Tijdens wedstrijden geldt min of meer hetzelfde als tijdens trainingen. Ook hier moet de trainer zich beperken in het maken van coachopmerkingen.

Transcriptie

1 Inleiding training junioren 1 Het niveau van de spelers is het vertrekpunt voor de trainer. Naar aanleiding van het geconstateerde voetbalprobleem en/of de algemene coachingsdoelstelling voor de leeftijdsgroep, kiest de trainer een voetbalvorm. Bijvoorbeeld om het aanvallen/ opbouwen te verbeteren. De voetbalvorm moet zorgen dat de spelers nog beter leren opbouwen. Tijdens de training ziet de trainer dat het opbouwen goed verloopt. De spelers creëren de ene kans na de andere. Wat dan? We willen dat ze nog beter leren opbouwen. De trainer maakt de voetbalvorm moeilijker, zodat de spelers meer moeite moeten doen om kansen te creëren. Ze worden uitgedaagd om de hogere weerstand te overwinnen. Voetbalweerstanden Het overwinnen van weerstanden zorgt dat spelers geprikkeld worden om zichzelf te verbeteren. Voorbeelden van weerstanden zijn: de ruimte waarin wordt gespeeld, het aantal tegenstanders, opdrachten die een trainer aan spelers meegeeft (bijvoorbeeld hoe de tegenpartij moet verdedigen tijdens het voorbeeld van opbouwen). Allemaal factoren die het winnen van een wedstrijd bemoeilijken. Het moeilijker maken van trainingsvormen doet de trainer door de weerstand te verhogen. De trainer maakt bijvoorbeeld de ruimte kleiner waarin moet worden gevoetbald of breidt het team van de tegenpartij uit met een extra speler. We noemen dit methodiek. In dit geval neemt de trainer een methodische stap om de voetbalvorm moeilijker te maken. Andersom kan ook. Een voetbalvorm kan ook makkelijker worden gemaakt. Als de trainer ziet dat het de spelers niet lukt om de bedoeling van een trainingsvorm te realiseren, verlaagt hij de weerstand. Gericht op het voorbeeld van opbouwen maakt de trainer de ruimte groter of geeft hij het team wat moet opbouwen één - of misschien wel twee - extra speler(s). En nu lukt het de spelers wel om kansen te creëren. Als een vorm te moeilijk of te makkelijk is, zullen spelers eerder hun motivatie verliezen en misschien wel lastig worden. Het is een uitdaging voor een trainer om een voetbalvorm te kiezen waardoor spelers worden uitgedaagd en geprikkeld om net iets meer hun best te doen (om te winnen). Dus de trainingsvorm dwingt de spelers beter hun best te doen. We spreken dan over een 'dwingende organisatie'. Spelers zullen dan ook meer plezier beleven aan een training. Een trainer moet dan wel de ruimte geven aan spelers om zelf oplossingen te bedenken! De spelers helpen om de goede keuzes te maken Het is niet de trainer, maar de speler die beslist wat hij doet in een bepaalde situatie. De trainer moet de speler tijdens trainingen dus zo goed mogelijk voorbereiden op die keuzes. Hoe kan de trainer dat nu het beste doen? Door veel te roepen tijdens de training? Regelmatig te stoppen en weer te vertellen wat er fout ging? Dat is wel wat we vaak zien. Trainers die langs de lijn of tijdens trainingen veel roepen naar de spelers. De vraag die dan opkomt is: moet een trainer de spelers zelf laten ontdekken of voorzeggen wat ze moeten doen? Een kort antwoord is op zijn plaats: een speler moet de situatie op het veld herkennen en vervolgens de juiste keuze maken. Het is dus goed om spelers te stimuleren, zelfs uit te dagen, om na te denken over mogelijke oplossingen. Tijdens een training kan de trainer het spel stopzetten en de spelers laten staan in de situatie (trainer roept; "Stop", en de spelers blijven gelijk stilstaan). Vragenderwijs kan de trainer de spelers bewust maken van de situatie en ze leiden naar een oplossing (de 'juiste' voetbalhandeling). Het mooiste is als spelers daarbij zelf komen met de oplossing. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het voor een trainer verboden is om een oplossing aan te dragen. Het bovenstaande wordt 'situatief coachen' genoemd. Een gouden regel bij situatief coachen is: niet te veel stopzetten, laat de spelers voetballen! 34

2 Tijdens wedstrijden geldt min of meer hetzelfde als tijdens trainingen. Ook hier moet de trainer zich beperken in het maken van coachopmerkingen. Geef de spelers de ruimte om zelf oplossingen te ontdekken. Het coachen tijdens de toepassingsfase (het partijspel) is te vergelijken met het coachen tijdens wedstrijden. We noemen dit ook wel het 'begeleidend coachen.' 35

3 2.3 Training junioren 1 Opdracht Maak, geef en evalueer een training aan junioren (accent op methodiek en coachopmerkingen) Soort opdracht Ontwikkeling Doel Je leert: - het maken van methodische stappen en coachopmerkingen tijdens trainingen Waar voer je de Bij eigen team of het stageteam (junioren spelend op eerste klasse of opdracht uit? hoger niveau). Hoe voer je de Stappen waarlangs de opdracht kan worden uitgevoerd. opdracht uit? - analyseren beginsituatie: kenmerken en niveau betreffende junioren - bepalen doelstelling (algemene coachingsdoelstellingen junioren) - maken van een trainingsvoorbereiding - beschrijven van methodische stappen (makkelijker c.q. moeilijker maken van voetbalvormen) - beschrijven van aandachtspunten gericht op het realiseren van de doelstelling (uitgangspunt voor de coachopmerkingen) - geven van de training - evalueren van de training gericht op de methodische stappen en de coachopmerkingen - zelfreflectie: opschrijven wat je de volgende keer anders/ beter wil Wat moet de opdracht opleveren? Criteria Resultaat Ondersteuning doen - trainingsvoorbereiding (zie formulier trainingsvoorbereiding) - evalueren van de training met accent op methodische stappen en coachopmerkingen - wat heb je geleerd van eerdere ervaringen en deze opdracht? (beschrijven verbeterpunten en hoe je die wilt gaan verbeteren) Het geheel wordt aangevuld met feedback van de praktijkbegeleider en/of de docent tijdens het geven van een training bij de (stage)club en/of een bijeenkomst van de opleiding. Zie profiel UEFA C YOUTH Zie profiel UEFA C YOUTH De praktijkbegeleider - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist omtrent de methodiek en de coachopmerkingen (o.a. gericht op kenmerken en niveau C-junioren) en de training; - geeft feedback op de trainingsvoorbereiding, de gegeven training en evaluatie. De docent - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist over de uitwerking van de opdracht; - geeft tips en aanwijzingen over de verwachte knelpunten; - geeft feedback op de gegeven training. 36

4 Toelichting Bijeenkomst 5 en 7 Cursusmateriaal Leerstof UEFA C YOUTH: formulier voor de trainingsvoorbereiding, 'Beter aanvallen, verdedigen of omschakelen' Inleveren Bijeenkomst 9 Afronding Bevat feedback van de praktijkbegeleider en akkoord door de docent. 37

5 Inleiding training junioren 2 Het geven van een volledige training deed je waarschijnlijk al. Wat we gedaan hebben bij de verschillende opdrachten is een bepaald onderdeel van trainen wat meer aandacht geven. Bijvoorbeeld: organiseren, voorbereiden van een training, makkelijker/ moeilijker maken van een training, coachopmerkingen etc. Het analyseren van het voetbalprobleem en bepalen van de doelstelling moet niet worden onderschat. Op basis hiervan is het duidelijk om welke voetbalhandelingen het gaat. Hoe concreter, hoe beter is daarbij het vertrekpunt. Het voorkomt dat je niet van de hak op de tak springt. Het beïnvloeden van de spelers is dan gericht op het realiseren van de doelstelling (en de te verbeteren voetbalhandelingen). Bijvoorbeeld het storen van de opbouw van de tegenpartij door het klein maken van de ruimte tijdens het verdedigen. Hoe moeten spelers samenwerken om dat voor elkaar te krijgen? De trainer moet dan een goed beeld hebben welke spelershandelingen tijdens het verbeteren van het verdedigen centraal staan en wat het moet opleveren. Bij dit voorbeeld moet de trainer gaandeweg de training zien dat de tegenpartij steeds meer moeite krijgt met het creëren van kansen of dat ze, hopelijk, helemaal geen kans meer krijgen. Zoals bij eerdere opdrachten/ trainingen al is aangegeven, moeten doelstellingen en coachopmerkingen zijn afgestemd op leeftijd, niveau en achtergrond van de spelersgroep. Ook de omgang met spelers vanuit verschillende culturen speelt hierbij een rol. Sommige spelers zijn bijvoorbeeld niet gewend om rechtstreeks binnen de groep te worden aangesproken. Als je dat als trainer weet, is het goed om daarmee rekening te houden. 2.4 Training junioren 2 Opdracht Maak, geef en evalueer een volledige training aan B-junioren Soort opdracht Ontwikkeling Doel Je leert: - het formuleren van voetbalproblemen, het bepalen van doelstellingen en het geven van training - het onderscheid te maken tussen algemene- en individuele coachopmerkingen. Waar voer je de Bij eigen team of het stageteam (B-junioren spelend op eerste klasse opdracht uit? of hoger niveau). 38

6 Hoe voer je de opdracht uit? Wat moet de opdracht opleveren? Criteria Resultaat Ondersteuning Stappen waarlangs de opdracht kan worden uitgevoerd. - kiezen van een wedstrijd voor een wedstrijdanalyse - formuleren van voetbalproblemen op basis van een wedstrijdanalyse - beschrijven van het (gekozen) voetbalprobleem op basis van de vijf W 's. - bepalen van doelstelling naar aanleiding van geconstateerde voetbalprobleem (zie ook algemene coachingsdoelstellingen junioren) - analyseren beginsituatie: kenmerken betreffende junioren - maken van een trainingsvoorbereiding - beschrijven van methodische stappen - beschrijven van algemene en individuele aandachtspunten gericht op het realiseren van de doelstelling - geven van de training - evalueren van de training gericht op het geconstateerde voetbalprobleem en het realiseren van de doelstelling - zelfreflectie: opschrijven wat je de volgende keer anders/ beter wil doen - trainingsvoorbereiding (zie formulier trainingsvoorbereiding) - evalueren van de training - wat heb je geleerd van eerdere ervaringen en deze opdracht? (beschrijven verbeterpunten en hoe je die wilt gaan verbeteren) Het geheel wordt aangevuld met feedback van de praktijkbegeleider en/of de docent tijdens het geven van een training bij de (stage)club en/of een bijeenkomst van de opleiding. Zie profiel UEFA C YOUTH Zie profiel UEFA C YOUTH De praktijkbegeleider - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist omtrent de training (in relatie tot leeftijdskenmerken en niveau van het team); - geeft feedback op de trainingsvoorbereiding en de gegeven training (inclusief de evaluatie en reflectie van de trainer). De docent - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist over de uitwerking van de opdracht; - geeft tips en aanwijzingen over de verwachte knelpunten; - geeft feedback op de gegeven training. Toelichting Bijeenkomst 9 en 10 Cursusmateriaal Leerstof UEFA C YOUTH: formulier voor de trainingsvoorbereiding Inleveren Bijeenkomst 12 Afronding Bevat feedback van de praktijkbegeleider en wordt beoordeeld door de docent. 39

7 Inleiding plannen op middellange termijn Het is duidelijk dat het verbeteren van een team/ speler een proces is en uit meer bestaat dan het ondergaan van één training. Eigenlijk is het jeugdvoetballeerproces het toebrengen van (trainings)prikkels waardoor spelers beter leren aanvallen, verdedigen en omschakelen. De prikkels bestaan uit teamtactische- en voetbalconditionele prikkels. We noemen dit ook wel het periodiseren van voetballen. Dit is het ordenen en onderling afstemmen van alle voetbalactiviteiten die de speler/ het team beïnvloeden (wedstrijd, trainingen) teneinde de voetbalprestatie optimaal en duurzaam te verbeteren. Bij deze opdracht wordt een aantal eerder gedane opdrachten gecombineerd. Eén daarvan is opdracht 1.3 'Maak een wedstrijdanalyse van een jeugdteam' (inleveren bijeenkomst 17). Opdracht de uiteindelijke wedstrijdanalyse - doe je bij het team waarmee je de proeve van bekwaamheid 'training geven' gaat doen. Bij voorkeur is dit het team waaraan je training hebt gegeven tijdens de groepsbijeenkomsten 1. Op grond van de analyse kom je tot een probleembeschrijving en een doelstelling. In overleg met de docent wordt een keuze gemaakt voor het probleem en de doelstelling die het vertrekpunt is voor het maken van een planning om de doelstelling te realiseren. Opdracht 2.5 'Maak 3 trainingen, geef en evalueer 2 trainingen aan junioren.' is het uitwerken van 3 volledige trainingen. Het gaat in deze opdracht om het maken van een eenvoudige planning gericht op het verbeteren van een teamfunctie/ teamtaak. De doelstelling wordt uitgewerkt in verschillende trainingen die in een logische lijn t.o.v. elkaar staan. De docent kan in zijn feedback op de opdracht de kwaliteit van de analyse, de probleembeschrijving en de doelstelling bijsturen. Tijdens het praktijkgedeelte van PVB 2 geef je de oefen- leerfase van één van de drie trainingen (vanuit opdracht 2.5). Dit gebeurt in overleg met de docent. Alle spelers, van het team waaraan de training wordt gegeven, worden gebruikt in de training. De kandidaat heeft tijdens het doen van de opdracht de training(en) gegeven en daardoor al ervaring opgedaan m.b.t. het probleem en de doelstelling. Dit zijn oefenmomenten om jezelf te ontwikkelen in het geven van training. In de feedback op de opdracht - die plaatsvindt voor de uiteindelijke beoordeling - heeft de docent de mogelijkheid om zaken t.a.v. het PVB-onderdeel 'praktijk training geven' bij te sturen. 1 De cursisten die bij elkaar zijn ingedeeld in een groepje doen om praktische redenen op hetzelfde moment de PVB 'training geven'. Bij voorkeur vindt dit plaats op de locatie van de groepsbijeenkomst i.v.m. de bekendheid met het team en de club. 40

8 periodiseren ontwikkelen speelwijze Doelstelling T T Wat Wie Waar Wanneer Welke speelwijze: - kwaliteiten spelers i.r.t. - teamorganisatie - strategieën n in aanvallen, verdedigen en omschakelen Doelstelling W T T WA Wat Wie Waar Wanneer Welke T T W T T T WT WA WA conditionele prikkel 41

9 2.5 Plannen op middellange termijn Opdracht Maak 3 trainingen, geef en evalueer 2 trainingen aan junioren (accent op maken van een planning op middellange termijn) Soort opdracht Beoordeling Doel Je leert: - het plannen van trainingen op middellange termijn en het geven van trainingen aan junioren - vanuit een doelstelling een aantal trainingen uit te werken die in een logische volgorde t.o.v. elkaar staan - bijstellen van een planning op basis van evaluatie Waar voer je de Bij eigen team of het stageteam, team groepsbijeenkomst (junioren opdracht uit? spelend op eerste klasse of hoger niveau). Hoe voer je de Stappen waarlangs de opdracht kan worden uitgevoerd. opdracht uit? - benaderen van een team waarmee ook PVB 2 wordt gedaan (bij voorkeur team vanuit de groepsbijeenkomsten) - analyseren beginsituatie: kenmerken en niveau betreffende junioren - formuleren van voetbalproblemen op basis van een wedstrijdanalyse - beschrijven van het (gekozen) voetbalprobleem op basis van de vijf W 's. - bepalen van doelstelling naar aanleiding van geconstateerde voetbalprobleem - maken van 3 trainingsvoorbereidingen gericht op het ontwikkelen van de betreffende teamfunctie c.q. teamtaak - ontwerpen van voetbalvormen gericht op het realiseren van de doelstelling - beschrijven van methodische stappen - beschrijven van aandachtspunten gericht op het realiseren van de doelstelling - geven van 2 trainingen - evalueren van de training gericht op de planning; ontwikkeling van de teamfunctie c.q. teamtaak - zelfreflectie: opschrijven wat je de volgende keer anders/ beter wil Wat moet de opdracht opleveren? doen - op basis van een wedstrijdanalyse (opdracht 1.3) formuleren van doelstelling voor de middellange termijn gericht op het ontwikkelen van een teamfunctie en teamtaak - uitwerken van een planning van serie van 3 trainingen gericht op het realiseren van de geformuleerde doelstelling - evaluatie van 2 gegeven trainingen - wat heb je geleerd van eerdere ervaringen en deze opdracht? (beschrijven verbeterpunten en hoe je die wilt gaan verbeteren) Het geheel wordt aangevuld met feedback van de praktijkbegeleider en/of de docent tijdens het geven van een training bij de (stage)club en/of een bijeenkomst van de opleiding. 42

10 Criteria Resultaat Ondersteuning Zie profiel UEFA C YOUTH Zie profiel UEFA C YOUTH De praktijkbegeleider - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist omtrent het plannen van trainingen (o.a. gericht op kenmerken en niveau spelers) en de training; - geeft feedback op de planning, de gegeven trainingen en de evaluaties. De docent - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist over de uitwerking van de opdracht; - geeft tips en aanwijzingen over de verwachte knelpunten; - geeft feedback op de gegeven training. Toelichting Bijeenkomst 11, 12, 13, 14, 15 en 16 Cursusmateriaal Inleveren Afronding - Leerstof UEFA C YOUTH: formulier voor de trainingsvoorbereiding, 'Ontwikkelen van teamfuncties', 'Aanvallen' - Reader voetbalconditietraining Uiterlijk bijeenkomst 17: 2 weken voor de PVB 2 'Geven van trainingen' PVB 2: Geven van trainingen Toets theorie, met een voldoende afgerond, zit in het portfolio 43

11 Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren. Een trainer maakt afspraken met zijn spelers, binnen en buiten de lijnen. Deze afspraken staan in het teken van het - met plezier beter leren - voetballen. Omdat een trainer daarbij met meerdere spelers te maken heeft, moeten er afspraken worden gemaakt over hoe ze dat als team gaan doen. Op welke manier verloopt de samenwerking als ze de bal hebben en op welke manier als ze de bal niet hebben. Dus: hoe gaan ze verdedigen en hoe gaan ze aanvallen? Voor het gemak noemen we dit de 'voetbalafspraken'. Als trainer speel je een belangrijke rol in het leerproces van spelers. De spelers willen winnen en jij wilt dat ook, maar dan wel met als uitgangspunt dat alle spelers met plezier beter leren voetballen. Met andere woorden: beter leren aanvallen en beter leren verdedigen. Daarnaast zijn er afspraken die minder gericht zijn op het voetballen, maar wel voorwaardelijk zijn om te kunnen presteren. Daarbij kun je denken aan afspraken over: op tijd komen, afmelden etc., maar ook omgangsregels. Bijvoorbeeld hoe spreken we met elkaar; niet schelden etc. Zo zijn er nog meer voorbeelden te bedenken. We hebben het dan onder andere over zaken als: - 'het leerklimaat': klimaat waarin je jezelf kunt zijn en waar fouten maken mag etc.; - 'het groepsproces': sfeer van onderling vertrouwen, bereidheid tot samenwerken, denken en handelen vanuit teambelang etc.; - 'conflicten' bij het niet nakomen van afspraken: ongewenst gedrag omzetten in gewenst gedrag door het geven van feedback, sancties etc. Als je afspraken maakt met spelers is het goed dat je dat samen doet. Het is niet moeilijk om een lijst met regels te maken. We noemen het echter niet voor niks afspraken. Dingen afspreken doe je met elkaar. Het zijn afspraken die noodzakelijk zijn om het doel, leren voetballen en het winnen van wedstrijden, te bereiken. Daarom vindt iedereen het ook zinvol om te doen. Het betrekken van spelers bij het maken van een lijst van afspraken, zorgt dat ze zich ook aan de afspraken houden. Natuurlijk zijn er ook momenten dat afspraken niet worden nagekomen. Als dat afspraken zijn over de manier van voetballen - de 'voetbalafspraken' - dan kun je daar natuurlijk op trainen. Gaat het over andere zaken, als bijvoorbeeld: het met respect omgaan met de scheidsrechter, dan moet de trainer nadenken over de gevolgen van het niet nakomen van de afspraak. Wordt de speler dan gewisseld of misschien zelfs geschorst (door de club)? Of is een goed gesprek met de speler voldoende? De leeftijd van een speler heeft invloed op de manier waarop je afspraken maakt en welke afspraken je maakt. Als je de 'voetbalafspraken' onder de loep neemt, is het duidelijk dat die anders zijn voor bijvoorbeeld E-pupillen dan B-junioren. De manier waarop je afspraken maakt en wie je daarbij betrekt, heeft ook te maken met de leeftijd van de spelers. Vanuit het voorbeeld kan je B-junioren meer aanspreken op het nakomen van afspraken dan E-pupillen. E-pupillen zijn met betrekking tot een aantal zaken, als bijvoorbeeld: het op tijd komen en afmelden, afhankelijk van hun ouders. Daarom is het goed om ouders op de hoogte stellen van en/of te betrekken bij het maken van afspraken. Bij het niet nakomen van afspraken worden dan óók de ouders daarover geïnformeerd en/of op aangesproken. 44

12 Afspraken zijn geen zaken die voor nu en altijd gelden. De 'voetbalafspraken', maar ook de andere afspraken zullen regelmatig worden bijgesteld of aangepast. Op basis van je ervaringen tijdens trainingen en wedstrijden met spelers en ouders is het goed om eerder gemaakte afspraken regelmatig te evalueren. Natuurlijk zijn er ook momenten dat regels niet worden nagekomen. Als dat richtlijnen zijn over de manier van voetballen dan kun je daar natuurlijk op trainen. Gaat het over andere zaken, als bijvoorbeeld: het met respect omgaan met de scheidsrechter, dan moet de trainer nadenken over de gevolgen van het niet nakomen van de regel. Wordt de speler dan gewisseld, misschien zelfs geschorst (door de club)? Of is een goed gesprek met de speler voldoende? Het volgende richt zich op de houding en vaardigheden van de trainer die van invloed zijn op de omgang met kinderen. Een positieve (grond)houding ligt aan de basis van een goede omgang met kinderen. Hierbij gaat het om positieve aandacht in woord en gebaar. Geef daarbij alle kinderen ook exclusieve aandacht waardoor ze zich niemand uitgesloten bijzonder en gewaardeerd voelen. Daarnaast zijn effectieve vaardigheden in het omgaan met spelers: structureren, stimuleren, negeren en isoleren Het structureren van gedrag betekent dat er bepaalde regels en routines bestaan waarvoor regelmatig aandacht wordt gevraagd en waarover uitleg wordt gegeven. Bij het gedeeltelijk of niet nakomen wordt direct gereageerd. Voor een aantal regels bestaat een zekere onderhandelingsruimte. Als een kind begrijpt waarom bepaalde regels er zijn en zich hierbij betrokken voelt, zal de kans groter zijn dat het zich daar aan houdt. Regels zijn bijvoorbeeld: iedereen komt op tijd, als je niet komt trainen dan geef je dat door. Routines zijn bijvoorbeeld: voordat de training start krijgen de spelers eerst 5 minuten om zelf iets te doen (of dat nu iets met de bal is, stoeien of tikkertje spelen). Dit geeft de trainer ook tijd om de organisatie klaar te zetten. Daarna is er aandacht voor de trainer die kort ( plaatje, praatje, daadje ) uitlegt wat de bedoeling is van de trainingsvorm. Een ander voorbeeld is dat trainingen altijd bestaan uit oefenvorm, partijtje, oefenvorm en weer een partijtje. Het is wel van belang om duidelijk te zijn over het verschil tussen opgelegde en afgesproken regels. Voorbeelden van opgelegde regels zijn: niet schelden op elkaar en/of op de tegenstander en niet vechten. Er zijn dus regels waarover niet wordt onderhandeld. Erover praten en het waarom van de regel uitleggen, is wel van belang. Te samen structureren regels en routines het leven op de club, binnen het voetballen en scheppen ze betrouwbaarheid. Je weet wat je van elkaar kunt en mag verwachten en waarop je elkaar mag aanspreken. 45

13 Een tweede vaardigheid is stimuleren. Dat is de vaardigheid in het opmerken, aandacht geven en versterken - door beloning of uiting - van gewenst (voetbal)gedrag door een kind. Waarom is stimuleren zo belangrijk? Elk gedrag dat positieve gevolgen heeft, heeft de neiging ook vaker te worden vertoond (door psychologen vastgesteld.). Dus als een speler een goede keuze maakt tijdens het trainingspartijtje dan zal het bevestigen van deze keuze ertoe leiden dat hij het ook in de wedstrijd zal proberen. Bevestigen en belonen door complimenten zorgen ervoor dat spelers meer vertrouwen hebben in eigen kunnen en meer durven. Dit geldt ook voor gedrag als: opletten, aandacht geven aan de trainer en willen samenwerken (dus niet kunnen, maar willen). De keerzijde is dat negatief gedrag dat voor aandacht zorgt ook de neiging heeft vaker te worden vertoond. Het spiegelbeeld van stimuleren is negeren. Zoals het van belang is om gewenst gedrag zoveel mogelijk te stimuleren, zo is het ook van belang om ongewenst gedrag zoveel mogelijk te negeren, tenzij het een overtreding is van een vastgestelde regel of routine (zie bij structureren). Werkt dat niet en blijft het kind ongewenst gedrag vertonen of is het gedrag risicovol dan is er de mogelijkheid van het isoleren van het kind en slechts bij hoge uitzondering straffen. Geen aandacht aan ongewenst gedrag schenken is in eerste instantie het meest effectief. In ieder geval vrijwel altijd effectiever dan straffen. Want straffen is aandacht geven zij het negatieve aandacht, maar dan toch aandacht. En aandacht, positief of negatief, versterkt vaak gedrag. Een manier van isoleren is een time out of een gedragspauze inlassen. 46

14 3.1 Begeleiding van team en (individuele) spelers Opdracht Overleg en maak afspraken met de spelers, de (technisch) jeugdcoördinator en de ouders over de begeleiding en evalueer deze. Soort opdracht Ontwikkeling Doel Je leert: - na te denken over het maken van teamafspraken en de begeleiding van jeugdspelers (waaronder: trainingsbezoek, omgaan met blessures, wissels, omgang met elkaar, rol ouders etc.) - het voorbereiden en houden van een bijeenkomst met het team en/of de ouders - de afspraken en de begeleiding te evalueren en verbeterpunten voor het eigen handelen te formuleren. Waar voer je de Bij eigen team en/of de individuele stage. opdracht uit? Hoe voer je de Stappen waarlangs de opdracht kan worden uitgevoerd: opdracht uit? - nadenken over welke afspraken moeten worden gemaakt in relatie tot de gestelde doelen voor het seizoen - overleg met (Technisch) Jeugdcoördinator of - commissie over het maken van afspraken met spelers en ouders in het bijzonder en begeleiding van jeugdspelers in het algemeen - voorbereiden en houden van een teambijeenkomst waar het maken van afspraken centraal staan - volgen van het nakomen van de afspraken - evalueren van afspraken en begeleiding Wat moet de opdracht opleveren? Criteria Resultaat - zelfreflectie In het product wordt het volgende beschreven: 1. doelstelling(en) voor het seizoen; 2. korte opsomming van afspraken binnen en buiten de lijnen (gericht op het realiseren van de doelstelling); 3. beschrijving van de manier waarop de afspraken zijn gemaakt en met wie welke afspraken zijn gemaakt; 4. wat kenmerkend is voor jouw manier van begeleiden van spelers; 5. evaluatie van de gemaakte afspraken (geef ook voorbeelden van afspraken die niet zijn/ worden nagekomen en hoe je deze conflicten hebt opgelost); 6. wat je geleerd hebt van eerdere ervaringen en deze opdracht m.b.t. jouw rol als het gaat om afspraken, conflicten en begeleiding (beschrijven verbeterpunten en hoe je die wilt gaan verbeteren) Zie profiel UEFA C YOUTH Zie profiel UEFA C YOUTH 47

15 Ondersteuning De praktijkbegeleider - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist omtrent bijeenkomst met spelers en/of ouders omtrent te maken afspraken en begeleiding van spelers. Toelichting De docent - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist over de uitwerking van de opdracht; - geeft tips en aanwijzingen over de verwachte knelpunten; - geeft feedback op de begeleiding. Bijeenkomst 6, 7, 8 en 9 (het begeleiden van jeugdspelers komt als vanzelfsprekend teug bij het geven van trainingen en het coachen van wedstrijden) Cursusmateriaal Leerstof UEFA C YOUTH: 'Conflicthantering', 'Grondregels van het teambuildingsproces' Inleveren Bijeenkomst 18 Afronding Bevat feedback van de praktijkbegeleider en akkoord door de docent. 48

16 Inleiding organiseren van een 4 tegen 4 toernooi met individuele winnaar Het spelen van wedstrijden en trainen zijn bij een club voor jeugdspelers de belangrijkste activiteiten. Naast wedstrijden en trainingen is het voor spelers ook leuk om andere activiteiten bij de club te doen. Je kunt daarbij denken aan niet-voetbalactiviteiten en voetbalactiviteiten. Voorbeelden van niet-voetbalactiviteiten zijn een jeugdkamp en Sinterklaas. Bij voetbalactiviteiten kun je denken aan een trainings- of voetbaldag en een toernooi. Het spelen van een toernooi vinden spelers altijd leuk. Daarom richten we ons bij de opdracht 'organiseren van een voetbalactiviteit' op een 4 tegen 4 toernooi met individuele winnaar 2. Je kunt dit toernooi houden op een trainingsavond of -middag, maar ook in een vakantie of op een zaterdag zonder wedstrijd. In de (basis)vorm 4 tegen 4 zit alles wat spelers ook in een echte wedstrijd tegenkomen. Om te winnen moeten er meer doelpunten worden gemaakt dan de tegenpartij. Daarvoor moet er worden aangevallen, verdedigd en omgeschakeld. De spelers hebben daarbij te maken met medespelers, tegenstanders, uitlijnen, spelregels etc. Kortom, alle ingrediënten van de echte wedstrijd vind je terug in 4 tegen 4. Voor alle leeftijden is het leuk om deze vorm te spelen. Bij de jeugd kun je het toernooi regelmatig laten terugkomen. Het organiseren en uitvoeren van voetbalactiviteiten wordt vaak door meerdere mensen gedaan. Jij bent de persoon die ervoor zorgt dat de taken worden verdeeld en dat iedereen goed samenwerkt. Naast de organisatie ben je ook verantwoordelijk voor de aansturing van de personen (leiders, ouders etc.) die je helpen bij de organisatie en uitvoering. Er is een mogelijkheid om het KNVB straatvoetbaltoernooi te organiseren bij jouw vereniging. Hierbij wordt ook 4:4 gespeeld en de winnaars van het toernooi kunnen daarna uitkomen tegen winnaars van andere straatvoetbaltoernooien. Meer informatie is te vinden op: 2 Op digitale leeromgeving staat onder downloads het draaiboek van 4 tegen 4 met individuele winnaar. 49

17 3.2 Voetbalactiviteit Opdracht Soort opdracht Doel Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit? Wat moet de opdracht opleveren? Organiseer een 4 tegen 4 toernooi met individuele winnaar Beoordeling Je leert: - het gebruiken en bijstellen van een draaiboek voor een voetbalactiviteit - de taken uit te voeren als voorbereiding op een voetbalactiviteit - het samenwerken met en aansturen van kader dat betrokken is bij de voetbalactiviteit - het evalueren van een voetbalactiviteit Bij eigen team en/of de individuele stage. Stappen waarlangs de opdracht kan worden uitgevoerd: - maken van afspraken over rol en verantwoordelijkheden tijdens de voetbalactiviteit met de club (bijv. TJC en/of jeugdcoördinator) - voorbereiden op je rol met behulp van het draaiboek - maken van afspraken over rol en verantwoordelijkheden met het assisterend kader (bijv. andere trainers, leiders, ouders) - zorgen dat de begeleiding van het assisterend kader aansluit bij het niveau en beleving van de spelers - leiding geven tijdens de activiteit - vragen van feedback assisterend kader, praktijkbegeleider, club (als het mogelijk is vraag je ook aan één of meerdere spelers wat ze ervan vonden) - evalueren van je rol tijdens de voetbalactiviteit - zelfreflectie Verslag van: 1. doelstelling activiteit 2. gebruik draaiboek: op- en aanmerkingen en evt. aanvullingen 3. wie er betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering en wie wat doet (taken) 4. hoe de coördinatie, communicatie (informeren over doelstelling en taken) en controle (van de taken) is verlopen? 5. hoe de veiligheid/ EHBO is geregeld? 6. het toernooi (kort) 7. de voorbeeldfunctie m.b.t. omgang met spelers en assisterend kader 8. afstemming van de activiteit en de omgang met de spelers (de leeftijdskenmerken, niveau, achtergrond, culturele verschillen etc.) 9. welke manieren, middelen er zijn gebruikt om het assisterend kader te motiveren, prikkelen om hun taken uit te voeren? (manier van (bege)leiden) 10. evaluatie van het toernooi (evaluatie spelers en andere betrokkenen: is de doelstelling gerealiseerd?) 11. wat heb je geleerd van eerdere ervaringen en deze opdracht m.b.t. jouw rol als het gaat om het organiseren van activiteiten en aansturen van assisterend kader? (beschrijven verbeterpunten en hoe je die wilt gaan verbeteren) 50

18 Zie ook het protocol en de toelichting van 'Organiseren van activiteiten' en 'Aansturen kader'. Criteria Resultaat Ondersteuning Het geheel wordt aangevuld met evaluatieformulier assisterend kader, feedback van de praktijkbegeleider en een verklaring van de club. Zie profiel UEFA C YOUTH Zie profiel UEFA C YOUTH De praktijkbegeleider: - geeft uitleg bij het draaiboek; - geeft praktische aanwijzingen bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de voetbalactiviteit; - geeft feedback over invulling van de rol. Toelichting Bijeenkomst 3 en 4 Cursusmateriaal De docent - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist over de uitwerking van de opdracht; - geeft tips en aanwijzingen over de verwachte knelpunten. draaiboek Protocol en toelichting PVB 3 'Organiseren van activiteiten' Protocol en toelichting PVB 4 'Aansturen kader' Inleveren Uiterlijk bijeenkomst 16 Afronding PVB 3: Organiseren van activiteiten en PVB 4: Aansturen kader Getekend evaluatieformulier 'Organiseren van 4 ten 4 met individuele winnaar' (bijlage 2) en verklaring van de club (bijlage 3) zit in het portfolio 51

19 Inleiding blessures Helaas horen blessures bij het voetballen. Wel kunnen we een onderscheid maken tussen het ontstaan en de ernst van blessures. Blessures kunnen optreden als gevolg van: - lichamelijk contact tussen spelers (bewust; een overtreding, onbewust; per ongeluk, bijv. een botsing) - een val (of een ander contact met een 'dood' voorwerp, bijv. de doelpaal) - overbelasting Nu zijn er een aantal zaken die je als coach moet weten als het gaat om het voorkomen en behandelen van blessures. De volgende vragen dienen daarbij als richtlijn: Algemeen - hoe kun je blessures voorkomen? (richt je daarbij op de verschillende manieren van ontstaan) - hoe herken je of een blessure ernstig is en direct ingrijpen en/of het oproepen van een deskundige (bijv. fysiotherapeut, dokter, ambulance) noodzakelijk is? - wat is er bij jullie op de club geregeld bij 'ernstige' blessures (direct ingrijpen is noodzakelijk) en het behandelen van overige blessures? (van: Wie zorgt ervoor dat er een ziekenauto komt?, Wie heeft de sleutel van het hek?, Waar is een brancard en/of EHBO-trommel? tot: Waar kan een speler terecht voor deskundig advies?, Is er ook verdere behandeling mogelijk?, Is er een mogelijkheid tot revalideren bij de club?) - wat moet je wel en wat moet je niet doen bij 'ernstige' blessures? - wat kun je doen bij de overige blessures? - hoe bepaal je of een geblesseerde speler kan (door)spelen? Bij het (stage)team - welke blessures komen het meest bij jouw (stage)team voor? - waren deze te voorkomen? - hoe ben je tot een diagnose van de blessure gekomen? - hoe zijn de blessures behandeld? - op welke manier is/zijn de geblesseerde speler(s) teruggekeerd in het team? De rol van de trainer/ zelfreflectie - welke rol speel jij als trainer in het voorkomen, behandelen (inclusief het revalideren) van blessures? - wat heb je geleerd van eerdere ervaringen en deze opdracht m.b.t. jouw rol als het gaat om het voorkomen en behandelen van blessures? 52

20 3.3 Blessures Opdracht Soort opdracht Doel Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit? Wat moet de opdracht opleveren? Criteria Resultaat Ondersteuning Neem maatregelen gericht op het voorkomen en behandelen van blessures Ontwikkeling Je leert: - het voorkomen van blessures (preventie) - het herkennen van (ernstige) blessures - hoe te handelen bij (de meest voorkomende) blessures Bij de stageclub of eigen club Stappen waarlangs de opdracht kan worden uitgevoerd: - bestuderen van het boekje 'Voetbal EHBO/ Voetbal een goede start' en de leerstof - inventariseren meest voorkomende blessures bij het eigen team of stageteam - overleg met de verzorger en/of fysiotherapeut van de club over het voorkomen en behandelen van de 'ernstige' en de meest voorkomende blessures Verslag: - waarbij de vragen onder 'Inleiding blessures' dienen als richtlijn. Vergeet vooral niet de vragen m.b.t. tot je eigen rol/ zelfreflectie te beantwoorden. Zie profiel UEFA C YOUTH Zie profiel UEFA C YOUTH De praktijkbegeleider - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist omtrent blessurebehandeling en - preventie De docent - bespreekt vooraf met cursist de uit te voeren werkzaamheden; - beantwoordt vragen van de cursist over de uitwerking van de opdracht; - geeft tips en aanwijzingen over de verwachte knelpunten; - geeft feedback op de opdracht, conclusie en adviezen. Toelichting Bijeenkomst 13 en 15 Cursusmateriaal - Leerstof UEFA C YOUTH: 'Voetbalblessures' -Voetbal EHBO/ Voetbal een goede start (Sport Blessure Vrij - NOC * NSF) Inleveren Bijeenkomst 17 Afronding Bevat feedback van de praktijkbegeleider en akkoord door de docent. 53

21 Bijeenkomsten In het schema staat een globale uitwerking per bijeenkomst. Wat staat vermeld achter 'Doen' en 'Lezen' is de basis voor de inhoud van de bijeenkomst die volgt (of als voorbereiding voor een volgende bijeenkomst). Er wordt dan ook verwacht dat een cursist zich gedegen voorbereid op een (groeps)bijeenkomst. Nr Buiten opdr. Binnen opdr. 1 centraal Wat is voetballen? (structuur) Visie op leren voetballen 1.1 Kennismaking, toelichting opleiding (introductie zelfscan) Doen opdracht 0.2 Lezen opdracht 1.1 en opdracht centraal 4 tegen 4 (E) 2.1 Periodiseren (ontwikkelen van jeugdspelers) Opleidings- en coachingsdoelstellingen E Lezen van voetballen Profiel/ zelfscan Doen opdracht 1.1 en opdracht 2.1 Lezen opdracht centraal Variaties 4 tegen 4 (E) Demo toernooi met individuele winnaar Eisen aan een training Opvoedkundige verantwoordelijkheid (strategieën) Warming-up Opdracht 3.2 (accent 'Organiseren van activiteiten') Doen opdracht 3.2 (plannen en voorbereiden van 3.2) Lezen opdracht 2.2 (cursist krijgt een uitgewerkte training en bereidt zich voor op het geven van de warming-up en het begeleiden van een trainingsvorm) 4 centraal Voorbeeldtraining (D) - verdedigen - Doen opdracht 2.2 Lezen opdracht groep Training (D) - aanvallen - Doen opdracht 2.3 Lezen opdracht 1.3 en opdracht centraal Analyseren (C) - aanvallen - Doen opdracht 2.3 Lezen opdracht 2.4 en opdracht groep Training (C) - aanvallen Maken van een trainingsvoorbereiding Opdracht 3.2 (accent 'Aansturen kader' 2.2 Opleidings- en coachingsdoelstellingen D Organiseren en uitleggen 1.3 Lezen/analyseren van wedstrijden (voetbalproblemen en doelstellingen) Beoordelen individuele speler Begeleiden van jeugdspelers (belang van maken van afspraken) 2.3 Opleidings- en coachingsdoelstellingen C Methodiek en coachopmerkingen Welke afspraken maak je?

22 Doen opdracht centraal Analyseren (B) - verdedigen - Doen opdracht 2.4 Lezen opdracht 1.2 en opdracht groep Training (B) - verdedigen eigen helft - Doen opdracht 2.4 en opdracht centraal Training (B): 2 proefgroepen - verdedigen helft tegenpartij - Wedstrijd (B) Doen opdracht 1.3 Lezen opdracht centraal Analyseren (A) - volledige analyse Lezen/analyseren van wedstrijden (voetbalproblemen en doelstellingen) Beoordelen individuele speler Begeleiden van een individuele jeugdspelers (i.r.t. beoordelingsformulier speler) 2.4 Opleidings- en coachingsdoelstellingen B Volledige training Groepsprocessen en conflicten Relatie training - wedstrijd Coachen tijdens wedstrijden Periodiseren (ontwikkelen van jeugdspelers: o.a. plaats van voetbalconditietraining) 1.3 Lezen/analyseren van wedstrijden (voetbalproblemen en doelstellingen) Ontwikkelen speelwijze (gericht op 1:4:3:3) Doen opdracht groep Wedstrijd (A) 1.2 Coachen tijdens wedstrijden Ontwikkelen speelwijze (gericht op 1:4:4:2) Doen opdracht 2.5 Lezen opdracht groep Training (A) Laatste deel training is VCT Toets Doen opdracht 2.5 en opdracht centraal Training (teams naar keuze): 2 proefgroepen Wedstrijd Doen opdracht groep Training (team naar keuze) Laatste deel training is VCT Doen opdracht centraal Training (A) Demo ontwikkelen van teamfuncties (methodische ontwikkeling van verdedigen) Opleidings- en coachingsdoelstellingen A Periodiseren (ontwikkelen van een speelwijze en plaats van voetbalconditietraining) Blessures Relatie training - wedstrijd Coachen tijdens wedstrijden Periodiseren 2.5 Periodiseren (ontwikkelen van een speelwijze en plaats van voetbalconditietraining) Blessures 2.5 Methodische ontwikkeling van teamfuncties

23 Doen opdracht 2.5 Lezen opdracht groep Training (team naar keuze) 2.5 Voorbereiding PVB 2 (interview, praktijk, interview) Persoonlijke ontwikkeling en zelfbeoordeling 18 centraal Keeperstraining (ontwikkelen van een teamtaak) - scoren en doelpunten voorkomen - Ontwikkelen van de keeper in relatie tot de teamtaken scoren en het voorkomen van doelpunten Club met/zonder keeperstrainer 19 centraal Periodiseren Evaluatie Persoonlijke ontwikkeling en zelfbeoordeling Vervolgopleidingen (TC II, bijscholing)

24 Toetsing Toetsplan van de kwalificatie UEFA C YOUTH Dit Toetsplan is vastgesteld door de toetsingscommissie op Deelkwalificaties Coachen van wedstrijden Geven van trainingen Organiseren van activiteiten Aansturen van kader 1. Competenties De volgende competenties worden getoetst: 1.1. Coachen van wedstrijden De trainer-coach is in staat wedstrijden te coachen gericht op het leveren van de nagestreefde prestatie Geven van trainingen De trainer-coach is in staat op basis van een planning een training te verzorgen die gericht is op de (individuele) voetbalontwikkeling van (jeugd)spelers Begeleiden van voetbalontwikkeling van spelers De trainer coach is in staat begeleiding te bieden die bijdraagt aan de ontwikkeling van de (jeugd)speler. 1.4 Leercompetitie De trainer-caoch is in staat te werken aan eigen ontwikkeling Burgerschapscompetentie De trainer-coach is in staat om te gaan met alle bij het voetbal betrokken functionarissen. 2. Eisen aan de kandidaten Kandidaten dienen bij toelating tot de PVB: - tenminste 18 jaar te zijn; - lid van de KNVB te zijn; - voldoende vorderingen te maken met de ontwikkeling van de competenties; - de ontwikkelingsopdrachten in het portfolio behorende bij de PVB te hebben afgerond; - de toetsen spelregels en theorie voetbal (als deelnameconditie voor PVB 1 respectievelijk PVB 2) met een voldoende te hebben afgerond; - alle cursusonderdelen te hebben gevolgd en te voldoen aan de stageverplichtingen; - te hebben voldaan aan de financiële verplichtingen. 57

25 3. Proeven van bekwaamheid (PVB) De PVB-beschrijvingen en protocollen worden ter hand gesteld aan de kandidaten en zijn beschikbaar via de digitale leeromgeving. Overzicht onderdelen PVB Praktijkbeoordeling PVB Titel PVB/ Competenties 3 1 Coachen van wedstrijden 2 Geven van trainingen 3 Organiseren van activiteiten 4 Aansturen van kader Productbeoordeling Opdracht 1.2 Coachen van een team Opdracht 2.5 Plannen op middellange termijn Opdracht 3.2 Voetbalactiviteit Opdracht 3.2 Voetbalactiviteit Planninginterview Praktijk Reflectie-interview X X X * In alle PVB s worden de competenties begeleiden van voetbalontwikkeling, leer- en burgerschapscompetentie getoetst 3.2 Organisatie De PVB Geven van trainingen is een combinatie van een productbeoordeling (opdracht 2.5 'Plannen op middellange termijn') en een praktijkbeoordeling. De productbeoordelingen in het kader van PVB 1, 3 en 4 (opdracht 1.2 'Coachen van een team' en 3.2 'Voetbalactiviteit') zijn onderdeel van het portfolio. PVB 3 en 4 worden gecombineerd afgenomen door het beoordelen van opdracht 3.2 Voetbalactiviteit. 4. Instructies voor kandidaten - Deelname aan de PVB geschiedt op eigen risico. - De kandidaat schrijft zich in voor de PVB conform de PVB-beschrijving. - Het aantal herkansingen is per PVB gesteld op twee in een periode van één jaar na het afleggen van de eerste PVB. De tweede herkansing mag niet eerder dan drie maanden na de eerste PVB worden afgelegd. De geldigheidsduur van de afgelegde proeven van bekwaamheid is maximaal twee jaar, tenzij overmacht kan worden aangetoond. 3 In alle PVB s worden de competenties begeleiden van voetbalontwikkeling, leer- en burgerschapscompetentie getoetst. PVB 1 komt overeen met kwalificatiestructuur sport 3.2 PVB 2 komt overeen met kwalificatiestructuur sport 3.1 PVB 3 komt overeen met kwalificatiestructuur sport 3.3 PVB 4 komt overeen met kwalificatiestructuur sport

26 5. Instructies voor PVB-beoordelaars Voor de productbeoordeling ontvangt de PVB-beoordelaar het portfolio (de opdrachten) via de kandidaat. Voor de praktijkbeoordeling ontvangt de PVB-beoordelaar via de cursusleider de datum, tijd van de PVB. en de accommodatie waar de bijeenkomst plaatsvindt, tijdens welke de PVB wordt afgenomen. De PVB-beoordelaar vult het PVB-protocol van een praktijkbeoordeling volledig in en zendt het binnen 5 werkdagen naar het districtskantoor ter attentie van de medewerker opleidingen. Het protocol van een productbeoordeling wordt binnen 15 dagen naar de KNVB Academie toegezonden ter attentie van medewerker opleidingen. De KNVB Academie beheert in opdracht van de toetsingscommissie gedurende zes maanden de protocollen. 6. Toetsreglement Sport De bepalingen uit het toetsreglement Sport ( ) zijn van toepassing op dit toetsplan. Het diploma UEFA C YOUTH of UEFA C wordt uitgereikt aan de kandidaten die voldoen aan de kwalificatie UEFA C. 7. Toetsingscommissie en Commissie van Beroep voor Toetsing De toetsingscommissie, ingesteld door de KNVB, bestaat uit de manager en de coördinator opleidingen van de KNVB Academie. De coördinator opleidingen is de voorzitter van de toetsingscommissie. De directie van de KNVB stelt een Commissie van Beroep voor Toetsing in. 59

27 KNVB Academie Kennisdelen is belangrijk, er expliciet betekenis aan geven nog meer. Vanuit dat oogpunt mag de KNVB cursusmap niet zo maar worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van de KNVB Academie. Ondanks de bestede zorg aan de samenstelling van de tekst in deze cursusmap, kan de KNVB Academie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die het gevolg is van enige fout die in de map zou kunnen voorkomen. Wij staan open voor opmerkingen en suggesties. Wij waarderen het ten zeerste als we worden gewezen op mogelijke onduidelijkheden of fouten in deze uitgave. Deze kunnen worden doorgegeven via het volgende adres: De KNVB Academie stelt meerdere mappen per seizoen samen, het helpt ons als in de mail het betreffende seizoen en de opleiding wordt vermeld. 60

28 KNVB Academie Woudenbergseweg 56-58, 3707 HX ZEIST Postbus 515, 3700 AM ZEIST Telefoon Fax Website: