Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van narcis in de bloementeelt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van narcis in de bloementeelt"

Transcriptie

1 Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van narcis in de bloementeelt Onderzoek aan diverse aspecten van de broei van Tête-à-Tête, waterbroei snijnarcis, potgrondaspecten bij potnarcis en screening van middelen voor houdbaarheid snijnarcis en korthouden potnarcis. P.J.M. Vreeburg en C.A. Korsuize Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen april 200 PPO nr

2 2000 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. PPO Publicatienr..;, Projectnummer: Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Adres : Prof. Van Slogterenweg 2, Lisse : Postbus 5, 210 AB Lisse Tel. : Fax : info.ppo@wur.nl Internet : Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 2

3 Inhoudsopgave pagina SAMENVATTING OVERJARIGE DROGE BEWARING VOOR BLOEI VAN TÊTE-À-TÊTE EN ANDERE CULTIVARS IN HET VOLGENDE NAJAAR EN WINTER Inleiding Materiaal en methode algemeen / Materiaal en methode 1997/ Resultaten 1997/ Conclusies 1997/ / Materiaal en methode 199/ Resultaten 199/ Conclusies 199/ / Materiaal en methode 199/ Resultaten 1999/ Conclusies 1999/2000(2001) / Materiaal en methode 2000/ Resultaten 2000/ Conclusies 2000/2001(2002) Conclusies en discussie INVLOED SAMENSTELLING POTGROND, WATERGIFT EN PYTHIUMBESMETTING OP KWALITEIT VAN POTNARCIS Inleiding Materiaal en methode algemeen / Materiaal en methode 1997/ Resultaten 1997/ Conclusies 1997/ / Materiaal en methode 199/ Resultaten 199/ Conclusies 199/ Conclusies en discussie WATERBROEI SNIJNARCIS Inleiding Materiaal en methode algemeen / Materiaal en methode 1999/ Resultaten 1999/ Conclusies 1999/ / Materiaal en methode 2000/ Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 3

4 3.4.2 Resultaten 2000/ Conclusies 2000/ / Materiaal en methode 2001/ Resultaten 2001/ Conclusies 2001/ / Materiaal en methode 2002/ Resultaten 2002/ Conclusies 2002/ Conclusies en discussie INVLOED DROGING EN ONTSMETTING OP BOTRYTIS BIJ POTNARCISSEN Inleiding Materiaal en methode Resultaten Conclusies en discussie INVLOED DROGING EN BEWARING OP PENICILLIUM BIJ TÊTE-À-TÊTE Inleiding Materiaal en methode algemeen / Materiaal en methode 2001/ Resultaten 2001/ Conclusies 2001/ / Materiaal en methode 2002/ Resultaten 2002/ Conclusies 2002/ / Materiaal en methode 2003/ Resultaten 2003/ Conclusies 2003/ / Materiaal en methode 2004/ Resultaten 2004/ Conclusies 2004/ Conclusies en discussie...2 SCREENING VAN DE MOGELIJKHEDEN OM REMSTOFFEN TE GEBRUIKEN BIJ POTNARCISSEN Inleiding Materiaal en methode Resultaten Conclusies en discussie... 7 SCREENING VAN HOUDBAARHEIDSMIDDELEN BIJ SNIJNARCIS Inleiding Materiaal en methode Materiaal en methode Resultaten Conclusies Materiaal en methoden Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 4

5 7.4.2 Resultaten Conclusies Conclusies en discussie...91 AFBROEI SELECTIE OP MEERBLOEMIGHEID TÊTE-À-TÊTE COMMUNICATIE...95 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 5

6 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

7 Samenvatting Overjarige droge bewaring voor bloei van Tête-à-Tête en andere cultivars in volgende najaar en winter Een goede kwaliteit Tête-à-Tête van in Nederland geteelde bollen is vòòr januari niet goed mogelijk. Uit eerder onderzoek is gebleken dat een heel goede kwaliteit in het najaar van het volgende jaar mogelijk is door middel van een langdurige droge bewaring. Er kan echter uitval optreden door verdroging en Botrytis en/of Penicillium. Veel stelen bleken meer dan één bloem te hebben, soms kwamen zelfs stelen voor met drie of meer bloemen. In dit onderzoek zijn de mogelijkheden van een ruimere aanvoerperiode onderzocht. Belangrijk is een ruim sortiment zonder kwaliteitsproblemen. Daarom zijn in latere jaren ook de mogelijkheden voor andere cultivars nagegaan. Het onderzoek bevestigde dat overjarig bewaren van narcissen zoals Tête-à-Tête in het najaar tot een zeer goede kwaliteit kan leiden. De bloei bleek daarbij zeer rijk te kunnen zijn met meer stelen dan normaal en meer (maar kleinere) bloemen per steel. De kans op verdroging van de bijstelen en de bloemen op de bijstelen was echter groot. Ook kwam enige uitval van de bollen voor t.g.v. verdrogen en/of ziekten, Het verdrogen van de stelen en bloemen kon alleen worden voorkomen door de potten onder (zeer) veel licht en/of lage temperatuur in bloei te laten komen. Aangepaste droge bewaring, ULO en langer opgeplant koelen voorkwamen verdroging niet of nauwelijk. Dat gold ook voor het beperken van uitdrogen, het gebruik van een groeistof (GRM4), regeling van de RV en een dompeling in water en/of voeding (Wuxal) voor het planten. Het gewas groeide na inhalen zeer snel en de handelsperiode was (te) kort hetgeen handelsbelemmerend kan werken. Andere cultivars bleken ook niet goed overjarig te bewaren voor een goede bloei. Er trad soms veel uitval op (Jetfire), soms weinig of geen bloei (Minnow) en soms ook verdroging bij het in bloei komen (Martinette en Hawera). Daarnaast werd ook soms een verbeterde bloei gezien door meer stelen (Martinette) of bloemen per steel (Canaliculatus) en bleken sommige bollen een lange bewaring zeer goed te doorstaan. Om genoemde redenen wordt de beschreven werkwijze dan ook niet geadviseerd, omdat het een product is met een beperkte gebruiksmogelijkheid. Het is op moment van aanvoer op de veiling niet is te zien of het om overjarige bollen of om bollen van nieuwe oogst gaat. Vermeden moet worden dat een tegenvallende kwaliteit vroeg op de markt gaat komen die de markt voor daarna verziekt. Inmiddels is er een bedrijf dat Tête-à-Tête vroeg aanvoert en dat aangeeft het probleem van de verdroging de baas te zijn. Invloed van samenstelling potgrond, watergift en Pythiumbesmetting op kwaliteit van potnarcis In dit onderzoek is een eerste aanzet gedaan om de gevolgen op het gewas vast te stellen van de samenstelling en eigenschappen van een potgrondmengsel in combinatie met de watergift. De ervaring is dat er vele mengsels worden gebruikt en dat de problemen vooral lijken te ontstaan als de grond te nat is. Voor het broeien van bolbloemen werden veelal diverse potgrondmengsels gebruikt. Er waren echter geen normen vastgesteld waaraan deze mengsels moesten voldoen. Er was vanuit gebruikers, de verzekeringswereld en de stichting RHP wel behoefte aan normen voor bolbloemen op te nemen in een systeem. In het onderzoek is bij de cultivartête-à-tête gekeken naar het effect van verschillende grondsamenstellingen en watergiften op de groei en de kwaliteit van het gewas en op de aantasting door Pythium. Van de verschillende potgrondmengsels zijn een aantal fysische en organische eigenschappen bepaald. Tussen de verschillende grondsamenstellingen werden weinig gewasverschillen gezien. Normaal tot veel water geven na inhalen gaf een vergelijkbaar gewas, onafhankelijk van de vochtigheid bij planten. Bij uitbloei was de behandeling droog bij planten en weinig water na inhalen iets korter. Hoe droger de potgrond bij planten, des te korter waren de spruiten bij inhalen en des te lager de kans was op aantasting door Pythium. Zonder besmetting maar met te natte potgrond kon toch een aantasting door Pythium optreden. Met een besmetting bleef de aantasting zeer beperkt mits de potgrond droog tot normaal vochtig was. De samenstelling van de potgrond was van minder groot belang, ofschoon de kans dat de potgrond bij planten te nat wordt gemaakt bij een luchtige potgrond kleiner is. Eerdere ervaringen en verwachtingen dat vooral te natte grond problemen gaf werden in dit onderzoek bevestigd. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 7

8 Waterbroei snijnarcis Narcis wordt nog vrijwel volledig gebroeid in de volle grond of in kisten dan wel gaasbakken met grond. Waterbroei zou ten opzichte van de huidige broei een aantal voordelen kunnen bieden: het geoogste product is schoon, kan altijd met een manchet gesneden worden, er kan op goede werkhoogte worden geplant, geoogst en geruimd en de afgebroeide bollen die weer worden gebruikt voor opplant zijn schoon. In het verleden is in onderzoek alleen ervaring opgedaan met waterbroei van potnarcissen op oa. steenwolblokken; van 'Paperwhites' is bekend dat ze uitstekend zijn af te broeien op bijvoorbeeld grind met water. Met snijnarcissen was slechts ervaring met Tazetta-narcissen die op schelpen met water goed af te broeien bleken te zijn. In dit onderzoek is bestudeerd of de gangbare snijnarcissen zoals Dutch Master en Carlton goed op water in broei zijn te trekken. Waterbroei van snijnarcis was zeer goed mogelijk. Er werd een schoon en kwalitatief uitstekend product verkregen. Tussen waterbroei op mollengaas, prikbakken, schelpen of honingraat was geen duidelijk verschil. De verschillen tussen broei op water en op grond waren beperkt. Waterbroei gaf in vergelijking met broei op potgrond soms een langer gewas, kortere manchetten, minder uitval of minder stelen van tweede kwaliteit. Soms kon waterbroei eerder geoogst worden. Bij waterbroei was minder kans op bladaantastingen vanaf de bol, zoals Stagonosporopsis die bij grond broei via de grond van bol naar blad kan groeien. Tijdens de uitbloei op de vaas trad soms wat meer en eerder geel blad op bij planten van broei op potgrond. of weken opgeplant koelen gaf langere spruiten, stelen en bladeren, een zwaarder gewas en een kortere kasperiode dan gedurende 4 weken opgeplant koelen. Bij en weken opgeplant koelen bij 9 C moest de temperatuur tijdens de koeling soms verlaagd worden vanwege een te snelle spruitgroei. Op korte termijn is geen ruime toepassing in de praktijk van de waterbroei van waterbroei te verwachten: gewastechnisch en arbeidstechnisch biedt het voordelen, maar de omschakelingskosten zijn te hoog bij de huidige lage prijzen voor de gangbare bos narcissen.. Invloed van droging en ontsmetting op Botrytis bij potnarcissen In voorjaar 1999 werden in de broei veel aantastingen door Botrytis waargenomen, met name bij potnarcissen. De slechte weersomstandigheden rond het rooien in 199 waren zeer waarschijnlijk de oorzaak. In dit onderzoek werd getracht het belang van een goede droging aan te tonen bij een partij Tête-à-Tête. Ook werden de rol van de ontsmetting en van het ontsmettingstijdstip onderzocht. De aantasting was bij de gebruikte partij over het algemeen relatief beperkt, waarschijnlijk mede veroorzaakt door de vrij goede weersomstandigheden rond het rooien in De meeste aantasting trad op bij bewaring na rooien bij 17 C, gevolgd door bewaring bij 20 C. Er was geen verschil in aantasting tussen bollen die direct na rooien te drogen werden gelegd bij 25 C of pas een week na rooien. Door ontsmetting werd minder aantasting en uitval waargenomen. Bij een minder goede bewaring gaf een vroege ontsmetting vergelijkbare of iets mindere resultaten te zien dan een ontsmetting vlak voor planten. De extra besmetting op het veld leidde niet tot extra aantasting in de broei. De resultaten van een goede droging pasten geheel in de verwachting op grond van ervaring en oud onderzoek. Invloed van droging en bewaring op Penicilium bij Tête-à-Tête Bij Tête-à-Tête is Penicillium een van de grootste problemen waardoor veel uitval opteedt tijdens de teelt maar vooral bij de afbroei. Bekend is dat aantasting voorkomen kan worden door goed te drogen na het rooien, na het breken en na het sorteren en door de bollen droog te bewaren, beschadiging te voorkomen en uit te gaan van gave ronde bollen. Ook is er sprake van een zekere partijgevoeligheid. Omdat er, zelfs als er volgens het boekje gewerkt zou zijn, nog té vaak aantasting optrad, werd onderzoek gestart naar de invloed van de periode van rooien tot aan bloei. De minste aantasting door Penicillium trad op na droging bij 34, gevolgd door droging bij 30 C en vervolgens droging bij 25 C; na droging bij 20 C trad de meeste aantasting op. Er was weinig effect van de droogduur op aantasting door Penicillium. Het warm en vochtig drogen leidde tot meer uitval door Rhizopus en in mindere mate door Penicillium. Het bewaren na het spanen breken bij hoge RV leidde tot meer aantasting door Penicillium dan bij bewaring bij normale RV. Droging gedurende maximaal 7 dagen op het veld voldeed vaak ook goed, mits dit werd gevolgd door een nadroging bij hoge temperatuur van 30 en vooral 34 C. Het risico op een aantasting door Rhizopus wordt hiermee sterk verminderd. Aantasting door Penicillium was niet altijd al zichtbaar bij planten (zeker Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

9 niet de lichte aantasting) maar vaak pas bij het inhalen. Bij gevoelige partijen werd meer aantasting door Penicillium waargenomen dan bij ongevoelige partijen, maar gevoelige partijen bleken door een betere droging het jaar erop ook minder gevoelig (praktijkervaring bij bedrijven). De warme droging heeft zich inmiddels in de praktijk duidelijk bewezen. Screening van de mogelijkheden om remstoffen te gebruiken bij potnarcissen Langstelige narcissen zijn met een goede temperatuurbehandeling redelijk kort te houden, maar een kortere steel zou veelal wenselijk zijn. Nagegaan werd of dit het behulp van remstoffen mogelijk was. Mogelijk zouden hiermee ook andere cultivars in aanmerking komen om als potnarcis te worden gebruikt. In het buitenland werd al regelmatig gebruik gemaakt van remstoffen, vaak op basis van ethyleen waarmee in het verleden echter ook negatieve ervaringen opgedaan zijn. In dit onderzoek werd het nog niet toegelaten middel GRM 14 uitgetest. GRM 14 gaf een beperking van de lengtegroei, maar deze was te gering voor toepassing bij potnarcissen. Het middel had geen effect op de bloeiduur. Bij een bespuiting met de best werkende doseringen trad bladverdroging op. Voorzetting werd niet zinvol geacht en andere middelen waren er niet. Screening van houdbaarheidsmiddelen bij snijnarcis Omdat snijnarcissen een matige houdbaarheid hebben, werd bij de cultivars Carlton en Dutch Master nagegaan of er verbetering mogelijk was door gebruik te maken van de houdbaarheidsmiddelen GRM 13 en GRM 19. Het middel GRM 13 toegepast als voorbehandelingsmiddel gaf soms een beperkte verbetering van de houdbaarheid, maar de resultaten waren niet altijd helder. Er kon ook schade optreden. Het middel GRM 13 gaf in de geteste dosering als vaasmiddel veel schade. Het middel GRM 19 als voorbehandelingsmiddel gaf geen verbetering van de houdbaarheid. De opname aan water door de narcissen was gering. Verder onderzoek naar toepassing van GRM 13 en GRM 19 werd niet zinvol geacht. De behoefte aan een middel ter verbetering van de houdbaarheid blijft aanwezig. Afbroei selectie op meerbloemigheid bij Tête-à-Tête Uit een éénmalig 4 jaar durend onderzoek op LBO bleek dat de bollen van Tête-à-Tête met twee of drie bloemen per hoofdsteel, ten opzichte van bollen met één bloem per hoofdsteel meer verklisterden, meer bloemen gaven per steel, beter groeiden en een iets betere uiterlijke bolkwaliteit hadden. In de loop van de vier jaar namen de verschillen geleidelijk toe. Vanuit het vak werd gevraagd dit nogmaals uit te testen alvorens bijvoorbeeld keuringsmaatregelen getroffen zouden kunnen worden voor slechtbloeiende partijen. Tussen praktijkpartijen leken soms ook verschillen zichtbaar in het optreden van vestbollen, die gevoeliger zijn voor Penicillium, bolgrootte/verklistering en huidkleur. Ook in vergelijkend onderzoek bij praktijkpartijen met virusvrije partijen zijn onderlinge partijverschillen in bol en bloei gezien. Voor dit onderzoek zijn een aantal partijen en soms ook maten verzameld (veld of schuur) en gedurende enkele jaren gevolgd. Er zijn ook monsters afgebroeid ter demonstratie op onder andere open dagen. De resultaten van selectie op meerbloemigheid lieten geen enkele twijfel. Selectie op meerbloemigheid bij Tête-à- Tête had een sterk verbeterend effect op de mate van meerbloemigheid bij de doorteelt. Het effect trad op bij alle partijen (>40) en bleef minimaal 5 jaar zichtbaar. Er was geen relatie tussen meerbloemigheid en bolkwaliteit en groei. Hiermee werd een eerdere beperkte ervaring met één partij bevestigd ten aanzien van meerbloemigheid maar niet ten aanzien van de bolkwaliteit en groei. Ook werd hiermee bevestigd dat er in de praktijk verschillen werden gezien tussen partijen ten aanzien van meerbloemigheid. Selectie op bolkwaliteit had geen blijvend effect. Een tweede selectie zou een verdere verbetering kunnen geven, maar 100% meerbloemigheid was niet haalbaar. Ook bewaring (vooral de temperatuur en duur) en groei hadden invloed op de groei en bloei. Dat maakte het moeilijk om voor een bepaalde maat een bepaalde minimale meerbloemigheid te eisen in geval van een keuring op meerbloemigheid. Op opendagen bleek telkens weer uit de reacties van de telers, broeiers en ook exporteurs dat zij de noodzaak van verbetering van de mate van meerbloemigheid zeer wenselijk en belangrijk vonden. Diverse bedrijven zijn ermee aan de gang gegaan. Helaas wordt de betere kwaliteit onvoldoende extra betaald omdat een partij met Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 9

10 relatief veel enkelbloemige Tête-à-Tête toch een pot vol bloemen geeft. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 10

11 1 OVERJARIGE DROGE BEWARING VOOR BLOEI VAN TÊTE-À- TÊTE EN ANDERE CULTIVARS IN HET VOLGENDE NAJAAR EN WINTER 1.1 Inleiding Een goede kwaliteit Tête-à-Tête van in Nederland geteelde bollen is vòòr januari niet goed mogelijk. Uit eerder onderzoek is gebleken dat een heel goede kwaliteit in het najaar van het volgende jaar mogelijk is door middel van een langdurige droge bewaring. Er kan echter uitval optreden door verdroging en Botrytis en/of Penicillium. Veel stelen bleken meer dan één bloem te hebben, soms kwamen zelfs stelen voor met drie of meer bloemen. Meer onderzoek was nodig om de mogelijkheden van een ruimere aanvoerperiode te benutten. Belangrijk is een ruim sortiment zonder kwaliteitsproblemen. Daarom zijn in latere jaren ook de mogelijkheden voor andere cultivars nagegaan. 1.2 Materiaal en methode algemeen In dit onderzoek is ook met andere cultivars dan Tête-à-Tête onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van lang remmen om tot een vroegere aanvoerdatum te komen dan normaal mogelijk was. Daarbij zijn ook andere cultivars opgenomen die meerbloemig zijn en Tazettabloed hebben, waarvan verwacht werd dat deze met meer bloemen kunnen reageren op een lange periode hoge temperatuur. Daarbij zijn in verband met meer of minder uitdroging en de latere invloed op de groeisnelheid onder andere temperatuurbehandelingen (droog en opgeplant), inpakken, ULO-bewaring, voeding (mogelijk wel nodig na een lange bewaring) en kas- en uitbloeicondities opgenomen om na te gaan of de bloemverdroging kan worden voorkomen. De behandelingen verschillen per jaar en zijn daarom steeds per jaar aangegeven. Beoordeling vond plaats aan de hand van (soms) stadiumonderzoek tijdens de bewaring, bepaling kwaliteit bol bij planten, uitval en kwaliteit na inhalen tot en met uitbloei. Bij de uitbloei is onderscheid gemaakt in goed open komende bloemen, bloemen die niet goed openkomen en een wat geknepen beeld geven, verdroogde bloemen en/of verdroogde stelen /199 In 1997 is alleen met Tête-à-Tête gewerkt en zijn een vroeg en laat aanvangstijdstip van de remming bij 30 C opgenomen. Een late startdatum van de broei kan gepaard gaan met meer verdroging als gevolg van een verdere ontwikkeling van de spruit in de bol. Ook is, in navolging van voorgaand onderzoek, uitgebreid bekeken of eventuele verdroging tegen te gaan is door vroeg opplanten en langer en lager koelen dan de normale 14 weken 5 C. Tevens is een extra inhaaldatum toegevoegd eveneens i.v.m. mogelijk optredende verdroging. Op kleine schaal zijn ook potten in bloei getrokken onder verschillende klimaatomstandigheden. Een lagere kastemperatuur zou mogelijk ook de groei vertragen en daardoor kunnen leiden tot minder bloemverdroging Materiaal en methode 1997/199 Cultivar : Tête-à-Tête 12 cm rond, gave bollen Aanvang 30 C : - 1 augustus september 1997 na bewaring bij 20 C Temperatuurbehandeling : - 30 C tot 1 oktober + 0 C tot 2 januari + 25 C + 4 weken 17 C + opgeplante koeling Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 11

12 - 30 C tot 1 oktober + 0 C tot 2 maart + 25 C + 4 weken 17 C + opgeplante koeling, uitgezonderd startdatum 25 september - 30 C tot 2 januari + 25 C + 4 weken 17 C + opgeplante koeling - 30 C tot 2 maart + 25 C + 4 weken 17 C + opgeplante koeling, uitgezonderd startdatum 25 september Koeling en inhaaldata : - 12 weken 5 C resp. 14 weken 5 C bij inhalen oktober resp. 20 oktober weken 5 C resp. 14 weken 5 C bij inhalen 12 oktober resp. 10 november weken 5 C + 1 resp. 3 weken ½ C bij inhalen 17 november resp. 1 december weken 5 C + weken 2 C + 3, 5, of weken ½ C bij inhalen 17 november resp. 1 december 199 Extra behandelingen : - bollen bewaard bij 20 C tot 25 september en daarna start rem bij 30 C tot 1/ C tot 2/ C + 4 weken 17 C + koeling en inhalen als boven - klein aantal bollen start 30 C op 19/ + 0 C tot 1/ C tot 2/1 of 2/3 + 2 of 4 weken 17 C + koeling 14 weken 5 C of 4 weken 5 C + 10 weken 2 C voor inhalen op 10/11 en bij kastemperatuur van 9 C (enkele beh.) tot veilingstadium en 1 C - uitbloeiproeven onder verschillende temperatuur, RV en lichtomstandigheden (zie schema in tabellen). Bolontsmetting : standaard vlak voor opplanten Kastemperatuur : 1 C Resultaten 1997/199 Tijdens de bewaring bleek er pas vanaf half juni soms verdroging van de hoofdbloemen op te treden. Bij de bollen die pas vanaf 25 september werden geremd kwam dit in ernstiger mate voor. In augustus was dit verschil het grootst. Bij planten vielen slechts enkele bollen uit die geheel verdroogd waren. De kwaliteit was veelal goed tot zeer goed, met een hoog aantal bloemen (regelmatig 4) per steel. Wel werd soms erg veel verdroging gevonden. Verdroging bleek onder andere afhankelijk van de behandeling en het bloeitijdstip. De kwaliteit van de bollen die pas vanaf eind september waren geremd viel alleszins mee. Ondanks de verdroging die al tijdens de bewaring werd gezien, werd toch een goede rijke bloei verkregen. De groeisnelheid was vooral bij een lange koeling te hoog, zo niet veel te hoog. Soms was de spruitlengte al veel te lang. Uitval trad bij een enkele behandeling veel op, veelal door verdroging van de bollen. Tabel 1.1. Het effect op de broeiresultaten van verschillende temperatuurbehandelingen, verschillende perioden van koelen en verschillende inhaaldata Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 12

13 C 0 C 25 C 17 C Duur koeling (w) Datum Aantal goede Ver- Blad- Totaal Bloemen % Ver- Blad- % Start- (+,-) Start- Start- 5 C 2 C 0.5 C inhalen '9 stelen bloemen droogde bundels stelen per steel droogde bundels Uitval datum datum datum stelen /steel stelen per bol 1/ jan maart / +, - j, m 1/ /10-20/ / /10-10/ / /11-1/ / /11-1/ / - 17/11-1/ / maart /9 +, - j, m 1/ /10-20/ / /10-10/ / /11-1/ / /11-1/ / - 17/11-1/ Tabel 1.2. Het effect op de uitbloei van verschillende temperatuurbehandelingen, verschillende perioden van koelen en verschillende inhaaldata % hoofdbl. Weggooi- 30 C 0 C 25 C 17 C Duur koeling (w) Datum Spruit- gesprongen stadium Aantal dagen Start- (+,-) Start- Start- 5 C 2 C 0.5 C inhalen '9 lengte Aantal Lengte/ Lengte 50% Weggooidatum datum datum cm dagen cm cm hoofdbl. stadium 1/ jan maart / +, - j, m 1/ /10-20/ / /10-10/ / /11-1/ / /11-1/ / - 17/11-1/ / maart /9 +, - j, m 1/ /10-20/ / /10-10/ / /11-1/ / /11-1/ / - 17/11-1/ Tabel 1.3 en 1.4 geven de resultaten waarbij de duur van de tussentemperatuur, de koeling en de kastemperatuur werden gevarieerd. Een lagere kastemperatuur werd gegeven tot veilstadium met de gedachte dat een tragere groei mogelijk tot minder bloemverdroging zou kunnen leiden. Dit werd echter niet bereikt. Een kortere en/of lagere koeling gaf wel minder verdroging. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 13

14 Tabel 1.3. Het effect op de uitbloei van verschillende bewaarduren bij 17 C, verschillende perioden van koelen, verschillende inhaaldata en verschilllende kastemperaturen. koeling minus 2 weken Koeling volgens schema Behan- 50%bloei uitbloei verdr. /10bol 50%bloei uitbloei verdr. /10bol beling cm cm cm stelen % cm cm cm stelen % spruitl dag. lengte dagen lengte /10 bol uitval spruitl dag. lengte dagen lengte /10 bol uitval tussentemperatuur 2 w 17 C 5, 10,2 14,3 2,0 35,2 1,2 5,3, 19,2 21,9 37,3 5, 3, 4 w 17 C 5, 1 15,1 27,3 35,5 1,3 5,9,4 1,3 21,0 3,3 4,5 3,4 koeltemperatuur 14 w 5 C,,4 17,5 25, 3,5 1, 5 12,4,5 20,4 20, 3, 4,0 5,0 5 C+2 C 3,4 11,0 12,5 2,4 33, 1,3 4,1 1 15, 20,5 35,0 5,5 5,0 12 w 5 C 4,9 10,9 14,1 29,0 35, 0,9 4 9,3 9,4 2 23,1 3,5 5, 0,9 kastemparatuur 1 C 5, 10,1 15,0 27, 35,5 1, 5 9,2,2 1,4 22, 37,4 5,4 5,0 9 C,4 12, 14, 29, 35,3 1,5 3, 9,3 17, 23,3 3,3 7, 7, Tabel Het effect van de totale koelduur op de uitbloei Aantal 50%bloei uitbloei verdr. /10bol weken cm cm cm stelen % koeling spruitl dag. lengte dagen lengte /10 bol uitval 10 w 5 C w 5 C w 5 C Tenslotte zijn enkele proeven uitgevoerd met extra bollen en enkele potten uit de eerder genoemde proeven om naar de uitbloeiomstandigheden te kijken. Tabel 1.5. Invloed van RV en lichthoeveelheid op uitbloei bij langgeremde Tête-à-Tête (in november, in klimaatkasten bij 20 C en 12 uur licht.) Relatieve luchtvochtigheid Lichthoeveelheid % Goed bloeiende stelen % Niet goed bloeiende stelen 70% 3 watt % 1, 5 dalend naar 0,75 watt % 3 watt % 1, 5 dalend naar 0,75 watt 9 1 D e verwachting dat een hogere luchtvochtigheid minder bloemverdroging zou geven bleek niet waar te zijn. Minder licht gaf meer verdrogi ng. Tabel 1. Invloed van RV, licht en uitbloeiplaats op uitbloeiresultaten (begin december, lang geremde Tête-à-Tête) Plaats Relatieve luchtvochtigheid Lichthoeveelheid % goede stelen % stelen met geknepen % stelen met verdroogde bloemen bloemen Klimaatkast 20 C 70% 3 watt % 0,75 watt % 3 watt % 0,75 watt % 3 + 0,75 watt % 3 + 0,75 watt Kas 1 C Houdbaarheidsruimte C Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 14

15 Ook hier bleek een hoge RV geen verbetering te geven. Vooral meer licht en een lagere uitbloeitemperatuur verminderen de kans op verdroging. Tabel 1.7 Invloed van temperatuur, licht en uitbloeiplaats, op uitbloeiresultaten van lang geremde Tête-à-Tête (half december) Uitbloeiplaats % Goe d bloeiende stelen % S telen met geknepen bloemen % Stelen met verdroogde bloemen Klimaatkast, 20 C %RV, 3 watt Klimaatkast, 20 C %RV, 0,75 watt Klimaatkast, 1 C %RV, 3 watt Klimaatkast, 1 C %RV, 0,75 watt Kas 1 C 4 Kas 1 C 1 13 Kas 1 C SonT-belichting Houdbaarheidruimte C Kantoor ca 20 C bij raam Kantoo r ca 20 C middenin Ook deze resultaten gaven aan dat verdroging werd bevorderd door weinig licht en een hoge temperatuur. Dat lich t zoveel invloed kon hebben bij narcis was verrassend, omdat met normaal behandelde narcissen vrijwel nooit verdroging optreedt. Soms is zelfs gezien dat narcissen gewoon bloeien in een donkere koelcel Conclusies 1997/199 Met bollen van Tête-à-Tête die meer dan een jaar bewaard zijn bleek het mogelijk om in het najaar een zeer goede kwaliteit potnarcis te maken, op een moment dat dit met nieuwe bollen nog niet mogelijk is. De bloei was vaak zeer rijk zijn met zeer veel stelen met een hoger dan normaal aantal bloemen per steel. De groeisnelheid van de planten was echter hoog en soms veel te hoog. De kans dat er bloemverdroging optrad tijdens de droge bewaring was vooral te beperken door op tijd te starten met de bewaring bij 30 C. Bloemverdroging trad op door groei bij te lage lichtomstandigheden en/of bij te hoge temperatuur. De RV bleek geen duidelijke invloed te hebben. Ook de voorbehandeling van de potten d.w.z. de droge bewaring en de koeling speelden een belangrijke rol. Op tijd remmen, een niet te lange koeling en een voldoende lage koeltemperatuur waren belangrijk, waarschijnlijk vooral in verband met de groeisnelheid van de planten na inhalen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 15

16 Foto s van extreem goede bloei bij Tête-à-Tête na overjarige bewaring. Links een hoofdsteel met 7 bloemen. Rechts een (andere) bol met zeer veel bloemen op hoofdsteel én bijstelen. Hoewel dit een uitzondering was geeft dit wel de potentie aan van het effect van lang en vooral warm bewaren /1999 In dit onderzoeksjaar is een tweede cultivar in een beperkt aantal behandelingen opgenomen en is er bij Tête-à- Tête veel variatie aangebracht in droge bolbewaring, koeling en kastemperatuur en opname van een groeistof Materiaal en methode 199/1999 De groei vertragen kan door verkorting van de koelperiode en tussentemperatuur en door verlaging van koeltemperatuur en kastemperatuur. Mogelijk dat daardoor minder bloemverdroging optreedt. Ook werd GRM4 opgenomen met als doel dat de steel en bloem hierdoor meer nutriënten zouden opnemen ten koste van het blad zodat mogelijk minder verdroging op zou treden. Beperkt werd ervaring opgedaan met een tweede cultivar die ook niet vroeg in bloei te trekken is en tazetta-bloed heeft. Uit eerder onderzoek met lange bewaring van tazettanarcissen bleek dat deze groep trosnarcissen door lang warmte meer bloemen aan kan leggen Bij de gangbare broei van narcis is licht niet van belang bij het in bloei komen, maar de resultaten van vorig jaar gaven aan dat het bij dit materiaal wel van invloed was. Bij andere bolgewassen zoals iris, gladiool en lelie is licht wel van wezenlijk belang voor bloei. Mogelijk dat door de uitdroging van de bollen en de snelle groei er nu tekortten ontstaan die net voldoende aangevuld worden onder invloed van licht. Cultivar : - Tête-à-Tête, rond, spijlenplaat Canaliculatus, /10 en 10/12 Aanvang 30 C : 21 juli 199 Deel 1 Temperatuurbehandeling droge bol : - 30 C tot 1 oktober + 0 C tot 4 januari of 2 maart + 25 C + 4w17 C - 30 C tot 4 januari of 2 maart + 25 C 4w17 C Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 1

17 Koeling Behandeling vanaf vlak voor planten : 12w5 C : geen, dompeling in water en/of groeistoffen of spuiten na inhalen met groeistof : 30 min in 30ppm GRM4 incl de ontsmettingmiddelen : 30 ppm GRM4 met 3ml/pot Groeistofdompelen Spuiten Kastemperatuur : 1 C Water dompelen 15 min vervolgens 15 min ontsmetten; geen is alleen 15 min ontsmetten. Deel 2 Temperatuurbehandeling droge bol : - 30 C tot 1 oktober + 0 C tot 4 januari of 2 maart + 25 C + 4w17 C - 30 C tot 1 oktober + 0 C tot 4 januari + 0 C tot 2 mei + 25 C + 4w17 C Temperatuur koeling : - 12w5 C - w5 C + w2 C +5w½ C Kastemperatuur : - 9 C - 1 C Overige behandelingen : 1 C kas en vooraf aan het planten dompeling in groeistof bij beide koelbehandelingen Extra uitbloeibehandelingen : uitbloei in kas bij 1 C onder SonT licht Inhaaldata : - 10 november december 1999 Bolontsmetting : standaard vlak voor planten Koeling : geheel opgeplant Resultaten 199/1999 Evenals voorgaande jaren werd tijdens de bewaring regelmatig stadiumonderzoek gedaan. Hierbij bleek dat na gedeeltelijk bewaring bij 0 C er minder verdroging optrad dan na bewaring bij continu 30 C. Dit was zichtbaar vanaf mei. Bij planten na de 4w17 C hadden vele bollen een spruitje van maximaal 1cm. De bollen waren na zo n lange bewaring sterk uitgedroogd. Bij planten werden de losse vellen verwijderd om te voorkomen dat deze bij planten onder de bol terecht zouden kunnen komen waardoor de beworteling mogelijk zou kunnen worden belemmerd. Bij bloei bleek dat evenals voorgaande jaren er veel stelen en bloemen per steel aanwezig waren, bij Tête-à-Tête werden regelmatig stelen met 3 en soms zelfs 4, 5 of maar dan wel kleinere bloemen gezien. In de tabel zijn de gegevens gemiddeld over de factoren weergegeven. Hierdoor zijn bepaalde resultaten van afzonderlijke behandeling niet meer zichtbaar. Aanvullende gegevens worden apart vermeld. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 17

18 Tabel 1. Invloed van inhaaldatum, droge bolbewaring en gebruik van groeistoffen op uitbloeiresultaten van lang geremde Tête-à-Tête Spruit- Dagen vanaf inhalen Lengte cm Aantal Goede bloemen % stelen gemiddelden lengte gespron- 3\4 uit- 3\4 uit- stelen per per 10 per ver- gekne- % over de factoren cm gen bloei bloei bloei bloei 10 bollen bollen steel goed droogd pen uitval inhaaldatum 10-nov , dec , C vooraf en 4w17 C daarna 0 C 25 C 1-okt 04-jan , jan , okt 02-mrt , mrt , groeistoffen controle , water , dompelen , spuiten , overige 0 C na 25 C , Uit de gegevens van tabel 1. en de afzonderlijke niet uit de tabel te halen gegevens bleek onder andere dat de spruitlengte iets aan de lange kant was. Soms was er een ongelijke lengte op een pot. De groeisnelheid was (te) hoog. 0 C geven na een tijd 25 C gaf veel te lange spruiten, die veel te snel bloeiden, maar verdroging kwam daarbij nauwelijks voor. De bloeirijkheid was zeer goed zoals eerdere jaren is gezien, maar verdroging van stelen en geknepen bloemen kwamen soms erg veel voor. In december was de kans op uitval van bollen groter. Soms was er iets tot veel meer verdroging van stelen en/of bloemen (niet in de tabel zichtbaar). Dompelen in water, in groeistof GRM4 of spuiten met die groeistof na inhalen hadden geen vermindering van de verdroging tot gevolg. Tabel 1.9 Invloed van plaats van uitbloei, inhaaldatum, kastemperatuur, droge bolbewaring en gebruik van groeistoffen op uitbloeiresultaten van lang geremde Tête-à-Tête. Spruit- Dagen na inhalen Lengte Aantal Goede bloemen % Stelen Gemiddelden over de factoren lengte gespron- uit- uitbloei stelen/ per 10 per ver- gekne- % cm gen bloei cm 10 bollen bollen steel goed droogd pen uitval plaats uitbloei kas , houdbaarheidsruimte , inhaaldatum 10 november december jan-mei koeling kastemp. 25 C 12w5 C 1 C C w5 +w2 C+5w0,5 C C 12w5 C 9 C C w5 +w2 C+5w0,5 C C 12w5 C 1 C C w5 +w2 C+5w0,5 C domp ,5 C 12w5 C 1 C ,5 C 9w5 C +3w2 C +5w0,5 C 1 C Uit de resultaten bleek dat in bloei komen in de houdbaarheidsruimte bij een hogere temperatuur en met minder licht tot meer verdroging en geknepen bloemen leidde. De groei ging veel sneller en daarmee bloeide het gewas veel sneller en waren de potten sneller uitgebloeid. In de kas was de groei bij 1 C ook veel sneller dan bij 9 C en er waren daarbij ook meer knijpers. In december was er meer uitval en waren er vooral in de houdbaarheidsruimte meer knijpende bloemen (niet in de tabel zichtbaar). 17 weken bij een aflopende koeltemperatuur was soms iets beter dan 12w5 C. Dompeling in Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 1

19 GRM4 gaf ook geen vermindering van verdroging en knijpende bloemen. Op kleine schaal werden potten Tête-à-Tête ook onder bijbelichting met SonT in een kas bij 1 C gezet en in bloei getrokken. Hierbij werden (veel) minder verdroging en minder knijpende bloemen gezien. Als potten 4 dagen voorafga ande aan het veilstadium bij 13 C in het donker werden bewaard tot ze in de houdbaarheidsruimte werden gezet dan tra d soms al bloei op in de cel en kwam ook veel verdroging en knijpen voor. Op kleine schaal werden bollen van Canaliculatus geremd. Gehoopt werd dat deze moeilijk in bloei te krijgen cultivar door de zeer lange bewaring net als Tête-à-Tête tot een rijkere bloei te krijgen was. De kleinste maat - 10cm bloeide echter weinig met maar 1 tot 3 van de 5 bollen met 2-3 bloemen per steel. Overigens was dat niet slecht omdat die normaal vrijwel helemaal niet bloeien. De grotere maat 10-12cm bloeide voor ca 0%. Het aantal bloemen per steel lag gemiddeld tussen 3,5 en 5,5. Dit was redelijk goed te noemen. Tussen de behandelingen: remmen bij alleen hoge temperatuur (30 en 25 C) of van oktober tot januari of maart bij 0 C, diverse koelbehandelingen en inhalen op 1 december of op 17 januari werden weinig verschillen gezien. Verdroging van stelen of bloemen trad relatief weinig op. Wel viel op dat er bij inhalen veel zwarte tot 1cm lange verdroogde blaadjes waren, die bij bloei niet meer storend aanwezig waren. Veilstadium werd na ca 5 tot dagen bereikt. Uitv al van bollen door verdroging werd weinig gezien. De bollen leken minder uit te drogen dan die van Tête-à-Tête Conclusies 199/1999 Het bewaren van bollen van Tête-à-Tête en Canaliculatus een jaar over bleek mogelijk en kon tot een zeer mooie pot met een zeer rijke bloei leiden. De bloei is veel rijker dan van niet-langbewaarde bollen. Problemen waren er echter wel: De groeisnelheid na inhalen was hoog en was voor de handelsperiode eigenlijk te kort. Bij hoge temperatuur en/of onder omstandigheden met weinig licht was er een grote kans op verdroging van stelen en op bloemen die niet goed openkwamen (knijpers), hetgeen zeer veel afbreuk deed aan de kwaliteit. Minder verdroging en knijpers trad op na: in bloei komen bij lage temperaturen en/of omstandigheden met veel licht bloei in november in vergelijking met december. na een periode van 0 C na de 25 C ( maar dit gaf andere problemen zoals een veel te lange spruit en veel te snelle groei) soms na gebruik van een dompeling in GRM4 bij planten. soms na een veel langere opgeplante aflopende koeling /2000 De behandelingen zijn verder aangepast aan de resultaten van het vorige onderzoeksjaar en er zijn meerdere cultivars opgenomen. Beperkt is een ULO-behandeling onderzocht en zijn de bollen ingepakt om het uitdrogen te beperken.. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 19

20 1.5.1 Materiaal en methode 199/1999 Cultivar Inpakken in plastic met enkele gaatjes : - Tête-à-Tête, 11cm rond - Hawera, /-cm rond - Minnow, 11cm rond - Canaliculatus, /10, 10/12 en 12/-cm : - wel (alleen Tête-à-Tête) - niet Bewaring bij 0,5 C : - 15 oktober 1999 tot 12 januari, 1 maart, 1 mei of 30 juni 2000 Koeling : - 12 w 5 C - w 5 C + w 2 C + w 0,5 C Tête-à-Tête - 7 w 5 C + 7 w 2 C + 7 w 0,5 C andere cultivars Extra behandeling : ULO (bij CNB) tot 1 mei Tussentemperatuur : 4 w 17 C en beperkt 2 w 17 C of 4 w 20 C Temperatuurbehandeling : vanaf rooien 30 C, 15 oktober 0,5 C, 25 C, 4 w 17 C, opplanten Inhaaldatum : - 10 november 2000 (alleen Tête-à-Tête) - 1 december januari 2001 (geen Tête-à-Tête) Kastemperatuur : 1 C Resultaten 1999/2000 Bij opplanten na bewaring bij 17 C hadden veel bollen al een spruit van 1-2 cm. Vaak was er ook verdroging van de toppen van de blaadjes te zien. Alleen bij Canaliculatus werd geen spruitvorming gezien. Vaak gold dat hoe langer de bollen bij 0,5 C waren bewaard des te langer de spruit en hoe meer verdroging te zien was. Bij Minnow en Canaliculatus -10 cm werd vrijwel geen bloei gezien. Daarom zijn ook geen data gegeven. Bij inhalen was soms sprake van deels verdroogde spruiten. Reeds kort na inhalen viel dit veelal niet meer op. Bij de bollen die uit de ULO kwamen was al wortelvorming en spruitgroei zichtbaar, maar die verdroogden tijdens de verdere bewaring. Ook dit was bij de bloei niet meer storend aanwezig. De bloeigegevens staan in de tabellen 1.10 t/m 1.1 De bloei van 'Tête-à-Tête' was zowel in november als in december weer zeer rijk. De lengte was goed. De spruit bij inhalen was maximaal 9 cm. De groei was daarna nog wel (te) snel met een veilstadium vanaf 3-10 dagen na inhalen en 50% gesprongen hoofdstelen bij 1 C vanaf 4 tot 12 dagen. Vanaf veilstadium tot weggooien duurde in de houdbaarheidsruimte ca. 10 dagen. Bij 1 C (in de kas) was dit ca. 5 dagen langer. Evenals vorig proefjaar trad in de kas bij 1 C veel minder bloemverdroging op dan in de houdbaarheidsruimte bij 20 C (en andere lichtcondities). Langer bewaren bij 0,5 C in plaats van bij 25 C gaf een iets tot veel mindere kwaliteit (met name ongelijker) en minder bloemen. Bewaring bij 0,5 C tot maart ging nog goed, maar vanaf mei waren de resultaten veel slechter. Bewaring tot juli gaf soms zelfs alleen beworteling zonder uitloop van spruiten als direct uit de 0,5 C werd geplant,. Bewaring van half november tot mei onder ULO-omstandigheden gaf in november een trager gewas met minder stelen maar ook relatief minder verdroging. De kwaliteit in december was iets beter dan in november, maar er was dan weer meer verdroging. De bollen in plastic ingepakt bewaren gaf geen beter gewas. Het langer, maar bij lagere temperatuur koelen (1 weken in plaats van 12 weken) gaf vaak minder verdroging en een vlotter, regelmatiger gewas. Overige cultivars: Bij Hawera bleef de bloem lange tijd in blad. De presentatie in verkoopstadium was slecht door lang blad met diep Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 20

21 daartussen iele knoppen. De cuppen waren iets gerafeld en in de houdbaarheidsruimte verdroogden veel (december) tot enige (februari) knoppen. Het bleek dat voor een goede bloei in december 0,5 C kon worden gegeven tot januari en voor bloei in februari 0, 5 C mogelijk was tot mei. Minnow gaf in december alleen één zeer goede pot na 0,5 C tot januari en de lange koeling. Alle andere behandelingen gaven een matig tot geen gewas. De kwaliteit na inhalen in januari was matig tot slecht door zeer weinig bloei. Van 'Canaliculatus' bloeide bolmaat -10 cm vrijwel niet. Bolmaten cm en vooral cm gaven een zeer goede kwaliteit in december na 0,5 C tot januari en maart in combinatie met de lange koudeperiode. Bij bloei in februari kon 0,5 C worden gegeven tot mei. Wel daalde het aantal bloemen per bol bij langer bewaren bij 0,5 C. Opvallend was dat er weinig of geen bloemverdroging optrad, zowel in de kas als in de houdbaarheidsruimte. Bewaring bij 0,5 C tot juli leidde bij deze drie cultivars bij inhalen in januari altijd tot veel minder bloei; bewaring tot september betekende veelal helemaal geen gewas meer. De ULO-behandeling die tot mei duurde gaf bij deze drie cultivars geen of vrijwel geen bloei in december en ook bij na inhalen in januari viel de bloei meestal erg tegen, waarbij Hawera nog het beste was. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 21

22 Tabel 1.10 Invloed van inpakken van bollen, bewaarduur bij 0,5 C en koeling op gewas en bloei bij lang bewaarde Tête-à-Tête van oogst 1999, bij inhalen 10 november Inhalen 10/11 Inhalen Veilstadium In de kas Uibloei dag vanaf In de kas verdro- dagen gespr.volle bloei houdbaarheidruimte aantal stelen aantal uitval in- spruit ging vanaf 50% kas (weggooistadium) (weggooistadium) per pot bloemen% kwaliteit pottten pak- 0,5 C lengte -tot+ in- lengte cijfer dag dag cijfer in- veil- lengte opmerk. in- veil- lengte opm goed ver- per pot bol- goed rede- slecht ken tot 17 C koeling cm halen cm halen stadium halen stadiumcm droogd len lijk niet 12-jan 4w 12w 7 +/ knijpers m 19,33 3,3 29, niet 12-jan 4w 1w r 20,7 0,3 29, wel 12-jan 4w 12w knijpers m 17 2,7 30, wel 12-jan 4w 1w 7 +/ m 24 0,7 34, niet 1-mrt 4w 12w r 25,7 2,7 34, niet 1-mrt 4w 1w iel m 27 1,0 3, wel 1-mrt 4w 12w r 20,33 0,7 30, wel 1-mrt 4w 1w r 24,33 34, niet 1-mei 4w 12w r 15,33 0,3 24, niet 1-mei 4w 1w r 19 25, wel 1-mei 4w 12w m 21,33 32, wel 1-mei 4w 1w m 19,7 2, niet 30-jun 4w 12w ongelijk m 14,0 0,3 17, niet 30-jun 4w 1w 0 ++ Geen gewas wel 30-jun 4w 12w ongelijk m 1,3 0,3 1, wel 30-jun 4w 1w 0 ++ Geen gewas ulo 1-mei 4w 12w iel r 12,7 0,3 21, ulo 1-mei 4w 1w iel m 13,33 21, Tabel 1.11 Invloed van inpakken van bollen, bewaarduur bij 0,5 C en koeling op gewas en bloei bij lang bewaarde Tête-à-Tête van oogst 1999, bij inhalen 1 december Inhalen 1 december Inhalen Veilstadium In de kas Uibloei dag vanaf In de kas verdro- dagen gespr.volle bloei houdbaarheidruimte aantal stelen aantal uitval in- spruit ging vanaf 50% kas (weggooistadium) (weggooistadium) per pot bloemen% kwaliteit pottten pak- 0,5 C lengte -tot+ in- lengte cijfer dag dag cijfer in- veil- lengte opmerk. in- veil- lengte opm goed ver- per pot bol- goed rede- slecht ken tot 17 C koeling cm halen cm halen stadium halen stadiumcm droogd len lijk niet 12-jan 4w 12w 7 +/ m 20,7 1,3 31, niet 12-jan 4w 1w best m 24,33 0,3 39, wel 12-jan 4w 12w m 20,33 1,7 34, wel 12-jan 4w 1w 5 +/ best m 24,33 2,0 3, niet 1-mrt 4w 12w 5 +/ g 19,7 1,3 33, niet 1-mrt 4w 1w m 22 2,0 31, wel 1-mrt 4w 12w +/ m 19,7 0,3 24, wel 1-mrt 4w 1w m 25,7 0,3 3, niet 1-mei 4w 12w 3 +/ matig m * * * * * * * niet 1-mei 4w 1w g 20 2,0 * * * * wel 1-mei 4w 12w m 14,7 2,0 22,0 * * * * wel 1-mei 4w 1w g 17,33 2,3 * * * * niet 30-jun 4w 12w matig s * * * * * * * niet 30-jun 4w 1w 0 ++ Geen gewas wel 30-jun 4w 12w matig s * * * * * * * wel 30-jun 4w 1w 0 ++ Geen gewas ulo 1-mei 4w 12w s 13 0,7 19, ulo 1-mei 4w 1w g 13,7 21, Voor de tabellen 1.10 t/m 1.1 geldt: *) verdroging bij inhalen = verdroging van de bladtoppen bij inhalen: - = geen verdroging oplopend naar ++ = zeer veel verdroogd **) opmerkingen: g= goed; m= matig; r-= redelijk en s= slecht *= niet vastgelegd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 22

23 Tabel 1.13 Invloed van inpakken van bollen, bewaarduur bij 0,5 C en bewaring bij 17 C op gewasontwikkeling en bloei bij lang bewaarde Tête-à-Tête van oogst 1999, bij inhalen 1 december Inhalen 1 december Inhalen Veilstadium In de kas Uibloei dag vanaf In de kas verdro- dagen gespr.volle bloei houdbaarheidruimte aantal stelen aantal uitval in- spruit ging vanaf 50% kas (weggooistadium) (weggooistadium) per pot bloemen% kwaliteit pottten pak- 0,5 C lengte -tot+ in- lengte cijfer dag dag cijfer in- veil- lengte opmerk. in- veil- lengte opm goed ver- per pot bolken goed rede- slecht tot 17 C koeling cm halen cm halen stadium halen stadiumcm droogd len lijk niet 1-mrt 2w 12w 5 +/ goed g 21,7 1,3 3, niet 1-mei 2w 12w goed g 15,3 0,7 20, wel 1-mrt 2w 12w 5 +/ slecht Weinig bloemen s * * * * wel 1-mei 2w 12w slecht Weinig bloemen s * * * * niet 1-mrt 4w20C 12w 5 +/ goed g 23,0 0,7 37, niet 1-mei 4w20C 12w goed weinig bloemen s * * * * * * * wel 1-mrt 4w20C 12w 5 +/ goed g 25,3 1,3 33, wel 1-mei 4w20C 12w goed g 1,7 2, Tabel 1.14 Invloed van bewaarduur bij 0,5 C, van bewaring bij 17 C van de droge bol en van de koeling op gewas en bloei bij lang bewaarde Hawera, van oogst 1999, bij inhalen op 1 december 2000 en 17 januari Behandeling Inhalen Veilstadium In de kas Uibloei dag vanaf In de kas verdro- dagen gespr.volle bloei houdbaarheidsruimte aantal stelen aantal uitval spruit ging vanaf 50% kas (weggooist). per pot bloemen % kwaliteit pottten 0,5 C inhaal- lengte -tot+ in- lengte cijfer dag dag cijfer in- veil- lengte goed ver- per pot bol- goed rede- slecht tot 17 C koeling C datum cm halen cm halen stadium droogd len lijk 11-jan 4w 12w5 1-dec goed 13,0 2,0 1, jan 4w 21w 5/2/0,5 1-dec goed 15,0 1,0 2, mrt 4w 12w5 1-dec verdroging,3 2,3 15, mrt 4w 21w 5/2/0,5 1-dec verdroging 11,0 0,3 20, mei 4w 12w5 1-dec 5 - alleen blad Geen bloemen jul 4w 12w5 1-dec alleen blad Geen bloemen mei 4w 12w5 1-dec 5 - alleen blad Geen bloemen mei 4w 21w 5/2/0,5 1-dec 4 - alleen blad Geen bloemen jan 4w 12w5 17-jan enkele verdroogd 7,0 3,0 7, jan 4w 21w 5/2/0,5 17-jan enkele verdroogd 12,0 4,0 27, mrt 4w 12w5 17-jan enkele verdroogd 14,0 27, mrt 4w 21w 5/2/0,5 17-jan enkele verdroogd 17,3 1,7 37, mei 4w 12w5 17-jan enkele verdroogd 1,3 0,7 31, jul 4w 12w5 17-jan enkele verdroogd 20,3 44, mei 2w 12w5 17-jan 10-2 * enkele verdroogd 11,7 1,7 23, mei 4w 12w5 17-jan 9-2 * enkele verdroogd 14,7 0,7 33, jul 2w 12w5 17-jan 5-33 * enkele verdroogd 19,0 32, jul 4w 12w5 17-jan 5-24 * enkele verdroogd 1,0 39, sep 2w 12w5 17-jan 0 * * * * * 3 weing bloei 3,7 5, sep 4w 12w5 17-jan 0 * * * * * 35 enkele verdroogd,7 14, mei 4w 12w5 17-jan 9 - * * * * * verdroging,3 15, mei 4w 21w 5/2/0,5 17-jan - - * * * * * verdroging 7,0 0,7 14, Voor de tabellen 1.10 t/m 1.1 geldt: *) verdroging bij inhalen = verdroging van de bladtoppen bij inhalen: - = geen verdroging oplopend naar ++ = zeer veel verdroogd **) opmerkingen: g= goed; m= matig; r-= redelijk en s= slecht *= niet vastgelegd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 23

Voorwaarden voor droge koeling bij grond- en waterbroei van snijhyacinten

Voorwaarden voor droge koeling bij grond- en waterbroei van snijhyacinten Voorwaarden voor droge koeling bij grond- en waterbroei van snijhyacinten Peter Vreeburg en André Korsuize Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Maart 2007 PPO nr. 32 330882 00 2007 Wageningen,

Nadere informatie

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol? Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol? Voortgezet diagnostisch onderzoek in 2006 Peter Vink en Peter Vreeburg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

Nadere informatie

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij Voortgezet diagnostisch onderzoek 2008 Peter Vink, Paul van Leeuwen

Nadere informatie

Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van hyacint in de bloembollenteelt

Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van hyacint in de bloembollenteelt Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van hyacint in de bloembollenteelt Diverse aspecten van de broei van pothyacint en snijhyacint P.J.M. Vreeburg en C.A. Korsuize Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold In opdracht van V.O.F. Van Kampen, Den Helder. Martin van Dam en Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV Sector Bloembollen

Nadere informatie

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Voortgezet diagnostisch onderzoek 2012 Peter Vink, Peter Vreeburg en Paul van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen

Nadere informatie

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok Penicillium in lelie Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit April 2010

Nadere informatie

1 Hpkklk. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268

1 Hpkklk. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268 1 Hpkklk 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268 14 Broei Muscari latifolium 14.1 Inleiding De afgelopen jaren nam de vraag naar bollen op pot toe. Naast de 'gewone' blauwe

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Onderzoek van 2003 t/m 2006 P.J. van Leeuwen, P. Vink en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bollen november 2006 PPO nr.

Nadere informatie

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Teelt de grond uit Zomerbloemen Teelt de grond uit Zomerbloemen Teelt in kisten 2012-2013 Casper Slootweg en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit

Nadere informatie

Verbetering vaasleven van snijhyacinten afkomstig van waterbroei

Verbetering vaasleven van snijhyacinten afkomstig van waterbroei Verbetering vaasleven van snijhyacinten afkomstig van waterbroei Peter Vreeburg, André Korsuize en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit Augustus 2007

Nadere informatie

Bossigheid in Zantedeschia

Bossigheid in Zantedeschia Bossigheid in Zantedeschia Is vervroegd afsterven van weefselkweekplantjes en het daarna koud bewaren van de knollen een van de oorzaken van bossigheid P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr. Papierblad in lelie Naoogst fase Hans Kok en Hans van Aanholt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr. 330919 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle

Nadere informatie

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt Voortgezet diagnostisch onderzoek in 2006 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen

Nadere informatie

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae Voortgezet diagnostisch onderzoek 2007 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit September 2008 PPO nr. 3234036700-6 /

Nadere informatie

Het voorkomen van schade door de warmwaterbehandeling tegen stengelaaltjes bij hyacint

Het voorkomen van schade door de warmwaterbehandeling tegen stengelaaltjes bij hyacint Het voorkomen van schade door de warmwaterbehandeling tegen stengelaaltjes bij hyacint P.J.M. Vreeburg en C.A. Korsuize Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Maart 26 PPO nr. 32 33886 26

Nadere informatie

Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003

Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003 Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003 In opdracht van Productschap Tuinbouw juli 2004 Ing. H. Meester SAMENVATTING In 2003 zijn door de Zuurgroep West-Friesland een aantal teeltproeven uitgevoerd

Nadere informatie

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink Voortgezet diagnostisch onderzoek naar een betere beheersing van een aantasting door de schimmel Colletotrichum acutatum bij de bollenteelt van tulpen cv. Giuseppe Verdi Voortgezet diagnostisch onderzoek

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Vervolgonderzoek in 2005 P.J. van Leeuwen, A.Th.J. Koster en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen maart 2006 PPO

Nadere informatie

Broeierij bijzondere bolgewassen

Broeierij bijzondere bolgewassen Broeierij bijzondere bolgewassen Onderzoek van 1996 t/m 2004 P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen April 2006 PPO nr. 330296 2006 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia Welke mijt geeft schade in Zantedeschia P.J. van Leeuwen, C. Conijn, M. Breedeveld, J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen

Nadere informatie

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp M. van Dam en H.Gude Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen Juni 2004 PPO nr. 330628 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling lelie

Warmwaterbehandeling lelie Warmwaterbehandeling lelie Effect van verlaagde voor- en natemperatuur bij Oriëntals en verhoogde kooktemperatuur bij Longiflorum-, LA- en OT- hybriden Casper Slootweg en Hans van Aanholt Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Waterbroei tulp: Ontsmetting van de bollen?

Waterbroei tulp: Ontsmetting van de bollen? Waterbroei tulp: Ontsmetting van de bollen? juli 2002 Ing. H. Meester Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56 30 29 E-mail: info@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek 2010 2012 Casper Slootweg en Hans van Aanholt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.32 361444 00 PT nummer

Nadere informatie

Haalbaarheidsstudie voorjaarsplanting tulp, narcis en hyacint

Haalbaarheidsstudie voorjaarsplanting tulp, narcis en hyacint Haalbaarheidsstudie voorjaarsplanting tulp, narcis en hyacint Henk Gude, Peter Vreeburg en Martin van Dam Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit oktober 2008 PPO nr.

Nadere informatie

Bemesting van tulp in de broeierij

Bemesting van tulp in de broeierij Bemesting van tulp in de broeierij M.F.N. van Dam, A.J.M. van Haaster, H.P. Pasterkamp, S. Marinova, N.S. van Wees, e.a. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen december 2003 PPO 330

Nadere informatie

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek Robert Dees, Joop van Doorn Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Bloembollen, boomkwekerij & Fruit PT nr. 14592, PPO nr. 32

Nadere informatie

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Precisieplant tulp Basis voor precisielandbouw A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen Voortgezet diagnostisch onderzoek 2009/2010 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

Inventarisatie, voorkoming en bestrijding van fytoplasma en zijn vector in Muscari

Inventarisatie, voorkoming en bestrijding van fytoplasma en zijn vector in Muscari Inventarisatie, voorkoming en bestrijding van fytoplasma en zijn vector in Muscari Voortgezet diagnostisch onderzoek 2010/2011 Peter Vink, Paul van Leeuwen en Khanh Pham Praktijkonderzoek Plant & Omgeving,

Nadere informatie

Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp

Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp In opdracht van: Productschap Tuinbouw augustus 2008 F. Kreuk B 0830 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228)

Nadere informatie

Houdbaarheid Hydrangea

Houdbaarheid Hydrangea Houdbaarheid Hydrangea F. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw December 2003 PPO 41704641 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Burkholderia in gladiolen

Burkholderia in gladiolen Burkholderia in gladiolen Voortgezet diagnostisch onderzoek 2007 Peter Vink en Trees Hollinger Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen maart 2008 PPO nr. 3234036700-2 2008 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten Voortgezet diagnostisch onderzoek 2007/2008 Peter Vink, Paul van Leeuwen en John Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers) Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers) P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit juli 2009 PPO

Nadere informatie

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen Casper Slootweg en Henk Gude Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.

Nadere informatie

Begeleiding praktijkbedrijven bij het tegengaan van papierblad in lelie. Hans Kok

Begeleiding praktijkbedrijven bij het tegengaan van papierblad in lelie. Hans Kok Begeleiding praktijkbedrijven bij het tegengaan van papierblad in lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen PPO nr. 331108 augustus 2005 2005 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

Onderzoek naar biologische broei van tulpen.

Onderzoek naar biologische broei van tulpen. Onderzoek naar biologische broei van tulpen. In opdracht van 'Ekoflor', gefinancierd door Productschap Tuinbouw juni 2004 Ing. Y. van Leeuwen Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon

Nadere informatie

Watergift klein volume substraat lelie

Watergift klein volume substraat lelie Watergift klein volume substraat lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen December 2005 PPO nr331107 2005 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

5 C BROEI VAN TULPEN OP WATER

5 C BROEI VAN TULPEN OP WATER 5 C BROEI VAN TULPEN OP WATER In opdracht van: Productschap Tuinbouw Bond van Bloembollenhandelaren 2002 en 2003 Ing. H. Meester Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele Onderzoek naar de mogelijkheden voor een cultuurkook P. J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit PPO

Nadere informatie

Demo waterteelt van Iris

Demo waterteelt van Iris Demo waterteelt van Iris 2004 N.P.A. Groen. J. Wildschut en M. Boos Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr 330681 december 2004 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Optimaliseren van de Nerineteelt

Optimaliseren van de Nerineteelt Optimaliseren van de Nerineteelt Onderzoek aan Nerine van 2001 t/m 2005 P.J. van Leeuwen, N.P.A. Groen en N. Paardekooper Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen november 2005 PPO nr.

Nadere informatie

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Glastuinbouw PPO nr. 3242008500 juli

Nadere informatie

Spruitbeschadiging bij hyacinten door de schimmel Fusarium culmorum

Spruitbeschadiging bij hyacinten door de schimmel Fusarium culmorum Spruitbeschadiging bij hyacinten door de schimmel Fusarium culmorum Voortgezet diagnostisch onderzoek 2011 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen,

Nadere informatie

Bestrijding bollenmijt in hol- en snijbollen hyacint

Bestrijding bollenmijt in hol- en snijbollen hyacint Bestrijding bollenmijt in hol- en snijbollen hyacint P.J.M. Vreeburg, C.G.M. Conijn, C.A. Korsuize, J.A.A. van Zuilichem Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen Juni 2004 PPO nr. 330797

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia P.J. van Leeuwen, A.Th. J. Koster, J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen januari 2005 PPO nr.330928 2005 Wageningen,

Nadere informatie

Vervanging voorweken door langer koken ter bestrijding van stengelaaltjes

Vervanging voorweken door langer koken ter bestrijding van stengelaaltjes Vervanging voorweken door langer koken ter bestrijding van stengelaaltjes P.J.M. Vreeburg, E.A. Vlaming en C.A. Korsuize Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Oktober 2006 PPO nr. 32 330885

Nadere informatie

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia Effect van kasklimaat op bloemmisvorming P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij &

Nadere informatie

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium Aantasting van Alliumbollen door Fusarium Voortgezet diagnostisch onderzoek 2006/2007 Peter Vink, Trees Hollinger, Paul van Leeuwen en Khanh Pham Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Augustus

Nadere informatie

Waterbroei tulp: Beworteling van peren

Waterbroei tulp: Beworteling van peren Waterbroei tulp: Beworteling van peren In opdracht van: Productschap Tuinbouw 2002 en 2003 Ing. H. Meester Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56 30

Nadere informatie

Smaakonderzoek komkommer aan Nederlands en Spaans product

Smaakonderzoek komkommer aan Nederlands en Spaans product Smaakonderzoek komkommer aan Nederlands en Spaans product M. Kersten, L. Voorbij en W. Verkerke Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw april 2002 PPO nr 420029 2002 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Onkruidbestrijding in Nerine

Onkruidbestrijding in Nerine Onkruidbestrijding in Nerine P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit November 2009 PPO nr. 32 360209 00 / PT nr. 12509 2009 Wageningen,

Nadere informatie

Teelt van Matricaria op water

Teelt van Matricaria op water Teelt van Matricaria op water In opdracht van: Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost

Nadere informatie

Onderzoek naar diverse aspecten bij de teelt van narcis

Onderzoek naar diverse aspecten bij de teelt van narcis Onderzoek naar diverse aspecten bij de teelt van narcis Samenvatting van onderzoek aan stengelaaltjes, bolrot, meerbloemigheid Tête-à-Tête en stikstof bij parteren. P.J.M. Vreeburg, E.A.C. Vlaming en C.A.

Nadere informatie

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten? Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten? Voortgezet diagnostisch onderzoek 2007 Peter Vink en Paul van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen

Nadere informatie

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd P.J. van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, boomkwekerij en fruit PPO nr. 32 361815 00/PT nr. 14760.02 oktober

Nadere informatie

Alternatieve bloeiverlating tulp 2007

Alternatieve bloeiverlating tulp 2007 Alternatieve bloeiverlating tulp 2007 In opdracht van: NS Bloembollen B.V. Horizon Flowers B.V. G. Oud & Zn. Tulips B.V. Karel Bolbloemen B.V. Leek Bloembollen B.V. Fa. B.J. Jong & Zn. Fa. E. de Wit &

Nadere informatie

Teelt van Trachelium op water

Teelt van Trachelium op water Teelt van Trachelium op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 SAMENVATTING De teelt van

Nadere informatie

Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad

Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad Voortgezet diagnostisch onderzoek 2012 Peter Vreeburg, Paul van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

Energiebesparing bij de bewaring van plantgoed van tulp door temperatuurintegratie. Henk Gude en Marga Dijkema

Energiebesparing bij de bewaring van plantgoed van tulp door temperatuurintegratie. Henk Gude en Marga Dijkema Energiebesparing bij de bewaring van plantgoed van tulp door temperatuurintegratie Henk Gude en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 330843 Oktober 2006 2005

Nadere informatie

Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp

Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp Onderdeel van project 320791 Epidemiologie en beheersing van Fusarium in tulp S. J. Breeuwsma, M. de Boer Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Onderzoek naar de mogelijke oorzaak van slechte kieming en schimmelrot bij de broei van Anemone blanda

Onderzoek naar de mogelijke oorzaak van slechte kieming en schimmelrot bij de broei van Anemone blanda Onderzoek naar de mogelijke oorzaak van slechte kieming en schimmelrot bij de broei van Anemone blanda Voortgezet diagnostisch onderzoek in 2006 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling van Eremurus tegen aaltjes. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Warmwaterbehandeling van Eremurus tegen aaltjes. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Warmwaterbehandeling van Eremurus tegen aaltjes P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Rapportage van de Afzet- en Teeltknelpunten bij a) Langwerpige radicchio, b) Grootbladige spinazie, c) Salatrio, d) Wortelpeterselie C. van Wijk PPO-agv, Lelystad Praktijkonderzoek

Nadere informatie

De minimale lichtbehoefte van Zantedeschia. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

De minimale lichtbehoefte van Zantedeschia. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert De minimale lichtbehoefte van Zantedeschia P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit 085 PPO 32 360851 00 PT 13637 Juni 2011 2011 Wageningen,

Nadere informatie

Teelt van Ageratum op water

Teelt van Ageratum op water Teelt van Ageratum op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost

Nadere informatie

Energieverbruik in de bloembollensector

Energieverbruik in de bloembollensector Energieverbruik in de bloembollensector Multiple Regressie Analyse Monitoring Data 1995-2006 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen februari 2008 PPO nr.3236045300

Nadere informatie

Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van tulp in de broeierij

Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van tulp in de broeierij Sturing van de ontwikkeling en de kwaliteit van tulp in de broeierij Onderzoek verricht aan verschillende aspecten van de broei van tulpen. 1998 tot en met 2004 ing. M.F.N. (Martin) van Dam Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Oorzaken voor partijverschillen bij gevoeligheid voor zweten in tulpen

Oorzaken voor partijverschillen bij gevoeligheid voor zweten in tulpen Oorzaken voor partijverschillen bij gevoeligheid voor zweten in tulpen Ing. M.F.N. van Dam Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen Mei 2004 PPO nr. 330609 10 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen Vorstschade bij Zantedeschiaknollen Voortgezet diagnostisch onderzoek 2010 Peter Vink, Paul van Leeuwen en John Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit PPO nr.

Nadere informatie

Onderzoek naar bemesting als mogelijke oorzaak voor verfijning in Crocus

Onderzoek naar bemesting als mogelijke oorzaak voor verfijning in Crocus Onderzoek naar bemesting als mogelijke oorzaak voor verfijning in Crocus P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen november 2005 PPO nr. 331075 2005

Nadere informatie

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Vaste planten waardplant voor PlAMV? Vaste planten waardplant voor PlAMV? Consultancy onderzoek Casper Slootweg, Miriam Lemmers en Maarten de Kock Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen,

Nadere informatie

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Inventarisatie bladproblemen in de praktijk Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 32 360 560 00 Maart 2008 2008 Wageningen,

Nadere informatie

Bloei van gladiolen. N.P.A. Groen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen juni 2004 PPO nr 330613

Bloei van gladiolen. N.P.A. Groen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen juni 2004 PPO nr 330613 Bloei van gladiolen N.P.A. Groen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen juni 24 PPO nr 33613 24 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Californische trips in lelie

Californische trips in lelie Californische trips in lelie Hans Kok, Cor Conijn en Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Juni 2004 PPO nr. 330803 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle

Nadere informatie

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters M.P.M. Derkx Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO 32 361424 00 PT 14216.11 november

Nadere informatie

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting Behoud meerjarig proefveld organische bemesting Instandhouding meerjarig proefveld organische bemesting hyacint voor toekomstig onderzoek naar organische bemesting op duinzandgrond Peter Vreeburg Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Ad Schapendonk Dr ir A.H.C.M. Schapendonk Plant Dynamics BV Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Juli 2005 2005 Wageningen, Plant Dynamics BV Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Energie en kwaliteit in de preparatie- en kasperiode in de tulpenbroeierij 2013

Energie en kwaliteit in de preparatie- en kasperiode in de tulpenbroeierij 2013 Energie en kwaliteit in de preparatie- en kasperiode in de tulpenbroeierij 2013 Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Stuurgroep Schone en Zuinige Bloembollen

Nadere informatie

Kuubskist met golfbodem

Kuubskist met golfbodem Kuubskist met golfbodem Een alternatief uit de praktijk Jeroen Wildschut, Arie van der Lans Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361 654 13 December 2013

Nadere informatie

Onderzoek naar diverse aspecten bij de teelt van hyacinten

Onderzoek naar diverse aspecten bij de teelt van hyacinten Onderzoek naar diverse aspecten bij de teelt van hyacinten Samenvatting van onderzoek aan plantdichtheid, warmwaterbehandeling, voorjaarsbeplanting, spoelen, teelt elders in Nederland, ontsmetting tegen

Nadere informatie

Monitoring vochtgehalte en wortelgroei van Zantedeschia op potgrond

Monitoring vochtgehalte en wortelgroei van Zantedeschia op potgrond Monitoring vochtgehalte en wortelgroei van Zantedeschia op potgrond P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, boomkwekerij & fruit Maart 2010 PPO nr. 32 360550

Nadere informatie

ù i é ï- INSTITUüT VOOR PHYTOPATHOLOGIE LABORATORIUM VOOR BLOEMBOLLEN- ONDERZOEK TE LISSE PREPARATIE VAN NARCISSEN VOOR HET ZUIDELIJK HALFROND

ù i é ï- INSTITUüT VOOR PHYTOPATHOLOGIE LABORATORIUM VOOR BLOEMBOLLEN- ONDERZOEK TE LISSE PREPARATIE VAN NARCISSEN VOOR HET ZUIDELIJK HALFROND INSTITUüT VOOR PHYTOPATHOLOGIE ù i é ï- LABORATORIUM VOOR BLOEMBOLLEN- ONDERZOEK TE LISSE DIRECTEUR * PROF. DR. E. VAN SLOGTEREN No. 61 APRIL 1938 PREPARATIE VAN NARCISSEN VOOR HET ZUIDELIJK HALFROND,\

Nadere informatie

Optimale moment voor dompelen Zantedeschia in gibberellinezuur (GA) voor bloemaanleg. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Optimale moment voor dompelen Zantedeschia in gibberellinezuur (GA) voor bloemaanleg. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Optimale moment voor dompelen Zantedeschia in gibberellinezuur () voor bloemaanleg. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bollen, Boomkwekerij & fruit PPO nr.

Nadere informatie

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE Naar een oplossing voor onbekend wortelrot in lelie Projectverslag fase 3 Uitgevoerd door: DLV Facet DLV Facet: Peter Graven DLV

Nadere informatie

Mogelijke oorzaken van zwarte spruiten in lelie

Mogelijke oorzaken van zwarte spruiten in lelie Mogelijke oorzaken van zwarte spruiten in lelie Praktijkproef bij VWS, in samenwerking met PPO Lyon Looijestein, Gert Sijm Ben Seubring Marga Dijkema, Henk Gude VWS Stagiair HAS Den Bosch PPO Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Teelt de grond uit Bloembollen

Teelt de grond uit Bloembollen Teelt de grond uit Bloembollen 2013 Henk Gude, Peter Vreeburg en Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus Warmwaterbehandeling Allium en Crocus Onderzoek naar de mogelijkheden voor een cultuurkook P. J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, boomkwekerij & fruit Lisse,

Nadere informatie

Bestrijding trips in gladiool met warme lucht. Hans Kok

Bestrijding trips in gladiool met warme lucht. Hans Kok Bestrijding trips in gladiool met warme lucht Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit PPO nr. 32 36374 / PT 12799 April 211 211 Wageningen, Stichting Dienst Landbouwkundig

Nadere informatie

Test van 2 middelen voor voorbehandeling van biologische zomerbloemen

Test van 2 middelen voor voorbehandeling van biologische zomerbloemen Test van 2 middelen voor voorbehandeling van biologische zomerbloemen Casper Slootweg & Richard Saarloos Wageningen UR Glastuinbouw, Bleiswijk Januari 2010 Rapport 318 2010 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw

Nadere informatie

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Pythiumbestrijding broeierij tulp Pythiumbestrijding broeierij tulp In opdracht van Productschap Tuinbouw juli 2004 F. Kreuk INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING.. 3 1. INLEIDING 4 2. PROEFOPZET.. 4 3. ALGEMEEN.. 4 4. RESULTATEN. 5 4.1 Teeltgegevens

Nadere informatie

Ventilatie, Ademhaling en CO 2 -schadedrempels

Ventilatie, Ademhaling en CO 2 -schadedrempels Ventilatie, Ademhaling en CO 2 -schadedrempels bij de bewaring van tulp, narcis (tête-à-tête), hyacint, krokus, iris, muscari, allium, scilla, iris reticulata en chionodoxa Jeroen Wildschut, Marga Dijkema,

Nadere informatie

Verbranding bladranden Hortensia

Verbranding bladranden Hortensia Verbranding bladranden Hortensia Project 417.17033 Rapport fase 1 F. van Noort Praktijkonderzoek Plant en Omgeving H. Verberkt DLV-Facet Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw december

Nadere informatie

Een praktische leidraad voor het zelf uitvoeren van houdbaarheidsonderzoek

Een praktische leidraad voor het zelf uitvoeren van houdbaarheidsonderzoek Een praktische leidraad voor het zelf uitvoeren van houdbaarheidsonderzoek Houdbaarheidsonderzoek voor bloemen en planten. Hoe kunt u dat aanpakken en waar moet u dan op letten? Voor telers, handelaren

Nadere informatie

Bedrijfseconomische evaluatie van de toepassing van warmwaterbehandeling

Bedrijfseconomische evaluatie van de toepassing van warmwaterbehandeling Bedrijfseconomische evaluatie van de toepassing van warmwaterbehandeling S.A.M.M. Schreuder M.B.M. Ravesloot Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Fruit januari 2005 Rapportnummer 2005 03 Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Papierblad in lelie. Teeltfase. Hans Kok, Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen juni 2004 PPO nr.

Papierblad in lelie. Teeltfase. Hans Kok, Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen juni 2004 PPO nr. Papierblad in lelie Teeltfase Hans Kok, Hans van Aanholt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen juni 2004 PPO nr. 330927 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle

Nadere informatie

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 SAMENVATTING Een aantal

Nadere informatie

De temperatuurbehandeling van hyacinten, die gebruikt worden voor huis broei in december en januari

De temperatuurbehandeling van hyacinten, die gebruikt worden voor huis broei in december en januari STICHTING LABORATORIUM VOOK BLOEMBOLLENONDERZOEK POSTBUS 85 * 216 AB LISSE PRAKTIJKMEDEDELING No. 17 van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek te Lisse De temperatuurbehandeling van hyacinten, die

Nadere informatie