentevredenheid; je voorziet in een actieve begeleide doorverwijzing van klanten naar de juiste dienst. 14

15 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 3. EFFICIËNT WERKEN Je zet je tijd, budget en andere middelen steeds optimaal in bij het uitvoeren van je opdrachten en je werking in het algemeen. Je zoekt nieuwe werkwijzen om kosten en tijd te beperken, dit binnen het reglementair kader. Je slaagt erin om je opdrachten steeds te realiseren binnen de afgesproken timing en budget. 1 Je hecht er belang aan om je opdrachten steeds af te werken volgens de afspraken, de regelgeving en binnen de vooropgestelde timing. Je streeft ernaar om je eigen werk zo optimaal en rendabel mogelijk aan te pakken, zonder het belang van de klant uit het oog te verliezen. je betrekt niet meer mensen dan noodzakelijk voor de uitvoering van je opdrachten en je gebruikt niet meer middelen (werkuren, materiaal, gereedschap, ) dan noodzakelijk voor de uitvoering van je opdrachten; je signaleert aan je leidinggevende wanneer situaties volgens jou eenvoudiger, vlotter of rendabeler kunnen verlopen; je realiseert je opdrachten binnen de afgesproken timing en afspraken; je kan je opdrachten afwerken zonder vaak de hulp van collega s of leidinggevende in te roepen; je streeft ernaar om bij je werk zo rendabel mogelijke methodes en werkwijzen te hanteren; je houdt rekening met de klant bij het streven naar efficiënt werken, de klant mag niet de dupe zijn van de efficiëntie. 2 Je gaat (pro)actief na hoe je opdrachten binnen de beschikbare tijd en middelen gerealiseerd kunnen worden en formuleert hier een planning en afspraken rond. Je streeft ernaar om je eigen werking en de werking van anderen zoveel als mogelijk te optimaliseren. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je onderneemt gericht acties om het tijdsgebruik en de investeringen te optimaliseren; je streeft ernaar om zowel in je eigen werk als bij de werking van anderen zo rendabel mogelijke methodes en werkwijzen te hanteren; je realiseert je werking met een zuinig gebruik van middelen en tijd, zonder in te boeten aan kwaliteit; je staat open voor vernieuwende procedures die de werking efficiënter maken en je ziet de voordelen ten opzichte van de oudere procedures; je evalueert tussentijds of je de afgesproken timing en afspraken respecteert; je wijst medewerkers en/of collega s erop wanneer ze hun werking kunnen optimaliseren of verbeteren en wanneer ze bedachtzamer kunnen omgaan met middelen; je bent je er van bewust dat tegenover tijd en middelen een prijskaartje hangt (je zorgt er bijvoorbeeld voor dat je niet nodeloos lang bij een bepaald topic blijft 15

16 TAAKGERICHTE COMPETENTIES hangen tijdens een vergadering, je denkt er bijvoorbeeld aan om steeds je licht uit te doen wanneer je een ruimte verlaat, ). 3 Je stimuleert anderen en onderneemt structurele acties om de werking zo optimaal mogelijk te maken. Je hecht er belang aan dat iedereen hun opdrachten realiseert binnen de beschikbare timing, middelen en volgens de regelgeving. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je kan prioriteiten stellen en afspraken optimaliseren om op een eenvoudigere en efficiëntere manier een evenwaardig of beter resultaat te bereiken met de organisatie; je ziet en formuleert voorstellen en neemt concrete acties om de werking van de medewerkers te maximaliseren en om de efficiëntie te verhogen; je stimuleert en motiveert medewerkers en collega s om hun werking kritisch te evalueren en te vernieuwen en/of te optimaliseren waar mogelijk; je doet kostenbewuste voorstellen en houdt in je werking steeds rekening met hoe je middelen, mensen of tijd beter kan inzetten om de kosten te verminderen; je fungeert als voorbeeldfiguur voor een efficiënte aanpak en het optimaliseren van de werking en procedures. 16

17 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 4. LEIDINGGEVEN Je geeft richting en sturing aan een groep medewerkers. Je coacht, ondersteunt en motiveert hen en brengt samenwerkingsverbanden tot stand met als doel de groepsdoelstellingen te realiseren. Je zorgt dat het team over de nodige informatie en middelen beschikt. Je past je stijl van leidinggeven aan de behoeften van de medewerkers en aan de situatie aan, dit ter bevordering van de professionele en/of persoonlijke ontwikkeling van de medewerker. Je slaagt erin om medewerkers enthousiast te maken. Je durft knopen tijdig door te hakken en neemt gefundeerde beslissingen. Je neemt de eindverantwoordelijkheid, maar delegeert opdrachten en taken zoveel als mogelijk aan je medewerkers. 1 Je coacht en geeft het team richting over de uitvoering van duidelijk afgelijnde opdrachten en procedures. Je eigen positieve houding enthousiasmeert je omgeving. Je durft tijdig te beslissen en een standpunt in te nemen wanneer de alternatieven duidelijk zijn. je behandelt alle teamleden fair en correct; je geeft duidelijke richtlijnen, aanwijzingen, instructies en suggesties aan het team i.v.m. uit te voeren taken; je spreekt een duidelijke eindtermijn af en houdt hierbij rekening met hun andere opdrachten; je wijst het team op de gezamenlijke verantwoordelijkheid en drukt de resultaten die van het team verwacht worden zo concreet mogelijk uit; je geeft duidelijk aan wat de prioriteiten zijn voor de medewerker of het team; je versterkt de samenhorigheid en de enthousiaste en positieve sfeer in het team; je zorgt ervoor dat het team informatie uitwisselt en onderling communiceert; je zorgt ervoor dat het team rapporteert volgens de afspraken; je bespreekt de voortgang van de opdrachten; je begeleidt, corrigeert en stuurt het team bij in functie van gemaakte afspraken en de te bereiken doelstellingen; je bevestigt de gewenste werkwijze door je voorbeeldgedrag; je staat altijd open voor het beantwoorden van vragen of problemen; je durft een standpunt innemen, wanneer je moet kiezen uit meerdere mogelijkheden; je maakt conflicten bespreekbaar, en moedigt anderen aan om problemen te uiten; je doet de nodige administratie; je onderbouwt op professionele wijze je beslissingen. 2 Je geeft het team richting op het niveau van processen en structuren. Je coacht met het oog op het ontwikkelen van de vereiste vaardigheden en attitudes voor de functie. Je hebt er oog voor om opdrachten te delegeren in overeenstemming met de capaciteiten en interesses van de medewerkers. Je tracht actief de motivatie van je omgeving te bevorderen. Bij onduidelijke situaties schat je op efficiënte wijze de gevolgen in, alvorens te beslissen welk standpunt je inneemt. 17

18 TAAKGERICHTE COMPETENTIES alle gedragsindicatoren van niveau 1; je bevordert en stimuleert de teamleden om te werken aan de gezamenlijke doelstellingen; je toont inlevingsvermogen en toont aandacht voor de mening/ideeën/problemen van de medewerkers; je neemt bewust tijd om naar de medewerkers te luisteren; je schept een vertrouwensband met de medewerkers; je achterhaalt de motiverende factoren van je medewerkers en speelt erop in; je kent de competenties en de talenten van je medewerkers en regelt je werking hiernaar; je zorgt dat het team over de nodige middelen beschikt om het doel te bereiken; je schept duidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden binnen het team en toont aan hoe deze op elkaar inwerken; je stuurt, indien nodig, processen en structuren bij om de efficiëntie van de werking en/of de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen; je bevordert de inzetbaarheid van je teamleden zodat zij beter in staat zijn om de gezamenlijke en hun individuele doelen te behalen; je geeft het team suggesties en aanwijzingen om de werking van het team te verbeteren; je neemt samen of na raadpleging van de medewerker beslissingen die betrekking hebben op de gedelegeerde opdrachten; je geeft open en duidelijke feedback i.v.m. de persoonlijke bijdrage van de teamleden aan het geheel; je hebt oog voor mogelijke oorzaken van conflicten in de groep en neemt de gepaste maatregelen; je slaagt erin om met het team resultaten te behalen in kritische situaties; je toont waardering voor het geleverde werk; je geeft advies over de wijze waarop de medewerker zich binnen zijn functie verder kan ontwikkelen; je toont vertrouwen in de capaciteiten van de teamleden; je voert regelmatig (coaching)gesprekken met de teamleden; je geeft de ondersteuning die de medewerker nodig heeft bij het realiseren van zijn opdrachten en op een manier dat je de zelfredzaamheid van de medewerker stimuleert; je stelt beslissingen niet uit en neemt ze zelfstandig, zonder anderen overbodig te consulteren; je schat de gevolgen in alvorens de beslissing te nemen en je volgt dit nadien op. 3 Je geeft het team richting, zowel via processen en structuren, als via een gezamenlijke en gedragen visie binnen het ruimere kader van de visie van de organisatie. Je engageert je om de verdere persoonlijke en professionele ontwikkeling van de medewerker te bevorderen en te stimuleren. Je motiveert door de drijfveren van de medewerkers als uitgangspunt te nemen. Je delegeert het merendeel van je opdrachten en je doet dit in overleg met de medewerkers, anticiperend op het te verwachten resultaat. Je neemt strategische beslissingen en durft keuzes te maken in eerder vage en complexe situaties. 18

19 TAAKGERICHTE COMPETENTIES alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je draagt het beleid en de visie van het team uit; je formuleert haalbare maar uitdagende doelstellingen voor het team; je introduceert nieuwe structuren, processen en procedures om het beleid te realiseren; je stimuleert de onderlinge communicatie over de werkmethodes, de visie, de waarden ; je bevordert de zelfsturing van het team; je zorgt ervoor dat de meerwaarde van de samenwerking waarneembaar is in de wijze waarop de resultaten behaald worden; je geeft een duidelijke structuur aan in het coachingtraject van je teamleden; je beklemtoont het belang dat je hecht aan het leerproces van het individu; je neemt lange termijn beslissingen, ook wanneer de gevolgen niet duidelijk zijn of er risico aan verbonden is; in complexe situaties tracht je zoveel mogelijk de essentie te detecteren om je beslissing te maken; je stelt beslissingen niet uit, ook niet wanneer je beslissing tegenstand kan teweegbrengen of wanneer je nog niet over voldoende informatie beschikt. 19

20 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 5. PLANNEN EN ORGANISEREN Je schat, in je eigen en/of in het werk van anderen, opdrachten correct in naar prioriteit. Je zet deze om in een efficiënt tijdsschema en bepaalt de nodige hulpmiddelen. Je volgt de planning op en bouwt evaluatie in. 1 Je plant en organiseert je opdrachten volgens de afgesproken of opgelegde procedures en/of prioriteiten. je werkt opdrachten, ook onder tijdsdruk, tijdig en correct af; je stelt prioriteiten bij de uitvoering van je opdrachten; je houdt rekening met de gestelde uitvoeringstermijn / deadline; je geeft tijdig aan wanneer de planning niet gehaald kan worden; je benut de juiste en noodzakelijke hulpmiddelen bij het inplannen van je opdrachten (checklist, takenlijsten, elektronische agenda, ); je behoudt een overzicht van je lopende opdrachten; je doseert goed tijd en energie over de diverse opdrachten; je controleert je eigen werk; je stelt oplossingen voor kleine verstoringen in je werk voor en je anticipeert op mogelijke verstoringen; je volgt de voortgang van werkzaamheden in de tijd en past je werkzaamheden hieraan aan; je legt vervolgafspraken en activiteiten vast. 2 Je plant en organiseert je eigen werk en dat van anderen. Je werkt mee aan de planning en coördinatie van de teamopdrachten / doelstellingen en ontwikkelt in het kader hiervan afspraken en procedures. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je brengt structuur in je eigen werk en dat van anderen; je legt procedures en werkmethodes vast teneinde de werkzaamheden vlot te laten verlopen; je voorziet een actieplan met benodigde mensen, tijd, middelen en budgetten en je benut deze zo optimaal mogelijk; je bepaalt de juiste en noodzakelijke hulpmiddelen bij het inplannen van je opdrachten (checklist, takenlijsten, elektronische agenda, ); je herkent factoren die een verstorende werking op het werk kunnen hebben en onderneemt tijdig actie; je splitst een opdracht op in deelopdrachten en gaat stapsgewijs te werk; je gaat na of het werk van anderen de nodige vooruitgang boekt; je vraag om rapportering door je medewerkers; je wijst medewerkers op hun planning of afspraken. 20

21 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 3 Je plant, organiseert en coördineert projecten, processen en evenementen en stemt deze op elkaar af. Je hebt oog voor langetermijndoelen en anticipeert hierop in je planning. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je legt acties en werkwijzen vast in procedures; je schakelt anderen in a rato van bekwaamheid en interesse; je anticipeert op eigen werk en dat van anderen; je besteedt aandacht aan een langetermijnplanning en bouwt daarbij voldoende flexibiliteit in om adequaat op veranderingen te kunnen inspelen; je behoudt het overzicht over de stand van de uitvoering van projecten en evenementen t.a.v. de planning; je brengt in een situatie de wisselwerking tussen uiteenlopende factoren in kaart; je zorgt voor een tijdige input van verschillende kanten zodat de voortgang van een proces gerealiseerd wordt. 21

22 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 6. KWALITEITSVOL WERKEN Je gaat in je werking steeds zorgvuldig en correct met je opdrachten om. Je streeft naar een kwalitatief resultaat met een continue aandacht voor verbetering en optimalisatie. Je engageert je om kwaliteit te realiseren in functie van een goede en klantgerichte dienstverlening. 1 Je tracht je opdrachten steeds zo kwalitatief en zorgvuldig mogelijk uit te voeren. je voert je taken uit met de nodige aandacht en precisie; je volgt de procedures; je denkt goed na over hoe je je opdrachten aanpakt en vermijdt het om impulsief te werk te gaan; je werkt doordacht en systematisch; je levert werk af dat aan de afgesproken kwaliteitseisen voldoet; je controleert bij opdrachten tussentijds of het voldoet aan de vooropgestelde verwachtingen; je hebt oog voor detail en een verzorgde afwerking; je respecteert de interne afspraken op het gebied van kwaliteit; je doet je uiterste best om zoveel mogelijk te volden aan de behoeften van interne en externe klanten; je begrijpt de kwaliteitsstandaard die de organisatie vooropstelt; je detecteert en corrigeert fouten. 2 Je gaat secuur te werk en je evalueert je eigen werk in het licht van kwaliteitsnormen. Je stelt hoge eisen aan de kwaliteit van je resultaten en dienstverlening. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je evalueert de algemene werking in het licht van de kwaliteitsnormen, je doet voorstellen tot verbetering; je engageert je om mogelijke verbeteringen aangaande kwaliteitsvolle dienstverlening te initiëren; je begrijpt de principes van continue kwaliteitsverbetering; je analyseert risico s of problemen en zoekt creatieve oplossingen; je stelt hoge eisen aan de kwaliteit van je werking en je dienstverlening; je verfijnt procedures en werkwijzen om het afleveren van goede en kwaliteitsvolle resultaten te ondersteunen; je kent en bewaakt de kwaliteitsstandaard die de organisatie vooropstelt; je gaat permanent na of je resultaten voldoen aan de vooropgestelde normen en verwachtingen, zoniet stuur je tijdig bij. 22

23 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 3 Je stimuleert anderen om zorgvuldig en kwaliteitsgericht met hun opdrachten om te gaan. Je ziet mogelijke verbeteringen voor een kwalitatieve dienstverlening en je ondersteunt en begeleidt de veranderingen die hiermee gepaard gaan, rekening houdend met het beleid. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de resultaten en de dienstverlening die de medewerkers en de organisatie bieden; je bewaakt dat er zoveel mogelijk gewerkt wordt naar het voldoen aan de verwachtingen en behoeften van interne en externe klanten; je bouwt mee aan het positief imago van de organisatie; je zet door om gewenste veranderingen in de organisatie door te voeren; je gaat niet impulsief te werk, maar gaat na of veranderingen in de praktijk ook als verbeteringen zullen uitpakken vooraleer tot actie over te gaan; je werkt bepaalde methoden of procedures uit die anderen ondersteunen bij het kwalitatief uitvoeren van hun opdrachten (bv. een procedure uitschrijven voor projectwerking); je toetst op continue wijze af of de organisatieresultaten en de werking van de medewerkers voldoen aan de vooropgestelde normen en verwachtingen, zoniet stuur je bij; je stelt concrete kwaliteitsindicatoren voorop en moedigt anderen continu aan om na te gaan of deze behaald worden; je moedigt de medewerkers aan om over kwaliteit na te denken; je ontwikkelt en implementeert de kwaliteitsstandaard die de organisatie wenst na te streven; je hebt inzicht in hoe je informatie verzamelt over kwaliteit en hoe je het begrijpelijk kan overbrengen; je motiveert anderen om actief aan de slag te gaan rond kwaliteit en je toont hen hiervan het nut. 23

24 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 7. CREATIVITEIT Je brengt ongekende, originele ideeën, oplossingen en nieuwe invalshoeken aan. Je komt los van de gevestigde denkpatronen en ontwikkelt alternatieve oplossingen en methoden voor je werksituatie. Je bedenkt nieuwe werkwijzen waarmee bestaande werkwijzen verbeterd of vervangen kunnen worden. Je staat open voor vernieuwing en moedigt innovatief denken aan. 1 Je hebt een open houding bij de uitvoering van je opdrachten. Je durft af en toe van de routinematige stappen af te wijken. je verlaat af en toe de routine om je opdrachten uit te voeren; je staat open voor nieuwe ideeën, oplossingen, procedures en methodes; je laat je inspireren door nieuwigheden; je durft buiten de bestaande kaders denken; je probeert nieuwe zaken uit als dit gevraagd wordt. 2 Je kan vlot afwijken van routinematige opdrachten en denkt actief na over originele, nieuwe ideeën, oplossingen en methodes. Je bekijkt je takenpakket en situaties kritisch en vanuit een origineel perspectief. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je kan soepel buiten de routine stappen om je opdrachten uit te voeren; je staat open voor nieuwe ideeën, oplossingen, procedures en methodes en denkt na over de toepassing ervan binnen je eigen opdrachten; je brengt originele ideeën aan die niet voortvloeien uit het gekende; je bekijkt situaties vanuit een alternatief en vernieuwend perspectief; je stelt bepaalde zaken binnen je takenpakket ter discussie; je wordt niet afgeschrikt door de vraag om je werkwijze te bekijken vanuit een andere invalshoek en aan te passen om je werking te optimaliseren; je durft nieuwe zaken uitproberen. 3 Je inspireert anderen en creëert vanuit nieuwe invalshoeken nieuwe oplossingen of ideeën, ook buiten je eigen opdrachten. Je staat kritisch tegenover de huidige werkwijzen en tracht deze te verbeteren via een originele of alternatieve oplossing. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je benadert je opdrachten en problemen vanuit meerdere nieuwe invalshoeken en komt op basis hiervan tot nieuwe oplossingen of ideeën; 24

25 TAAKGERICHTE COMPETENTIES je denkt vooruit en ziet kansen; je stelt bepaalde zaken buiten je eigen opdrachten ter discussie en stelt ideeën voor; je kan improviseren en experimenteren; je zoekt actief naar mogelijkheden voor verandering en vernieuwing; je formuleert weinig voor de handliggende en originele oplossingen en voorstellen; je ziet en detecteert waar de werking door vernieuwing geoptimaliseerd kan worden en zet anderen aan tot verandering of aanpassing om te verbeteren; je moedigt innovatief denken aan; je werkt inspirerend en zet anderen aan tot creatieve insteken. 25

26 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 8. VEILIG WERKEN Tijdens de uitvoering van je werkopdrachten sta je actief en proactief in voor de veiligheid van de situatie en de mogelijke risico s die eraan verbonden zijn. Je handelt veiligheidsbewust zodat je eigen veiligheid en die van je werkomgeving bij de uitvoering van je opdrachten gewaarborgd wordt en je voorkomt dat anderen schade kunnen ondervinden. Je respecteert de geldende normen en voorschriften met betrekking tot veiligheid. 1 Je bent je bewust van het belang van veiligheid en leeft de algemene veiligheidsvoorschriften verbonden aan je werkopdrachten na. je hebt oog voor de eigen veiligheid en die van de anderen; je kent de veiligheidsvoorschriften en je volgt deze bij het omgaan met materiaal, producten en voertuigen; je detecteert gevaarlijke situaties en je zoekt in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften een correcte en veilige oplossing; je signaleert onveilige situaties; je gebruikt alle materiaal enkel waarvoor het bestemd is; indien voorgeschreven, doe je beschermkledij aan en gebruik je andere preventieve middelen; je past de juiste hef- en tiltechnieken toe; je bergt het gebruikte materiaal op de afgesproken en veilige manier op; je laat tijdens de uitvoering van de opdrachten geen materiaal rondslingeren; je vraagt advies bij onbekende situaties en/of situaties waarbij je een onzeker gevoel hebt; je werkt hygiënisch en volgt de bestaande richtlijnen. 2 Je bent je bewust van mogelijke risico s en het belang van veiligheid. Je past de veiligheidsvoorschriften toe. Je hebt er oog voor dat collega s en anderen zich veilig gedragen en je signaleert wanneer je onveilige situaties of gedrag opmerkt. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je kent de veiligheidsvoorschriften, je past ze toe en je geeft informatie door met betrekking tot veiligheidsvoorschriften; je biedt een oplossing bij onveilige risicosituaties; je schat het risico van situaties en werkopdrachten in en handelt hier proactief naar; je neemt geen onverantwoorde risico s; je detecteert en meldt mogelijkheden om gevaarlijke situaties veiliger te maken of om potentiële risico s aan te pakken; 26

27 TAAKGERICHTE COMPETENTIES je hebt oog voor de toepassing van de veiligheidsvoorschriften en stuurt bij waar nodig. 3 Je integreert en beklemtoont de zorg voor veiligheid in de werking van je dienst. Je verspreidt veiligheidsvoorschriften en zet iedereen aan deze te volgen. Je volgt op en controleert of iedereen zich veilig gedraagt. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je schat ook in moeilijke situaties de gevaren correct in; je past de situatie en werking preventief aan om risico s te voorkomen; je houdt je op de hoogte van wettelijke voorschriften en implementeert deze in de organisatie; je maakt een schema of een systeem op, waarin je een duidelijk en up-to-date overzicht mogelijk maakt van de potentiële risico s en een daaraan gekoppeld plan van aanpak; je analyseert situaties, werkmethodes en materialen met het oog op preventieve aanpak; je informeert, motiveert, sensibiliseert en overtuigt medewerkers om de veiligheidsvoorschriften na te leven en veiligheidsbewust te handelen; je hebt ruime kennis om anderen te helpen en kan op zelfstandige basis oplossingen zoeken voor gestelde problemen over veiligheid. 27

28 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 9. REGELGERICHT WERKEN Je hebt respect voor de regelgeving, procedures en interne afspraken die gevolgd moeten worden. Je houdt er rekening mee bij de uitvoering van je opdrachten. Je hecht waarde aan de afspraken die gemaakt werden en overlegt met leidinggevende en/of collega s wanneer je vindt dat er van de regels of afspraken afgeweken moet worden. 1 Je hebt respect voor de regelgeving. Je werkt volgens de geldende procedures en interne afspraken. je kent de procedures, regelgeving en interne afspraken met betrekking tot je opdrachten; je kan de procedures lezen en toepassen; je weet waar je de procedures kan terugvinden; je bent je ervan bewust dat je een voorbeeld bent voor anderen in de organisatie en bovendien mee instaat voor de uitstraling van het bedrijf, het is dus van belang om de afspraken en regelgeving te respecteren; je overlegt met je leidinggevende indien er onduidelijkheden zijn in de regelgeving of afspraken; je zoekt bij onduidelijke situaties bevestiging van je manier van handelen bij je leidinggevende; je houdt je aan de termijnen en alle administratieve voorwaarden die in de procedures en bij interne afspraken beschreven worden. 2 Je respecteert je regelgerichte werkcontext en integreert deze in je handelen door voorgeschreven procedures en interne afspraken toe te passen en te optimaliseren. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je kent de voorgeschreven procedures die voor jouw job relevant zijn tot in detail, alsook de interpretaties; je respecteert en werkt conform de geldende procedures en interne afspraken en stimuleert collega s tot eenzelfde werkwijze; je doorgrondt de procedures en regelgeving waardoor je flexibel maar correct kan reageren in situaties die niet eenduidig zijn; je houdt je aan de regels van de organisatie en de afspraken van het team, maar je kan deze flexibel interpreteren als dit nodig is om efficiënt te werken; je denkt actief mee met je leidinggevende en/of met deskundigen indien procedures moeten worden aangepast aan een gewijzigde situatie of regelgeving; je kent het belang van risicobeheer en risicoanalyse en je weet wat het inhoudt. 28

29 TAAKGERICHTE COMPETENTIES 3 Je hebt grondige kennis van de geldende procedures, regelgeving en interne afspraken. Je bevordert het juridisch correct en regelgericht werken binnen de organisatie. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je kent de regelgeving en juridische principes waaruit voorgeschreven procedures afgeleid zijn; je kan bestaande processen kritisch analyseren, evalueren, optimaliseren en aanpassen; je adviseert collega s en/of medewerkers bij het juridisch correct toepassen van of opstellen van nieuwe procedures of regelgeving; je zoekt bevestiging bij de juiste autoriteit indien je de juridische implicaties van een situatie moeilijk kan inschatten of juridische informatie moeilijk kan interpreteren; je neemt initiatieven om procesveranderingen, wijzigende regelgeving of (nieuwe) interne afspraken te verankeren in de werking van de diensten; je anticipeert op juridische knelpunten en legt deze voor aan de betrokken leidinggevenden, medewerkers en/of collega s; je kent het belang van risicobeheer en risicoanalyse, je weet wat het inhoudt en kan het mee opmaken. 29

30 INTERACTIEGERICHTE COMPETENTIES 10. INLEVINGSVERMOGEN Je verkent, luistert effectief naar en begrijpt de visie, behoeften, wensen en gevoelens van anderen. Je voelt mee in de leefwereld van anderen, met het vermogen om uitgesproken en onuitgesproken boodschappen op te pikken. Op basis hiervan pas je je gedrag en de interactiestijl aan. 1 Je hebt oog voor de leefwereld, gevoelens en visie van collega s en/of klanten en houdt hier rekening mee. Je luistert effectief naar de wensen van anderen. je geeft aandacht aan de zichtbare emoties, gevoelens en behoeften van anderen; je bent geduldig en luistert effectief naar vragen en wensen; je laat anderen uitspreken; je bekijkt de situatie eveneens vanuit het perspectief van de anderen zonder hieraan een waardeoordeel te koppelen; je houdt rekening met het effect van het eigen gedrag op anderen; je bent je bewust van de omgeving waarin de interactie plaatsvindt; je ziet er het belang van in dat wensen en behoeften binnen het team gecommuniceerd en besproken worden; je kan een situatie juist inschatten. 2 Je verplaatst je in de leefwereld, gevoelens en visie van anderen. Je luistert actief en reageert op een gepaste verbale en non-verbale wijze. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je kan door actief te luisteren en te observeren situaties begrijpen en erop inspelen; je schat de gevoelens, visie, behoeften en wensen van anderen correct in door bijvoorbeeld expliciet te vragen naar verduidelijking als wat de ander zegt niet duidelijk is; je toont op verbale en non-verbale wijze begrip voor de visie en gevoelens van de ander; je hebt oog voor de ondersteunende en/of tegenstrijdige non-verbale signalen in de boodschap van de ander. Je gaat bij tegenstrijdigheden dieper in op het verhaal van de ander; je bouwt vlot en spontaan vertrouwensrelaties op met anderen. 3 Je merkt adequaat binnen een hulpverlenend kader de uitgesproken en onuitgesproken gevoelens, behoeften en wensen van anderen op. Je speelt gepast in op de situatie. 30

31 INTERACTIEGERICHTE COMPETENTIES alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je creëert een open en rustgevende sfeer waarin de ander zijn gevoelens kan uiten; je herkent potentiële conflicten en latente gevoeligheden; je blijft je eigen emoties de baas, ook in geval van schrijnende situaties; je bent in staat om over moeilijke of emotionele situaties te rationaliseren of hiervan afstand te nemen; je speelt gepast in op onuitgesproken gevoelens van anderen; je toont begrip voor de visie van de ander, ook al strookt die niet met je eigen gevoelens, waarden en normen; je hebt oog voor de noden die andere diensten hebben om hun eigen opdrachten te kunnen realiseren; je stimuleert het inlevingsvermogen bij de medewerkers; je kan een vertrouwensrelatie benutten in het voordeel van de ander. 31

32 INTERACTIEGERICHTE COMPETENTIES 11. COMMUNICEREN Je drukt ideeën en informatie uit op een vlotte, duidelijke, correcte en begrijpelijke manier, zowel schriftelijk als mondeling. Je neemt (non-)verbale boodschappen correct op en verwerkt deze zo objectief mogelijk. Je geeft mondeling of schriftelijk feedback of brengt verslag uit over de voortgang van de uit te voeren opdrachten, van het behaalde resultaat en/of van de gevolgen van de genomen beslissingen. 1 Je neemt een luisterende houding aan en drukt je mondeling en/of schriftelijk in een begrijpelijke en correcte taal uit. Je rapporteert zoals werd afgesproken met je diensthoofd, team of andere betrokkenen. je hanteert een correct, toegankelijk en consequent taalgebruik; je structureert je boodschap; je bent in staat de boodschap van anderen samen te vatten; je spreekt en/of schrijft duidelijk en verstaanbaar; je geeft blijk van interesse voor de boodschap van de ander; je blijft er alert voor dat je informatie neutraal opneemt zonder er een oordeel aan te geven; je vermijdt het gebruik van vakjargon in communicatie met anderen die niet op de hoogte zijn, je past je taalgebruik aan de andere aan; je past het huisstijlhandboek toe en volgt nauwgezet de afspraken binnen je dienst op het gebied van schriftelijke communicatie; je bent eerlijk in je communicatie; je rapporteert gestructureerd en in begrijpelijke taal volgens de afgesproken timing; je kan het belangrijke van het onbelangrijke onderscheiden. 2 Je luistert actief, je hanteert een vlotte vertel- en schrijfstijl en je bent gericht op de ontvanger. Je structureert je boodschap. Je rapporteert volgens de afspraken en schat in wanneer bijkomende rapportage nodig is. alle gedragsindicatoren van niveau 1; je spreekt vlot en op een aangepast tempo; je richt je op de kern van de boodschap en zorgt voor een duidelijke, heldere en kernachtige mondelinge en schriftelijke communicatie en rapportage; je stemt taal en vertel- en schrijfstijl op de doelgroep af; je verlevendigt de boodschap met voorbeelden, illustraties en argumenten die de boodschap kracht bijzetten; je gaat na of de anderen de boodschap goed verstaan hebben; je ondersteunt de boodschap door middel van aangepast non-verbaal gedrag en intonatie; 32

33 INTERACTIEGERICHTE COMPETENTIES je brengt informatie aan zodat het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, oorzaken en gevolgen duidelijk is; je stelt eenduidige documenten op, beknopt en ter zake; je signaleert problemen op het gebied van de werkzaamheden; je deelt mee of de vooropgestelde timing zal gehaald worden of niet en doet voorstellen tot bijsturing; je schat correct in aan wie en wanneer je dient te rapporteren. 3 Je stimuleert een open dialoog en je beïnvloedt anderen door het gebruik van een aangepaste communicatie. Je gebruikt een aantrekkelijke en motiverende communicatiestijl. Je rapporteert bij complexe projecten met lange tijdsduur en/of veel belanghebbenden en/of gevoelige materie. alle gedragsindicatoren van niveau 1 en 2; je blijft helder en correct communiceren bij kritische interpellaties en complexe informatie; je past de communicatiestijl en het taalgebruik aan de specifieke relatie met de doelgroep aan; je communiceert vanuit het inzicht en de inschatting van de situatie, om het doel te bereiken; je vraagt door op gegeven informatie en vraagt opheldering als wat de ander zegt niet duidelijk is; je reageert op non-verbale signalen van je gesprekspartner; je integreert de inbreng van anderen in je communicatie; je communiceert volgens de stijl, taal en vormgeving van de organisatie; je verwerkt in de communicatie die argumenten en redeneringen die voor het doelpubliek het meest relevant en overtuigend zijn; je maakt een onderscheid tussen informatieve rapportage, dringende rapportage, noodzakelijke rapportage (anderen hebben je gegevens nodig) en de consequenties; je schat de gevoeligheden bij de ontvangers in en houdt hiermee rekening bij de communicatie; je maakt zelf een plan op op het gebied van aan wie wanneer te rapporteren betreffende je opdrachten, werkzaamheden en verantwoordelijkheden. 33

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Competentiewoordenboek niet-kaderleden 1. Besluitvaardig zijn Competentiewoordenboek niet-kaderleden - Kan tijdig beslissen wat in een bepaalde situatie moet gebeuren - Neemt goede beslissingen rekening houdend met de situatie - Durft beslissingen

Nadere informatie

Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005

Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005 Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005 1. BELEIDSONDERSTEUNEND WERKEN Beleidsondersteunend werken is het verwerken van alle relevante informatie in duidelijke, overzichtelijke

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Projectleider B December 2009 PROJECTLEIDER B 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Projectleider B

Nadere informatie

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten Functietitel Diensthoofd overheidsopdrachten Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten Niveau Av Eerste evaluator Tweede evaluator Diensthoofd administratieve en juridische zaken Algemeen

Nadere informatie

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS Het doel van dit onderzoek is een vergelijking te maken tussen de aanwezige competenties bij professionals en vrijwilligers

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend D December 2009 LEIDINGGEVEND D 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend D

Nadere informatie

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang Specificaties Onderwijsassistent Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang Training Kinderdagverblijf, BSO of basisschool Demonstratie Niveau: 4

Nadere informatie

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling Functietitel Cluster Dienst Plaats in de organisatie Niveau Weddeschaal Statuut Teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke

Nadere informatie

Evaluatieformulieren

Evaluatieformulieren Evaluatieformulieren EVALUATIEFORMULIER 1 leidinggevenden niveau A, B en C 4 EVAFORM 1 1) collegialiteit 1. werkt samen (in team) aan de uitvoering van het gehele takenpakket van de organisatie, de dienst,

Nadere informatie

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon*  adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek Screening van de individuele dienstverlener in de pijler advies / advies Internationaal ondernemen / strategisch advies in het kader van de maatregel kmo-portefeuille Sjabloon van het onderzoeksverslag

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend A4 December 2009 LEIDINGGEVEND A4 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Ondersteunend/Epert B December 2009 ONDERSTEUNEND/EXPERT B 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Ondersteunend/Epert

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Projectleider A1 December 2009 PROJECTLEIDER A1 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Projectleider

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied

Functiebeschrijving. Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied Functiebeschrijving Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied Loon- en personeelsadministratie Je bent verantwoordelijk voor een correcte weddeverwerking en werkt hiervoor nauw samen met het

Nadere informatie

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Ondersteunend/Epert A2 December 2009 ONDERSTEUNEND/EXPERT A2 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Ondersteunend/Epert

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend A2 December 2009 LEIDINGGEVEND A2 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend

Nadere informatie

Functie en competentieprofiel HULPKOK

Functie en competentieprofiel HULPKOK Functie en competentieprofiel HULPKOK 1. Situering van de functie Functietitel Dienst Niveau Functionele loopbaan Evaluator Hulpkok Woonzorgcentrum D D1 D2 D3 kok procesbewaker 1. Positionering in het

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend A3 December 2009 LEIDINGGEVEND A3 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

Coördinator buitenschoolse kinderopvang

Coördinator buitenschoolse kinderopvang Coördinator buitenschoolse kinderopvang Doel van de functie Zorgen voor een kwaliteitsvolle buitenschoolse kinderopvang. Plaats in de organisatie Afdeling Vrije tijd Dienst Buitenschoolse kinderopvang

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Ondersteunend/Epert C December 2009 ONDERSTEUNEND/EXPERT C 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Ondersteunend/Epert

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Ondersteunend/Epert D December 2009 ONDERSTEUNEND/EXPERT D 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Ondersteunend/Epert

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Ondersteunend/Epert A4 December 2009 ONDERSTEUNEND/EXPERT A4 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Ondersteunend/Epert

Nadere informatie

Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang. administratief

Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang. administratief FUNCTIEBESCHRIJVING: Begeleider binnenschoolse opvang 1. FUNCTIEBENAMING Naam van de functie Afdeling Niveau/rang Graad Begeleider Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang E1-E3 administratief

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is. VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend A1 December 2009 LEIDINGGEVEND A1 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend

Nadere informatie

Jeugdwerker (jongerencultuur) - tijdelijk

Jeugdwerker (jongerencultuur) - tijdelijk Jeugdwerker (jongerencultuur) - tijdelijk Functiebenaming/graad en functionele loopbaan Jeugdwerker, C1-C3. Doel van de functie Je ondersteunt de inhoudelijke werking van de jeugddienst met de focus op

Nadere informatie

Deskundige ICT - systeembeheerder

Deskundige ICT - systeembeheerder 1. FUNCTIEDOEL De deskundige ICT levert samen met zijn/haar collega s expertise informatie, diensten en producten af aan de interne klanten, met de nodige kwaliteitsvereisten, volgens de juiste procedures

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Hoofdtechnieker cultuurcentrum en Bilzen Mysteries

Hoofdtechnieker cultuurcentrum en Bilzen Mysteries Functietitel: Dienst: Niveau Eerste evaluator Tweede evaluator Hoofdtechnieker cultuurcentrum en Bilzen Mysteries cultuurcentrum C4-C5 Directeur cultuurcentrum Afdelingshoofd Vrije Tijd HOOFDDOEL VAN DE

Nadere informatie

Functie- en competentieprofiel

Functie- en competentieprofiel Interne zaken Personeel Heuvelstraat 91 2530 Boechout Telefoon 03 460 06 11 Fax 03 460 06 97 info@boechout.be Functie- en competentieprofiel Identificatiegegevens Functiefamilie: Functietitel: Afdeling:

Nadere informatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e):... Stageplaats (+ adres):...... Tussentijdse evaluatie Eindevaluatie Stageperiode:... Datum:.. /.. / 20.. Stagementor:...

Nadere informatie

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk. COMPETENTIEPROFIEL COACH BEGELEIDING MODULES PSYCHO-EDUCATIEPAKKET DEMENTIE EN NU De coach van Dementie en nu is hij/zij die de vormingssessies begeleidt voor een groep mantelzorgers van personen met dementie.

Nadere informatie

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen) Waarvoor ben ik aangenomen? (Doel) Het ontwikkelen, coördineren en realiseren van campagnes en acties binnen een team en/of thema met als doel het bereiken, benaderen en activeren van de doelgroepen. Welke

Nadere informatie

Jeugdwerker (vakantieaanbod) - tijdelijk

Jeugdwerker (vakantieaanbod) - tijdelijk Jeugdwerker (vakantieaanbod) - tijdelijk Functiebenaming/graad en functionele loopbaan Jeugdwerker, C1-C3. Doel van de functie Samen met de speelpleinverantwoordelijke organiseer je elke vakantie mee de

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Applicatiebeheerder. Graad B1-B3

Functiebeschrijving. Applicatiebeheerder. Graad B1-B3 Functiebeschrijving Applicatiebeheerder Graad B1-B3 1 1 Applicatiebeheerder 1.1 Rol Als applicatiebeheerder ben je het aanspreekpunt voor het ontwerp, beheer en de instandhouding van de toegewezen applicaties.

Nadere informatie

Functiebeschrijving Deskundige PR en Communicatie (B1-B3)

Functiebeschrijving Deskundige PR en Communicatie (B1-B3) Functiebeschrijving Deskundige PR en Communicatie (B1-B3) Doel Beschrijving Coördineren en beheren van het communicatieproces vanuit de organisatie in overleg met de verschillende afdelingen en zo de interne

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Ondersteunend/Epert A1 December 2009 ONDERSTEUNEND/EXPERT A1 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Ondersteunend/Epert

Nadere informatie

Diensthoofd Brandpreventie (m/v)

Diensthoofd Brandpreventie (m/v) Diensthoofd Brandpreventie (m/v) Graad Diensthoofd (m/v) (A1 A3) Functie Diensthoofd Brandpreventie (m/v) Plaats in het organogram Je wordt tewerkgesteld als leidinggevende van de Dienst Brandpreventie.

Nadere informatie

Functiebeschrijving DESKUNDIGE NOODPLANNING B1-B3

Functiebeschrijving DESKUNDIGE NOODPLANNING B1-B3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Functieprofiel leidinggevende

Functieprofiel leidinggevende Functieprofiel leidinggevende Doel van de functie Is verantwoordelijk voor (kan aangesproken worden op) de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering in een specifiek domein. Resultaatsgebieden Coördineren

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht

FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht 1. FUNCTIEBENAMING Naam van de functie Afdeling Niveau/rang Graad Gemeenschapswacht Gemeenschapswachten C1-C3 Administratief 2. DOEL VAN DE FUNCTIE Uitvoeren van

Nadere informatie

HOOFD RUSTHUISSECRETARIAAT

HOOFD RUSTHUISSECRETARIAAT 1 COMPETENTIEFICHE C1-C3 EN C4-C5 LEIDINGGEVEND HOOFD RUSTHUISSECRETARIAAT INTERN FORMULIER WZC IMMACULATA OCMW EDEGEM Leiding geven Op gestructureerde wijze prestaties opvolgen zowel op kwantitatief als

Nadere informatie

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent BOL leerjaar 2 in 2011-2012 Verdiepingsfase OAS praktijk 2011-2013 volgens het Kwalificatiedossier 2010. naam: klas: Loopbaanbegeleider: 1= startniveau 2=aardig

Nadere informatie

LOGISTIEKE ONDERSTEUNING B

LOGISTIEKE ONDERSTEUNING B Functiefamilie: Niveau: LOGISTIEKE ONDERSTEUNING B Doel van de functiefamilie Instaan voor het beheer of verhuur van het materiaal en de technische installaties bij een dienst en erop toezien dat de administratieve

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie

Functie- en competentieprofiel

Functie- en competentieprofiel Functie- en competentieprofiel 1. Identificatiegegevens Functiefamilie: operationeel leidinggevenden Functietitel: Deskundige Burgerzaken Afdeling: Algemene Zaken Dienst: Burgerzaken 2. Positionering in

Nadere informatie

Functiebeschrijving DESKUNDIGE TEWERKSTELLING EN SOCIALE ECONOMIE B1-B3

Functiebeschrijving DESKUNDIGE TEWERKSTELLING EN SOCIALE ECONOMIE B1-B3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

TECHNISCHE ASSISTENTIE MEDISCH ASSISTENT C. Functiefamilie: Niveau:

TECHNISCHE ASSISTENTIE MEDISCH ASSISTENT C. Functiefamilie: Niveau: Functiefamilie: Niveau: TECHNISCHE ASSISTENTIE MEDISCH ASSISTENT C Doel van de functiefamilie Toedienen van verzorging en basis medische hulp teneinde bij te dragen tot de geestelijke en fysieke gezondheid

Nadere informatie

Functiebeschrijving MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B1-B3

Functiebeschrijving MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B1-B3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

DEFINITIES COMPETENTIES

DEFINITIES COMPETENTIES DEFINITIES COMPETENTIES A. MENSEN LEIDINGGEVEN A1 Sturen Geeft op een duidelijke manier richting aan een team, neemt de leiding op zich, zet mensen en middelen zodanig in dat doelen met succes worden bereikt.

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF pg1/5 DOELSTELLINGEN EN SITUERING IN DE ORGANISATIE (cfr organogram) Vanuit onze opdrachtsverklaring is het de taak van elke medewerker om de zorg

Nadere informatie

Secretaresse Mei 2009

Secretaresse Mei 2009 Functienaam Vastgesteld: Secretaresse Mei 2009 Aard van de functie De secretaresse ondersteunt en faciliteert manager en (beleids)adviseurs. Zij voert haar werkzaamheden voornamelijk zelfstandig uit. Minder

Nadere informatie

LEIDING GEVEN. Functiefamilie: Niveau: Doel van de functiefamilie

LEIDING GEVEN. Functiefamilie: Niveau: Doel van de functiefamilie Functiefamilie: Niveau: LEIDING GEVEN D Doel van de functiefamilie Instaan voor de coördinatie en de opvolging van de werkzaamheden van een administratieve of operationele entiteit waarin men medewerkers

Nadere informatie

Functiebeschrijving MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT B1-B3

Functiebeschrijving MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT B1-B3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Plannen & organiseren

Plannen & organiseren kijkt vooruit, onderbouwt een planning, houdt rekening met potentiële invloedfactoren, visualiseert en communiceert deze duidelijk en begrijpbaar aan de medewerkers. koppelt aan deze planning, doelstellingen

Nadere informatie

Functieprofiel: Communicatiemedewerker stichting Opvoeden.nl

Functieprofiel: Communicatiemedewerker stichting Opvoeden.nl (definieve versie 22 januari 2018) Functieprofiel: Communicatiemedewerker stichting Opvoeden.nl Doel van de functie Ervoor zorgdragen dat zoveel mogelijk ouders en jongeren de betrouwbare opvoedinformatie

Nadere informatie

Maatschappelijk werker

Maatschappelijk werker Maatschappelijk werker FUNCTIEBESCHRIJVING EN COMPETENTIEPROFIEL 1. IDENTIFICATIEGEGEVENS Functietitel maatschappelijk werker Niveau B1 B3 Competenties 1/2/3/5/13/15/19/20/27/28 2. PLAATS IN HET ORGANOGRAM

Nadere informatie

Functiebeschrijving medewerker technische dienst: garage

Functiebeschrijving medewerker technische dienst: garage Functiebeschrijving medewerker technische dienst: garage Functie Graadnaam: medewerker technische dienst Functienaam: medewerker technische dienst Functiefamilie: technisch medewerkers Functionele loopbaan:

Nadere informatie

Competenties verbonden aan het ComPas

Competenties verbonden aan het ComPas Competenties verbonden aan het ComPas 5 kerncompetenties en 8 erg waardevol competenties 1. Kunnen samenwerken... 2 2. Contactvaardig zijn... 3 3. Inlevingsvermogen/empathie bezitten... 4 4. Zelfreflectie...

Nadere informatie

Competentieprofiel educatief medewerker buitenschoolse kinderopvang Ravot

Competentieprofiel educatief medewerker buitenschoolse kinderopvang Ravot Competentieprofiel educatief medewerker buitenschoolse kinderopvang Ravot 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Educatief medewerker Sociale zaken Buitenschoolse kinderopvang Ravot

Nadere informatie

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a Wat is het doel/de bestaansreden van de functie? : Het leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en ervoor zorgen dat strategische projecten geïmplementeerd

Nadere informatie

Je ontwikkelt een gedeelde HR-visie en vertaalt deze in strategische doelstellingen, die passen binnen het strategisch meerjarenplan van KORTRIJK.

Je ontwikkelt een gedeelde HR-visie en vertaalt deze in strategische doelstellingen, die passen binnen het strategisch meerjarenplan van KORTRIJK. Functiebeschrijving HR - Manager KORTRIJK Functiegegevens Functiebenaming: Team: Loonschaal: HR-manager KORTRIJK P & O (Loon & Tijd + HR) A5a-A5b Plaats in de organisatie Je bent lid van het managementteam

Nadere informatie

Functiebeschrijving PARAMEDICUS WOON EN LEEF BEGELEIDING BV1 BV3

Functiebeschrijving PARAMEDICUS WOON EN LEEF BEGELEIDING BV1 BV3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Functiebeschrijving VERZORGENDE GEZINSZORG C1-C2 / D1-D3

Functiebeschrijving VERZORGENDE GEZINSZORG C1-C2 / D1-D3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BOEKHOUDER

FUNCTIEBESCHRIJVING BOEKHOUDER FUNCTIEBESCHRIJVING BOEKHOUDER 1. ALGEMEEN 1.1 Departement: Financiën Dienst: Financiële dienst 1.2 Naam van de functie: BOEKHOUDER 1.3 Datum: juli 2018 2. DOEL VAN DE FUNCTIE Je bent verantwoordelijk

Nadere informatie

COMPETENTIECATALOGUS

COMPETENTIECATALOGUS Bijlage 1B bij de Regeling jaargesprekken Competentiecatalogus COMPETENTIECATALOGUS Competenties Klantgericht Toont zich bewust van wensen en belangen van de in- of externe klant, schept duidelijkheid

Nadere informatie

Competentieprofielen Docentfuncties

Competentieprofielen Docentfuncties Competentieprofielen Docentfuncties De Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken is in 2002 begonnen met de ontwikkeling van competentiemanagement. Een werkgroep competentiemanagement bestaande uit sectordirecteuren,

Nadere informatie

Projectleider IT-infrastructuur

Projectleider IT-infrastructuur Functiebeschrijving Projectleider IT-infrastructuur Functiegegevens Functiebenaming : Directie : Team: Loonschaal: Rapporteert aan: Projectleider IT-infrastructuur Bedrijfsvoering IT A1a-A3a IT-coördinator

Nadere informatie

OTV- SENIORPLAZA. OTV en SENIORPLAZA zijn onafhankelijke, middelgrote organisaties met een 700- tal medewerkers.

OTV- SENIORPLAZA. OTV en SENIORPLAZA zijn onafhankelijke, middelgrote organisaties met een 700- tal medewerkers. OTV- SENIORPLAZA OTV en SENIORPLAZA zijn onafhankelijke, middelgrote organisaties met een 700- tal medewerkers. Als partners staan wij in voor een totaalaanbod op het vlak van wonen, zorg en service. De

Nadere informatie

Doel van de functiefamilie Ondersteunt de controle bij opsporingswerken met een hond, waarbij de hond moet beschouwd worden als een werkinstrument..

Doel van de functiefamilie Ondersteunt de controle bij opsporingswerken met een hond, waarbij de hond moet beschouwd worden als een werkinstrument.. Functiefamilie: Niveau: TECHNISCHE ASSISTENTIE HONDENMEESTER C Doel van de functiefamilie Ondersteunt de controle bij opsporingswerken met een hond, waarbij de hond moet beschouwd worden als een werkinstrument..

Nadere informatie

COLLECTIEBEHEER. Functiefamilie: Niveau. Doel van de functiefamilie

COLLECTIEBEHEER. Functiefamilie: Niveau. Doel van de functiefamilie Functiefamilie: Niveau COLLECTIEBEHEER D Doel van de functiefamilie Ondersteuning bieden bij het beheer van collecties om deze in een goede staat te houden. Het in ontvangst nemen en hanteren van collectievoorwerpen,

Nadere informatie

MEDEWERKER SCHOONMAAK

MEDEWERKER SCHOONMAAK MEDEWERKER SCHOONMAAK 1. Functiebenaming/ graad FUNCTIEBENAMING: medewerker DIENST: schoonmaak FUNCTIEFAMILIE: technisch ondersteunenden (TO1) NIVEAU: D1-D2-D3 2. Plaats in de organisatie De medewerker

Nadere informatie

Functiebeschrijving Arbeider OPW Gemeente Herselt

Functiebeschrijving Arbeider OPW Gemeente Herselt Functiebeschrijving Arbeider OPW Gemeente Herselt Goedgekeurd op:. Handtekening:. Functiebeschrijving Departement Dienst Functie Graad Niveau & rang Salarisschaal Type functie Directe leidinggevende evaluator

Nadere informatie

Functiebeschrijving Administratief medewerker dienst Burgerzaken Voltijds

Functiebeschrijving Administratief medewerker dienst Burgerzaken Voltijds Functiebeschrijving Administratief medewerker dienst Burgerzaken Voltijds 1. FUNCTIE Concrete functie: administratief medewerker dienst Burgerzaken Niveau: C1 - C3 Brutomaandwedde volgens barema (min.

Nadere informatie

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LA) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:

Nadere informatie

Competentieprofiel. Verpleegkundige

Competentieprofiel. Verpleegkundige Competentieprofiel Verpleegkundige Overzicht competenties Flexibel gedrag Inlevingsvermogen Integriteit Kwaliteitsgerichtheid Probleemanalyse Samenwerken Sociabiliteit Stressbestendigheid Vakgerichtheid

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Functietitel: Afdelingshoofd personen

FUNCTIEBESCHRIJVING. Functietitel: Afdelingshoofd personen FUNCTIEBESCHRIJVING Functietitel: Afdelingshoofd personen Hoofddoel: Leiden en coördineren van de afdeling personen waaronder: Dienst Sociale Zaken En op termijn: Dienst Burgerzaken Dienst Vrije Tijd &

Nadere informatie

COÖRDINATOR BESTUURSADMINISTRATIE & ONTHAAL

COÖRDINATOR BESTUURSADMINISTRATIE & ONTHAAL COÖRDINATOR BESTUURSADMINISTRATIE & ONTHAAL ALGEMENE GEGEVENS Functietitel Functiefamilie Afdeling Niveau Graad Graadnaam Positie in het organogram Eerste evaluator Tweede evaluator Coördinator bestuursadministratie

Nadere informatie

stichting Opvoeden.nl

stichting Opvoeden.nl (definitieve versie: mei 2017) functieprofiel: Contentmanager stichting Opvoeden.nl Doel van de functie Het managen van de processen van contentbeheer en het bewaken van de voortgang ervan. Daarnaast mede

Nadere informatie

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL Administratief medewerker

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL Administratief medewerker FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL Administratief medewerker Algemene info Graad (functietitel): Functionele loopbaan: Administratief medewerker C1 C2 C3 Visie De gemeente Lovendegem streeft naar een optimale

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ZORGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF

COMPETENTIEPROFIEL ZORGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF COMPETENTIEPROFIEL ZORGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF pg1/5 DOELSTELLINGEN EN SITUERING IN DE ORGANISATIE (cfr organogram) Vanuit onze opdrachtsverklaring is het de taak van elke medewerker om de zorg in ons

Nadere informatie

Functie- en competentieprofiel

Functie- en competentieprofiel Functie- en competentieprofiel 1. Identificatiegegevens Functiefamilie: Administratief personeel Functietitel: Administratief medewerker Afdeling: Cultuur en vrije tijd Dienst: Druk en uitleendienst 2.

Nadere informatie

BOGO-kwalificatieprofiel voor oefenleider van elementaire en basisoefeningen

BOGO-kwalificatieprofiel voor oefenleider van elementaire en basisoefeningen BOGO-kwalificatieprofiel voor oefenleider van elementaire en basisen Inleiding In dit document staan de kerntaken van de oefenleider centraal zoals deze gelden voor de Stichting Brandweeropleidingen BOGO.

Nadere informatie

Administratief medewerker aanleg werfreserve (C1-C3)

Administratief medewerker aanleg werfreserve (C1-C3) Administratief medewerker aanleg werfreserve (C1-C3) Vanaf 2016 maken stad Roeselare en OCMW Roeselare verder werk van één organisatiestructuur. Binnen de brede samenwerking is er de nood aan de aanleg

Nadere informatie

Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE

Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE 1. Situering van de functie Naam van de functie Dienst Niveau Functionele loopbaan Evaluator procesbewaker Zorgkundige Woonzorgcentrum C C1 C2 Hoofdverpleegkundige/Zorgcoördinator

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Graadnaam administratief medewerker Sector Burger- en Welzijnszaken Funtienaam begeleidster BKO Dienst BKO

Functiebeschrijving. Graadnaam administratief medewerker Sector Burger- en Welzijnszaken Funtienaam begeleidster BKO Dienst BKO Functiebeschrijving Functie Graadnaam administratief medewerker Sector Burger- en Welzijnszaken Funtienaam begeleidster BKO Dienst BKO Functionele loopbaan C1 C3 Code IZ/BKO/2008/01 Doel van de entiteit

Nadere informatie

Functiebeschrijving DESKUNDIGE KINDEREN EN JONGEREN B1-B3

Functiebeschrijving DESKUNDIGE KINDEREN EN JONGEREN B1-B3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

De Deskundige Gezin werkt nauw samen met de Teamverantwoordelijke Gezin en de Jeugdconsulent. Voor deze functie?

De Deskundige Gezin werkt nauw samen met de Teamverantwoordelijke Gezin en de Jeugdconsulent. Voor deze functie? 1. FUNCTIEDOEL De Deskundige Gezin staat in voor algemeen jongerenwelzijn te Peer. Hij/zij brengt de behoeften en noden met betrekking tot jeugdwelzijnsvoorzieningen in kaart, en ontwikkelt nieuwe initiatieven

Nadere informatie

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE JUNI 2010 FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE 1.1. DOEL VAN DE FUNCTIE De verpleegkundige is verantwoordelijk voor het uitvoeren van verpleegkundige taken en voor het ondersteunen van de totaalzorg

Nadere informatie

Functie- en competentieprofiel

Functie- en competentieprofiel Functie- en competentieprofiel 1. Identificatiegegevens Functietitel Afdeling Dienst Functiefamilie Niveau Graad Coördinator Facility Onthaal en Dienstverlening Team Facility Coördinatoren A A1-A3 2. Positionering

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse,

Nadere informatie

OTV DIRECTEUR THUISZORG. Een manager met daadkracht, visie en groeiambities. Aansturen van de dagelijkse werking van de thuiszorgdiensten.

OTV DIRECTEUR THUISZORG. Een manager met daadkracht, visie en groeiambities. Aansturen van de dagelijkse werking van de thuiszorgdiensten. OTV DIRECTEUR THUISZORG Een manager met daadkracht, visie en groeiambities RESULTAATGEBIEDEN Aansturen van de dagelijkse werking van de thuiszorgdiensten. - Opmaken van doelstellingsdossiers gezinshulp,poetshulp

Nadere informatie

Functieprofiel leidinggevende lid van het MAT

Functieprofiel leidinggevende lid van het MAT Functieprofiel leidinggevende lid van het MAT Doel van de functie Is verantwoordelijk voor (kan aangesproken worden op) de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering in een breed domein. Resultaatsgebieden

Nadere informatie

Individueel. competentieprofiel. Naam: Werkvloerbegeleider. Terug naar overzicht

Individueel. competentieprofiel. Naam: Werkvloerbegeleider. Terug naar overzicht Competentie: Anticiperen Definitie: Voorziet veranderingen in de bestaande situatie en speelt daar doeltreffend op in. Datum afnames 1. Reageert actief op veranderingen binnen de eigen functie. Kan op

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Medewerker overheidsopdrachten

Functiebeschrijving: Medewerker overheidsopdrachten Functiebeschrijving: Medewerker overheidsopdrachten Voor ontvangst Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + handtekening 1. Context van de functie 1.1. Waarden van De Vlaamse

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse,

Nadere informatie