Projectinstellingen. De Rode Planeet WinToets 5.0 Oktober 2015 Projectinstellingen

Transcriptie

1 1 Als een toets moet worden afgespeeld in WTAfname of WTFlash/SCORM of de Quayn- of ipad- HTML5- player, dan kunnen er tientallen zogenaamde project-instellingen meegegeven worden. Die beïnvloeden de afname. Zo kan ingesteld worden of er gebladerd mag worden, de cesuur kan worden ingesteld en er kan worden bepaald wat er na de afname moet gebeuren. Het aantal tabbladen hierbij is in versie 5.0 teruggebracht van 13 naar 7. Er zijn geen instellingen bijgekomen of verdwenen, maar ze zijn wel opnieuw ingedeeld. Na het tabblad Algemeen volgen nu enkel nog de tabbladen die direct het afnameproces beïnvloeden. Figuur: Linksonder WinToets 4.0, rechtsboven WinToets 5.0

2 2 [1] Tabblad Algemeen De gegevens die u hier invult komen op diverse plekken weer terug: bij het afnemen, bij het afdrukken en in de analyses binnen WTAnalyse. Het is aan te raden bij elk project dit tabblad volledig te vullen. Een deel wordt al ingevuld via het venster 'Basisinstellingen' dat automatisch verschijnt bij het opstarten van een project of bij het opslaan of exporteren daarvan. Algemene gegevens Open WinToets 5.0 Kies WTMaak Kies Starten met een nieuw project Vul een Project-Titel en een Project-ID in Kies uit het menu voor Bestand Project Instellingen De eerste twee velden zijn al ingevuld. Dit komt door het invullen van de Project-Titel en Project-ID in het vorige scherm. Deze kunt u hier weer wijzigen. De Project-Titel is de titel van de toets. Deze wordt gebruikt bij het afdrukken en afnemen van een toets. Daarnaast wordt deze getoond in WTAnalyse. Het Project-ID is een unieke code voor het project. Deze wordt gebruikt bij het afdrukken en afnemen van een toets. Daarnaast wordt deze getoond in WTAnalyse. Vul het vakgebied in. Er kan een keuze gemaakt worden uit een VDEX-lijst via het knopje aan het einde van de balk. Een VDEX-lijst is een landelijk afgesproken lijst van vakken en onderwijsniveaus. Voor meer informatie hierover: [ Vereniging EduStandaard ]. Vul het vakje Naam instelling in; dit is naam van de instelling die de toets heeft gemaakt. Wordt gebruikt bij afdrukken, afnemen en wordt getoond in WTAnalyse. Vul het vakje Naam maker in; dit is de naam van de projectauteur die de toets of het project heeft gemaakt. Wordt gebruikt bij afdrukken, afnemen en wordt getoond in WTAnalyse. U kunt kiezen uit een metadatalijst als deze gekoppeld is. Vul de Weging in; een getal dat bepaalt hoeveel keer een toets binnen een geheel (bijvoorbeeld een rapport) moet meetellen. Dit wordt getoond bij het afdrukken en in WTAnalyse. Vul de Status in. Kies uit: prototype, definitief, revisie, niet beschikbaar. Bedoeld voor uitgeverijen die grote groepen toetsen en projecten in ontwikkeling hebben. Vul eventueel een Toelichting in; een algemene tekst die u mee wilt sturen met de toets. Dit is zichtbaar in WTAnalyse. Keuzelijst metadata, tips, commentaar Er kan gebruik gemaakt worden van een al voorgestructureerde lijst van metadata, bijvoorbeeld van een website of een lokaal aangemaakt bestand. Er kan op dit tabblad ook een bestand (.dat) aangemaakt worden die de metadata haalt uit de toets die op dat moment geopend is. Het DAT-bestand kan ook tips en commentaren bevatten. Maak een Keuzelijst: - Via Nieuw maakt u een nieuwe lijst aan, die u daarna vanuit Vraag Metadata kunt gaan vullen via de lijstknopjes achteraan elk veld. - Keuzelijst kiezen: Kies een lijst voor het aanbrengen van metadata bij vragen. Via deze optie is het mogelijk meerdere lijsten te gebruiken voor bijvoorbeeld meerdere vakken. Deze hebt u dan al eerder aangemaakt of opgeslagen.

3 3 - Keuzelijst genereren: Hebt u een itembank ontvangen van een uitgeverij of van een collega en u wilt daar eigen vragen aan toevoegen, genereer dan eerst een DAT-bestand op basis van de in dat project aanwezige metadata. Alle gebruikte metadata wordt daarna voor u in een DAT-bestand gezet. Dit DAT-bestand gebruikt u weer voor het toekennen van metadata via Item Metadata. - Wanneer u al een XML-bestand hebt, vul dan het veld achter URI in. Vul daar het adres in naar een XML-bestand. Dit kan een online bestand zijn of een XML op uw pc. Figuur: Keuzelijst voor tips en commentaar. Knop LOM metadata Onderaan het eerste tabblad, Algemeen, staat nog een extra knop: LOM metadata. WinToets 5.0 ondersteunt de NL-variant van de open standaard IEEE LOM. Via de knop LOM metadata is het mogelijk om lom-metadata met een project mee te sturen, conform de afspraken binnen het landelijke project 'Educatieve Contentketen' van de stichting Surf en Kennisnet en alle uitgeverijen. Dit project behelst het, voor de Nederlandse situatie, geschikt maken van de internationale standaard IEEE LOM. Het doel hiervan is het uitwisselbaar maken van leermaterialen (= leerobjecten). LOM staat voor Learning Object Metadata. Zie voor meer informatie de website van de Vereniging EduStandaard. Hoe werkt dit? Wanneer u bij Project Instellingen in de tab Algemeen op de knop LOM metadata klikt, kunt u allerlei instellingen maken. WinToets genereert na het invullen van de basisgegevens automatisch een XMLdocument op de locatie van het opgeslagen project, met dezelfde naam als het project. Deze XML gaat mee tijdens de export en de inhoud wordt opgenomen in de ZIP van de export naar WinToetsXML en daarmee ook geëxporteerd in een Jinny-package, Flash-package en SCORM-package. WinToets ondersteunt die po-vo-bve-combivariant. Leermateriaal, voorzien van deze IEEE LOM NL, zal in de nabije toekomst eenvoudiger uitwisselbaar en vindbaar zijn.

4 4 Figuur: Wanneer u in WTMaak bij Project Instellingen op de knop LOM metadata klikt krijgt u bovenstaand scherm te zien. Voor informatie bij IEEE LOM NL: Vereniging EduStandaard: Educatieve Contentketen: contentketen.kennisnet.nl

5 5 [2] Inlog In het tabblad Inlog kan gekozen worden met welke velden er ingelogd moet gaan worden. Het kan gewenst zijn om een op leeftijd, woonplaats, geslacht e.d. uitgesplitste uitslag te bekijken in WTAnalyse. Daarbij kan een gewone vragenlijst met alle infoschermen en vraagtypen worden voorgelegd aan cursisten. Later kan in WTAnalyse op basis van deze velden een uitgesplitste uitslag worden gegenereerd. Bijvoorbeeld: resultaten op geslacht, leeftijd of afdeling waar men werkt. Maak de keuze of de cursisten handmatig moeten inloggen, ze de inlog mogen overslaan of moeten inloggen volgens WTafname.ini. Kies voor de WTAfname.ini als er een leerlinglijst gebruikt gaat worden. Het INI-bestand wordt ingesteld door de beheerder in WTAdmin. Vinkt u Overslaan aan, dan zal bij de start van het project geen inlog worden uitgevoerd. Het project wordt daarna anoniem gemaakt en er wordt ook geen resultaat opgeslagen in het WTA-uitslagbestand. Inloggegevens Omschrijving: Er kunnen nieuwe velden worden ingevoerd, maar alle bestaande kunnen ook worden gewijzigd. Zo zou u Klas/groep kunnen wijzigen in Afdeling. Veldtype: Er kan alfanumerieke (alle karakters) en numerieke (alleen cijfers) worden afgedwongen bij de vrije velden. Er is een datumveld voor afgedwongen data-invoer. Kiest u voor Keuzelijst, dan kunt u een pulldownlijst aanmaken, waaruit de cursist moet kiezen. Verplicht: Zet u hier een vinkje, dan kan een cursist niet verder voordat dit veld is ingevuld of gekozen. Vinkje: Via het vinkje voor elke regel, kunt u bepalen of u deze velden wel of niet wilt gebruiken. Met het vinkje Achteraan kunt u aangeven of een veld verplicht is. Figuur: Inloggegevens instellen.

6 6 Nieuwe velden: U kunt maximaal tien eigen velden toevoegen, die moeten worden gebruikt bij de opstart van een project. Op basis van deze velden kunt u later ook deelanalyses opvragen binnen WTResultaat. Een nieuw veld vinkt u aan, u geeft een naam op en geeft aan wat voor type veld dit is. Bij het gebruik maken van een keuzelijst kunt u de cursist een voorgestructureerde lijst geven om uit te kiezen. Hoe ziet dat eruit in de praktijk? Het resultaat van de inloginstelling is pas zichtbaar, als u het project opstart via WTAfname 5.0. Logt u in via een leerling.lst of cursist.lst, dan wordt alleen gevraagd de nieuwe velden in te vullen. Figuur: Hier is het veld 'Geslacht' toegevoegd. Machtigingen Met deze optie is het mogelijk vooraf groepen of losse cursisten aan te wijzen die dit project mogen opstarten. Hiervoor moet in het netwerk of op de pc een cursist.lst of leerling.lst aanwezig zijn en actief zijn gemaakt via WTAdmin. [ Klik voor meer uitleg hierbij ] Dit instellen heeft daardoor enkel zin vanuit de netwerksituatie. Thuis kunt u dit niet instellen, of u zou over exact dezelfde cursist.lst moeten beschikken, zoals in gebruik binnen uw instelling. Open het project in WTMaak waarvoor u cursisten wilt machtigen Ga naar Project Instellingen Inlog Klik op de knop Machtig cursisten Kies rechts in de pull-downlijst de juiste groep Vink in de linker kolom die cursisten aan die u wilt machtigen Sla het project op en test het via WTAfname Machtigen kan ook via WTMenu. Daar zijn machtigingen gekoppeld aan de inlog in een WTMenu. Cursisten zien dan alleen die onderdelen, waartoe ze toegang moeten hebben. [ klik voor meer uitleg hierbij ]

7 7 [3]Aan het begin De gegevens die u hier invult, hebben invloed op de start van een toets binnen WTAfname. U kunt hier bepalen wat bij het afnemen van de toets moet gaan gebeuren. Vul een wachtwoord in bij Wachtwoord voor afname door de cursist. Als u hier een wachtwoord opgeeft, kan een cursist pas een toets starten als dit wachtwoord bij de opstart in WTAfname wordt ingevoerd. Dit wachtwoord heeft geen effect op het kunnen openen in WTMaak. Wilt u ook het openen in WTMaak blokkeren, dan moet daarvoor bij het opslaan een makerwachtwoord worden ingevoerd. Maak een keuze betreffende de selectie vragen die de cursist te zien moet krijgen. o Selectie Alle vragen: Standaard instellingen. Alle vragen van de actieve toets worden aan de cursist voorgelegd. o Selectie Random selectie: Slechts een opgegeven willekeurig te kiezen aantal vragen wordt voorgelegd aan de cursist. o Selectie Random per metadataveld (bijvoorbeeld Hoofdstuk): Kies per keuze binnen een metadataveld het voor te leggen aantal vragen. Het is zo mogelijk willekeurig per hoofdstuk of itemtype een bepaald aantal vragen voor te leggen. Zo kunnen alle onderwerpen in bijvoorbeeld een oefentoets aan bod komen, maar per keer toetsen krijgt de cursist toch andere vragen. Ideaal voor zelftraining, voorafgaande aan examens. Figuur: Tabblad Aan het begin waar instellingen over de inhoud van de toets gemaakt kunnen worden.

8 8 Adaptieve mogelijkheden Bij adaptief toetsen kan een toets zich tijdens de toetsafname qua niveau aanpassen aan wat de cursist doet. Gaat het goed, dan kunnen vragen op hoger niveau worden aangeboden. Gaat het slecht, dan kan een niveau lager worden aangeboden. WinToets berekent na afloop wel het cijfer, maar dat is dan gerelateerd aan het gemiddelde toets- en cursistniveau. Adaptief type I: Tijdens het toetsen kan van niveau worden gewisseld. Adaptief toetsen is alleen mogelijk als binnen de aan te bieden toets voldoende vragen van verschillende niveaus aanwezig zijn. Niveau geeft u aan via Item Metadata. WinToets kan maximaal tien verschillende niveaus toekennen.>> Meer over Adaptief Type I Adaptief type II: Na elke vraag wordt niet alleen een niveau naar boven of naar beneden bijgesteld, maar tevens at random gezocht binnen het eerstvolgende onderwerp, binnen het gekozen metadataveld. Er kan slechts op één veld worden gesprongen.>> Meer over Adaptief Type II Figuur: Adaptiviteit instellen zodat de toets naar de behoefte van de leerling moeilijker of makkelijker wordt.

9 9 Knoppen onderaan het scherm Onderaan bij het tabblad Aan het Begin zijn drie knoppen terug te vinden voor verdere instellingen. Figuur: Linksboven WinToets 4.0, rechtsonder WinToets 5.0 Klik op Restricties. Hier kunt u instellen wanneer cursisten mogen inloggen. Ook kan hier de maximale tijdsduur worden ingesteld. >> Meer over Restricties Als u alles hebt ingesteld, klikt u op Ok. Klik op Taal/Lay-out(WTFlash) als u WTFlash gebruikt. De vormgeving en instellingen van de toets bij afname via WTFlash in de browser kunnen hier ingesteld worden. >> Meer over Taal/Lay-out Als u alles hebt ingesteld, klikt u op Ok. Klik op Taal/Lay-out(WTAfname) als u WTAfname gebruikt. De gegevens die u hier invult hebben invloed op de start van een toets binnen WTAfname. >> Meer over Taal/Lay-out Als u alles hebt ingesteld, klikt u op Ok.

10 10 [4] Tijdens De gegevens die u hier invult hebben invloed op de werking van de toets binnen WTAfname. Kijk dus als u opslaat, altijd even hier hoe de instellingen staan. Via de optie Schema kunt u eigen voorkeursinstellingen opslaan en later hergebruiken. Uitleg bij de diverse velden: Puntentotaal zichtbaar: De cursist ziet op de statusbalk tijdens de toets het totaal gehaalde aantal punten. Punten per item zichtbaar: De cursist ziet hoeveel punten voor de in beeld komende vraag kan worden verdiend. Commentaar wordt gegeven: Na het maken van een vraag wordt het commentaar getoond bij het gekozen antwoord. Is er geen commentaar aanwezig, dan wordt de tekst Goed of Fout gemeld. Het is mogelijk om hierbij aan te vinken Toon ook juiste antwoord. Deze zal dan zichtbaar zijn bij het commentaar. Na fout volgt tip en herkansing: De cursist krijgt een herkansing na een fout antwoord en daarbij de tip bij het foutief gekozen antwoord te zien. Is er geen tip ingevoerd dan luidt die standaard 'Probeer het nog een keer'. Er is vervolgens aan te geven hoeveel percentage van de punten nog te verdienen valt. Toon ook juiste antwoord: De cursist ziet bij een fout antwoord wat het juiste antwoord was geweest. Terugbladeren mogelijk: De cursist mag tijdens de toets vooruit- en terugbladeren. Hij/zij mag ook antwoorden verbeteren, mits geen punten worden getoond, geen tip en commentaar wordt gegeven. Anders wordt het maken van een toets wel erg eenvoudig gemaakt. Items door elkaar: Vragen worden per cursist volledig at random getoond. Let op! Vragen die aan elkaar gekoppeld zijn via Item Koppelen, zullen altijd in de juiste volgorde aangeboden blijven. Antwoorden door elkaar: Antwoorden worden per cursist volledig at random getoond. Let op! Voorgestructureerde antwoorden zoals meerkeuze, juist/onjuist en dubbel, worden altijd in de ingegeven volgorde getoond. Itemnummering zichtbaar: Standaard wordt het vraagnummer getoond. Bij het inzetten van WinToets als leerprogramma en het maken van diashows en voorleesboeken, kan het wenselijk zijn dit nummer niet te tonen. Positiebalk zichtbaar: Staat deze optie aan, dan is tijdens de afname bovenaan het scherm een balk zichtbaar. Deze balk toont de cursist welke vraag van de reeks op dat moment actief is en welke vragen al zijn beantwoord. Titelbalk verbergen: De titel van het project niet tijdens de toets weergeven.

11 11 Figuur: Op het tabblad Tijdens via Project Instellingen kunt u instellingen gebruiken die tijdens het maken van een toets gelden. Indien er een tijdslimiet is opgegeven: Tijdslimiet gebruiken: Door hier een vinkje weg te halen kan mogelijke invoer voor de tijdslimiet per item worden genegeerd. Na het verstrijken van de tijd...: Een vinkje zorgt ervoor dat als een tijdslimiet is verstreken, automatisch naar het volgende item wordt gesprongen. Figuur: Tijdslimiet instellingen maken.

12 12 Vaste instellingen vastleggen in een schema Een schema bevat een reeks instellingen die u onder een naam hebt vastgelegd. Zo zou u een schema 'oefenen' en een schema 'eindtoets' kunnen maken, met per schema exact de vinkjes die u daarvoor wenst. De voorbeeldschema's 'oefenen' en 'toetsen' hebben we al vast als knopje aangebracht. Die bevatten onze instellingen hiervoor. Uiteraard kunt u hier van afwijken, door een eigen schema te maken. Figuur: In een keer instellingen maken met een schema voor toetsen en een voor oefenen. Knoppen onderaan het scherm Onderaan het bij het tabblad Tijdens zijn drie knoppen terug te vinden voor verdere instellingen. Klik op Voorlezen Hier kunt u instellen welke opties betreffende het voorlezen gebruikt gaan worden. >> Meer over Voorlezen Klik op Calculator Hier kunt u instellen of u gebruik wilt maken van de standaard calculator of de wetenschappelijke calculator. >> Meer over de Calculator Klik op Digitaal schoolbord Hier kunt u er voor kiezen om een knopje te tonen voor een zwevend toetsenbord. Dit is handig bij het gebruik van het digitale schoolbord. >> Meer over Digitaal schoolbord

13 13 [5] Uitslag Er zijn meerdere soorten van uitslag mogelijk, na afloop van afname binnen WTAfname: geen of verschillende tabbladen openen. Openen Project Instellingen Ga naar tabblad Uitslag Hier kan gekozen worden welke tabbladen geopend moeten worden binnen WTAfname. Zo kan er gekozen worden voor: Tabblad Resultaat tonen met... Is deze optie aangevinkt (= standaard), dan krijgt de cursist na afloop van een project een (voorlopige) eindbeoordeling, waarbij het cijfer is bepaald op basis van de ingestelde cesuur (zie: verderop bij Cijferbepaling). Daarachter wordt nog een keuze gemaakt voor het type vermelding: Cijfer samengesteld op basis van de cesuur/cijferbepaling, Percentage niet gerelateerd aan de cesuur/cijferbepaling, O/v met als grens het op te geven cijfer. Tabblad Overzicht scores tonen Als deze optie aan staat, krijgt de cursist de kans na afloop van de toets, via een knop een overzicht op te vragen wat hij/zij goed en fout heeft gedaan. Dit overzicht kan worden afgedrukt. Tabblad Antwoorden tonen Als deze optie aan staat, krijgt de cursist de juiste antwoorden van de toets te zien, naast de antwoorden die door de cursist zelf gegeven zijn. Tabblad Commentaar tonen met tekst/afbeelding bij een score tot en met U kunt er ook voor kiezen de cursist een uitslag in woorden te geven, op basis van het percentage dat goed gescoord is. Er zijn maximaal vijf gebieden op te geven. Voorbeeld: tot 40% krijgt de cursist boodschap A, tussen 25 en 55% boodschap B, enzovoort. Kies voor tabblad Commentaar tonen met tekst/afbeelding bij een score tot en met Figuur: Tabblad Uitslag waar kan worden aangegeven wat de cursist wel en niet mag zien na het maken van een toets.

14 14 Vul de vakken bij Instellingen voor commentaar eronder in, start met de percentages. Op het moment dat u een percentage invoert, ziet u direct hoeveel punten gehaald moet worden om deze boodschap te krijgen. Kies voor tekst, een afbeelding of een geluidsbestand. Deze afbeelding of het geluid wordt na afloop getoond/afgespeeld, als het juiste percentage is behaald. Knoppen onderaan het scherm Onderaan het tabblad Uitslag is de knop Cijferbepaling te vinden. Hier stelt u de cesuur op, die moet gelden voor de af te drukken of digitaal af te nemen toets. Een cesuur is achteraf te wijzigen binnen WTAnalyse. Figuur: Opties over cijferbepaling via de knop Cijferbepaling op het tabblad Uitslag. Klik op de knop Cijferbepaling. Geef het cijfer op dat minimaal gehaald wordt bij Minimaal Cijfer/Percentage. Standaard ingesteld: de cursist krijgt een 1 bij 0% goed. Vul in bij Knik 1 in bij Cijfer 3 en bij Percentage 50%, de opbouw van het cijfer zal worden

15 15 vertraagd. Geef op bij welk percentage het maximaal haalbare cijfer wordt gegeven. Standaard: een 10 bij 100% goed. Standaardkeuzes, het vak naast de Cesuur U kunt de cijfers automatisch laten corrigeren voor een opbouw van 0-10 en van Doe dit alleen als u kennis hebt van cijferopbouw en correcties daarop. Volgens tabel Wilt u geen standaard cijferopbouw, maar cijfers op basis van het aantal fouten laten samenstellen, gebruik dan deze optie. Er wordt uitgegaan van het maximaal voor de actieve toets te behalen aantal punten. Kies vervolgens een tabel. Voorbeeld: kiest u tabel 10, dan wordt 1 fout per punt gerekend. Is een toets actief voor 72 punten, dan betekent dit dat de cursist nog op een 0 komt bij 87,5% goed. In vrijwel alle lerarenagenda's staan deze tabellen achterin. Knop GokPercentage Gebruik deze knop om te kunnen bepalen welk percentage een cursist kan gokken, voor deze toets en bij deze cesuurinstelling. Op basis hiervan zou u kunnen besluiten bij een mogelijk gokpercentage van 33%, de instelling zo te veranderen dat bij 33% goed een 0 of een 1 wordt gescoord. Voorbeeld: vraag 1, open, 4 punten vraag 2, meerkeuze, 4 punten, 4 antwoorden vraag 3, meerkeuze, 3 punten, 6 antwoorden vraag 1, geen gokkans = 0 punten vraag 2, door gokken 4/4 = 1 punt te scoren vraag 3, door gokken 3/6 = 0.5 punt te scoren maximaal te scoren = 11 door gokken te scoren = 1.5 Dus het percentage dat door gokken kan worden gehaald is dan 1.5/11 = 14%. U zou dan dus kunnen instellen dat de cursist bij 13% goed een 1 haalt. WTMaak kijkt alleen naar meerkeuzevragen. We kijken dus niet naar meermeerkeuzevragen, comboboxvragen, matchingvragen en ordeningsvragen. Het is ook zo dat bij die vraagtypen strafpunten gegeven kunnen worden zodat je daar bij de vraag zelf al rekening kunt houden met een gokkans. We kijken ook niet naar de hotspotmeerkeuze omdat het daarbij voor WTMaak niet te bepalen is of de leerling aan de afbeelding kan zien of het aantal aan te klikken hotspots een beperkt aantal is.

16 16 [6] Na afloop Op het moment dat een cursist klaar is met de toets, moet de uitslag worden opgeslagen. Hier bepaalt u waarin en hoe dat gebeurt. Projectuitslag opslaan Gegevens opslaan in Geef de naam van het WTA-bestand (voorheen DAT (v 3.0) of MDB (v 3.1) op waarin de toetsuitslag wordt bewaard. WTA staat voor WinToetsAnalyse. De locatie waar dat gebeurt is opgeslagen in de file wtafname50.ini. U kunt dat instellen in WTAdmin via het tabblad WTAfname50.ini. Meestal is het de systeembeheerder die dit resultatenpad invoert. >> Naar informatie over WTAdmin. Vul een wachtwoord in bij Wachtwoord voor WTAnalyse Bij gebruik in een netwerk is het aan te bevelen een persoonlijk wachtwoord mee te geven. Doet u dat niet, dan kan iedereen (bijvoorbeeld collega's) de inhoud van uw WTA-bestanden gaan bekijken in WTAnalyse. Vink aan Uitslag mag afgedrukt worden Hiermee krijgt de cursist een knop in beeld, via welke een af te drukken HTML-pagina wordt aangemaakt. Hierop staat de volledige projectuitslag. >> Voorbeeld bekijken Vink aan Overzicht van... kan afgedrukt worden Hiermee krijgt de cursist een knop in beeld, via welke een af te drukken HTML-pagina wordt aangemaakt. Hierop staat een uitgebreid overzicht van alle vragen die hij/zij fout had en wat het antwoord had moeten zijn. De cursist kan hier later nog eens naar kijken. >> Voorbeeld bekijken Vink aan Tevens ASCII-opslag Als u, bijvoorbeeld in het kader van een onderzoek, ook direct een leesbaar toetsuitslagbestand wilt hebben, gebruik dan ook deze optie. Waarschuwing: doe dit standaard niet, want dit bestand zal vrij leesbaar en aanpasbaar zijn door derden. Projectuitslag posten Vink aan Resultaten versturen naar resultatenserver De resultaten worden verzonden naar de resultatenserver. Rechten cursist Vink aan Project nogmaals bekijken De cursist krijgt na afloop een knop in beeld, via welke hij/zij zijn/haar gemaakte toets nog eens kan doornemen. Er kan dan echter niets meer veranderd worden aan de antwoorden. Vink aan Project mag maximaal... Hiermee blokkeert u een volgende inlog in het project. Een cursist kan een toets één of meer keer opstarten en daarna niet meer. Bepaalde vormen van fraude kunnen hiermee voorkomen worden. Via het getal kunt u bepalen na hoeveel keer maken u deze inlog wilt blokkeren. Bij het opstarten kijkt WTAfname in de WTA-uitslagfile of het project al eerder is opgestart. Deze WTAfile moet er dan dus nog wel zijn, anders werkt de blokkering niet.

17 17 Vul ook het gewenste aantal pogingen in. Diashow Als u WinToets als een presentatieprogramma wilt gebruiken, kies voor Diashow herhalen Hebt u een diashow gemaakt (via Vraag Informatie), dan kunt u deze diashow zichzelf (eindeloos) laten herhalen. Handig als u WTAfname inzet als presentatieprogramma. Figuur: Tabblad Na afloop via Project Instellingen.

18 18 Knoppen onderaan het scherm Onderaan het tabblad Na afloop is de knop Certificaat te vinden. Hier zijn een drietal instellingen te doen: - of het certificaat afgedrukt mag worden; - hoeveel procent de cursist minimaal moet scoren om een certificaat te krijgen; - welk certificaat het moet worden, deze kan ook bewerkt worden. Figuur: Voorbeeld certificaat. [7] Vervolg In het tabblad Vervolg bepaalt u wat er moet gebeuren als de toets klaar is en alle uitslagen zijn opgeslagen. Standaard wordt door WTAfname dan gestopt. Er zijn echter ook andere mogelijkheden. Kies wat er moet gebeuren na het afronden van een toets. - Stoppen: WTAfname sluit af, na afloop van de toets. - Nogmaals hetzelfde project voor dezelfde cursist: Dezelfde cursist springt terug naar het begin van dezelfde toets en kan die nu nogmaals maken, mits op het tabblad Na afloop geen blokkade voor een volgende opstart is aangebracht. - Terug naar inlogscherm (zelfde project, nieuwe cursist): Een volgende cursist kan aan het werk met hetzelfde project. Deze toets hoeft dan dus niet meer aangewezen te worden. - Terug naar project-keuze-scherm (nieuw project (vrije keuze), zelfde cursist): Dezelfde cursist kan aan het werk met een ander project. Dit project moet dan dus wel worden aangewezen. - Direct een ander project starten (nieuw project (afgedwongen), zelfde cursist): Dit is een adaptief element. U bepaalt bij welke score welk project zal starten. Tot vijf

19 19 projecten kunt u zo laten starten. Is er slecht gescoord, dan kan een herhalingsproject starten. Is er goed gescoord, een verdiepingsproject, enzovoort. Er kan ook voor Ander type vervolg gekozen worden. - WTAfname beëindigen en een ander programma of website starten: Wijs hier een programma aan of plak een URL van een website in het invulvenster. Is de cursist klaar, dan zal direct dit programma of deze site in beeld komen. Ideaal om een ELO te starten, een studiewijzer, WTMenu of een ander programma. Figuur: Instellen wat er na de toets gebeurt in het tabblad Vervolg via Project Instellingen. Voor meer informatie: Blijf op de hoogte via onze weblogs: derodeplaneet.wordpress.com en quayn.wordpress.com! Verantwoording: Uitgeverij De Rode Planeet. Niets uit dit document mag worden gebruikt buiten de instelling. Kopiëren binnen deze instelling is toegestaan. Onder geen beding mag dit document gebruikt worden voor commerciële scholing van derden. Hiervoor dient een aparte licentie aangevraagd te worden.