10830/04 GdK/kve 1 DG H

Transcriptie

1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 juni /04 CATS 32 NOTA van: het Nederlands Voorzitterschap aan: het Comité Artikel 36 Betreft: Werkprogramma voor het Comité Artikel 36 Inleiding Het Nederlands voorzitterschap zal zich inspannen voor de verdere totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid op basis van de Europese Raad van Tampere (oktober 1999) vastgestelde conclusies. De conclusies van Tampere bevatten de beleidsoriëntaties en prioriteiten die richting geven aan de werkzaamheden op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken ter verwezenlijking van de doelstelling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Het Nederlands voorzitterschap zal in de eerste plaats voortbouwen op de werkzaamheden van het Ierse voorzitterschap en uitgaande van de in de door het Verdrag van Amsterdam gestelde deadline van 1 mei 2004 voor de in Tampere gestelde doelstellingen, zich sterk maken voor het totstandbrengen van een meerjarenagenda als vervolg op Tampere. Voor de gedachtewisseling met betrekking tot deze meerjarenagenda zal het in juni jl. door de Commissie opgestelde evalutierapport van de uitvoering van Tampere als leidraad dienen /04 GdK/kve 1

2 De recente aanslagen in Madrid in maart jl. zijn aanleiding geweest voor de Europese Raad van 25 maart jl. voor het opstellen van een omvangrijke Verklaring betreffende de bestrijding van terrorisme, evenals tot de aanstelling van een Europese Terrorisme Coördinator. Deze Verklaring omvat een belangrijke impuls voor de Unie tot het nemen van - zowel regelgevende als operationele- maatregelen ter bestrijding van terrorisme en georganiseerde criminaliteit. Voor het Nederlands voorzitterschap zijn deze Verklaring en de conclusies van de Europese Raad van 17 en 18 juni jl. - met het betreffende actieplan/routeschema- richtinggevend voor het werkprogramma op JBZ-gebied. Maatregelen met het oog op de bestrijding van terrorisme zullen als een rode draad de werkzaamheden in de verschillende onderdelen van Justitie en Binnenlandse Zaken bepalen. Terrorismebestrijding Het adequaat en snel uitvoering geven aan de verklaring van de Europese Raad inzake de bestrijding van terrorisme van 25 maart en de conclusies van de Europese Raad van 17 en 18 juni jl., zal centraal staan in het werk van de verscheidene werkgroepen en in het bijzonder in de werkgroep terrorisme. Hierbij zijn zes resultaatgebieden voor het Nederlands voorzitterschap te onderscheiden. Het eerste gebied - bevorderen van de samenwerking tussen politie en veiligheidsdiensten - heeft daarbij absolute prioriteit. Het Voorzitterschap is voornemens om dit punt voortvarend ter hand te nemen en een aantal van de voorstellen die onlangs door verscheidene partijen zijn geïnitieerd verder te brengen in een samenhangende aanpak. Een tweede resultaatgebied zijn de peer assessments. In het actieplan/roadmap van de Raad is opgenomen dat er in september 2004 en interim-rapport over de evaluaties dient te worden aangenomen. Het Voorzitterschap is voornemens om met prioriteit de resultaten van het interim rapport ter hand te nemen, opdat er vooruitgang wordt geboekt. Ook zal het Voorzitterschap de voortgang moeten bewaken van de evaluaties van de nieuwe lidstaten, die vanaf augustus 2004 worden uitgevoerd /04 GdK/kve 2

3 Een derde resultaatgebied zijn factoren die bijdragen aan rekrutering. Het Voorzitterschap streeft naar een nadere concretisering van de onderwerpen met het oog op het formuleren van een lange termijn aanpak. Een vierde resultaatgebied betreft de uitvoering van een hernieuwd actieplan terrorisme. Elementen hiervan zijn benoemd in de voorgaande resultaatgebieden. Een vijfde resultaatgebied betreft het integreren binnen het Raadssecretariaat van een inlichtingencapaciteit over alle aspecten van de terroristische dreiging, teneinde het EU beleid te informeren. Het laatste resultaatsgebied betreft de dreigingsanalyses. Thans worden binnen de tweede en derde pijler diverse analyses met betrekking tot de terroristische dreiging opgesteld. Een aantal daarvan heeft een verplicht karakter. Het Voorzitterschap streeft naar een stroomlijning van de dreigingsanalyses dit in samenhang met het vorige resultaatsgebied: het creëren van een inlichtingencapaciteit binnen het Raadssecretariaat. Voorts zal adequaat aandacht worden geschonken aan het uitvoeren van de conclusies van de Raad van 8 juni jl. met betrekking tot terrorisme in relatie tot de Task Force Politiechefs, Eurojust en de monitoring van implementatie van wetgeving in de lidstaten. Justitiële samenwerking in strafzaken Wederzijdse erkenning, uitwisseling van gegevens en onderlinge aanpassing van wetgeving De Verklaring van de Europese Raad van 25 maart betreffende de bestrijding van terrorisme en de conclusies van de Europese Raad van 17 en 18 juni jl., alsmede de mededeling van de Europese Commissie van 29 maart 2004, bevatten belangrijke punten voor het wetgevingsprogramma waaraan onder Nederlands voorzitterschap gestalte wordt gegeven /04 GdK/kve 3

4 De in het kader van de strafrechtelijke samenwerking geformuleerde Nederlandse prioriteiten sporen goed met de wensen van de Europese Raad en die van de Europese Commissie. Het Nederlandse Voorzitterschap zal met onverminderde energie het werk voortzetten aan het programma van maatregelen voor de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen en vonnissen in strafzaken. Het voortduren van terroristische aanslagen onderstreept het grote belang van effectieve en snelle samenwerking in strafzaken tussen de lidstaten, die behalve door wederzijdse erkenning van beslissingen, ook door de bevordering van uitwisseling van gegevens, als ook door een wederzijdse aanpassing van wetgeving gestalte kan krijgen. Wederzijdse erkenning Uitwerking van het beginsel van de wederzijdse erkenning in concrete instrumenten kan een belangrijke bijdrage leveren aan verbetering van die samenwerking. In overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van 25 maart 2004 betreffende de bestrijding van het terrorisme zal het voorstel voor een Kaderbesluit betreffende het Europees Bewijsverkrijgingsbevel centraal staan in de werkzaamheden van de werkgroep Samenwerking in strafzaken. Daarbij zal door middel van een thematische behandeling prioriteit worden gegeven aan het bereiken van consensus over de kernpunten. Uitwisseling van gegevens Uitwisseling van gegevens staat onder meer centraal in het voorstel van de Commissie voor een Raadsbesluit inzake de uitwisseling van informatie en de samenwerking inzake terroristische misdrijven. Het voorstel van de Commissie, dat onder Nederlands voorzitterschap verder behandeld zal worden, strekt tot verbetering van de informatie-uitwisseling in alle stadia van een strafprocedure door een verplichting voor de lidstaten om informatie door te geven aan Europol en Eurojust. Behalve het nastreven voortgang op legislatief gebied ten aanzien van de uitwisseling van gegevens, beoogt Nederland ook in het bijzonder naar verbetering op operationeel niveau. Verscheidene werkgroepen houden zich bezig met aspecten van uitwisseling van gegevens, die voor de strafrechtelijke samenwerking van belang zijn. In dit verband is ook van belang het Zweedse voorstel voor een kaderbesluit inzake de vereenvoudiging van de informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsdiensten (zie ook hierna onder bestrijding georganiseerde criminaliteit ) /04 GdK/kve 4

5 Onderlinge aanpassing van wetgeving Behalve wederzijdse erkenning en uitwisseling van gegevens is ook onderlinge aanpassing van wetgeving genoemd als middel ter verbetering van de strafrechtelijke samenwerking. Een voorbeeld van beoogde aanpassing van wetgeving is te vinden in het initiatief-voorstel van enkele lidstaten betreffende bewaring van verkeersgegevens door telecomaanbieders. Ook dit voorstel zal onder Nederlands voorzitterschap ter hand genomen worden. Het langduriger bewaren van telecomgegevens kan ten goede komen aan de opsporing van strafbare feiten, met name wordt door de initiatiefnemers gerefereerd aan het belang voor de terrorismebestrijding. Voor dit kaderbesluit bewaring van verkeersgegevens geldt, dat deze voor juni 2005 dient te worden aangenomen. Van geheel andere aard, maar wel thematisch te vatten onder aanpassing is het streven een kaderbesluit ter versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van verontreiniging vanaf schepen tot stand te brengen. Nederland streeft ernaar, nu er een politiek akkoord is over de betreffende Richtlijn, de onderhandelingen aangaande dit kaderbesluit af te ronden. Waarborgen Hebben verscheidene voorstellen, die onder Nederlands voorzitterschap zullen worden aangepakt, de strekking de effectiviteit en efficiency van de strafrechtelijke samenwerking te bevorderen, aandacht voor waarborgen van betrokkenen is er ook, zoals blijkt uit het voorstel van de Commissie voor een kaderbesluit inzake bepaalde procedurele rechten in strafzaken in de gehele Europese Unie. Nederland heeft het voornemen een begin te maken met de besprekingen aangaande dit voorstel. Implementatie van Europese wetgevingsinstrumenten Voor de verbetering van de justitiële samenwerking is het van het grootste belang dat de lidstaten hun verplichtingen op grond van in de Europese Unie tot stand gekomen wetgevingsinstrumenten nakomen en alle nationale maatregelen treffen die nodig zijn om onverkort en onverwijld uitvoering te geven aan die instrumenten. Ook de Verklaring van 25 maart 2004 betreffende de bestrijding van terrorisme onderstreept dit belang. De wijze waarop de lidstaten uitvoering geven aan de wetgevingsinstrumenten dient gemonitord en geëvalueerd te worden /04 GdK/kve 5

6 In dit verband zijn een aantal rapporten van de Commissie betreffende de uitvoering van bepaalde instrumenten, waaronder het kaderbesluit terrorismebestrijding en het Kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, te verwachten. Het Voorzitterschap zal aandacht vragen voor elementen uit deze rapporten opdat de Unie en de lidstaten daaruit lering kunnen trekken, onder andere bij het tot stand brengen van nieuwe wetgevingsinstrumenten. Externe betrekkingen In navolging van de besluitvorming onder het Ierse Voorzitterschap zal het Voorzitterschap de wensen inventariseren van de lidstaten met betrekking tot de invulling van het mandaat om met Noorwegen en IJsland te onderhandelen over een overeenkomst inzake de verworvenheden van het Uitleveringsverdrag van 1996 en de mechanismen van het kaderbesluit inzake het Europees aanhoudingsbevel. Aan de hand van deze inventarisatie zal het Voorzitterschap concrete voorstellen voor de verdere behandeling doen. EUROJUST Op basis van het uit te brengen evaluatierapport van de Commissie en de conclusies en aanbevelingen van de jaarverslagen 2002 en 2003 van Eurojust zullen de werkzaamheden op dit terrein met kracht worden voortgezet. Doel is om binnen de bestaande juridische kaders het functioneren van Eurojust te versterken en de justitiële samenwerking tussen de lidstaten en Eurojust te optimaliseren. Daarbij zal in het bijzonder aandacht worden gegeven aan de bijdrage die Eurojust kan leveren ten aanzien van terrorismebestrijding. Bestrijding Georganiseerde Criminaliteit Het Nederlands voorzitterschap is voornemens een aanzet te geven voor een strategie voor de bestrijding van georganiseerde criminaliteit op EU-niveau, aansluitend bij de evaluatie van de Millenniumstrategie en de uitkomsten van de Conferentie Georganiseerde Criminaliteit van 10 en 11 juni 2004 te Den Haag /04 GdK/kve 6

7 Voorgesteld wordt om de aanbevelingen die voortvloeien uit de volgende trajecten samenhangend te behandelen: -Aanzet voor een strategisch concept op het gebied van georganiseerde criminaliteit Nederland zal op basis van de uitkomsten van het seminar Georganiseerde Criminaliteit, dat op 10 en 11 juni 2004 in Den Haag is gehouden, een nieuw strategisch concept opstellen voor de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Binnen de Unie bestaat een zekere behoefte aan de formulering van een criminele politiek en een daaraan gekoppelde prioritering in de opsporing op EU-niveau (zie o.a. Tampere, Millenniumstrategie) 1. Deze prioritering zou op basis van kwalitatief solide dreigingsbeelden en geconstateerde criminele trends moeten plaatsvinden. In dat verband zal bij de ontwikkeling van een strategisch concept bijzondere aandacht worden besteed aan de wijze waarop kennis over de te bestrijden criminele fenomenen en trends kan worden verbeterd. De door Nederland voorgestane aanzet voor een strategisch concept voorziet, in elk geval voor de korte termijn, niet in het ontwikkelen van nieuwe instrumenten, maar wil veeleer de implementatie, het functioneren van en de samenhang tussen bestaande instrumenten en instituties aan de orde stellen. -Eindevaluatie Millenniumstrategie De Commissie heeft in de tweede helft van 2003 een tussenevaluatie uitgebracht over de stand van zaken rond de implementatie van de 39 aanbevelingen van de Millenniumstrategie Deze tussenevaluatie is ter kennis van de Raad gebracht. De Commissie zal begin 2005 met een eindevaluatie komen. 1 Voorkoming en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit : een strategie van de Europese Unie voor het begin van het nieuwe millennium 2000/C 124/01) /04 GdK/kve 7

8 Uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavingsdiensten Het Nederlands voorzitterschap is voornemens om -ingevolge de Verklaring van de Europese Raad van 25 maart en de conclusies van de Europese Raad van 17 en 18 juni jl.- de besprekingen aan te vangen met betrekking tot het voorstel van Zweden voor een kaderbesluit betreffende de vereenvoudiging van uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavingsdiensten van de lidstaten. Er zal afstemming met de mededeling van de Commissie met betrekking tot een informatiebeleid voor rechtshandhaving, plaatsvinden. Externe betrekkingen Tijdens het Nederlandse voorzitterschap zal (in december 2004) een ministeriële (Trojka) bijeenkomst worden georganiseerd met de Westelijke Balkan over concrete maatregelen in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit. Tijdens bijeenkomst staat centraal de uitvoering van het in de Raad van 19 februari 2004 vastgestelde actieplan Westelijke Balkan dat thans door een groep lidstaten, de zogeheten Vrienden van het Voorzitterschap wordt uitgewerkt. De Vrienden komen mogelijk eind september 2004 met een rapportage terzake. Het Nederlands voorzitterschap zal vervolgens de coördinatie op zich nemen van het gemeenschappelijk standpunt van de Europese Unie met betrekking tot de volgende verdragen: - het ontwerp-verdrag (Raad van Europa) inzake mensenhandel; - herziening van het Protocol bij het Verdrag (1990 van de Raad van Europa) op het gebied van Witwassen; - Protocollen bij het VN-verdrag op het gebied van georganiseerde criminaliteit (UNTOC). - (ondertekening van het) VN-verdrag tegen corruptie 10830/04 GdK/kve 8

9 Drugs Het EU actieplan drugsbestrijding loopt ten einde. Tijdens het Nederlands voorzitterschap zal een nieuwe EU drugsstrategie voor de periode worden ontwikkeld. Deze strategie zal voortborduren op de conclusies van de onder Iers voorzitterschap gehouden conferentie A new drugsstrategy- the way forward waarin de prioriteiten voor een nieuwe strategie onderwerp van bespreking waren. De nieuwe strategie zal rekening houden met de tussentijdse evaluatie van het thans lopende actieplan en waar mogelijk met de eindevaluatie hiervan welke naar verwachting in oktober 2004 door de Commissie gepresenteerd zal worden. In de strategie komen 5 thema s aan de orde: vraagvermindering, aanbodvermindering, buitenlands beleid, onderzoek en monitoring en coördinatie. Het Nederlands Voorzitterschap zal waar nodig initiatieven die tijdens het Iers Voorzitterschap zijn ingediend verder brengen. Het betreft dan met name een resolutie die betrekking heeft op de intensivering van activiteiten ten behoeve van de vraagvermindering van cannabis en een Commissievoorstel voor een aanpassing van Regeling 302/93 van de Raad voor de instelling van het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EWDD). Tenslotte zal het Voorzitterschap in samenwerking met opvolgende voorzitterschappen en de Commissie voorstellen doen voor een nieuw actieplan voor de periode Politiesamenwerking Mede naar aanleiding van de aanslagen te Madrid van 11 maart jl., zal het Nederlands Voorzitterschap prioriteit toekennen aan de versterking van operationele politiesamenwerking door het opheffen van obstakels voor politiediensten om grensoverschrijdend op te treden. Dit met name in de grensstreken, vooral als het gaat om dagelijkse samenwerking en openbare orde. In dit kader zullen de conclusies van een seminar Policing without Frontiers, dat op 11 en 12 maart 2004 te Maastricht heeft plaatsgevonden, verder worden gebracht. Veel bilaterale verdragen tussen de lidstaten kunnen hierbij als voorbeeld dienen /04 GdK/kve 9

10 Een ander punt dat leidt tot het verbeteren van praktische, operationele samenwerking in de EU betreft het uitwerken van bestaande formele en informele netwerken van de EU, waaronder het netwerk ter bescherming van prominenten. Dit netwerk is op 22 en 23 april 2004 in Den Haag bijeen gekomen. Daarbij is gebrainstormd over de toekomstige taken van het netwerk en de wijze waarop politiediensten beter met elkaar kunnen samenwerken. Het Nederlands Voorzitterschap is voornemens om op basis van de conclusies van de bijeenkomst een initiatief in te dienen. Ook zal het Voorzitterschap aandacht besteden aan de bestrijding van voertuigcriminaliteit en de verdere behandeling van het betreffende ontwerp-raadsbesluit. Daarnaast is het Nederlands Voorzitterschap voornemens een netwerk voor de verschillende takken van transportpolitie op te richten. Op 8 en 9 juni jl. heeft in Den Haag over dit onderwerp een seminar plaatsgevonden. Doel is het bevorderen van een integraal veiligheidsbeleid op het gebied van transportgerelateerde politietaken (bestrijding van drugssmokkel, autodiefstal, mensensmokkel, ed.). Hierbij zal bezien worden of er een verband gelegd kan worden naar de betere bescherming van soft targets tegen terreuraanvallen. Tenslotte hecht het Nederlands Voorzitterschap grote waarde aan de integriteit van Europese politiekorpsen. In de Raad van Europa is daartoe in 2002 een Code of Ethics aangenomen. Het Voorzitterschap zal willen bespreken hoe een dergelijke code binnen de EU verder gestalte kan krijgen. De voorbereidingen hiervan worden ondersteund door de organisatie van een seminar voor politie-deskundigen op juni. CEPOL De toekomst van CEPOL is een belangrijk onderwerp voor het Nederlands voorzitterschap, in lijn met eerder dit jaar genomen Raadsbesluiten dienaangaande. Het voorzitterschap is voornemens om de thans in voorbereiding zijnde Commissiemededeling inzake de toekomst van CEPOL te behandelen. Verder zal het voorzitterschap in de Raad van Bestuur CEPOL prioritair aandacht besteden aan de ontwikkeling van een Europese onderwijsstrategie voor hogere politiefunctionarissen. Hierbij zal gekeken worden naar de ontwikkeling van een competentie profiel voor hogere politiefunctionarissen en voor CEPOL opleiders alsmede naar het opzetten en doorvoeren van een stelsel van kwaliteitszorg en het harmoniseren van opleidingen voor grensoverschrijdende politiesamenwerking voor hogere politiefunctionarissen /04 GdK/kve 10

11 Een ander belangrijk aandachtspunt voor het Nederlands voorzitterschap betreft het gestalte geven aan de vestiging en inrichting van het permanente secretariaat van CEPOL. Task Force Europese Politiechefs Gelet op de conclusies van de Europese Raad van 17 en 18 juni jl. zal het voorzitterschap in consultatie met de Task Force Europese Politiechefs werken aan de versterking van het operationeel vermogen van de Task Force. Daarnaast zal worden gewerkt aan het realiseren van een gemeenschappelijk onderzoeksteam met betrekking vrouwenhandel in Bulgarije. Ervaringen hieruit zullen bijdragen aan de operationalisering van dergelijke gemeenschappelijke onderzoeksteams. Ter ondersteuning van deze operationele samenwerking zal een aantal politieprofessionele onderwerpen worden aangepakt. Dit betreft in de eerste plaats community policing in relatie tot terrorismebestrijding. Daarnaast is professionalisering belangrijk bij de ondersteuning van de nieuwe lidstaten. Om deze taken maximaal uit te voeren zal ook aandacht worden besteed aan het intern functioneren en de interne structuur van de Task Force. In operationeel opzicht zal daarbij de relatie met Europol essentieel zijn. Raad van Bestuur EUROPOL Voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme in Europa is een adequate uitwisseling van informatie tussen de lidstaten van groot belang. Europol s sleutelrol hierbij kan slechts worden gerealiseerd als alle aangesloten landen bereid en in staat zijn Europol daadwerkelijk te betrekken bij de opsporing en de terrorismebestrijding /04 GdK/kve 11

12 Terrorismebestrijding In de Verklaring van de Europese Raad betreffende de bestrijding van terrorisme en de conclusies van de Europese Raad van 17 en 18 juni jl., is een belangrijke plaats ingeruimd voor Europol. Onder het Ierse Voorzitterschap is besloten tot herprioritering in de bestaande werkzaamheden en extra personele uitbreiding ten behoeve van de opnieuw opgerichte Task Force Terrorismebestrijding. Het Voorzitterschap zal toezien op uitvoering van de besluiten, zowel door de lidstaten als door Europol, en zo nodig initiatieven nemen ter verdere versterking van de rol van Europol bij de terrorismebestrijding Functioneren Europol Het Nederlandse voorzitterschap wil zich in het bijzonder inzetten voor het verbeteren van de bedrijfsvoering binnen Europol ( corporate governance ) en het doeltreffender organiseren van de werkzaamheden van de Raad van Bestuur. De toetreding van de nieuwe Europese lidstaten vormt hierbij een bijzonder punt van aandacht. Het voorzitterschap zal voorts zorgdragen voor een adequate advisering aan de Raad over het aangaan van strategische partnerrelaties tussen Europol en derde landen en internationale organisaties. Het voorzitterschap zal tevens de samenwerking bevorderen tussen Europol en aanverwante Europese organisaties, zoals de Task Force Europese Politiechefs. Implementatie Europol Informatiesysteem De voltooiing van het Europol informatiesysteem (EIS) krijgt een zeer hoge prioriteit. Het functioneren van Europol tot nu toe is belemmerd door de grote vertraging die is opgetreden bij de realisering van het informatiesysteem. Het Nederlandse voorzitterschap zal alle partijen strikt houden aan het vastgestelde schema voor de oplevering van het informatiesysteem, en het gebruik daarvan door alle lidstaten /04 GdK/kve 12

13 Douanesamenwerking. De rol van de douane die traditioneel hoofdzakelijk fiscaal van aard was is de afgelopen jaren verschoven waarbij de nadruk steeds meer is komen te liggen op het beveiligen van de samenleving tegen gevaarlijke goederen. Samenwerking tussen de verschillende douanediensten in de Gemeenschap op dit laatste gebied is mogelijk op basis van recentelijk in werking getreden douane gerelateerde overeenkomsten op JBZ- gebied. De Strategie voor Douanesamenwerking in de Derde Pijler en het bijbehorende actieplan bepaalt de richting waarbinnen het Nederlands voorzitterschap op basis van de nationale prioriteiten invulling zal geven aan de daadwerkelijke samenwerking tussen de verschillende diensten. Onderwerpen uit het actieplan die het Nederlandse voorzitterschap ter hand wil nemen zijn er op gericht te beletten dat goederen, gerelateerd aan criminaliteit en terrorisme de Gemeenschap worden binnengesmokkeld. Het gaat om onderwerpen als gezamenlijke onderzoeken met andere douanediensten, het ontwikkelen van nieuwe gezamenlijke risico indicatoren, het verbeteren van de samenwerking tussen de douane en Europol en het in kaart brengen van de bevoegdheden van de douanediensten van de nieuwe lidstaten. De Mededeling van de Commissie inzake de versterking van de politie- en douanesamenwerking, zal tevens worden betrokken in de activiteiten van het Voorzitterschap. Schengen SIS De eerste prioriteit met betrekking tot het Schengen Informatiesyteem (SIS) betreft de ongestoorde werking van het SIS. Daarnaast is de ontwikkeling van het Schengen Informatiesysteem tweede generatie (SIS II) evenzeer een prioriteit voor het Nederlandse voorzitterschap. Het Nederlandse voorzitterschap zal de werkzaamheden die met betrekking tot SIS II zijn aangevangen tijdens het Ierse voorzitterschap, voortzetten. Deze werkzaamheden zijn gebaseerd op de Raadsconclusies van juni 2003 en van april 2004 en betreffen de locatie, het beheer en de financiering van SIS II alsmede de functionaliteiten van het SIS /04 GdK/kve 13

14 Voorts zal het voorzitterschap aandacht besteden aan het vraagstuk van de doelstellingen van SIS II, op basis van het advies dat in mei jl. door de Gemeenschappelijke Controle Autoriteit is uitgebracht. Evaluatie Het Nederlands voorzitterschap zal de werkzaamheden met betrekking tot de evaluatie van de toepassing van het Schengen-acquis in de lidstaten voortzetten. De werkzaamheden tijdens het Nederlandse voorzitterschap zullen zich in het bijzonder concentreren op de evaluatie van Italië, de implementatie van het SIS in het VK en (mogelijk)de evaluatie van Ierland van de (gedeeltelijke) toepassing van het Schengen-acquis. Voorts zal er een nieuw werkprogramma voor de evaluaties van Schengen worden opgesteld /04 GdK/kve 14