Twentse Arbeidsmarktmonitor

Transcriptie

1 Twentse Arbeidsmarktmonitor

2 Toelichting: De maandelijkse Arbeidsmonitor van Regio wordt gemaakt in opdracht van het POWI. In het POWI, het Platform Onderwijs Werk en Inkomen, vinden onderwijs, ondernemers en overheid elkaar voor het afstemmen van initiatieven en analyses op het gebied van de arbeidsmarkt in. De arbeidsmarktmonitor is gevuld met cijfers van eind van de gerapporteerde maand. Reacties op deze editie kunt u mailen naar: p.mollink@regiotwente.nl Colofon: Samenstelling en coördinatie: P. Mollink (Regio ) Meegewerkt hebben: P. Kuiper (gemeente Almelo), M. Locht (UWV WERKbedrijf), M.J. Herik-Jonker (Regio ) B. Bakker-Mulder (gemeente Hengelo en ROZ), W. de Jong en H. Seker (gemeente Hengelo), H. te Walvaart (Regio ) Ambtelijk opdrachtgever: F. Lohuis (Regio, programmamanager Economie) Bestuurlijk opdrachtgever: P.G. Welman (voorzitter Platform Onderwijs, Werk en Inkomen POWI) Arbeidsmarktmonitor Regio 2

3 ARBEIDSMARKTMONITOR Regio / POWI Uitgave 06/07 van 2013 Twentse arbeidsmarkt gebaat bij slimme langere termijn personeelsplanning in bedrijven Ruime arbeidsmarkt biedt werkgevers in veel keus Het percentage geregistreerde werklozen is in juni t.o.v. mei in vrijwel gelijk gebleven op 10 procent (landelijk 8,1 procent geregistreerde werkloosheid). In zijn daarmee per eind juni werklozen geregistreerd tegenover eind mei. In totaal staan in per eind juni werklozen geregistreerd met een HBO of universitair opleiding (naast personen met een middelbaar opleidingsniveau en met een laag opleidingsniveau MBO-1, VMBO of lager). In januari 2012 waren dat er nog werklozen met een HBO of universitaire opleiding. Er is voor werkgevers een ruime keuze aan werkzoekenden in alle opleidingsniveaus. De werkloosheid is niet erg hoog onder Twentse jongere hoger opgeleiden tot 27 jaar die in technische beroepen willen werken. Toch is de stijging in deze groep van 11 personen in januari 2012 naar 44 per eind juni 2013 naar verhouding erg groot. Voor hoger opgeleide werkloze ouderen (>50 jaar) in technische beroepen geldt een stijging van 113 naar 158 personen. Tekenend voor de ruime arbeidsmarkt is, dat veel middelbaar en hoger opgeleiden werk zoeken op ongeschoold niveau, omdat zij geen werk op eigen niveau kunnen vinden. Er staan 438 hoger opgeleiden voor lagere en elementaire beroepen geregistreerd, waaronder magazijn- en productiewerk. Het aantal vacatures stijgt nog niet. Uitzendbureaus geven aan dat het uitzendwerk met 5 procent gedaald is medio mei en juni. In een ruime arbeidsmarkt is het aantal vacatures lager dan het aantal werkzoekenden. De beste kansen op werk zijn te vinden in de beroepen: programmeurs, verplegenden en doktersassistenten, technisch systeemanalisten, 1e graads docenten exacte vakken. In de ruime arbeidsmarkt trekken werkgevers graag hoger opgeleiden aan voor minder gekwalificeerd werk. Dit belemmert de doorstroom van de juiste mensen naar de juiste plaats op de arbeidsmarkt en werkt voor bedrijven op den duur vaak kostenverhogend. Veel knelpunten in kleinere en middelgrote bedrijven kunnen voorkomen worden met een slimme personeelplanning, die is ingericht op langere termijn, die rekening houdt met marktontwikkelingen en die vooruit kijkt naar toekomstige personele krapte. Een dergelijke strategische personeelsplanning is uiteindelijk kostenbesparend en lost tevens de verdringing op. In het beleidsplan Twents arbeidsmarktperspectief 2020 is voorzien in de ondersteuning van bedrijven die een slimme strategische personeelsplanning willen opzetten. (Zie ook de special in dit nummer). Dhr. P. Wiefferink (namens het bedrijf DHL Express lid van het arbeidsmarkt Platform voor Onderwijs Werk en Inkomen POWI) : Bedrijven nemen bewust risico s in huidige tijden van een groot arbeidsaanbod. Als zich extra werk aandient, kan er voldoende snel geschakeld worden naar de arbeidsmarkt en kunnen vacatures snel ingevuld worden. Slimmer plannen is voor mij: voorbereid zijn op daling/stijging in vraag en op basis daarvan een personeelsplan maken wat onmiddellijk ter hand kan worden genomen. In dit plan ligt vast welke mensen beschikbaar zijn, wat hun niveau is en op welke wijze ze zijn geïnstrueerd. Verder blijkt uit deze monitor: Het percentage geregistreerde werklozen zal in het komende halfjaar tot zeker 11 procent toenemen. Een toekomstige daling daarna, zal zich in eerder manifesteren dan landelijk, omdat de in de ruim vertegenwoordigde vroeg-cyclische sectoren industrie en handel eerder mensen aan gaan trekken dan andere sectoren; Het aandeel oudere werklozen (50 jaar en ouder) bedraagt in 34 procent van de totale geregistreerde werklosheid; jongere werklozen (tot 27 jaar) hebben een aandeel van 12 procent in de totale geregistreerde werkloosheid; Arbeidsmarktmonitor Regio 3

4 De stijging van meer tijdelijke contracten op de arbeidsmarkt is mede oorzaak voor de toename van het aantal lopende WW uitkeringen. Bij afwezigheid van aansluitend werk zal vaker een beroep op een tijdelijke WW uitkering gedaan moeten worden. Door het gebruik van tijdelijke contracten worden meer dan voorheen de kosten van de economische recessie afgewenteld op sociale verzekeringen. De toename van het aantal lopende WW uitkeringen vindt vooral in de kleinere gemeenten in plaats. Verondersteld wordt dat in de steden relatief meer mensen werken vanuit korte, tijdelijke contracten, die een korte WW uitkeringsduur opleveren. Zij vallen bij langdurige werkloosheid eerder terug op WWB uitkeringen of worden werkloos zonder recht op uitkering. Per januari 2015 stijgt het aantal mensen met een bijstandsuitkering WWB door de geleidelijke overgang van mensen met een WAJONG (jonggehandicapten-uitkering) naar de WWB (invoering van de nieuwe Participatiewet ). Voor kan globaal rekening worden gehouden met een extra instroom in de van WWB van ±1.500 mensen, afhankelijk van de snelheid van herkeuring. Arbeidsmarktmonitor Regio 4

5 Werkloosheid NWW percentage ontwikkeling 11,0% 10,0% 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% jan-10 mrt-10 mei-10 jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 Het percentage geregistreerde werklozen is in april gestabiliseerd op 10,0 procent. (landelijk was er van april tot juni een stijging van 8,2 naar 8,5 procent). In stonden per eind juni werklozen geregistreerd tegenover eind april bij een beroepsbevolking van ± personen. Vorig jaar eind juni 2012 was het Twents percentage aan geregistreerde werklozen t.o.v. de beroepsbevolking nog 7,4 procent. Over een jaar is de jaarstijging in met 2,6 procentpunten dezelfde als landelijk. (5,6 naar 8,5 procent). Binnen vertonen de gemeente Enschede (16,4 procent) en de gemeente Haaksbergen (5,2 procent ) het hoogste en laagste werkloosheid. Zie voor gemeentelijke cijfers en de maandelijkse ontwikkelingen de cijferbijlage van de arbeidsmarktmonitor. Tekenend voor de ruime arbeidsmarkt is, dat veel middelbaar en hoger opgeleiden werk zoeken op ongeschoold niveau, omdat zij geen werk op eigen niveau kunnen vinden. Er staan 438 hoger opgeleiden voor lagere en elementaire beroepen geregistreerd, waaronder voor magazijn- en productiewerk. Mede door de toestroom van schoolverlaters zal de werkloosheid in in de komende maanden gaan toenemen. Het extra seizoenswerk in het najaar zal deze stijging niet kunnen jul-12 sep-12 nov-12 jan-13 mrt-13 mei-13 jul-13 sep-13 nov-13 voorkomen. Tot het eind 2013 zal de werkloosheid verder oplopen tot 11 procent. Parallel hieraan zal het landelijke percentage werkloosheid tot 9,5 á 10 procent stijgen. Op langere termijn (vanaf medio 2014) zijn de economische voorspelingen positiever. Dit zal niet direct in een daling van werklosheid resulteren. Deze is pas enige tijd na een start van economische opleving te verwachten. Werkgevers zullen eerst de resterende overcapaciteit in de bedrijven gebruiken om de productie op peil te brengen. De overheid en zorg zullen zal pas later stoppen met personele bezuinigingen. De werkloosheid in zal bij de huidige economische voorspellingen niet eerder dan medio 2015 kunnen gaan dalen. Positief lichtpunt is dat de daling in zich daarbij eerder manifesteren zal dan landelijk. Ook zal zij groter zijn dan landelijk gemiddeld. Dit wordt veroorzaakt door de relatief grote sectoren industrie en handel die in als vroegcyclische sectoren eerder mensen aan gaan trekken dan andere sectoren. Eenzelfde effect was ook zichtbaar in 2010 en de eerste helft De verwachting is dat vanaf dat moment ook weer een deel van de achterstand in werkloosheid t.o.v. kan gaan inlopen Arbeidsmarktmonitor Regio 5

6 Werkloosheid (NWW) Het aantal werklozen is eind juni licht toegenomen onder invloed van aflopend seizoenswerk en het beëindigde aantal halfjaarcontracten. Per eind juni telt geregistreerde werkloze personen, waarvan jongeren (jonger dan 27 jaar) en ouderen (ouder dan 50 jaar). De stijging in is in de maanden mei en juni naar verhouding iets groter dan in gemiddeld. (+ 0,6 procentpunten) In de lichte maandstijging zijn nog geen schoolverlaters zichtbaar. T.o.v. vorig jaar juni is het aantal geregistreerde werklozen met 34,8 procent gestegen. Landelijk was de jaarstijging met 37,1 procent groter dan in. Het aandeel oudere werklozen (50 jaar en ouder) bedraagt in 34 procent van de totale geregistreerde werklosheid; jongere werklozen (tot 27 jaar) hebben een aandeel van 12 procent in de totale geregistreerde werkloosheid. De verwachting is dat de werkloosheid in dit jaar verder zal stijgen. Dit geldt zowel voor jongere werklozen (w.o. schoolverlaters zonder werk) als ook voor oudere werklozen. De laatste groep krijgt steeds meer te maken met frictiewerkloosheid doordat zij meer van vaste banen in contracten van kortere duur gaat werken. De werkloosheid stijgt niet voor alle voor alle beroepen en beroepsgroepen even hard. In het afgelopen jaar tot eind juni zijn ten opzichte van vorig jaar vooral meer personen met beroepen als timmerman, leidster jan-10 mrt-10 mei-10 jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 jul-12 sep-12 nov-12 jan-13 mrt-13 mei-13 jul-13 sep-13 nov kinderopvang, winkelassistent en kledingverkopers werkloos geworden. Bij een gemiddelde stijging van het aantal werklozen van 34,8 procent, is het aantal werkloze timmerlieden, leidsters kinderopvang en winkelassistenten met respectievelijk 68,8 procent, 75,6 procent en 1011,0 procent toegenomen. In de hogere bouwfuncties (HBO/WO) treden bij weliswaar lagere aantallen - zo mogelijk nog groter jaar toenames in aantallen werklozen op: projectleiders 104 procent, bouwkundig tekenaars 100 procent. In een arbeidsmarkt met veel werkzoekenden en relatief weinig vacatures zijn de beste kansen op werk te vinden in de beroepen programmeurs, verplegenden en doktersassistenten, technisch systeemanalisten, 1 e graads docenten exacte vakken. Slechts in hoogopgeleide gespecialiseerde elektrotechnische en metaaltechnische functies is er een geen werkloos aanbod voor de aanwezige vraag. Veel minder kans op werk bieden naast alle bouwberoepen, ook beroepen als receptionist, administratief kantoorhulp en leraar basisonderwijs. Bij een nog niet dalende werkloosheid, zullen bij de eerste tekenen van een aantrekkende economie door de vergrijzing, in een aantal gekwalificeerde metaal- en elektrotechnische functies tekorten ontstaan. Arbeidsmarktmonitor Regio 6

7 Jeugdwerkloosheid (tot 27 jaar) De geregistreerde jeugdwerkloosheid in is de maanden mei en juni onder invloed van het voorjaarseizoen verder gedaald. Landelijk is de geregistreerde werkloosheid nu ook aan het afnemen. De verwachting is dat de daling tijdelijk is en dat evenals vorig jaar met de instroom van schoolverlaters weer een stijging volgt. De daling in wordt vooral veroorzaakt door een sterk teruglopende instroom aan jongeren. Vooral de kortdurende werkloosheid van 0 3 maanden van jongeren tot 23 jaar is de laatste maanden afgenomen (afnemende frictiewerkloosheid). Het aantal jongeren met een werkloosheidsduur van 6 maanden en langer neemt echter toe. Vanuit beroepsonderwijs en vanuit de kenniscentra in de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven komen meer berichten over minder beschikbaar stellen van leerling- stage plaatsen dan vorig jaar. Leer-arbeidsplaatsen worden over de volle breedte minder vanzelfsprekend beschikbaar gesteld. In het algemeen is het aantal leerplaatsen daar waar een extra beroep wordt gedaan op werkgevers nog wel voldoende. Er zijn echter geen onvervulde plaatsen zoals in het verleden. Daarnaast wordt opgemekt dat er voor afgestudeerden wel minder arbeidsplaatsen beschikbaar zijn dan vorig jaar. leerlingen zijn goedkoper dan afgestudeerden, waarvoor het volledig CAO loon betaald moet worden. Vooral in sterker krimpende sectoren bouw, metalektro, en in horeca en dienstverlening treedt dit fenomeen op. De komst van schoolverlaters maakt dat de verhouding werkzoekenden en vacatures verder verslechterd. jan-10 mrt-10 mei-10 jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 jul-12 sep-12 nov-12 jan-13 mrt-13 mei-13 jul-13 sep-13 nov Voor een groot deel is de werkloosheid onder jongeren niet in de registraties terug te vinden, omdat veel werkzoekende jongeren zonder uitkering zich niet bij UWV als werkloos registeren. Jongeren met een uitkering (WW of WWB) zijn daarentegen wettelijk verplicht tot registratie als werkloze bij UWV. Binnen wordt verschillend met die registratieplicht omgegaan door gemeenten. Opmerkelijk is daarbij dat het aantal geregistreerde werklozen jongeren per eind juni in de gemeente Almelo (455) lager is dan het aantal jongeren dat een uitkering WW of bijstand ontvangt (477). Om jongeren te helpen om werk te vinden is het noodzakelijk om met werkgevers afspraken te maken om extra jongeren aan te nemen. De verwachting is dat met de komst van sectorplannen vanuit werkgevers en vakbonden de toegangsmogelijkheden naar werk in sectoren als techniek, zorg en logistiek via plannen van sociale partners (werkgevers en werknemers) ook in vergroot worden. Op korte termijn bevinden de beste kansen voor jongeren op werk zich in de beroepen: administratief transport employés, commercieel medewerkers, programmeur en systeem analist en verplegenden niveau 3 en verpleegkundigen. Door gebrek aan voldoende vraag en door veel aanbod aan werkzoekende jongeren zijn er minder goede kansen op werk in de beroepen: agrarische arbeiders, medewerkers secretariaat, leerkrachten basisonderwijs, sociaal cultureel medewerkers. Op lagere termijn ( vanaf 2014) kan de werkloosheid onder jongeren gaan dalen. Arbeidsmarktmonitor Regio 7

8 Vacatures naar sectoren Schatting vacaturemarkt (openstaande vacatures) Landbouw Industrie Bouwnijverheid Handel Vervoer en opslag Horeca Informatie & communicatie Fin. instellingen Verhuur & ov. zak. dienstverl. Advies & onderz. (zak. dienstverl.) 2012 vergelijkbaar kwartaal 2013 lopend kwartaal Openbaar bestuur Cultuur, sport & recreatie Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Ov. dienstverlening Op basis van de per kwartaal uitgegeven landelijke vacaturegraad (aantal banen per arbeidsplaatsen) is een schatting te geven van de jaar op jaar ontwikkeling van het aantal openstaande vacatures in. In lijn met de landelijke ontwikkelingen is ook in het aantal openstaande vacatures in een jaar verder gedaald van per april 2012 naar vacatures per eind april De daling van het totaal aantal vacatures in bedraagt 18,5 procent. Er zijn geen sectoren waarin het aantal vacatures stijgt. De vacaturedaling kent twee economische oorzaken. De eerste is de terugloop van het aantal arbeidsplaatsen van 2012 op Verwacht wordt een daling van banen in (-0,9 procent). Het betreft vooral een beperking van vervangingsvacatures voor openvallende arbeidsplaatsen in de grote personeelssectoren, zoals bouw en aan bouw gerelateerde bedrijvigheid. Globaal vond 80% van alle vacatures zijn oorzaak in baanwisselingen van werkenden. Door de teruglopende baanzekerheid bij baanwisseling blijven mensen in hun bestaande baan zitten. Deze teruggang van arbeidsmobiliteit maakt ook dat er minder vervangingsvacatures zijn. Berekeningen van de provincie Overijssel (arb. marktprognose juni 2013) voorspellen nog een lichte terugloop van banen in in Pas vanaf 2015 treedt een herstel van het totaal aantal openstaande vacatures op. De ABU meldt een afname van de uitzendbanen van 5 procent in juni ten opzichte van vorig jaar. De sectoren bouw, industrie en vervoer in vertonen zowel de grootste banen- als ook vacaturedalingen. In de handel en horeca is het aantal banen licht gestegen, maar juist hier is door de teruglopende arbeidsmobiliteit het aantal (vervangings)- vacatures gedaald. De overheids- en onderwijssector laten door bezuinigingen zowel een relatief groot verlies aan banen een dalend aantal vacatures zien. De sectoren industrie, handel, advies & onderzoek en zorg kennen nog een substantieel aantal vervangingsvacatures. Een aantal bedrijven meldt dat er voor specifieke technische HBO/WO vacatures geen geschikt aanbod te vinden is. Verwacht wordt dat bij een aantrekkende economie moeilijk vervulbare vraag in hogere technische functies ontstaat, waarvoor mensen van buiten moeten worden aangetrokken. Arbeidsmarktmonitor Regio 8

9 . Uitkeringen Lopende WW Uitkeringen Het aantal WW uitkeringen is in juni onder invloed aflopende tijdelijke halfjaarcontracten in licht opgelopen (van naar : +1,6 procent) Landelijk bleef het beeld met een toename van 1,0 procent vrijwel gelijk met lopende WW uitkeringen per eind juni. De groei in van WW uitkeringen is over een jaar gezien hoger geweest dan landelijk ( 31,3 procent groei; 36,2 procent groei). In wordt de extra groei vooral veroorzaakt door verlies aan werk in de bouw en aan bouw gerelateerde sectoren. Ook door overheidsbezuinigingen hebben in andere werkgebieden ( zorg, kinderopvang) mensen werk verloren. De toename van beroep op een tijdelijke WW uitkering, komt ook voort uit de stijging van meer tijdelijke contracten op de arbeidsmarkt. Bij afwezigheid van aansluitend werk zal vaker een beroep op een tijdelijke WW uitkering gedaan moeten worden. Op deze wijze wordt meer dan voorheen de kosten van de economische recessie afgewenteld op sociale verzekeringen. Opmerkelijk is dat de jaartoename van het aantal lopende WW uitkeringen vooral in de kleinere gemeenten in plaats heeft jan-10 mrt-10 mei-10 jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 jul-12 sep-12 nov-12 jan-13 mrt-13 mei-13 jul-13 sep-13 nov gevonden. In de steden is de toename aan WW uitkeringen minder groot (zie cijferbijlage). Een verklaring ligt deels bij het grote aantal de WW-uitkeringen van personen die vanuit de bouwsector werkloos zijn geworden. Een andere mogelijk deel van de verklaring is, dat in de steden meer mensen wonen met een korte WW uitkeringsduur vanuit opeenvolgende tijdelijke contracten. Zij vallen bij langdurige werkloosheid eerder terug op WWB uitkeringen of worden werkloos zonder uitkering. Vanuit het uitblijven van economische groei en naar verhouding meer inzetten van tijdelijke contracten, mag verwacht worden dat het beroep op WW uitkeringen vanaf de zomer verder gaat toenemen. Het UWV verwacht, dat zelfs bij een verlaging van de duur van WW van drie naar twee jaar, het aantal WW uitkeringen de komende twee jaar verder stijgt. Met het uitblijven van een economische opleving neemt ook het aantal mensen met een langere uitkeringsduur toe. Door het verdwijnen van mogelijkheden om werkloosheid voor ouderen na werkbeëindiging te beperken (VUT, WAO), mag verwacht worden dat een groter deel van de ouderen na afloop van werk meer en langer gebruik moet maken van een WW uitkering. Arbeidsmarktmonitor Regio 9

10 WWB (tot 65 jaar) Het aantal lopende WWB uitkeringen is in de laatste maanden sneller gaan stijgen. In is het aantal WWB uitkeringen tot 65 jaar gestegen van per eind mei naar per eind april (0,6 procent). De jaarstijging in bedroeg met lopende uitkeringen 10,5 procent. (Er zijn nog geen definitieve landelijke cijfers en gemeentelijke cijfers bekend. Het CBS geeft aan dat per eind juni landelijk het aantal WWB uitkeringen is) De jaarlijkse toename aan WWB uitkeringen is met 10,5 procent lager dan de toename aan WW uitkeringen op jaarbasis (36,2 procent) In de maanden mei en juli stabiliseerde zich echter voor eerst sinds lange tijd het aantal WW uitkeringen. Het aantal WWB uitkeringen steeg echter. Verwacht wordt dat slechts een deel van de WW uitkeringen die beëindigd worden vanwege het bereiken van de maximum uitkeringsduur, ook zullen uitmonden in WWB uitkeringen. Veel werkloze mensen hebben vanwege een thuissituatie niet aansluitend op een WW uitkering recht op een WWB uitkering (tweeverdieners, thuiswonende jongeren). Verwacht wordt dat hierdoor een steeds grotere groep aan werkloze nietuitkeringsgerechtigden gaat ontstaan. Bij de totstandkoming van de SUWI-wet is bepaald dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de arbeidsmarkttoeleiding van deze groep. jan-10 mrt-10 mei-10 jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 jul-12 sep-12 nov-12 jan-13 mrt-13 mei-13 jul-13 sep-13 nov Slechts een beperkt deel van de nietuitkeringsgerechtigden maakt bij UWV gebruik van het recht tot inschrijving als werkloze. Ze zijn daarmee ook voor gemeenten niet meer zichtbaar als geregistreerd werkloos. Voor de tweede helft van 2013 is een verdere toename van lopende WWB uitkeringen te verwachten door meer instroom. Bij de verwachte doorstijging van de werkloosheid, zal ook het aantal WWB uitkeringen langer doorstijgen. Pas enkele maanden na een daling van de werkloosheid zal ook het aantal WWB uitkeringen gaan dalen. Gezien de werkloosheidsprognoses zou dat vanaf eind 2015 kunnen. Er zijn onzekere factoren die WWB uitkeringen sneller kunnen laten stijgen. Een ervan is de verkorting van de maximale WW duur van 3 naar 2 jaar. Hierdoor dreigen vooral oudere langdurig werklozen alsnog of eerder een WWB uitkering te moeten aanvragen. Daarnaast kunnen WWB uitkeringen ook toenemen als er een toestroom optreedt vanuit afgebouwde WSW en WAJONG uitkeringen ten gevolge van nieuw ingezet beleid. In de tabel in de bijlage zijn CBS-cijfers op gemeentelijk en regioniveau verwerkt. Definitieve CBS cijfers komen later dan de rapportage maand beschikbaar. Tot dan worden tellingen van gemeenten bijgehouden die een actuele indicatie van het aantal uitkeringen geeft. Arbeidsmarktmonitor Regio 10

11 WWB (tot 27 jaar) jan-10 mrt-10 mei-10 jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 jul-12 In de maanden mei en juni is het aantal lopende WWB uitkeringen voor jongeren ondanks het voor werk gunstige voorjaarsseizoen, blijven stijgen met 93 in mei en 30 in juni. Vorig jaar was over deze maanden nog een totale daling van 20 zichtbaar. In lijn met een jaarstijging van 48 procent jongeren met een lopende WW uitkering, is ook het aantal jongeren met een WWB uitkering sinds juni 2012 met 28 procent toegenomen. Het aantal WWB uitkeringen voor jongeren in is daarmee opgelopen tot Deze gegevens berusten op eigen tellingen door gemeenten. Voor landelijke cijfers is een voorlopige schatting gemaakt van lopende WWB uitkeringen. Deels is de toename te wijten aan beperkte vacaturemogelijkheden voor jongeren om aan werk te komen. Daarnaast is er een vergrote instroom van jongeren die zich na langer doorstuderen onvrijwillig werkloos heeft gemeld op de arbeidsmarkt. De verschillen per gemeente zijn groot, de aantallen en de maandelijkse toename in de gemeente Enschede bedraagt ongeveer de helft van het totaal aantal Twentse jongeren met een lopende WWB. Binnen de drie grote steden vertoont de gemeente Almelo de grootste toename. Bij een Twentse toename op jaarbasis van 322 jongeren zijn er ook gemeenten waarin het aantal jongeren met een WWB uitkering niet toeneemt. In Rijssen-Holten, Hof van, sep-12 nov-12 jan-13 mrt-13 mei-13 jul-13 sep-13 nov Hellendoorn en Wierden is er nauwelijks sprake van toename van WWB uitkeringen voor jongeren (zie verder cijferbijlage). Hoewel het aantal jongeren in met een WWB uitkering enigszins vergelijkbaar is met het aantal in 2011, is nu de prognose minder goed. Het aantal vacatures stijgt vooralsnog niet, de concurrentie onder jongeren neemt door een nieuwe stroom schoolverlaters toe. Voor de lange termijn moet met een extra stijging van WWB rekening worden gehouden in de vorm van de overgang van jongeren met een (jonggehandicapten-uitkering) WAJONG uitkering naar de WWB. De komende Participatiewet voegt in per 1 januari 2015 de bijstand, sociale werkplaatsen en de uitkering voor jonggehandicapten WAJONG samen. Iedereen met een WAJONG uitkering wordt de komende jaren herkeurd. Wie kan werken, krijgt een WWB- bijstandsuitkering in plaats van WAJONG en moet door de gemeente aan een baan worden geholpen. Het gaat in om WAJONG-ers tot 27 jaar die meer of minder gehandicapt zijn. Staatssecretaris Klijnsma verwacht in een brief aan de 2 e Kamer, dat slechts een zesde deel van huidige WAJONG-ers hun WAJONG uitkering blijven behouden. Van de restende groep van ± personen in zal een deel niet voldoen aan WWB criteria. Globaal moet rekening worden gehouden met een geleidelijke instroom in de van ±1.500 personen vanuit WAJONG. Arbeidsmarktmonitor Regio 11

12 Special: Slimme personeelsplanning voorkomt arbeidsmarktknelpunten Een bijzonder gegeven in de arbeidsmarkt is dat ook MBO ers en HBO ers steeds moeilijker een baan vinden ten gevolge van de crisis. De arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden is zowel landelijk als regionaal al een lange periode ruim. De werkloosheid van middelbaar en vooral hoger opgeleiden is na afloop van een baan, echter verhoudingsgewijs onverwacht meer toe genomen dan van lager opgeleiden. Zowel na afloop van een baan als na afstuderen vinden middelbaar en hoger opgeleiden minder snel een baan dan voorheen. punten Geregistreerde werkloosheid naar opleidingsniveau in (onderlinge ontwikkelingen vergeleken vanaf jan 2012) jan-12 feb-12 mrt-12 Hoog opgeleid middelbaar opgeleid laag opgeleid bron : UWV database, bewerking Regio apr-12 mei-12 jun-12 jul-12 aug-12 sep-12 okt-12 nov-12 dec-12 jan-13 feb-13 mrt-13 apr-13 mei-13 jun-13 jul-13 aug-13 sep-13 okt-13 nov-13 dec-13 In totaal staan in per eind juni werklozen geregistreerd met een HBO of universitair opleiding (naast personen met een middelbaar opleidingsniveau en met een laag opleidingsniveau MBO-1, VMBO of lager). In januari 2012 waren dat er nog Onder Twentse jongere hoger opgeleiden tot 27 jaar, die in technische beroepen willen werken, is de werkloosheid niet erg hoog. Toch is de stijging in deze groep van 11 in januari 2012 naar 44 per eind juni 2013 naar verhouding (+ 400 procent) erg groot. Voor hoger opgeleide werkloze ouderen (>50 jaar) in technische beroepen geldt een stijging van 113 naar 158. De oorzaak voor de verhoudingsgewijs grote stijging van werkloosheid onder hoger opgeleiden, lijkt te liggen bij combinatie van een vertaling van geschiktheid naar hogere scholingsniveaus en makkelijke reorganisatie oplossingen in de organisaties waarin hoger opgeleiden werken. Een tweetal mechanismen treden in werking bij een langdurige economische dip en een situatie met veel aanbod aan werkkrachten en weinig vraag (vacatures): 1. Een deel van de werkgevers roomt bij veel aanbod van werknemers en weinig vraag (vacatures) bewust of onbewust de markt af. Er is een toenemende tendens zichtbaar om overgekwalificeerde personen aan te nemen op banen die bedoeld zijn voor lager gekwalificeerde werknemers. Werkgevers zien als voordeel de mindere aandacht en tijd voor inwerken en een veronderstelde grotere zelfstandigheid. Als bijkomend voordeel wordt de mogelijkheid gezien dat overgekwalificeerden ook ander (zwaarder) werk kunnen doen en doorgroeipotenties hebben. Door dit aannamebeleid wordt de toegang tot werk voor laaggeschoolden Arbeidsmarktmonitor Regio 12

13 en MBO-ers aanzienlijk beperkt. In hun plaats worden middelbaar geschoolden en HBO-ers aangenomen. 2. Vooral bij krimpscenario s in organisaties worden door die organisaties de opleidingseisen voor functies opgeschroefd voor nagenoeg hetzelfde werk. Om tot een schifting van personeel te komen welke kunnen blijven of vertrekken, worden bij reorganisatieplannen vaak zodanige functie-ambitieniveaus voor de toekomst beschreven ( soll-situaties ), dat bestaande functies op papier ge herwaardeerd worden naar hogere niveaus. Als tijdens de uitvoering van de reorganisatie herplaatsing van het personeel plaats moet vinden, leveren de geobjectiveerde uitwisselbaarheidstoetsen vervolgens een basis om minder presterend personeel rechtmatig in de boventalligheid te plaatsen of met ontslag aan te zeggen. Hierdoor worden, meer dan voorheen HBO-ers (en in HBO functies doorgegroeide MBO-ers), werkloos ten gevolge van reorganisaties. Consequentie van deze bewegingen is dat in beide gevallen overgekwalificeerden op functies met een lager uitvoeringsniveau terechtkomen. Deze werknemers worden daarmee verplicht tot onderpresteren. Gevolgen binnen de organisaties zijn dat werknemers met stress te maken krijgen, óf ze gaan hoger gekwalificeerd werk naar zich toe trekken. Dit leidt weer tot druk op functieniveaus en tot onduidelijkheden over verantwoordelijkheden in de organisaties. Ook zullen nieuw aangetrokken mensen sneller vertrekken, waardoor er continuïteitsproblemen ontstaan, met alle mogelijke gevolgen voor sfeer, werkdruk en extra wervings- en inwerkkosten. Zowel het interne en het externe personeelsbeleid, als ook organisatie zelf worden daarmee inefficiënter. Een ander gevolg, buiten de organisaties, is dat de arbeidsmarkt wordt vervuild. De frictiewerkloosheid wordt almaar groter, de vacatures steeds onduidelijker. Er verschijnen steeds meer functies voor ongeschoold werk waarvoor VMBO-niveau gevraagd wordt, functies met HBO-eisen die gewoon door MBO ers uitgevoerd kunnen worden, en functies met WO-eisen die in de praktijk gewoon door HBO-ers uitgevoerd kunnen worden. Voor functies geschikte personen die werkloos zijn geworden en net afgestudeerden, kunnen niet meer het werk vinden op eerder voor hun toegankelijke functies. Daarmee stijgt ook de langdurige werkloosheid voor die groep. In de contacten vanuit werkgeversdienstverlening en in samenwerkingsafspraken met werkgevers en werkgeversorganisaties is het zaak deze tendensen te bespreken en alternatieven aan te dragen. Het is voor werkgevers beter om de verleiding te weerstaan om in deze tijd de arbeidsmarkt af te romen en in plaats daarvan serieus functies in de onderneming, reorganisaties en werving van nieuw personeel om te gaan. Het is minder kostbaar en veel efficiënter om talenten van werknemers naar boven te halen, aandacht te schenken aan ontwikkelen van gedragscompetenties, werknemers in beweging te brengen, en hun vertrouwen en ruimte te geven. Al deze componenten zijn onderdeel van een slimmere planning op langer termijn; een strategische personeelsplanning. Bij reorganisaties en afbouw werkt duidelijk, eerlijkheid en vooral consequentheid beter, dan te mikken op (te) hoog gekwalificeerd personeel. Voor werving van nieuw personeel geldt dat het uitvoeringsniveau bepalend is voor de gevraagde kwalificatie en dat veel meer aandacht geschonken zou moeten worden aan geschiktheid in termen van (gedrags)competenties en dan aan opleidingsniveaus. Ook zijn er overwegingen te maken over welke wijze van flexibilisering van arbeid de komende jaren bij het bedrijf past. Voor een goed werkende arbeidsmarkt dienen ook in economische recessie vraag- en aanbodknelpunten voorkomen te worden. Vooral voor kleinere en middelgrote bedrijven (5 tot 100 werknemers) zou extra hulp bij het maken van een strategische personeelsplanning een uitkomst kunnen bieden om geschetste problemen. Voor elke organisatie speelt hierbij het argument dat een kostenreductie bereikt kan worden. Te denken valt hierbij aan: o kosten van minder (extra) werving- en selectieprocedure in tijd en geld (advertenties, Arbeidsmarktmonitor Regio 13

14 o o o o o o sollicitatiegesprekken); minder tijd die besteed hoeft te worden om (steeds weer) nieuwe medewerkers in te werken; minder kosten van extra werkuren om ontbrekende productie tijd op te vullen, die ontstaat door vertrekkend personeel of door in niet aansluitende werkperiode van vervangend personeel; minder kosten aan kosten voor interne begeleiding, opleiding of coaching minder kosten die verband houden met oplossen van onduidelijkheden en irritaties omdat het werk niet loopt zoals het zou moeten lopen; minder salariskosten van de aangenomen of aangehouden personen die in feite onvoldoende voor de organisatie betekenen; minder aanvullende kosten: van leaseauto tot mobiele telefoon; In het meerjaren beleidsplan Twents arbeidsmarktperspectief 2020 zijn onder de programmalijnen Meer mobiliteit op de arbeidsmarkt en Meer zicht op onbekend en ongekend talent, inspanningen opgenomen waarbij door gemeenten, beroepsonderwijs en UWV samen met werkgevers aandacht geschonken wordt aan een slimme (strategische) personeelsplanning en modern werkgeverschap. Gepland is een samenwerking op de invulling van deze activiteiten in met een voortrekkersrol van werkgevers. De uitvoering zal een reëel perspectief op werk voor middelbaar en hoger opgeleiden doen toenemen. Daarnaast biedt het ook door vermijding van verdringing, ook aan lager opgeleiden meer kansen op de regionale arbeidsmarkt. Arbeidsmarktmonitor Regio 14

15 Starters en faillissementen Ontwikkeling Starters jan-10 mrt-10 mei-10 Het aantal startende bedrijven (bron: KvK) kent per maand sterke verschillen. De jaartrend in is een daling. Dit past bij de economische ontwikkeling. In is verhoudingsgewijs in 2012 en 2013 een groter aantal starters te zien dan landelijk. Deze jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 jul-12 sep-12 nov-12 jan-13 mrt-13 mei-13 jul-13 sep-13 nov ontwikkeling komt mede voort uit verzelfstandiging van bouwpersoneel dat werkloos is of dreigt te worden. In zijn in de laatste rapportagemaand bedrijven gestart. In zien we 128 starters. Ontwikkeling Faillisementen jan-10 mrt-10 mei-10 Het aantal faillissementen in is na de januari piek van 551 gedaald naar 263 in juni. Het aantal faillissementen in was in de eerste helft van 2013 groter dan jul-10 sep-10 nov-10 jan-11 mrt-11 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 jan-12 mrt-12 mei-12 jul-12 sep-12 nov-12 jan-13 mrt-13 mei-13 jul-13 sep-13 nov vorig jaar. volgt globaal de landelijke lijn. Voor de tweede helft van 2013 wordt nog geen daling van het aantal faillissementen verwacht.. Arbeidsmarktmonitor Regio 15

16 Algemene toelichting op tabellen en grafieken Op twee grafieken na (NWW als % van de beroepsbevolking en vacatures), vindt u links en rechts een verticale as (y-as), ieder met een eigen schaalverdeling. De linker as met rode belettering van de schaalverdeling is voor de rode lijn van. De rechteras met zwarte belettering is voor de zwart gekleurde lijn voor heel. De reden voor deze dubbele y-as is dat de cijfers voor en door de grootte van het gebied en de bevolking te veel uiteenliggen om inzichtelijk met één as weer te geven. In vorige uitgaven is voor iedere grafiek een factor vastgesteld. Deze factor is zodanig berekend dat de Twentse en se lijn in het beginpunt van de grafiek zo veel mogelijk samenvallen. Hierdoor is te zien hoe presteert ten opzichte van heel. Er is er voor gekozen om een vaste factor voor alle grafieken te kiezen. Deze factor is gelijk aan de verhouding tussen de beroepsbevolking van en. De beroepsbevolking in is ongeveer 28 keer die van. Nog steeds is te zien hoe presteert ten opzichte van heel door te kijken hoe de beide lijnen zich ten opzichte van elkaar bewegen. Extra informatie is uit de grafieken te halen. Waar staat ten opzichte van. Verhoudingsgewijs kent bijvoorbeeld ongeveer evenveel starters als heel. Door voor alle grafieken de verhouding van de beroepsbevolking te kiezen, kunt u zien hoe de afstand voor de verschillende onderdelen is, niet alleen de ontwikkeling ten opzichte van elkaar. Vanaf de monitoruitgave september 2012 (met cijfers eind juli 2012) zijn de cijfers voor de WWB aangepast aan de door het CBS opgegeven WWB cijfers voor en de Twentse gemeenten. Met het verdwijnen van de WIJ uitkeringen voor jongeren, wordt er in de monitor geen onderscheid meer gemaakt tussen exclusief WIJ uitkering tot 27 jaar en WWB uitkeringen 27 tot 65 jaar. Arbeidsmarktmonitor Regio 16

17 Index bijlage: Informatieve Links Ontwikkeling geregistreerde Werkloosheid (NWW) per gemeente, gedifferentieerd naar jongeren en ouderen Ontwikkeling lopende uitkeringen WW, WWB per gemeente met een verbijzondering naar jongeren en ouderen Informatie over hulp aan startende ondernemingen Definities ARBEIDSMARKTMONITOR Bijlage Cijfers Gemeenten en definities Informatieve links Sites met actuele regionale en landelijke arbeidsmarktontwikkelingen en arbeidsmarktinformatie: Index zie: UWV zie: UWV zie: ING zie: Prov Overijssel zie: (klik door op actuele nieuwsbrief) SBB zie: Sites met Informatie over arbeidsmarktregelgeving: Cofinanciering sectorplannen zie: Arbeidsmarktmonitor Regio 17

18 Werkloosheid in Twentse gemeenten (NWW-Niet Werkende Werkzoekende geregistreerd als werkloos bij UWV): Totaal werkloosheid (geregistreerde werkloosheid) TOTAAL NWW (UWV, aantal personen) ontwikkeling Ontwikkeling NWW als % mei'13-jun'13 jun'12-jun'13 van beroepsbevolking jun'12 nov'12 dec'12 jan'13 feb'13 mrt'13 apr'13 mei'14 jun'13 Abs. perc. Abs. perc. apr mei jun TWENTE ,0% ,8% 10,0% 9,9% 10,0% ALMELO ,3% ,2% 11,0% 10,8% 10,8% BORNE ,2% ,2% 6,8% 6,6% 6,9% DINKELLAND ,1% ,0% 5,6% 5,3% 5,1% ENSCHEDE ,5% ,3% 16,4% 16,4% 16,8% HAAKSBERGEN ,3% ,1% 5,2% 5,0% 5,0% HELLENDOORN ,0% ,8% 6,9% 6,9% 6,8% HENGELO ,9% ,3% 9,0% 9,0% 9,1% HOF VAN TWENTE ,4% ,7% 6,7% 7,0% 7,1% LOSSER ,4% ,9% 8,0% 8,1% 8,1% OLDENZAAL ,6% ,3% 8,0% 8,1% 8,1% RIJSSEN-HOLTEN ,8% ,7% 6,4% 6,3% 6,3% TUBBERGEN ,0% ,4% 6,0% 5,9% 5,8% TWENTERAND ,0% ,9% 8,6% 8,4% 8,1% WIERDEN ,3% ,7% 5,9% 5,9% 5,6% Werkloosheid onder ouderen: NWW jaar (UWV, aantal personen) ontwikkeling Ontwikkeling mei'13-jun'13 jun'12-jun'13 jun'12 jul'12 aug'12 sep'12 okt'12 nov'12 dec'12 jan'13 feb'13 mrt'13 apr'13 mei'14 jun'13 Abs. perc. Abs. perc. TWENTE ,1% ,9% ALMELO ,7% ,1% BORNE ,9% 32 15,5% DINKELLAND ,9% 39 21,3% ENSCHEDE ,5% ,7% HAAKSBERGEN ,4% 32 12,6% HELLENDOORN ,2% ,9% HENGELO ,9% ,3% HOF VAN TWENTE ,5% 75 21,7% LOSSER ,1% 43 16,4% OLDENZAAL ,9% 61 16,5% RIJSSEN-HOLTEN ,7% ,8% TUBBERGEN ,3% 69 49,6% TWENTERAND ,5% ,3% WIERDEN ,7% 61 28,4% Arbeidsmarktmonitor Regio 18

19 Jeugdwerkloosheid: NWW jaar (UWV, aantal personen) ontwikkeling Ontwikkeling mei'13-jun'13 jun'12-jun'13 jun'12 jul'12 aug'12 sep'12 okt'12 nov'12 dec'12 jan'13 feb'13 mrt'13 apr'13 mei'14 jun'13 Abs. perc. Abs. perc. TWENTE ,8% ,0% ALMELO ,2% ,3% BORNE ,0% 23 57,5% DINKELLAND ,0% 14 41,2% ENSCHEDE ,8% ,3% HAAKSBERGEN ,6% 8 17,8% HELLENDOORN ,8% 36 40,4% HENGELO ,4% ,1% HOF VAN TWENTE ,0% 32 45,7% LOSSER ,6% 14 23,3% OLDENZAAL ,2% 63 95,5% RIJSSEN-HOLTEN ,0% 40 39,2% TUBBERGEN ,9% ,8% TWENTERAND ,4% 69 65,7% WIERDEN ,2% 34 75,6% Per eind jun ' Totaal TWENTE ALMELO BORNE DINKELLAND ENSCHEDE HAAKSBERGEN HELLENDOORN HENGELO HOF V. TWENTE LOSSER OLDENZAAL RIJSSEN-HOLTEN TUBBERGEN TWENTERAND WIERDEN Arbeidsmarktmonitor Regio 19

20 Uitkeringen: WW (WerkloosheidsWet < 65 jaar, UWV, aantal personen) ontwikkeling Ontwikkeling mei'13-jun'13 jun'12-jun'13 jun'12 jul'12 aug'12 sep'12 okt'12 nov'12 dec'12 jan'13 feb'13 mrt'13 apr'13 mei'14 jun'13 Abs. perc. Abs. perc. TWENTE ,6% ,2% ALMELO ,3% ,1% BORNE ,4% ,3% DINKELLAND ,8% ,8% ENSCHEDE ,4% ,6% HAAKSBERGEN ,9% ,7% HELLENDOORN ,2% ,5% HENGELO ,4% ,2% HOF VAN TWENTE ,9% ,5% LOSSER ,1% ,4% OLDENZAAL ,5% ,4% RIJSSEN-HOLTEN ,4% ,5% TUBBERGEN ,6% ,2% TWENTERAND ,1% ,2% WIERDEN ,3% ,6% WW (WerkloosheidsWet < 27 jaar, UWV, aantal personen) ontwikkeling Ontwikkeling mei'13-jun'13 ju'n12-jun'13 jun'12 jul'12 aug'12 sep'12 okt'12 nov'12 dec'12 jan'13 feb'13 mrt'13 apr'13 mei'14 jun'13 Abs. perc. Abs. perc. TWENTE ,8% ,1% ALMELO ,4% 44 37,0% BORNE ,0% 10 45,5% DINKELLAND ,8% 5 20,0% ENSCHEDE ,3% ,0% HAAKSBERGEN ,5% 7 26,9% HELLENDOORN ,2% 12 21,1% HENGELO ,0% 86 75,4% HOF VAN TWENTE ,3% 19 63,3% LOSSER ,5% ,3% OLDENZAAL ,4% 25 78,1% RIJSSEN-HOLTEN ,0% 25 51,0% TUBBERGEN ,0% 14 63,6% TWENTERAND ,3% 22 33,3% WIERDEN ,8% ,7% Arbeidsmarktmonitor Regio 20

21 WWB, (Wet Werk en Bijstand t/m 65 jaar, Gemeenten, aantal huishoudens) ontwikkeling Ontwikkeling mei'13-jun'13 ju'12-jun'13 jun'12 jul'12 aug'12 sep'12 okt'12 nov'12 dec'12 jan'13 feb'13 mrt'13 apr'13 mei'14 jun'13 Abs. perc. Abs. perc. TWENTE ,6% ,5% ALMELO ,3% 187 8,5% BORNE ,8% 60 30,0% DINKELLAND ,0% 29 26,4% ENSCHEDE ,0% ,6% HAAKSBERGEN ,5% 27 12,3% HELLENDOORN ,1% 57 17,8% HENGELO ,4% 128 7,0% HOF VAN TWENTE ,7% 27 10,0% LOSSER ,7% 54 23,5% OLDENZAAL ,8% 53 11,8% RIJSSEN-HOLTEN ,3% 9 4,1% TUBBERGEN ,0% 5 5,6% TWENTERAND ,3% 42 13,1% WIERDEN ,7% 18 11,3% (*) (*) (*) (*) (*) (*) voorlopige cijfers WWB (Wet Werk en Bijstand < 27 jaar, Gemeenten, aantal huishoudens) ontwikkeling Ontwikkeling mei'13-jun'13 jun'12-jun'13 jun'12 jul'12 aug'12 sep'12 okt'12 nov'12 dec'12 jan'13 feb'13 mrt'13 apr'13 mei'14 jun'13 Abs. perc. Abs. perc. TWENTE ,3% ,0% ALMELO ,0% 74 30,8% BORNE ,0% ,0% DINKELLAND ,1% 5 50,0% ENSCHEDE ,2% ,2% HAAKSBERGEN ,0% 2 10,0% HELLENDOORN ,5% 1 2,5% HENGELO ,0% 42 28,0% HOF VAN TWENTE ,5% 1 5,0% LOSSER ,3% 10 50,0% OLDENZAAL ,3% 9 22,5% RIJSSEN-HOLTEN ,0% 0 0,0% TUBBERGEN ,3% 3 30,0% TWENTERAND ,4% 17 56,7% WIERDEN ,7% 1 5,0% (*) (*) (*) (*) (*) (*) voorlopige cijfers Arbeidsmarktmonitor Regio 21

22 Stadsbank: De stadsbank heeft aangegeven dat zij een nieuw banksysteem hebben, waaruit de eerder geleverde informatie niet geleverd kan worden. In overleg zal bekeken worden welke alternatieven er zijn voor maandelijkse cijferinformatie tot op gemeenteniveau. Informatie van het ROZ Het ROZ werkt voor gemeenten in. Het ROZ is een uitvoeringsorganisatie voor publieke ondernemers advies. ROZ richt zich hierbij op de ondersteuning starters hun ondernemingen. Deze startersondersteuning wordt mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage uit de Agenda van. Het door het ROZ behandelde aantal nieuwe aanvragen van gevestigde ondernemers voor (financiële) ondersteuning in bedroeg in mei en juni Verder zijn er in mei en juni coachingstraject bijgekomen. Het totaal aantal coachingstrajecten bedraagt daarmee eper eind juni 639. Het totaal van de intakes van starters in de maanden mei en juni bedroeg 100 en er zijn 65 deelnemers in deze maanden gestart met een eigen bedrijf. Definities: Niet Werkende Werkzoekenden (NWW) en Werkloze beroepsbevolking (WBB): UWV Werkbedrijf publiceert cijfers over niet-werkende werkzoekenden (NWW) op de website De cijfers over de NWW verschillen van samenstelling met de werkloze beroepsbevolking (WBB) die het CBS publiceert. Enerzijds staan niet alle werklozen ingeschreven bij UWV Werkbedrijf (vooral personen zonder recht op een uitkering zoals jongeren en herintreders). Anderzijds staan er personen bij UWV ingeschreven die niet tot de werkloze beroepsbevolking horen (personen die bijvoorbeeld een opleiding volgen of die niet actief naar werk zoeken). Een ander verschil is de wijze waarop beide cijfers tot stand komen: het NWW-cijfer komt voort uit registratie van werkzoekenden door UWV-Werkbedrijf, het WBB-cijfer van het CBS komt tot stand door een enquête onder de beroepsbevolking. Definitie NWW: bij UWV ingeschreven werkzoekenden van jaar zonder werk of minder dan 12 uur per week werkzaam. Definitie WBB: personen van jaar zonder werk of minder dan 12 uur per week werkzaam die direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en actief naar werk zoeken. Gemeentelijke bijstandsuitkeringen (WWB): Als arbeidsmarktindicatoren zijn twee tabellen met aantallen WWB (bijstand) per einde maand opgenomen. De leeftijdsbegrenzingen zijn aangepast aan de leeftijdbegrenzingen in de geregistreerde werkloosheid: een tabel met het totaal van 15 tot 65 jaar en een tabel met het subtotaal van jongeren tot 27 jaar. Op grond van bij gemeenten beschikbare gegevens kan telling niet plaats vinden op aantal personen, maar op het aantal door gemeenten opgegeven "bijstandseenheden" (= aantal huishoudens en niet het aantal personen in de bijstand). In uitgaven van arbeidsmarktmonitor voor september 2012 werden WWB bijstandscijfers van jongeren apart van niet-jongeren weergeven. De cijfers verstrekt door gemeenten worden geactualiseerd op door CBS gepubliceerde cijfers afgerond op tientallen, zodra deze vanuit CBS bekend worden. Dit betekent dat in de praktijk dat cijfers van vorige maanden aangepast kunnen worden! Voor de twee laatste maanden die nog niet door CBS worden gedekt worden voorlopige cijfers gebruikt gebaseerd op opgaven door gemeenten in de regio. Bij bekend worden van CBS cijfers worden ze door CBS cijfers vervangen. De weergeven WWB cijfers betreffen binnen de aangegeven leeftijdsgroepen conform de CBS telling het totaal aantal uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand Arbeidsmarktmonitor Regio 22