Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 10

Transcriptie

1 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 10 Naam Bestemmingsplan Groot-Dukenburg (nog rechtskracht voor natuurgebied Vogelzang - begrensd door Weezenhof - gemeentegrens - Westkanaaldijk - Maas-Waalkanaal en voor enkele gebieden aan/nabij van Rosenburgweg - Streekweg - Teersdijk) Voorschriften Kaart nr A Toelichting Opmerkingen Terinzagelegging ontwerpplan m.i.v. 3 juli 1968 Vaststelling bij Raadsbesluit d.d. 29 januari 1969, registratienr. 5600/68 Goedkeuring Gedeputeerde Staten d.d. 23 maart 1970, nr. 2334/ (goedkeuring gedeeltelijk onthouden) Het gemeenteblad is ten behoeve van presentatie binnen intranet c.q. internet opnieuw uitgebracht in digitale vorm, waarbij inhoudelijk identiek aan de oorspronkelijke uitgave. Nieuw toegevoegd zijn een extra titelblad, de toelichting en de bestemmingsplankaart. Bijzondere aanvullende voorschriften Aantal bladzijden / verkoopprijs 22 / 1,10 gb70-010v

2 No GEMEENTEBLAD NIJMEGEN VOORSCHRIFTEN, behorende bij de herziening van het bestem- mingsplan der gemeente Nijmegen ("Plan Groot-Dukenburg"), vastgesteld bij raadsbesluit van 29 januari 1969, afd. I-B, no Artikel 1 Begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: het plan: het onderhavige bestemmingsplan zijnde de kaart en deze voorschriften; de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart, waarop het bestemmingsplan is weergegeven; een gebouw: een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte; een bouwwerk: elk bouwsel en/of elke bouwconstructie niet vallende onder het begrip gebouw; een werk: een werk geen gebouw of bouwwerk zijnde; etagewoning: een woning, waarvan alle ruimten - eventueel uitgezonderd bergingen - op de begane grond of op een van de verdiepingen van een meergezinshuis gelegen zijn; maisonnette: een woning, waarvan de slaapruimten en de woon- ruimten over de twee boven elkaar gelegen verdiepingen of over de begane grond en de eerste verdieping van een meergezinshuis zijn verdeeld; een woonlaag: de begane grond of de verdieping waarop zich een etagewoning of gedeelte van een maisonnette bevindt; eengezinshuis: een gebouw, dat een woning omvat; meergezinshuis: een gebouw, dat meerdere etagewoningen danwel maisonnettes omvat en respectievelijk uit 3 of 4 woonlagen bestaat;

3 11. hoogbouw: een meergezinshuis van een aantal woonlagen als op de kaart is aangegeven; 12. winkel: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat krachtens zijn aard is bestemd voor de uitoefening van de detailhandel, een wasserette e.d. of voor een horecabedrijf en niet voor bewoning of bedrijfsdoeleinden is ingericht; voorzover de uitoefening van de detailhandel dit vereist mag een gedeelte van de ruimte voor de uitoefening van werkzaamheden worden ingericht; 13. a. bedrijfsgebouw: een gebouw, dat krachtens zijn aard is bestemd voor het uitoefenen van een bedrijf - met uitzondering van een garagebedrijf - en het verrichten van arbeid doch niet geheel of gedeeltelijk voor bewoning is ingericht; b. garagebedrijf: een bedrijf, dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor de verkoop, reparatie en stalling van motorrijtuigen; c. een opslagplaats: een terrein bestemd voor het opslaan van goederen, produkten e.d. van welk terrein een gedeelte overdekt kan zijn; d. autobox: een ruimte bestemd voor de stalling van een auto of een ander voertuig; 14. bijzondere gebouwen: gebouwen voor sociale of openbare bestemming, alsmede gebouwen met een bijzondere bestemming als kerken, kloosters, scholen en andere hiermee gelijk te stellen gebouwen, geen woningen of bedrijfsgebouwen zijnde in de zin van deze voorschriften; 15. een bouwperceel: de grond, die behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen; 16. de hoogte van de bebouwing: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel, dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven het in de Bouwverordening der gemeente Nijmegen omschreven peil. Schoor stenen, liftkokers en antennes vallen hierbuiten; 17. bebouwingsgrens: de op de kaart als zodanig aangegeven lijn, waarop of waarachter de toegestane bebouwing moet worden opgericht en die niet door bebouwing mag worden overschreden.

4 Artikel 2 Woondoeleinden A. De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor het oprichten van woongebouwen met bijbehorende erven, alsmede de onmiddellijk daarbij benodigde voorzieningen, zoals bijzondere gebouwen, winkels, garagebedrijven, benzine- en quick-service stations, alsmede bebouwing ten behoeve van kantoren en vrije beroepen en kleine gebouwen en/of bouwwerken voor doeleinden van openbaar belang met bijbehorende erven, alsmede voor de aanleg van wegen en groenvoorziening met dien verstande, dat de woongebouwen uitsluitend mogen bestaan uit een- of meerge - zinshuizen in maximaal 4 woonlagen overeenkomstig de verhou - dingsgewijs globaal op de kaart aangegeven percentages en tot de aantallen woningen per ha als op de kaart is aangegeven, en de bij deze bebouwing behorende bijgebouwen, zoals schuren, autoboxen en gebouwen voor blok- en wijkverwarming. Deze bestemming zal met toepassing van artikel 19 van deze voorschriften nader worden uitgewerkt. Artikel 3 Woondoeleinden B. w De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor het oprichten van meergezinshuizen in hoogbouw in een aantal woonlagen als op de kaart is aangegeven in breukcijfers, aanduidende het minimum en het maximum aantal woonlagen en tot de aantallen woningen per ha als op de kaart is aangegeven, van bijzondere gebouwen en kleine gebouwen en bouwwerken voor doeleinden van openbaar belang met bijbehorende erven, alsmede voor de aanleg van wegen en groenvoorzieningen. Deze bestemming zal met toepassing van artikel 19 van deze voorschriften nader worden uitgewerkt.

5 Artikel 4 Bijzondere doeleinden. De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor het oprichten van bijzondere gebouwen tot een hoogte van maximaal 15 meter met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken en erven alsmede voor de aanleg van wegen, groen- en parkenvoorzieningen. Deze bestemming zal met toepassing van artikel 19 van deze voorschriften nader worden uitgewerkt. Artikel 5 Verzorgende bedrijven en diensten. De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor bebouwing met bedrijfs- en/of kantoorgebouwen, die door hun aard als bedrijf of kantoor niet op een industrieterrein thuishoren, en daarbij behorende bouwwerken- - met uitzondering van loodsen voor de opslag van enlof handel in materialen, lompen en afval, bagger, gebruikte of voor de sloop bestemde rij - en/of voertuigen of onderdelen daarvan, doch zoals ateliers, depôts voor voedings- middelen, bereiding van consumptie-ijs, drukkerijen en boekbinderijen, verfspuiterijen, oploshandel, servicebedrijven, - alsmede voor de aanleg van de bij deze bebouwing behorende verkeersdoeleinden een en ander tot een maximale hoogte van 7; meter en met ten hoogste een woning per bedrijf. Deze bestemming zal met toepassing van artikel 19 van deze voorschriften nader worden uitgewerkt. Ar tikel 6 Industrie. De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor de oprichting van bedrijfsgebouwen en andere daarbij behorende bouwwerken - met uitzondering van garagebedrijven en benzine - enlof qnick-service stations, alsmede voor de aanleg van de bij deze bebouwing behorende parkeerruimte met dien verstande dat:

6 b 1. de hoogte van de bebouwing maximaal 10 ml mag bedragen; 2. de bebouwde oppervlakte ten hoogste 3C% van het bouwperceel mag bedragen; 3. de afstand van een van de zijgevels van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens tenminste 3ml moet bedragen; 4. per bedrijf éen woning mag worden gebouwd; 5. Burgemeester en Wethouders nadere eisen kunnen stellen ten aanzien van een lagere dan de onder 1 bedoelde hoogte, de bestemming en ligging van de bebouwing, alsmede de oppervlak- te voor parkeerruimte. Artikel 7 Garagebedrijf. De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor het oprichten van garagebedrijven met bijbehorende bouwwerken met dien verstande, dat: 1. de bebouwde oppervlakte ten hoogste 5 8? mag bedragen van het bouwperceel; 2. de hoogte van de bebouwing maximaal 7ml mag bedragen; 3. per bedrijf 6th woning mag worden gebouwd; 4. Burgemeester en Wethouders nadere eisen kunnen stelien ten aanzien van een lagere dan de onder 2 bedoelde hoogte, de bestemming en ligging van de bebouwing, alsmede de oppervlakte voor parkeerruimte. Artikel 8 Passieve recreatieve doeleinden. 1. De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor de aanleg van park, plantsoen, gemeenschappelijk groen met waterpartijen en/of speelterreinen met de daarbij behorende bouwwerken en werken zoals bruggen, speeltoestellen en schuilhutten; 2. Burgemeester en Wethouders kunnen van het bepaalde onder 1 vrijstelling verlenen voor de oprichting van wachthuisjes, kiosken, telefooncellen en dergelijke gebouwtjes voor openbare doeleinden, met een maximale vloeroppervlakte van 20 m2 en geen grotere hoogte dan 3,50 ml.

7 Artikel 9 Actieve recreatieve doeleinden De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor de aanleg van park, sport- en speelvelden met bebouwing ten dienste van de gegeven bestemming zoals kleedgebouwtjes, clubhuize9 sporthallen, tribunes, zwembaden, dienstwoningen en werken zoals parkeerruimten, beplantingen en afrasteringen. Deze bestemming zal met toepassing van artikel 19 van deze voorschriften nader worden uitgewerkt. Artikel 10 Verkeersdoeleinden 1. de op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd v- de aanleg van openbare wegen, pleinen, parkeerstroken, bermen en taluds met bijbehorende werken. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen van het bepaald in het eerste lid vriistelling verlenen: a. voor de bouw van kleine gebouwtjes als wachthuisjes, kiosken, telefooncellen en dergelijke gebouwtjes voor openbare doeleinden met een maximale vloeroppervlakte van 20 m2 en geen grotere hoogte dan 3,50 ml; b. van de grens, de richting en het dwarsprofiel van de weg met ten hoogste 10 ml, indien bij de definitieve uitmeting blijkt, dat een afwijking tot juiste aanpassing van het plan op het terrein no~dzakelijk is; 3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming van de in het eerste lid bedoelde en zonodig van de onmiddellijk daaraan grenzende gronden te wijzigen ten behoeve van de bouw van benzine - en quick-service stations met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van de bebouwing zal ten hoogste 160 m2 bedragen; b. de hoogte van de bebouwing zal hoogstens 3,50 ml be - dragen; c. de bebouwingsgrenzen zullen nauwkeurig worden bepaald. UC

8 Artikel 11 Kanaalverbreding met daarbij behorende weg- en waterbouwkundige werken 1. De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor de verbreding van het Maas-Waalkanaal en de daarbij behorende werken. 2. Op de onder 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden opgericht gebouwen en bouwwerken alsmede werken worden aangelegd ten dienste van de gegeven bestemming. Artikel 12 Water De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor waterpartijen en de daarbij behorende werken, alsmede voor de oprichting van gebouwen en bouwwerken en het aanleggen van werken ten dienste van waterbouwkundige werken. Artikel 13 Natuurgebied De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor natuur- en landschapsbehoud en passieve recreatie, met daartoe 1 nodige kleine gebouwen, bouwwerken en werken, met dien verstande, dat: I t 1. alleen kleine gebouwen en kleine bouwwerken mogen worden opgericht ten dienste van de gegeven bestemming; 2. de gezamenlijke oppervlakte der onder 1 bedoelde gebouwen niet meer dan 1 pro mille van elk aaneengesloten, met deze bestemming aangewezen terrein zal bedragen; 3. de hoogte van enig gebouw en/of bouwwerk nergens meer dan S ml zal bedragen; 4. de bouw van de onder 1 bedoelde gebouwen en bouwwerken zodanig zal plaats hebben, dat daardoor geen of zo weinig mogelijk en overigens geen aanmerkelijke afbreuk zal worden gedaan aan de natuurhistorische en landschappelijke waarde der gronden.

9 Artikel 14 Woonwagencentrum 1. De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor het plaatsen van woonwagens en voor de oprichting van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van de religieuze, culturele en sociale voorzieningen van het woonwagencentrum met dien verstande dat: a. de gebouwen enlof bouwwerken een hoogte van 7 ml niet mogen overschrijden; met uitzondering van het kerkgebouw, waarvan de maximale hoogte van 12 ml geldt. b. de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 50% van het bouwperceel. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen inzake een lagere dan de onder 1, sub a bedoelde hoogte, alsmede de situering en bestemming van de gebouwen. Artikel 15 Indien op grond van artikel 20 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij de gemeenteraad beroep wordt ingesteld neemt de gemeenteraad een beslissing binnen drie maanden na de datum van ontvangst van het beroepschrift. Het besluit van de gemeenteraad wordt aan belanghebbende medege - deeld. Artikel 16 Gebruiksbepalingen 1. Het is verboden, grond of opstallen te gebmiken, in gebmik te geven of te laten gebmiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming; 2. het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op het gebruik, dat bestond ten tijde van het van kracht worden van het plan c. q. herziening van het plan, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht en voorts niet op schoolgebouwen, voorzover het bepaalde in lid 1 in strijd is met de onderwijswetgeving omtrent de beëindiging van het gebruik overeenkomstig de bestemming;

10 3. Burgemeester en Wethouders kunnen van het in lid 1 vervatte verbod vrijstelling verlenen, mits met het verlenen van de vrij - stelling geen afbreuk zal worden gedaan aan de opzet van het plan of een gedeelte daarvan en met het verlenen van vrijstelling geen gebruik voor opslag van enlof handel in materialen, afvalstoffen, bagger -, rij - en voertuigen of onderdelen daarvan, moge - lijk wordt gemaakt. 4. Overtreding van het bepaalde indit artikel is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Artikel 17 Aanlegvergunning 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) op de gronden, die in het plan zijn begrepen de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. graven en ophogen; b. werken en werkzaamheden te verrichten waardoor wijziging opbeedt in de grondwaterstand; c. verwijderen van gewassen en houtopstanden; d. aanleggen van verhardingen, opslagplaatsen en stortplaatsen; 2. Het onder lid 1, sub c gestelde geldt niet voorzover het betreft gewassen en houtopstanden, bedoeld in artikel 15, lid 2 en 3 van de Boswet; t' 3. Het in lid 1 vervatte verbod geldt niet voor: 1, a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale L onderhoud en voortzetting van de bestaande bodemexploitatie; b. werken en werkzaamheden, welke ten tijde van het van lccacht worden van het plan in uitvoering waren; c. werken en werkzaamheden, die behoren tot de normale aanleg en het onderhoud van siertuinen, behorende bij gebouwen en parken, plantsoenen, sport- en speelvelden. 4. overtreding van het bepaalde in dit artikel is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

11 Artikel 18 Overgangsbepalingen Gebouwen en bouwwerken: a. die hetzij reeds bestonden ten tijde van de eerste tervisielegging van het plan, hetzij zijn gebouwd krachtens een v66r dat tijdstip verleende bouwvergunning; b. die hetzij binnen een tijdsbestek van 2 jaren voor dat tijdstip zijn geamoveerd of door een calamiteit zijn getroffen of waarvoor ten behoeve van herbouw of vernieuwing v66r dat tijdstip van 2 jaren een bouwvergunning is aangevraagd en die afwijken of afweken van de in het plan en voorschriften gegeven bestemmingen en/of maten, mogen behoudens onteigening ingevolge de wet, in geval van calamiteit geheel of gedeeltelijk en in andere gevallen gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits: 1. de aard van het gebouw of bouwwerk in overeenstemming wordt gebracht met het bestemmingsplan, dan wel dat het gebouw blijft binnen de categorie, waartoe het behoort of behoorde. Als categorie in deze zin worden beschouwd: a. woningen (niet agrarisch); b. woningen met nering of ambachtsbedrijf (niet agrarisch); c. agrarische bebouwing; d. bedrijfsgebouwen (niet agrarisch); e. openbare en/of bijzondere bebouwing; f. gast - en verpleeginrichtingen; 2. de bestaande of bestaan hebbende afwijking van het plan niet wordt vergroot; 3. bij algehele vernieuwing de bebouwingsgrens zo mogelijk naar de wegzijde niet wordt overschreden; 4. zij niet als tijdelijke voorziening of sinds de inwerkingtreding van de Woningwet 1901 zonder bouwvergunning dan wel in strijd met een verleende bouwvergunning zijn opgericht; C V'

12 I W Artikel Burgemeester en Wethouders werken met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemmingen " woondoeleinden A", " woondoeleinden B", "bijzondere doel - einden", en "venorgende bedrijven en diensten" nader uit met inachtneming van de navolgende regelen: a. de op de kaart aangegeven aantallen en percentages met betrekking tot de capaciteit en de aard der bebouwing zullen zoveel mogelijk tot uitgangspunt dienen met een maximale afwijking van 20%; b. minimale afstanden zullen worden opgenomen tussen de voor-, achter - en zijgevels van de verschillende typen bebouwing; c. de maximale hoogte, bebouwingspercentage en afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten aanzien van terreinen voor bijzondere bebouwing, winkels, bedrijfsgebouwen e. d. zullen worden aangegeven. 2. Burgemeester en Wethouders werken met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming "actieve recreatieve doeleinden" nader uit met inachtneming van de volgende regelen: a. de totale oppervlakte van de bebouwing zal niet meer dan 5% van de met deze bestemming aangewezen gronden bedragen; b. het aantal dienstwoningen zal worden beperkt; c. de maximale hoogte van gebouwen en bouwwerken, de onderlinge afstand, alsmede afstand tot de perceelsgrens zal nader worden bepaald. 3. Burgemeester en Wethouders maken van de onder 1 en 2 omschreven bevoegdheid geen gebruik, dan nadat de gemeenteraad heeft verklaard met de voorgenomen uitwerking in te stemmen. Artikel 20 Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel "Bestem - mingsplanvoorschriften Groot Dukenburg".

13 Goedkeuring onthouden aan het bepaalde in artikel 6, sub 5, artikel 7, sub 4, artikel 14, sub 2 en artikel 17 van de voorschriften; overigens goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d. d. 23 maart 1970, no Afgekondigd 23 april 1970.

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25