Instelling. Onderwerp. Datum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Instelling. Onderwerp. Datum"

Transcriptie

1 Instelling hof van beroep - Brussel Onderwerp Echtscheiding. Vereffening-verdeling van een ontbonden gemeenschap na echtscheiding. Proces-verbaal van beweringen en zwarigheden. Geldigheid van een opstalrecht en de modaliteiten ervan, bedongen in huwelijkscontract. Lot van de groepsverzekering en impact van fiscale bepalingen bij uitbetaling van kapitaal voor of na de 65 jaar van de begunstigde. Gelden geblokkeerd op een rubriekrekening, voorkomende van een deel van de prijs van de verkoop van een eigen goed. Deblokkering. Welke intrestvoet kan de eigenaar van dit gerubriceerde bedrag vragen? Datum 9 november 2010 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2010 M&D SEMINARS Eikelstraat De Pinte T F info@mdseminars.be

2 Details Justel Nummer: N Rolnummer: 2008AR447 Instantie: Hof van Beroep, Brussel Datum : 09/11/2010 Type van beslissing: Arrest Samenvatting I. Het toestaan van een opstalrecht in een huwelijkscontract met bedongen modaliteiten omtrent het einde van het opstalrecht en de vergoedingen voor tijdens het huwelijk opgerichte constructies, is niet strijdig met de essentiële beginselen inzake het wettelijk huwelijksvermogensstelsel. II. De woonstvergoeding is geen vergoeding in de zin van artikel 1436 B.W. en brengt derhalve geenszins van rechtswege intrest op. De intresten erop zijn verschuldigd vanaf de dag van het afsluiten van de vereffening en verdeling. III. Bij de vereffening van de ontbonden gemeenschap dient men rekening te houden met de elementen en omstandigheden geldend op dat ogenblik. Er dient derhalve rekening gehouden met de belastingstarieven op dat ogenblik. De begunstigde van de groepsverzekering die nog geen 65 jaar is bij de ontbinding van het huwelijk kan niet verplicht worden, rechtstreeks of onrechtstreeks, om het kapitaal ervan slechts op te trekken diens 65 jaar Derhalve kan er die stand der zaken slechts rekening gehouden worden met het fiscale tarief van 33% en niet met het tarief van 10% dat zou gelden bij de opname van het kapitaal vanaf 65 jaar. IV. De verkoper dient zich te wenden tot de notaris voor de intrest op een bij deze notaris geblokkeerd bedrag van de verkoopprijs, dat gerubriceerd werd en een kleine wettelijk vastgestelde intrest opbrengt ten voordele van de eigenaar van de geblokkeerde geldsom. De wettelijke bepalingen inzake de notariële boekhouding en rubricering van geldsommen zijn terzake van toepassing. De verkoper kan geen aanspraak maken op de wettelijke intrestvoet van 7% op dit gerubriceerde bedrag. Vrije woorden Vereffening-verdeling van een ontbonden gemeenschap na echtscheiding. Proces-verbaal van beweringen en zwarigheden. Geldigheid van een opstalrecht en de modaliteiten ervan, bedongen in huwemlijkscontract. Lot van de groepsverzekering en impact van fiscale bepalingen bij uitbetaling van kapitaal voor of na de 65 jaar van de beginstigde. Gelden geblokkeerd op een rubriekrekening, voorkomende van een deel van de prijs van de verkoop van een eigen goed. Debmlokkering. Welke intrestvoet kan de eigenaar van dit

3 gerubriceerde bedrag vragen? Trefwoord(en) UTU BURGERLIJK RECHT-> HUWELIJKSVERMOGENSRECHT-> Wettelijk stelsel-> Ontbinding/ Vereffening BURGERLIJK RECHT-> HUWELIJKSVERMOGENSRECHT-> Algemene beginselen-> Algemeen BURGERLIJK RECHT-> ZAKELIJKE RECHTEN-> Opstal GERECHTELIJK RECHT-> NOTARIAAT -> Andere (notariaat) Volledige tekst HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL 1e kamer, A.R. Nr.: 2008/AR/447 zetelend in burgerlijke zaken, Rep. nr.: 2010/ na beraad, wijst volgend arrest: INZAKE VAN: V. M., vertegenwoordigd door Mr. VERSLUYS Liliane, advocaat te 3000 L., Vismarkt 8 ; TEGEN: S. R., vertegenwoordigd door Mr. DELAHAYE M. loco Mr. NELISSEN GRADE Yves, advocaat te 3001 HEVERLEE, Ubicenter - Philipssite 5-2e verd. ; I. HUWELIJKSCONTRACT. BEDING ERIN INZAKE EEN OPSTALRECHT VERLEEND OP EEN EIGEN GOED TEN VOORDELE VAN DE GEMEENSCHAP. BEDONGEN OORZAKEN VAN BEEINDIGING VAN HET OPSTALRECHT EN BEDINGEN INZAKE VERGOEDINGEN BIJ HET EINDE VAN HET OPSTALRECHT. GELDIGHEID II. VEREFFENING VAN DE ONTBONDEN HUWELIJKSGEMEENSCHAP. INTRESTEN OP DE VERSCHULDIGDE WOONSTVERGOEDING III. VEREFFENING VAN DE ONTBONDEN HUWELIJKSGEMEENSCHAP. GROEPSVERZEKERING. IMPACT VAN DE VERSCHILLENDE BELASTINGSTARIEVEN BIJ DE UITBETALING VAN HET KAPITAAL ERVAN IV. VEREFFENING VAN DE ONTBONDEN HUWELIJKSGEMEENSCHAP. INTRESTEN VAN EEN KAPITAAL GEPLAATST OP EEN RUBRIEKREKENING. INTRESTVOET AAN TE REKENEN BIJ DE VEREFFENING VAN DE GEMEENSCHAP

4 I. Het toestaan van een opstalrecht in een huwelijkscontract met bedongen modaliteiten omtrent het einde van het opstalrecht en de vergoedingen voor tijdens het huwelijk opgerichte constructies, is niet strijdig met de essentiële beginselen inzake het wettelijk huwelijksvermogensstelsel. II. De woonstvergoeding is geen vergoeding in de zin van artikel 1436 B.W. en brengt derhalve geenszins van rechtswege intrest op. De intresten erop zijn verschuldigd vanaf de dag van het afsluiten van de vereffening en verdeling. III. Bij de vereffening van de ontbonden gemeenschap dient men rekening te houden met de elementen en omstandigheden geldend op dat ogenblik. Er dient derhalve rekening gehouden met de belastingstarieven op dat ogenblik. De begunstigde van de groepsverzekering die nog geen 65 jaar is bij de ontbinding van het huwelijk kan niet verplicht worden, rechtstreeks of onrechtstreeks, om het kapitaal ervan slechts op te trekken diens 65 jaar Derhalve kan er die stand der zaken slechts rekening gehouden worden met het fiscale tarief van 33% en niet met het tarief van 10% dat zou gelden bij de opname van het kapitaal vanaf 65 jaar. IV. De verkoper dient zich te wenden tot de notaris voor de intrest op een bij deze notaris geblokkeerd bedrag van de verkoopprijs, dat gerubriceerd werd en een kleine wettelijk vastgestelde intrest opbrengt ten voordele van de eigenaar van de geblokkeerde geldsom. De wettelijke bepalingen inzake de notariële boekhouding en rubricering van geldsommen zijn terzake van toepassing. De verkoper kan geen aanspraak maken op de wettelijke intrestvoet van 7% op dit gerubriceerde bedrag. (...) I. Voorwerp van de vorderingen Huidige vordering heeft betrekking op de beweringen en zwarigheden ingeroepen door de beide partijen n.a.v. de vereffening en verdeling van hun huwelijksgemeenschap Hierop zal nader ingegaan worden in punt III van huidig arrest. II. De Feiten De eerste rechter heeft de feiten die aanleiding hebben gegeven tot huidig geschil precies en volledig omschreven zodat het hof desbetreffend verwijst naar het bestreden vonnis Samengevat komt het hierop neer dat partijen gehuwd zijn op 9 februari 1989 onder het wettelijk stelsel ingevolge hun huwelijkscontract verleden op 30 januari Dit huwelijkscontract bevatte tevens een beding inzake een recht van opstal ten voordele van de gemeenschap, verleend op een bouwgrond, gelegen te T. en eigendom van geïntimeerde. Er werd tevens bedongen dat aan voormeld recht

5 van opstal een einde zou komen bij echtscheiding en dat geïntimeerde alsdan een vergoeding zou dienen te betalen aan appellante voor wat de op te richten woning betreft en dat deze vergoeding bepaald zou worden overeenkomstig de modaliteiten opgenomen in het huwelijkscontract. Op 31 maart 2003 werd de echtscheiding uitgesproken, werd de aanvangsdatum van de feitelijke scheiding in dat vonnis bepaald op 3 december 1998, werd notaris X. aangesteld om over te gaan tot de bewerkingen van vereffening en verdeling van de huwelijksgemeenschap en werd notaris Y. aangesteld om de niet - verschijnende of weigerende partij te vertegenwoordigen. Het P.V. van beweringen werd opgesteld op 14 december 2006 gevolgd door het advies van de instrumenterende notaris van 30 januari III. Bespreking Wat de woning betreft gelegen te L., (= eigen goed van geïntimeerde): Meerwaarde van deze woning: Appellante vordert, op grond van artikel 1435 BW, de helft van de waardevermeerdering van deze woning. Dit onroerend goed werd door geïntimeerde aangekocht in 1985, zijnde vóór het huwelijk. Deze vordering is ongegrond. In beginsel geniet alleen de eigenaar van de waardevermeerdering van zijn eigen onroerend goed ingevolge economische omstandigheden. Er zou enkel een reden kunnen zijn tot vergoeding lastens de echtgenoot/eigenaar wanneer bepaalde werken zouden zijn uitgevoerd aan de woning die gefinancierd werden door de gemeenschap (zie verder, punt van huidig arrest) Het bestreden vonnis wordt op dat punt bevestigd Uitgevoerde werken: Opdat de gemeenschap recht zou hebben op een vergoeding voor werken aan voormeld huis dient appellante het bewijs te leveren dat er dergelijke werken uitgevoerd werden vóór 17 juni 1999, datum van de inleiding van de eerste echtscheidingseis. De boedelnotaris was van oordeel dat Mevrouw V. dit bewijs niet leverde Appellante beroept zich op tal van feitelijke gegevens die echter geenszins aantonen dat werken werden uitgevoerd aan de eigen woning van geïntimeerde met gelden van de gemeenschap.

6 Feitelijke gegevens zoals "de chronologie van de feiten" en foto's bewijzen niet dat gelden van de gemeenschap aangewend werden ten voordele van een eigen goed en dat die werken werden uitgevoerd vóór 17 juni De eerste rechter besliste dan ook terecht dat appellante niet voldoende naar recht het bewijs leverde van het uitvoeren van verbouwingen/investeringen vóór 17 juni 1999 dewelke gefinancierd zouden zijn geweest met gemene gelden. Er is in deze dan ook geen vergoedingsplicht lastens geïntimeerde ten voordele van de gemeenschap Het bestreden vonnis wordt op dit punt bevestigd De afbetaling van de eigen leningsschuld van geïntimeerde door de gemeenschap m.b.t. voornoemde woning: M.b.t. de aflossing van de eigen lening van geïntimeerde vraagt appellante een vergoeding, niet alleen voor het kapitaal, maar ook voor de intresten (= ,80 euro ) Bij het vaststellen van het bedrag van de vergoeding lastens geïntimeerde voor de aflossing van diens eigen leningsschuld aangegaan vóór het huwelijk, blijven de verschuldigde intresten op het ontleende kapitaal buiten beschouwing. Appellante kan immers geen vergoeding vragen voor de intresten betaald door de gemeenschap. Het betreft een schuld die definitief ten laste van de gemeenschap valt en dus zonder vergoedingsrecht voor de gemeenschap (artikel 1408, vijfde streepje B.W.). Intresten van eigen schulden komen niet in aanmerking voor vergoedingsrekeningen, nu de gemeenschap ook definitief (d.w.z. zonder vergoedingsplicht) het genot heeft van de eigen goederen van de beide echtgenoten (artikel 1405, 2 BW) Bij de vergoedingsrekeningen komt uitsluitend de verarming in aanmerking in de periode tussen enerzijds de datum van het huwelijk en anderzijds de datum van de inleiding van de eerste dagvaarding tot echtscheiding (artikel 1278, lid 2 en 3 Ger. W.) en dus niet, zoals appellante voorhoudt, de veel latere datum van de verdeling of de datum van de verkoop van de woning op 24 september De standpunten ingenomen door appellante zijn desbetreffend strijdig met de principes van de terugwerkende kracht van de echtscheiding op vermogensvlak (artikel 1278, lid 2 en 3 Ger. W.). De herwaarderingsregel van artikel 1435 B.W. is in deze immers niet van toepassing - zoals geïntimeerde overigens terecht stelt in zijn syntheseconclusie - nu de gemeenschap aflossingen deed voor een eigen leningsschuld van de

7 echtgenoot uitgedrukt in nominale waarde. De vergoeding dient derhalve bepaald te worden in functie van de nominale waarde van het kapitaal van de aflossingen van de lening gedurende een periode van 123 maanden De eerste rechter besliste derhalve terecht dat er een vergoedingsplicht is van geïntimeerde ten voordele van de gemeenschap omwille van het aflossen door de gemeenschap, gedurende 123 maanden van het kapitaal - maar niet voor de intresten - van de eigen schuld van geïntimeerde (= lening aangegaan vóór het huwelijk) met gemene gelden en dat de notaris zijn ontwerp van vereffening - verdeling op dat punt diende aan te passen. Vermits in deze geïntimeerde voormeld onroerend goed bezat vóór het huwelijk en de lening afsloot vóór het huwelijk, is de betaling tijdens het huwelijk door de gemeenschap, van de eigen geldschuld, qua kapitaal maar niet qua intresten, te vergoeden, in acht genomen het nominale bedrag. Er werd immers geen lening tijdens het huwelijk gesloten voor de aankoop van een eigen goed door een echtgenoot De eerste rechter oordeelde even terecht dat deze vergoedingen intresten opbrengen vanaf 17 juni 1999 aan de wettelijke intrestvoet bij toepassing van de artikelen 1436 B.W. en van 1278, lid 2 en 3 Ger. W. In acht genomen artikel 1405, 2 B.W. oordeelde de eerste rechter ook terecht dat voor de tijdens het huwelijk ontvangen huurinkomsten er geen vergoeding verschuldigd is Het bestreden vonnis wordt op al de voornoemde punten eveneens bevestigd, wat inhoudt dat de staat van vereffening en verdeling aangepast moet worden in die zin dat er geen vergoedingsplicht is voor de intresten, voortvloeiende uit een eigen schuld van geïntimeerde, die betaald werden door de gemeenschap De woning te T.,...straat 59 (= onroerend goed gebouwd op grond aangekocht door geïntimeerde vóór het huwelijk): De rechtsgeldigheid van artikel 9, alinea 3 van het huwelijkscontract: Appellante stelt vooreerst de geldigheid van artikel 9, alinea 3 van het huwelijkscontract in vraag betreffende bepaalde modaliteiten van het in artikel 8 bedongen opstalrecht ten voordele van de gemeenschap. Appellante houdt voor dat de clausule vervat in artikel 9, alinea 3 van het huwelijkscontract, inzake het lot van het opstalrecht bij de ontbinding van de gemeenschap door echtscheiding, nietig is omdat het een potestatieve voorwaarde omvat. Artikel 9, alinea 3 van het huwelijkscontract bepaalt: "In geval van ontbinding

8 van het gemeenschappelijk vermogen door echtscheiding of door feitelijke scheiding, zal een einde gesteld worden aan de afstand van het recht van natrekking, zodat het woonhuis toekomt aan de heer R. S., mits aan mevrouw M. V. de helft van de waarde van het huis uit te betalen binnen de zes maanden na de ontbinding van de gemeenschap, waarde bepaald door een schatting opgemaakt binnen de drie maanden na de ontbinding van het huwelijk, door een expert, aangesteld door beide partijen." De eerste rechter oordeelde in zijn bestreden vonnis terecht dat niets belet dat aanstaande echtgenoten, gelet op hun contractuele vrijheid, bijzondere bedingen van vereffening - verdeling van de gemeenschapsgoederen inlassen in hun huwelijkscontract die verschillen naargelang de oorzaak van de ontbinding (overlijden dan wel echtscheiding). Artikel 1174 B.W. bepaalt: "Iedere verbintenis is nietig, wanneer zij is aangegaan onder een potestatieve voorwaarde van de zijde van degene die zich verbindt." Deze wetsbepaling dient echter op strikte wijze te worden toegepast. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds eenvoudig potestatieve voorwaarden en anderzijds zuiver potestatieve voorwaarden waarvan de vervulling alleen afhangt van hij die zich verbindt. Alleen de zuiver potestatieve voorwaarden brengen de nietigheid in de zin van artikel 1174 B.W. met zich mee. Voornoemde bepaling is echter niet van toepassing op eenvoudig potestatieve voorwaarden, die naast de wil van de schuldenaar ook de vervulling van andere omstandigheden vereisen. Geïntimeerde stelt bovendien terecht - en ten overvloede - dat artikel 1174 BW enkel van toepassing kan zijn op opschortende, maar niet op ontbindende voorwaarden. De beëindiging van het opstalrecht bij echtscheiding is geen zuiver potestatieve voorwaarde. Het is ook geen opschortende maar wel een ontbindende voorwaarde Het huwelijkscontract bevat in deze het verlenen van een zakelijk recht van opstal door geïntimeerde aan de gemeenschap. Dit opstalrecht wordt beheerst door de wet van 10 januari 1824 betreffende het recht van opstal. In een contract houdende toekenning van een opstalrecht kunnen andere redenen van het beëindigen van het opstalrecht voorzien worden dan deze voorzien door de opstalwet Clausules in het huwelijkscontract worden geacht bedingen te bezwarende titel te zijn.

9 In deze zijn alle bezwaren en opmerkingen op basis van het schenkingsrecht irrelevant, te meer daar er in huidig huwelijkscontract bedingen zijn voorzien omtrent vergoedingen die verschuldigd zijn bij het beëindigen van het opstalrecht. In tegenstelling met wat appellante voorhoudt, werd in het huwelijkscontract immers niet bepaald dat er geen vergoedingen verschuldigd zouden zijn bij het einde van het opstalrecht De clausules inzake het einde van een opstalrecht kunnen niet gelijkgesteld worden met bedongen rechten van terugname van eigen goederen bij de ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel. De principes en mechanismen van beide rechtstechnieken zijn verschillend omdat ze beheerst worden enerzijds door de opstalwet, en anderzijds door het huwelijksvermogensrecht Derhalve is het toestaan van een opstalrecht in een huwelijkscontract met modaliteiten omtrent het einde van het opstalrecht en met een vergoedingsregeling voor opgerichte constructies, niet strijdig met de essentiële beginselen inzake het wettelijk huwelijksvermogensstelsel Het bestreden vonnis wordt op dit punt ook bevestigd. Alle overige door partijen ingeroepen middelen zijn verder niet terzake dienend Omvang van het aandeel van Mevrouw V. in de verkoopprijs van het huis te T Appellante maakt aanspraak op de helft van de waarde van het huis plus grond, berekend op het ogenblik van de verkoop in 2006 tegen de prijs van ,00 euro. Het bedrag van de lening, openstaand op dat moment (2006), trekt zij hiervan af en zij meent finaal recht te hebben op ,00 euro. Geïntimeerde voert hiertegen aan dat na de echtscheiding het onroerend goed te T., zowel qua grond als qua constructies, zijn exclusieve eigendom is geworden overeenkomstig het huwelijkscontract en meer bepaald voornoemd artikel 9, alinea 3. Geïntimeerde kan zich niet vinden in de redenering van de eerste rechter waarin rekening wordt gehouden met de waarde van de constructie in 2004 en met het openstaande saldo van de lening in 1999, zijnde vijf jaar voordien. Appellante zou - volgens hem - alleen aanspraak kunnen maken op , 98 euro. In zijn stelling moet, én voor het openstaande saldo van de lening, én voor de waarde van het huis, én voor de afstand van de helft van deze waarde aan zijn ex-echtgenote, de waarde van 1999 in aanmerking genomen worden gelet op artikel 1278, lid 2 en 3 Ger. W De eerste rechter oordeelde dat er geen rekening kon worden gehouden met de iets lagere waarde van de bouwgrond door de bebouwing. De eerste rechter oordeelde verder dat het bedrag van de hypothecaire lening

10 moest afgetrokken worden van de woning - zonder grond - omdat enerzijds de lening in 1997 enkel voor de bouw van de constructies (woning) werd aangegaan en omdat anderzijds geïntimeerde de grond reeds aankocht in 1988, dus vóór het sluiten van zijn huwelijk op 9 februari De eerste rechter besliste ook dat qua intrest op de vergoeding/oplegsom (n.a.v. het ophouden van het opstalrecht, voor de waarde van de helft van de constructies) appellante recht had op de wettelijke intrest sedert 30 september 2003, overeenkomstig de bepalingen van het huwelijkscontract. Artikel 1436 B.W. werd niet van toepassing geacht op deze som, maar wel de bepalingen van het huwelijkscontract Het huwelijkscontract bevat in zijn artikel 9, alinea 3 de overeengekomen criteria ter berekening van de omvang van het recht van vergoeding/oplegsom in hoofde van appellante. Bij het beëindigen van het opstalrecht ingevolge echtscheiding heeft appellante recht op de helft van de waarde van de opgerichte woning - waarbij dus de niet ingebrachte grond buiten beschouwing blijft -. Artikel 9, alinea 3 van het huwelijkscontract strekt de beide partijen tot wet overeenkomstig artikel 1134, eerste lid, B.W De waarde van de woning werd geschat door landmeter D.. De eerste rechter oordeelde terecht dat er geen rekening kan worden gehouden met de iets lagere waarde van de bouwgrond door de bebouwing. De eerste rechter oordeelde tevens terecht dat het bedrag van de hypothecaire lening moet afgetrokken worden van de waarde van de woning - dus zonder de waarde van de grond - omdat de lening in 1997 inderdaad enkel voor de bouw van de woning werd aangegaan en omdat geïntimeerde de grond zelf reeds had gekocht in 1988, dus vóór het sluiten van zijn huwelijk op 9 februari 1989 waardoor die grond steeds zijn eigen goed is gebleven Artikel 1278, lid 2 en 3 Ger. W. heeft tot gevolg dat de echtscheiding tussen echtgenoten op vermogensrechtelijk vlak terugwerkt tot op de datum van de eerste eis, zijnde 17 juni In de verhouding tussen de echtgenoten is er bijgevolg geen gemeenschap meer vanaf die datum. Het conventionele beding inzake de vergoeding bij het einde van de opstal ingevolge echtscheiding der echtgenoten, vervat in het huwelijkscontract onder artikel 9 alinea 3, betreft geen vergoeding in de zin van de artikelen 1432 à 1435 B.W. verschuldigd door het eigen vermogen van een echtgenoot aan de gemeenschap of omgekeerd. Het betreft daarentegen een schuldvordering tussen de ex-echtgenoten waarbij de gemeenschap niet betrokken is noch als schuldeiser noch als schuldenaar. Het betreft dus een vergoedingsregeling in het kader van het zakenrecht, meer bepaald het opstalrecht, zoals gemoduleerd in het huwelijkscontract.

11 Het is met andere woorden niet zo dat én voor de waarde van de woning én voor de waarde van de vergoeding wegens de schuld, er gerekend dient te worden in functie van het jaar Voor de waardebepaling van de woning komt het verslag D. in aanmerking zonder dat er een percentage mag afgedaan worden. De waarde van de woning wordt m.a.w. niet bepaald volgens de verkoopwaarde geldend in 1999, maar wel volgens het beding in het huwelijkscontract dat de partijen tot wet strekt. De eerste rechter heeft dan ook terecht geoordeeld dat op dit punt de staat van vereffening en verdeling bevestigd diende te worden De woonstvergoeding met betrekking tot de woning te T.: Appellante werpt desbetreffend op dat: Zij slechts een woonstvergoeding verschuldigd kan zijn vanaf 1 juli 2003 en niet vanaf 17 juni 1999 gezien het echtscheidingsvonnis eerst op 30 juni 2003 overgeschreven werd in de registers van de burgerlijke stand en de hulpplicht tussen echtgenoten bij toepassing van art. 213 B.W. blijft bestaan zolang het huwelijk bestaat; Zij maar de helft van de huurwaarde zou verschuldigd zijn; Ingevolge het bouwen van een woning op de eigen grond van geïntimeerde die afstand deed van het recht van natrekking, haar een opleg toekomt die wettelijke intrest opbrengt vanaf 30 september gelet op de bepalingen van het huwelijkscontract - en dat zij in dergelijk geval geen woonstvergoeding verschuldigd is De rechtbank oordeelde dat: Appellante een woonstvergoeding - gelijk aan de volledige huurwaarde van het pand - verschuldigd was vanaf de inleiding van de eerste echtscheidingseis op 17 juni 1999 tot 21 augustus 2005 (= datum van het vertrek van appellante uit het pand); De voorlopige maatregelen van de voorzitter van de rechtbank waarin beslist werd welk van de beide echtgenoten in deze woning mocht blijven wonen tijdens de echtscheidingsprocedure aan de verplichting tot het betalen van een woonstvergoeding niets veranderde nu uit die voorlopige maatregelen niet kon afgeleid worden dat de terbeschikkingsstelling van de woning een onderdeel van de hulpplicht van geïntimeerde jegens zijn echtgenote zou uitmaken; Op deze woonstvergoeding intresten verschuldigd waren vanaf het afsluiten van de vereffening - verdeling en dat artikel 1436 BW niet toepasselijk was op de woonstvergoeding; De staat van vereffening en verdeling moest aangepast worden in die zin dat appellante een woonstvergoeding verschuldigd was vanaf 17 juni 1999 tot 21

12 augustus Gelet op artikel 1278, lid 2 en 3 Ger. W. inzake de terugwerkende kracht van de echtscheiding, op het vlak van de vermogens, in de verhouding tussen echtgenoten, en tevens gelet op artikel BW inzake de gewone mede-eigendom, heeft de eerste rechter terecht beslist dat vanaf de inleiding van de eerste echtscheidingseis op 17 juni 1999 door appellante een woonstvergoeding verschuldigd was nu de opgerichte woning, ingevolge de afstand van het recht van natrekking vervat in hun huwelijkscontract, toebehoort aan de gemeenschap tot aan de ontbinding ervan door echtscheiding en het pand uitsluitend door haar alleen bewoond werd. De voorlopige maatregel van de voorzitter die beslist heeft wie deze woning mocht bewonen tijdens de echtscheidingsprocedure, zijnde appellante, verandert hieraan inderdaad niets, nu uit deze beschikking niet kan afgeleid worden dat het ter beschikking stellen van de woning een onderdeel van de uitvoering van de echtelijke hulpplicht in natura door geïntimeerde zou vormen. Het bedrag van de woonstvergoeding bedraagt 100% van de normale huurwaarde van de woning. De bepaling van de woonstvergoeding maakt deel uit, niet van de ontbonden te vereffenen en te verdelen gemeenschap, maar wel van het opmaken van de beheersrekening met betrekking tot de postcommunautaire onverdeeldheid. De woonstvergoeding of bezettingsvergoeding is bijgevolg geen vergoeding in de zin van artikel 1436 B.W. en brengt derhalve geenszins van rechtswege intrest op. De intresten erop zijn verschuldigd vanaf de dag van het afsluiten van de vereffening en verdeling. Appellante trekt bovendien een verkeerde gevolgtrekking uit het bestreden vonnis. De eerste rechter heeft niet voor recht gezegd dat het opstalrecht retroactief ophoudt vanaf de datum van de inleiding van de eerste echtscheidingseis (17 juni 1999). Haar kritiek en gevolgtrekkingen in haar syntheseconclusie zijn dan ook ongegrond. Het is immers niet tegenstrijdig te oordelen - in tegenstelling met wat appellante voorhoudt - dat enerzijds bij het einde van het opstalrecht, de echtgenote recht heeft op de helft van de waarde van de constructies na deskundig verslag - zoals bedongen werd in het huwelijkscontract - en anderzijds dat zij een woonstvergoeding verschuldigd is vanaf 17 juni 1999 tot op de dag waarop ze de woning verliet Het bestreden vonnis wordt bevestigd in zoverre hierin beslist werd dat de staat van vereffening diende aangepast te worden in die zin dat appellante een woonstvergoeding verschuldigd is vanaf 17 juni 1999 tot 21 augustus Wat de groepsverzekering betreft: Appellante meent dat zij recht heeft op vergoeding, te berekenen met inachtneming van de datum van de overschrijving van het echtscheidingsvonnis

13 in de registers van de burgerlijke stand op 12 juni Zij meent verder dat het niet opgaat rekening te houden met een belasting aan 33% gezien in de veronderstelling dat geïntimeerde zijn verzekering zou optrekken na 65 jaar, hij alsdan slechts 10% belasting zal verschuldigd zijn. Appellante maakt volgens haar laatste conclusie geen aanspraak meer op intresten Geïntimeerde vraagt de bevestiging van het bestreden vonnis wat de groepsverzekeringsproblematiek betreft Appellante stelt ten onrechte dat zij recht heeft op vergoeding, in acht genomen de datum van de overschrijving van het vonnis op 12 juni Deze stelling miskent de terugwerkende kracht van de echtscheiding op het vlak der vermogens tussen echtgenoten, nu de datum van de inleiding van de eerste echtscheidingseis ook geldt, in de verhouding tussen de echtgenoten, voor de duur van de gemeenschap die slechts tot deze datum blijft bestaan (= 17 juni 1999) ingevolge art. 1278, lid 2 en 3 Ger. W Appellante stelt tevens ten onrechte dat het niet opgaat rekening te houden met een belasting aan 33%. Immers, bij de vereffening van de gemeenschap dient men rekening te houden met de elementen en omstandigheden geldend op dat ogenblik. Geïntimeerde kan niet verplicht worden, rechtstreeks of onrechtstreeks, om het kapitaal slechts op te trekken na zijn 65 jaar des te meer omdat niet eens vaststaat of hij die leeftijd wel zal halen. De fiscale tarieven kunnen bovendien in de toekomst gewijzigd worden door de wetgever. Derhalve kan er in de huidige stand der zaken slechts rekening gehouden worden met het fiscale tarief van 33% De eerste rechter oordeelde terecht dat het afkooprecht een eigen goed is, maar de afkoopwaarde gemeenschappelijk. De eerste rechter stelde verder terecht dat het feit dat er niet uitbetaald werd tijdens het huwelijk en het feit dat de verzekering afgesloten is door de ex-werkgever van geïntimeerde geen afbreuk doen aan de vergoedingsplicht. Het kapitaal zal aan geïntimeerde persoonlijk uitbetaald worden. Het bedrag van de vergoeding ten laste van geïntimeerde ten voordele van het gemeenschappelijk vermogen, moet gelijk zijn aan de vermogenswaarde die gelijk is aan de huidige afkoopwaarde, die, zelfs als ze nog niet mag opgetrokken worden zoals bij een groepsverzekering, alsdan rekenkundig wordt bepaald en in de massa wordt opgenomen. Gelet op het stuk 13 van het dossier van geïntimeerde, hield de boedelnotaris terecht rekening met het bedrag van ,90 euro (= toepassing van artikel 1278, lid 2 en 3 Ger. W.: bedrag in functie van de datum van de eerste dagvaarding ) Terecht oordeelde de eerste rechter dat de staat van vereffening en

14 verdeling op dat punt diende bevestigd te worden Teruggave van BEF (= eigen gelden van appellante): De eerste rechter stelde vast dat er niet betwist werd dat appellante in 1992 en 1993 tweemaal een bedrag van telkens BEF heeft ontvangen op haar rekening maar dat zij niet bewees dat deze gelden in de gemeenschap werden opgenomen en aangewend werden voor gemeenschappelijke doeleinden. Om deze reden werd haar geen vergoeding toegekend voor deze post. De boedelnotaris was de tegenovergestelde mening toegedaan. Hij was van oordeel dat appellante wel recht had op vergoeding omdat de eigen gelden met gemeenschappelijke goederen werden vermengd Er is in deze duidelijk een feitelijke vermenging van persoonlijke met gemene gelden op de bankrekening nr , zodat de persoonlijke gelden ( BEF in totaal) ingevolge deze feitelijke vermenging met gemene gelden op deze bankrekening gemeenschappelijk zijn geworden. De echtgenoot wiens eigen gelden vermengd worden met gemene gelden mag, bij de ontbinding van de gemeenschap, deze gelden terugvragen in het kader van de vergoedingsrekeningen, mits het bewijs te leveren van deze vermenging. De storting van gelden op een bankrekening waarop reeds gelden van de gemeenschap staan - en zelfs al staat de bankrekening op naam van één echtgenoot maakt dat van de bankrekening nog geen eigen goed - brengt vermenging der gelden met zich mee, waardoor de eigen gelden opgeslorpt worden door de gemene gelden en zodoende ook gemeen worden onder last van vergoeding. De gelden gestort aan appellante zouden alleen dan eigen goed blijven, wanneer ze zouden gestort zijn op een geïndividualiseerde (gebleven) bankrekening, zodat er geen vermenging plaatsgreep. Blijkens het overzicht van de verrichtingen op de rekening met voormeld nummer blijkt afdoend dat deze rekening kennelijk geen geïndividualiseerde rekening was Het bestreden vonnis wordt op dat punt hervormd en het advies van de boedelnotaris wordt op dat punt bijgetreden Wat de roerende goederen betreft: de meubels alsook de mobilhome en de auto's L. en G.C.: Vergoeding voor de meubels (geschat op 5.187,50 euro ) in het huis te T., de mobilhome en de wagens: De eerste rechter oordeelde enerzijds dat de gebruiksvergoeding voor de inboedel, inclusief de wagen L. Ypsilon, naar billijkheid geraamd kon worden

15 op 30 euro per maand vanaf 17 juni 1999 tot op de datum van de effectieve overname van deze goederen en dat op dat punt de staat van vereffening diende aangevuld te worden. Hij besliste anderzijds dat geen vergoeding verschuldigd was door appellante voor de overname van de L. gezien de geringe waarde ervan op dat ogenblik en dat met het voertuig G.C. geen rekening mocht gehouden worden gezien het om een leasingvoertuig ging De eerste rechter oordeelde terecht dat geen vergoeding verschuldigd was aan appellante voor haar aandeel in de opbrengst van de mobilhome - appellante vroeg hiervoor een bedrag van euro - omdat geïntimeerde met die verkoopprijs de afbetalingsovereenkomst van dit voertuig heeft terugbetaald. Het hof bevestigt de beslissing van de eerste rechter dat geen deskundige dient aangesteld te worden om de waarde van welk danige goederen ook te bepalen gezien de boedelnotaris zich perfect van deze taak heeft gekweten Het bestreden vonnis wordt voor wat al de voornoemde punten betreft bevestigd De verdeling van de meubels: De boedelnotaris oordeelde dat appellante nog een vergoeding verschuldigd is ten beloop van 932,50 euro aan haar echtgenoot, zijnde de helft van het verschil in de waarde van de meubels meegenomen door de respectieve echtgenoten (5.187,50 (= waarde meubels) ,50 (= waarde meegenomen meubels) = 1.865,00 : 2 = 932,50 euro) De eerste rechter heeft terecht het standpunt van de boedelnotaris onderschreven en het bestreden vonnis wordt op dat punt bevestigd Intresten op het geblokkeerde deel van de verkoopprijs van de woning te T. en de schade aan deze woning aangebracht door Mevrouw V.: Intresten van het geblokkeerde deel van de verkoopprijs van de woning te T.: De eerste rechter oordeelde dat de door geïntimeerde toegestane blokkering van euro (= deel van de verkoopprijs van het huis te T.) geen recht op intresten deed ontstaan en dat geïntimeerde derhalve geen recht had op 7% intresten op dit bedrag. Appellante stelt dat het incidenteel beroep van geïntimeerde m.b.t. de intresten op het geblokkeerde bedrag afgewezen moet worden gezien hij onmiddellijk over de euro van de euro kon beschikken De verkoper dient zich te wenden tot de notaris voor de intrest op een bij de notaris geblokkeerd bedrag dat gerubriceerd werd en een kleine wettelijk

16 vastgestelde intrest opbrengt ten voordele van de eigenaar van de geblokkeerde geldsom. De wettelijke bepalingen inzake de notariële boekhouding en rubricering van geldsommen zijn terzake van toepassing Het bestreden vonnis wordt bevestigd in zoverre hierin het recht ontzegd wordt aan geïntimeerde om aanspraak te maken op de wettelijke intrestvoet van 7% De schade toegebracht door Mevrouw V. aan deze woning: Wat de beweerde schade betreft ingevolge slecht onderhoud en verwaarlozing door appellante bewijst geïntimeerde niet dat deze zogenaamde schade een weerslag zou hebben gehad op de verkoopprijs van het huis te T Eindconclusie: In het bestreden vonnis wordt terecht gesteld dat het de rechtbank niet toekomt om zelf opnieuw de rekeningen tussen de partijen op te maken en de eerste rechter heeft dan ook even terecht de zaak terug naar de notaris verwezen om een aangepaste staat van vereffening en verdeling op te maken, rekening houdend met de inhoud van het vonnis Het komt thans ook aan het hof niet toe om zelf opnieuw de rekeningen tussen de partijen op de maken zodat de zaak terug verwezen wordt naar de notaris die een aangepaste staat van vereffening en verdeling zal opmaken en daarbij rekening zal houden zowel met de inhoud van het bestreden vonnis als met dit van onderhavig arrest in de mate dat het bestreden vonnis gedeeltelijk hervormd wordt Wat de rechtsplegingsvergoeding betreft: (...) OM DEZE REDENEN HET HOF, (...) Verklaart het hoger beroep ontvankelijk en gegrond in de hierna volgende mate. Verklaart het incidenteel beroep ontvankelijk doch ongegrond. Bevestigt het bestreden vonnis mits de enkele wijziging dat appellante wel recht heeft op een vergoeding voor eigen gelden t.b.v BEF of ,55 euro en er desbetreffend bijgevolg geen wijziging dient te gebeuren van de staat van vereffening en verdeling.

17 Aldus gevonnist en uitgesproken in openbare burgerlijke terechtzitting van de eerste kamer van het hof van beroep te Brussel op 9 november Waar aanwezig waren: Mevr. A. De Preester, Kamervoorzitter, Dhr. E. Janssens de Bisthoven, Raadsheer, Mevr. M. De Witte, plaatsvervangend Raadsheer, Mevr. B. Heymans, Griffier.

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Gerechtelijke vereffening-verdeling. Artikel 1207 e.v. Ger. W. Deelakkoorden: geldigheid en bindende kracht. Artikel 1447 BW betreffende de overname van de gezinswoning

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp I. Gerechtelijke verdeling. Artikel 1215 Ger. W. Schattingsverslag. Notarissen-schatters. Informele schatting. Artikel 875bis Ger. W. II. Huwelijksvermogensrecht.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp I. Artikelen 792 en 1448 BW. Heling: toepassingsvoorwaarden. II. Artikelen 1446 en 1447 BW. Toewijzing bij voorrang. Moet het huisraad overgenomen worden met

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Beroep te Brussel Onderwerp I. Artikel 1278, lid 2 Ger. W. Oorspronkelijk verzoekschrift en aanvullend verzoekschrift. Terugwerkende kracht van de echtscheiding. Goederen. Peildatum

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Beroep te Antwerpen Onderwerp Faillissement. Afsluiting. Geldsommen ontdekt na afsluiting. Deposito- en Consignatiekas. Vordering tot vrijgave door schuldeiser. Te richten tegen vereffenaars

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Bewijs van eigendomsrecht op basis van dertigjarige verjaring wegens dertig jaar deugdelijk bezit. Bewijslast (artikel 1315 BW en artikel 870 Ger. W.). Dubbelzinnig

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Nederland. Huwelijkscontract. Conventioneel stelsel van uit van iedere gemeenschap. Periodiek verrekeningsbeding. Artikel 84, 1 en 2 inzake de kosten voor de

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Echtscheiding. Hulpplicht tussen echtgenoten. Voorlopige maatrgeleen t.o.v. de echtgenoten m.b.t. het levensonderhoud Datum 5 juni 2014 Copyright and disclaimer De

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep - Brussel Onderwerp Echtscheiding. Artikel 1219 Ger.W. Nieuwe zwarigheid; Nieuw argument; onderscheid tussen beiden. Oud stelsel van de gemeenschap van aanwinsten. Pensioenverzekering.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Heling. Bewijslast. Bewijsmiddelen. Vermoedens als bewijsmiddel. Artikelen 792, 1353 en 1448 BW Datum 28 mei 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Feitelijke scheiding. Vermoeden van toerekenbaarheid. Omkering Datum 22 december 2008 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Huwelijksvermogensrecht. Wettelijk stelsel. Ontbinding. Vereffening. Vergoeding door het gemeenschappelijk vermogen Datum 21 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Beroep te Gent Onderwerp Echtscheiding. Kortgeding. Verblijfregeling kinderen. Temporele bevoegdheid Datum 10 maart 2010 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Beroep te Brussel Onderwerp Gerechtelijke verdeling. Voorwaarden. Ontbreken van een reeds bestaande minnelijke verdeling. Artikel 816 BW. Overeenkomsten tussen feitelijk gescheiden echtgenoten

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Rechtbank van Eerste Aanleg Mechelen Onderwerp Vertegenwoordiging door voorlopig bewindvoerder in een echtscheidingsprocedure Datum 19 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Circulaire nr. 16/2006. Levensverzekeringen - Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen. Datum 31 juli 2006 Copyright and

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Antwerpen Onderwerp Voorlopige maatregelen tijdens de echtscheiding. Afhalen gelden gemeenschappelijke bankrekening. Geen stricte verantwoording verplicht Datum 26 november

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Gent Onderwerp Huwelijkscontract. Terugname onroerend goed. Zaak terug naar boedelnotaris Datum 9 november 2006 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp I. Artikel 935, derde lid BW. Schenking door een grootouder aan zijn minderjarig kleinkind. Aanvaarding van de schenking door dezelfde grootvader namens en voor

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Antwerpen Onderwerp Gerechtelijke verdeling woonstvergoeding. Gerechtelijke verdeling woonstvergoeding. Intresten. Geen boedelbeschrijving Datum 22 april 2003 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 DECEMBER 2013 C.13.0041.N-C.13.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.13.0041.N T.P., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Brussel Onderwerp Dagvaarding van een tijdelijke vereniging/vennootschap. Ontbreken van rechtspersoonlijkheid Datum 26 oktober 2009 Copyright and disclaimer Gelieve er nota

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 NOVEMBER 2013 C.12.0523.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0523.N L., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Art. 1405, 3 BW. Schenking door ouders aan een van hun kinderen: eigen goed van het begiftigde. Uitzonderingen Datum 29 januari 2013 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2012 C.10.0498.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0498.N M.C., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 9051

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2011 C.10.0283.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0283.F P. G., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen S. S. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Bijzondere verjaringstermijnen. Vijfjarige verjaring. Geregeld betaalbare schulden. Verstrekken van mobiele telefonie Datum 25 januari 2010 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Gerechtelijke verdeling. Oude procedure, of niewe procedure in werking getreden op 1 april 2012. Artikel 9, wet van 13 augustus 2011 Datum 26 maart 2013 Copyright

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Verkoopscompromis. Bekwaamheid. Hoge leeftijd van de verkoper. Vordering tot nietigverklaring wegens dwaling/bedrog. Kunstgrepen; bewijs. Benadeling voor meer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 SEPTEMBER 2013 C.12.0476.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0476.N K., eiser, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 9051 Gent,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Arbeidsrechtbank Brugge Onderwerp Handvest van de sociaal verzekerde. Beroepsziekten Datum 01 februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI 2015 C.14.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0463.N M.M., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen F.D., verweerder, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling arbeidshof Brussel Onderwerp Arbeidsovereenkomsten. Ontslag. Afstand concurrentiebeding door werkgever. Vormvoorwaarden Datum 11 februari 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Verborgen gebreken. Actio aestimatoria. Teruggave van een gedeelte van de koopprijs. Wijze van vaststelling Datum 10 maart 2011 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Raad van de Europese Unie Onderwerp Verordening (EG) nr. 4/2009 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking

Nadere informatie

PREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING

PREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING PREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING Herhaaldelijk worden wij in een procedure vereffening en verdeling van een huwelijksgemeenschap na echtscheiding geconfronteerd met de vaststelling dat beide

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp I. Omvang van de terugwerkende kracht van de echtscheiding. Nieuw artikel 1278 Ger..W. Wet van 30 juni 1994. Overgangsrecht. II. Artikel 1447 BW. Bedrag van

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement. Curator. Vorderingsrecht. Vennootschap onder firma. Uittredende vennoten. Gedifferentieerde gehoudenheid Datum 7 november 2013 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Overeenkomst. Verkoop van een onroerend goed. Compromis. Verbreking van de compromis. I. Betwisting door de koper inzake zijn handteken op de compromis. II.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Rechten en verplichtingen. Echtgenoten. Feitelijke scheiding. Hulp- en bijstandsverplichting. Vordering tot onderhoudsbijdrage. Ontstaan of voortduren van de scheiding.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Schenkingen. Doorslaggevende beweegreden. Onvrijwillige verkeerde voorstelling van de werkelijkheid. Dwaling. Grond tot nietigheid Datum 14 januari 2013 Copyright

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt Onderwerp Art. 64,2de lid W.Succ.. Duo-legaat Datum 19 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Echtscheiding in gemeen akkoord Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Gent Onderwerp Faillissement. Bevrijding kosteloze zekerheidsteller. Geen economisch belang. Verbintenis in verhouding tot inkomsten en vermogen Datum 17 november 2008 Copyright

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve.  Onderwerp. Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

Instelling. Cazimir. Onderwerp. VLABEL spreekt zich uit over langst-leeft-al-heeft-beding of verblijvingsbeding. Datum.

Instelling. Cazimir.  Onderwerp. VLABEL spreekt zich uit over langst-leeft-al-heeft-beding of verblijvingsbeding. Datum. Instelling Cazimir www.cazimir.be Onderwerp VLABEL spreekt zich uit over langst-leeft-al-heeft-beding of verblijvingsbeding Datum 17 juli 2016 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Artikel 40. Verkoop met verlies. Verkoopprijs Datum 13 januari

Nadere informatie

gemeenschap van aanwinsten) liggen de zaken moeilijker. Voor het Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding

gemeenschap van aanwinsten) liggen de zaken moeilijker. Voor het Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding Heel wat gehuwden sluiten een levensverzekering af of hebben via hun werk een groepsverzekering. Maar wat gebeurt daarmee als het tot een echtscheiding komt?

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 SEPTEMBER 2008 C.07.0394.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0394.N L. J.-P., eiser, vertegenwoordigd door mr. Lucien Simont, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Scheepvaart. Averijregeling. Aard. Hypothecaire schuldeiser. Rechten Datum 29 september 2006 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen. Hoofdstuk 3. Het gerechtelijk minnelijk akkoord: het huwelijkscontract tussen schuldeiser

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Bedrijfsvoorheffing. Niet-doorstorting. Aansprakelijke bestuurders of zaakvoerders. Onrechtmatige daad. Datum 5 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Huur. Bestemming tot handelsactiviteit. Plaatsing lichtreclame Datum 8 november 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Echtscheiding in volledig akkoord Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Faillissement. Gerechtsdeurwaarder. Veplichtingen. Aansprakelijkheid bij uitvoering van een vonnis. Aard van de aansprakelijkheid. Schade. Verlies van een kans.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs van verbintenissen. Gegrond op de bedoeling van de partijen Datum 22 april 2010 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Al naargelang van de aard van de wijziging, gaat de wijzigingsprocedure gepaard met één, twee, drie of vier notariële akten. De kleine wijziging:

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Fiscaal recht. Tijdelijke handelsvennootschap. Geen rechtspersoonlijkheid. Geen vestiging van gemeentebelasting Datum 14 februari 2008 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Handelsvennootschappen. Marktmanipulatie. Bevoorrechte informatie. Koersbeïnvloeding. Criterium van redelijk handelende belegger. Toepassing Datum 16 mei 2006 Copyright

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Verkoop van andermans goed. Nietigheid. Aard. Recht van de koper. Gebrek aan eigendomsoverdracht. Ontbinding. Mogelijkheid Datum 15 september 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Gent Onderwerp Ontbinding huwelijksstelsel. Vereffening en verdeling Datum 20 november 2008 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Jaarlijkse vakantie - Vakantiegeld - Bedienden - Veranderlijk loon - Enkel en dubbel vakantiegeld - Berekening - Art. 39, K.B. 30 maart 1967 Datum 15 januari 1996 Copyright

Nadere informatie

(Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht

(Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht (Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht mr. Ludo Vermeulen Inleiding Wettelijk pensioen werknemers zelfstandigen ambtenaren en huwelijksvermogensrecht Aanvullend pensioen Arbitragehof 26 mei 1999

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Veroordeling tot betaling van een uitkering tot onderhoud. Voorwaarde. Voorafgaande ingebrekestelling van de schuldenaar Datum 3 november 2009 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Valsheid in geschriften. Conclusie neergelegd in een procedure tot echtscheiding. Conclusie houdende een vordering tot onderhoudsgeld op grond van valse beweringen.

Nadere informatie

Dading # 20# De ondergetekenden :

Dading # 20# De ondergetekenden : Dading # 20# De ondergetekenden : 1. #De heer #, geboren te # op #, rijksregister nummer #, wonende te #, #, echtgescheiden. #Bijgestaan door (als hij/zij aanwezig is) #Met als raadsman (als hij/zij niet

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling M&D Seminars Onderwerp Studiedag beleggingsverzekeringen - meerkeuzevragenlijst Datum 18 september 2001 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

VRAGENLIJST VERDELING HUWELIJKSVERMOGEN. Naam: Voornamen. Actueel adres: Postcode: Gemeente: Faillissement

VRAGENLIJST VERDELING HUWELIJKSVERMOGEN. Naam: Voornamen. Actueel adres: Postcode: Gemeente: Faillissement VRAGENLIJST VERDELING HUWELIJKSVERMOGEN Dossier: PARTIJEN Cliënt(e) Naam: Voornamen Geboorteplaats: Geboortedatum: Actueel adres: Postcode: Gemeente: Tel. nummer: e-mail: Nadere info: Ondernemingsnummer:

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Verlies maatschappelijk kapitaal N.V. Opdrachten openbaar ministerie Datum 17 oktober 2014 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2011 C.10.0175.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0175.F G. V., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. B.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Lijfrente Kanscontract Datum 6 september 2002 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten

Nadere informatie

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING TUSSEN: Mevrouw X En Meneer Y EN IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Partijen willen overgaan tot echtscheiding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 APRIL 2013 C.12.0285.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0285.F M. L. Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. H. Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Rolnummer 3444. Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3444. Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3444 Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Lydian regulatory www.lydian.be Onderwerp Grondwettelijk Hof ziet geen discriminatie in beperken tussenkomst bij opmaak schattingsverslagen voor lokale besturen tot erkende landmeter-experten.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Handelshuur. Huur kleinhandel binnen een grootwarenhuis. Toepassing handelshuurwetgeving Datum 20 maart 2014 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Grondwettelijk Hof Onderwerp Gerechtelijk recht. Burgerlijke rechtspleging. Echtscheiding. Rechtsmiddelen. Voorziening in cassatie.termijn. 1. Beslissing waarbij de echtscheiding wordt uitgesproken.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Gent Onderwerp Bij de waardebepaling van aandelen bij gedwongen overname kan de rechter rekening houden met de winstverwachtingen die de aandeelhouders zich stellen Datum 5

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem,

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, 8 FEBRUARI 2001 C.98.0470.N/1 C.98.0470.N DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, ingeschreven in het handelsregister

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Misdrijf. Toerekenbaarheid. Rechtspersonen. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid Datum 20 december 2005 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Gent Onderwerp Faillissement. Schuldvergelijking na faillissement tussen rekening-courant. Vordering van de vennoot met volstortingsverplichting voor het nog niet volstorte

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Gent Onderwerp Vennootschappen. Vereffening. Sluiting van de vereffening. Gevolgen. Procedures aanhangig vóór de sluiting van de vereffening Datum 5 oktober 2009 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 NOVEMBER 2016 C.16.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0142.F W. D., Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. I. H., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Akte die een erfdienstbaarheid vestigt. Overschrijving in het daartoe bestemd register op het kantoor van bewaring der hypotheken. Gevolg t.a.v. derden en de latere

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Beroep te Gent Onderwerp Voorschot op aankoopprijs. Kwaliteitsrekening. Ontbinding koop. Geen schuld in boedel van het faillissement Datum 4 januari 2010 Copyright and disclaimer De

Nadere informatie

eiseres tot cassatie van een arrest, op 6 september 1996 gewezen vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

eiseres tot cassatie van een arrest, op 6 september 1996 gewezen vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof 4 MEI 2001 C.97.0430.N/1 Nr. C.97.0430.N C. L., eiseres tot cassatie van een arrest, op 6 september 1996 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij

Nadere informatie