VERSO- Cahier 1/ 2014 De werkbaarheid in de Vlaamse gezondheids-en welzijnssectoren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSO- Cahier 1/ 2014 De werkbaarheid in de Vlaamse gezondheids-en welzijnssectoren"

Transcriptie

1 VERSO- Cahier 1/ 14 De werkbaarheid in de Vlaamse gezondheids-en welzijnssectoren Een beschrijvende analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 13 (SERV-Stichting Innovatie & Arbeid) Met dank aan Stephan Vanderhaeghe (Stichting Innovatie & Arbeid) voor de toelevering van de gedetailleerde gegevens. Voor vragen en toelichting Zie verder 1

2 INHOUD 1. Wat u vooraf moet weten 2. De indicatoren van werkbaarheid in de Vlaamse gezondheids- en welzijnssector 2.1. Werkbaarheidsindicatoren Evolutie van de werkbaarheidsindicatoren 2.3. Werkbaarheidsindicatoren volgens persoonskenmerken 2.4. Werkbaarheidsindicatoren in de sectoren 3. De risico s van werkbaarheid in de Vlaamse gezondheids- en welzijnssector 3.1. Werkbaarheidsrisico s Evolutie van de werkbaarheidsrisico s 3.3. Werkbaarheidsrisico s volgens persoonskenmerken 3.4. Werkbaarheidsrisico s in de sectoren 4. Job-demand-control-model van Karasek in de Vlaamse gezondheids- en welzijnssector 5. Conclusies Referenties Lijst met figuren 2

3 1. Wat u vooraf moet weten In dit cahier worden een reeks data beschreven die zijn gebaseerd op de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor van de SERV (SERV- Stichting Innovatie & Arbeid, 13). De Stichting Innovatie & Arbeid leverde een aantal sectorspecifieke data toe aan Verso die het toelaten om een meer verfijnd beeld te schetsen van de werkbaarheid in de gezondheids- en welzijnssector in Vlaanderen. De Vlaamse Werkbaarheidsmonitor kwam er om de doelstellingen inzake werkbaarheid uit het Pact van Vilvoorde en het Toekomstpact op een wetenschappelijk onderbouwde wijze te meten. Sinds 4 wordt de werkbaarheid voor loontrekkenden driejaarlijks onderzocht via de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor (WBM) in de schoot van de SERV. De WBM-meting betreft een anonieme schriftelijke bevraging van een representatief staal van loontrekkenden, woonachtig in het Vlaams Gewest. De steekproef voor de WBM-meting is getrokken uit het DIMONA-personeelsregister, die via tussenkomst van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid werd gekoppeld aan recente woonplaatsgegevens van de loontrekkenden. In 13 werd de steekproef voor werknemers verdubbeld tot 4. eenheden. De WBM-meting 13 had een netto-responspercentage van 43,1%, wat ruim voldoende is om een betrouwbare representativiteit van de steekproef te garanderen. De respondenten vinken aan in welke sector ze werken, zodat de resultaten kunnen worden opgedeeld naar sectoren. De minimumdrempel van de steekproefomvang voor de sectoren lag op eenheden. Deze minimumdrempel laat toe om in 13 voor het eerst betrouwbare uitspraken te doen inzake werkbaarheid voor de volgende socialprofitsectoren: - Gezins-en bejaardenhulp ( N= 336); - Jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk (N=336); - Ziekenhuizen (N=9); - Rusthuizen (N=515); - Kinderopvang en Centra voor geestelijke gezondheidszorg (N=1). Voor de sectoren sociaal-cultureel werk (N= 141) en beschutte- en sociale werkplaatsen (N=145) werd de minimumgrenswaarde niet bereikt. Beide sectoren worden in wat volgt niet opgenomen. Als verder wordt verwezen naar de gezondheids- en welzijnssector, betreft het de som van de vijf sectoren waarvoor wel de minimumdrempel werd bereikt. De schriftelijke vragenlijst bestaat voor een groot gedeelte uit zogenaamde vragenbatterijen. Een vragenbatterij is een samenhangend geheel van vragen over één aspect, bijvoorbeeld vermoeidheid. De Stichting Innovatie & Arbeid heeft deze vragen (mits toelating) overgenomen uit al bestaande vragenlijsten die in binnen- en buitenland uitvoerig zijn getest op hun betrouwbaarheid en validiteit. Daarbij werd maximaal aansluiting gezocht bij de Nederlandse Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA). Voor het meten van de vier centrale werkbaarheidsindicatoren en de zes risico-indicatoren werd geopteerd voor psychometrische schalen. Deze schaalinformatie wordt gebruikt om binnen een onderzoekspopulatie de groep respondenten die zich in een problematische situatie bevindt (en haar niet-problematisch complement) af te bakenen (kengetallentechniek). Het gebruik van kengetallen vereist dat voor de gebruikte schalen een of meerdere kritische grenswaarden worden bepaald. Kengetallen laten de ordinale informatie uit de achterliggende schaalscores intact en zijn dan ook perfect bruikbaar voor vergelijkingen tussen 3

4 deelpopulaties (leeftijdscategorieën, beroepsgroepen, sectoren) (SERV- Stichting Innovatie & Arbeid, 13). In wat volgt beperken we ons tot het beschrijven van de werkbaarheid in de gezondheids- en welzijnssector en waar mogelijk in de diverse sectoren. Telkens wordt onze sector (en/of de diverse sectoren) vergeleken met het Vlaamse gemiddelde (de werkbaarhheid op de Vlaamse arbeidsmarkt). De werkbaarheidsmonitor meet vier belangrijke aspecten van arbeidskwaliteit: werkstress (psychische vermoeidheid), welbevinden in het werk (motivatie), de leermogelijkheden en de balans tussen werk en privé. Dit zijn de werkbaarheidsindicatoren. Kwaliteit van de arbeid komt tot stand in een context waarin een hele reeks factoren een rol spelen. De werkbaarheidsmonitor kijkt naar mogelijke sleutels op de werkplek zelf om de werkbaarheid van jobs te verbeteren. Deze sleutels zijn: de werkdruk, de emotionele belasting, de afwisseling in het werk, de autonomie in het werk, de mate waarin men door zijn of haar directe leiding wordt ondersteund en tenslotte de arbeidsomstandigheden. Dit zijn de zes werkbaarheidsrisico s. Voor een verdere verdieping voorbij het descriptieve- verwijzen we naar de aankomende publicaties van de Stichting Innovatie & Arbeid ( en naar de resultaten van het kwalitatief onderzoek uitgevoerd door VIVO in het kader van het addendum bij de sectorconvenant van de Social-profit met de Vlaamse Regering ( Beschrijven van de werkbaarheid draagt bij tot het inzichtelijk maken van de problematiek. Dit is een eerste belangrijke stap. Waar het echt om gaat is om werkbaarheidsproblemen te voorkomen en daar waar ze optreden te remediëren. De afgelopen twee jaar was Verso één van de partners in het ESF-project rond werkbaar werk. Op de portaalsite vindt men o.m. de resultaten van dit project: een online interactief instrument die de werkbaarheidsdata ontsluiten, maar ook een Toolbox met inspirerende voorbeelden en instrumenten om rond de verschillende aspecten van werkbaarheid aan de slag te gaan op organisatieniveau. 4

5 2. De indicatoren van de werkbaarheid in de Vlaamse gezondheids- en welzijnssector In de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor van de SERV wordt werkbaarheid geïndiceerd aan de hand van de volgende indicatoren: - Werkstress (psychische vermoeidheid): de mate waarin de door psychosociale arbeidsbelasting opgebouwde (mentale) vermoeidheid recuperabel is dan wel leidt tot spanningsklachten en verminderd functioneren. - Welbevinden op het werk (motivatie): de mate waarin men door de aard van de job op het werk betrokken is/blijft dan wel gedemotiveerd raakt. - Leermogelijkheden: de mate waarin men door formele opleiding en de dagdagelijkse ervaring op de werkplek zijn competenties op peil kan houden en verder ontwikkelen. - Combinatie werk-privé: de mate waarin de taakeisen in de werksituatie al dan niet belemmerende effecten hebben op de handelingsmogelijkheden in de thuissituatie. De werkbaarheidsgraad is het percentage medewerkers dat aangeeft op geen enkele van de vier indicatoren van werkbaarheid een probleem te ervaren. Indien een medewerker minimaal één indicator als problematisch ervaart, wordt dit als niet werkbaar aangeduid. Leestip : Hoe hoger de balk, hoe gunstiger. 2.1 De werkbaarheidsindicatoren 13 Figuur 1 toont dat in 13 58,8% van de medewerkers in de gezondheids-en welzijnssector werkbaar werk heeft, tegenover 54,6% gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Figuur 1: Percentage (%) medewerkers dat geen probleem ervaart met werkbaarheid (13, Vlaams Gewest) ,4 7,7 88,2 85,1 81, ,4 89,2 58,8 54, Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Niet-problematisch alle 4 indicatoren Gezondheids-en welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt 5

6 In 13 geeft 7,4% van de medewerkers uit de gezondheids-en welzijnssector aan geen problemen te hebben met werkstress (7,7% voor alle sectoren), 88,2% heeft geen problemen met werkbetrokkenheid en motivatie (81,9% voor alle sectoren), 85,1% heeft geen gebrek aan kansen op competentie-ontwikkeling (82% voor alle sectoren) en 91,4% van de medewerkers in onze sector geeft aan geen problemen te ervaren inzake combinatie werk en sociaal (gezins)leven (89,2% voor alle sectoren) Evolutie van de werkbaarheidsindicatoren Hoe is de werkbaarheid in de gezondheids-en welzijnssector geëvolueerd? Uit figuur 2 blijkt dat over lange termijn (4-13) de werkbaarheid in de gezondheids- en welzijnssector duidelijk is verbeterd. Dit geldt zowel voor de algemene werkbaarheid (+2,7 ppn.) als voor de vier werkbaarheidsindicatoren afzonderlijk. Tevens stellen we vast dat de werkbaarheid ten aanzien van de vorige meting () er in onze sector licht op achteruit is gegaan. Figuur 2: Evolutie van het percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen problemen ervaart met de werkbaarheidsindicatoren (4-13, Vlaams Gewest) 95, 9, 87,2 88,2 85,1 89,2 91,4 85, 82, 8, 75, 7, 69,1 7,4 65, 6, 55, 56,1 58,8 5, Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Niet-problematisch alle 4 indicatoren Als we de evolutie van de werkbaarheid (4-13) in onze sector vergelijking met de evolutie van de werkbaarheid op de Vlaamse arbeidsmarkt (figuur 3) dan stellen we vast dat verbetering van de werkbaarheid in onze sector sterker is dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Dit geldt voor de algemene werkbaarheid (+2,7 ppn.) en voor drie van de vier afzonderlijke werkbaarheidsindicatoren. Enkel de verbetering van de leermogelijkheden (+3. 1 ppn.), verliep in onze sectoren trager dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt (+4,6 ppn.). Vooral in 13 zijn er iets meer medewerkers die het gebrek aan leermogelijkheden als problematisch percipiëren in de gezondheids- en welzijnssectoren dan in, terwijl de evolutie op Vlaams niveau min of meer gelijk blijft. 6

7 Figuur 3 : Evolutie (in ppn.) tussen 4 en 13 van het percentage medewerkers dat geen problemen ervaart met de werkbaarheidsindicatoren (Vlaams Gewest) 5, 4, 3, 2, 1,, -1, Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Gezondheids-en welzijnssector Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Vlaamse arbeidsmarkt Niet-problematisch alle 4 indicatoren 2.3 Werkbaarheidsindicatoren naar persoonskenmerken Figuur 4 toont dat er in de gezondheids- en welzijnsector iets meer mannen (86,8%) dan vrouwen (84,9%) zijn die geen probleem ervaren met de leermogelijkheden in de job. Inzake de combinatie werk-privé zijn er amper verschillen tussen mannen en vrouwen in onze sector. Deze zien we wel bij de overige twee werkbaarheidsindicatoren. Zo zijn er aanzienlijk meer mannen (74,6%) dan vrouwen (69,5%) die aangeven geen probleem te ervaren met werkstress, terwijl wat betreft het welbevinden op het werk er meer vrouwen (88,9%) dan mannen (86,8%) aangeven hieromtrent geen probleem te ervaren. Figuur 5 geeft aan dat in de gezondheids- en welzijnssector het percentage medewerkers dat zegt geen probleem te hebben met werkstress aanzienlijk lager ligt bij de 4-49-jarigen (68,4%) in vergelijking met de voorgaande leeftijdscategorie (72%). Het welbevinden op het werk scoort het hoogst bij de 55-plussers (91%), terwijl deze bij de 5-54 jarigen het laagst ligt (86,6%). Het gros van de medewerkers die blijven werken na 55 jaar in onze sector kent amper motivatieproblemen. Het percentage medewerkers dat aangeeft geen probleem te ervaren met zijn/haar leermogelijkheden in de job daalt met de leeftijd. Dus hoe ouder, hoe groter het gebrek aan leermogelijkheden. Omgekeerd zien we dat het percentage medewerkers dat de combinatie gezin-werk als niet problematisch ervaart, stijgt met de leeftijd. Dus hoe jonger, hoe problematischer de combinatieproblematiek. 7

8 Figuur 4: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met werkbaarheid naar geslacht (13, Vlaams Gewest) ,8 88,9 86,8 84,9 91,6 91, , , Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Man Vrouw Figuur 5: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met werkbaarheid naar leeftijd (13, Vlaams Gewest) ,9 91 9,7 91, ,9 88,2 88, ,3 86,6 84,5 83,5 81,6 93, , , Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden < 3 j j. 4-49j j. > 54 j. Combinatie werkprivé 8

9 Figuur 6 toont dat in de gezondheids- en welzijnsector er amper verschillen bestaan naar motivatie naargelang het arbeidsregime waarin men actief is. Zowel het percentage voltijders, als deeltijders dat geen motivatieprobleem heeft ligt hoog (rond de 88%). De problematiek van werkstress is prominenter bij voltijders dan bij deeltijders: respectievelijk 68,7% en 73,7% van hen geeft aan geen probleem met werkstress te ervaren. Verder toont de figuur dat de leermogelijkheden groter zijn bij de voltijdse medewerkers, dan bij de deeltijdse medewerkers en dat de combinatieproblematiek werk-privé groter is bij de voltijds - dan bij de deeltijds werkenden. Figuur 6 : Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met werkbaarheid naar arbeidsregime (13, Vlaams Gewest) ,6 88,6 88,6 88,2 87,8 84,1 79,9 93,1 95, ,7 7,4 73, Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Leestip : Hoe hoger de balk, hoe gunstiger. Voltijds Deelt (>6%) Deelt (<6%) Figuur 7 differentieert het beeld van de medewerker in de gezondheids- en welzijnssector. Zo stellen we vast dat de werkstressproblematiek zich vooral stelt bij de zorgmedewerkers en het kaderpersoneel. Slechts 67,4% van kaderpersoneel en 69% van de zorgmedewerkers geeft aan geen probleem te ervaren met werkstress. Anderzijds is net het welbevinden op het werk bij de zorgmedewerkers en het kaderpersoneel bijzonder hoog. Bij de kaders geeft maar liefst 97% onder hen aan geen probleem te ervaren met leermogelijkheden, wat in schril contrast staat met de arbeiders in onze sector (59,6%). De combinatieproblematiek is het sterkst aanwezig bij de kaders. Slechts 86% geeft aan geen probleem te ervaren met de combinatie werk-privé, tegenover meer dan 9% voor de andere functies. 9

10 Figuur 7: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met werkbaarheid naar functie (13, Vlaams Gewest) ,4 67, ,8 9,8 86,7 78, ,7 93, , , Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Arbeider Bediende Kader Zorgmedewerker Figuur 8: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met werkstress naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) ,4 68,4 68, ,5 7, , ,4 73,7 74,

11 Figuur 8 vat de differentiëring die er bestaat in de gezondheids- en welzijnssector wat betreft de werkstressproblematiek goed samen. Deze situeert zich vooral bij de kaders, de 4-49-jarigen, de voltijdse medewerkers, de zorgmedewerkers en de vrouwen. Bij de andere medewerkers geeft meer dan 7% aan geen probleem te ervaren inzake werkstress. Figuur 9 toont dat de motivatieproblematiek (welbevinden op het werk) zich in de eerste plaats bij de arbeiders in onze sector situeert en in beperktere mate bij de mannen. Bij de andere medewerkers geeft 85% of meer aan geen probleem te ervaren met het welbevinden op het werk. Figuur 9: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met welbevinden op het werk (motivatie) naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) ,8 86,6 86,7 87,6 87, ,2 88,6 88,6 88,9 89,8 9, , Figuur geeft aan dat de problematiek van het gebrek aan leermogelijkheden van en door de job zich in onze sector in de eerste plaats bij de arbeiders situeert. Bij de andere medewerkers geeft 8% of meer aan geen probleem te ervaren met een gebrek aan leermogelijkheden. In figuur 11 zien we dat de combinatieproblematiek in onze sector speelt bij de kaders, de voltijdse medewerkers en de min 3-jarigen. Bij de andere medewerkers geeft meer dan negen op tien aan geen problemen te ervaren met de combinatie privé-werk. 11

12 Figuur : Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met leermogelijkheden naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) ,9 81,6 83,5 84,1 84,5 84, , ,2 88,2 88, , Figuur 11: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met combinatie privé-werk naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) ,7 9,8 91,3 91,6 91,7 92,9 93,1 93,2 93, , ,8 88,

13 Figuur 12 vergelijkt de vier werkbaarheidsindicatoren volgens persoonskenmerken in onze sector met de situatie op de Vlaamse arbeidsmarkt. De balken rechts van het nulpunt impliceren dat de gezondheids-en welzijnssector het beter doet dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. De balken links geeft de achterstand met de Vlaamse arbeidsmarkt. Inzake werkstress zowel bij deeltijders als bij voltijders en werkstress bij 4-49-jarigen en bij min 3-jarigen scoren de gezondheids- en welzijnssector iets (2,2 ppn. of minder) slechter dan gemiddeld op de arbeidsmarkt in Vlaanderen. Ook wat betreft de combinatie werk-privé bij de min 3-jarigen doen we het iets (2,3 ppn.) minder goed dan op de Vlaamse arbeidsmarkt. Voor het overige doen we het telkens beter dan gemiddeld in Vlaanderen. Figuur 12: Verschil(in ppn.) in werkbaarheidsindicatoren naar kenmerken tussen de gezondheids- en welzijnssector en de Vlaamse arbeidsmarkt (13) Deelt (<6%) Deelt (>6%) Voltijds > 54 j j. 4-49j j. < 3 j. Vrouw Man Combinatie werk-privé Leermogelijkheden Welbevinden op werk (motivatie) Werkstress Figuur 13 geeft een beeld van de werkbaarheidsindicatoren naar de omvang van de onderneming waarin men werkt. We stellen vast dat alle vier de werkbaarheidsindicatoren gunstiger zijn voor de medewerkers die in kleine ondernemingen (< 5 medewerkers) actief zijn, dan voor medewerkers die in grotere ondernemingen werken. Het meest frappant is het verschil in werkstress. 75,6% van de medewerkers uit kleine ondernemingen in onze sector geeft aan geen probleem te ervaren met werkstress, terwijl dit bij ondernemingen met meer dan 5 medewerkers slechts rond 69% ligt, zowel voor de middelgrote - als voor de grote - en de zeer grote ondernemingen. 13

14 Figuur 13: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat geen probleem ervaart met werkbaarheid naar de omvang van de onderneming waarin men werkt (13, Vlaams Gewest) , ,868,4 87, ,988,8 86, ,883,6 91,69,591,391, Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werk-privé < 5 mdw 5-99 mdw -499 mdw >5 mdw 2.4. Werkbaarheidsindicatoren in de sectoren Figuur 14 toont dat de werkbaarheid in de sector van de gezins- en bejaardenhulp beter scoort dan de gemiddelde werkbaarheid op de Vlaamse arbeidsmarkt. Opvallend is het hoog aandeel medewerkers in deze sector dat aangeeft geen werkstress te ervaren (76,5%), tegenover slechts 7,7% op de Vlaamse arbeidsmarkt. Ook wat betreft de combinatie werk-privé is het bijzonder goed werken in de gezins- en bejaardenhulp : 93,6% ervaart hieromtrent geen problemen. Enkel inzake leermogelijkheden scoort de sector onder het Vlaams gemiddelde: 8,6% van de medewerkers geeft aan hier geen problemen te ervaren, terwijl dit 82% is op de Vlaamse arbeidsmarkt. Leestip : Hoe hoger de balk, hoe gunstiger. 14

15 Figuur 14: Percentage (%) medewerkers in de gezins- en bejaardenhulp dat geen probleem ervaart met werkbaarheid (13, Vlaams Gewest) ,2 86,6 85,1 81,9 82 8,6 93,6 91,4 89, ,5 7,4 7,7 5 Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Gezins-bejaardenhulp Gezondheids-welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt Figuur 15 toont dat de sector van de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk inzake werkbaarheid voor de vier indicatoren beter scoort dan het Vlaamse gemiddelde. Bovendien zijn deze verschillen zeer uitgesproken. Zo ligt het percentage medewerkers dat geen problemen ervaart inzake leermogelijkheden maar liefst,8 ppn. hoger dan gemiddeld in Vlaanderen. Voor de andere indicatoren ligt dit 8,8 ppn. (voor welbevinden), 7,1ppn. (voor werkstress) en 4,9 ppn. (voor combinatie werk-privé) hoger dan de respectievelijke Vlaamse gemiddelden. Figuur 16 schetst het beeld van de werkbaarheid in de ziekenhuizen. Met uitzondering van werkstress scoort de ziekenhuissector beter op de werkbaarheidsindicatoren dan gemiddeld op de arbeidsmarkt. Er zijn vooral een pak meer medewerkers in de ziekenhuissector (+7,2 ppn.) die geen motivatie-problemen ervaren in vergelijking met het gemiddelde op de Vlaamse arbeidsmarkt. Inzake werkstress doet de sector het evenwel minder goed. 67,3% van de medewerkers in de ziekenhuizen geeft aan geen probleem te ervaren met werkstress, terwijl dit op de Vlaamse arbeidsmarkt gemiddeld 7,7% bedraagt. 15

16 Figuur 15: Percentage (%) medewerkers in de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk dat geen probleem ervaart met werkbaarheid (13, Vlaams Gewest) ,8 9,7 92,8 88,2 85,1 81, ,1 91,4 89,2 75 7,4 7, Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Jeugd, gehandicapten en welzijnswerk Vlaamse arbeidsmarkt Gezondheids-welzijnssector Figuur 16: Percentage (%) medewerkers in de ziekenhuizen dat geen probleem ervaart met werkbaarheid (13, Vlaams Gewest) ,1 88,2 87,2 85,1 81,9 82 9,7 91,4 89, ,4 7,7 67, Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Ziekenhuizen Gezondheids-welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt 16

17 Figuur 17 geeft aan dat in de rusthuissector de werkbaarheidsproblematiek zich uitdrukkelijk manifesteert inzake werkstress en het gebrek aan leermogelijkheden. Slechts 64,7% van de medewerkers in de rusthuizen geeft aan geen problemen te ervaren met werkstress terwijl dit op de Vlaamse arbeidsmarkt 6 ppn. hoger ligt. Op de Vlaamse arbeidsmarkt geeft 82% van de medewerkers aan geen probleem te ervaren met leermogelijkheden, terwijl dit in de rusthuissector slechts 78,8% is. Anderzijds ligt het welbevinden op het werk (de motivatie) in de rusthuissector hoger dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Figuur 17: Percentage (%) medewerkers in de rusthuizen dat geen probleem ervaart met werkbaarheid (13, Vlaams Gewest) ,2 86,4 85,1 81, ,8 91,4 9,1 89, ,7 7,4 7, Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Rusthuizen Gezondheids-welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt Figuur 18 toont dat in de sector van de kinderopvang en de centra voor geestelijke gezondheidszorg de werkbaarheid voor al haar indicatoren beter is dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. De sector steekt duidelijk uit boven het Vlaamse arbeidsmarktgemiddelde: 8,6 ppn. meer medewerkers zonder probleem inzake motivatie, 6,2 ppn. meer medewerkers zonder probleem met betrekking tot de leermogelijkheden en 4,7 ppn. meer medewerkers zonder probleem met werkstress. Figuur 19 geeft een samenvattend overzicht voor de werkbaarheidsindicator werkstress. De sectoren jeugdbijstand, gehandicaptenwerk en welzijszorg, gezins- en bejaardenhulp en kinderopvang en centra voor geestelijke gezondheidszorg doen het beter dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt, terwijl de ziekenhuizen en de rusthuissector benedengemiddeld scoren voor werkstress. 17

18 Figuur 18: Percentage (%) medewerkers in de kinderopvang en de cenrta voor geestelijke gezondheidszorg dat geen probleem ervaart met werkbaarheid (13, Vlaams Gewest) ,5 88,2 88,2 85,1 91,4 89,3 89, , ,4 7,47,7 5 Werkstress Welbevinden op werk (motivatie) Leermogelijkheden Combinatie werkprivé Kinderopvang en cggz Gezondheids-welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt Figuur 19: Percentage (%) medewerkers dat geen probleem ervaart met werkstress naar sector (13, Vlaams Gewest) ,8 76,5 75, ,7 7,4 67,3 64,

19 Figuur illustreert duidelijk dat in al de sectoren van de gezondheids-en welzijnssector het welbevinden op het werk (motivatie) hoger ligt dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Bovendien zijn deze verschillen erg uitgesproken. Figuur 21: Percentage (%) medewerkers dat geen probleem ervaart met welbevinden op het werk (motivatie)naar sector (13, Vlaams Gewest) ,7 9,5 89,1 88,2 86,6 86,4 81,9 Figuur 21 toont dat in de sectoren gezins- en bejaardenhulp en in de rusthuizen er een groter probleem is inzake een gebrek aan leermogelijkheden dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. De andere sectoren scoren duidelijk beter dan het Vlaamse gemiddelde. Figuur 22 bevestigt dat wat betreft het combineren van werk en privé het beter werken is in al de sectoren van de gezondheids-en welzijnssector dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. 19

20 Figuur 21: Percentage (%) medewerkers dat geen probleem ervaart inzake leermogelijkheden naar sector (13, Vlaams Gewest) ,8 88,2 87,2 85,1 82 8,6 78,8 Figuur 22: Percentage (%) medewerkers dat geen probleem ervaart inzake combinatie privé-werk naar sector (13,Vlaams Gewest) ,1 93,6 91,4 9,7 9,1 89,3 89,

21 Figuur 23 toont dat de werkbaarheid, als synthetiserende parameter van de vier onderliggende indicatoren, enkel in de rusthuissector lager ligt dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. In de rusthuissector ervaart 51,4% van de medewerkers geen enkel probleem voor één van de vier werkbaarheidsindincatoren, terwijl dit gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt voor 54,6% van de medewerkers geldt. In de overige sectoren van de gezondheids-en welzijnssector ligt de werkbaarheid aanzienlijk boven dit Vlaamse gemiddelde. De sector jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk kent de hoogste werkbaarheid (68,9%), gevolgd door de kinderopvang en centra voor geestelijke gezondheidszorg (64,4%), de gezins- en bejaardenhulp (62,9%) en de ziekenhuizen (57,4%). Figuur 23: Percentage (%) medewerkers dat geen enkel werkbaarheidsprobleem ervaart naar sector (13, Vlaams Gewest) ,9 64,4 62,9 58,8 57,4 54,6 51,4 3 21

22 3. De risico s van de werkbaarheid in de Vlaamse gezondheids- en welzijnssector In de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor van de SERV wordt ingezoomd op een reeks jobkenmerken, die als een mogelijk risico worden geïndiceerd voor de werkbaarheid. De SERV onderscheid zes werkbaarheidsrisico s. - Hoge werkdruk: de mate van arbeidsbelasting vanuit kwantitatieve taakeisen zoals het werkvolume, het werktempo en tijdslimieten. - Emotioneel belastend werk: de mate van arbeidsbelasting vanuit contactuele taakeisen (bv. contact met klanten, patiënten, medewerkers). - Routinematige werk: de mate waarin de functie-inhoud een afwisselend takenpakket omvat en beroep doet op de vaardigheden van de medewerkers. Bij onvoldoende afwisseling spreken we over routinematig werk. - Gebrek aan autonomie: de mate waarin medewerkers invloed hebben op de planning en organisatie van hun eigen werk regelmogelijkheden. - Gebrek aan steun van de directe leiding: de mate waarin medewerkers door hun rechtstreekse chef adequaat gecoacht en sociaal gesteund worden. - Belastende arbeidsomstandigheden: de mate waarin medewerkers blootgesteld worden aan fysische inconveniënten in de werkomgeving en lichamelijke belasting. Per werkbaarheidsrisico wordt telkens aangegeven hoeveel % van de medewerkers dit als een probleem ervaart. Leestip : Hoe lager de balk, hoe gunstiger. 3.1 Werkbaarheidsrisico s 13 Figuur 24 toont dat de werkbaarheidsrisico s in de gezondheids- en welzijnssector hoger of rond het gemiddelde op de Vlaamse arbeidsmarkt liggen. In de gezondheids-en welzijnssector ervaart 35,4% van de medewerkers de emotionele belasting van de job als problematisch (% voor alle sectoren) en 23,5% geeft aan dat een gebrek aan autonomie problematisch is (19% voor alle sectoren). Ook de arbeidsomstandigheden worden door iets meer medewerkers in onze sector als problematisch ervaren dan de gemiddelde medewerker in Vlaanderen. Voor andere jobrisico s zoals het gebrek aan taakvariatie, het gebrek aan ondersteuning door de directe leiding en voor hoge werkdruk scoort de gezondheids- en welzijnszorg min of meer op het gemiddelde voor de Vlaamse arbeidsmarkt. 22

23 Figuur 24: Percentage (%) medewerkers dat problemen ervaart met de werkbaarheidrisico s (13, Vlaams Gewest) , ,4 22,9 23,7 23, ,2 14,4 14,7 12,9 5 Gezondheids-en welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt 3.2. Evolutie van de werkbaarheidsrisico s Over lange termijn (4-13) springen volgende evoluties in het oog. Figuur 25 toont dat het risico van emotionele belasting in de gezondheids- en welzijnssector sterk afneemt (-5,7ppn.), terwijl het gebrek aan autonomie (+4,5 ppn.) toeneemt. Tevens neemt ook het risico op belastend werk toe (+3,5 ppn.) tussen 4 en 13 toe. Op korte termijn (-13) zien we twee evoluties. Zo neemt het gebrek aan taakvariatie (routinematig werk) toe (+4,4 ppn.) in onze sector en daalt de werkdruk behoorlijk sterk (-6,7 ppn.) in onze sector tussen en 13. Als we de evolutie van de werkbaarheidsrisico s (4-13) in onze sector vergelijken met de evolutie van de werkbaarheidsrisico s op de Vlaamse arbeidsmarkt (figuur 26), dan stellen we vast dat de afname van de risico s emotionele belasting en hoge werkdruk in onze sector sterker zijn dan de gemiddelde dalingen op de Vlaamse arbeidsmarkt. Minder gunstig is echter het stijgend risico van een gebrek aan autonomie en belastende arbeidsomstandigheden in de gezondheids- en welzijnssector, terwijl deze risico s tussen 4 en 13 licht afnamen op de Vlaamse arbeidsmarkt als geheel. 23

24 Figuur 25: Evolutie van het percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat problemen ervaart met de werkbaarheidrisico s (4-13, Vlaams Gewest) 45, 4, 35, 3, 25,, 15,, 5,, 32,1 29,8 41,1 35,4 21,5 22,9 23,5 19, 14,1 13,2 11,2 14,7 Figuur 26: Evolutie (in ppn.) tussen 4 en 13 van het percentage (%) medewerkers dat problemen ervaart met de werkbaarheidrisico s (Vlaams Gewest) 6, , 2,, -2, -4, -6, -8, Gezondheids-en welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt 24

25 3.3. Werkbaarheidsrisico s volgens persoonskenmerken Figuur 27 toont dat in de gezondheids- en welzijnsector het gebrek aan taakvariatie en belastende arbeidsomstandigen meer geproblematiseerd wordt door vrouwen dan door mannen, terwijl de emotionele belasting en het gebrek aan steun door de directe leiding meer door mannen dan door vrouwen als een probleem wordt ervaren. Figuur 27: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat problemen ervaart met de werkbaarheidrisico s naar geslacht (13, Vlaams Gewest) 4 3 3,9 29,9 38,1 35,1 24,1 23,7 21,4 16,6 16,9 12,5 15,1 12,4 Man Vrouw Figuur 28 toont dat de problematiek van werkdruk en van emotionele belasting piekt bij de jarigen, en in de volgende leeftijdscohortes duidelijk lager ligt. Tevens stellen we vast dat in de gezondheids-en welzijnssector het gebrek aan steun van de directe leiding toeneemt met de leeftijd, terwijl de problematisering van de belastende arbeidsomstandigheden daalt naarmate men ouder wordt (vanaf 3 jaar). Verder valt het op dat het percentage medewerkers tussen 5 en 54 jaar dat aangeeft een probleem te ervaren met een gebrek aan autonomie opmerkelijk hoger (+5 ppn.) ligt dan in de jongere - en in de oudere leeftijdscohortes. 25

26 Figuur 28: Percentage (%) medewerkers in de gezondheid- en welzijnssector dat problemen ervaart met de werkbaarheidrisico s naar leeftijd (13, Vlaams Gewest) ,14 33,435,4 33,2 31 3,2 3,7 29,6 27,3 25,6 25,5 24,4 24, ,7 21,3 22,3 19,4,3 15,8 15,3 15,9 13,9 14,7 15,3 13,9 11,3 12,7 < 3 j j. 4-49j j. > 54 j. In figuur 29 springt in het oog dat 41, 3% van de voltijds werkenden in onze sector problemen ervaart met emotionele belasting, terwijl dit bij deeltijds werkenden aanzienlijk lager ligt (27,7%). Tevens opvallend is dat bijna één op drie van de kleine deeltijders aangeeft een gebrek aan taakvariatie te ervaren, terwijl dit bij de voltijders slechts 18% bedraagt. Leestip : Hoe lager de balk, hoe gunstiger. 26

27 Figuur 29: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat problemen ervaart met de werkbaarheidrisico s naar arbeidsregime (13, Vlaams Gewest) 45 41, ,9 32,6 3,2 28,4 27, ,3 31,6 25,9 22,9 22,9 14,9 12,2 11,7 16,3 13,6 14,7 5 Voltijds Deelt (>6%) Deelt (<6%) Figuur 3 toont dat maar liefst de helft van de kaders in de gezondheids- en zorgsector aangeeft geconfronteerd te worden met een te hoge werkdruk en met emotionele belasting. Ook voor ruim 43% van de zorgmedewerkers is emotionele belasting een probleem. Arbeiders in onze sector worden dan weer heel wat meer geconfronteerd met een gebrek aan taakvariatie (48,2%) en met een gebrek aan autonomie (36,2%), dan de andere functies in onze sector. Het percentage arbeiders (19%) en zorgmedewerkers (18,4%) dat belastende arbeidsomstandigheden in de job problematiseert, ligt ongeveer op hetzelfde niveau. Leestip : Hoe lager de balk, hoe gunstiger. Figuur 31 vat de differentiëring die er bestaat in de gezondheids- en welzijnssector wat betreft het risico op hoge werkdruk goed samen. Globaal geeft rond de 3% van de medewerkers in onze sector aan dat de werkdruk een probleem is, onafhankelijk van geslacht, leeftijd of arbeidsregime waarin men aan de slag is. Maar het zijn vooral de kaders die het meest aangeven met werkdruk geconfronteerd te worden. 27

28 Figuur 3: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat problemen ervaart met de werkbaarheidrisico s naar functie (13, Vlaams Gewest) ,4 5,1 43,3 48,2 4 3,1 25,2 29,5 36,2 23,3 23,5 21,1 23,5 24,4 7, ,61515,3 11,8 19 7,8 4,6 18,4 Figuur 31: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat probleem ervaart met werkdruk naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) 6 Arbeider Bediende Kader Zorgmedewerker 5 49,4 4 33, ,9 3,2 3,2 29,9 29,9 29,6 29,5 28,4 25,6 25,2,1 28

29 Zoals uit figuur 32 blijkt is de problematiek van de emotionele belasting prominent aanwezig in onze sector. Met uitzondering voor de 55-plussers, de bedienden en de arbeiders geeft meer dan 3% van de medewerkers aan hiermee geconfronteerd te worden. De hoogste toppen worden geschoren door de kaders (5,1%), de zorgmedewerkers (43,3%), de voltijders (41,3%) en de 3-39-jarigen (4%). Figuur 32: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat probleem ervaart met emotionele belasting naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) ,1 43,3 41,3 4 38,1 38,1 35,4 35,1 33,4 32,6 3,7 27,7 23,3 7,5 Figuur 33 geeft aan dat het gebrek aan taakvariatie (routinematig werk) zich in de eerste plaats situeert bij de arbeiders (48,2%) in onze sector en in minder mate bij de kleine deeltijders (31,6%). Ook in figuur 34 schieten de arbeiders er bovenuit wat betreft het gebrek aan autonomie in de job: 36,2% onder hen ervaart dit als problematisch. Ook heel wat 5-54-jarigen en kleine deeltijders geven aan te maken te hebben met onvoldoende autonomie in de job. Van de meeste andere medewerkers in onze sector geeft tussen één op vijf en één op vier aan dat ze een gebrek aan autonomie in de job ervaren. Bij de kaders problematiseert slechts 5% het gebrek aan autonomie. 29

30 Figuur 33: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat probleem ervaart met routinematig werk naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) , ,6 25,5 24,4 24,3 24,1 23,5 21,7 21,1,3 19, ,6 3 Figuur 34: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat probleem ervaart met een gebrek aan autonomie naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) , ,3 25,9 24,8 24,4 23,7 23,5 22,9 22,9 22, ,4 21,

31 Figuur 35 toont dat het percentage vrouwen, deeltijders en min 4-jarigen dat een gebrek aan directe steun van de leiding ervaart, iets lager ligt dan bij andere medewerkers in onze sector. Figuur 35: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat probleem ervaart met een gebrek aan steun van de directe leiding naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) ,9 15,9 15,3 15, ,9 14,6 13,9 12,5 12,2 11,8 11,7 11, Figuur 36 geeft aan dat belastende arbeidsomstandigheden in de eerste plaats een zaak is van arbeiders en zorgmedewerkers en slechts in beperkte mate voor de bedienden en de kaders. Naar leeftijd en geslacht zien we weinig variatie. Figuur 37 vergelijkt de zes werkbaarheidsrisico s volgens persoonskenmerken in onze sector met de situatie op de Vlaamse arbeidsmarkt. De balken rechts van het nulpunt impliceren dat de gezondheids-en welzijnssector het minder goed doet dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. De balken links geven de voorsprong met de Vlaamse arbeidsmarkt. Voor de meeste werkbaarheidsrisico s doet de gezondheids- en welzijnssector het, onafhankelijk van de persoonskenmerken, minder goed dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Uitschieter hierin is de emotionele belasting. Enkel inzake routinematig werk doen we het, onafhankelijk van persoonskenmerken, beter dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Opvallend is verder dat wat betreft de belastende arbeidsomstandigheden, mannen in onze sector beter af zijn dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. 31

32 Figuur 36: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat probleem ervaart met belastende arbeidsomstandigheden naar persoonskenmerken (13, Vlaams Gewest) ,4 16,3 15,8 15,3 15,1 14,7 14,7 13,9 13,6 12,7 12, , ,6 2 Figuur 37: Verschi l(in ppn.) in werkbaarheidsrisico s naar kenmerken tussen de gezondheids- en welzijnssector en de Vlaamse arbeidsmarkt (13) Deelt (>6%) Deelt (>6%) Voltijds > 54 j j. 4-49j j. < 3 j. Vrouw Man Belastende arbeidsomstandigheden Onvoldoende autonomie Emotioneel belastend werk Onvoldoende steun directe leiding Routinematig werk Hoge werkdruk 32

33 Figuur 38 geeft een beeld van de werkbaarheidsrisico s naar de omvang van de onderneming waarin men werkt. Deze liggen over het algemeen lager in kleine ondernemingen, dan in grotere ondernemingen. Zo geeft 24,3% van de medewerkers die in kleine ondernemingen werken aan te kampen met een te hoge werkdruk, terwijl dit bij medewerkers die werken in ondernemingen tussen 5 en medewerkers zelfs procentpunten hoger ligt. Ook voor routinematig werk en voor gebrek aan autonomie ligt het verschil tussen medewerkers uit kleine en uit iets grotere ondernemingen (5-) rond de procentpunten. Opvallend is dat er voor de diverse werkbaarheidsrisico s nagenoeg geen verschillen zijn tussen de grote - en de zeer grote ondernemingen. Figuur 38: Percentage (%) medewerkers in de gezondheids- en welzijnssector dat problemen ervaart met de werkbaarheidrisico s naar omvang van de onderneming waarin men werkt (13, Vlaams Gewest) ,6 32,8 28,5 24,3 38,538,2 31,32,2 29,1 27,1 23,9 24,924,1 21,8 18,4 16,6 17,5 12,6 14,13,9 15,215,5 11,6,6 < 5 mdw 5-99 mdw -499 mdw >5 mdw 33

34 3.4. Werkbaarheidsrisico s in de sectoren Figuur 39 toont dat de risico s van hoge werkdruk, gebrek aan autonomie en gebrek aan steun van de directe leiding in de sector van de gezins en bejaardenhulp opvallend lager liggen dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt, terwijl de risico s op routinematig werk en belastende arbeidsomstandigheden er hoger liggen dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Figuur 39: Percentage (%) medewerkers in de gezins- en bejaardenhulp dat problemen ervaart met de werkbaarheidsrisico s (13, Vlaams Gewest) ,1 29, ,3 35,4 28,5 22,923,7 23, ,2 14,4 15,514,7 12,9 7,4 6,7 5 Gezins-bejaardenhulp Gezondheids-welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt Leestip : Hoe lager de balk, hoe gunstiger. Uit figuur 4 blijkt overduidelijk dat hét risico in de sector van jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk de emotionele belasting van de job is. Bijna de helft van de medewerkers in deze sector problematiseert de emotionele belasting, tegenover % op de Vlaamse arbeidsmarkt. Voor de overige werkbaarheidsrisico s scoort de sector telkens gunstiger dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Uit figuur 41 concluderen we dat in de ziekenhuissector vooral de emotionele belasting, het gebrek aan autonomie en de hoge werkdruk als bovengemiddelde werkbaarheidsrisico s naar voren komen: respectievelijk +,9 ppn., +7,6 ppn. en +9,7 ppn. meer medewerkers zien deze werkbaarheidsrisico s als problematischer dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. 34

35 Figuur 4: Percentage (%) medewerkers in de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk dat problemen ervaart met de werkbaarheidsrisico s (13, Vlaams Gewest) 5 49, ,1 29, ,4 22,923,7 23, ,8 9,5 11,613,2 14,4 14,7 12,9 6,7 Jeugd, gehandicapten en welzijnswerk Vlaamse arbeidsmarkt Gezondheids-welzijnssector Figuur 41: Percentage (%) medewerkers in de ziekenhuizen dat problemen ervaart met de werkbaarheidsrisico s (13, Vlaams Gewest) ,6 29,8 29 4,9 35,4 22,923,7 21,3 28,7 23, ,9 15,4 14,7 13,2 14,4 12,9 Ziekenhuizen Gezondheids-welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt 35

36 Figuur 42 geeft aan dat de zes werkbaarheidsrisico s in de sector van de rusthuizen telkens ongunstiger scoren dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Met uitzondering van het gebrek aan steun van de direct leiding zijn de verschillen bovendien erg uitgesproken. Zo ligt het percentage medewerkers uit de rusthuissector dat aangeeft dat de werkdruk problematisch is bijna 11 ppn. hoger dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Voor emotionele belasting bedraagt dit verschil 15,4 ppn., voor een gebrek aan taakvariatie 11,5 ppn., voor een gebrek aan autonomie 12,7 ppn. en voor belastende arbeidsomstandighden,7 ppn. Figuur 42: Percentage (%) medewerkers in de rusthuizen dat problemen ervaart met de werkbaarheidsrisico s (13, Vlaams Gewest) ,9 29, ,4 35,4 35,2 31,7 22,923,7 23, ,4 13,214,4 23,6 14,7 12,9 5 Rusthuizen Gezondheids-welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt Figuur 43 geeft bijna het spiegelbeeld van figuur 42. In de sector van de kinderopvang en de centra voor geestelijke gezondheidszorg geeft amper 17% van de medewerkers aan dat ze de hoge werkdruk problematisch vinden, tegenover 29% gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Ook inzake routinematig werk en belastende arbeidsomstandigheden doet deze sector het merkelijk beter dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Wat betreft onvoldoende autonomie en emotionele belasting van het werk scoort de sector iets boven het Vlaamse gemiddelde, maar beneden het globale gemiddelde voor de gezondheids- en welzijnssector. Wat betreft emotionele belasting is deze sector atypisch voor de gezondheids- en welzijnssector. Figuur 44 geeft een samenvattend overzicht voor het werkbaarheidsrisico hoge werkdruk. Deze wordt door weinig medewerkers als problematisch gezien in de gezins en bejaardenhulp (15,1%) en in de kinderopvang- en centra voor geestelijk gezondheidszorg (16,9%), maar door opvallend veel medewerkers in de ziekenhuizen (36,6%) en in de rusthuizen (39,9%). 36

37 Figuur 43: Percentage (%) medewerkers in de kinderopvang en centra voor geestelijke gezondheidszorg dat problemen ervaart met de werkbaarheidsrisico s (13, Vlaams Gewest) ,9 29, ,7 35,4 22,923,7 23,5,5 11, ,2 14,4 14,7 12,9 9,1 5 Kinderopvang en cggz Gezondheids-welzijnssector Vlaamse arbeidsmarkt Figuur 44: Percentage (%) medewerkers dat een probleem ervaart inzake de hoge werkdruk naar sector (13,Vlaams Gewest) ,6 39, , , ,1 16,9 5 37

38 Figuur 45 laat zien dat het percentage medewerkers dat probemen ervaart met de emotionele belasting van de job, in alle gezondheids- en welzijnssectoren hoger ligt dan het Vlaamse gemidddelde, waarbij dit in de rusthuizen oploopt tot ruim één op drie medewerkers, in de ziekenhuizen tot vier op tien medewerkers en in de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk zelfs tot bijna de helft van de medewerkers. Figuur 45: Percentage (%) medewerkers dat een probleem ervaart inzake de emotionele belasting naar sector (13, Vlaams Gewest) ,3 23,7 35,4 35,4 4,9 49,6 Figuur 46 toont dat enkel in de gezins- en bejaardenhulp en in de rusthuizen een bovengemiddeld percentage medewerkers routinematig werk problematiseert. In figuur 47 stellen we vast dat minder dan één op medewerkers uit de gezins-en bejaardenhulp en uit de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk een gebrek aan autonomie in de job als probleem ervaart. Dit ligt een heel eind beneden het Vlaams gemiddelde van 19%. In de ziekenhuizen en de rusthuizen ligt dit gebrek aan autonomie dan weer een heel eind boven het Vlaamse gemiddelde. Het is ook in de rusthuizen en in de ziekenhuizen dat er een bovengemiddeld percentage medewerkers aangeeft dat een gebrek aan steun van de directe leiding problematisch is zoals blijkt uit figuur 48. Leestip : Hoe lager de balk, hoe gunstiger. 38

39 Figuur 46: Percentage (%) medewerkers dat een probleem ervaart inzake een gebrek aan taakvariatie (routinematig werk) naar sector (13, Vlaams Gewest) ,3 22,9 23,7 28,5 35, ,8 11,8 5 Figuur 47: Percentage (%) medewerkers dat een probleem ervaart inzake een gebrek aan autonomie naar sector (13, Vlaams Gewest) ,5 23,5 28,7 31,7 5 7,4 9,5 39

40 Figuur 48: Percentage (%) medewerkers dat een probleem ervaart inzake een gebrek aan ondersteuning van de directe leiding naar sector (13, Vlaams Gewest) , ,2 14,4 14,9 16, ,7 2 Figuur 49: Percentage (%) medewerkers dat een probleem ervaart inzake belastende arbeidsomstandigheden naar sector (13, Vlaams Gewest) 25 23, ,9 14,7 15,4 15,5 5 6,7 9,1 4

41 Figuur 49 toont dat het percentage medewerkers dat een probeem ervaart met de belastende arbeidsomstandigheden in de ziekenhuizen, de gezins- en bejaardenhulp en de rusthuizen hoger ligt dan het Vlaamse gemiddelde, waarbij dit in de rusthuizen oploopt tot bijna één op vier medewerkers. 41

42 4 Job-demand-control-model van Karasek in de Vlaamse gezondheids- en welzijnssector Karasek ontwikkelde reeds eind jaren 7 een (ideaaltypisch) model (job demand-control-model) met daarin vier soorten jobs, die hij onderscheidt op basis van twee parameters, namelijk de beslissingsruimte (de regelmogelijkheden, jobcontrol) die een medewerker heeft in zijn/haar job en de taakeisen (job demands) die worden gesteld in de job. Het soort job kenschetst op zijn beurt de mate waarin medewerkers beschikken over meer of minder leermogelijkheden én over de mate van stressrisico s in de job. Een werkbare job (het nastrevenswaardige) is in Karasek s model de actieve job waarin een goed evenwicht wordt gevonden tussen de regelmogelijkheden en de de taakeisen. In dit soort jobs beschikt de medewerker over meer leermogelijkheden en worden de stressrisico s beperkt. Job demands, job control model van Karasek (1979) Via de data van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor kan het model van Karasek worden geconstrueerd aan de hand van de volgende variabelen: Regelmogelijkheden (Control) o Hoog: taakvariatie niet problematisch en autonomie niet problematisch o Laag: taakvariatie problematisch en/of autonomie problematisch Taakeisen (Demands) o Hoog: werkdruk problematisch en/of emotionele belasting problematisch o Laag: werkdruk niet problematisch en emotionele belasting niet problematisch Deze constructie geeft volgende Jobtypes (soort werk): o Rustige jobs (eenvoudig werk, Low strain): taakeisen laag + regelmogelijkheden hoog; o Slopende jobs (stressvol werk, High strain): taakeisen hoog + regelmogelijkheden laag; o Passieve jobs (saai werk): taakeisen laag + regelmogelijkhden laag; o Actieve jobs (uitdagend werk): taakeisen hoog + regelmogelijkheden hoog. 42

43 Figuur 5 toont dat 26,9% van de medewerkers in het Vlaams Gewest een job heeft met een goed evenwicht tussen de werkeisen en de beslissingsruimte (uitdagend werk, actieve jobs). Op Europees niveau bevindt Vlaanderen zich bij de koplopers inzake actieve jobs, enkel Finland (31%) doet het beter. Het Europese gemiddelde van het aandeel medewerkers in actieve jobs bedraagt % (Vermeerbergen, L., e.a., 13, p.69). 1 Bijna 4% van de medewerkers in het Vlaams Gewest heeft in de job te veel autonomie ten opzichte van de werkeisen (eenvoudig werk, rustige job), terwijl 21,2% in zijn/haar arbeidsplaats te weinig werkeisen en beslissingsruimte heeft (passieve job, saai werk). 12% van de medewerkers in Vlaanderen heeft te weinig beslissingsruimte voor de werkeisen (slopende jobs, stressvol werk). Figuur 5: Percentage (%) medewerkers naar soort job volgens het job-demand-control-model van Karasek (13, Vlaams Gewest) ,7 17, ,2 21, ,5,8 9,7 7,5 8,3,3 17,1 22,7 33, ,1 39,9 24,9 24,7 46,7 5,3 3 33,2 26,9 35,5 28,9 48,3 24,4 Uitdagend werk (actieve jobs) Saai werk (passieve jobs) Eenvoudig werk (rustige jobs) Stressvol werk (slopende jobs) 1 We maken hier de vergelijking met het Europese niveau, omdat het percentage medewerkers in een actieve job zoals die naar voren komt op basis van de gegevens van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor (26,9%), nagenoeg overeenkomt met de gegevens voor Vlaanderen op basis van de European Working Conditions Survey (ECWS) uit van Eurofound (Dublin): 26%. Toch zijn er ook verschillen tussen de EWCS- en de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 13. In de EWSC bedragen de percentages eenvoudig werk, stressvolwerk en saai werk voor Vlaanderen respectievelijk 31% (39,9% VWBM), 21% (12% VWBM) en 22% (21,2% VWBM). 43

Werkbaar werk uitvoerend bediende

Werkbaar werk uitvoerend bediende Werkbaar werk uitvoerend bediende 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Werkbaar werk kortgeschoolde arbeider

Werkbaar werk kortgeschoolde arbeider Werkbaar werk kortgeschoolde arbeider 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Werkbaar werk geschoolde arbeider/technicus

Werkbaar werk geschoolde arbeider/technicus Werkbaar werk geschoolde arbeider/technicus 2004- Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004- Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Gezondheids- en welzijnszorg Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004- Brussel datum 2011 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel datum 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering en sociale partners

Nadere informatie

Werkbaar werk middenkader-professional

Werkbaar werk middenkader-professional Werkbaar werk middenkader-professional 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Werkbaar werk zorg- of onderwijsfunctie

Werkbaar werk zorg- of onderwijsfunctie Werkbaar werk zorg- of onderwijsfunctie 2004- Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004- Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering en

Nadere informatie

werkbaar werk uitvoerend bediende

werkbaar werk uitvoerend bediende werkbaar werk uitvoerend bediende juli 2009 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale

Nadere informatie

Werkbaar werk vrouwelijke. zelfstandige ondernemers.

Werkbaar werk vrouwelijke. zelfstandige ondernemers. Werkbaar werk vrouwelijke zelfstandige ondernemers 2007-2010 Werkbaarheidsprofiel van de vrouwelijke zelfstandige ondernemers op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2007-2010 Brussel september

Nadere informatie

Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-starters

Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-starters Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-starters 2007-2010 Werkbaarheidsprofiel van zelfstandige ondernemers-starters op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2007-2010 Brussel juni 2012 Inleiding

Nadere informatie

werkbaar werk geschoolde arbeider / technicus

werkbaar werk geschoolde arbeider / technicus werkbaar werk geschoolde arbeider / technicus juli 2009 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering

Nadere informatie

Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-groeiers

Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-groeiers Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-groeiers 2007-2010 Werkbaarheidsprofiel van zelfstandige ondernemers-groeiers op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2007-2010 Brussel juni 2012 Inleiding

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Zelfstandige ondernemers in de handel Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor zelfstandige ondernemers

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Zelfstandige ondernemers in de bouwsector Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de bouwsector op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor zelfstandige ondernemers

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Zakelijke dienstverlening November 2008 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse

Nadere informatie

WERKBAAR WERK IN DE HORECA 2016

WERKBAAR WERK IN DE HORECA 2016 Rapport 2017 22 Pag. WERKBAAR WERK IN DE HORECA 2017 Guidea Werkbaar werk in de horeca 1 2017 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld.

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel Brussel, februari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel Brussel, februari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel 2007-2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Werkbaar werk leidinggevenden

Werkbaar werk leidinggevenden Technische nota Werkbaar werk leidinggevenden 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel van werknemers met een leidinggevende functie, op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel mei 2013

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen. Brussel, januari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen. Brussel, januari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen 2007-2013 Brussel, januari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor werknemers

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw Brussel, februari 2015

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw Brussel, februari 2015 Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Vrije beroepen November 2008 Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor zelfstandige ondernemers 2007 I n l e i d i n g In het

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel uitvoerende bedienden. Brussel maart Ria Bourdeaud hui. Stephan Vanderhaeghe

Rapport. Werkbaarheidsprofiel uitvoerende bedienden. Brussel maart Ria Bourdeaud hui. Stephan Vanderhaeghe Rapport Werkbaarheidsprofiel uitvoerende bedienden 2004-2013 Brussel maart 2015 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor werknemers

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel geschoolde arbeiders en technici Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel geschoolde arbeiders en technici Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel geschoolde arbeiders en technici 2004-2013 Brussel, maart 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. 1 Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel middenkaders en professionals Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel middenkaders en professionals Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel middenkaders en professionals 2004-2013 Brussel, maart 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg

Sectorprofiel werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg Sectorprofiel werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, september 2014 Ria Bourdeaud hui /

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel onderwijzend personeel. Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel onderwijzend personeel. Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel onderwijzend personeel 2004-2013 Brussel, maart 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor werknemers

Nadere informatie

Werkbaar werk onderwijzend personeel

Werkbaar werk onderwijzend personeel Werkbaar werk onderwijzend personeel 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel van het onderwijzend personeel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel maart 2011 Inleiding In het Pact

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013. Brussel, februari 2015. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013. Brussel, februari 2015. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Werkbaar werk vrouwelijke werknemers

Werkbaar werk vrouwelijke werknemers Werkbaar werk vrouwelijke werknemers 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel van de vrouwelijke werknemers op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2007-2010 Brussel september 2012 Inleiding In het

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de chemische industrie

Sectorprofiel werkbaar werk in de chemische industrie Sectorprofiel werkbaar werk in de chemische industrie 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, mei 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de bouwsector

Sectorprofiel werkbaar werk in de bouwsector Sectorprofiel werkbaar werk in de bouwsector 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, mei 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe Inhoud

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de sector productie/transport. Brussel, februari 2015

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de sector productie/transport. Brussel, februari 2015 Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de sector productie/transport 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk Gas-Water-Elektriciteit 2013

Sectorprofiel werkbaar werk Gas-Water-Elektriciteit 2013 Sectorprofiel werkbaar werk Gas-Water-Elektriciteit 2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2013 Brussel, december 2014 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Sectorprofiel

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Financiële sector November 2008 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 I n l e i d i n g In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de zakelijke dienstverlening

Sectorprofiel werkbaar werk in de zakelijke dienstverlening Sectorprofiel werkbaar werk in de zakelijke dienstverlening 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, juni 2014 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de metaalsector

Sectorprofiel werkbaar werk in de metaalsector Sectorprofiel werkbaar werk in de metaalsector 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, mei 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe Inhoud

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel leidinggevenden. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor werknemers, Brussel, april 2016

Rapport. Werkbaarheidsprofiel leidinggevenden. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor werknemers, Brussel, april 2016 Rapport Werkbaarheidsprofiel en Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor werknemers, 2004-2013 Brussel, april 2016 Stephan Vanderhaeghe, Ria Bourdeaud hui Leidinggevenden Stichting Innovatie

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de onderwijssector

Sectorprofiel werkbaar werk in de onderwijssector Sectorprofiel werkbaar werk in de onderwijssector 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, september 2014 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de voedingsindustrie

Sectorprofiel werkbaar werk in de voedingsindustrie Sectorprofiel werkbaar werk in de voedingsindustrie 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, mei 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de financiële sector

Sectorprofiel werkbaar werk in de financiële sector Sectorprofiel werkbaar werk in de financiële sector 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, juni 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de horeca

Sectorprofiel werkbaar werk in de horeca Sectorprofiel werkbaar werk in de horeca 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, juni 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe Inhoud

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk November 2008 Horeca Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 I n l e i d i n g In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering

Nadere informatie

Werkbaar werk zorgmedewerker

Werkbaar werk zorgmedewerker Werkbaar werk zorgmedewerker 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel van de zorgmederker op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel maart 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in het openbaar bestuur, (overheidsadministratie,

Sectorprofiel werkbaar werk in het openbaar bestuur, (overheidsadministratie, Sectorprofiel werkbaar werk in het openbaar bestuur, 2004-2013 (overheidsadministratie, openbaar vervoer, politie-defensie) Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013

Nadere informatie

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers oktober 2009 Profiel voor zelfstandige ondernemers die in 2007 een groei of uitbreiding van hun activiteit verwachten Werkbaarheidsprofiel voor de zelfstandige ondernemers

Nadere informatie

Werkbaar werk

Werkbaar werk Werkbaar werk 2004-2013 Bij de werknemers op de Vlaamse arbeidsmarkt stijgt het percentage werkbare jobs (de werkbaarheidsgraad) tussen 2004 en 2007 van 52,3% tot 54,1%. Sinds 2007 blijft die groei stagneren

Nadere informatie

Werkbaar werk in Vlaanderen Arbeiders bouwsector / andere sectoren

Werkbaar werk in Vlaanderen Arbeiders bouwsector / andere sectoren 1 Werkbaar werk in Vlaanderen 2004-2010 Arbeiders bouwsector / andere sectoren Inhoud presentatie 2 Voorstelling monitor Arbeiders bouw/andere sectoren: Leeftijd, geslacht, bedrijfsomvang, werkuren Arbeiders

Nadere informatie

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers augustus 2009 Profiel voor elijke zelfstandige ondernemers Werkbaarheidsprofiel voor de elijke zelfstandige ondernemers op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Werkbaar werk metaalarbeiders

Werkbaar werk metaalarbeiders Brussel, januari 2010 Werkbaar werk metaalarbeiders Werkbaarheidsprofiel van de metaalarbeiders op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV

Nadere informatie

WERKBAAR WERK IN VLAANDEREN WERKBAARHEIDSMONITOR Uitvoerende bedienden

WERKBAAR WERK IN VLAANDEREN WERKBAARHEIDSMONITOR Uitvoerende bedienden WERKBAAR WERK IN VLAANDEREN 2004-2007 WERKBAARHEIDSMONITOR UITVOERENDE BEDIENDEN aantal enquêtes voor de uitvoerende bedienden 2004 2007 arbeiders 3698 3146 uitvoerende bedienden 3054 2575 onderwijs zorg

Nadere informatie

Werkbaar werk. bij werknemers ( ) en zelfstandige ondernemers (2007)

Werkbaar werk. bij werknemers ( ) en zelfstandige ondernemers (2007) Werkbaar werk bij werknemers (2004 2007) en zelfstandige ondernemers (2007) Dit is een publicatie van de SERV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36 1040 Brussel Tel: 02 I 20.90.111 Fax:

Nadere informatie

Werkbaar werk onderwijzend personeel

Werkbaar werk onderwijzend personeel Brussel, januari 2010 Werkbaar werk onderwijzend personeel Werkbaarheidsprofiel van het onderwijzend personeel op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Oktober 2005 Horeca Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale partners af

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Bouwsector Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale partners

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Onderwijssector Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale partners

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Zakelijke dienstverlening Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Openbaar bestuur Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Transportsector Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale partners

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Post- en telecommunicatiesector Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering

Nadere informatie

Werkbaar werk zorgmedewerker

Werkbaar werk zorgmedewerker Brussel, januari 2010 Werkbaar werk zorgmedewerker Werkbaarheidsprofiel van de zorgmedewerker op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Financiële sector Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale

Nadere informatie

Rapport Werkbaar werk bij werknemers met een arbeidshandicap Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport Werkbaar werk bij werknemers met een arbeidshandicap Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk bij werknemers met een Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2013 Brussel, 26 oktober 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe 1 Werkbaar werk bij werknemers

Nadere informatie

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Brussel, juli 2016

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Brussel, juli 2016 Rapport Pendelen en werkbaar werk Een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 2013 Brussel, juli 2016 Stephan Vanderhaeghe, Ria Bourdeaud hui SERV_DB_20160127_WBM_Pendeltijden_RAP_StIA.docx

Nadere informatie

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers Profiel voor juni 2009 Werkbaarheidsprofiel voor de op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor zelfstandige ondernemers 2007 I n l e i d i n g In het Pact van

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Voedingsindustrie Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale

Nadere informatie

Technische nota. Brussel, december 2011

Technische nota. Brussel, december 2011 Technische nota Werkbaar werk en de inschatting van zelfstandige ondernemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten. Resultaten uit de werkbaarheidsmetingen 2007 en 2010

Nadere informatie

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2018

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2018 Rapport Pendelen en werkbaar werk Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2016 Brussel, maart 2018 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe SERV_DB_20180321_WBM_Pendelen_RAP_048.docx

Nadere informatie

Wat meet de werkbaarheidsmonitor?

Wat meet de werkbaarheidsmonitor? Wat meet de werkbaarheidsmonitor? Mogelijke stressoren 1. Werkdruk 2. Emotionele belasting 3. Afwisseling in het werk 4. Autonomie of zelfstandigheid 5. Ondersteuning door directe leiding 6. Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Net gemist? Ooit gemist?

Net gemist? Ooit gemist? 1 Net gemist? Ooit gemist? Vlaamse werkbaarheidsmonitor (2004 -) 2016 Zuurstofdag 7 december 2017 Werkbaar werk: vanwaar komt het? 2 Pact van Vilvoorde (2001) Langer werken zal maar lukken als ook ernstige

Nadere informatie

Hoe werkbaar werk realiseren in de (kleine) zorg/welzijnsinstellingen? HR in zorg en welzijn: studievoormiddag 22 mei 2013

Hoe werkbaar werk realiseren in de (kleine) zorg/welzijnsinstellingen? HR in zorg en welzijn: studievoormiddag 22 mei 2013 1 Hoe werkbaar werk realiseren in de (kleine) zorg/welzijnsinstellingen? HR in zorg en welzijn: studievoormiddag 22 mei 2013 Hadewych Bamps Ria Bourdeaud hui Werkbaar werk realiseren in zorginstellingen

Nadere informatie

Rapport. Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken

Rapport. Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken Rapport Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken Analyse bij werknemers en zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2013 Brussel, 13 juli 2015 Stichting Innovatie &

Nadere informatie

Evoluties in werkbaar werk tussen 2004 en 2016

Evoluties in werkbaar werk tussen 2004 en 2016 Arbeidskwaliteit en welzijn Evoluties in werkbaar werk tussen 2004 en 2016 Bourdeaud hui, R., Janssens, F., & Vanderhaeghe, S. (2017). Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 werknemers. Brussel: Stichting Innovatie

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk plus. Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij werknemers

Rapport. Werkbaar werk plus. Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij werknemers Rapport Werkbaar werk plus Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij werknemers Brussel, oktober 2018 Ria Bourdeaud'hui, Frank Janssens, Stephan

Nadere informatie

Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij Vlaamse werknemers

Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij Vlaamse werknemers Rapport Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij Vlaamse werknemers Brussel, maart 2016 Ria Bourdeaud'hui, Stephan Vanderhaeghe Dit rapport verstrekt

Nadere informatie

Technische nota. Brussel, mei 2011

Technische nota. Brussel, mei 2011 Technische nota Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2010 Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid voor zelfstandige ondernemers voor 3 sectoren 2010 Brussel, mei 2011 Technische nota

Nadere informatie

Samenvatting. Eerste resultaten Nulmeting Vlaamse werkbaarheidsmonitor: Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004

Samenvatting. Eerste resultaten Nulmeting Vlaamse werkbaarheidsmonitor: Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004 Brussel, 24 mei 2004 Samenvatting Eerste resultaten Nulmeting Vlaamse werkbaarheidsmonitor: Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004 Een onderzoek van met steun van de

Nadere informatie

Net gemist? Ooit gemist?

Net gemist? Ooit gemist? 1 Net gemist? Ooit gemist? Vlaamse werkbaarheidsmonitor (2004 -) 2016 Zuurstofdag 7 december 2017 Werkbaar werk: vanwaar komt het? 2 Pact van Vilvoorde (2001) Langer werken zal maar lukken als ook ernstige

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007

Technische nota. Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007 Brussel, mei 2009 Technische nota Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007 Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid voor zelfstandige ondernemers voor 3 sectoren 2007 Ria Bourdeaud hui

Nadere informatie

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 Rapport Grensoverschrijdend op het werk Analyse bij zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 Brussel, juli 2019 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

WERKBAAR WERK EN WERK-PRIVE BALANS IN VLAANDEREN

WERKBAAR WERK EN WERK-PRIVE BALANS IN VLAANDEREN WERKBAAR WERK EN WERK-PRIVE BALANS IN VLAANDEREN 1 Inhoud De werkbaarheidsmonitor Wat is werkbaar werk? Werk-privé balans werknemers en zelfstandigen Invloed van werkdruk, overwerk, nachtwerk en roosterwijzigingen

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2017

Rapport. Werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2017 Rapport Werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, maart 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA20170308_WBM2016_Social

Nadere informatie

De kwaliteit van de arbeid in de industrie in Vlaanderen 25 oktober 2016 Werkbaar werk

De kwaliteit van de arbeid in de industrie in Vlaanderen 25 oktober 2016 Werkbaar werk 1 1 De kwaliteit van de arbeid in de industrie in Vlaanderen 25 oktober 2016 Werkbaar werk: werknemers meting 2013 2 Bestuur Stia personeel 3 3 Vanwaar komt de WBM & waarom? WBM = werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Technische nota. Toelichting bij de focus Karasek. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, juli 2006

Technische nota. Toelichting bij de focus Karasek. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, juli 2006 Brussel, juli 2006 Technische nota Toelichting bij de focus Karasek Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, juli 2006 Technische nota s verstrekken bijkomende en

Nadere informatie

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Resultaten van 10 jaar onderzoek naar de beleving en beoordeling van arbeid Prof. Dr. Hans De Witte Gewoon Hoogleraar Arbeidspsychologie, WOPP-KU Leuven Seminarie

Nadere informatie

Rapport. Wat maakt werk werkbaar voor werknemers?

Rapport. Wat maakt werk werkbaar voor werknemers? apport Wat maakt werk werkbaar voor werknemers? Onderzoek naar determinanten van werkbaar werk op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, juni 2017 ia Bourdeaud'hui, Stephan Vanderhaeghe,

Nadere informatie

Rapport. Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken

Rapport. Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken Rapport Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken Analyse bij werknemers en zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 Brussel, december 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank

Nadere informatie

Hoofdstuk 20 WERKBAAR WERK: OP ZOEK NAAR VERSCHILLEN OP. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe & Frank Janssens SERV STV Innovatie & Arbeid

Hoofdstuk 20 WERKBAAR WERK: OP ZOEK NAAR VERSCHILLEN OP. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe & Frank Janssens SERV STV Innovatie & Arbeid WERKBAAR WERK: OP ZOEK NAAR VERSCHILLEN OP DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 20 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe & Frank Janssens SERV STV Innovatie & Arbeid Inleiding In het Pact van Vilvoorde

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk en overwerk in Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009

Technische nota. Werkbaar werk en overwerk in Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009 Brussel, oktober 2009 Technische nota Werkbaar werk en overwerk in 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009 Technische nota s verstrekken bijkomende

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag op het werk

Grensoverschrijdend gedrag op het werk Rapport Grensoverschrijdend gedrag op het werk Een analyse naar omvang, risico s en impact op het welzijn en de gezondheid van werknemers op basis van de werkbaarheidsmonitor 2013. Brussel, mei 2015 Dit

Nadere informatie

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij werknemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, juni 2018

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij werknemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, juni 2018 Rapport Grensoverschrijdend gedrag op het werk Analyse bij werknemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, juni 2018 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA_20180611_WBM_GrensoverschrijdendGedrag_RAP.docx

Nadere informatie

Technische nota. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, juli 2008

Technische nota. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, juli 2008 Brussel, mei 2008 Technische nota Werkbaar werk bij de werknemers die tijdens hun dagdagelijkse bezigheden hinder ervaren door een handicap, een langdurige lichamelijke aandoening of een langdurige lichamelijke

Nadere informatie

Technische nota. Gender en leermogelijkheden in het werk op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Technische nota. Gender en leermogelijkheden in het werk op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, januari 2010 Technische nota Gender en leermogelijkheden in het werk op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - Stichting Innovatie

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

Technische nota. Brussel, december 2011

Technische nota. Brussel, december 2011 Technische nota Werkbaar werk en de inschatting van werknemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten? Resultaten uit de werkbaarheidsmetingen 2007 en 2010. Brussel, december

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk en de inschatting van de werknemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten?

Technische nota. Werkbaar werk en de inschatting van de werknemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten? Brussel, mei 2009 Technische nota Werkbaar werk en de inschatting van de werknemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten? Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel,

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag op het werk

Grensoverschrijdend gedrag op het werk Rapport Grensoverschrijdend gedrag op het werk Een analyse naar omvang, risico s en impact op het welzijn en de gezondheid van werknemers op basis van de werkbaarheidsmonitor 2013. Brussel, mei 2015 Dit

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk en Het Nieuwe Werken. Analyse op basis van de Werkbaarheidsmonitor. Brussel, juni Ria Bourdeaud'hui, Hendrik Delagrange

Rapport. Werkbaar werk en Het Nieuwe Werken. Analyse op basis van de Werkbaarheidsmonitor. Brussel, juni Ria Bourdeaud'hui, Hendrik Delagrange Rapport Werkbaar werk en Het Nieuwe Werken Analyse op basis van de Werkbaarheidsmonitor Brussel, juni 2017 Ria Bourdeaud'hui, Hendrik Delagrange SERV_DB_20170628_WBM_HNW_WerkbaarWerkEnHetNieuweWerken_RAP_StIA_077.docx

Nadere informatie

VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit

VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit Een beschrijvende analyse van de kenmerken van de social profitmedewerker Voor vragen en toelichting dirk.malfait@verso-net.be Zie verder

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk bij deeltijders. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, november 2005

Technische nota. Werkbaar werk bij deeltijders. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, november 2005 Brussel, november 2005 Technische nota Werkbaar werk bij deeltijders Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, november 2005 Technische nota s verstrekken bijkomende

Nadere informatie

Informatiedossier. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Informatiedossier. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, maart 2009 Informatiedossier Wat maakt werk werkbaar 2004-2007? Onderzoek naar determinanten van werkbaar werk op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 2004-2007 voor loontrekkenden Ria Bourdeaud

Nadere informatie