MILIEUJAARVERSLAG 2010

Transcriptie

1 MILIEUJAARVERSLAG GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE & SPAARNWOUDE Vastgesteld augustus 2011

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Milieu algemeen Vergunningverlening en handhaving Bodem en asbest Verkeer en vervoer Geluid Luchtkwaliteit Klimaatbeleid Externe veiligheid Afval Water Milieucommunicatie Gemeentelijke organisatie Kosten Conclusie...16 Bijlage

3 1. Inleiding Jaarlijks stelt de raad van Haarlemmerliede en Spaarnwoude een milieuprogramma op. Dit programma wordt in de loop van het navolgende jaar geëvalueerd, de resultaten worden gerapporteerd in het milieuverslag. Het opstellen van een milieuverslag heeft een wettelijke basis. In artikel 21.1 van de Wet milieubeheer is opgenomen dat burgemeester en wethouders jaarlijks verslag doen aan de gemeenteraad over hun milieubeleid met betrekking tot de uitvoering van een aantal hoofdstukken van de Wet milieubeheer. In het milieujaarverslag worden de activiteiten beschreven die op het gebied van milieu zijn uitgevoerd. Leidraad hierbij is het milieuprogramma. Het jaar stond in het teken van veranderingen. Naast nieuwe wet- en regelgeving is er door provincie Noord-Holland in 2009 een audit uitgevoerd. Conclusie van deze provinciale audit is dat onze gemeente niet voldoet aan een aantal kwaliteitscriteria. Naar aanleiding van de resultaten hebben wij in een verbetertraject ingezet door middel van een verbeterplan. Dit verbeterplan moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de provincie. Op dit moment zijn wij in afwachting van een reactie. Het verbeterplan zal het uitgangspunt vormen voor de professionalisering van de milieuhandhaving in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het eindresultaat zal moeten zijn dat de gemeente voldoet aan de gestelde kwaliteitscriteria. Verder wordt er inmiddels hard gewerkt aan de totstandkoming van een integraal handhavingsbeleid. Voor het taakveld milieu houdt dit in dat meerdere onderwerpen uit het milieuprogramma voortaan worden opgenomen in een integraal (Wabo)uitvoeringsprogramma. Welke taken dit zijn is op dit moment nog onduidelijk. 2. Milieu algemeen Milieuraad In april 1998 is de Milieuraad van Haarlemmerliede en Spaarnwoude geïnstalleerd. In samenspraak met de milieuraad wordt het beleid ontwikkeld dat bewoners moet betrekken bij milieuvriendelijke maatregelen en veranderen in gedrag (voorbeelden hiervan zijn de milieuraadgever en de zwerfvuilactie). De Milieuraad heeft als taak het college van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over milieu en leefbaarheid. Milieudienst IJmond In 2000 is de Milieudienst IJmond met de gemeente een dienstverleningsovereenkomst aangegaan voor het uitvoeren van bepaalde milieutaken. Eind 2009 is deze overeenkomst voor de tweede keer met een periode van vijf jaar verlengd. De milieudienst ondersteunt de gemeente bij vergunningverlening, evenementen, regionale projecten (handhaving, klimaat, externe veiligheid), ISV-bodemtaken en technische advisering (geluid en bodem). Milieuprogramma De milieuactiviteiten van een gemeente bestaan hoofdzakelijk uit het implementeren en uitvoeren van rijks- en provinciaal beleid naar de specifieke gemeentelijke situatie. Deze worden jaarlijks vastgelegd in een milieuprogramma. 3

4 3. Vergunningverlening en handhaving Op 1 oktober is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de Wabo) in werking getreden. Deze wet heeft grote consequenties voor het omgevingsrecht zoals dat tot nu toe gold. Tot de inwerkingtreding van de Wabo was een milieuvergunning vereist om een vergunningplichtige inrichting op te richten, in werking te hebben, of om de inrichting te veranderen. Na de inwerkingtreding van de Wabo is daarvoor geen milieuvergunning, maar een zogeheten omgevingsvergunning nodig. Kern van de wet is dat toestemmingsstelsels uit verschillende wetten, zoals de Woningwet, de Wet Milieubeheer en de Monumentenwet 1988 worden geïntegreerd in één stelsel, dat van de Wabo. De Wabo stelt een project centraal, waarbij een project bestaat uit één of meer vergunningplichtige activiteiten met gevolgen voor de fysieke leefomgeving, zoals het bouwen van een bouwwerk, het gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan en het oprichten van een milieu-inrichting. De Wabo voorziet erin dat voor deze activiteiten één omgevingsvergunning wordt verleend, in plaats van afzonderlijke vergunningen zoals een bouwvergunning en een milieuvergunning. De Wabo is een overkoepelende wet. Dat betekent dat de wetten die voortaan onder de Wabo vallen, gewoon zelfstandig blijven bestaan. Wat betreft toestemmingen zijn er 3 soorten te onderscheiden. Toestemmingen die direct onder de omgevingsvergunning vallen, toestemmingen die aanhaken bij de Wabo en overige toestemmingen. Op het gebied van milieu vallen de milieuvergunningen (Wet milieubeheer) en de milieumeldingen (Besluit landbouw milieubeheer, Besluit mestbassins milieubeheer en Besluit glastuinbouw milieubeheer) direct onder de omgevingsvergunning. Een aantal toestemmingen kan bij de omgevingsvergunning worden 'aangehaakt'. Dat betekent dat ze niet altijd onderdeel zijn van de omgevingsvergunning, maar alleen wanneer het om een bepaalde locatie gaat waar een omgevingsvergunning voor nodig is. Een voorbeeld is een bouwproject waarvoor ontheffing van de Wet bodembescherming nodig is. Deze ontheffing wordt in het kader van het bouwproject waarvoor ontheffing van de Wet bodembescherming nodig is. Deze ontheffing wordt in het kader van het bouwproject 'aangehaakt' bij de Wabo, en vormt zo dus een onderdeel van de omgevingsvergunning. Wordt er niet gebouwd? Dan kan de ontheffing ook op basis van de Wet bodembescherming worden aangevraagd. De Wabo komt dan niet in beeld. Het gaat hierbij om de ontheffing Wet bodembescherming, ontheffingen en meldingen van de Wet milieubeheer, besluit tot vaststelling hogere grenswaarden van de Wet geluidhinder, vergunningen met betrekking tot handelingen in natuurgebied en met gevolgen voor dieren en planten van de Natuurbeschermingswet en de ontheffing en kennisgeving van de Flora- en faunawet. In tabel 3.1 is aangegeven welke acties de gemeente in heeft uitgevoerd voor vergunningverlening en handhaving. 4

5 Tabel 3.1 Overzicht milieuvergunningen en meldingen 2009 Categorie Totaal 2009 Totaal Aantal inrichtingen Vergunningplichtige inrichtingen AMvB-plichtige inrichtingen Totaal Aantal acties m.b.t. vergunningverlening Verleende vergunningen/actualisaties per jaar (8.1 Wm)* Meldingen vergunningplicht (art 8.19 Wm)* Binnen wettelijke termijn Niet binnen wettelijke termijn Meldingen Activiteitenbesluit Gedoogbesluiten Opleggen nadere eis Aantal beroepszaken bij Raad van State tegen Aantal uitgevoerde handhavingsacties per jaar Integrale controles Hercontroles Voornemens Dwangsom opleggingen Dwangsom intrekking Bestuursdwang oplegging Bestuursdwang beëindiging Inning dwangsommen * toestemming is per 1 oktober opgegaan in de omgevingsvergunning Begrippenkader Categorie: inrichtingen zijn ingedeeld in milieucategorieën. Hoe hoger de categorie, hoe groter de te verwachten milieubelasting. Deze indeling bepaalt mede de frequentie van de controles (een inrichting in categorie 4 wordt vaker gecontroleerd dan een inrichting in categorie 1). Melding vergunningplicht: soms kan bij een wijziging of uitbreiding van een inrichting met een milieuvergunning worden volstaan met een melding op grond van artikel 8.19 Wet milieubeheer. Meldingen Activiteitenbesluit: hebben geen milieuvergunning nodig, maar moeten zich houden aan algemene rijksvoorschriften in de voor hun bedrijfstak geldende Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) (een melding op grond van artikel 8.40 Wet milieubeheer). Opleggen nadere eis: alleen bij AMvB-inrichtingen; indien nodig kan de gemeente afwijken van of een andere invulling geven aan de standaardvoorschriften in de geldende AMvB. Gedoogbesluit: besluit van de gemeente om tijdelijk niet op te treden tegen een bedrijf wanneer dit vanwege een overgangs- of overmachtsituatie niet aan de milieuregels kan voldoen. Bestuursdwang: door de gemeente opgelegde geldboete voor elke keer dat een bedrijf een overtreding herhaalt of een overtreding niet binnen een opgedragen termijn ongedaan maakt. Voornemen: schriftelijke waarschuwing van de gemeente aan een bedrijf dat bij een volgende overtreding opgetreden zal worden via een dwangsom of bestuursdwang. Milieuklachten, incidenten en milieugerelateerde APV taken De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) regelt diverse milieuaspecten, onder andere met betrekking tot het illegaal storten van afvalstoffen, geluidshinder (buiten inrichting), het verbranden van (afval)stoffen, het achterlaten van autowrakken, gevelreiniging en incidenten op de openbare weg. Daarnaast houdt de gemeente toezicht op evenementen (zoals het Awakeningsfestival) en andere horeca gebonden festiviteiten (zoals het Zomerfeest in Spaarndam). Voor het uitvoeren van geluidsmetingen bij dergelijke evenementen wordt hierbij eventueel gebruik gemaakt van de kennis van Milieudienst IJmond. 5

6 De milieuklachten hebben vooral betrekking op de in de APV geregelde milieuaspecten. Het zorgvuldig afhandelen van een milieuklacht is van groot belang en heeft een hoge prioriteit. De afdeling Ruimte is, in geval van milieu-incidenten en andere calamiteiten, ook buiten kantooruren oproepbaat. De wachtdienstambtenaar is telefonisch bereikbaar en kan andere medewerkers oproepen of externe bedrijven inschakelen. Tabel 3.2 Overzicht klachten en incidenten 2009 Categorie Aantal Aantal Geluid 2 1 Stank 6 3 Afval Autowrakken 5 4 Olielekkage 2 1 Overig Totaal Tabel 3.3 Overzicht tijdsbestek klachtenafhandeling 2009 Tijd Aantal Aantal Binnen 2 dagen Binnen 1 week Langer dan 1 week 7 2 Totaal Tabel 3.4 Overzicht overige milieugerelateerde APV-taken* 2009 Activiteit Aantal Aantal Evenementen 6 6 Gevelreiniging 2 - * Dit zijn taken die niet binnenkomen naar aanleiding van een klacht of incident 4. Bodem en asbest Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) In is de derde ISV-periode van start gegaan. ISV3 heeft een looptijd tot en met Het budget is onderverdeeld in drie groepen te weten: stedelijke vernieuwing, bodem en geluid. Het ISV-3 budget is een geïntegreerd budget: het betreft één budget. Dit in tegenstelling tot eerdere periodes. De onderverdeling dient er alleen voor om het budget zo goed mogelijk per gemeente te kunnen verdelen. Dit betekent bijvoorbeeld, dat wanneer geld voor het fysieke deel niet meer ingezet kan worden, dit geld ook voor bijvoorbeeld geluid- of bodemsanering ingezet kan worden. Overzicht reguliere bodemtaken De onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitgevoerde bodemtaken in. Tabel 4.1 Overzicht reguliere bodemtaken 2009 Activiteit Aantal Aantal Bodemonderzoeken en saneringen Verkennende bodemonderzoeken 7 6 Aanvullende bodemonderzoeken 2 1 Nader onderzoek 2 0 Sanering 2 1 BOOT (Besluit opslaan in ondergrondse tanks) Sanering ondergrondse tanks - - Besluit bodemkwaliteit en grondstromenbeleid Meldingen Besluit bodemkwaliteit 6 8 Toezicht / controles Besluit bodemkwaliteit 6 4 Toezicht / controles grondstromenbeleid 6 4 Asbest Toezicht sloopvergunningen 8 5 Bodeminformatie makelaars Verstrekken informatie

7 Bodemonderzoeken en saneringen Eén van de reguliere taken is het toetsen van bodemonderzoeken. Bodemonderzoeken komen voort uit grondtransacties, bouwvergunningen en milieuvergunningen. Bij bouwplannen vindt er met betrekking tot de bodem afstemming plaats tussen de medewerker bouw- en woningtoezicht en de technische medewerker milieu. Besluit bodemkwaliteit Met de inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit (op 1 januari 2008) is het Bouwstoffenbesluit vervallen. Bodemkwaliteitskaarten met bodembeheerplan die nog voor de inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit zijn vastgesteld, zijn nog vijf jaar geldig. Op 17 juli 2007 is het bodembeheerplan door burgemeester en wethouders vastgesteld. Het plan is vijf jaar geldig tot en met Grondstromenbeleid Met grondstromen worden het afgraven, hergebruiken, opslaan, vervoeren en storten van grond bedoeld. Handelingen met grond zijn aan regels onderworpen om te voorkomen dat deze handelingen leiden tot (extra) verontreiniging van de bodem. Squit Squit is de nieuwe generatie software, speciaal ontworpen voor vergunningen en handhaving. Squit integreert alle bestaande vergunning- en handhavingszaken in één modern systeem. Zowel klachten als vergunningen, beschikkingen en meldingen als controle en handhaving zijn in dit systeem samengebracht: van eenvoudige kapvergunningen tot complexe bouw-, milieu- of omgevingsvergunningen, en van vrijstellingsprocedure tot voorbereidingsprocedure voor een nieuw bestemmingsplan. Het voornemen was dat het programma in volledig in werking was. Door onvoorziene omstandigheden is dit inmiddels uitgesteld tot Verkeer en vervoer N200 Al jaren veroorzaakt de N200 veel overlast voor bewoners. Om de veiligheid en leefbaarheid van de inwoners van Halfweg te verbeteren is enkele jaren geleden begonnen met de herinrichting van de N200. De nieuwe ontsluiting van het terrein SugarCity en de bouw van het station Halfweg-Zwanenburg is het laatse deel van de eerste fase voor wat betreft de herinrichting. Dit project staat gepland voor na. Aangezien een duurzame oplossing nog steeds niet voor handen is, hebben gemeente en Dorpsraad Zwanenburg Halfweg zich met een petitie gewend tot de minister van Verkeer en Waterstaat. De minister erkende de problematiek ten aanzien van de leefbaarheid en de verkeersveiligheid in de gemeente. Echter, afwaarderen van de weg is volgens hem geen optie. De minster heeft toegezegd om met een plan voor de problemen te komen. Het Actieplan N200 is inmiddels gepresenteerd in Den Haag en daaruit blijkt dat direct betrokken partijen de N200 niet direct als prioriteit op de agenda hebben staan en dus geen financiële middelen beschikbaar willen stellen. In reactie hierop heeft het college in december een brief naar de commissie voor Infrastructuur en Milieu gestuurd met het verzoek voor een definitieve oplossing voor het leefbaarheidsprobleem rond de N200. 7

8 Tweede Coentunnel en Westrandweg Om het verkeer in de Randstad beter te verdelen is in 2009 gestart met de bouw van een Tweede Coentunnel. en de Westrandweg (tussen de Coentunnel en knooppunt Raasdorp). Verwacht wordt dat zowel de Coentunnel als de Westrandweg in 2012 wordt opengesteld voor verkeer. Spitsstroken A9 Op 17 november heeft de Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak alle beroepen tegen het Wegaanpassingsbesluit A9 Velsen-Raasdorp en Badhoevedorp-Raasdorp ongegrond verklaard. Daarmee is het Wegaanpassingsbesluit voor de spitsstroken op de A9 onherroepelijk. De aanleg van de spitsstroken is inmiddels afgerond. Na een uitvoerige test zijn de spitsstroken in februari 2011 in gebruik genomen. Station Halfweg-Zwanenburg Het station Halfweg-Zwanenburg krijgt een voetgangersbrug die over het spoor wordt gebouwd en die de twee perrons met elkaar verbindt. Deze perrons zijn tevens met een lift toegankelijk. Speciaal voor voetgangers en fietsers komt er een brug over de Ringvaart ter hoogte van Sugar City zodat de inwoners van Zwanenburg het station goed kunnen bereiken. Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude realiseert alle benodigde voorzieningen in de openbare ruimte. Het voorplein en een goede toegankelijkheid van het station maken daar onderdeel van uit. Ook zorgt de gemeente voor een P+R-terrein (Park + Ride) met een capaciteit van 150 parkeerplaatsen. De voorbereidingen voor de realisering van het station is inmiddels in volle gang. De bouw van station Halfweg-Zwanenburg start in de loop van Geluid Railverkeerslawaai In 2008 is subsidie toegekend voor de bouw van drie geluidsschermen in Halfweg te weten Spaarndammerweg Noordzijde, Dubbele Buurt Zuidzijde en Dubbele Buurt Noordzijde. Het projectvoorstel heeft in het kader van de inspraakprocedure zes weken ter inzage gelegen. Tevens is er eind een informatieavond gehouden met als doel de mening van de betrokken bewoners te horen, alsmede een presentatie te geven van het project. Nu de meningen op de informatieavond klaarblijkelijk verdeeld waren, is een enquête onder de omwonenden verspreid. Het doel van een enquête was inzicht te krijgen in het standpunt van de bewoners van de woningen direct langs de spoor over de mogelijke plaatsing van een geluidsscherm. Op basis van onder andere de informatieavond en de uitslag van de enquête is gebleken dat de voorkeur uitgaat naar het plaatsen van slechts één scherm, te weten Dubbele Buurt Zuidzijde. De twee andere schermen komen hiermee definitief te vervallen. Eind oktober is bekend geworden dat ProRail op het traject Halfweg geluidsdempers gaat aanbrengen waardoor de geluidsuitstraling met circa 3 db(a) zal afnemen. Uit de voorlopige berekeningen is gebleken dat na plaatsing van de raildempers, geen enkele woning aan de Dubbele Buurt Zuidzijde de waarde van 64 db nog overschrijdt. Hiermee is feitelijk het budget voor het plaatsen van het geluidsscherm weggevallen. 8

9 Voor de definitieve berekeningen dient gebruik te worden gemaakt van het Akoestisch Spoorboekje. Medio 2011 wordt een nieuwe versie van het Akoestisch Spoorboekje vrijgegeven. Voorlopig wordt het project aangehouden. Gemeentelijk geluidsbeleid In 2009 is het actieplan Geluid EU Omgevingslawaai vastgesteld. In dit actieplan staat het geluidsbeleid voor de periode Het actieplan volgt op de eerder opgestelde geluidsbelastingkaart die een weergave geeft van de geluidsbelasting veroorzaakt door de verkeerswegen, spoorwegen, bedrijven en luchtvaart in of nabij de gemeente. Daarbij is ook inzichtelijk gemaakt het aantal geluidsgevoelige objecten, zoals woningen, en hoeveel bewoners in een bepaald gebied aan bepaalde waarden van de geluidsbelasting worden blootgesteld. 7. Luchtkwaliteit De luchtkwaliteit is de som van de bijdrage door verkeer, industrie en de aanwezige achtergrondconcentraties. In onze gemeente is geen voor de luchtkwaliteit relevante industrie aanwezig. Wel zijn er twee rijkswegen die de gemeente doorkruizen: de A9 en de N200. De in de gemeente aanwezige achtergrondconcentraties worden mede bepaald door de nabijheid van stedelijke gebieden (Amsterdam-Haarlem), Westelijk Havengebied Amsterdam, Schiphol en de scheepvaart op het Noordzeekanaal. De gemeente wordt bij het nemen van maatregelen beperkt door het feit dat de gemeente geen bevoegdheden heeft om bepaalde maatregelen te nemen. 8. Klimaatbeleid In 2008 heeft de gemeente Haarlemmerliede c.a. samen met nog 74 andere gemeenten van Noord-Holland, de klimaatafspraak ondertekend. Met deze ondertekening bestempelen alle partijen het belang van het klimaatbeleid en energie. Bovendien kunnen gemeenten door de klimaatafspraak te ondertekenen, aanspraak maken op subsidie van de provincie. Regeling Gemeentelijke energiesubsidie In heeft de gemeente samen met de provincie Noord-Holland subsidie ter beschikking gesteld om het toepassen van duurzame energie te stimuleren. Vanwege de beperktheid van het budget is besloten de subsidie alleen te gebruiken om particulieren te stimuleren om te investeren in energie-efficiency van de bestaande woningen. Hierbij kan gedacht worden aan installaties welke energie opwekken uit hernieuwbare bronnen zoals zonlicht, zonwarmte, waterkracht en wind of maatregelen die de energievraag reduceren zoals isolatie en HR glas. Duurzaam bouwen Met duurzaam bouwen belasten we nu en in de toekomst het milieu zo min mogelijk bij het bouwen, gebruiken, renoveren of slopen van gebouwen. Duurzaam bouwen draagt daarmee bij aan de oplossing van wereldwijde milieuproblemen als de klimaataantasting door broeikasgassen en het opraken van grondstoffen. Uitbreiding raadhuis De uitbreiding omvat twee bouwlagen met een verbindingsgang naar het bestaande deel van het gemeentehuis. Met het oog op het klimaat is gekozen voor de toepassing van zonnecollectoren en aardwarmte. Eind februari 2011 is de afdeling Ruimte naar het nieuwe gedeelte verhuisd. 9

10 Andere relevante bouwprojecten Voor zijn de volgende bouwprojecten relevant: de herontwikkeling van SugarCity en Polanenpark. Verder is op 15 december j.l. de bouw van de eerste fase van SpaarneBuiten gestart. 9. Externe veiligheid Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij onder meer om bedrijven die onder het BRZO 1 vallen, LPG-tankstations, opslagplaatsen (PGS), ammoniakkoelinstallaties en spoorwegemplacementen. Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico (PR) en regels voor het groepsrisico (GR). Het verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen hiermee rekening te houden. Vervoer gevaarlijke stoffen De rijkswegen A9 en N200 zijn door het rijk en de provincie Noord-Holland aangewezen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De gemeente mag wegen die zijzelf beheert aanwijzen als route van gevaarlijke stoffen. In zijn een aantal workshops gehouden om: o de inzichten in het vervoer van gevaarlijke stoffen in de gemeenten te actualiseren en zicht te krijgen op mogelijke knelpunten; o de mogelijkheden en onmogelijkheden van de regelgeving rondom het vervoer van gevaarlijke stoffen (nog eens) toe te lichten; o de specifieke gemeentelijke wensen in beeld te brengen t.a.v. het aanwijzen, toevoegen of verwijderen van bepaalde weggedeelten; o de invloed van toekomstige ontwikkelingen op het vervoer van gevaarlijke stoffen in de gemeente te inventariseren. De uitkomst wordt medio 2011 verwerkt in een adviesnota. 10. Afval Op 1 juli 2002 heeft de gemeente de gehele inzameling van afvalstoffen overgedragen aan De Meerlanden te Rijsenhout. Het huidige contract loopt tot en met Verzamelsysteem In zijn alle bovengrondse metro s in het buitengebied vervangen door rolemmers, die aan de inwoners ter beschikking zijn gesteld. Grijs- en GFT-afval wordt in onze gemeente gescheiden verzameld en opgehaald. Ook grofvuil, takken en KCA zijn in periodiek opgehaald. Sinds het eerste kwartaal van is onze gemeente overgegaan tot het gescheiden inzamelen van plastic. Ook deze inzameling is overgedragen aan De Meerlanden. 1 Het Besluit risico's zware ongevallen 1999 integreert wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampbestrijding in één juridisch kader. Doelstelling is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Het BRZO stelt hiertoe eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland. Daarnaast wordt in het besluit de wijze waarop de overheid daarop moet toezien geregeld. 10

11 De door De Meerlanden opgestelde jaarrapportages voor de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude geeft gedetailleerde informatie over de afvalinzameling. Afvalpreventie Initiatieven op het gebied van afvalpreventie zijn in vooral ontplooid door de Milieuraad. Het gaat hierbij om de milieuraadgever met tips en informatie, de zwerfvuilactie, de ZwerfAfvalPakkers-actie en het melden van zwerfafval en dumpingen. Verder is in voor de derde keer een kerstbomenactie gehouden. Deze initiatieven worden ondersteund door de gemeente. Zwerfafval In 2009 is gestart met het Basisproject Zwerfafval. Eén van de verbetermaatregelen was het plaatsen van prullenbakken en blikvangers langs fiets- en wandelroutes en beruchte zwerfafvalplekken. Eind zijn deze geplaatst. In 2011 vindt er een evaluatie plaats. 11. Water Gemeentelijk rioleringsplan Op grond van de artikelen 4.22 en 4.23 Wet milieubeheer zijn gemeenten verplicht tot het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Met dit plan wordt beleidsmatig invulling gegeven aan de zorgplicht voor de doelmatige inzameling en transport van afvalwater. In 2005 zijn een gemeentelijk rioleringsplan en een rioolbeheersplan vastgesteld. Het nieuwe GRP wordt medio 2011 vastgesteld. Waterwet Op 22 december 2009 is de Waterwet van kracht geworden. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen bijvoorbeeld het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. In de Waterwet zijn een acht wetten, met betrekking tot het waterbeheer, geheel of soms gedeeltelijk geïntegreerd. Deze wetten komen daarmee te vervallen, hetgeen resulteert in een vermindering van regels, een vereenvoudiging van het vergunningenstelsel en minder administratieve en bestuurlijke lasten. De Waterwet is in tegenstelling tot een voorganger, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, niet van toepassing op indirecte lozingen, die vallen nu uitsluitend onder de Wet milieubeheer. 12. Milieucommunicatie Maatschappelijke ontwikkeling Voor veel inwoners is milieu datgene waarmee ze in hun directe leefomgeving te maken hebben. Ze hebben er last van (hinder, gezondheidsrisico s, zwerfvuil, hondenpoep, verloedering) of dragen zelf bij aan eventuele problemen. Het oplossen van milieuproblemen kan niet zonder betrokkenheid van de burgers zelf. Omgekeerd kan het milieubeleid bijdragen aan het versterken van de sociale structuur. De burger zal meer betrokken moeten zijn en zich meer betrokken moeten voelen bij het milieubeleid. Het zal nodig zijn het kennisniveau en het besef van inwoners van Haarlemmerliede en Spaarnwoude over milieu en duurzaamheid te vergroten zodat de betrokkenheid en de participatie bij de leefomgeving worden versterkt. 11

12 Website/Gemeentekrant Op de website is milieu-informatie te vinden (waaronder ook de milieuraadgever met tips over bijvoorbeeld energiebesparing en composteren). Jarenlang publiceerde de gemeente de officiële mededelingen in het Witte Weekblad en het Haarlems Weekblad. Sinds 1 oktober heeft de gemeente een eigen gemeenteblad Maak kennis met Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De krant verschijnt tweewekelijks en wordt bij alle huisadressen in de gemeente bezorgd. Maak kennis met Haarlemmerliede en Spaarnwoude informeert de lezers over zaken die in de hele gemeente spelen. In de krant zijn de officiële mededelingen van de gemeente opgenomen. Deze worden niet meer in de bovenstaande huis-aan-huisbladen geplaatst. Daarnaast biedt de krant ruimte om inwoners actief te informeren over diverse milieuonderwerpen. 13. Gemeentelijke organisatie Afstemming Met de inwerkingtreding van de Wabo is het van groot belang dat er tussen verschillende diensten binnen de gemeente en andere partijen wordt samengewerkt. De vergunningverleners, beleidsmedewerkers en handhavers blijven overigens het vakinhoudelijke werk doen zoals men dat gewend is, echter zij hebben daarbij ook oog voor integrale afstemming van adviezen en activiteiten. Niet de burger moet voor afstemming van adviezen zorgen, maar de gemeente en haar medewerkers zorgen voor de integrale afstemming waardoor de burger een integraal advies krijgt. Capaciteit De tabellen 13.1 t/m 13.3 geven een overzicht van de formatie en bestede uren in op basis van tijdregistratie. Tabel 13.1 Overzicht formatie/uren Begroting totaal Begroting afdeling milieu Werkelijk afdeling milieu Functie Uren Fte Uren Fte Uren Fte Medewerker milieu Medewerker , juridische zaken en milieu Totaal De medewerker juridische zaken en milieu heeft in binnen de gemeente meer uren gewerkt op het gebied van ruimtelijke ordening, juridische beleidsadvisering, aansprakelijkheid en handhaving dan begroot. De begroting dient hierop aangepast te worden. Daarnaast heeft zij in 16 weken zwangerschapsverlof genoten en is tijdens dit verlof niet vervangen. 12

13 Tabel 13.2 Overzicht van de bestede uren van alle medewerkers op basis van tijdregistratie in Milieubeheer Uren Milieuhandhaving 607, Ongediertebestrijding CO2 Klimaatbeleid Milieubeleid en vergunningverlening 1.515,25 Subtotaal Overige aan milieu gerelateerde uren Legionellabestrijding 43, Afvalinzameling 122, Riolering 414,25 Subtotaal 580,25 Uren milieu Totaal 2.744,25 Tabel 13.3 Overzicht externe uren bij Milieudienst IJmond in Activiteiten onder contract-uren Vergunningverlening - Juridisch advies 15 Toezicht, controle en handhaving (incl. evenementen) 196,75 Bodemonderzoek 5,75 Algemeen 43 Subtotaal contract-uren 260,5 Activiteiten onder overig Propaan 32,25 Subtotaal 32,25 Totaal 292, Kosten Dit hoofdstuk is opgesteld op basis van productenrealisatie. De bedragen zijn exclusief BTW Milieuhandhaving Economische Omschrijving categorie LASTEN Kosten aanpak zwerfafval Begroting primair Begroting na wijziging Rekening presentiegelden contributies en lidmaatschappen kp ruimte Totaal lasten BATEN legesopbrengsten Dwangsommen Totaal baten SALDO BEHEERSTAAK

14 Ongediertebestrijding Economische Omschrijving categorie LASTEN overige goederen en Begroting primair Begroting na wijziging Rekening diensten kp ruimte Totaal lasten BATEN Totaal baten SALDO BEHEERSTAAK CO2 klimaatbeleid Economische Omschrijving categorie LASTEN overige kleine ge-/ verbruiksgoederen overige goederen en diensten Begroting primair Begroting na wijziging Rekening kosten van advies publicaties, advertentie en reclamekosten kp ruimte Totaal lasten BATEN Totaal baten SALDO BEHEERSTAAK Milieubeleid en vergunningverlening Economische Omschrijving categorie LASTEN aankoop boeken/ abonnementen overige kleine ge-/ en verbruiksgoederen overige goederen en diensten Begroting primair Begroting na wijziging Rekening presentiegelden contributies en lidmaatschappen controlekosten accountant kosten van advies publicaties, advertentie en reclamekosten kosten milieuraad kp ruimte Totaal lasten BATEN legesopbrengsten inkomensoverdrachten Provincie Totaal baten SALDO BEHEERSTAAK

15 Legionellabestrijding Economische Omschrijving categorie Begroting primair Begroting na wijziging Rekening LASTEN legionellabestrijding kp ruimte Totaal lasten BATEN Totaal baten SALDO BEHEERSTAAK Afvalinzameling (uitvoering) Economische Omschrijving categorie LASTEN overig uitbesteed werk huishoudelijk afval inzamelen Begroting primair Begroting na wijziging Rekening grofvuil inzamelen glas-, papier-, KFE en textielafval voorlichting stortkosten grof huisvuil stortkosten KCA stortkosten plantsoenafval oud-papierregeling BTW kostendekkende heffingen hkp tractie kp ruimte Totaal lasten BATEN doorberekende kosten overige bijdragen overige goederen en diensten Totaal baten SALDO BEHEERSTAAK

16 Riolering (uitvoering) Economische Omschrijving Begroting primair Begroting na Rekening categorie wijziging LASTEN elektriciteitsverbruik transportkosten energie overige goederen en diensten overig onderhoud contributies en lidmaatschappen kosten van advies schadeloosstelling aansprakelijkheid BTW kostendekkende heffingen rentelasten beheerstaken afschrijvingen beheerstaken hkp tractie kp ruimte Totaal lasten BATEN doorberekende energiekosten doorberekende schades Totaal baten SALDO BEHEERSTAAK Conclusie Dit milieujaarverslag geeft een overzicht van de uitvoering van de activiteiten, die de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude in heeft ondernomen op het gebied van milieu. De gemeente heeft verschillende rollen in het milieubeleid: regelgevend, verantwoordelijk en stimulerend. De rol die in een bepaalde situatie wordt gekozen is bepalend voor de beleidsruimte en mogelijkheden die de gemeente heeft. Gelet op de geringe omvang van onze gemeente is het gewenst eerst te kijken naar de taken van de regelgevende overheid (wettelijke taken, verplichtingen) en dan te focussen op de buitenwettelijke taken die de gemeente autonoom kan invullen (verantwoordelijke en stimulerende overheid). Nieuwe ontwikkelingen Met de komst van de omgevingsvergunning is de verplichting ontstaan tot het formuleren van een beleid op (integrale) handhaving en toezicht in het kader van de omgevingsvergunning. Op 17 mei 2011 heeft het college de Nota Integrale Handhaving voorlopig vastgesteld. In deze nota is het handhavingsbeleid voor de taakvelden BWT, RO, APV, brandveiligheid en milieu vastgelegd. De volgende stap is te komen tot een integrale uitvoering van het handhavingsbeleid. Dit heeft tot gevolg dat voortaan voor alle taakvelden jaarlijks één uitvoeringsprogramma en één jaarverslag wordt vastgesteld. Daarmee wordt voldaan aan de Kwaliteitseisen handhaving Wabo. 16

17 Een aantal onderwerpen uit het milieuprogramma zullen met de totstandkoming van een integraal programma, uit het milieuprogramma verdwijnen. Welke onderwerpen dat zijn is op dit moment nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat het nieuwe milieuprogramma voortaan een kort en bondig stuk zal zijn waarin de wettelijk verplichte taken voor dat jaar op het gebied van milieu zijn opgenomen. In het jaarverslag zal vervolgens worden aangegeven wat de resultaten zijn. 17

18 Bijlage 1: Wettelijke basis milieujaarverslag Artikel 21.1 Wet milieubeheer 1. Burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en ieder Onzer betrokken Ministers doen jaarlijks verslag aan onderscheidenlijk de gemeenteraad, provinciale staten en de Staten-Generaal over hun beleid met betrekking tot de uitvoering van de hoofdstukken 8, 13 en 18 en paragraaf 14.1 van deze wet. Burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten zenden het verslag gelijktijdig met de aanbieding aan de gemeenteraad, onderscheidenlijk provinciale staten, aan de inspecteur. 2. Zij vermelden in hun verslag in ieder geval: a. het aantal malen dat in de periode waarop het verslag betrekking heeft, de termijnen zijn overschreden, die ingevolge de artikelen 3:19, eerste lid, twee volzin, en 3:28 of 3:29, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht alsmede artikel 13.7 gelden voor het toezenden van het ontwerp van de beschikking en voor het geven van de beschikking, de oorzaken daarvan en de maatregelen die zij hebben getroffen of zullen treffen om het overschrijden van die termijnen zo veel mogelijk te beperken; b. afzonderlijk de wijze waarop zij de in het eerste lid genoemde hoofdstukken van deze wet hebben uitgevoerd ten aanzien van inrichtingen die geheel of gedeeltelijk gedreven worden door onderscheidenlijk de betrokken gemeente, de betrokken provincie of het rijk. 18