Integrale afweging bomen langs N319

Transcriptie

1 Integrale afweging bomen langs N319 Traject 130 Groenlo - Ruurlo Datum: Opgesteld door: Joris van der Vet (Eelerwoude), Jacco van Leuveren (provincie Gelderland), Kees Flier (Tree-O-Logic), Carla Nijendijk (provincie Gelderland) 1. Inleiding Aanleiding Een kwart van alle dodelijk ongevallen op provinciale wegen in Gelderland wordt veroorzaakt door een aanrijding met een boom. Dit probleem wordt veroorzaakt doordat langs wegen buiten de bebouwde kom de veilige obstakelvrije zone in veel gevallen onvoldoende is. Hierdoor zijn de wegen niet vergevingsgezind: Als een weggebruiker een fout maakt en in de berm terecht komt, wordt de fout afgestraft door een aanrijding met een obstakel, veelal een boom. Bij een vergevingsgezinde inrichting is er ruimte om het voertuig naast de weg tot stilstand te brengen of weer terug de weg op te sturen. Bomen en verkeersveiligheid Ook langs de N319 staan relatief veel bomen dicht langs de weg. Deze vormen een groot risico voor de verkeersveiligheid. Uit een analyse van de geregistreerde ongevallen blijkt dat op tussen 2011 en 2015 drie ernstige ongevallen hebben plaatsgevonden waarbij een auto in botsing is gekomen met een boom, waarvan één met dodelijke afloop (2012). Er is nog geen ongevallendata beschikbaar van de periode na 2015, maar wel is bekend dat op 9 januari 2017 ook een dodelijk ongeval heeft plaatsgevonden op het traject als gevolg van een botsing van een auto met een boom. Andere overwegingen Bomen hebben echter ook een landschappelijke waarde en kunnen waardevol zijn voor ecologie. Ook dienen wettelijke kaders te worden gevolgd bij kap van bomen. Provincie Gelderland hecht er waarde aan dat er draagvlak is voor het kappen van bomen. Het voorstel voor het kappen van bomen wordt daarom zorgvuldig afgewogen. Doel: Zorgvuldige afweging en keuze berminrichting berm N319 Provincie Gelderland heeft met het oog op verkeersveiligheid de behoefte aan een integrale afweging op basis waarvan de keuze voor het al dan niet kappen van bomen binnen de obstakelvrije zone langs de N319 kan worden gemaakt. Wetend dat er, vanwege de beperkte ruimte en tegenstrijdige belangen, geen ideale berminrichting gecreëerd kan worden, moet er gezocht worden naar een optimale inrichting. Een optimale wegberminrichting wordt in dit geval gezien als consensus tussen de verschillende belangen. Dat kan betekenen dat op het ene deel van het traject het zwaartepunt volledig ligt op verkeersveiligheid, een andere deel van het traject landschap een stempel drukt op de Traject 130 Groenlo - Ruurlo 1 van 57

2 keuze die gemaakt wordt en op een ander deeltraject ecologie een belangrijk thema is. Deze afweging is tot stand gekomen na een zorgvuldige afweging van de verschillende thema s, waarbij verkeersveiligheid leidend is. De volgende thema s zijn meegewogen in de integrale afweging van dit traject: A. Verkeersveiligheid B. Vitaliteit bomen C. Ecologie D. Landschap E. Draagvlak Deze notitie beschrijft de integrale afweging en de voorkeurskeuze per trajectdeel (compartiment). 2 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

3 2. Inventarisatie van verschillende thema s Provincie Gelderland heeft in december 2016 een afwegingskader opgesteld dat antwoord geeft op de vraag: Wat doen we met bomen langs onze wegen en hoe wenselijk is het dat ze gehandhaafd blijven c.q. verwijderd worden? Dit om provincie breed een uniforme en objectieve afweging te kunnen maken, en om de resultaten daarvan op een begrijpelijke en transparante manier met bestuurders en burgers te kunnen delen. A. Verkeersveiligheid Omwille van de verkeersveiligheid dienen bomen op voldoende afstand van de weg te staan. Uit onderzoek blijkt dat het aantal ernstige ongevallen aanzienlijk afneemt wanneer bij een 80 km/uur weg een zogenaamde obstakelvrije zone van minimaal 4,5 meter wordt gerealiseerd (in combinatie met een goede inrichting van de rijbaan met voldoende breedte). Het CROW geeft op 80 km/uur wegen een gewenste obstakelvrije zone van 6,0 meter. Uitgangspunt is dat alle bomen binnen de obstakelvrije zone een potentieel gevaar vormen voor de verkeersveiligheid. Om in deze aanpak echter te kunnen prioriteren zijn de bomen onderverdeeld in categorieën, met een hogere of lagere prioriteit. Hiervoor heeft de provincie Gelderland een afwegingskader ontwikkeld. Hierbij is onderscheid is gemaakt in de mate waarin een boom een gevaar vormt voor het verkeer. Onderscheidend hierin zijn de risico verhogende factoren in combinatie met de afstand van een boom tot de weg. De volgende vragen zijn hierbij relevant: Ligt de weg in een bocht of is het een rechtstand? Uit onderzoek blijkt dat er rond bochten een verhoogde kans is op bermongevallen. Voldoet het profiel van de rijbaan aan de ontwerprichtlijnen of is hij te smal? Het profiel van de N319 voldoet echter aan de richtlijn. Bij een te krappe weg is er een verhoogde kans dat een voertuig van de weg raakt. Voldoet de straal van de bocht aan de richtlijn of is deze te krap? Op de N319 zijn twee bochten waarbij de straal van de bocht niet voldoet (km 22,5 en km 23,4). Hier is een verhoogde kans dat een voertuig van de weg raakt en daarom wordt hiervoor strenger omgegaan met de richtlijn. Afhankelijk van de antwoorden op dit soort vragen krijgt de betreffende boom een hogere of lagere status qua verkeersveiligheid toebedeeld. De verschillende bomen, binnen de obstakelvrije zone, langs de N319 zijn gecategoriseerd in de klassen A, B, C. Waar A-status de hoogste prioriteit heeft om gekapt te worden wegens verkeersveiligheid en C-status de laagste prioriteit. Tabel 1 geeft een overzicht van de wijze waarop de bomen in de obstakelvrije zone beoordeeld zijn en onder welke voorwaarden de bomen in de status A, B of C krijgen. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 3 van 57

4 Situatie Status 80km-wegen*** 60km-wegen*** A-status B-status C-status A-status B-status C-s Rechtstand Dwars- en lengteprofiel 1 2,5 4,5 Kant asfalt 1,5 voldoet aan richtlijnen* Bocht** Dwars- en lengteprofiel 2,5 6 Oneindig 1,5 2,5 voldoet aan richtlijnen* Dwars- en lengteprofiel voldoet niet aan richtlijnen* 6 Oneindig Oneindig 2,5 4,5 Kruispunt / uitrit De eerste boom (bij uitrit: bewoners raadplegen) Stopzicht (maat is vastgelegd in Handboek Wegontontwerp, afhankelijk van diverse factoren) Tabel 1: Afwegingskader verkeerskundige prioritering bomen Oprijzicht (maat is vastgelegd in Handboek Wegontontwerp, afhankelijk van diverse factoren) De eerste boom (bij uitrit: bewoners raadplegen) Stopzicht (maat is vastgelegd in Handboek Wegontontwerp, afhankelijk van diverse factoren) Op is v Ha We afh div Alleen de bomen binnen de obstakelvrije zone van de hoofdrijbaan zijn gecategoriseerd. Aanpak van de bomen langs de parallelweg hebben een minder hoge prioriteit, omdat er vanuit gegaan wordt dat de snelheid op de parallelweg verlaagd gaat worden naar 60 km/u en de verkeersintensiteit op de parallelweg relatief laag is. De aanpak van de bomen binnen obstakelvrije zone van de parallelweg worden deze onderhoudsperiode daarom nog niet mee genomen. Na toepassing van het beoordelingskader kent dit traject 30 bomen met A-status, 319 bomen met B-status en 434 bomen met C-status. Van de nog ongeveer 1220 andere bomen die langs dit traject staan is geconstateerd dat deze buiten de obstakelvrije zone staan of een plek hebben langs de parallelweg. Uitgangspunt vanuit verkeersveiligheid is om alle bomen met A-status te kappen en vervolgens ook een deel van de B-bomen om uiteindelijk toe te kunnen werken naar een weg zonder bomen in de obstakelvrije zone. B. Vitaliteit Tree-O-Logic heeft een analyse naar de toekomstverwachting van de laanbomen langs de N319 uitgevoerd. Het betreft hierbij alleen de bomen die binnen de obstakelvrije zone tot 4.50 m uit de rijbaan staan. Het doel van deze analyse is een beeld van de complete en specifieke vitaliteit van de bomen langs dit traject. Binnen de systematiek van een boomveiligheidscontrole worden een aantal conditieklassen onderscheiden die gekoppeld worden aan de toekomstverwachting van een boom. De volgende onderverdeling wordt hierbij gehanteerd: Goede conditie: Bomen met een toekomstverwachting van > 15 jaar Redelijke conditie: Bomen met een toekomstverwachting van jaar Matige conditie: Bomen met een toekomstverwachting van 5-10 jaar Slechte conditie: Bomen met een toekomstverwachting van < 5 jaar Hierbij dient de kanttekening geplaatst te worden dat het een momentopname betreft. Ook is de toekomstverwachting soort- en standplaatsafhankelijk en kunnen externe meerdere factoren leiden tot verkorting van de toekomstverwachting. 4 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

5 Er zijn in totaal 934 bomen geïnspecteerd. 825 bomen hebben goede vitaliteit, 85 een redelijke vitaliteit, 20 een matige vitaliteit en 4 slecht. Het overgrote deel van de bomen (900 stuks) betreffen zomereiken. Zomereiken met een redelijke conditie en een redelijke standplaats (groeiruimte) kunnen vaak nog wel 20 jaar of langer in deze toestand verkeren. Cirkeldiagram van de algemene vitaliteit van de laanbomen langs de N319 C. Ecologie Op basis van een natuuronderzoek is vastgesteld dat het tracé vooral een belangrijke functie heeft voor vleermuizen en vogels met een jaarrond beschermde verblijfplaats. Uit dit onderzoek blijkt dat de laatvlieger en gewone dwergvleermuis verblijfplaatsen hebben naast de weg en delen van de beplanting gebruiken langs de weg als vliegroute of foerageergebied. Daarnaast vormen de bomen langs de weg een belangrijk onderdeel van waarschijnlijk twee populaties rosse vleermuizen. Meerdere bomen worden gebruikt als paar-/baltsverblijfplaats en mogelijke winterverblijfplaats. Tevens zijn twee zomerverblijfplaatsen op korte afstand buiten het tracé aanwezig van deze soort. De verblijfplaatsen van rosse vleermuis en de nabijgelegen bomen dienen gehandhaafd te blijven. Het verstoren van verblijfplaatsen of het verwijderen van vliegroutes is ontheffingsplichtig. Voor een goed leefklimaat van de vleermuizen is het sterk aan te bevelen om de lijnvormige structuren zoveel mogelijk te handhaven (kap van bomen waarbij minimaal een enkele bomenrij gehandhaafd blijft of locaties waar bosranden de functie als vliegroute kunnen overnemen, is wel mogelijk). Met name nabij vliegroutes, de Slinge en de verblijfplaatsen van rosse vleermuis wordt geadviseerd verlichting te beperken en verlichting van landschapselementen te voorkomen. Indien bovenstaande aandachtpunten niet mogelijk zijn, zijn negatieve effecten op vleermuizen niet uit te sluiten en dient er een ontheffing voor vleermuizen aangevraagd te worden. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 5 van 57

6 D. Landschap De N319 en zijn omgeving kent een rijke geschiedenis. Traject 130, het deel tussen Ruurlo en Groenlo, is voor 1850 nog niet op historische kaarten terug te vinden. Het natte en toen nog ontoegankelijke gebied tussen Ruurlo en Groenlo werd toen langzamerhand in gebruik genomen. De route van de huidige N319 wordt rond 1850 aangelegd als verbinding tussen Zutphen, Vorden, Ruurlo, Groenlo en Winterswijk als de Straatweg naar Winterswijk. Het tracé ligt autonoom in een sterk variërend landschap. Op deze handelsroute werd onder andere tol geheven. De Straatweg naar Winterswijk wordt rond 1900 opgenomen in het Rijkswegenplan als de Rijksweg 47. Het strak vormgegeven tracé blijft hierbij ongewijzigd en doorkruist een zeer gevarieerd landschap. Ruurlo-Groenlo omstreeks 1840 Ruurlo-Groenlo omstreeks 1850 Ruurlo-Groenlo omstreeks 1900 Ruurlo-Groenlo omstreeks 2015 De weg wordt in 1957 onderdeel van de N94 (een zijweg van de E8, de huidige E30, die van Apeldoorn via Zutphen naar de Duitse grens bij Winterswijk liep. In 1976 wordt deze hernummerd tot Rijksweg 841 om vervolgens in 1982 te worden genummerd als N319 in het Rijkswegenplan. Een bomenlaan heeft de oude handelsroute door de jaren heen begeleidt. 6 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

7 De N319 vormt nog steeds een belangrijke ontsluitingsweg in de regio. Ook qua groenstructuur is de N319 en loop van de weg in ruim 150 jaar vrijwel ongewijzigd gebleven. Oude bomenlanen begeleiden ook nu nog de N319, zo ook op traject 130. Echter is de ruimtelijke druk op de inrichting van de wegberm afgelopen decennia steeds groter geworden. De breder wordende weg, aanleg van een parallelweg, de noodzaak voor kabels en leidingen en richtlijnen voor verkeersveiligheid maken dat de bomenlaan sterk onder druk is komen te staan. Dit is terug te zien in kwaliteit van de bomenlaan. De bomenlaan kent grote gaten, een grote diversiteit aan leeftijden, plant- en randafstanden etc. De aanliggende parallelweg is door de jaren heen ook deels aangeplant. Alles bij elkaar is sprake van rommelig en onsamenhangende groenstructuur. Onsamenhangende groenstructuur De onsamenhangende groenstructuur is te herleiden aan het ontbreken van een landschapsvisie. Een landschapsvisie die uitspraken doet over het gewenste eindbeeld, het ingrijpmoment en de methodiek om de bomenlaan ook in de toekomst duurzaam in stand te houden. Ten behoeve van de trajectverkenning is een landschapsvisie opgesteld waarin een bomenlaan als eindbeeld wordt beschreven. Daarbij versterkt de bomenlaan het autonome karakter van de weg. Symmetrie vormt een belangrijk component om de samenhang in de bomenlaan te herstellen. De landschapsvisie zet in op een bomenlaan langs de hoofdrijbaan en een enkele bomenrij langs de parallelweg. De nadruk wordt zo Traject 130 Groenlo - Ruurlo 7 van 57

8 opnieuw op de hoofdrijbaan gelegd. De enkele bomenrij langs de parallelweg zorgt ervoor dat de parallelweg ondergeschikt is aan de hoofdrijbaan, maar wel een ruimtelijke eenheid vormt met de weg. Gezamenlijke versterken de hoofrijbaan, parallelweg en begeleidende beplanting het autonome karakter van deze ontsluitingsweg. De landschapsvisie kan gezien worden als een inspiratiedocument en gebruikt worden als toetsingskader voor kap- en herplantmaatregelen. Abstracte weergave van de landschapsvisie E. Draagvlak Provincie Gelderland heeft een inloopbijeenkomst georganiseerd waarin de maatregelen voor groot onderhoud op de N319 aan de aanwonenden en belanghebbenden zijn voorgelegd. Tijdens deze inloopavond is specifiek aandacht gelegd op het spanningsveld van de bomen binnen de obstakelvrije zones. De aanwezigen zijn geïnformeerd over de verkeerskundige categorisering van de bomen, de vitaliteit van de bomen en de landschapsvisie. Eén van de doelen van de inloopbijeenkomst was het peilen van draagvlak voor het kappen van bomen. De reacties waren tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst uiteenlopend. Veel van de aanwezige begrijpen het dilemma en onderschrijven de wens voor een veiligere inrichting. De combinatie met een gedegen herplantplan wordt gewaardeerd. Er waren ook enkele aanwezigen die zich niet konden vinden in de verkeerskundige argumentatie. Daarnaast werd ook aangegeven dat de kap van bomen de weg visueel verbreedt en mogelijk aanzet tot harder rijden Opgemerkt dient te worden dat 2 dagen voor de inloopbijeenkomst een eenzijdig dodelijk ongeval had plaats gevonden op dit traject waarbij een jonge bestuurder om het leven gekomen is door een aanrijding met een boom. Tijdens de inloopbijeenkomst is aangegeven dat men zich kon aanmelden voor een werkgroep die mee gaat denken over het dilemma van bomen binnen de obstakelvrije zone. Ook via de provinciale website zijn mensen opgeroepen mee te denken over het bomenplan. Uiteindelijk hebben 20 mensen zich aangemeld om mee denken over het bomenplan. Tijdens de werksessie waren 16 omwonenden/belangstellenden aanwezig. De bomenstichting Achterhoek was daarbij ook vertegenwoordigd. Daarnaast waren de 8 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

9 beide betrokken gemeenten ook ambtelijk vertegenwoordigd. Bij de werksessie is eerst toegelicht welke gegevens het projectteam reeds verzameld had en hoe deze gegevens gebruikt konden worden bij de afweging om bomen wel of niet te kappen. De aanwezigen mochten vervolgens de compartimenten (delen van de N319) onder verdelen in Niet aanpakken, Wel aanpakken en Twijfel. De compartimentering is gebaseerd op het stadium waarin de laan zich bevind (in hoofdstuk 3 is nader toegelicht hoe de compartimentering tot stand is gekomen). Medewerkers van Provincie Gelderland en Eelerwoude hadden voorafgaand aan de werksessie ook een eerste voorstel gedaan voor het wel of niet aanpakken van de verschillende compartimenten. Deze is naast de uitkomst van de andere groepen gelegd nadat deze zelf ook een indeling hadden gemaakt. Tijdens de werksessie hebben de ambtenaren van de beide gemeentes hun input geleverd. Daarnaast waren er 4 groepjes van 4 mensen die de aanpak van de verschillende compartimenten beoordeeld hebben. Groep 4 had over een paar compartimenten geen consensus in de groep, daarom is die uitkomst weergegeven als 4a en 4b. De uitkomst wordt gebruikt om te toetsen of er draagvlak is voor het voorstel dat door Provincie en Eelerwoude gedaan is. Algemene conclusie die aan het eind van de avond is getrokken: Er is draagvlak voor het kappen van een beperkt aantal compartimenten.. Echter is er geen draagvlak voor het kappen van de helft van de compartimenten, zoals het eerste voorstel door Provincie en Eelerwoude was. Bij geen enkel compartiment waren de aanwezigen unaniem over de aanpak. Wel zien we een zwaardere voorkeur voor aanpakken in de buurt van bochten (waar ook de categorie A-bomen zich begeven). Compartiment Prov. + Eelerwoude Gemeentes a 4b A A A A A A A A B B B B B B B B C C C C C C C C D D D D D D D D E E E E E E E E F F F F F F F F G G G G G G G G H H H H H H H H I I I I I I I I J J J J J J J J K K K K K K K K L L L L L L L L M M M M M M M M N N N N N N N N O O O O O O O O P P P P P P P P Niet aanpakken Twijfel Wel aanpakken Traject 130 Groenlo - Ruurlo 9 van 57

10 Foto s van werksessie Alternatief voor bomenlaan Een aanwonende heeft aangegeven graag ook een alternatief te zien voor een bomenlaan. Daarbij werd voorgesteld om niet een bomenlaan, maar stroken met heesters (struiken) toe te passen. Struiken zijn, mits de stam niet dikker is dan 8 cm, een minder groot obstakel dan een boom. Een deel van de aanwezigen gaf aan dit een goed voorstel te vinden. Gemeente Berkelland is ook voorstander van dit voorstel. Provincie Gelderland is enigszins terughoudend in het plaatsen van struiken en heesters langs de provinciale weg in verband met onderhoud. Maar in het kader van Natuurlijk Sturen staat de Provincie open om dit nader te onderzoeken. Stellingen De aanwezigen is tevens verzocht enkele vragen en stellingen te beantwoorden. De resultaten zijn in onderstaande grafieken weergeven. 10 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

11 Traject 130 Groenlo - Ruurlo 11 van 57

12 3. Compartimentering als basis voor integrale afweging Het projectteam acht het onwenselijk de vitaal uitziende bomen massaal te kappen om de verkeersveiligheid in één keer tot een maximaal niveau te brengen. Gezien de landschappelijke- en ecologische waarde van de bomen langs de N319, is in een vroeg stadium van het verkenningsproces besloten dat het ongewenst en onhaalbaar is om kap- en aanplantmaatregelen in één keer uit te voeren. Het kappen van alle bomen binnen de obstakelvrije zone zou dan van dusdanige omvang zijn dat we kunnen spreken van een kaalslag. Om die reden is naar een compartimentering van de bomenlaan gezocht dat structuur geeft aan het mogelijk faseren van de kap- en aanplantmaatregelen. Het stadium waarin de huidige bomenlaan zich bevindt is bepalend geweest voor de compartimentering. Met het stadium wordt aangegeven of er nog voldoende bomen staan om nog te kunnen spreken van een bomenlaan. Hierbij is onderscheid gemaakt in drie stadia: De bomenlaan is intact. Voorkeur voor behoud op korte termijn De bomenlaan is: Niet intact. Voorkeur voor kap en aanplant op korte termijn. De derde betreft een bomenlaan die zich op de rand van het omslagpunt bevindt. Wij beschouwen dit als In verval. Bomenlaan Niet intact Bomenlaan Intact De compartimentering op basis van Intact, Niet intact of In verval is niet per definitie bepalend voor het ingrijpmoment op korte of lange termijn. Daarentegen is dit wel een belangrijke graadmeter voor de landschappelijke impact van de maatregel. 12 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

13 van compartimenten op de N319 Traject 130 Groenlo - Ruurlo 13 van 57

14 4. Integrale afweging per compartiment Op basis van de onderzoeksresultaten van de verschillende thema s is voor elk compartiment een integrale afweging gemaakt. Van elk compartiment worden eerst kort de resultaten van de afzonderlijke thema s toegelicht. Vervolgens wordt per compartiment in de conclusie voorgesteld of deze wel aangepakt of niet aangepakt wordt. Bij een enkele compartimenten zijn tegenstrijdigheden tussen de verschillende thema s zo groot, dat deze vooralsnog met Twijfel worden gecategoriseerd. Hier is maatwerk nodig om tot een goede invulling te komen. Voor alle compartimenten geldt dat ongeacht het voorstel altijd ruimte is voor maatwerk, wat inhoudt dat kappen, herplant of een compartiment deels aanpakken tot de mogelijkheid behoort. De conclusies die hier getrokken worden betreffen voorlopige conclusies. Herplant en compensatie te kappen bomen Uitgangspunt bij kap is dat bomen worden herplant. Er is in deze notitie nog geen rekening gehouden met het aanplanten van nieuwe bomen ter compensatie van de kap. Bij de uiteindelijke afweging zal gekeken worden naar de meest geschikte locatie om de kap te compenseren met nieuwe aanplant van bomen. Daarbij vormt de landschapsvisie het uitgangspunt Uiteindelijke afweging Er is bij de afweging nog geen rekening gehouden met een aantal aspecten die bij de uiteindelijke keuze van de aanpak van een compartiment doorslaggevend kunnen zijn, daarbij valt te denken aan de aanwezigheid van kabels en leidingen, de mogelijkheid van herplant bomen. Naast de ruimtelijke mogelijkheid om ergens een boom te planten is het ook van belang of de grond wel in eigendom van de provincie is. 14 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

15 Compartiment A A. Verkeersveiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan staan zijn gecategoriseerd als B of C. Het betreft bomen op een rechtstand die tussen 1 tot 2,5 meter van de weg staan (B-bomen) of tussen 2,5 en 4,5 meter van de weg (C-bomen). verkeerskundige categorisering compartiment A B. Vitaliteit bomen De bomen in compartiment A hebben een overwegend goede vitaliteit. vitaliteitscontrole compartiment A C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 15 van 57

16 D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan in dit compartiment is te categoriseren als Niet intact. Dit vanwege de vele bomen die hier zijn verdwenen. Dit compartiment wordt gezien als de entree van Ruurlo. Een andere inrichting, dan een bomenlaan, die eer doet aan deze entree is wenselijk. Te denken valt aan asymmetrische inrichting met verspreid staande bomen en struiken. Het kappen (of geleidelijk uitvallen) van enkele bomen en het aanplanten van nieuwe bomen draagt bij aan deze asymmetrische inrichting. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude twijfelen over de aanpak. In de werksessie hebben de gemeentes aangegeven: Wel aanpakken, één groep Twijfel en drie groepen Niet aanpakken. Er is geen draagvlak voor het kappen van deze bomen. Conclusie Gezien de goede vitaliteit van de bomen en het beperkte draagvlak voor kap vanuit de omgeving is de kap van bomen discutabel. De bomen staan binnen de obstakelvrije zone, maar zijn niet met de hoogste categorie (A) aangewezen. Het voorstel is om de bomen niet te kappen. Aanbeveling De berm biedt kansen voor aanplant conform een inrichting dat past bij de Entree van Ruurlo. Bij natuurlijke uitval van de bomen worden alleen nieuwe bomen geplant buiten de obstakelvrije zones. 16 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

17 Compartiment B A. Verkeersveiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan staan zijn gecategoriseerd als A of B. De toekenning van de categorie A komt voort uit de standplaats van de bomen in de bocht. Deze bocht is gekenmerkt als een bocht met een te krappe boogstraal en het risico dat een voertuig in de berm terecht komt is daardoor groter. verkeerskundige categorisering Compartiment B B. Vitaliteit bomen De bomen in compartiment B hebben een overwegend goede vitaliteit. vitaliteitscontrole Compartiment B Traject 130 Groenlo - Ruurlo 17 van 57

18 C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten staan zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als Niet intact. Dit vanwege de vele bomen die hier zijn verdwenen. Het is wenselijk hier de bomenlaan te herstellen. Dit compartiment bestaat uit bomen daterend uit ongeveer De keus voor het herstel van de laan is alleen mogelijk als de reeds bestaande bomen hiervoor worden opgeofferd. Alleen dan hebben de jonge bomen voldoende groeiruimte om zich te kunnen ontwikkelen tot een éénduidige en symmetrische bomenlaan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude willen dit compartiment wel kappen. In de werksessie hebben de gemeentes aangegeven: Wel aanpakken. Twee groepen hebben dit ook aangegeven. Eén groep twijfelt en een andere groep geeft aan Niet aanpakken. Conclusie Het draagvlak voor de kap van bomen in dit compartiment is in vergelijking met andere compartimenten redelijk hoog. Verkeerskundig zijn de bomen deels in de hoogste categorie ingedeeld. Het stadium van de laan is: Niet intact, waardoor de landschappelijke waarde bij en kap en herplant wordt verhoogd. Het voorstel is om de bomen in compartiment B binnen obstakelvrije zone te kappen en bomen herbeplanten buiten de obstakelvrije zone. Aanbeveling Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeersveiligheid is daar echter geen aanleiding toe. Onderzoek naar de verplantbaarheid van deze bomen is dan aan te bevelen. 18 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

19 Compartiment C A. Verkeersveiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan staan zijn hoofdzakelijk gecategoriseerd als B (rechtstand, afstand tussen 1 tot 2,5 meter van rijbaan). Bij huisnummer 50 staat één boom met de categorie A. Dit betreft een boom die het uitzicht op de inrit belemmert. verkeerskundige categorisering Compartiment C B. Vitaliteit bomen De bomen langs de hoofdrijbaan hebben een overwegend goede vitaliteit. vitaliteitscontrole Compartiment C Traject 130 Groenlo - Ruurlo 19 van 57

20 C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten staan zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als Intact. Dit compartiment bestaat uit een nog relatief complete bomenlaan met bomen daterend uit ongeveer Het is wenselijk deze bomenlaan te laten staan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie, Eelerwoude en gemeentes twijfelen over de aanpak van dit vak. De groepen tijdens de werkgroepsessie waren unaniem dat dit compartiment niet aangepakt zou moeten worden. Conclusie De op één stapeling van de goede vitaliteit, de hoge landschappelijke waarde en het ontbreken van draagvlak voor kap, leidt tot het voorstel om compartiment C niet als geheel te kappen. Er is echter één boom met A-status in dit traject. De kap van één enkele laanboom heeft nauwelijks impact op de laanstructuur. Het betreft hier zeer oude omvangrijke eik. Haalbaarheid van de kap van deze boom dient verder bekeken te worden. Voorlopige conclusie die getrokken wordt is dat de boom met de A-categorisering wordt gekapt, mits op basis van een nieuw veldbezoek de noodzaak opnieuw wordt bevestigd. Aanbeveling Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeersveiligheid is daar echter geen aanleiding toe. Onderzoek naar de verplantbaarheid van deze bomen is dan aan te bevelen. 20 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

21 Compartiment D A. Verkeersveiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan staan zijn gecategoriseerd als B. verkeerskundige categorisering Compartiment D B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben overwegend een goede vitaliteit. Van de aanwezige bomen is één boom met een matige vitaliteit. vitaliteitsonderzoek Compartiment D C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is Traject 130 Groenlo - Ruurlo 21 van 57

22 wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten staan zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is gecategoriseerd als Niet intact. Dit vanwege de vele bomen die hier zijn verdwenen. Dit compartiment bestaat uit bomen daterend uit ongeveer De keus voor het herstel van de laan is alleen mogelijk als de reeds bestaande bomen hiervoor worden opgeofferd. Alleen dan hebben de jonge bomen voldoende groeiruimte om zich te kunnen ontwikkelen tot een éénduidige en symmetrische bomenlaan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie, Eelerwoude en gemeentes willen dit compartiment wel aanpakken. In de werksessie hebben 2½ groep aangegeven: Niet aanpakken en één groep Twijfel en ½ groep Wel aanpakken. Conclusie Vanuit het vitaliteitsonderzoek is geen aanleiding tot kap, daar en tegen is die er vanuit verkeerskundig en landschappelijk oogpunt wel. Waarbij vanuit verkeersveiligheid is niet de hoogste categorie toegekend. De landschappelijke waarde van de individuele boom in compartiment D is hoog vanwege de ouderdom van de bomen. Het draagvlak voor de kap van deze bomen is verdeeld, maar overwegend laag. Afhankelijk van de mogelijkheid tot herplant, een nadere overweging en het draagvlak wordt de keuze gemaakt voor het al dan niet aanpakken van dit compartiment. Vooralsnog wordt dit compartiment ingedeeld bij Twijfel. Aanbeveling Nader onderzoek naar de noodzaak van het kappen en aanplant van de bomen is aan te bevelen. Daarbij kan de omvang in het aantal aan te pakken compartimenten in de 1 ste fase van het groot onderhoud meespelen in de uiteindelijke afweging. Vanuit landschappelijk oogpunt wordt geadviseerd de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeerskundig oogpunt zou kap van bomen langs de hoofrijbaan juist meer voor de hand liggen. Eventueel is onderzoek naar de verplantbaarheid van de bomen een optie. 22 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

23 Compartiment E A. Verkeersveiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan zijn overwegend gecategoriseerd als B (rechtstand, afstand tussen 1 2,5 meter van weg). Bij de uitrit van nummer 52 en 54 staan zes A bomen. Dit betreffen bomen die het uitzicht op de inrit belemmeren. verkeerskundige categorisering Compartiment E B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit en enkele bomen kennen een redelijke vitaliteit. vitaliteitsonderzoek Compartiment E Traject 130 Groenlo - Ruurlo 23 van 57

24 C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten staan zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als Intact. Dit compartiment bestaat uit een nog relatief complete bomenlaan met bomen daterend uit ongeveer Het is wenselijk deze bomenlaan te laten staan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude twijfelen over de aanpak van compartiment E. De gemeente geeft aan dit compartiment wel aan te willen pakken. In de werksessie hebben van de 2½ groep aangegeven: Niet aanpakken, één groep Twijfel en ½ groep Wel aanpakken. Conclusie De bomen hebben een overwegend goede vitaliteit. De landschappelijke waarde is hoog vanwege de oude bomen die als laanstructuur nog intact is. Daar en tegen staan de bomen langs de hoofdrijbaan binnen de obstakelvrije zone en hebben de status A of B. Provincie Gelderland wil vanuit verkeersveiligheid deze bomen graag kappen. Aanbevelingen De kap van de A en B bomen zou een enorme aantasting betekenen voor een oude bomenlaan die nog intact is. De kap van alleen de zes laanbomen gecategoriseerd als A zouden een minder grote- maar toch behoorlijke impact hebben op de landschappelijke waarde laanstructuur. De kap creëert twee grote gaten in de bomenlaan. Daarnaast betreffen dit zes zeer oude en omvangrijke eiken. Verder onderzoek naar de onderbouwing en haalbaarheid van de kap van deze bomen is aan te bevelen. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt vanuit landschappelijk oogpunt bij voorkeur verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien hiervoor gekozen wordt zou eerst een onderzoek naar de verplantbaarheid van de bomen uitgevoerd kunnen worden. Vanuit verkeersveiligheid hebben deze bomen echter geen prioriteit om gekapt te worden. 24 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

25 Compartiment F A. Verkeersveiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan zijn gecategoriseerd als A, B en C. De A-bomen bevinden zich in en kort na de bocht. Deze bocht is gekenmerkt als een bocht met een te krappe boogstraal. Het risico dat een voertuig in de berm terecht komt is daardoor groter. Ook bij de uitrit van nummer 56 staat één A boom. Dit betreft een boom die het uitzicht op de inrit belemmert. verkeerskundige afweging Compartiment F B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit, één boom heeft een matige kwaliteit. vitaliteitsonderzoek Compartiment F Traject 130 Groenlo - Ruurlo 25 van 57

26 C. Ecologie In dit compartiment is een verblijfplaats van rosse vleermuizen in een laanboom geconstateerd. Deze boom en de direct omringende bomen (functionele leefomgeving) zijn ontheffingsplichtig conform de Wet Natuurbescherming. Indien plannen gemaakt worden voor het kappen van bomen dient verder onderzoek door een ecoloog uitgevoerd te worden. De functionele leefomgeving dient onderzocht te worden en er dienen maatregelen genomen te worden om de vleermuizen op een natuurlijke manier van verblijfplaats te laten wisselen, door bijvoorbeeld enkele vleermuiskasten in de omgeving te plaatsen. Tevens is dit compartiment in gebruik als vliegroute voor vleermuizen. Het aantasten van de vliegroute is ook ontheffingsplichtig. Door een bomenrij te laten staan, bijvoorbeeld langs de parallelweg, kan de vliegroute behouden blijven. Ter hoogte van de verblijfplaats mag geen extra verlichting worden aangebracht. onderzoeksresultaten natuurtoets Compartiment F D. Landschap Het stadium van de bomenlaan is te categoriseren als Niet intact. Dit vanwege de vele bomen die hier zijn verdwenen. Dit compartiment bestaat uit bomen daterend uit ongeveer Herstel van de laan is alleen mogelijk als de reeds bestaande bomen hiervoor worden opgeofferd. Alleen dan hebben de jonge bomen voldoende groeiruimte om zich te kunnen ontwikkelen tot een éénduidige en symmetrische bomenlaan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. In de werksessie is er echter meer consensus. Op één groep na 26 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

27 kiest iedereen voor aanpakken van compartiment F, dit in lijn met het voorstel van provincie en Eelerwoude. Conclusie In compartiment F bevinden zich enkele bomen met A-status (bocht) en relatief veel B- bomen. Het stadium van de laan is te categoriseren als Niet intact, waardoor de landschappelijke waarde bij kap en herplant kan worden verhoogd. De bomen hebben overwegend een goede vitaliteit. Het voorstel is om de bomen in dit compartiment te kappen. Aanbevelingen Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeersveiligheid is de noodzaak voor kap minder groot ten opzichte van de bomen langs de hoofdrijbaan. Onderzoek naar de verplantbaarheid van deze bomen is dan aan te bevelen. Voor het kappen van de bomen dient een ecoloog nauw betrokken te worden om de aantasting van de verblijfplaats te voorkomen. Mogelijk dienen enkele bomen die onderdeel uitmaken van de functionele leefomgeving behouden te blijven. Een deel van bomen is ontheffingplichtig vanuit de Wet Natuurbescherming. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 27 van 57

28 Compartiment G A. Verkeersveiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan zijn als B gecategoriseerd. Het betreft bomen in de obstakelvrije zone op een rechtstand, die tussen de 1 tot 2,5 meter van de weg staan. verkeerskundige categorisering Compartiment G B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit, enkele bomen hebben een redelijke kwaliteit en twee bomen hebben een matige kwaliteit. vitaliteitsonderzoek compartiment G 28 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

29 C. Ecologie Dit compartiment is in gebruik als vliegroute voor vleermuizen. Het aantasten van de vliegroute is ontheffingsplichtig. Door een bomenrij te laten staan, bijvoorbeeld langs de parallelweg, kan de vliegroute behouden blijven. vitaliteitsonderzoek compartiment G D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als Intact. Dit compartiment bestaat uit een nog relatief complete bomenlaan met bomen daterend uit ongeveer Het is wenselijk deze bomenlaan te laten staan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd op de locatie waar de parallelweg grenst aan de hoofdrijbaan. Zo wordt de nadruk op de hoofdrijbaan gelegd. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. De provincie en Eelerwoude stellen voor compartiment G niet aan te pakken. De vier werkgroepen delen deze mening. De gemeentes twijfelen of dit compartiment aangepakt zou moeten worden. Conclusie De verkeerskundige noodzaak om de bomen te kappen is relatief hoog, en hebben daarom ook een categorie B gekregen. De bomen hebben echter een overwegend goede vitaliteit, een hoge landschappelijke waarde vanwege de oude bomen die als laanstructuur nog intact is en is draagvlak voor kap is minimaal. De bomenlaan functioneert tevens als vliegroute voor vleermuizen. Voorgesteld wordt compartiment G niet aan te pakken en de bomen niet te kappen. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 29 van 57

30 Aanbevelingen Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeersveiligheid is daar echter geen aanleiding toe. Onderzoek naar de verplantbaarheid van deze bomen is dan aan te bevelen. 30 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

31 Compartiment H A. Veiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan hebben overwegend C-status. Bij de brug over de Meibeek staat één A boom. Opgemerkt dient te worden dat het verwijderen van deze boom de vergevingsgezindheid van de weg niet substantieel vergroot. Achter deze boom ligt namelijk de Meibeek en een (niet vergevingsgezinde) reling van de brug. Bij het verlaten van de weg zal een voertuig in het water of tegen de reling van de brug rijden. verkeerskundige categorisering compartiment H B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een goede vitaliteit, een boom heeft een matige vitaliteit. vitaliteitsonderzoek compartiment H Traject 130 Groenlo - Ruurlo 31 van 57

32 C. Ecologie Dit compartiment is in gebruik als vliegroute voor vleermuizen. Het aantasten van de vliegroute is ontheffingsplichtig. Door een bomenrij te laten staan, bijvoorbeeld langs de parallelweg, kan de vliegroute behouden blijven. resultaten natuuronderzoek Compartiment H D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als matig. De bomenlaan bestaat ten opzichte van de vorige compartimenten, uit relatief jonge eiken. Op veel plekken zijn er gaten in de laan ontstaan, met name aan de noordzijde van de hoofdrijbaan. De jonge eiken zijn binnen de (huidige) obstakelvrije zone geplant en zullen naarmate de stam dikker wordt, steeds dichter bij de kant van de weg komen te staan. Het aanplanten van jonge bomen in de gaten van de laan kan voldoende zijn om het eindbeeld te behalen. Dit is echter wel in strijd met de regel dat provincie Gelderland geen bomen wil aanplanten binnen obstakel vrije zone. Het is wel aan te bevelen hier bomen aan te planten met een diameter van minimaal 30 cm. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. Deze bomen kunnen dan wellicht worden gebruikt voor de aanplant van de bomenlaan langs de hoofdrijbaan. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie Gelderland en Eelerwoude hebben voorgesteld compartiment H aan te pakken. Deze mening wordt door de 5 groepen tijdens de werksessie niet gedeeld. Zij hebben allen aangegeven: Niet aanpakken. 32 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

33 Conclusie De bomen langs de weg in compartiment H hebben een overwegend goede vitaliteit en de laan functioneert als vliegroute voor vleermuizen, daarnaast is er geen draagvlak om te kappen. Het overgrote deel van de bomen is verkeerskundig gecategoriseerd als C, de laagste categorisering. Het kappen van bomen op korte termijn is discutabel. Naarmate de nu nog relatief jonge bomen ouder worden neemt de landschappelijke- en ecologische waarde steeds meer toe. De verkeerskundige onveiligheid neemt hiermee toe. Toch wordt voorgesteld compartiment H niet aan te pakken. Aanbevelingen Het is aan te bevelen om onderzoek uit te voeren naar de mogelijk om de relatief jonge bomen te verplanten naar een locatie buiten de obstakelvrije zone. Vanuit landschappelijk oogpunt zou het gewenst zijn de gaten in de bomenlaan aan te vullen met nieuwe bomen (diameter van minimaal 30 cm).verkeerskundige is het echter ongewenst bomen te herplanten binnen de obstakelvrije zone. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 33 van 57

34 Compartiment I A. Verkeersveiligheid De bomen langs de hoofdrijbaan zijn hoofdzakelijk als B gecategoriseerd. Bij de kruising met de Branderveenweg staan zes bomen met A-status. Deze bomen hebben een A- status gekregen vanwege de belemmering van het zicht vanuit de zijwegen. Verkeerskundige categorisering compartiment I B. Vitaliteit bomen De bomen hebben een overwegend goede vitaliteit, enkele bomen hebben een redelijke vitaliteit en 2 hebben een matige vitaliteit. vitaliteitsonderzoek compartiment I 34 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

35 C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten staan zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als matig. Dit compartiment bestaat uit een bomenlaan met bomen daterend uit ongeveer 1875 en enkele relatief jonge bomen. Op veel plekken zijn er gaten in de laan ontstaan. Deze zijn lokaal soms aangevuld met nieuwe relatief jonge eiken. De jonge eiken zijn op wisselende afstand van de rijbaan geplant, soms ook binnen de obstakelvrije zone. Het aanplanten van nieuwe jonge bomen is alleen wenselijk als de bomenlaan in zijn geheel wordt vervangen. De jongere bomen die er nu staan kunnen mogelijk verplant worden. Het is wel aan te bevelen hier bomen aan te planten met een diameter van minimaal 30 cm. Landschappelijk gezien is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. De bomen kunnen worden gebruikt voor de aanplant van de bomenlaan langs de hoofdrijbaan. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude hebben compartiment I bestempeld als niet aanpakken. Er van uit gaande dat H en J wel aangepakt zouden worden. Heeft de gemeente ook aangegeven: Niet aanpakken. In de werksessie heeft 1 groep aangegeven: Niet aanpakken, twee groepen Twijfel en één groep Aanpakken. Conclusie Het voorstel is om compartiment I niet aan te pakken. Er zijn echter 6 bomen met A- status voorgesteld wordt de kap van deze bomen wel uit te voeren en te bekijken in hoeverre dus toch een deel van het compartiment aangepakt kan worden. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 35 van 57

36 Compartiment J A. Verkeersveiligheid De bomen die langs de hoofdrijbaan zijn hoofdzakelijk met B en C gecategoriseerd. Ter hoogte van de bocht staan drie bomen met A-status in de buitenbocht relatief dicht op de weg. Verkeerskundige categorisering compartiment J B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit. Tussen km 28 en km 28.3 staan enkele bomen met slechte, matige en redelijke vitaliteit. Dit betreft onder andere oude beuken bomen. Deze bomen zijn over het algemeen gevoeliger voor externe factoren. vitaliteitsonderzoek compartiment J 36 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

37 C. Ecologie In dit compartiment is een verblijfplaats van rosse vleermuizen in een laanboom geconstateerd. Deze boom en de direct omringende bomen (functionele leefomgeving) zijn ontheffingsplichtig conform de Wet Natuurbescherming indien er voor gekozen wordt deze boom te willen kappen. Voor het bepalen van de functionele leefomgeving dient een ecoloog betrokken te worden bij de planvorming. Het is aan te bevelen enkele vleermuiskasten in de omgeving te plaatsen om de vleermuizen op een natuurlijke manier van verblijfplaats te laten wisselen alvorens tot kap overgegaan kan worden. Ter hoogte van de verblijfplaats mag geen extra verlichting worden aangebracht. onderzoeksresultaten natuurtoets J D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is niet intact. Dit vanwege de grote diversiteit aan boomleeftijden en randafstanden in dit compartiment. Ook ontbreken er nog grote delen van de bomenlaan langs de hoofdrijbaan. Veel van de relatief jonge bomen staan binnen de obstakelvrije zone. Het is sterk aan te bevelen het huidige bomenbestand opnieuw te rangschikken zodat de hoofdrijbaan weer een mooie bomenlaan krijgt. Vanwege de omvang van dit compartiment, en de kaalslag die kap tot gevolg heeft, is het aan te bevelen een onderzoek te starten naar de verplantbaarheid van de bomen. Op de plekken waar slechts één bomenrij staat tussen hoofdrijbaan en parallelweg kan de bomenrij gehandhaafd blijven. Voor de locatie waar twee rijen staan geldt dat de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg bij voorkeur wordt verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. De bomen kunnen worden gebruikt voor de aanplant van de bomenlaan langs de hoofdrijbaan. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 37 van 57

38 E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude hebben compartiment J aangemerkt als aanpakken. De gemeente deelt die insteek. In de werksessie hebben 3 groepen aangegeven: Niet aanpakken en één groep Aanpakken. Conclusie Lokaal staan enkele bomen in matige tot slechte conditie en is er een behoorlijk aantal bomen gecategoriseerd met B. Een drietal bomen hebben de hoogste categorisering meegekregen. Echter is er is een verblijfplaats van een rosse vleermuis geconstateerd en het draagvlak om te kappen is in de minderheid Het kappen van bomen op korte termijn is discutabel. Naarmate de nu nog relatief jonge bomen ouder worden neemt de landschappelijke- en ecologische waarde steeds meer toe. Maar de verkeerskundige onveiligheid neemt hiermee toe. De kap van de drietal A-bomen heeft nauwelijks invloed op het beeld van de bomenlaan. Daarom wordt voorgesteld zeker deze bomen te kappen. Maar ook de aanpak van de rest van compartiment J wordt voorgesteld. Aanbeveling Het is aan te bevelen om onderzoek uit te voeren naar de mogelijk om de bomen te verplanten naar een locatie buiten de obstakelvrije zone. Het gewenste eindbeeld betreft dan een bomenlaan langs de hoofdrijbaan en een enkele rij aan de zuidzijde van de parallelweg. Met het verplanten van de bomen wordt de impact op het beeld geminimaliseerd. Van de bomen die vanwege hun omvang niet verplant kunnen worden, is het aan te bevelen nieuwe bomen te planten met een diameter van minimaal 30 cm. Het is aan te bevelen het cluster met bomen die verminderd vitaal zijn te kappen en te vervangen voor nieuwe bomen met een diameter van minimaal 30 cm. Eventueel kunnen er ook bomen gebruikt worden voortkomend uit de verplant. Deze cluster met bomen zou eventueel een nieuw compartiment kunnen worden. 38 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

39 Compartiment K A. Verkeersveiligheid Het grootse deel van de bomen langs de hoofdrijbaan zijn B gecategoriseerd (1 2,5 meter van rijbaan). Een klein deel is met C gecategoriseerd (2,5 4,5 meter van rijbaan). Verkeerskundige categorisering compartiment K B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit, in dit compartiment komen enkele redelijke, matige en één slechte boom voor. vitaliteitsonderzoek compartiment K C. Ecologie In dit compartiment is een verblijfplaats van rosse vleermuizen in een laanboom geconstateerd. Deze boom en de direct omringende bomen (functionele leefomgeving) Traject 130 Groenlo - Ruurlo 39 van 57

40 zijn ontheffingsplichtig conform de Wet Natuurbescherming. Voor het bepalen van de functionele leefomgeving dient een ecoloog betrokken te worden bij de planvorming. Het is aan te bevelen enkele vleermuiskasten in de omgeving te plaatsen om de vleermuizen op een natuurlijke manier van verblijfplaats te laten wisselen. Ter hoogte van de verblijfplaats mag geen extra verlichting worden aangebracht. onderzoeksresultaten natuurtoets Compartiment K D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als Intact. Dit compartiment bestaat uit een nog relatief complete bomenlaan met bomen daterend uit ongeveer Het is wenselijk deze bomenlaan te laten staan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd op de locatie waar de parallelweg grenst aan de hoofdrijbaan. Zo wordt de nadruk op de hoofdrijbaan gelegd. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude hebben compartiment K aangemerkt als twijfel. De gemeente deelt die insteek. In de werksessie hebben 3 groepen aangegeven: Twijfel en één groep Niet aanpakken Kortom er is geen hele duidelijke voorkeur voor wel of niet kappen in dit compartiment Conclusie Ondanks de B en C categorisering wordt voorgesteld de bomen in compartiment K niet te kappen, omdat er een grote aantasting van waarden vanuit de andere thema s is. Aanbeveling 40 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

41 Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Onderzoek naar de verplantbaarheid van deze bomen is dan aan te bevelen. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 41 van 57

42 Compartiment L A. Verkeersveiligheid De bomen langs de hoofdrijbaan hebben aan de noordzijde de categorie C en aan de zuidzijde categorie B. Verkeerskundige categorisering compartiment L B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit. vitaliteitsonderzoek compartiment L C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten staan zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. 42 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

43 D. Landschap De bomenlaan is niet meer intact. Dit vanwege de vele bomen die hier zijn verdwenen vanwege de parkeerstrook. Dit compartiment bestaat uit relatief jonge bomen welke zijn aangeplant binnen de obstakelvrije zone aan de noordzijde van de weg. Het is sterk aan te bevelen deze bomen te verplanten tot buiten de obstakelvrije zone, indien dit nog kansrijk is. De enkele bomenrij die staat tussen hoofdrijbaan en parallelweg worden bij voorkeur verplant naar de hoofdrijbaan. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend.. Provincie en Eelerwoude hebben compartiment J aangemerkt als aanpakken. De gemeente deelt die insteek. In de werksessie hebben 3 groepen aangegeven Niet aanpakken en één groep Aanpakken In de werksessie hebben van de 6 werkgroepen, drie groepen aangegeven twijfel, twee groepen Niet aanpakken en één groep aanpakken Conclusie Provincie Gelderland en Eelerwoude stellen voor compartiment L aan te pakken. De gemeentes twijfelen aan de aanpak. Twee groepen geven aan te willen kiezen voor Niet aanpakken, één groep twijfelt en de andere groep kiest wel voor aanpak van dit compartiment. Voorgesteld wordt dit compartiment aan te pakken, maar daarbij eerst te kijken of de bomen herplant kunnen worden zodat ze buiten de obstakelvrije zone komen te staan. Aanbeveling Voor bomen langs de parallelweg zou ook gekeken kunnen worden naar de verplantbaarheid, zodat hier wellicht mogelijkheden voor herrangschikking van bomen is. Er wordt ook gekeken naar het verwijderen van parkeerstroken.. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 43 van 57

44 Compartiment M A. Verkeersveiligheid Langs de hoofdrijbaan hebben de meeste bomen de categorie B gekregen en een drietal categorie C. Verkeerskundige categorisering compartiment M B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit, er staan 3 redelijke en 2 matige bomen in dit compartiment. vitaliteitsonderzoek compartiment M C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is 44 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

45 wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten staan zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als Intact. Dit compartiment bestaat uit een nog relatief complete bomenlaan met bomen daterend uit ongeveer Het is wenselijk deze bomenlaan te laten staan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd op de locatie waar de parallelweg grenst aan de hoofdrijbaan. Zo wordt de nadruk op de hoofdrijbaan gelegd E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude hebben compartiment M aangemerkt als Niet aanpakken. De gemeentes twijfelen. In de werksessie hebben 2 groepen aangegeven Niet aanpakken en twee groepen twijfelen. Conclusie De huidige laan is relatief intact en bestaat uit oude bomen. Aangezien er verkeerskundig geen hoogste prioriteit is wordt voorgesteld compartiment M niet aan te pakken. Aanbevelingen Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeersveiligheid is daar echter geen aanleiding toe. Onderzoek naar de verplantbaarheid van deze bomen is dan aan te bevelen. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 45 van 57

46 Compartiment N A. Verkeersveiligheid Langs de hoofdrijbaan hebben de bomen de categorie C gekregen. Vijf bomen hebben mede vanwege hun standplaats in een bocht de categorie A gekregen. Verkeerskundige categorisering compartiment N B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit. vitaliteitsonderzoek compartiment N C. Ecologie In dit compartiment zijn vier verblijfplaatsen van rosse vleermuizen in een laanboom geconstateerd. Deze boom en de direct omringende bomen (functionele leefomgeving) zijn ontheffingsplichtig conform de Wet Natuurbescherming. Voor het bepalen van de 46 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

47 functionele leefomgeving dient een ecoloog betrokken te worden bij de planvorming. Het is aan te bevelen enkele vleermuiskasten in de omgeving te plaatsen om de vleermuizen op een natuurlijke manier van verblijfplaats te laten wisselen. Ter hoogte van de verblijfplaats mag geen extra verlichting worden aangebracht. onderzoeksresultaten natuurtoets Compartiment N D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is matig. Dit enerzijds vanwege bomen die hier zijn verdwenen en anderzijds de vele relatief jonge bomen die aangeplant zijn binnen de obstakelvrije zone. Vanwege de standplaats binnen de obstakelvrije zone is het sterk aan te bevelen deze bomen te verplanten tot buiten de obstakelvrije zone. Het kappen van de vele relatief jonge bomen is niet wenselijk De enkele bomenrij die staat tussen hoofdrijbaan en parallelweg worden bij voorkeur verplant naar de hoofdrijbaan. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend..provincie en Eelerwoude hebben compartiment N aangemerkt als aanpakken. De gemeentes delen die insteek. In de werksessie hebben alle 4 groepen aangegeven Niet aanpakken Conclusie Gezien de vele bomen met dezelfde categorie C en het beperkte draagvlak voor de kap, lijkt niet aanpakken voor de hand te liggen. Er zijn echte wel vijf bomen die de A-status toebedeeld hebben gekregen. Deze bomen staan in een flauwe bocht en hebben daarom vanuit verkeersveiligheid de hoogste prioriteit om gekapt te worden. Traject 130 Groenlo - Ruurlo 47 van 57

48 Voorgesteld wordt om in compartiment N wel de vijf A-bomen te kappen en de rest van het compartiment niet aan te pakken. Aanbeveling Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeersveiligheid is daar echter geen aanleiding toe. Onderzoek naar de verplantbaarheid van deze bomen en de bomen langs de hoofdrijbaan is aan te bevelen. 48 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

49 Compartiment O A. Verkeersveiligheid De bomen langs de hoofrijbaan hebben categorie B gekregen. Verkeerskundige categorisering compartiment O B. Vitaliteit bomen De vitaliteit van de bomen is divers maar overwegend goed tot redelijk. Er staat één boom met een matige kwaliteit. vitaliteitsonderzoek compartiment O C. Ecologie In het natuuronderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen en geen vliegroutes aangetroffen. Ontheffing voor het kappen van bomen is daarom niet noodzakelijk. Het is Traject 130 Groenlo - Ruurlo 49 van 57

50 wel aan te bevelen een enkele bomenrij te laten staan zodat deze de functie kunnen overnemen als vliegroute voor vleermuizen. D. Landschap De bomenlaan is grotendeels nog intact. Dit compartiment bestaat uit een nog relatief complete bomenlaan met bomen daterend uit ongeveer Het is wenselijk deze bomenlaan te laten staan. De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd op de locatie waar de parallelweg grenst aan de hoofdrijbaan, dit komt het landschappelijk beeld ten goede. Zo wordt de nadruk op de hoofdrijbaan gelegd. Indien aanpak van de bomen langs de parallelweg overwogen wordt is het voor de jongere bomen aan te raden een onderzoek te doen naar de verplantbaarheid. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude hebben compartiment O aangemerkt als Niet aanpakken. De gemeentes twijfelen. In de werkgroepsessie hebben 3 groepen aangegeven: Niet aanpakken en één groep Aanpakken. Conclusie Qua verkeersveiligheid vallen deze bomen in categorie B. De huidige laan is relatief intact en bestaat uit oude bomen. Gezien het beperkte draagvlak voor de kap en de landschappelijke impact op de kap is het voorstel dit compartiment niet aan te pakken. Aanbevelingen Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeersveiligheid is daar echter geen aanleiding toe. Onderzoek naar de verplantbaarheid van de jongere bomen is dan aan te bevelen. 50 van 57 Integrale afweging bomen langs N319

51 Compartiment P A. Verkeersveiligheid Ten westen van de Veldpapendijk hebben de bomen langs de hoofdrijbaan voornamelijk categorie C gekregen, ten oosten van de Veldpapendijk hebben de bomen langs de hoofrijbaan voornamelijk categorie B gekregen. Verkeerskundige categorisering compartiment P B. Vitaliteit bomen De bomen langs de weg hebben een overwegend goede vitaliteit. vitaliteitsonderzoek compartiment P C. Ecologie Dit compartiment is in gebruik als vliegroute voor vleermuizen. Het aantasten van de vliegroute is ook ontheffingsplichtig. Door een bomenrij te laten staan, bijvoorbeeld langs Traject 130 Groenlo - Ruurlo 51 van 57

52 de parallelweg, kan de vliegroute behouden blijven. Ter hoogte van de verblijfplaats mag geen extra verlichting worden aangebracht. onderzoeksresultaten natuurtoets Compartiment P D. Landschap Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als Niet intact. Dit vanwege de vele bomen die hier zijn verdwenen, maar ook wat diversiteit in leeftijden. Dit compartiment bestaat grotendeels uit relatief jonge bomen welke zijn aangeplant binnen de obstakelvrije zone van de weg. Het is sterk aan te bevelen deze bomen te verplanten tot buiten de obstakelvrije zone. De enkele bomenrij die staat tussen hoofdrijbaan en parallelweg worden bij voorkeur verplant naar de hoofdrijbaan. E. Draagvlak Algemeen zijn de reacties tijdens en na (reactieformulier) de inloopbijeenkomst voor het kappen uiteenlopend. Provincie en Eelerwoude hebben compartiment P aangemerkt als aanpakken. De gemeentes hebben aangegeven: Niet aanpakken. In de werksessie hebben 2 groepen aangegeven: Niet aanpakken, één groep Aanpakken en 1 groep twijfelt. Conclusie Aangezien er in compartiment P geen bomen staan met de A-status en er qua vitaliteit, ecologie, landschap en draagvlak redenen zijn om deze bomen niet te kappen wordt vooralsnog geadviseerd dit compartiment aan te merken als Niet aanpakken. Aanbevelingen Wellicht dat verplanten nog een optie is. Maar ook voor de bomen met een B-status zou alsnog overwogen kunnen worden deze te kappen, deze bomen zijn te omvangrijk om te kunnen worden verplaatst. 52 van 57 Integrale afweging bomen langs N319