THE SCIATICA-MAST STUDY Minimal Access Spinal Technology THE SCIATICA-MED TRIAL
|
|
- Juliaan de Wit
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 THE SCIATICA-MAST STUDY Minimal Access Spinal Technology THE SCIATICA-MED TRIAL EEN DUBBELBLIND GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE MICRO-ENDOSCOPISCHE BEHANDELING VAN DE HERNIA NUCLEI PULPOSI LUMBALIS
2 Inhoudsopgave Projectleiding 3 1 Inleiding 4 2 Doel van het onderzoek Vraagstelling 2.2 Methoden 3 Onderzoeksopzet Organisatie 3.2 Techniek 12 4 Variabelen en Effectmaten Basaal demografische gegevens 4.2 Klinische gegevens 4.3 Pijnintensiteit en pijnkwaliteit Kwaliteit van leven Short Form Roland Questionnaire for Sciatica Utilities (EuroQol) 4.5 Beoordeling resultaat patiënt Radiologische evaluatie en MR-protocol 4.7 Re-operatie incidentie Kosten 4.9 Beoordeling onderzoeker (PROLO) 4.10 Complicatieregistratie Evaluatie en tijdschema effectparameters 5 Vroegtijdige beëindiging studie 22 6 Steekproefgrootte 7 Analyse Kosten-effectiviteitenanalyse 7.2 Statistische analyse Interim Analyse, Tijdpad en Rapportage CVZ Implementatie 27 8 Bijlagen Kostendagboek 2. Patiënteninfo tbv wet. onderzoek Sciatica-MED Trial 3. Toestemmingsverklaring 4. Informatie over proefpersonenverzekering 2
3 Projectleiding (SIPS-Group) Drs. Wilco C. Peul, neurochirurg en projectleider Sciatica-MED-Trial Drs. Patrick A. Brouwer, radioloog en Projectleider Sciatica-PLDD-Trial Prof. Dr. Mark van Buchem, neuroradioloog Prof. Dr. Bart W. Koes, epidemioloog (EUR) Prof. Dr. Raph T.W.M. Thomeer, neurochirurg Arts-Onderzoeker Coördinator Drs. Jan Stork Vakgroep MESIB, Leids Universitair Medisch Centrum Prof. Dr. Hans van Houwelingen Prof. Dr. Job Kievit, medische besliskunde Dr. R. Brand, Datamanagement Medische Statistiek Dr. Wilbert B. van den Hout, econometrist, medisch besliskundige Afdeling Radiodiagnostiek, Leids Universitair Medisch Centrum Drs. Annet v/d Berg-Huysmans, epidemioloog Participerende Neurochirurgen, Orthopedisch Chirurgen en Centra Dr. Maarten Coppes, AZG Groningen Dr. Gert-Joan Bouma, AMC Amsterdam en Lucas Andreas Ziekenhuis Drs. Ronald Bartels, UMC St. Radboud en Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Drs. Roland Donk, Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Dr. Cees de Nie, EZ Tilburg Drs. Wee Fu Tan, MCA Alkmaar Dr. Carel Hoffmann, Leyenburg Den Haag Drs. Rob Walchenbach, MCH Den Haag Drs. Hans Würzer, MCH-Westeinde en Bronovo Den Haag, Groene Hart ZKHS Gouda Dr. J.M.C. van Dijk, Spaarne Ziekenhuis Haarlem / Heemstede en LUMC Drs. Pieter Schutte, Diaconessenhuis Leiden Researchverpleegkundigen Gerda Holtkamp Petra Bergman Annemarie Mast Saskia Dukker Marjon Nuijten Lidwien Smakman Datamanager ProMise Drs. Arjan Nieborg, Datamanager Loretta Polak Deleted: N 3
4 1. Inleiding Het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS), veroorzaakt door een lumbale hernia nucleï pulposi, is een veel voorkomend probleem met een jaarlijkse incidentie van 5 per 1000 personen (1,2). In de loop van de eerste zes weken is bij zestig tot tachtig procent (2) van de patiënten, met een eerste periode van uitstralende pijn, de klacht dusdanig afgenomen, dat de patiënt niet meer gehinderd zal worden door zijn of haar lichamelijke beperking. De resterende patiënten met persisterende klachten komen na deze periode volgens de huidige consensus en NHG-standaard, in aanmerking voor chirurgische interventie (3, 4, 5). In de Verenigde Staten wordt momenteel jaarlijks één op de duizend volwassenen geopereerd wegens een lumbale discus hernia. In Nederland is de frequentie van uitvoeren van deze ingreep een fractie lager, en ons land neemt na de Verenigde Staten wereldwijd de tweede plaats in en wordt er vier maal zoveel geopereerd als b.v. in Engeland (6). Jaarlijks ontwikkelen ongeveer tussen de en mensen een lumbosacraal radiculair syndroom. Momenteel worden per jaar in ons land tussen de elf- en twaalfduizend patiënten geopereerd vanwege een lumbale discus hernia. De hoge frequentie van de jaarlijkse lumbale discus hernia operatie komt overeen met de bovengenoemde resterende twintig procenten van de patiënten met persisterende klachten na 6 tot 8 weken. De directe kosten van de aandoening werden in 1988 geschat op 7 miljoen gulden in de eerste lijn en 258 miljoen gulden in de tweede lijn. De kosten worden dus voornamelijk veroorzaakt door ziekenhuis behandeling en voor slechts een klein deel door de huisartsen en fysiotherapeuten. De indirecte kosten worden zoals verwacht veel hoger geschat. In 1996 werden patiënten opgenomen in een ziekenhuis en patiënten geopereerd. De indirecte kosten worden zoals verwacht veel hoger geschat. De gezamenlijke directe en indirecte kosten bedragen in Nederland naar schatting 2,6 miljard gulden per jaar zoals beschreven in het in 1999 verschenen Gezondheidsraad Rapport. Sinds de publicatie van Mixter en Barr in 1934 (7), waarin de eerste operatieve behandeling van de lumbale discus hernia beschreven werd, zijn veel retrospectieve, maar slechts enkele prospectieve studies verricht naar de effecten van operatieve en conservatieve behandeling van deze aandoening. (o.a. 8,9,10,11,12,13,14) De beschreven genezingspercentages lopen ver uiteen, evenals de beschreven complicaties en kansen op een recidief hernia na operatie. In Nederland wordt een periode van 6 tot 8 weken persisterende radiculaire pijnklachten als een goede operatieve indicatie beschouwd, één en ander volgens de richtlijnen van het CBO en het NHG. Incidenteel worden patiënten, vanwege onduldbare pijn en/of uitval, geopereerd binnen een periode van 6 weken. De veiligheid is, mede door het toepassen van de lumbale hernia operatie in grote aantallen wereldwijd, aangetoond. Met betrekking tot de effectiviteit is dit deels aangetoond. Goed onderzoek naar de nadelige consequenties van chirurgie is niet uitgevoerd In de afgelopen jaren zijn meerdere chirurgische behandelingen ontwikkeld voor de behandeling van het Lumbosacraal Radiculair Syndroom (LSRS). Naast de al lang bestaande open discectomie betreft het hier microdiscectomie, percutane arthroscopische discectomie, laser discectomie en microendoscopische discectomie (MED). De laser behandeling wordt door de huidige projectgroep parallel onderzocht. De enige techniek die momenteel minstens zo effectief is als de conventionele hernia operatie is de microdiscectomie. De beschreven complicatie frequentie is lager. Echter was dit nooit significant verschillend. De verwachte eerdere "return to work" werd echter niet gerealiseerd. Dit kan het gevolg zijn van voorkeuren van patiënten en artsen. De laatste ingreep wordt onder een noemer gezet met de uitgebreide klassieke methode, welke slechts in de minderheid van de klinieken nog wordt uitgevoerd. De microchirurgische unilaterale benadering welke door ongeveer % van de in Nederland opererende chirurgen wordt uitgevoerd is niet bewezen effectiever. Gezien het feit dat deze methode als technisch ingewikkelder wordt ervaren en meer tijd kost is deze methode mede door afwezige superioriteit nog niet op grote schaal geïmplementeerd. Overigens is tussen beide conventionele benaderingen ook nooit een verschil in effectiviteit aangetoond. Momenteel wordt in een RCT (Sciatica Trial, de timing van chirurgie onderzocht, waarin beide methodes naast elkaar gebruikt worden in 15 ziekenhuizen (9 centra). De vraagstelling richt zich hier echter op operatie versus afwachten en niet op de gebruikte techniek. Behoudens een exploratieve cohort 4
5 analyse naar het verschil in effectiviteit en recidiefkans zal de nul hypothese dat beide benaderingen nagenoeg gelijke effectiviteit bezitten niet verworpen kunnen worden door te lage power. De Cochrane Review Group (15) beschrijft studies met wijd uiteenlopende technieken en resultaten. Slechts één studie vergelijkt klinische data na conventionele discectomie en percutane microdiscectomie (16). De Review acht de daarin gepresenteerde data echter te gering voor uitputtende analyse. Kambin (17, 18) beschrijft bij arthroscopische microdiscectomie resultaten die vergelijkbaar zijn met open laminotomie ( niet onderbouwd), echter slechts bij een nauw omschreven patiënten groep. Yeung (19) beschrijft een cohort van 307 patiënten met goede resultaten, echter zonder controlegroep en in een retrospectieve studie. De al eerder genoemde, enige gerandomiseerde, prospectieve studie (16) beschrijft een snellere hervatting van werkzaamheden en een lager gebruik van analgetica in de met arthroscopische microdiscectomie behandelde groep dan met open chirurgie. De patiënten groepen waren echter klein ( 30 patiënten per arm ) en de studie was niet blind. Een poging tot een gerandomiseerde trial met voldoende statistische power (20) slaagde er niet in voldoende patiënten voor randomisatie te identificeren, hoewel de auteurs trachtten de voorwaarden daarvoor te laten samenvallen met de in de praktijk gebruikelijke indicaties voor arthroscopische discectomie. Zij schrijven dit toe aan het lage (1.6) percentage van patiënten beoordeeld door de neurochirurg dat aan de indicatie eisen voor arthroscopische discectomie voldoet. Een matig uitgevoerde meta-analyse (21) laat een lagere succesratio en significant hogere recidiefkans bij arthroscopische discectomie zien in vergelijk met zowel microdiscectomie als conventionele open discectomie. Microdiscectomie De Cochrane Review (15) noemt drie studies die microchirurgie vergelijken met conventionele, open chirurgie. Twee daarvan vergeleken klinische uitkomstdata (22, 23) tussen open en microdiscectomie. Beide rapporteren geen verschillen in uitkomst of effectiviteit te hebben gevonden. Het enige significante verschil dat wordt gerapporteerd is de operatieduur(henriksen). Een meta-analyse van Schmid (21) beschrijft een hogere succesratio en een significant lagere infectie kans in het toegangsgebied bij microchirurgische behandeling vergeleken met conventionele chirurgie. De overige uitkomstmaten (recidiefkans, duraletsel, herstelsnelheid (return to work), etc.) waren gelijk. De oorspronkelijk verwachte eerdere "return to work" werd dus niet gerealiseerd. Dit kan het gevolg zijn van voorkeuren van patiënten en artsen. Een andere reden is het slechts kleine verschil in invasiviteit tussen de micro-discectomie en de al vele jaren op grote schaal toegepaste unilaterale transflavale benadering met behulp van een loepjesbril. De laatste ingreep wordt momenteel onder een noemer gezet met de microscopische methode. Overigens is tussen beide conventionele benaderingen ook nooit een verschil in effectiviteit aangetoond. Een gerandomiseerd of goed cohort onderzoek naar deze directe vergelijking is echter nooit verricht, waardoor deze uitspraak niet mag leiden tot verwarring met een op wetenschapelijke gronden geleverd bewijs. Micro-endoscopische discectomie (MED) MED is een techniek met in meerdere studies beschreven veiligheid en effectiviteit (24, 25, 26). Op deze studies zijn echter methodologische aanmerkingen te maken: kleine patiënten groepen (25, 26), retrospectief (25), geen controlegroep (24). Twee studies hebben de operaties met de MED methode vergeleken met conventionele chirurgische behandeling. Gekeken is hierbij naar de operatieduur, snelheid van herstel, indicaties en werkhervatting(25). Tevens zijn postoperatieve bevindingen per MRI (26) en intra-operatieve EMG aanwijzingen van zenuwwortel irritatie (27) vergeleken. Uit deze studies kan geconcludeerd worden dat er duidelijke aanwijzingen voor een significant lagere weefselbeschadiging bij de MED methode bestaan (25, 27), hoewel deze niet aantoonbaar is per MRI (26). 5
6 Het gerapporteerde verschil in operatieduur lijkt althans voor een deel te verdwijnen bij grotere ervaring bij de operateur.(25) Nakagawa (25) beschrijft een significant verschil in herstelratio voor de 1 ste 12 (p<0.01) weken / 16 (p=0.018) weken. Dit verschil berustte op een sneller herstel van ADL beperkingen. Tevens wordt een significant verschil tijdsduur tot werkhervatting gerapporteerd. In de discussie vermelden de auteurs dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat zowel de herstelsnelheid als de gemeten weefselschade een trend laat zien dat MED superieur is aan de conventionele chirurgie. Dit kan echter door de beperkte omvang van de literatuur en methodologische onvolkomenheden daarin niet als wetenschappelijk bewezen beschouwd worden. Duidelijk is dat een nieuwe minimaal invasieve methode vergeleken moet worden met de huidige uitvoering van de conventionele herniaoperatie. De onderzoekers willen de veel belovende en op commerciële basis in het buitenland in toenemende frequentie toegepaste micro-endoscopische techniek van discectomie (MED) vergelijken met de conventionele unilaterale transflavale operatie. De micro-endoscopische techniek biedt als voordeel dat het indicatie gebied dat van de conventionele operatie benadert. Dit in tegenstelling tot de andere tot nu toe onderzochte minimaal invasieve technieken, met welke een discus sequestraat en/of de veel voorkomende concomitante laterale recessus stenose niet geopereerd kunnen worden. Door de duidelijk minimale weefselschade zou een verschil in effectiviteit vooral gezocht moeten worden in de lagere intensiteit van rugpijn, de snellere rehabilitatie en dientengevolge lagere kosten. Ziekenhuisverblijf en productieverlies worden op deze wijze tot een minimum beperkt, hypothetisch bij tenminste gelijkblijvende effectiviteit. De effectiviteit moet blijken op de korte termijn. De follow-up zal twee jaar bedragen, zoals geadviseerd voor chirurgische studies. Tevens zou een nadeel van deze micro-endoscopische techniek, namelijk de mogelijk grotere recidief of residu kans, op deze manier gemeten kunnen worden. Dit is een gerandomiseerde kosten-effectiviteiten studie naar de chirurgische behandeling van het lumbosacraal radiculair syndroom, waarbij twee verschillende operatie technieken vergeleken zullen worden in een parallelle groepen design met twee jaar follow-up. De primaire effectmaat is de functionele beoordeling van het resultaat door de patiënt op een ziekte-specifieke invaliditeits-schaal; de Roland Disability Questionnaire for Sciatica. Tevens zal hiernaast een kosten-effecten analyse uitgevoerd worden op basis van health related utility factors, waarbij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid bij de kosten in gecalculeerd zullen worden. Er zal ook een exploratieve subgroep-analyse plaatsvinden om te beoordelen of deze de prognose van het lumbosacraal radiculair syndroom door één van beide behandelingen beïnvloedt. Andere effectmaten zijn de gemeten pijnintensiteit in been en/of rug, kwaliteit van leven, de beoordeling van het resultaat door de patiënt zelf, de beoordeling van de controlerend arts, de MRI bevindingen, de (re-)operatie incidentie, een functioneel-economische beoordeling van de patiënt door de arts en de Sciatica-Frequency-and-Bothersome-Index. Voor randomisatie zullen de voorkeuren voor 1 van beide behandelingen gemeten worden van patiënten en behandelend artsen op een 5- punts schaal. Naast deze direct medische methoden zal ook de ervaren werkbeleving gemeten worden en vervolgd in de tijd. 6
7 Referenties 1) Van de Velden J, de Bakker DH. Basisrapport: Morbiditeit in de huisartsenpraktijk. Utrecht Nivel ) Anderson GBJ. The epidemiology of spinal disorders. The Adult Spine. Frymoyer.(ed) New York: Raven Press ) CBO Consensus Het lumbosacraal radiculair syndroom ) Spengler DM, Frymoyer JW. Lumbar discectomy. Indications and technique. The Adult Spine ) Hoffman RM, Wheeler MS. Surgery for herniated lumbar discs: a literature synthesis. J. of Gen. Int. Med. 1993;8: ) Cherkin DC, Deyo RA. An international comparison of back surgery rates. Spine 1994;19: ) Mixter WJ, Barr J. Rupture of the intervertebral disc with involvement of the spinal canal. N.Engl. J.Med. 1934;211: ) Weber H.Lumbar Disc Herniation. A controlled prospective study with ten years of observation. Spine 1983; 8: ) Weber H.Lumbar Disc Herniation. A prospective study of prognostic factors including a controlled trial. J. of Oslo City Hospital. 1978;28: ) Spanfort EV. Lumbar disc herniation: a computer aided analysis of 2504 operations. Acra Orthopaedica Scandinavica 1972;suppl: ) Atlas SJ, Deyo RA. The Maine Lumbar Spine Study, part II. 1-Year Outcomes of Surgical and Nonsurgical Management of Sciatica. Spine 1996; 15: ) Hakelius A. Prognosis in Sciatica: A clinical follow-up of surgical and nonsurgical treatment. Acta Orthop Scand. 1970; Suppl 129: ) Malter A.D., Deyo RA. 5-Year Reoperation Rates After Different Types of Lumbar Spine Surgery. Spine 1998; 23: ) Saal JA. Natural history and non-operative treatment of lumbar disc herniation. Spine 1996; Suppl. 24 S: 2S- 9S. 15) Gibson JNA, Grant IC, Waddell G. The Cochrane Review of Surgery for Lumbar Disc Prolapse. Cochrane Database ) Hermantin FU. A prospective Randomized Study Comparing the Results of Open Discectomy with those of Video-Assisted Arthroscopic Microdiscectomy. The Journal of Bone and Joint Surgery 1999; 81-A(7): ) Kambin P. Arthroscopic Microdiscectomy. Mt. Sinai J of Medicine 2000; 67(4): ) Kambin P. Arthroscopic Microdiscectomy of the Lumbar Spine. Clin Orthop. 1997;(337): ) Yeung AT. Posterolateral Endoscopic Excision for Lumbar Disc Herniation. Spine 2002; 27(7): ) Haines SJ. Discectomy strategies for LDH: results of the LAPDOG trial. J of Clin Neuroscience 2002; 9(4): ) Schmid UD. Mikrochirurgie lumbaler Bandscheibenvorfalle. Nervenarzt 2000; 71: ) Henriksen L. A controlled study of microsurgical versus standard lumbar discectomy. Br. J of Neurosurg. 1996; 10: ) Lagarrigue J. Etude comparative de la chirurgie discale avec et sans microscope. Neurochirurgie 1994; 40(2): ) Perez-Cruet M. Microendoscopic lumbar discectomy : technical note. Neurosurgery 2002; 51: S ) Nakagawa H, Kaminura M. MED for lumbar disc prolapse. J of Clin. Neurosc. 2003; 10(2): ) Muramatsu K. Postoperative Magnetic Resonance Imaging of Lumbar Disc Herniation. Spine 2001; 14: ) Schick U. Microendoscopic lumbar discectomy vs. open surgery: an intraoperative EMG study. Eur. Spine J. 2002; 11(1):
8 2. Doel van het onderzoek 2.1 Vraagstellingen Hoofdvraagstelling Is de micro-endoscopische discectomie (kosten-)effectiever dan de conventionele hernia nuclei pulposi operatie bij patiënten met een lumbosacraal radiculair syndroom? Daar het gaat om het verschil in de snelheid van terugkeren in een normaal functionerende situatie zal de analyse zich richten op de interactie van functioneel herstel met tijd. Subgroepvraagstelling Zijn er subgroepen te definiëren welke meer baat hebben bij één van de te vergelijken behandel technieken? 2.2 Methoden Patiënten Alle patiënten (18-70jr.) met enkele langer dan 8 weken bestaand lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) komen voor deze studie in aanmerking. Om de normale zorg zo normaal mogelijk na te bootsen worden patiënten pas gerekruteerd na verwijzing door de neuroloog naar de neurochirurg. De volgende ziekenhuizen zullen deelnemen aan de studie: LUMC, Rijnlandziekenhuis te Leiderdorp/ Alphen a/d Rijn, Diaconessenhuis te Leiden en Spaarne Ziekenhuis in Heemstede/Haarlem, Medisch Centrum Haaglanden (Westeinde ZKHS en Antonius), Bronovo, Den Haag, Ziekenhuis Leyenburg in Den Haag, Medische Centrum Alkmaar, AZG in Groningen, Canisius-Wilhelmina en Radboud Ziekenhuis Nijmegen, St. Elisabeth Tilburg, Lucas-Andreas in Amsterdam, Merwede Ziekenhuis in Dordrecht, Martini in Groningen. (Gearceerd heeft nog geen definitieve toestemming van de neurologen en chirurgen). Inclusiecriteria jaar Minimaal 8 weken persisterende radiculaire prikkeling met en zonder motore of sensore uitval in een been Operatie indicatie Aangetoonde (CT of MRI) - unilaterale HNP met een grootte van >1/3 van het spinale kanaal (zie figuur) of - unilaterale HNP laterale met een grootte van < 1/3, maar met concomitant spinaal of laterale recessus stenose, of een aanwijzing dat er sprake is van een sequestraat. Door beide aandoeningen worden patiënten niet in de Laser (PLDD) studie geincludeerd. Informed Consent 8
9 Toelichting figuur. De 30 % wordt gemeten op discus niveau. Indien uitbreiding naar caudaal of craniaal sequestratie doet vermoeden komt de patiënt ondanks de grootte grenzen voor de MED Trial en niet voor de PLDD Trial in aanmerking. Exclusiecriteria Eerdere unilaterale operatie op hetzelfde discusniveau Caudasyndroom Lytische of degeneratieve -olisthesis Zwangerschap Ernstige comorbide somatische of psychiatrische aandoening Verhuizing naar het buitenland op korte termijn Geen of nauwelijks kennis van de Nederlandse taal 9
10 Uitvoering De patiënten worden na verwijzing door de neuroloog op gebruikelijke wijze beoordeeld door de neurochirurg of orthopedisch chirurg. Behoudens een gestandaardiseerd neurologisch onderzoek en beoordeling van de CT en/of MRI en X-LSWK worden na indicatiestelling voor operatie de in- en exclusiecriteria door de Neurochirurg toegepast. Patiënten die voldoen aan alle criteria, behalve dat de aangetoonde HNP minder dan 30 procent van het wervelkanaal bedraagt, zullen worden verwezen naar de parallel verlopende PLDD-Trial die conventionele chirurgie vergelijkt met laser discectomie. Deze 30 procent wordt gedefinieerd als 1/3 e van de AP diameter van de oppervlakte van het spinale kanaal. De chirurg besluit aan de hand van de radiologische en klinische gegevens of er een operatie indicatie bestaat, en of de patiënt in aanmerking komt voor de Sciatica-MED-Trial of de Sciatica- PLDD-Trial. Vervolgens wordt de patiënt uitgebreid ingelicht door de chirurg over de twee operatietechnieken en het doel van de studie. De patiënt krijgt schriftelijke informatie en bij een positieve reactie een afspraak met de researchverpleegkundige op korte termijn na het eerste chirurgische consult. Overigens bestaat er geen mogelijkheid tot vrije keuze voor de micro-endoscopische behandeling zonder participatie aan de studie. Dit om selectie en referral bias te voorkomen. Overigens worden beide ingrepen door een kleine chirurgische opening uitgevoerd. De patiënt heeft ondertussen kunnen nadenken over deelname aan de studie. De researchverpleegkundige (RV) legt nogmaals de studie uit en vraagt de patiënt om informed consent. De RV neemt samen met de patiënt de vragenlijsten en dagboekje met baseline variabelen en effectmaten door. De eerste keer worden deze samen ingevuld. De schriftelijke toestemming van de patiënt wordt op de polikliniek neurochirurgie of orthopaedie ontvangen voor de operatie. De patiënt krijgt minimaal 2 dagen bedenktijd. Randomisatie Na planning van de ingreep volgt randomisatie door de chirurg met behulp van enveloppen op de operatiekamer. De ingreep wordt na de anaesthesie op de gebruikelijke wijze opgestart. Beide technieken starten met röntgen doorlichting ter verificatie van het operatie niveau waarna de randomisatie uitslag bekend wordt gemaakt. De randomisatie enveloppen zijn per centrum tevoren klaar gemaakt op de afdeling statistiek van het LUMC door de datamanager, gebruik maken van een door Ronald Brand geproduceerde randomisatie lijst. De randomisatie enveloppe wordt geopend waarbij de patiënt de uitslag niet te horen krijgt. Deze voorzorgsmaatregel is noodzakelijk indien de patiënt spinaal anaesthesie prefereert boven algehele anaesthesie. Na toewijzing van A (conventionele operatie) en B (micro-endoscopische ingreep) volgt de ingreep. Gedurende de operatie en opname zal tevens een kostenplaats berekening plaats vinden. Tevens zal de patiënt kort voor operatie de nulmeting lijsten (RDQ, Likert, VAS, EuroQol) invullen en op de dag van ontslag zal dit als tweede meting herhaald worden. Vervolgens volgen follow-up polikliniek bezoeken bij de research verpleegkundige na 4, 8, 26, en 52 weken. Na 2, 6, 10, 12, 16, 38, 78 en 104 weken worden de effectmaten vragenlijsten thuis door de patiënt ingevuld. Patiënt en RV blijven gedurende de evaluatie periode blind voor de gegeven behandeling. Nota bene: De studie verloopt zoals eerder vermeld volledig parallel met de Sciatica-PLDD-Trial, waarbij dezelfde researchverpleegkundigen betrokken zijn. Het enige verschil betreft het feit dat voor laatstgenoemd onderzoek niet wordt gestreefd om de patiënt en researchverpleegkundige 'blind' te houden. 10
11 3 Onderzoeksopzet 3.1 Organisatie Groep A Direct na informed consent per centrum zullen de patiënten in deze groep zo snel mogelijk en binnen maximaal 4 weken geopereerd worden. De loting vindt plaats op de operatiekamer. De planning van de ingreep wordt gecoördineerd door de research verpleegkundige/ projectleider in overleg met verpleegafdeling en de operatiekamer organisatie. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met het management van het operatiekamercomplex van het desbetreffende ziekenhuis en de opererende neurochirurg of orthopedisch chirurg. De patiënt wordt in principe dus opgenomen en geopereerd in het ziekenhuis waar hij/zij zich heeft gemeld met het lumbosacraal radiculair syndroom. Door capaciteits problemen kan een enkele maal een ander deelnemend ziekenhuis geraadpleegd worden. De planning van de ingreep kan, gezien het strakke en volle operatieschema dat in veel ziekenhuizen aanwezig is, voor problemen zorgen. Voor het goed verlopen van deze studie en het bereiken van het doel is het echter van het grootste belang dat de patiënten zo snel mogelijk na informed consent geopereerd worden. Dit laatste betekent waarschijnlijk in een gering aantal gevallen dat extra operatietijd beschikbaar moet komen, en indien niet mogelijk de ingreep in een ander participerend ziekenhuis plaats vindt. Hetzelfde geldt indien er een volle verpleegafdeling is. Vanwege deze laatste punten is coördinatie vanuit het onderzoekscentrum nodig, waarin de projectleider, voor overleg tussen de verschillende disciplines, een belangrijke rol heeft. De projectleider is dan ook gedurende de studie continue bereikbaar voor overleg. Bij afwezigheid van de projectleider is dit de artsonderzoeker onder supervisie van het hoofd van de afdeling neurochirurgie in het LUMC. Groep B Deze patiënten worden evenals de patiënten in groep A zo snel mogelijk geopereerd volgens de micro-endoscopische methode zoals hieronder beschreven. Wordt een ingreep geconverteerd naar een conventionele operatie dan volgt wederom het Intent to Treat principe en zal deze patiënt voor de verdere analyse ingedeeld blijven in groep B. Dit betekent dat de resultaten van deze groep in geval van een relatief grote proportie geconverteerde patiënten dicht komen te liggen bij die van groep A. Voor de betrouwbaarheid van de studie en de latere generaliseerbaarheid van de resultaten is het van belang dat de uitvoerende chirurg ruime ervaring heeft met deze techniek. Dit om de proportie conversie zo klein mogelijk te houden. Conversie is in onze ervaring ( 3 jaar) nog niet voorgekomen (AZG, AZN en LUMC). De verdere organisatie is als beschreven onder groep A. 11
12 3.2 Techniek Groep A Globaal worden in Nederland twee verschillende technieken gebruikt bij de operatie voor een Hernia Nucleï Pulposi. Beide hebben tot doel operatief de beknelde wortel te decomprimeren en een discotomie uit te voeren. Deze technieken zijn niet zo verschillend dat ze een andere benadering vereisen. Een techniek maakt gebruik van een discotomie beiderzijds en de andere techniek beperkt zich tot de kant van afwijkingen en klachten. Verschil in effectiviteit is niet aangetoond. Wel wordt met de sample size berekening rekening gehouden met dit verschil zodat later een homogene groep groot genoeg is. Op een hiervoor gestandaardiseerd formulier zal genoteerd worden welke operatietechniek gebruikt is en wat de bevindingen gedurende de ingreep waren. De techniek wordt summier hieronder beschreven. De hoofdvraagstelling wordt beantwoord door de MED methode te vergelijken met de microscopische ofwel unilaterale transflavale hernia operatie. Om de standaard methode van operatie zo homogeen mogelijk te houden zal de chirurg die de MED methode uitvoert ook de conventionele ingreep uitvoeren. Dit is voor het verloop van de trial en uitvoering van randomisatie op de operatie kamer ook praktischer. *)Algehele of spinaal anaesthesie. Randomisatie uitslag na openen enveloppe. Doorbellen randomisatienummer aan research verpleegkundige (zonder uitslag randomisatie) en datamanagement. Verificatie niveau met C-boog. Buikligging of salaamhouding. (Para-)Mediane mm lange lumbosacrale incisie. Beiderzijds of unilateraal subperiostaal afschuiven spieren en spreiden. Identificatie niveau. Eventueel laminotomie onderrand betreffende overhangende boog. Flavectomie beiderzijds of unilateraal op het niveau van de te verwachten pathologie. Opzoeken pathologie, waarna discotomie beiderzijds of unilateraal met verwijderen van zoveel mogelijk gedegenereerd discusmateriaal nodig openen laterale recessus of foraminotomie. (Indien nodig Vacuüm drain en) sluiten van de wond in lagen. In alle deelnemende klinieken wordt met loepvergroting gewerkt. Voor de gebruikte techniek van een unilaterale- en een bilaterale discotomie zal later retrospectief gestratificeerd worden. Consequenties voor de effectiviteit zijn er niet gezien de resultaten van eerdere studies waaruit blijkt, dat de verschillende operatietechnieken niet van elkaar verschillen met betrekking tot de pijn in het been. De operatie zal worden uitgevoerd door een gekwalificeerde neurochirurg of orthopedisch chirurg. Het postoperatieve beleid op de afdelingen en de duur van opname zal per ziekenhuis en regio verschillen. De opnameduur zal variëren van 2 tot 7 dagen. Gestreefd zal worden naar een zo snel mogelijk ontslag naar huis. Groep B Deze techniek* zal uitgevoerd worden door een in deze techniek ruim ervaren neurochirurg of orthopedisch chirurg. Indien gedurende de operatie blijkt dat conversie noodzakelijk is, wordt dit gestandaardiseerd weergegeven met motivatie. Gedurende beide ingrepen wordt het hernia weefsel gewogen. Het gewicht van het verwijderde discus materiaal wordt samen met andere bevindingen gedurende de operatie genoteerd op een voor de chirurg gestandaardiseerd formulier. *) Algehele of spinaal anaesthesie. Buikligging of salaamhouding. Randomisatie uitslag na openen enveloppe. Doorbellen randomisatienummer aan research verpleegkundige (zonder uitslag randomisatie) en datamanagement. Verificatie niveau met C-boog. (Para-)Mediane lumbosacrale mm lange incisie op de plaats waar K-draad de overliggende unilaterale boog aan geeft. Na plaatsen van eerste GuideWire wordt de eerste tubulaire dilator gebruikt om tevens de spier/fascie van de boog deels te verwijderen. Een spierspreidende benadering met behulp van een serie tubulaire dilatoren met steeds toenemende diameter tot maximaal 18 mm geeft de toegang. Hierna wordt de definitieve tubulaire spreider geplaatst. Een tubulaire retractor wordt geinserteerd over de laatste dilator. Discectomie onder microscopische of endoscopische vergroting.(indien nodig vacuüm drain en) sluiten van de wond in lagen. De wond wordt op vergelijkbare wijze gesloten als in groep A. Dit maakt de mogelijkheid van externe herkenbaarheid van benadering onmogelijk, waardoor de blindheid van patiënt en RV gehandhaafd blijft gedurende follow-up. 12
13 4. Variabelen en effectmaten 4.1 Basaal demografische gegevens Van alle patiënten worden de gegevens genoteerd ten aanzien van leeftijd, geslacht, nationaliteit, opleiding, beroep, huwelijkse staat, hobby s, sport, roken, eerdere rugklachten en familie voorgeschiedenis met betrekking tot uitstralende pijn in het been. Tevens wordt de verdere voorgeschiedenis genoteerd, evenals gewicht en lengte voor de Quetelet index (1,2,3). De angst voor chroniciteit die een belangrijke rol speelt wordt apart gemeten middels de McGill Pain Questionnaire. Werkbeleving Met betrekking tot werkzaamheden/beroep zal middels een 5-punts schaal gevraagd worden naar de mate van tevredenheid met betrekking tot de werkbeleving en middels een gestandaardiseerde arbeidsbelevinglijst. Voorkeur behandeling Tevens zal voor en na randomisatie gevraagd worden naar de voorkeur van de patiënt met betrekking tot de keuze, conventionele of micro-endoscopische chirurgie. Dit geldt ook de voorkeuren van neuroloog, neurochirurg en huisarts, welke eveneens worden geregistreerd. Dit wordt geregistreerd op een 5-punts schaal variërend van sterke voorkeur voor conventionele operatie via geen voorkeur tot sterke voorkeur voor micro-endoscopische operatie. Verwacht/voorspeld herstel Voorafgaand aan de operatie wordt de patiënt en behandelend chirurg gevraagd naar de verwachte mate van herstel op 8 weken na operatie (mbv 7-punts Likertscore en Rolandschaal). Recente literatuur beschrijft een verband tussen, in het bijzonder, te hoog gestemde verwachtingen voor operatie en lagere tevredenheidsscores achteraf. De patiënten krijgen na de eerste invulling van de Roland en VAS-pijn tevens de vraag om het verwachte herstel weer te geven door deze score op deze functionele en pijn schaal te voorspellen. 4.2 Klinische gegevens Behoudens de hieronder genoemde aandoening specifieke vragen en klinische onderzoek gegevens, zullen nog een aantal tractus anamnese gegevens genoteerd worden evenals dat er een basaal lichamelijk onderzoek (tensie, longen, hart en buik) uitgevoerd zal worden, tenzij de anamnese een uitgebreider onderzoek rechtvaardigt. De gegevens van de operatie worden op een standaardformulier genoteerd door de operateur. Anamnese Duur klachten in weken Plotseling ontstaan Paroxysmaal klachten Dermatoom uitstralende pijn Invloed drukverhogende momenten (n weken) (ja/nee) (ja/nee) (L4, L5, en/of S1, onduidelijk), (rechts/links) (ja/nee) 13
14 Invloed van zitten op pijn (meer/minder) Invloed van staan (meer/minder) Invloed van lopen (meer /minder) Beenpijn t.o.v rugpijn, ( >, =, of <) Trauma (ja/nee) Krachtsverlies (ja/nee) Gevoelsverlies per dermatoom (L4, L5, en/of S1 of lager), koud gevoel (ja/nee) Mictiestoornis (ja/nee) Veel van de hier gestelde vragen komen in de McGill-DLV vragenlijst (4,5,6) voor die alleen tijdens het eerste bezoek samen met de research verpleegkundige worden ingevuld. Neurologisch onderzoek Antalgische houding (ja/nee) Verstreken lordose (ja/nee) Scoliose (ja/nee) Proef van Kemp (negatief/pijn rug/pijn been) Handgreep van Lasègue (gradering van 0-90 gr. of negatief) Gekruiste Lasègue idem Omgekeerde Lasègue (positief/negatief) Bragard (positief/negatief) Vinger-grond afstand (gemeten in cm) Kniepeesreflex (+4/+3/+2/+1/0/-1/-2/-3/-4) Achillespeesreflex idem Kracht M.Quadriceps MRC gradering M.Tibialis Anterior idem M.Peronaei idem M.Extensor Hall. Long. idem M.Triceps Surae idem Trendelenburg (ja/nee) Sensibiliteit middels watje ( L4 dermatoom ja/nee) en scherp stokje ( L5 dermatoom ja/nee) ( S1 dermatoom ja/nee) ( S2 en lager ja/nee) Het neurologisch onderzoek zal gedurende ieder polikliniek bezoek door de research verpleegkundige uitgevoerd en genoteerd worden op een standaard formulier. 14
15 4.3 Pijn Pijn kan op vele manieren gemeten worden. Als belangrijkste secundaire effectmaat naast de kwaliteit voor leven is gekozen voor de pijnintensiteit in het been. Tevens zal bij de start van de studie en het einde van de follow-up de pijnkwaliteit gemeten worden. Pijnintensiteit De outcome measure voor de belangrijkste klacht is de door de patiënt ervaren gemiddelde pijnintensiteit in het been over de week voorafgaande aan de polikliniek bezoek. Tevens zullen de VAS voor de pijnintensiteit in de rug en de VAS voor de globale pijnintensiteit in been en rug gecontroleerd worden (18,19,20,21,22). De pijnintensiteit wordt gemeten met de 100 mm horizontale Visueel Analoge Schaal (VAS). De patiënt heeft geen inzage in de tijdens het vorige bezoek aangegeven pijnscore. De twee polen van de lijn zijn bij 0 mm geen pijn en bij 100 mm de vreselijkste pijn die ik me kan voorstellen. Pijnkwaliteit Voor het meten van de verschillende kwaliteiten van de door de patiënt ervaren pijn wordt gebruik gemaakt van de Nederlandstalige McGill-Pain Questionnaire (6) zoals opgesteld door R.J.Verkes, K. Vanderiet, H. Vertommen, W.A. van der Kloot en J. van der Mey. Deze zal door de patiënt ingevuld worden tijdens het eerste bezoek en de policontrole na één jaar en de schriftelijke controle na twee jaar. Behoudens de grote hoeveelheid belangrijke anamnestische gegevens is er mogelijk sprake van enige prognostische waarde met betrekking tot het affectieve deel van de Pain Rating Index (PRI). De vragenlijst wordt gedurende de overige polikliniekbezoeken niet ingevuld om de hoeveelheid effectmaten beperkt te houden evenals de door de patiënt in te vullen gegevens. 4.4 Kwaliteit van leven Voor het meten van de kwaliteit van leven kan onderscheid gemaakt worden in generieke schalen, die voor patiënten met verschillende aandoeningen gebruikt kunnen worden, zodat de scores met elkaar vergeleken kunnen worden, en ziektespecifieke vragenlijsten, die als voordeel hebben dat ze gevoeliger zijn voor veranderingen in de tijd. In deze studie zullen beide vragenlijsten gebruikt worden. Tevens zullen utiliteiten gemeten worden ten behoeve van de kosten-utiliteiten analyse Short Form 36 (SF 36) Als generieke vragenlijst zal de Short Form 36 (23, 24, 25, 26,27) gebruikt worden. De lijst is voor de patiënten makkelijk in te vullen, thuis of in de wachtkamer. Tevens is deze vragenlijst al meerdere malen toegepast en gevalideerd in interventie studies met betrekking tot wervelkolom pathologie. De vragenlijst betreft de analyse van de algehele functionele status van de patiënten. De vragen zijn onderverdeeld in acht zuilen: 1) lichamelijk functioneren, 2) lichamelijke rolbeperkingen, 3) emotionele rolbeperkingen, 4) sociaal functioneren, 5) somatische pijn, 6) algemene geestelijke gezondheid, 7) vitaliteit en 8) algemene gezondheidsbeleving. Deze zuilen zijn verdeeld over elf vragen en geven een score van 0 ongezond tot 100 optimale gezondheid. Deze vragenlijst wordt niet bij ieder polikliniek bezoek ingevuld maar om de drie maanden. 15
16 4.4.2 Roland Disability Questionnaire for Sciatica (Primaire uitkomstmaat) Als ziektespecifieke vragenlijst zal de in 1995 voor het lumbosacraal radiculair syndroom gemodificeerde Roland Questionnaire (28,29,30,31) gebruikt worden. In het verleden werd de niet gemodificeerde vorm vooral gebruikt voor lage rugpijn trials. De vragenlijst is kort en wordt door een, met betrekking tot de lage rugproblematiek, belangrijke onderzoeksgroep in Washington gebruikt als ziekte specifieke gezondheidsgerelateerde Quality of Life factor. Voor de beantwoording van de studievraagstelling en voor de sample size berekeningen wordt deze ziektespecifieke functionele score als primaire uitkomstmaat gebruikt (28,29,30,31,41,42). Deze 23- punts functionele assesment vragenlijst wordt vaak gebruikt voor lage rugpijn en LSRS studies. De belangrijkste hiervan is de Maine Lumbar Spine Study, waarvan recent de 5 jaar follow-up resultaten zijn gepubliceerd (42). De score kan variëren van 0 tot 23, waarbij een simpele ongewogen optelling van items, beantwoord door de patiënt, de mate van invaliditeit in het dagelijkse leven weergeeft. Patiënten met een hoge score ten tijde van de baseline meting hebben een ernstig invaliderend lumbosacraal radiculair syndroom. In de uitgevoerde validiteits studie (29) blijkt er van verbetering kan worden gesproken bij 6.6 punten verschil ten opzichte van baseline. Herstel wordt gedefinieerd indien er minimaal 11 punten verschil wordt gemeten ten opzichte van baseline. Een verschil in behandeling wordt gedefinieerd; indien er ten minste 2-4 punten verschil is in score-verbetering ten opzichte van baseline en dit continue blijft. (niet gebruikt in deze trial) In de Maine Lumbar Spine Study wordt chirurgie voor LSRS vergeleken met een afwachtend (niet-chirurgisch beleid). De resultaten van deze niet gerandomiseerde studie lieten een continu verschil in herstel van 4 punten zien in het eerste jaar (41), in het voordeel van chirurgie. Dit continue verschil van 4 punten wordt ook in de Sciatica Trial gebruikt voor de sample-size berekeningen, hoewel de baseline metingen in beide groepen sterk verschilde in de niet gerandomiseerde Maine Lumbar Spine Study. indien er minimaal 20 % verschil in herstel (11 punten) tussen beide behandelarmen wordt waargenomen Gezondheidstoestand gerelateerde utiliteiten Voor de aan het eind van de studie uit te voeren kosten-utiliteiten analyse zal gebruik gemaakt worden van de EuroQol (32, 33, 34, 35). Door deze utiliteiten te meten ontstaat er een speciale vorm van kosten-effectiviteiten analyse waarin de gemeten maat wordt uitgedrukt in zogenaamde kosten per -Quality adjusted life years-(qaly s) van de ene behandeling ten opzichte van de andere, dus minder effectieve behandeling. Deze QALY s worden bepaald aan de hand van de gemeten EuroQol. Evenals de beoordeling van de patiënt, en de VAS score, voor de gemiddelde pijn in het been gedurende de afgelopen week, is de EuroQol een belangrijke uitkomstmaat, die gedurende elk polikliniek bezoek door de research vepleegkundige aan de hand van het interview bepaald wordt. De maten worden in een getal uitgedrukt van 0,0 (de slechtste gezondheidstoestand die een patiënt zich kan voorstellen) tot 1,0 (optimale gezondheid). Tevens is de EuroQol een effectmaat die gebruik maakt van de utiliteiten van de algemene bevolking en is deze makkelijk thuis in te vullen. Dit in tegenstelling tot de Time Trade Off (TTO) en de eveneens in deze studie niet gebruikte Standard Gamble (SG) welke als nadeel hebben dat ze voor de meeste patiënten ingewikkeld zijn en tijdrovend voor de research verpleegkundige. De EuroQol zal gedurende de eerste 4 weken na randomisatie 1 maal per week herhaald worden. Deze frequente EuroQol meting gedurende de eerste 4 weken is gekozen om de veranderingen in kwaliteit van leven, die juist in deze periode vaak optreden door operatie goed te registreren. In deze EuroQol is ook een VAS voor kwaliteit van leven opgenomen. Deze is weliswaar nog niet gevalideerd maar kan na transformatie via de formule U=1-(1-VAS). gezet worden in utiliteiten van de algemene bevolking. 16
17 4.5 Beoordeling resultaat patiënt Ervaren herstel Een belangrijke secundaire uitkomstmaat is het ervaren herstel. Gedurende ieder follow-up polikliniekbezoek zal de patiënt zijn beoordeling geven van het resultaat van de behandeling op een 7- punts Likert schaal. Deze varieert van geheel hersteld tot erger dan ooit. In principe geeft dit de (on)tevredenheid van de patiënt weer en wordt dit beschouwd als belangrijkste secundaire maat. Naast de patiënt zal de RV deze score gebruiken voor de beoordeling van het resultaat. 1 Volledig herstel van klachten (goed resultaat) 2 Bijna volledig herstel van klachten (goed resultaat) 3 Enig herstel van klachten 4 Klachten gelijk gebleven 5 Enige verslechtering van klachten 6 Ernstige verslechtering van klachten 7 Klachten erger dan ooit Sciatica-Frequency-and- Bothersome-Index De in de Maine Lumbar Spine Study gebruikte Sciatica-Frequency-and- Bothersome-Index zal in deze studie door de patiënt ingevuld worden. Dit is een schaal van 0 tot 6 welke de frequentie (0=nooit en 6=altijd) en de hinderlijkheid (0=niet hinderlijk en 6= extreem hinderlijk) van rug- en beenklachten meet. Door de som van 4 symptoom vragen ontstaat 2 indexen van 0 tot 24. De vier vragen zijn: 1) beenpijn; 2) tintelingen en/of dood gevoel in been; 3) zwakte van been of voet; 4) pijn in de rug of been tijdens zitten. 4.6 Radiologische evaluatie en MRI protocol De enige anatomische maat in de follow-up van de aandoening is de MRI van de lumbosacrale wervelkolom. Bij alle patiënten zal behoudens de diagnostische MRI zonder gadolinium, een evaluatie van de discus- en wortelafwijkingen plaatsvinden 12 maanden na de operatie met Gadolinium. MRI-protocol advies: 1 sagittaal T1 spin echo (4 mm coupes; interslice gap 0,4 mm) 17
18 2 sagittaal T2 turbo spin echo (4 mm coupes; interslice gap 0,4 mm) 3 transversaal T1 spin echo (4 mm coupes; interslice gap 0,4 mm) 4 transversaal T2 (4mm coupes; interslice gap 0,4 mm) 5+6 na gadolinium injectie worden 1 en 3 herhaald Ieder ziekenhuis kan een eigen protocol hanteren met betrekking tot de uitvoering van de MRI. Bovenstaand protocol dient slechts als een leidraad. De MRI afbeeldingen zullen met betrekking tot de discusafwijkingen en wortelproblematiek volgens de voor de (neuro)radioloog van het desbetreffende ziekenhuis bekende verslaglegging beschreven worden. Van elke afgebeelde discus wordt in ieder geval beschreven of deze normaal is, bulging, een hernia of een sequester laat zien. Betreffende wortelcompressie moet in ieder geval beschreven worden of de wortel nog zichtbaar is en zo ja, of er nog epiduraal vet rondom de aanwezig is. 4.7 Re-operatie incidentie In veel studies met betrekking tot wervelkolom chirurgie wordt re-operatie als een zeer slecht resultaat van de eerste operatie beschouwd en aldus gebruikt als effectmaat. In deze studie kan deze ook nu belangrijke effectmaat prima gebruikt worden en is deze ook essentieel omdat de afweging later voor de MED hier mede van afhangt. 4.8 Kosten Om inzicht te krijgen in de zorgvraag, arbeidsparticipatie en direkt-medische-kosten en indirekte-nietmedische- kosten wordt een vragenlijst ingevuld tijdens een interview met de patiënt en worden de gemaakte kosten genoteerd door de patiënt in een dagboek. De direct medische kosten worden geschat op basis van de kostenplaatsmethode. Ten aanzien van het productieverlies zal gekozen worden voor een benadering die het midden houdt tussen de frictiekosten en anderzijds de human capital approach. Aan de patiënt wordt toestemming gevraagd om het totale bedrag aan gemaakte kosten tijdens de studieperiode op te mogen vragen bij de verzekeraars. Hierbij zal niet gekeken worden waaraan het uitgekeerde bedrag besteed is. Door deelname aan het studieprotocol gemaakte extra kosten ten opzichte van de dagelijkse praktijk zullen verrekend worden. Het gaat dan in het bijzonder om de extra polikliniekbezoeken en de toegevoegde MRI, tenzij een MRI op indicatie tussendoor verricht wordt. Voor een verdere beschrijving van de kostenberekening wordt verwezen naar de analyse (paragraaf 7.1.2) (32,33,34,39) De patiënten wordt gevraagd een dagboek bij te houden met betrekking tot de financiële aspecten van de gevolgen van het lumbosacraal radiculair syndroom en de behandeling hiervoor. Hierin (zie bijlage 8) zal gevraagd worden naar 1)-bezoeken aan huisarts, 2)-fysiotherapeut, 3)-de specialist, 4)- alternatieve geneeswijzen, 5)- ziekenhuis opnames in dagen, 6)-pijnmedicatie; dosering en frequentie van inname, 7)-ziektedagen met betrekking tot werk, 8)-kosten productie verlies en eventueel vervangende kracht, en 9)- extra reiskosten vanwege het lumbosacraal radiculair syndroom. Veel aandacht wordt gegeven aan het registreren van het moment van werkhervatting en het type fysiotherapeutische begeleiding wat is toegepast. 18
19 4.9 Evaluatie patiënt door onderzoeker Voor de beoordeling van de patiënt door de onderzoeker zal gebruik gemaakt worden van de functioneel economische PROLO-schaal (40) en de Likert 7-punts beoordeling, die in het verleden gebruikt is voor studies naar lumbale spondylodese operaties. Deze schaal zal gedurende ieder polikliniek bezoek door de neurochirurg en de research-verpleegkundige afzonderlijk van elkaar ingevuld worden. De RV is blind voor de gegeven behandeling en zal dat gedurende volgende patiënt contacten ook blijven tot het laatste contact. 19
20 4.10 Complicaties Een nauwkeurige complicatie registratie zal bijgehouden worden door de neurochirurg en researchverpleegkundige. Hierin zal gevraagd worden naar 1) infecties, onder te verdelen in -oppervlakkige wondinfecties- en -diepe wondinfecties zoals discitis-, en gerelateerde urineweg infecties, 2) postoperatief hematoom en 3) toename neurologische uitval te wijten aan ingreep, en 4) nadelige consequenties van medicatiegebruik zoals maagklachten, urineretentie etc. Tevens zal de chirurg gevraagd worden naar problemen tijdens de ingreep zoals durascheurtjes met liquorlekkage, of een opening op het verkeerde niveau. Ook als dat gedurende de ingreep is gecorrigeerd. Het geopereerde niveau zal gecontroleerd worden op de postoperatieve MRI. Vermeldingen in de literatuur betreffende operaties op een ander niveau (bijv. L4L5 in plaats van L5S1) zullen in deze studie geverifieerd worden. Gepoogd zal worden het ontstaan van chronische pijnklachten in rug en of been, ten gevolge van de operatie, vast te leggen en te analyseren welke prognostische factoren van belang zijn bij deze subgroep. Het belang is duidelijk. Deze subgroep patiënten (na operatie genoemd het failed back surgery syndrome en in deze studie het failed back syndrome genoemd) veroorzaken momenteel een groot deel van de indirecte kosten op de lange termijn. Definiëren van deze subgroep is echter moeilijk, evenals de beoordeling wanneer pijnklachten chronisch genoemd worden. In dit protocol zal hier niet verder op worden ingegaan en wordt de failed back als complicatie van de behandeling gezien. In dit kader verwachten de onderzoekers dat de postinterventie lage rugproblematiek met de minimaal invasieve methoden een lagere incidentie heeft en ook minder intens Evaluatie van effectparameters Controle van alle patiënten vindt plaats volgens onderstaand tijdschema. Frequente controle middels vragenlijsten wordt de eerste 3 maanden uitgevoerd, waarin de grootste veranderingen wellicht optreden. De controle na 4, 8 weken, 6 en 12 maanden wordt verricht door de blinde onderzoeker. De patiënten worden op deze en de andere controle momenten gezien door de researchverpleegkundige, die de ingevulde vragenlijsten ontvangt, de VAS-pijnscore in het been in een interview afneemt en de patiënten lichamelijk onderzoekt op het nog aanwezig zijn op radiculaire prikkeling en/of uitval. Tevens zal de researchverpleegkundige de PROLO schaal in vullen. Het interview zal ongeveer een half uur in beslag nemen inclusief een kort neurologisch onderzoek. Tevens zal de research verpleegkundige gevraagd worden de complicaties te registreren. Het controle bezoek aan de chirurg na 8 weken zal eveneens 30 minuten in beslag nemen, zodat de patiënt ongeveer één uur op de polikliniek verblijft op week 8. In onderstaand tijdschema wordt met week -xbedoeld de start van de studie en de intake. Dit is op deze manier genoteerd omdat de patiënten op verschillende momenten voor de randomisatie (d.i. week 0) na het begin van de pijnklachten zich kunnen melden. De follow-up bezoeken staan vermeld in weken na de randomisatie. De periode van (vier en) acht weken na randomisatie wordt als belangrijkste meting gezien ter evaluatie van het vroege effect van operatie, zodat op basis van deze termijn deels de vraagstelling beantwoord zal worden. De registratie en invoer worden verricht met behulp van ProMISe. Data-invoer kan via internet per ziekenhuis ingevoerd worden. Momenteel bestaat er ervaring met het gebruik van dit systeem (Ronald Brand) bij de RV en wordt nagenoeg dezelfde datastructuur gebruikt met follow-up momenten. 20
Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar
Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Micro endoscopische operatie (buisjesmethode) voor lage rughernia minder effectief U doet mee aan de Sciatica MED Trial, het doelmatigheidsonderzoek naar de behandeling
Nadere informatieChapter 12. Samenvatting
Salkantay Trek, Peru Chapter 12 Samenvatting 182 I Chapter 12 Radiculaire beenpijn veroorzaakt door een lumbale hernia komt wereldwijd vaak voor en bij de meeste patienten is het natuurlijke beloop gunstig.
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Barzouhi, Abdelilah el Title: Paradigm shift in MRI for sciatica Issue Date: 2013-12-03
Nadere informatieEEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE HERNIA NUCLEI PULPOSI LUMBALIS
EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE HERNIA NUCLEI PULPOSI LUMBALIS Afdeling Neurochirurgie Leids Universitair Medisch Centrum 1 Project Werkgroep: Projectleiding
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Lage Rug Hernia (DSSR) A. Beschrijving Indicator
Factsheet en Lage Rug Hernia (DSSR) A. Beschrijving DSSR 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 01-01- 2014 Gestart met Spinaalchirurgie Lumbaal geïnstrumenteerd; Januari 2015 start met Lumbale hernia
Nadere informatieTHE SCIATICA-PLDD TRIAL
THE MAST(Minimal Access Spinal Technology)-STUDY-GROUP THE SCIATICA-PLDD TRIAL EEN PROSPECTIEF GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE PERCUTANE LASER DISCUSDECOMPRESSIE TER BEHANDELING VAN DE HERNIA
Nadere informatieFactsheet Indicatoren DSSR 2017 Geïnstrumenteerd (A) en ongeïnstrumenteerd (B)
Factsheet en DSSR 2017 Geïnstrumenteerd (A) en ongeïnstrumenteerd (B) DSSR 2017.4 Registratie gestart: 2014 Datum Versie Mutatie Eigenaar 06-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen 1 juli
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016
Factsheet en Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Registratie gestart: 2014 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Alle patienten met een degeneratieve lumbale wervelkolomaandoening die een
Nadere informatieDutch Spine Surgery Registry DSSR
pagina 1 Dutch Spine Surgery Registry DSSR Vetgedrukte items zijn verplicht Lumbale wervelkolom - Ongeïnstrumenteerd, versie: 2015-6-1 - v3.0.0 Identificatie Het BSN-nummer bestaat uit 9 cijfers, inclusief
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Lage Rug Hernia of Stenose Chirurgie (DSSR 2) 2016
Factsheet en Lage Rug Hernia of Stenose Chirurgie (DSSR 2) 2016 Registratie gestart: 2014 Inclusie en Exclusie criteria - Lage Rug Hernia of Stenose Chirurgie Inclusie: Alle patiënten met een lumbale wervelkolomaandoening
Nadere informatiePatiënteninformatie. Een prospectief gerandomiseerd onderzoek. Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Patiënteninformatie Een wetenschappelijk onderzoek naar de (kosten) effectiviteit van operatie vergeleken met een voortgezet conservatief beleid bij de behandeling van patiënten met een lumbale kanaalstenose
Nadere informatieLAGE RUGKLACHTEN / HERNIA Oorzaak en behandeling, wel of niet opereren?
LAGE RUGKLACHTEN / HERNIA Oorzaak en behandeling, wel of niet opereren? Dokter op dinsdag, 28 februari 2012 Marcel Garssen Neuroloog Jeroen Bosch Ziekenhuis Inleiding Er is nog een boel recht te zetten.
Nadere informatieWetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?
Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast
Nadere informatieRugpoli in Enschede. Lucille Dorresteijn, Neuroloog Marleen Wijnstra, Physician assistant
Rugpoli in Enschede Lucille Dorresteijn, Neuroloog Marleen Wijnstra, Physician assistant Stellingen Bij een langer bestaand LRS is een MRI van de LWK aangewezen Ik (huisarts) verwijs nu zelf voor een MRI
Nadere informatieFactsheet Indicatoren DSSR 2018 Geïnstrumenteerd (A) DSSR 2018 Registratie gestart: 2014
Factsheet en DSSR 2018 Geïnstrumenteerd (A) DSSR 2018 Registratie gestart: 2014 Inclusie- en exclusiecriteria geïnstrumenteerd (A) Inclusie Alle patiënten die operatief behandeld worden aan de lumbale
Nadere informatieFactsheet Indicatoren DSSR 2018 Ongeïnstrumenteerd (B)
Factsheet en DSSR 2018 Ongeïnstrumenteerd (B) DSSR 2018 Registratie gestart: 2014 Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-08-2018 2018.5 Aanpassing verplicht naar vrijwillig voor alle indicatoren DICA Inclusie-
Nadere informatieChapter 11. Nederlandse samenvatting
Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,
Nadere informatieNRC-Studie. Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie Rotator Cuff Studie
Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie Rotator Cuff Studie Patiënt Informatie Brief Afdeling Orthopaedie Medisch Centrum Haaglanden Januari 2008 Geachte heer, mevrouw, Inleiding U heeft een rotator cuff
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29800 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Moojen, Wouter Anton Title: Introducing new implants and imaging techniques for
Nadere informatieKWALITEITSRAPPORTAGE 2016 Lumbale hernia
KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 Lumbale hernia Bergman Clinics heeft als doel de cliënt onder aangename omstandigheden beter te maken. Dit willen we bereiken door ook de medische zorg iedere dag beter te maken.
Nadere informatieFactsheet indicatoren DSSR/Wervelkolomregistratie 2019 Geïnstrumenteerd (A)
Factsheet indicatoren DSSR/Wervelkolomregistratie 2019 Geïnstrumenteerd (A) DSSR 2019.1 Registratie gestart: 2014 Datum Versie Mutatie Eigenaar 29-03-2018 2019.1 Concept indicatorengids registratiejaar
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Lage Rug Hernia (DSSR) A. Beschrijving Indicator
Factsheet en Lage Rug Hernia (DSSR) A. Beschrijving DSSR 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 01-01- 2014 Gestart met Spinaalchirurgie Lumbaal geïnstrumenteerd; Januari 2015 start met Lumbale hernia
Nadere informatieThe Delphi Trial. Informatie voor de patiënt. Inhoud: Inleiding 3. Wat is het doel en de opzet van het onderzoek? 4
The Delphi Trial Inhoud: Inleiding 3 Wat is het doel en de opzet van het onderzoek? 4 Wat staat mij te wachten als ik deelneem? 4 De operatie 5 Het afwachtend beleid 8 Cohort 8 Tot slot 8 Informatie proefpersonenverzekering
Nadere informatieTabel I: Indicaties en contra-indicaties voor PLDD. Indicaties voor PLDD
Barry Schenk, Patrick Brouwer, Wilco Peul en Gerard Guit Percutane Laser Discusdecompressie (PLDD) Een minimaal-invasieve behandelmethode voor de lumbale hernia nuclei pulposi Het lumbosacraal radiculair
Nadere informatiePercutane Laser Discusdecompressie (PLDD) Een minimaal-invasieve behandelmethode voor de lumbale hernia nuclei pulposi
Barry Schenk, Patrick Brouwer, Wilco Peul en Gerard Guit Percutane Laser Discusdecompressie (PLDD) Een minimaal-invasieve behandelmethode voor de lumbale hernia nuclei pulposi Het lumbosacraal radiculair
Nadere informatieCASINO EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE CERVICALE HNP
CASINO CervicAl radiculopathy: SurgIcal or Nonsurgical Treatment EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE CERVICALE HNP Chirurgie versus voortgezette conservatieve
Nadere informatieIs de behandeling van lage rugklachten door middel van tractie evidence based? Dr Peter Verspeelt Fysische geneeskunde en revalidatie 24 oktober 2015
Is de behandeling van lage rugklachten door middel van tractie evidence based? Dr Peter Verspeelt Fysische geneeskunde en revalidatie 24 oktober 2015 Wat is de invloed van tractie op een lumbale
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43013 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hofstede, S.N. Title: Optimization of care in orthopaedics and neurosurgery Issue
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in
Nadere informatieHet werkt! Helpt het ook?
Verklarend, pragmatisch en economisch onderzoek Wilbert van den Hout Medische Besliskunde, LUMC Het werkt! Helpt het ook? Spectrum van onderzoek Verklarend pathofysiologisch Pragmatisch & Economisch Pre-klinisch
Nadere informatiePsychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct
Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Kate Sitnikova 8 november 2018 Amsterdam UMC Locatie VUmc Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde Sheet
Nadere informatiePatiëntinformatieformulier LOGICA-trial
Informatiebrief LOGICA trial: Laparoscopische versus Open Maag Operatie Datum: Onderwerp Telefoon E-mail 1 november 2015 LOGICA trial 088-005 6908 espillenaarbilgen@rijnstate.nl Geachte heer/mevrouw, U
Nadere informatieChapter 7. Nederlandse samenvatting
Chapter 7 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Lumbosacraal radiculair syndroom Het lumbosacraal radiculair syndroom is de aandoening die in de Nederlandse volksmond bekend staat als een
Nadere informatie4. Wat zijn de effecten van de ehealth interventie met betrekking tot het postoperatieve herstel, gebruik en kosten?
SAMENVATTING De opnameduur in het ziekenhuis na abdominale chirurgie is de afgelopen jaren sterk afgenomen als gevolg van het toenemende gebruik van minimaal invasieve chirurgie. Dit betekent dat het grootste
Nadere informatieEconomische Evaluatie: Is zorg z n geld waard?
Economische Evaluatie: Is zorg z n geld waard? NVA Wintervergadering 2016 Wilbert van den Hout Afdeling Medische Besliskunde & Kwaliteit van Zorg Is zorg z n geld waard? Kosten, effectiviteit en kosteneffectiviteit
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/51105 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Korse, N.S. Title: A multi-perspective approach to cauda equina syndrome dedicated
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatiePatiënten-informatiebrief INCH-trial
Patiënten-informatiebrief INCH-trial Een onderzoek naar de chirurgische behandeling van een littekenbreuk; het verschil tussen de kijkoperatie en de open operatie wordt onderzocht. Amsterdam, 14 sept 2011
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING In het eerste gedeelte van dit proefschrift worden verschillende coagulatie instrumenten tijdens laparoscopische ingrepen geëvalueerd ter voorkoming van bloedingen en gerelateerde
Nadere informatieFELIX. Foraminal Enlargement Lumbar Interspinosus distraxion: Inhoud. Inleiding 3. Vrijwillige deelname 4. Wat is het doel van het onderzoek?
FELIX Inhoud Foraminal Enlargement Lumbar Interspinosus distraxion: Inleiding 3 Vrijwillige deelname 4 Wat is het doel van het onderzoek? 5 Wat is de opzet van het onderzoek? 5 Wat staat mij te wachten
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien
Nadere informatieOnderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis
Onderzoeksdesigns Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Inhoud Inleiding Wetenschappelijk bewijs Opdracht Verschillende onderzoekdesigns De drie componenten van evidence-based practice Wetenschappelijk
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieWat is een hernia. Bouw van de wervelkolom. Onderstaande afspraken zijn voor u gemaakt op: locatie Delfzicht/locatie Lucas. Polikliniek neurologie:
Herniastraat Onderstaande afspraken zijn voor u gemaakt op: locatie Delfzicht/locatie Lucas MRI-onderzoek: Polikliniek neurologie: Route Neuroloog: datum Tijd. datum Tijd Telefoon: 088-066 1000 Wat is
Nadere informatieOnderzoek naar de optimale behandeling van patiënten met galstenen
Onderzoek naar de optimale behandeling van patiënten met galstenen Geachte heer/mevrouw, Wij doen onderzoek naar de behandeling van galstenen. Uw arts heeft u gevraagd of u mee wilt werken aan dit onderzoek.
Nadere informatieITDD intake. Algemeen Patientcode. Patientgegevens Patiëntnummer kliniek (bijv. ZIS-code) Behandelaars Naam anesthesiolo(o)g(en)
ITDD intake Patientcode Patientgegevens Patiëntnummer kliniek (bijv. ZIS-code) Geslacht (1) man (2) vrouw Geboortedatum Behandelaars Naam anesthesiolo(o)g(en) Naam revalidatiearts(en) ziekenhuis Naam revalidatiearts(en)
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Heupprothese (LROI)
Factsheet en Heupprothese (LROI) 9 september 2015 Beschrijving van indicatoren Registratie gestart: 1 januari 2007 Inclusiecriteria: Alle geplaatste totale heupprothesen en kop-halsprothesen in de LROI
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende
Nadere informatieIndicator 4a en 4b. Overweging ZiN
Toetstabel geïnstrumenteerde lumbnale spinaalchirurgie vj 2019 Operationalisatie Aard van de wijziging Criteria Toetsingskader Advies werkgroep PFN FMS V&VN ZN NVZ NFU ZKN WSCie Alle indicatoren behalve
Nadere informatieVroeg opereren of langer afwachten voor het lumbosacraal radiculair syndroom: een gerandomiseerd onderzoek*
oorspronkelijke stukken Vroeg opereren of langer afwachten voor het lumbosacraal radiculair syndroom: een gerandomiseerd onderzoek* W.C.Peul, H.C.van Houwelingen, W.B.van den Hout, R.Brand, J.A.H.Eekhof,
Nadere informatieLage rughernia Neurochirurgische behandeling
Lage rughernia Neurochirurgische behandeling Er is bij u een hernia in de onderrug geconstateerd. Dit wordt ook wel een lage rughernia genoemd. In deze folder vindt u informatie over de aandoening en de
Nadere informatiebehandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.
Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan
Nadere informatieRughernia (behandeling door de huisarts)
Rughernia (behandeling door de huisarts) Wat is hernia? Hernia betekent letterlijk breuk. Een hernia nuclei pulposi (kortweg HNP) komt voor in de wervelkolom en bestaat uit een scheur in de achterkant
Nadere informatieMicro-Endoscopic Discectomy
Micro-Endoscopic Discectomy George Homminga, M.D., Ph.D. NedSpine The Netherlands Hernia Nucleosi Pulposa Ander woord of afkorting: hernia Betekent letterlijk uitstulping van de kern van de tussenwervelschijf
Nadere informatieRoland Disability Questionnaire
Roland 1983 Nederlandse vertaling G.J. van der Heijden 1991 Naampatiënt...Datum:. Uw rugklachten kunnen u belemmeren bij uw normale dagelijkse bezigheden. Deze vragenlijst bevat een aantal zinnen waarmee
Nadere informatieAAN De leden van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie De leden van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging
AAN De leden van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie De leden van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging Referentie NVvN 17-0347 Betreft Wervelkolomchirurgie: registratie en indicatoren transparantiekalender
Nadere informatieLage rugklachten en de hernia
Lage rugklachten en de hernia Inhoudsopgave De hernia... 1 Wat is een hernia?... 1 Een hernia verdwijnt vaak vanzelf... 1 Specialistisch onderzoek... 2 Behandeling van de hernia... 2 Wat kan de patiënt
Nadere informatieToetstabel (on)geïnstrumenteerde lumbale spinaalchirurgie vj 2019
Toetstabel (on)geïnstrumenteerde lumbale spinaalchirurgie vj 2019 Operationalisatie Aard van de wijziging Criteria Toetsingskader Advies werkgroep PFN FMS V&VN ZN NVZ NFU ZKN WSCie Alle indicatoren behalve
Nadere informatieSamenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2
Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht
Nadere informatievragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen
Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel
Nadere informatieVerplichte Indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland. Indicator nummer Indicatornaam Datatype
Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset
Nadere informatieHet voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis
Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.
Nadere informatieInformatie betreffende wetenschappelijk onderzoek getiteld:
Informatie betreffende wetenschappelijk onderzoek getiteld: Kunststof matje versus geen matje voor navelbreuken: een dubbel blind, prospectief gerandomiseerd onderzoek Engelse titel: Mesh versus suture
Nadere informatieOnze behandelresultaten
Onze behandelresultaten NedSpine streeft er naar op alle fronten de hoogst mogelijke kwaliteit van zorg aan te bieden. Centraal daarbij staan de resultaten van onze operatieve behandelingen. Wij voeren
Nadere informatieLumbosacraal Radiculair Syndroom (LRS) F.J. de Jong en M.H.A. Willems, februari 2009, revisie februari overleg neurochirurg na (spoed)mri Ja
Lumbosacraal Radiculair Syndroom (LRS) F.J. de Jong en M.H.A. Willems, februari 2009, revisie februari 2017 LRS cauda-syndroom? ernstige parese? overleg neurochirurg na (spoed)mri koorts, trauma, maligniteit,
Nadere informatieVoorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje
Patiënteninformatie Prevent Trial ABR Nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje Originele titel: Preventie van parastomale hernia door versterking
Nadere informatieWerkinstructies voor de CQI Rughernia
Werkinstructie voor 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond rughernia te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt om
Nadere informatieDISTRICTS. Case Record Form Baseline meting arts VERTROUWELIJK. Versie 1.7. Contactinformatie: Wijnand Palmbergen, uitvoerend onderzoeker
Studienummer: Pagina 1 van 10 DISTRICTS Case Record Form Baseline meting arts Versie 1.7 VERTROUWELIJK DISTRICTS studienummer: (wordt gegenereerd) Contactinformatie: Wijnand Palmbergen, uitvoerend onderzoeker
Nadere informatieInterventionele pijntherapie, een nuttige tussenstap?
Interventionele pijntherapie, een nuttige tussenstap? Dr. Veerle Dirckx mariaziekenhuis.be Mensen zorgen voor mensen Interventionele pijntherapie, een nuttige tussenstap? Radiculair pijnsyndroom Symptomen
Nadere informatieFysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?
Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele
Nadere informatieHoogenergetisch trauma Wervelletsels kunnen ook voorkomen na val van een paard of van een huishoudtrapje
Gerian Huitema orthopedisch chirurg Komen minder vaak voor dan letsels van het perifere skelet Leiden tot aanzienlijke invaliditeit en de slechtste functionele uitkomsten (Hu et al 1996, Fisher et al 2006).
Nadere informatieHoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben
Samenvatting Artrose is een aandoening van de gewrichten en wordt in het dagelijkse leven ook wel slijtage genoemd. Artrose kan in alle gewrichten optreden maar komt voornamelijk voor in de gewrichten
Nadere informatieSamenvatting*en*conclusies* *
Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieRegionale verschillen in acute fase behandeling van ruggenmergletsel in Nederland. B.L. Fransen AIOS Orthopaedie
Regionale verschillen in acute fase behandeling van ruggenmergletsel in Nederland B.L. Fransen AIOS Orthopaedie 14-1-2015 Acute fase management van ruggenmergletsel (tsci) Onderkennen (mogelijk) ruggenmergletsel
Nadere informatiePatient Reported Outcome Measures (PROMs) - design your own
Patient Reported Outcome Measures (PROMs) - design your own Tara Mackay, PhD-candidate chirurgie AMC Bengt van Rijssen, PhD-candidate chirurgie AMC en ANIOS Flevoziekenhuis Dutch Pancreatic Cancer Project
Nadere informatieInformatie voor patiënten
Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doel van het onderzoek 5 3. Vóór de operatie 5 4. De gangbare operatie 7 5. De micro-endoscopische operatie (MED) 8 6. Na de operatie 9 7. Operatierisico's 10 8. Weer thuis
Nadere informatieDexamethasone for Cardiac Surgery (DECS) trial (Studie naar dexamethason bij hartchirurgie)
PATIËNTEN INFORMATIE Dexamethasone for Cardiac Surgery (DECS) trial (Studie naar dexamethason bij hartchirurgie) Geachte heer/mevrouw, 1. Inleiding U bent onlangs op de wachtlijst geplaatst voor een open
Nadere informatieInformatie betreffende wetenschappelijk onderzoek getiteld:
Informatie betreffende wetenschappelijk onderzoek getiteld: Kunststof matje versus geen matje voor navelbreuken: een dubbel blind, prospectief gerandomiseerd onderzoek Engelse titel: Mesh versus suture
Nadere informatieOplegger indicatorenset Lage rughernia en stenose (ongeïnstrumenteerd) (DSSR (B)) verslagjaar 2017.
Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatieGebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet
Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld
Nadere informatieHernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei
Hernia Ziekenhuis Gelderse Vallei De rug bestaat uit een dynamische keten van wervels, die bestaan uit bot met tussenwervelschijven. Een tussenwervelschijf, ook wel discus genaamd, bestaat uit een kraakbeenachtige
Nadere informatieVoorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje.
Patiënteninformatie Prevent Trial ABR Nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Originele titel: Preventie van parastomale hernia door versterking
Nadere informatieVoorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Geachte heer/mevrouw, Zwolle, april 2010
Patiënteninformatie Prevent trial Isala kliniek ABR nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Originele titel: Preventie van parastomale hernia
Nadere informatieLUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM
INTERLINE LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM maart 2017 Inleiding Zie de werkafspraak Lumbaal radiculair syndroom De huidige werkgroep bestaat uit: Huisartsen: Annemiek Meutstege Martin Olieman Bonne Rik Wesseler
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting en Conclusie
Chapter 10 Samenvatting en Conclusie 91 SAMENVATTING EN CONCLUSIE De thesis behandelt de resultaten van chirurgie op de thoracale sympaticusketen en bestaat inhoudelijk uit twee delen en een scharnierartikel
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20432 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Linden- van der Zwaag, Henrica Maria Jannetta van der Title: CAOS & TKA. A critical
Nadere informatieVoorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom
Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom KRING BIJEENKOMST 2 OKTOBER 2017 Chantal den Bakker Onderzoeksvraag Welke factoren zijn
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieEvidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog
Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies
Nadere informatieSamenvatting studieprotocol en richtlijn behandeling huisarts
Samenvatting studieprotocol en richtlijn behandeling huisarts Een wetenschappelijk onderzoek naar de (kosten) effectiviteit van operatie vergeleken met een voortgezet conservatief beleid bij de behandeling
Nadere informatieVernauwing van het wervelkanaal
Vernauwing van het wervelkanaal in de onderrug Neurochirurgische behandeling Informatie voor patiënten F0849-3510 februari 2014 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester
Nadere informatieSpondylolytische spondylolisthesis
Spondylolytische spondylolisthesis Inhoud Inleiding 3 Wat is het doel en de opzet van het onderzoek? 5 Wat staat mij te wachten als ik deelneem? 5 De operatie 6 Weer thuis 8 Werkhervatting 9 Tot slot 9
Nadere informatieJanneke Horn. Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals
Janneke Horn Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals Martien Limburg Destijds Established Clinical Investigator Nederlandse Hartstichting Janneke Horn 1994 Artsexamen, cum
Nadere informatie