Hoofdstuk 3 Verdelingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 3 Verdelingen"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 3 Verdelingen Voorkennis: Statistische verwerking ladzijde 0 V-a inkomen in euro s cum. frequentie rel. cum. frequentie c d V-a [000; 000,9% [000; ,0% [00; ,0% [000; 000 0,0% [000; ,% [000; ,7% [7000; 00 9,9% [00; ,% [9000; ,0% Het gemiddelde wordt erekend met ehulp van de klassenmiddens en is ongeveer 87 euro. De modus is het klassenmidden van de modale klasse en de modale klasse is die met de hoogste frequentie (dus [000; 000 ), de modus is dan 00 euro. De mediaan is de middelste waarneming qua grootte, in dit geval de 8e nadat de waarnemingen op volgorde zijn geracht. Deze waarneming moet in klasse [000; 000 zitten, dit is de mediane klasse. Uitgaande van de veronderstelling dat de waarnemingen in die mediane klasse wel ongeveer homogeen verdeeld zullen zijn, 0, 0 38, 0 vind je de mediaan door interpolatie: mediaan = 00 euro., 0 38, 0 De relatieve cumulatieve frequenties worden uitgezet tegen de rechter klassengrenzen. recl. cum. freq inkomen Je leest af dat ongeveer 70,% van de huishoudens een inkomen heeft lager dan 00 en ongeveer 7,% een inkomen lager dan Dus ongeveer,7% heeft een inkomen tussen 0 en 00. Invoeren van de klassenmiddens en ijehorende frequenties in je GR levert σ(x) 77. Het percentage van de inkomens dat minder dan één standaardafwijking ligt van het gemiddelde ligt dus tussen = 90 en = euro. Op de manier van V-d lees je af: 8, %, % =, 8%. 8

2 ladzijde 3 V-3a P( X = 0) = P( rrrr) = = 0, 0 0 P( X = ) = P( wrrr), = 3 = P( X = ) = P( wwrr), = = P( X = 3 ) = P( wwwr), = 3 = P( X = ) = P( wwww) = = 0, E( X ) = =, 8 c Als Y het aantal rode allen is in de steekproef, dan is 9 Y = X E( Y) = E( X) = E( X) = =, 8. V-a % heeft cijfer hoger dan 7. c Het gemiddelde cijfer is 7,. In het staafdiagram is dit aangegeven door een stippellijn. V- De verwachting is ongeveer 0 0, + 0, + 0, + 3 0, + 0, , 0 + 0, 0 =, Standaardafwijking ij een kansverdeling ladzijde a schutter schutter schutter 3 ptn freq. ptn freq. ptn freq

3 a Gemiddelde score schutter is =. 0 Gemiddelde score schutter is + = 3. 0 Gemiddelde score schutter 3 is = 9. 0 Invoeren van de gegevens in je GR levert via -Var Stat achtereenvolgens de standaardafwijkingen,09, en voor schutter 3 nog eens. P( S = 0) = 0 = 0 = 0, s 8 0 P( S = s) 0,3 0,8 00 0, 0,0 c E( S ) = 0, 3 + 0, 8 + 0, 0 + 0, 8 + 0, 0 0 =,. ladzijde 3 3a De steekproefgrootte (de 3 flesjes die Claudia koopt) is klein ten opzichte van de omvang van de restpartij. Steekproef trekken met of zonder teruglegging maakt voor de verdeling van X niet zoveel uit en daarom is X ij enadering inomiaal verdeeld. Als o = onruikaar en = ruikaar, dan is P( X = ) P( o), (, ), 3 = = 0 3. c x 0 3 P( X = x) 0,87 0,3 0,007 0,000 a P( X = 0) = inompdf ( ; 0, ; 0) 0, 000 P( X ) = inomcdf ( ; 0, ; ), 0000 c P( X 8) = P( X 7) = inomcdf ( ; 0, ; 7) = 0, 00 d P( X 9) = inomcdf ( ; 0, ; 9) inomcdf ( ; 0, ; ) 0, 009 e P( X > ) = P( X ) = inomcdf ( ; 0, ; ) 0, f P( X < ) = P( X ) P( X ) = inomcdf ( ; 0, ; ) inomcdf( ; 0, ; ) 0, 8 a P( X 8) = P( X 7) = inomcdf ( ; 0, 8; 7) = 0, 97 Deze geeurtenis komt overeen met X = 8 en P( X = 8) = inompdf ( ; 0, 8; 8) = 0, 39. c Je verwacht % van is 9,. Of met gehele patiënten: 9 a 0. 0

4 a Invoeren van Y = inompdf( 3; 0, ; X) levert met TABLE de verdeling van M: 3 3 En dus is E( M ) = = Voer de kansverdeling via STAT EDIT in L en L je GR in. Via STAT CALC krijg je: σ( M ) = 0,. De helft daarvan, dus 0 keer. Bij 0 keer gooien dus 00 keer. c E( M) = p n of (geruikelijker) E( M) = n p. d De regel van Shamira levert σ( M ) = 3 = 3 0, en geeft dus hetzelfde resultaat. e Invoeren van Y = inompdf( 8; 0, ; X) levert met TABLE de verdeling van M: 7a m 0 3 P( M = m) 0,0039 0,03 0,09 0,88 0,73 m 7 8 P( M = m) 0,88 0,09 0,03 0,0039 Invoering van de kansverdeling via STAT EDIT in L en L van je GR geeft via STAT CALC: σ( M), 39 terwijl de formule σ( M) 8 =,. Deze waarden komen goed overeen. Het verschil is te verklaren uit afrondingen ij de geruikte kansverdeling. Als X het aantal zessen is dan is (indien er sprake is van een zuivere doelsteen) deze stochast Bin( 0, ) - verdeeld en is de verwachting E( X ) = 0 = 0 en de standaardafwijking σ( X ) = 0 =, E( Y ) = 00 0, = 0 en σ( Y ) = 00 0, 0, 8 = =

5 3. Verdelingen, continu en discreet ladzijde 8a Eén doelsteen: P( X = ) = Twee doelstenen: P( X = ) = P(, ) + P(, 3) + P( 3, ) + P(, ) = = 9 Drie doelstenen: P( X = ) = P(,, 3) + P(,, ) + P(, 3, ) + P(,, ) + P(,, ) P( 3,, ) Overeenkomsten: Ze zijn symmetrisch en nemen slechts gehele waarden aan. Verschillen zijn er in de range van mogelijke waarden en de vorm van de verdeling. c Het staafdiagram horend ij het werpen van zes doelstenen zal meer de klokvorm van de normale verdeling volgen, iets wat nog sterker het geval is ij het staafdiagram horend ij het werpen van twintig doelstenen. 9a c 0a c = ( ) = Het frequentiepolygoon zal meer lijnstukjes omvatten, maar verwacht mag worden dat de pieken en dalen in het polygoon minder scherp zullen zijn. Deze grafiek kan niet ij het werkelijke gewicht van de eieren horen omdat in het midden van de voorkomende waarden niet een dal kan zitten (vergelijk het staafdiagram ij onderdeel a). De continuïteit van de verdeling is wel reëel: in tegenstelling tot die ehorend ij meetwaarden, die altijd een afronding kennen en dus niet alle mogelijke waarden kunnen aannemen. Discreet. Continu. Beide zijn discreet. Bij meetwaarden (digitaal gemeten of analoog) is dat altijd het geval. ladzijde a Continu. Tussen twee mogelijke waarden kunnen alle waarden worden aangenomen. Dit is, gram (om symmetrieredenen). c De oppervlakte onder de curve is tussen en, groter dan tussen 3, en 3,. a Voor 9 van de rooksters geldt dat, 8 = x σ < geoortegewicht van kind < x + σ = 3, 8, dit is dus 3,3%. Voor 0 van de niet-rooksters geldt dat 3, = x σ < geoortegewicht van kind < x + σ =,, dit is dus 7,7%. 3 3

6 3a Voor 8 van de rooksters geldt dat, 3 = x σ < geoortegewicht van kind < x + σ =, 3, dit is dus 93,3%. Voor 9 van de niet-rooksters geldt dat, < x σ < geoortegewicht van kind < x + σ =, 08, dit is dus 9,7% Een vloeiende kromme als enadering van het relatieve frequentiepolygoon heeft duidelijk niet helemaal de klokvorm van de normale verdeling. In het interval x σ; x + σ = 0, ; 07, liggen ij enadering = 7, 8 waarnemingen, dit komt overeen met 8,0%. 0 In het interval x σ; x + σ = 0, ; 08, liggen ij enadering = 373, waarnemingen, dit komt overeen met 0 93,%. De meetresultaten voldoen dus perfect aan de eerste vuistregel en iets minder aan de tweede. 3.3 Rekenregels voor stochasten ladzijde a D = S + 00, E( D) = E( S) + 00 De verdeling van D is ten opzichte van die van S 00 euro verschoven, maar de vorm is identiek. Er zal hier dus voor de spreidingsmaten σ ( D) en σ ( S) gelden dat ze gelijk zijn. E( F) = E(, 8 C + 3) =, 8 E( C) + 3 =, = 77; σ( F) = σ(, 8 C + 3) =, 8 σ( C) =, 8, =, (want de verschuiving is niet van elang). a De verdelingen van X en X : x 3 P( X x) = x 3 P( X x) = Invoeren van de verdelingen in je GR en geruikmaken van STAT CALC levert E( X ) =, 7 ; σ( X ) 0, 89 ; E( X ) =, en σ ( X ),. 3

7 De verdeling van S = X + X is: s 3 7 P( X + X = x) c Invoeren van de verdeling in je GR en geruikmaken van STAT CALC levert E( S) =, ; σ ( S), 399. d E( X + X ) = E( X ) + E( X ) =, 7 +, =, e σ( X ) + σ( X ) = 0, 89 +, =, 97 en σ( X + X ) =, 399 dus niet aan elkaar gelijk. f σ ( X + X ) = σ ( X ) + σ ( X ); eide grootheden zijn (ongeveer) gelijk aan,399. ladzijde 7 7a E( T) = E( C + L) = E( C) + E( L) = 7 + = 37 8a σ( T) = σ( C + L) = σ ( C) + σ ( L) = 3 + = 3, 37. De totale colaconsumptie zal voor 8% van de gevallen liggen tussen E( T) σ( T) liter en E( T) + σ( T) 38 liter De verdeling van X is: x 3 P( X x) = Via je GR of een symmetrieredenering vind je E( X ) = 3 en via je GR σ( X), 7078 X is het duele aantal ogen van de eerste worp, is dus ijv. altijd even en verder onafhankelijk van de uitkomst van de tweede worp. X + X is het aantal ogen van eide worpen samen, hangt dus af van de uitkomst van eide doelstenen en kan dus zowel even als oneven waarden aannemen. c E( S ) = E( X + X + X ) = E( X ) + E( X ) + E( X ) = 3 E( X) = 3 3 ; X, X en X zijn onafhankelijk en dus is 3 σ( S ) = σ( X + X + X ) = σ ( X ) + σ ( X ) + σ ( X ) = 3 σ( X), d E( S ) = E( X + X + X X ) = E( X ) + E( X ) + E( X ) E( X ) = E( X) = 0 3 = 3 e σ( S ) = σ( X + X + X X ) = σ ( X ) + σ ( X ) + σ ( X ) ( X ) = 0σ ( X) = 0 σ( X), 00 f E( S ) = n E( X), σ( S ) = n σ( X) n n g E( G) = E( S ) = E( S ) = 0 E( X) = E( X) = 3 en σ( X) σ( G) = σ( S ) = σ( S ) = 0 σ( X) = 0, a X, X, X,..., X zijn onafhankelijk en Norm( 0, ) verdeeld, dus is 3 0 E( T) = 0 E( X) = 0 0 = 00 en σ( T) = 0 σ( X) = 0 8, 97 σ( X) 3 E( X) = E( X) = 0 en σ( X) = = 0, σ 0

8 0a 3. De normale verdeling ladzijde µ µ µ + Met de eerste vuistregel. %. c Dit is natuurlijk 0%. d Het percentage van de potten met een gewicht tussen 00 en 0, gram is hoger dan de helft van het percentage van de potten met een gewicht tussen 00 en 0 gram (3%). De reden is dat de oppervlakte onder de kromme tussen 00 en 0, groter is dan de oppervlakte onder de kromme tussen 0, en 0 gram. e normalcdf( 00; 0, ; 00; ) 0, 9 a Voer in je GR in Y = / / e^( ( X 00) / 00) en geruik optie CALC 7. Je vindt: 0 ( x 00) 0 98 e π dx = 0, 3. De praktische etekenis: het gedeelte potten oploskoffie uit opdracht 9 met een nettogewicht tussen 98 en 0 gram. 0 ( x 00) 0 99 e π dx = 0, 37. c P( 99 < X < 0) = normalcdf( 99; 0; 00; ) 0, 37 d P( X > ) = normalcdf( ; 0 ^ 99; 00; ) 0, 008 dus ongeveer 0,8% ladzijde 9 a P( 0 < L < 70) = normalcdf( 0; 70; ; 7, ) 0, 08 Je kunt ijvooreeld als linkergrens 0 ^ 99 geruiken. c P( L < 8, ) = normalcdf( 0 ^ 99; 8, ; ; 7, ) 0, 7 d P( L > ) = normalcdf( ; 0 ^ 99; ; 7, ) 0, 03 e Deze kans is gelijk aan ( P( X > 70) ) = ( normalcdf ( 70; 0 ^ 99; ; 7, ) ) 0, 009 f Het aantal leerlingen met die eigenschap dat je mag verwachten is n p = 3 P( X 0) = 3 normalcdf ( 0 ^ 99; 0; ; 7, ) 3 0, 09 9 leerlingen. 3a P( X > 37, ) = normalcdf ( 37, ; 0 ^ 99; 3, 9; 0, ) 0, 87, dus ongeveer,9%. P( 3, 0 < X < 37, 0) = normalcdf ( 3, 0; 37. 0; 3, 9; 0, ) 0, 99, dus ongeveer 9,9%. σ( X) σ( X) = = σ( X) = 0, c X is Normal( 3, 9; 0, ) verdeeld, dus P( X > 37, ) = normalcdf ( 37, ; 0 ^ 99; 3, 9; 0, ) 0, 078

9 3. Terugrekenen ladzijde 70 a a = µ σ = 7 = 9; = µ σ = 7 = 33; c = µ + σ = + 7 = 377; d = µ + σ = + 7 = 0; P( X < c) = 0, 8 en P( X < d) = 0, 97, dus r ligt tussen c en d. c P( X > ) = 0, 0 en P( X > 377) = 0,. Lineair interpoleren geeft 3 r + ( 377 ), maar misschien moet je iets dichter ij zoeken 3 omdat daar de klokvormige kromme daar hoger is. r 39 zou een goede schatting kunnen zijn. a, + 3, = % 3% r? r zou in de uurt van 88 kunnen liggen. Voer in GR in Y = normalcdf( 0 ^ 99; X; 00; ). Via TABLE en TBLSET vind je de gevraagde r op twee decimalen nauwkeurig: En dus is r 88, 9 c Uiteraard is P( Y < 88, 9) = normalcdf ( 0 ^ 99; 88, 9; 00; ) 0, 0. De methode die ij is gevolgd maakt het overodig dat er nog wordt gecontroleerd. a Longcapaciteit L is Norm(00, 00)-verdeeld. Voor welke r is P( L r) = 0, 0 of P( L < r) = 0, 9? Dit is dan invnorm( 0, 9; 00; 00) 0, 3. Dus % van de studenten heeft een longcapaciteit van 0,3 cm 3 of hoger. P( L r) = 0 0, 3, dus r = 33 invnorm( 0, 3 ; 00 ; 00 ) 390, 7. Dus 0 van de 33 studenten heen een longcapaciteit van 390,7 cm 3 of lager. ladzijde 7 7a P( I < 0) = normalcdf( 0 ^ 99; 0; ; 38) 0, 09, dus ongeveer 9,%. Als de minimale inhoud voor een sticker r is, dan is dus P( X r) = 0, 0 en dus ook P( X < r) = 0, 9 en r = invnorm( 0, 9; ; 38) 9, 0 ml. 8a Hij moet het gemiddelde volume naar oven ijstellen omdat dan de kans op een fles met een volume van minder dan 0 ml eginnend ij 9,% (zie uitkomst opgave a) naar eneden kan gaan.

10 Voer in je GR in Y = 00 normalcdf( 0 ^ 99; 0; X; 38). Als je TBLSET op de juiste manier instelt, vind je via TABLE de hele tael: c De gewenste instelling is dan te vinden door verder te zoeken tussen 88 en 890 ml: Dus is het antwoord 888 ml. 9 Voer nu in je GR in Y = 00 normalcdf( 0 ^ 99; 0; ; X). Via TABLE vind je na enig zoeken dat de standaardafwijking ongeveer, ml moet zijn: 3. Normaal of niet-normaal ladzijde 7 a P( L < 0) = normalcdf ( 0 ^ 99; 0; ; ) 0, 00en P( L < ) = normalcdf ( 0 ^ 99; ; ; ) 0, 9. Voer in je GR in Y = normalcdf( 0 ^ 99; X; ; ). Met TABLE vind je de in de tael in te vullen kansen: 7

11 c d e f x P( L < x) 0 0, , , , , , , , , , ,00 0,07 0,08 3 0,8 0,8 0,0000 0,9 7 0,83 8 0, , , ,998 0,99977 De cumulatieve verdeling van L wordt: P(L>,) P(L<,) Er is geen waarde waarij de cumulatieve verdeling exact is. Rechts van die waarde zou de oppervlakte onder de normale verdelingsfunctie gelijk zijn aan 0. Dit is niet het geval omdat altijd geldt: 8 e ( x ) > 0. De afgeleide van de cumulatieve normale verdelingsfunctie is de gewone normale verdelingsfunctie. Deze laatste is altijd positief en heeft zijn maximum ij de verwachtingswaarde. Voor de cumulatieve verdelingsfunctie etekent dit dat deze overal stijgt, maar het steilst stijgt rond de verwachtingswaarde van de verdeling. Op die manier is in te zien dat de cumulatieve verdelingsfunctie van een normale verdeling altijd een S-vorm heeft. 8

12 3a - Voor geen enkele Normale verdeling estaat er een waarde x zodat P( X x) gelijk is aan 0 of. c In de eerste grafiek zijn de percentages lineair uitgezet, terwijl = 7. Bij de tweede grafiek is dat niet geval. Omdat de klokvorm van de normale verdeling ij µ hoger is dan verderop, hoort ij intervallen met gelijke lengte in de uurt van µ een hoger(e) kans/percentage. d e Beide grafieken schuiven eenheden naar rechts op. Beide grafieken worden ten opzichte van de lijn x = 3 horizonttaal vermenigvuldigd met factor. ladzijde 73 3a lengte in dm freq. cum. freq. rel.cum. freq.(%) [, ; 7, 0, [ 7, ; 8, 3 0,8 [ 8, ; 9, 8, [ 9, ; 0, 0 3,8 [ 0, ;, 8, [, ;, 9 9 7,7 [, ; 3, 8, [ 3, ;, 9 7 8, [, ;, 9 33, [, ;, ,3 [, ; 7, 3 8 9,3 [ 7, ; 8, 0 9, [ 8, ; 9, 99, [ 9, ; 0, ,8 [ 0, ;, 00,0 99,99 99,9 99,9 99,8 99, , 0, 0, 0,0 0,0 c 0,0 0,0 0, 0, 0, , 99,8 99,9 99,9 99,99 7, 8, 9, 0,,, 3,,,, 7, 8, 9, 0,, De relatief cumulatieve frequenties geven aan hoeveel procent kleiner is dan de rechter klassengrens. Dit oven het klassenmidden of zelfs aan het egin van de klasse zetten geeft dus een verkeerd eeld. De punten liggen ongeveer op een rechte lijn en dus mag je aannemen dat de lengtes van de maïsplanten ongeveer normaal verdeeld zijn. 9

13 d Bij,3 dm lees je af ongeveer %, dus % heeft een lengte van minder,3 dm. e Bij dm lees je af ongeveer 8%, dus 8% heeft een lengte van hoogstens dm en dus % heeft een lengte van meer dan dm. f Aflezen ij 0% levert het gemiddelde op. Dit is ongeveer,. Aflezen ij % levert op de waarde van het gemiddelde minus één standaardafwijking. Bij onderdeel heen gezien dat ij % de waarde,3 hoort en dus is de standaardafwijking ongeveer,, 3 =, 3. 33a tijd aantal cum.freq. rel.cum. freq. % [ 0; 0 3 3, [ 0; 70, [ 70; 3 0 7,9 [ ; ,8 [ 90; ,3 [ 00; ,9 [ 0; , [ 0; 79 99, [ ; 0 00 c 99,99 99,9 99,9 99,8 99, , 0, 0, 0,0 0, ,0 0,0 0, 0, 0, , 99,8 99,9 99,9 99,99 De relatieve frequenties op normaal waarschijnlijkheidspapier uitgezet tegen de rechterklassengrenzen geeft punten die erg goed op een rechte lijn liggen en de tijden zijn dus vrijwel normaal verdeeld. Aflezen ij 0% levert het gemiddelde op. Dit is ongeveer 9, seconden. Aflezen ij % levert de waarde van het gemiddelde minus één standaardafwijking op. Je vindt de waarde 77, en dus is de standaardafwijking ongeveer 9, 77, =, 0 seconden. Invoeren in je GR van klassenmiddens met ijehorende frequenties geeft als gemiddelde tijd 9,9 seconden. Redelijk in de uurt dus van het gemiddelde dat ij onderdeel. 3 Als Jan grafisch te werk gaat moet hij zijn gemiddelde met een halve klassenreedte ( seconden)ophogen. De door hem gevonden standaardafwijking zal correct zijn. 0

14 3.7 Normale verdeling met discrete waarden ladzijde 7 3a Om P( X ) te epalen via het staafdiagram moet je qua oppervlakte ij, eginnen. Bij de enadering met de normale verdeling moet je dat natuurlijk aanhouden. P( X ) = P( X*, ) normalcdf (, ; 0 ^ 99; ;, ) 0, 9 3a P( X > 3) = P( X* 3, ) normalcdf ( 3, ; 0 ^ 99; 7, 3;, 8) 0, 987 P( X ) = P( X*, ) normalcdf ( 0 ^ 99;, ; 7, 3;, 8) 0, 7778 c P( X > 7) = P( X* 7, ) normalcdf ( 7, ; 0 ^ 99; 7, 3;, 8) 0, 97 d P( X 78) = P( X* 77, ) normalcdf ( 77, ; 0 ^ 99; 7, 3;, 8) 0, 373 e P( < X < 8) = P(, X* 8, ) normalcdf (, ; 8, ; 7, 3;, 8) 0, 837 f P( X < 70) = P(, X* 9, ) normalcdf (, ; 9, ; 7, 3;, 8) 0, 98 37a P( A ) = P( A*, ) normalcdf ( 0 ^ 99;, ;, 9; 0, 3) 0, 09 P( A = ) = P(, A*, ) normalcdf (, ;, ;, 9; 0, 3) 0, 08 ; de verwachting van het aantal loemen met precies kelkladeren in de steekproef is dan ongeveer 0, 08 =, De enadering met de normale verdeling is eter naarmate p dichter ij ligt. De normale enadering van Bin( 0; 0, ) lijkt niet zo goed. ladzijde 7 39a P( X 8) = inomcdf ( ; 0, 0; 8) 0, 73 en P( Y ) = inomcdf ( ; 0, 0; ) 0, E( X) = 0, 0 = 0 en σ ( X) = 0, 0 0, 0 = ; de normale enadering geeft P( X 8) = P( X* 8, ) normalcdf ( 0 ^ 99; 8, ; 0; ) 0, 70 en E( Y) = 0, 0 =, en σ( Y ) = 0, 0 0, 9, 09 P( Y ) = P( Y*, ) normalcdf ( 0 ^ 99;, ;, ;, 09) 0, 000. De normale enadering van P( X 8) is dus vrij goed, maar de enadering van P( Y ) geeft een grote procentuele fout. c P( 000 < T 0) = inomcdf ( 000; 0, ; 0) inomcd f( 000; 0, ; 000) 0,. 0a P( R ) = inomcdf ( 8; 0, ; ) 0, 83; P( T 0) = inomcdf ( ; 0, ; 0) 0, 8 P( R ) = P( R*, ) = normalcdf ( 0 ^ 99;, ; 8 0, ; 8 0, 0, 9) 0, 793; P( T 0) = P( T* 0, ) = normalcdf ( 0 ^ 99; 0, ; 0, ; 0, 0, 9) 0, 83 c Voor waarden van p die ver van af liggen (zoals 0,) is voor een goede normale enadering een wat grotere n nodig. a E( W) = n p = 0, 8 = en σ( W) = n p ( p) = 0, 8 0, = 3 P( W 70) = inomcdf ( ; 0, 8; 70), 000 ; P( N 70, ) = normalcdf ( 0 ^ 99; 70, ; ; 3), 000; het verschil is dus 0,000.

15 c P( 0 W 700) = P( W 700) P( W 9) 0, 90; P( 9, N 700, ) = normalcdf ( 9, ; 700, ; ; 3) 0, 9 ; verschil is nu 0,00. d P( W a) < 0, 0 P( W a ) > 0, 9; voer in je GR in Y = inomcdf( ; 0, 8; X ) + via TABLE vind je als oplossing a 700. a De kans op een lik met verstreken houdaarheidsdatum verandert steeds per trekking (ook al is het niet veel) want hij trekt zonder teruglegging en voldoet dus niet aan voorwaarden voor een inomiaal toevalsexperiment. P( B ) = P( X = ) + P( X = ) + P( X = 0) P( B = 0) = P( ggggg) = 0, P( B = ) = P( ggggv) = , P( B = ) = P( gggvv) = P( B ) 0, , 8 en dus is 97 9 c Omdat de steekproefgrootte klein is ten opzichte van de populatiegrootte is het verschil tussen trekken met en zonder teruglegging klein, zodat de verdeling van B hier goed enaderd kan worden door een Bin( ; ) = Bin( ; ) verdeling. 0 d P( B ) inomcdf ( ; ; ) 0, 878. De enadering is dus inderdaad wel redelijk. e Je gaat uit van de formules voor verwachting en standaardafwijking van de inomiale verdeling en dus krijg je E( B) = = en σ ( B) = =. De normale 3 enadering is dan P( B, ) normalcdf ( 0 ^ 99;, ; ; ) 0, 8. Dit is toevallig een goede enadering. Vaak zal zo n enadering niet goed uitpakken vanwege 3 de geringe steekproefgrootte. 3.8 Gemengde opdrachten ladzijde 7 3a De kans op een vangst- en sorteertijd die minder dan 0 minuten edraagt is 0,0 evenals de kans op een tijd van meer dan 70 minuten. Gegeven is dat X een normale verdeling heeft, dus is volgens de vuistregels µ σ = 0 en µ + σ = 70 en is dus µ = 0 en σ =. T = X + X X en de X 0 i onderling onafhankelijk en allemaal Norm( 0; ) -verdeeld. Dat etekent dat T ook normaal verdeeld is parameters µ = 0 E( X) = 00 en σ = 0 σ( X ) = 0. c Negen en een half uur komt overeen met 70 minuten en dus is P( T 70) = normalcdf ( 0 ^ 99; 70; 00; ) 0, 08. Het uitgangspunt van uur is dus niet erg realistisch. 9 a Laat V het vetgehalte zijn van de melk in een willekeurig pak, dan is P( V < 3, ) = normalcdf ( 0 ^ 99; 3, ; 3, 0; 0, 0) 0, 00 en dus zal ongeveer % van de pakken een vetgehalte van minder dan 3,% heen. P( V x) = 0, P( V < x) = 0, 8 en dus is x = invnorm( 0, 8; 3, 0; 0, 0) 3,.

16 c Laat H het vetgehalte zijn van de melk in een willekeurig pak halfvolle melk. Voer nu in je GR in Y = normalcdf(, ; 0^ 99;, 0; X) en Y = 0, 0. Intersect geeft σ( H) 0, 039. ( ) = ( = ) a P P = P P = 8 en P P P P pleiten voor symmetrie. a De oxplot is niet compleet omdat het maximum en het minimum van de inkomensverdeling niet ekend is. c Stel dat hier sprake is van een normale verdeling, dan is µ = P 0 =. Voer in je GR in Y = normalcdf( 0 ^ 99; 3; ; X) en Y = 0, 7. Intersect geeft σ, 8. Er zou dus sprake zijn van een Norm( ;, 8) verdeling. Omdat P 90 = 9 zou dit gelijk ook moeten zijn aan invnorm( 0, 9; ;, 8 ), maar deze laatste is ongeveer 0, en dus is de verdeling niet (helemaal) normaal. ladzijde 77 Je voorziet de tael van cumulatieve en relatief cumumlatieve gegevens: gevraagd aantal fietsen per dag aantal dagen aantal dagen cumulatief relatief cum. in % -9 3, , , , , , De rel. cumulatieve gegevens zet je uit tegen de rechterklassengrenzen op normaal waarschijnlijkheidspapier: 99,99 99,9 99,9 99,8 99, , 0, 0, 0,0 0,0 9, 7, 99,, 9, 7, 99, 0,0 0,0 0, 0, 0, , 99,8 99,9 99,9 99,99 De punten liggen vrijwel perfect op een rechte lijn en dus mag je aannemen dat het hier om een normale verdeling gaat. Bij 0% lees je af µ 0 en ij % lees je af µ σ 7 en dus is σ 3. P( F > 9) = P( F > 9, ) normalcdf ( 9, ; 0 ^ 99; 8; 37) 0, , 0, dus er zullen in 0% van de dagen niet genoeg fietsen zijn. 3

17 ( ) = (euro). Voor c De verwachte extra netto winst per dag zou zijn 0 0, 8 + 0, een jaar zou hij 3 = 7 euro meer winst kunnen verwachten. d Stel je het ij n fietsen een kans p dat er fietsen te weinig zijn. De verwachte extra netto winst in het geval van één fiets extra is p 8 + ( p) ( ) = 0p. Deze grootheid is voor het eerst gelijk aan 0 als p = 0,. Dus P( F > n) = 0, of P( F n) = P( F n + 0, ) = 0, 8 en er geldt n + 0, = invnorm ( 0, 8; 8; 37) 7, n 7. 7 Als X het aantal enodigde trekkingen voorstelt dan is 3 3 P( X = ) = P( r) = = 0, ; P( X = ) = P( wr) = = 0, 3; P( X = 3) = P( wwr) = = 0, 3 3 en P( X = ) = P( wwwr) = = 0,. Met ehulp van STAT EDIT invoeren van 3 deze verdeling in je GR levert met STAT CALC op E( X) = en σ ( X) =. 8a X is het aantal keren dat het door de klant gekozen getal ij een doelsteen verschijnt. Deze stochast is Bin( 3; ) verdeeld. E( X ) = 3 = c w P( W = w) 0 = P( X = 0) = inompdf ( 3; ; 0) 0, 787 d 0 = P( X = ) = inompdf ( 3; ; ) 0, = P( X = ) = inompdf ( 3; ; ) 0, 09 0 = P( X = 3) = inompdf ( 3; ; 3) 0, 00 E( W) = 0 0, , , , 00 3, 9. Test jezelf ladzijde T-a P( X ) = 0, + 0, , , 0 = 0, 8 E( X ) = 3 0, , , 0 = 39, c Voor elke zaterdag is de kans dat niet aan de vraag kan worden voldaan gelijk aan 0,8 (zie onderdeel a). En of al dan niet aan de vraag kan worden voldaan is verder voor een zaterdag onafhankelijk van de geeurtenissen op andere zaterdagen. En dus is Y Bin( n; 0, 8) verdeeld, waarij n het aantal zaterdagen is in een jaar (dit kan of 3 zijn). T-a B is een continue variaele: tussen een tweetal mogelijke waarden kan elke waarde worden aangenomen.

18 T-3a µ µ µ + c P( B < 00) = normalcdf ( 0 ^ 99, 00, 000, 00) 0, 8. De verwachting van het aantal Lumilampen onder de 0 met minder dan 00 randuren is dan ongeveer n p = 0 0, 8 = 7 spaarlampen. d P( 00 < B < 0) = normalcdf ( 00, 0, 000, 00) 0, 88. De verwachting van het aantal Lumilampen onder de 0 met minder dan 00 randuren is dus ongeveer n p = 0 0, 88 = spaarlampen. Laat X i het aantal randuren zijn van het i-de lok en S die van een doos, dan is S = X + X X en E( S) = E( X ) + E( X ) E( X ) = 0 = 0 (uren). 0 0 Omdat redelijk is te veronderstellen dat de X i onafhankelijk van elkaar zijn is σ( S) = σ ( X ) + σ ( X ) σ ( X ) = 0, 0 0, 79 (uren). 0 E( X) E S = E( S) = = 0 = (uren) en σ( X) = σ S σ( S),, = 0 79 = T-a Dit is P( ph < 7, ) 00% = normalcdf ( 0^ 99; 7, ; 7, ; 0, ) 00%, 7%. P( 7, 3 < ph < 7, ) 00% = normalcdf ( 7, 3; 7, ; 7, ; 0, ) 00%, % c P( ph < 7, of ph > 7, 7) 00 % = ( normalcdf ( 0 ^ 99; 7, ; 7, ; 0, ) + normalcdf ( 7, 7; 0 ^ 99; 7, ; 0, ) ) 0, 7 Dus 7,%. d Het gemiddelde ph is Norm 7 0,, ; verdeeld en dus is, P( ph > 7, ) = normalcdf ( 7, ; 0 ^ 99; 7, ; 0 ) 0, 08. ladzijde 8 T-a Het percentage meetwaarden tussen 9,0 en 9, cm ongeveer normalcdf( 9, 0; 9, ; 9, ;, 0) 00% 8, %. Het gaat dan om 8, % van 8 3 leerlingen. Dit interval ligt symmetrisch ten opzichte van het gemiddelde 9,. De rechtergrens is ij enadering gelijk aan invnorm( 0, ; 9, ;, 0) 9, 83 ( = 9, + 0, 33). De linkergrens is dan ongeveer 9, 0, 33 = 9, 07. c Het komt erop neer dat moet gelden voor de score X van een willekeurige leerling. uit deze nieuwe klas dat P( X < 8, 0) = 0, 3 terwijl X is Norm ( 9, ; σ) -verdeeld. Voer in je GR in Y = normalcdf( 0 ^ 99; 8, 0; 9, ; X). Met TABLE vind je σ, Noordhoff Uitgevers v

19 T-a 99,99 99,9 99,9 99,8 99, , 0, 0, 0,0 0,0 9,, 9,, 9, 7, 79, 8, 89, 0,0 0,0 0, 0, 0, , 99,8 99,9 99,9 99,99 Er gaat ij enadering een rechte lijn door de data en dus is er hier ij enadering sprake van een normale verdeling. Je leest hieroven af dat het percentage auto s met een snelheid van minder dan 8 km per uur ongeveer gelijk is aan 9,%. c Je leest µ af ij 0% en dus is µ 8,. Bij % hoort µ σ 9, 7 en dus is σ 8, 9, 7 = 8, 8. d P( S < 8) = normalcdf( 0 ^ 99; 8; 8, ; 8, 8) 0, 937. Deze normale enadering komt redelijk in de uurt van de 9,% die ij onderdeel werd gevonden. T-7a Laat S het aantal schuen zijn, dan is P( S < 7) = P( S < 7, ) normalcdf ( 0 ^ 99; 7, ; 8; ) 0, 0. P( S 87) = P( S > 8, ) normalcdf ( 8, ; 0 ^ 99; 8; ) 0, 3. c Volgens een vuistregel voor de normale verdeling geldt P( µ σ S µ σ) 0, 9. Het gaat dus hier om het interval 7; 90. Je het nu echter geen rekening gehouden met de continuïteitscorrectie. Als je deze correctie echter toepast op dit interval krijg je P( 7 S 90) = P( 73, < S < 90, ) normalcdf ( 73, ; 90, ; 8; ) 0, 9. Zo gek dus nog niet. d Als s de gevraagde grens is, dan is s = invnorm( 0, 9; 8; ) 87, 3 s 87, T-8a Dat de verdeling spitser wordt ij kleinere standaardafwijkingen is duidelijk. Omdat de oppervlakte onder klokvormige grafiek steeds is, zal deze grafiek in de uurt van de verwachtingswaarde dus smaller en tegelijk hoger zijn. Dit is het geval als trekken zonder teruglegging goed enaderd kan worden door trekken met teruglegging (steekproefgrootte klein ten opzichte van populatiegrootte) en als vervolgens de ijehorende inomiale verdeling weer goed enaderd wordt door de normale verdeling (als de steekproefgrootte niet te klein en de ijehorende p niet te ver van de waarde ).

Hoofdstuk 4 Normale verdelingen

Hoofdstuk 4 Normale verdelingen V-1a c d V-2a Noordhoff Uitgevers v Moderne Wiskunde Uitwerkingen ij vwo C deel 3 Hoofdstuk 4 Normale verdelingen Hoofdstuk 4 Normale verdelingen ladzijde 92 De relatieve cumulatieve frequenties zijn de

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 - De normale verdeling

Hoofdstuk 8 - De normale verdeling ladzijde 216 1a Staafdiagram 3 want te verwachten is dat er elke maand ongeveer evenveel mensen jarig zijn. Dat is meteen ook de reden waarom de andere drie niet voldoen. Feruari estaat uit vier weken

Nadere informatie

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c Hoofdstuk 8, Statistische maten 1 Hoofdstuk 8 Statistische maten Kern 1 Centrum- en spreidingsmaten 1 a Partij is een kwalitatieve variaele, kindertal een kwantitatieve, discrete variaele.,c d kindertal

Nadere informatie

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] Relatief frequentiepolygoon van de lengte van mannen in 1968 1 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] In dit plaatje is een frequentiepolygoon getekend.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 De normale verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. 1 a

Hoofdstuk 2 De normale verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. 1 a Hoofdstuk De normale verdeling Kern Normale verdelingen a percentage 30 0 0 57 6 67 7 77 8 87 9 97 0 07 De polygoon heeft een klokvorm. b In totaal is 0, + 0,9 + 3,3 +,0 +,3 + 7,3= 50,5 procent van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen

Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen ladzijde 144 1a X is aantal autokopers die merk A aanschaffen. X is Bin(100; 0,30) verdeeld. 0,30 3 100 = 30, naar verwachting zullen dus 30 autokopers merk A aanschaffen.

Nadere informatie

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] 8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1] Gegeven zijn de volgende 10 waarnemingsgetallen: 1, 3, 3, 3, 4, 5, 6, 8, 8, 9 Het gemiddelde is: De mediaan is het middelste waarnemingsgetal als de getallen naar grootte

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 84 ladzijde 4 a Vul de gegevens in en lees af ij kans rehts : 0,22 Nadat je het olletje voor tweezijdigheid het aangeklikt en de linker en rehter grens het ingesteld lees je af ij kans midden 0,759. Het

Nadere informatie

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. 9.0 Voorkennis Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. Productregel: Voor de gebeurtenis G 1 bij het ene kansexperiment en de gebeurtenis G 2 bij het andere kansexperiment

Nadere informatie

ICT - De hypergeometrische verdeling

ICT - De hypergeometrische verdeling ladzijde 9 a P( X = ) = 5 3 5 35 3 ( ) ( ) = 3 7 387 5 5 c De steekproefgrootte is 5 dus n = 5. De fractie witte allen is 5 = 3 dus p = 3. 5 Met VU-Statistiek krijg je: De volledige verdeling van X vind

Nadere informatie

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Yvette pakt vier knikkers uit een vaas waar er 20 inzitten. 9 van de knikkers zijn rood en 11 van de knikkers zijn blauw. X = het aantal rode knikkers dat Yvette pakt. Er zijn

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Verdelingen

Hoofdstuk 3 - Verdelingen Hoofdstuk - Verdelingen ladzijde 8 V-a De gemiddelde sore is ( 7 + 7 8 + 9 + + 8 ) : 0 = 0,8. Je kunt het ook invoeren op de rekenmahine. TI 8/8: L: 7, 8, 9, 0,..,7, 8 en L:, 7,..., -Var Stats L,L geeft

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 38 ladzijde 9 a P( X = ) = 5 3 5 35 3 ( ) ( ) = 3 7 387 5 5 c De steekproefgrootte is 5 dus n = 5. De fractie witte allen is 5 = 3 dus p = 3. 5 Met VU-Statistiek krijg je: De volledige verdeling van X

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - De binomiale verdeling

Hoofdstuk 5 - De binomiale verdeling Moderne wiskunde 9e editie Havo A deel Hoofdstuk - De inomiale verdeling ladzijde 0 a zoon dochter c DDZZZ; DZDZZ; DZZDZ; DZZZD; ZDDZZ; ZDZDZ; ZDZZD; ZZDDZ; ZZDZD; ZZZDD zoons A 0 dochters d e Het aantal

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a c d e Hoofdstuk - De inomiale verdeling. Succes en mislukking ladzijde 9 zoon dochter DDZZZ; DZDZZ; DZZDZ; DZZZD; ZDDZZ; ZDZDZ; ZDZZD; ZZDDZ; ZZDZD; ZZZDD zoons A 0 dochters Het aantal mogelijkheden

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 De Normale Verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. Netwerk, 4 Havo A, uitwerkingen Hoofdstuk 9, De Normale Verdeling Elleke van der Most

Hoofdstuk 9 De Normale Verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. Netwerk, 4 Havo A, uitwerkingen Hoofdstuk 9, De Normale Verdeling Elleke van der Most Hoofdstuk 9 De Normale Verdeling Kern Normale verdelingen a percentage 30 0 0 57 6 67 7 77 8 87 9 97 0 07 De polygoon heeft een klokvorm. b De gemiddelde lengte valt in de klasse 80 84 cm. Omdat 8 precies

Nadere informatie

Blok 2 - Vaardigheden

Blok 2 - Vaardigheden Moderne wiskunde 9e editie Havo A deel Blok - Vaardigheden ladzijde 0 a 6 f g h d, p, p p 0 5 p i e 6q 6q q q q 5 0 5a a 0a a 6 5 5 5 t t t t t t a Per weken is de groeifator 7,, 9 Een kwartaal heeft 5

Nadere informatie

14.1 Kansberekeningen [1]

14.1 Kansberekeningen [1] 14.1 Kansberekeningen [1] Herhaling kansberekeningen: Somregel: Als de gebeurtenissen G 1 en G 2 geen gemeenschappelijke uitkomsten hebben geldt: P(G 1 of G 2 ) = P(G 1 ) + P(G 2 ) B.v. P(3 of 4 gooien

Nadere informatie

De normale verdeling

De normale verdeling De normale verdeling Les 2 De klokvorm en de normale verdeling (Deze les sluit aan bij paragraaf 8 en 9 van Binomiale en normale verdelingen van de Wageningse Methode) De grafische rekenmachine Vooraf

Nadere informatie

Hoe verwerk je gegevens met de Grafische Rekenmachine?

Hoe verwerk je gegevens met de Grafische Rekenmachine? Hoe verwerk je gegevens met de Grafische Rekenmachine? Heb je een tabel met alleen gegevens? Kies STAT EDIT Vul L 1 met je gegevens (als de lijst niet leeg is, ga je met de pijltjes helemaal naar boven,

Nadere informatie

Lesbrief de normale verdeling

Lesbrief de normale verdeling Lesbrief de normale verdeling 2010 Willem van Ravenstein Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Hoofdstuk 1 de normale verdeling... 2 Hoofdstuk 2 meer over de normale verdeling... 11 Hoofdstuk 3 de n-wet...

Nadere informatie

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5%

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5% C. von Schwartzenberg 1/16 1a Er is uitgegaan van de klassen: 1 < 160; 160 < 16; 16 < 170;... 18 < 190. 1b De onderzochte groep bestaat uit 1000 personen. 1c x = 17,3 (cm) en σ, 7 (cm). 1de 680 is 68%

Nadere informatie

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen Hoofdstuk 5 Beschrijvende statistiek (V4 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 5.1 : verdelingen Les 1 Allerlei diagrammen = { Hoe vaak iets voorkomt } Relatief = { In procenten } Absoluut = { Echte getallen

Nadere informatie

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t Welk verband zie ik tussen de gegeven informatie en wat er gevraagd wordt? Wat heb ik nodig? Heb ik de gegevens uit de tekst gehaald? Welke

Nadere informatie

c P( X 1249 of X 1751 µ = 1500 en σ = 100) = 1 P(1249 X 1751)

c P( X 1249 of X 1751 µ = 1500 en σ = 100) = 1 P(1249 X 1751) Uitwerkingen Wiskunde A Netwerk VWO 6 Hoofdstuk 5 Toetsen www.uitwerkingensite.nl Hoofdstuk 5 Toetsen Kern Het principe van een toets a Nee, de waarneming,% wijkt erg sterk af van de verwachte,5%. Ja,,6%

Nadere informatie

Werken met de grafische rekenmachine

Werken met de grafische rekenmachine Werken met de grafische rekenmachine Plot de grafiek blz. Schets de grafiek of teken een globale grafiek blz. 3 Teken de grafiek blz. 4 Het berekenen van snijpunten blz. 3 5 Het berekenen van maxima en

Nadere informatie

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k)

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k) 11.0 Voorkennis Let op: Cumulatieve binomiale verdeling: P(X k) = binomcdf(n,p,k) Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k) Voorbeeld 1: Binomiaal kanseperiment

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties

Hoofdstuk 4 - Machtsfuncties Hoofdstuk - Machtsfuncties Voorkennis: Functies en symmetrie ladzijde 9 V-a Kies als vensterinstelling voor je GR ijvooreeld X en Y en voer in Y = X X + Je krijgt: + = 0, dan D = ( ) = en = = = + = of

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 - Normale verdelingen

Hoofdstuk 4 - Normale verdelingen ladzijde 92 V-1a De relatieve umulatieve frequenties zijn de waarden van de umulatieve frequenties (somfrequenties) uitgedrukt in perentages. De laatste waarde (dat is de hoogste waarde) van de umulatieve

Nadere informatie

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2 G&R vwo A/C deel 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14 1a Gemiddelde startgeld x = 1 100000 + 4 4000 + 3000 = 13100 dollar. 10 1b Het gemiddelde wordt sterk bepaald door de uitschieter van

Nadere informatie

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Boek 1 H7, Boek 2 H7&8 Martin@CH.TUdelft.NL Boek 2: H7. Verbanden (Recht) Evenredig Verband ( 1) Omgekeerd Evenredig Verband ( 1) Hyperbolisch Verband ( 2) Machtsverband

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

Examen Statistiek I Feedback

Examen Statistiek I Feedback Examen Statistiek I Feedback Bij elke vraag is alternatief A correct. Bij de trekking van een persoon uit een populatie beschouwt men de gebeurtenissen A (met bril), B (hooggeschoold) en C (mannelijk).

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Toetsen uitwerkingen

Hoofdstuk 3 Toetsen uitwerkingen Kern Kansen ij een normale verdeling a normalcdf(3.7,., 3,7) =,9 normalcdf(9, 9999,, 7) =,7 c normalcdf( 9999, 3,, ) =,978 a g = invnorm(.3, 8, 7) = 77,9 g = invnorm(.873,, ) = 97,9 c P(X < g μ = 8 en

Nadere informatie

Blok 3 - Vaardigheden

Blok 3 - Vaardigheden B-a Extra oefening - Basis Ja, x en y zijn omgekeerd evenredig. Bij de tael hoort de formule x y = 70 of y = 70 of x = 70. x y Ja, x en y zijn omgekeerd evenredig. Bij de tael hoort de formule x y = 8

Nadere informatie

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Ik weet hoe je met procenten moet rekenen: procenten en breuken, percentage berekenen, toename en afname in procenten, rekenen met groeifactoren.

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

Empirische kansen = op ervaring gegrond; bereken je door relatieve frequenties te gebruiken. Wet van de grote aantallen.

Empirische kansen = op ervaring gegrond; bereken je door relatieve frequenties te gebruiken. Wet van de grote aantallen. Samenvatting Kansen Definitie van Laplace : P(G) = aantal _ gunstige _ uitkomsten aantal _ mogelijke _ uitkomsten Voorbeeld : Vb kans op 4 gooien met dobbelsteen: Aantal gunstige uitkomsten = 1 ( namelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1:

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1: Hoofdstuk 8: De normale verdeling 8. Centrum- en spreidingsmaten Opgave : 00000 4 4000 5 3000 a. 300 dollar 0 b. 9 van de atleten verdienen minder dan de helft van het gemiddelde. Het gemiddelde is zo

Nadere informatie

13.1 Kansberekeningen [1]

13.1 Kansberekeningen [1] 13.1 Kansberekeningen [1] Herhaling kansberekeningen: Somregel: Als de gebeurtenissen G 1 en G 2 geen gemeenschappelijke uitkomsten hebben geldt: P(G 1 of G 2 ) = P(G 1 ) + P(G 2 ) B.v. P(3 of 4 gooien

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 - Periodieke functies

Hoofdstuk 4 - Periodieke functies Hoofdstuk - Periodieke functies ladzijde 98 V-a Na seconden. Het hart klopt c, millivolt = slagen per minuut. V-a Ja, met periode ; nee; misschien met periode. Evenwichtsstand y = ; -; y =. Amplitude is

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk - Funties en de rekenmahine Voorkennis: Funties ladzijde V-a De formule is T = + 00, d Je moet oplossen + 00, d = dus dan geldt 00, d = en dan is d = : 00, 77 m V-a f( ) = = 0en f( ) = ( ) (

Nadere informatie

UITWERKINGEN VOOR HET VWO NETWERK B13

UITWERKINGEN VOOR HET VWO NETWERK B13 12 UITWERKINGEN VOOR HET VWO NETWERK B13 HOOFDSTUK 6 KERN 1 1a) Zie plaatje De polygoon heeft een klokvorm 1b) Ongeveer 50% 1c) 0,1 + 0,9 + 3,3 + 11,0 = 15,3% 2a) klokvorm 2b) geen klokvorm 2c) klokvorm

Nadere informatie

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b)

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b) Samenvatting door E. 1419 woorden 11 november 2013 6,1 14 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde A Getal en ruimte Lineaire formule A = 0.8t + 34 Er bestaat dan een lineair verband tussen A en t, de grafiek

Nadere informatie

VB: De hoeveelheid neemt nu met 12% af. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? = 1655 oud = 1655 nieuw = 0,88 x 1655 = 1456

VB: De hoeveelheid neemt nu met 12% af. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? = 1655 oud = 1655 nieuw = 0,88 x 1655 = 1456 Formules, grafieken en tabellen Procenten - altijd afronden op 1 decimaal tenzij anders vermeld VB: Een hoeveelheid neemt met 12% toe to 1456. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? Oud =? Nieuw =

Nadere informatie

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies Wat heb ik nodig: GR of afgeleide? Hoe ziet de grafiek eruit? Moet ik de afgeleide berekenen? Kan ik bij deze functie de afgeleide berekenen? Welke

Nadere informatie

bijspijkercursus wiskunde voor psychologiestudenten bijeenkomst 9 de normale verdeling (niet in [PW])

bijspijkercursus wiskunde voor psychologiestudenten bijeenkomst 9 de normale verdeling (niet in [PW]) bijspijkercursus wiskunde voor psychologiestudenten bijeenkomst 9 de normale verdeling (niet in [PW]) vorige week: kansrekening de uitkomstvariabele was bijna altijd discreet aantal keer een vijf gooien

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek 1 Doel Beheersen van elementaire statistische technieken Toepassen van deze technieken op aardwetenschappelijke data 2 1 Leerstof Boek: : Introductory Statistics, door

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken

Nadere informatie

Antwoorden bij 4 - De normale verdeling vwo A/C (aug 2012)

Antwoorden bij 4 - De normale verdeling vwo A/C (aug 2012) Antwoorden bij - De normale verdeling vwo A/C (aug 0) Opg. a Aflezen bij de 5,3 o C grafiek:,3% en bij de,9 o C grafiek: 33,3% b Het tweede percentage is 33,3 /,3 = 5, maal zo groot. c Bij de 5,3 o C grafiek

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2002-I wiskunde A (oude stijl) Vogels die voedsel zoeken

Antwoordmodel VWO 2002-I wiskunde A (oude stijl) Vogels die voedsel zoeken Antwoordmodel VWO 00-I wiskunde A (oude stijl) Antwoorden Vogels die voedsel zoeken Maximumscore Stilstaan duurt telkens 5 seconden Tussen twee stops wordt 5 cm afgelegd De tijd tussen twee stops is 5

Nadere informatie

Keuzemenu - De standaardnormale verdeling

Keuzemenu - De standaardnormale verdeling ladzijde 4 a Volgens de vuistregels ligt 68% innen μ σ en μ + σ en ligt 95% innen μ σ en μ + σ. a c μ σ,5% 3,5% 34% 34% 3,5% μ σ μ De oppervlakte onder de klokvorm rechts van haar gewicht is,5%, dus daar

Nadere informatie

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling TI83-werkblad Vergelijkingen bij de normale verdeling 1. Inleiding Een normale verdeling wordt bepaald door de constanten µ en σ. Dit blijkt uit het voorschrift van de verdelingsfunctie van de normale

Nadere informatie

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Beschrijvende Statistiek /k 1/35 OPDRACHT OVER BESCHRIJVENDE STATISTIEK Beleggen Door een erfenis heeft een vriend van u onverwacht de beschikking over een

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Hypothese toetsen

Hoofdstuk 5 - Hypothese toetsen V-1a 98 ladzijde 114 Niet iedereen heeft dezelfde kans om in deze steekproef te komen. Het zijn klanten van de winkel. Het zijn alleen vrouwen. Het zijn klanten die allemaal op hetzelfde tijdstip oodshappen

Nadere informatie

Havo A deel 1 H2 Statistiek - Samenvatting

Havo A deel 1 H2 Statistiek - Samenvatting Havo A deel 1 H2 Statistiek - Samenvatting Begrip 1. Staafdiagram Schetsje: zo ziet het er uit 2. Lijndiagram = polygoon 3. Cirkeldiagram = sectordidagram 4. Beeldiagram = pictogram 5. Stapeldiagram 6.

Nadere informatie

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat.

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat. 2.1.3 Representaties In de voorbeelden kijken we steeds naar gewicht. Je gaat daarna zelf kijken naar de informatie over lengte en cijfergemiddelde. Voor alle opgaven geldt dat je deze zowel in de DWO

Nadere informatie

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics. Beschrijvende Statistiek

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics. Beschrijvende Statistiek Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Beschrijvende Statistiek OPDRACHT OVER BESCHRIJVENDE STATISTIEK Beleggen Door een erfenis heeft een vriend van u onverwacht de beschikking over een klein kapitaaltje

Nadere informatie

Boek 2 hoofdstuk 8 De normale verdeling.

Boek 2 hoofdstuk 8 De normale verdeling. 52a. de groepen verschillen sterk in grootte b. 100 van de 5000 = 1 van de 50 dus 1 directielid, 90 winkelmedewerkers en 9 magazijnmedewerkers. Boek 2 hoofdstuk 8 De normale verdeling. 8.1 Vuistregels

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II Eindexamen wiskunde A- havo 007-II Beoordelingsmodel Sprintsnelheid maximumscore 4 De toenamen zijn achtereenvolgens 37,5 ; 0,5 ; 3,0 ; 3,5 ; 3,5 De staven zijn getekend bij 0, 40, 60, 80 en 00 meter Er

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen.

Hoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk, Functies en de GRM Hoofdstuk Functies en de GRM Kern Functies met de GRM a H (dm) 5 Na ongeveer 6 dagen. 6 8 0 t a De functie heeft geen functiewaarde voor X < 0.

Nadere informatie

Netwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk 1, Statistische verwerking 1

Netwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk 1, Statistische verwerking 1 Netwerk, 4 Havo D, uitwerkingen Hoofdstuk, Statistische verwerking Hoofdstuk Statistische verwerking Kern Populatie en steekproef a In Derbroek vonden + 6 ondervraagden de overlast ernstig tot zeer ernstig.

Nadere informatie

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 2

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 2 Paragraaf 8 De klokvorm Opgave 1 a De top van de grafiek van de PvdA ligt bij 30 %. Dus voor de PvdA wordt 30% voorspeld. b De grafiek loopt van ongeveer 27 tot 33, dus het percentage ligt met grote waarschijnlijkheid

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a Hoofdstuk - Rekenen met kansen. Kansen erekenen ladzijde vaas A R W vaas B R W R W + P( één rode en één witte) = = =, P( RW) + P( WR) = + = + = =,. Het klopt dus. a Aantal mogelijkheden is =. Elk van

Nadere informatie

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. 3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = 1625 3070 = -1445 Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal

Nadere informatie

4 De normale verdeling

4 De normale verdeling bladzijde 217 35 a X = het aantal vrouwen met osteoporose. P(X = 30) = binompdf(100, 1, 30) 0,046 4 b X = het aantal mannen met osteoporose. Y = het aantal vrouwen met osteoporose. P(2 met osteoporose)

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links.

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links. G&R havo A deel C. von Schwartzenberg /8 a Er is uitgegaan van de klassen: < 60; 60 < 6; 6 < 70;... 8 < 90. b c De onderzochte groep bestaat uit 000 personen. (neem nog eens GRpracticum uit hoofdstuk 4

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-II

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-II Eindexamen wiskunde A - havo 005-II Het weer in september De frequenties zijn achtereenvolgens, 0, 3,, 7,, 6, 8, 6, 0, 8, 3,, en 0,5 3,5 7,0 7,5 de berekening 00 Het antwoord is 4 ( C) ( 4,05 4,03 4,0)

Nadere informatie

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Hoofdstuk 9 Kansverdelingen (V5 Wis A) Pagina 1 van 8 Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Les 1 Verwachtingswaarde Definities : Verwachtingswaarde Verwachtingswaarde = { wat je verwacht } { gemiddelde

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2001-I

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2001-I Eindexamen wiskunde A - havo 00-I 4 Antwoordmodel Opgave Misdrijven Iedere 47 seconden wordt er een fiets gestolen het aantal seconden in een schrikkeljaar: 66 4 60 60 = 6 400 6 400 Het aantal gestolen

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door een scholier 1439 woorden 13 mei keer beoordeeld. Inhoudsopgave

7,5. Samenvatting door een scholier 1439 woorden 13 mei keer beoordeeld. Inhoudsopgave Samenvatting door een scholier 1439 woorden 13 mei 2004 7,5 91 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inhoudsopgave Lineair Interpoleren Pagina 02 Breuken en Decimalen Pagina 02 Werken met percentages Pagina 03

Nadere informatie

De normale verdeling. Les 3 De Z-waarde (Deze les sluit aan bij de paragraaf 10 van Binomiale en normale verdelingen van de Wageningse Methode)

De normale verdeling. Les 3 De Z-waarde (Deze les sluit aan bij de paragraaf 10 van Binomiale en normale verdelingen van de Wageningse Methode) De normale verdeling Les 3 De Z-waarde (Deze les sluit aan bij de paragraaf 10 van Binomiale en normale verdelingen van de Wageningse Methode) De grafische rekenmachine Vooraf In deze les ga je veel met

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo I Beoordelingsmodel Marathonloopsters maximumscore uur, 4 minuten en seconden is 98 seconden De snelheid is 495 98 (m/s) Het antwoord: 4, (m/s) maximumscore Uit x = 5 volgt v 4,04 (m/s) De tijd die een 5-jarige

Nadere informatie

Blok 6A - Vaardigheden

Blok 6A - Vaardigheden Extra oefening - Basis B-a 7 + e 7 + 0 00 0 ( ) 0 f 8 ( + ) 0 0 0 8 0 80 c 7 + 9 7 g 9 0 7 40 0 40 47 d + h + 9 8 0 8 7 9 0 0 0 0 B-a 0,4 8 7, e 0,,, 0,7 8, 8,87 f 0,00 0 0,7 c 0,77 9,4 g 0,004 88,8 d

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek I Tjing Opgave 1. Het aantal hoofdstukken in de I Tjing correspondeert met het totale aantal

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Restzetels maximumscore 4 5 329 + 9080 + 875 = 33 60 33 60 stemmen is minder dan de helft van 67 787 stemmen 0 + 5 + 5 = 20 20 zetels is meer dan de helft van 39 zetels 2 maximumscore

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-II Eindeamen wiskunde B vwo 2002-II Cesuur bij eamens Bij de eindeamens in de jaren 997 tot en met 2000 werden aan enkele VWO-scholen eperimentele eamens afgenomen in het vak wiskunde-b. Bij deze eamens waren

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Schroefas Opgave 1. In de figuur trekken we een lijn tussen 2600 tpm op de linkerschaal en

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-II Cesuur bij eamens Bij de eindeamens in de jaren 997 tot en met 2000 werden aan enkele VWO-scholen eperimentele eamens afgenomen in het vak wiskunde-b. Bij deze eamens waren elk jaar maimaal 90 punten te

Nadere informatie

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Hoofdstuk 9 Kansverdelingen (V5 Wis A) Pagina 1 van 8 Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde Les 1 Verwachtingswaarde Definities : Verwachtingswaarde Verwachtingswaarde = { wat je verwacht } { gemiddelde

Nadere informatie

EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO MLN/SNO

EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO MLN/SNO EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO wiskunde A MLN/SNO Onderwerp: Statistiek - Blok Datum: donderdag 1 januari 010 Tijd: 8.30-10.45 NB 1: Bij de beantwoording van de vragen ALTIJD JE BEREKENINGEN aangeven.

Nadere informatie

Zo n grafiek noem je een dalparabool.

Zo n grafiek noem je een dalparabool. V-a Hoofdstuk - Funties Hoofdstuk - Funties Voorkennis O A B De grafiek ij tael A is een rehte lijn, want telkens als in de tael met toeneemt neemt met toe. Het startgetal is en het hellingsgetal is. d

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Blok 2 - Vaardigheden

Blok 2 - Vaardigheden B-1a Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Extra oefening - Basis De getallen 16 en 16 6 ijn asolute aantallen. De percentages ijn relatieve aantallen. c aantal mensen 16 6 000 16 60 9 686 percentage

Nadere informatie

Statistiek. Beschrijvende Statistiek Hoofdstuk 1 1.1, 1.2, 1.5, 1.6 lezen 1.3, 1.4 Les 1 Hoofdstuk 2 2.1, 2.3, 2.5 Les 2

Statistiek. Beschrijvende Statistiek Hoofdstuk 1 1.1, 1.2, 1.5, 1.6 lezen 1.3, 1.4 Les 1 Hoofdstuk 2 2.1, 2.3, 2.5 Les 2 INHOUDSOPGAVE Leswijzer...3 Beschrijvende Statistiek...3 Kansberekening...3 Inductieve statistiek, inferentiele statistiek...3 Hoofdstuk...3. Drie deelgebieden...3. Frequentieverdeling....3. Frequentieverdeling....4.5

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I Eindexamen wiskunde A compex vwo 2007-I Beoordelingsmodel IQ maximumscore 4 De gevraagde kans is P(X > 40) Beschrijven hoe met de GR deze cumulatieve normale kans berekend kan worden De gevraagde kans

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 - Periodieke functies

Hoofdstuk 7 - Periodieke functies Voorkennis: Goniometrische verhoudingen ladzijde 9 V-a vereenkomstige hoeken zijn gelijk. 7 7, c PR 7, AC, 7, QR 7, BC, 7, 0 V-a In deze driehoeken is A C en ook zijn de hoeken ij U en V gelijk. CR AQ

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B (nieuwe stijl) Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 9 juni 3.30 6.30 uur 20 02 Voor dit eamen zijn maimaal 83 punten te behalen; het eamen bestaat uit 7 vragen.

Nadere informatie

3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1]

3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1] 3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1] Voorbeeld: Op een schijf staan een zestal afbeeldingen in even grote vakjes: 3 keer appel, 2 keer banaan, 1 keer peer. Sandra draait zes keer aan de schijf. a)

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.3 Representaties In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1 Data presenteren 1.1 Introductie In

Nadere informatie

Keuzemenu - Wiskunde en economie

Keuzemenu - Wiskunde en economie 1a a Keuzemenu - Wiskunde en eonomie ladzijde 6 TK( 00) GTK( 00) = = 300 = 71 euro per ezoeker 00 00 TK( 600) 800 = = 71, 33 euro per ezoeker 600 600 TK( 800) 9 00 GTK( 800) = = = 7 euro per ezoeker 800

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Extra oefening ij hoofdstuk a Zij krijgt 8 67 8 960, euro. 6 Dat zijn 0, 87 06 64 kiezers. c Je het dan 0 4, 7 gram asterdsuiker nodig. 8 d In een jaar zitten 600 4 6 = 6 000 seconden. Er sterven per jaar

Nadere informatie

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht? 2.1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset GEGEVENS154LEERLINGEN. a. Hoe lang is het grootste meisje? En de grootste jongen? b. Welke lengtes komen het meeste voor? c. Is het berekenen van gemiddelden

Nadere informatie

Extra oefening bij hoofdstuk 1

Extra oefening bij hoofdstuk 1 Extra oefening ij hoofdstuk a Zij krijgt 8 67 8 960, euro. 6 Dat zijn 0, 87 06 64 kiezers. c Je het dan 0 4, 7 gram asterdsuiker nodig. 8 d In een jaar zitten 600 4 6 = 6 000 seconden. Er sterven per jaar

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO wa I. Vogels die voedsel zoeken

Antwoordmodel VWO wa I. Vogels die voedsel zoeken Antwoordmodel VWO wa 00-I Vogels die voedsel zoeken Stilstaan duurt telkens 5 seconden Tussen twee stops wordt 5 cm afgelegd De tijd tussen twee stops is 5 seconde De snelheid is 6 cm per seconde Maximumscore

Nadere informatie

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Het correcte antwoord wordt aangeduid door een sterretje. 1 Een steekproef van 400 personen bestaat uit 270 mannen en 130 vrouwen. Een derde van de mannen is

Nadere informatie

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A Docentenhandleiding 1. Voorwoord Doel van de praktische opdracht bij het hoofdstuk over statistiek 1 : Het doel van de praktische opdracht (PO)

Nadere informatie

Overzicht statistiek 5N4p

Overzicht statistiek 5N4p Overzicht statistiek 5N4p EEB2 GGHM2012 Inhoud 1 Frequenties, absoluut en relatief... 3 1.1 Frequentietabel... 3 1.2 Absolute en relatieve frequentie... 3 1.3 Cumulatieve frequentie... 4 2 Centrum en spreiding...

Nadere informatie