1 De leerling kan een bedrijfsorganisatie toetsen aan een historisch kader

Transcriptie

1 Personeel 1 De leerling kan een bedrijfsorganisatie toetsen aan een historisch kader 2 De leerling kan huidige en toekomstige ontwikkelingen op het gebied van personeel en maatschappij omschrijven 3 De leerling kan functie-omschrijvingen van de volgende functies maken: receptionist service-manager parts-manager 4 De leerling kan functie-eisen en taken omschrijven 5 De leerling kan de belemmerende/bevorderende factoren welke een rol spelen bij adequate werkuitvoering omschrijven 6 De leerling kan diverse beloningstelsels noemen F 7 De leerling kan de relatie functie/capaciteit van de persoon op waarde schatten /r/i 8 De leerling kan een sollicitatieprocedure ontwerpen 9 De leerling kan de procedures bij het opvullen van een vacature omschrijven 10 De leerling kan de criteria van een functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek noemen F 1/11

2 11 De leerling kan de waarde van een functiewaarderingsgesprek omschrijven 12 De leerling kan de diverse visies met betrekking tot personeelsstructuur omschrijven 13 De leerling kan relaties leggen tussen doelstelling organisatiestructuur en personeelsstructuur 14 De leerling kan een bedrijf adviseren inzake personeelsvoorziening P c/i 15 De leerling kan de waarde van diverse personeelsvoorzieningen omschrijven 16 De leerling kan effectief functioneren in overlegsituaties P i 17 De leerling is in staat om te reflecteren ten aanzien van zijn eigen gedrag P r 18 De leerling kan veranderingsprocessen begeleiden R c/i 19 De leerling kan de diverse factoren welke een rol spelen bij het invoeren van veranderingen omschrijven 20 De leerling kan diverse mogelijkheden om veranderingsprocessen te begeleiden omschrijven 2/11

3 edrijfsorganisatie 1 De leerling kan een bedrijf adviseren ten aanzien van de organisatiestructuur 2 De leerling kan ten aan zien de organisatiestructuur de volgende zaken omschrijven: arbeidsverdeling zowel horizontaal als verticaal formele en informele organisatie organisatiecultuur taak-en functieverdeling indeling op basis van produkt, functie, geografische ligging en markt organisatiestelsels 3 De leerling kan op basis van gegevens organieke en personele organisatieschema's ontwerpen 4 De leerling kan van een organisatie de coördinatie- en communicatielijnen vaststellen 5 De leerling kan op basis van gegevens de besluitvormingsprocedure uitvoeren P c/i 6 De leerling kan het besluitvormingsproces uiteenzetten 7 De leerling kan leidinggeven aan een team 8 De leerling kan taken en activiteiten van een manager omschrijven 9 De leerling kan meerdere visies met betrekking tot management en stijlen van leidinggeven omschrijven 3/11

4 10 De leerling kan een beschrijving geven van zijn eigen persoonlijkheidsstijl en die van anderen aan de hand van niet-normatieve onderzoeksmethodes 11 De leerling kan vanuit vastgesteld beleid een korte en middellange termijnplanning opzetten Recht 1 De leerling kan de Rechterlijke Organisatie beschrijven 2 De leerling kan het begrip koopovereenkomst omschrijven 3 De leerling kan de gevolgen van het sluiten van een koopovereenkomst voor bedrijf en klant vaststellen 4 De leerling kan huurcontracten beoordelen 5 De leerling kan het huurrecht voor woonruimte en bedrijfsruimte uiteenzetten 6 De leerling kan procedures bij wanbetaling toepassen 7 De leerling kan bij wanbetaling verschillende procedures ter inning omschrijven 8 De leerling kan zekerheidsrechten beoordelen 9 De leerling kan de volgende begrippen in de persoonlijke/ zakelijke zekerheidsrechten omschrijven: borgtocht pand hypotheek 10 De leerling kan een faillissementsprocedure beschrijven 4/11

5 11 De leerling kan eenvoudige aansprakelijkheidskwesties beoordelen 12 De leerling kan het begrip onrechtmatige daad omschrijven 13 De leerling kan verschillende overeenkomsten van werken omschrijven 14 De leerling kan verschillende arbeidsovereenkomsten opstellen 15 De leerling kan de gevolgen voor werkgever en werknemer beoordelen 16 De leerling kan adviseren in ontslagregelingen 17 De leerling kan sociale voorzieningen voor werknemers, waaronder sociale verzekeringen omschrijven 18 De leerling kan de hoofdlijnen van ARO in het bedrijf toepassen 19 De leerling kan de hoofdlijnen van ARO omschrijven 20 De leerling kan het begrip verbintenissen omschrijven: uit de wet 21 De leerling kan koopovereenkomsten afsluiten 22 De leerling kan onderstaande begrippen omschrijven: eigendomsverschaffing vrijwaring eigendomsoverdracht: - Registergoederen - Roerende zaken - Vorderingen 5/11

6 23 De leerling kan een onderneming inzake de geschiktste ondernemingsvorm adviseren 24 De leerling kan de gevolgen van deze keuze voor het bedrijf omschrijven met betrekking tot: bestuurlijke organisatie organen zakelijk en privé vermogen belastingen kapitaalsvormen oprichting/liquidatie aandelenkapitaal aandeelhouders 25 De leerling kan kenmerken van bovenstaande begrippen omschrijven 26 De leerling kan onderstaande wettelijke regelingen in het bedrijf toepassen: handelsnaamwet wet ondernemingsraden vestigingswet/vestigingsbesluit bedrijven 27 De leerling kan de gevolgen van bovenstaande wettelijke regelingen voor het bedrijf omschrijven 6/11

7 Communicatie 1 De leerling kan bij tekstanalyse en -produktie onderstaande begrippen toepassen: doel doelgroep structuur stijl motieven argumentatie benvloeding 2 De leerling kan hoofd- en bijzaken, meningen, gevoelens en bedoelingen in woord en geschrift onderscheiden 3 De leerling kan onderstaande schriftelijke taaluitingen analyseren: brieven memo's formulieren advertenties folders brochures gebruiksaanwijzingen rapporten contracten artikelen documenten voorschriften circulaires verslagen 4 De leerling kan bovenstaande schriftelijke taaluitingen interpreteren 7/11

8 Schriftelijke communicatie 1 De leerling kan schriftelijk informatie inwinnen/verstrekken in de Nederlandse, Engelse 2 De leerling kan de regels van grammatica van de Nederlandse, Engelse schriftelijk toepassen 3 De leerling kan schriftelijk adviezen geven in de Nederlandse, Engelse 4 De leerling kan schriftelijk adviezen vragen in de Nederlandse, Engelse 5 De leerling kan schriftelijk afspraken maken in de Nederlandse, Engelse 6 De leerling kan schriftelijk regelingen treffen in de Nederlandse, Engelse 7 De leerling kan schriftelijk instructies geven in de Nederlandse, Engelse 8 De leerling kan rapporteren in de Nederlandse, Engelse 9 De leerling kan schriftelijk overleg voeren in de Nederlandse, Engelse 10 De leerling kan schriftelijk klachten indienen in de Nederlandse, Engelse 11 De leerling kan schriftelijk klachten behandelen in de Nederlandse, Engelse 12 De leerling kan interviews afnemen in de Nederlandse, Engelse en Duitse taal 8/11

9 13 De leerling kan interviews verwerken 14 De leerling kan hoofd- en bijzaken, meningen, gevoelens en bedoelingen in woord en geschrift onderscheiden Mondelinge communicatie 1 De leerling kan mondeling informatie inwinnen/verstrekken in de Nederlandse, Engelse 2 De leerling kan de regels van grammatica van de Nederlandse, Engelse mondeling toepassen 3 De leerling kan mondeling adviezen geven in de Nederlandse, Engelse 4 De leerling kan mondeling adviezen vragen in de Nederlandse, Engelse 5 De leerling kan mondeling afspraken maken in de Nederlandse, Engelse 6 De leerling kan mondeling regelingen treffen in de Nederlandse, Engelse 7 De leerling kan mondeling instructies geven in de Nederlandse, Engelse 8 De leerling kan rapporteren in de Nederlandse, Engelse 9 De leerling kan mondeling overleg voeren in de Nederlandse, Engelse 10 De leerling kan mondeling klachten indienen in de Nederlandse, Engelse 9/11

10 11 De leerling kan mondeling klachten behandelen in de Nederlandse, Engelse 12 De leerling kan interviews afnemen in de Nederlandse, Engelse en Duitse taal 13 De leerling kan sollicitatiegesprekken voeren 14 De leerling kan hoofd- en bijzaken, meningen, gevoelens en bedoelingen in woord en geschrift onderscheiden 15 De leerling kan onderstaande mondelinge taaluitingen analyseren: brieven memo's formulieren advertenties folders brochures gebruiksaanwijzingen rapporten contracten artikelen documenten voorschriften circulaires verslagen 16 De leerling kan de gewenste omgang voor klanten met klachten beschrijven 10/11

11 Commerciële en organisatorische communicatie 1 De leerling kan diverse vormen van communicatie omschrijven 2 De leerling is in staat een luistergesprek te voeren P c/i 3 De leerling kan diverse factoren welke een rol spelen binnen communicatie omschrijven 4 De leerling kan een analyse maken van zijn eigen communicatieve vaardigheden 5 De leerling kan omgaan met diverse vormen van emotionaliteit binnen communicatie P c/r/i P c/r/i 6 De leerling kan een groepsbespreking leiden P c/i 7 De leerling kan zijn ideeën overtuigend presenteren P c/i 11/11