HOOFDSTUK I. SITUERING VAN HET ONDERZOEK NAAR DE ETHIEK VAN HET PASTORALE GESPREKSPROCES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK I. SITUERING VAN HET ONDERZOEK NAAR DE ETHIEK VAN HET PASTORALE GESPREKSPROCES"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK I. SITUERING VAN HET ONDERZOEK NAAR DE ETHIEK VAN HET PASTORALE GESPREKSPROCES INLEIDING In dit eerste hoofdstuk schets ik de stand van zaken betreffende de literatuur over de ethiek van het pastorale gesprek(sproces). De bedoeling is te komen tot een afbakening van de gehanteerde begrippen en het onderzoek te situeren binnen de onderzoeksdomeinen van de pastoraaltheologie en de ethiek. Ik ga van start met de meest eenvoudige definitie van een pastoraal gesprek: een pastoraal gesprek is ieder gesprek waarbij iemand als pastor woordelijk contact heeft met een gesprekspartner 1. 'Gesprek' wordt verengd tot tweegesprek 2, met 'pastor' worden alle gemandateerde pastorale beroepsbeoefenaars bedoeld 3, met 'gesprekspartner' alle personen met wie pastores gedurende de uitoefening van hun mandaat in aanraking komen 4. Met de term 'gespreksproces' geef ik taal aan het handelen van de pastor 5. Voor de ethiek van het gespreksproces gebruik ik 'ethisch correct gedrag' of 'ethisch correcte gedragingen' 6. Daarmee druk ik uit dat de belangen van de betrokkenen (individueel en sociaal) in rekening genomen worden 7 en als belangrijk gerespecteerd worden 8. Naarmate 1 Later, in H.X., wordt uitgebreid ingegaan op de doelstelling van een pastoraal gesprek, dan breidt de definitie uit. Ik maak geen onderscheid tussen 'een pastorale dialoog, een missionaire dialoog, verkoop, hulpverleningsrelatie, discussie en samenzijn' (S. TREMBLAY, Le dialogue pastoral (Pédagogie pastorale), 5, Ottawa, Novalis - Lumen Vitae, 2007, p. 20.) In alle pastorale contacten moet de gesprekspartner gerespecteerd worden. 2 Gesprekken beschrijven met meerdere gesprekspartners tegelijk maakt de zaak zo complex dat de focus van waaruit ik naar gespreksvoering kijk, namelijk ethiek, dan dreigt ondergesneeuwd te geraken. 3 Met 'gemandateerd' doel ik op alle professioneel tewerkgestelde pastores, 'professionals', al dan niet betaald. Vrijwilligers in het pastoraat kunnen ook pastorale gesprekken voeren en idealiter zijn deze mensen daar ook voor opgeleid. Maar, het woord zegt het zelf, het zijn vrijwilligers, geen professionals: ze doen het niet 'beroepshalve'. Van Dale, Groot woordenboek van de Nederlandse taal (2005) geeft aan beroep de volgende betekenis: "maatschappelijke werkkring waarvoor men de vereiste bekwaamheid en/of bevoegdheid heeft verkregen". 4 Ongeacht hun leeftijd, leefsituatie, relatie tot de pastor, worden personen met wie de pastor binnen zijn/haar mandaat in gesprek gaat, 'gesprekspartners' genoemd. 5 Van Dale, Groot woordenboek van de Nederlandse taal (2005) stelt dat het proces de "werking in haar voortgang beschouwt", het "geheel van opeenvolgende, met elkaar samenhangende handelingen en werkingen op geestelijk, psychisch en maatschappelijk gebied" voorstelt, of een "procedé in actie" weergeeft. Allemaal termen die op actie, op handelingen wijzen. Het gespreksproces zal dus altijd in doe-woorden worden uitgedrukt. Zie H.III. 1.1, p. 95 e.v. Het gespreksproces en gespreksethiek, de bejegeningskringloop van Cuvelier'. 6 'Ethische correct gedrag' is geen norm die louter extern, op basis van theologische en filosofische literatuur is ontstaan. De criteria voor ethisch correct gedrag zijn hier evenzeer ontwikkeld op wat 12 pastores in diepteinterviews als kenmerkend voor correct handelen hebben genoemd. 7 TIMMERMAN, Respect for Autonomy and Authenticity: The Pastor's Responsiveness to the Person of the Pastoree, p Karakteristiek aan iets dat als 'goed' kan benoemd worden, is dat het goed doet aan diegene waarvoor het bedoeld is. 8 B. KRASNER & A. JOYCE, Truth, Trust, and Relationships. Healing Interventions in Contextual Therapy, New York, Brunner/Mazel, 1995, p. 44. Het belang van ieder betrokkene voor ogen nemen, vereist wat Krasner en Joyce

2 8 dit hoofdstuk vordert, wordt de definitie van een pastoraal gesprek uitgebreid. En ook later, op basis van het gevoerde onderzoek, zal deze bepaling aangevuld worden (H.X.). In dit onderzoek kijk ik door een ethische bril naar het pastorale gesprek. Ik wil weten 'wat er gebeurt in goede en in minder goede pastorale gesprekken' 9 en ik zoek ernaar 'hoe een pastor een kwalitatieve en bijgevolg een ethisch correcte relatie kan faciliteren zodanig dat de gesprekspartner zijn/haar geleefde zingeving, geloof en levensbeschouwing kan integreren met zijn/haar huidige leefsituatie' 10. Zoals eerder aangegeven, wil ik op deze twee onderzoeksvragen een antwoord vinden. Dit hoofdstuk bevat drie paragrafen. In een eerste paragraaf situeer ik het onderzoek in het pastoraaltheologische veld ( 1.). In de tweede positioneer ik mijn werk ten aanzien van de Nederlandstalige literatuur en het empirische onderzoek terzake ( 2.). Ik orden de voornaamste Nederlandstalige literatuur over het pastorale gesprek aan de hand van het reflectieniveau waarop de auteurs nadenken over wat het pastorale gesprek inhoudt (2.1.) en ik positioneer mijn onderzoek in het onderzoeksveld (2.2.). In de laatste paragraaf focus ik op het soort ethiek waarnaar ik op zoek ben ( 3.). Aangezien de focus ethiek gedurende het gesprek is, kan het niet om regel- of procedure-ethiek gaan, maar om relationele of dialogale ethiek, ethiek in actie EEN PASTORAALTHEOLOGISCH KADER MET RUIMTE VOOR KWALITATIEF ONDERZOEK In deze paragraaf situeer ik mijn empirisch onderzoek binnen de pastoraaltheologie 12. Zowel binnen de theologie als binnen de humane wetenschappen neemt de pastoraaltheologie een aparte plaats in. 'ethische verbeelding' noemen. Dat is een creatief proces dat voortkomt uit de dubbele imperatief 'zowel rechtvaardig als vrij te zijn'. 9 Het was een hele zoektocht om een woord te vinden om de pastoraal 'minder goede' of de gesprekken van 'mindere kwaliteit' of gesprekken die pastoraal wat 'minnetjes' zijn te benoemen zodat zowel recht gedaan wordt aan het doel waarmee de pastores de gesprekken zijn ingegaan (doel = pastoraal optreden) als aan het feit dat ook in deze gesprekken 'goede' passages voorkomen. 'Mindere' is de comparatief van 'weinig': in mindere gesprekken komen, onder ethische oogpunt bekeken, qua aantal weinig goede passages voor. Daarom opteer ik dus voor deze term. 10 Hiermee is de term 'geleefde levensbeschouwing' uit de FWO-aanvraag geconcretiseerd in 'geleefde zingeving, geloof en levensbeschouwing'. 11 Wat 'goed' of 'ethisch correct' is, ontstaat gedurende het gesprek. TIMMERMAN, Respect for Autonomy and Authenticity: The Pastor's Responsiveness to the Person of the Pastoree, p "[These goods] are not at hand at the beginning of the pastoral process. It is not as if one can ask the worker beforehand, or after an initial diagnosis, which goods he or she is aiming to contribute to. The salient goods unfold during the episodic course of the pastoral process. Some goods reveal themselves in their fullness throughout the process; some are encountered in different episodes in different formes; and others are met with in one episode mainly". 12 Demasure definieert "pastoraaltheologie als de reflectie op het handelen van de pastor. [ ] Pastoraaltheologie bestrijkt dus de diverse domeinen waarop de pastor actief is, nl. het liturgische, het kerygmatische, de diakonia, en de koinonia. En dit zowel op het individuele als op het collectieve vlak". K. DEMASURE, Verdwaald tussen liefde, macht en schuld. Een hermeneutisch model voor pastorale begeleiding van dader en slachtoffer bij seksueel misbruik van kinderen, Leuven - Paris - Dudley, Peeters, 2004, p

3 9 Binnen de theologie als geheel gaat de pastoraaltheologie methodologisch uit van een afwijkend uitgangspunt. Theologie benadert al eeuwenlang de menselijke werkelijkheid vanuit de openbaring van God in Jezus Christus. De pastoraaltheologie daarentegen vertrekt van "geleefde religie en praktijken van hedendaagse mensen" en tracht deze te relateren aan Bijbel en Traditie 13. Grofweg hanteert de theologie eerder een deductieve methodologie 14, terwijl de pastoraaltheologie inductief is ingesteld 15. Om de geleefde religie en praxis op het spoor te komen, wendt de pastoraaltheologie zich veelal tot de veranderende sociale, psychologische en pedagogische wetenschappen. Door deze handelwijze positioneert ze zich, voor het vinden van waarheid, theologisch in een spanningsveld. Gezien vanuit bijvoorbeeld dogmatische theologie, heeft de pastoraaltheologie de Bijbel en de Traditie (Goddelijke Openbaring) als uitgangspunt geruild voor veranderlijke sociaal-wetenschappelijke kennis. Binnen de theologie heeft die laatste uiteraard niet dezelfde status. Wat haar methodologie betreft, hanteert de pastoraaltheologie een hermeneutische methode. Vanuit de methodologie die binnen de humane wetenschappen gehanteerd wordt, krijgt zij daarvoor weinig krediet 16. Is pastoraaltheologie werkelijk inductief, vertrekt ze van de waarneming of het levensverhaal? In de praktijk vertrekt pastoraaltheologie veeleer vanuit een bestaande sociologische, psychologische of pedagogische theorie 'over' de ervaring of het levensverhaal, dan vanuit de 'geleefde ervaring en praktijk van hedendaagse mensen' 17. De geleefde werkelijkheid wordt gefilterd door de theoretische constructen, zo komt de geleefde werkelijkheid niet rechtstreeks in beeld. De zogenaamde 'hermeneutische cirkel' begint dus in de psycho-sociale theorie in plaats van in de werkelijkheid. In die zin is de hermeneutische methode van de pastoraaltheologie evenzeer theoretisch deductief. Bovendien wordt de pastoraaltheologische insteek die zo ontstaat, 'besmet' door de onderliggende aannames inzake mens- en wereldbeeld die in diverse psycho-sociale 13 'Geleefde religie' is voor mij een pragmatische term die aanduidt "dat mensen vorm geven aan hun verhouding tot het heilige en hoe ze zich daarin voortdurend verhouden tot de traditie(s) waaruit ze putten". ( toegang ). Voor een uitdieping zie o.a. G. IMMINK, Geleefd geloof, in Praktische Theologie. Nederlands tijdschrift voor pastorale wetenschappen 29 (2002) nr. 3, Hoewel de laatste jaren fundamentele stappen gezet zijn om de deductie te keren en de contextgebonden werkelijkheid tot in de dogmatiek serieus te nemen. "Omwille van het noodzakelijke historische, particuliere en contextuele karakter van de betrokkenheid van de traditie op de Traditie overleeft de traditie (en zo ook de Traditie?) slechts als ze steeds opnieuw ons verhaal over God en mens wordt. De aloude overgeleverde woorden, verhalen, daden, dienen bij een wijziging in de context gerecontextualiseerd te worden". L. BOEVE, Onderbroken traditie. Heeft het christelijk verhaal nog toekomst?, Kapellen, Pelckmans, 1999, p Niet alle pastoraaltheologen werken inductief. Binnen de pastoraaltheologie wordt ook literatuuronderzoek gedaan. 16 R. K. YIN, Case Study Research. Design and Methods (Applied Social Research Methods Series), Newbury Park - London - New Delhi, Sage Publications, 1989 (repr. 5), p In het voorwoord beschrijft Donald Campbell de nood aan validiteit in tegenstelling tot het uit de weg gaan daarvan dat verborgen wordt onder de term 'hermeneutiek'. "It is tragic that major movements in the social sciences are using the term 'hermeneutics' to connote giving up on the goal of validity and abandoning disputation as to who has got it right. [...] our social sciences methodological armamentarium also needs a humanistic validity-seeking case study methodology that, while making no use of quantification or tests of significance, would still work on the same questions and share the same goals of knowledge". 17 Komen ervaringen ter sprake, dan zijn deze illustratief voor de theorie. De theorie wordt daardoor niet getoetst aan de weerbarstigheid van de menselijke ervaring en actie. Een voorbeeld van een deductieve pastoraaltheologie over het gespreksproces vanuit theologische en psycho-sociale bronnen is H. WINDISCH, Sprechen Heiβt Lieben. Eine Praktisch-Theologische Theorie des Seelsorgerlichen Gesprächs (Studien zur Theologie und Praxis der Seelsorge), Echter, 1989.

4 10 theorieën verborgen zitten 18. De theorieën genereerden verschillende pastoraaltheologische scholen die zich onderling tegen elkaar afzetten 19. Psychologen en theologen hebben zich kritisch uitgelaten over de wijze waarop pastores wel kennisnemen van psycho-sociale theorieën en deze soms als primaire referentiekader hanteren 20, waardoor niet alleen de grenzen van het eigen beroep overschreden worden, maar pastores zelf niet meer weten waarmee ze bezig zijn: pastoraat of 'therapie'? Kortom, noch Schrift en Traditie (te deductief) noch de filosofische en psycho-sociale theorieën (ook deductief) houden als uitgangspunt van pastoraaltheologische reflectie stand. Een eenzijdige kijk vanuit de Schrift en Traditie of vanuit filosofische of vanuit psycho-sociale theorie dreigt ons te vervreemden van ons eigen pastoraal paradigma dat principieel en pragmatisch uitgaat van geleefde religie, ervaring en praktijk van déze hedendaagse mensen. Tieleman stelt het als volgt: "Pastoraat fungeert vandaag als paradigma (model, beeld) van kerk-zijn. Kerk als instituut maakt plaats voor kerk-als-gebeuren. De grote variatie in categoriaal en speciaal pastoraat schetst wellicht een nieuwe opgave en reikwijdte van de kerk als pastorale presentie in de toekomst. Hiermee verbonden is de professionalisering van de pastor. Zeker buiten de formele structuren van de kerk wordt de pastor tot een 'professional' in (religieuze) zingevingsvragen over de grenzen van de kerk heen. De pastor als 'grensganger' tussen geloofstraditie en de mens in diens veranderend zelfverstaan bemiddelt een 'nieuwe kerk', die minder gefixeerd is op het bewaken van grenzen en meer 18 N. RAMSEY, Pastoral Diagnosis. A Resource for Ministries of Care and Counseling, Minneapolis, Fortress Press, 1998, p Ramsay ontleedt aan de hand van negen items de aannames die onder drie verschillende psychologische scholen verborgen zitten: onder het medisch-psychiatrische model, de humanistische groeipsychologie en het transgenerationele familiedenken. Achtereenvolgens behandelt ze hun visie op de menselijke natuur, de aard en mogelijkheid tot vervulling, de aard en mogelijkheden voor menselijke vrijheid, de menselijke conditie, het individu in relatie tot de gemeenschap, richtinggevende waarden of wereldbeeld, autoriteitsdynamieken in de helpende relatie en het belang van diagnose. Naast deze psychotherapeutische paradigma's zet ze een pastoraal (christelijk) paradigma. Ik heb dit uitgebreid besproken in M. RIEMSLAGH, Werken vanuit een eigen pastoraal paradigma, in Pastorale Nieuwsbrief 132 (2006) nr. 3, 8-19 met bijlage. Voor de uitdieping van een christelijk paradigma zie ook D. NAUER, Seelsorge. Sorge um die Seele, 2de ed., Stuttgart, Verlag W. Kohlhammer, 2010, p (godsbeeld), p (mensbeeld). Voor de bespreking van het godsen mensbeeld van Nauer zie G. VAN EDOM, 'Opdat ze leven mogen bezitten en wel in overvloed...' Een moderne multidimensionale benadering van pastoraal, in Pastorale Nieuwsbrief 136 (2007) nr. 3, R. GANZEVOORT & J. VISSER, Zorg voor het verhaal. Achtergrond, methode en inhoud van pastorale begeleiding, Zoetermeer, Meinema, 2007, p Ganzevoort beschrijft de lacunes in het deductieve kerygmatisch/ kerkelijk-sacramenteel en charismatisch pastoraat, het reductieve therapeutisch en systemisch pastoraat, het inductieve evenmenselijk en presentiepastoraat en zoekt daarbij naar een nieuwe balans, die hij abductief 'hermeneutisch of narratief pastoraat' noemt. Zijn narratief-hermeneutische insteek blijkt echter op tweeërlei wijzen deductief te zijn, zowel bogend op de narratieve theorie als op de Schrift. Bovendien zit in wat Ganzevoort als abductie benoemt, een methodologische fout verborgen, namelijk het 'toepassen van theorie op de werkelijkheid' (attributiefout). De keuze van de casussen die de relevantie van zijn theorie moeten aantonen, is selectief. De praktijkvoorbeelden die hij aanhaalt, zijn geselecteerde binnenkerkelijke situaties waarop zijn theorie uiteraard van toepassing is. 20 C. MENKEN-BEKIUS & H. VAN DER MEULEN, Reflecteren kun je leren. Basisboek voor pastoraat en geestelijke verzorging, Kampen, Kok, 2007, p. 56. "Onder primaire referentiekader verstaat Mooren het dominante geheel van inzichten en opvattingen dat de wijze bepaalt waarop het beroep wordt uitgeoefend. Aan dit kader ontleent de beroepsbeoefenaar zijn professionele identiteit, het legitimeert zijn professionele doen en laten en het bepaalt in overwegende mate ook de taal waarin tussen cliënt en professional wordt gecommuniceerd. [ ] Het secundaire referentiekader wordt gevormd door een geheel van inzichten en opvattingen die onontkoombaar de beroepsbeoefening mede bepalen, maar dat ten opzichte van de beroepsidentiteit een variabel gegeven is".

5 11 geïnspireerd tot het bewaren en scheppen van ruimte. Het leerproces van de pastor zou hier buitengewoon leerzaam kunnen blijken voor de kerk" 21. Om de opgave waar de pastoraaltheologie voor staat waar te maken 22, is er nood aan eigen empirisch onderzoek dat theorie genereert vanúit het pastorale handelen 23. "Theologie als reflectie op het geleefde geloof is [dan] een hulpmiddel om iemands plaats binnen de heilsgeschiedenis te verhelderen" 24. Pastoraat als heuristiek zoekt immers naar de werkzaamheid van Gods Geest in het actuele pastorale doen en laten 25. Mijn eigen onderzoek naar de ethiek van het pastorale gespreksproces is ook zo'n zoekproces waarbij Gods werkzaamheid vermoed wordt in wat pastores benoemen als 'goed'. In de mate waarin ik er als onderzoeker in slaag om gedurende het onderzoeksproces naar verschillende stemmen te luisteren, ontstaat openheid voor het Nieuwe, het Onverwachte, datgene wat Méér is dan wat ik wat wij nu al weten. Uiteindelijk gaat het erom ons handelen te transformeren in de richting van de komst van het Rijk Gods. Of om het met eigentijdse woorden te formuleren: nú gaat het er om, met dit onderzoek een aanzet te geven tot een verhoging van de kwaliteit van toekomstig pastoraat. 2. NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR OVER HET PASTORALE GESPREK INLEIDING Om inzichtelijk te maken welke positie dit onderzoek inneemt ten aanzien van andere pastoraaltheologische theorieën baseer ik mij op de indeling die Menken-Bekius en Van der 21 D. TIELEMAN, Secularisatie en herinterpretatie van geloof, in J. DOOLAARD (ed.), Nieuw Handboek geestelijke verzorging, Kampen, Kok, 2006, , p J. A. VAN DER VEN, An Empirical or an Normative Approach to Practical-Theological Research?, in J. A. VAN DER VEN & M. SCHRERER-RATH (eds.), Normativity and Empirical Research in Theology (Empirical Studies in Theology), Leiden, Brill, Voor Van der Ven geldt dat de empirie normatief is voor de pastoraaltheologie. 23 L. VANDECREEK, H. BENDER & M. JORDAN, Research in Pastoral Care and Counseling. Quantitative and Qualitative Approaches, Oregon, WIPF & STOCK, 1994, p "The qualitative approach is a research method, one among many, but it can be argued that it is much more than 'just research'. Martin Buber, the Jewish existentialist, defines qualitative process as a part of that human dialogue through which one human being's experience is 'made present' to another. When the other becomes present to me, I confirm him or her in their being. I enable them to become that unique person which he or she has always been called to be. 'A society may be termed human in the measure to which its members confirm one another', Buber observed in The knowledge of Man. 'It is from one person to another that the heavenly bread of self-being is passed'". 24 H. ANDRIESSEN & W. ZANDBELT, Wacht bij het woord. Analyses van pastorale gesprekken (Wegen tot pastoraat), Nijmegen, Dekker & van de Vegt, 1972, p "Voor de pastor is zijn theologie een instrument om zo adequaat mogelijk het geloof van de [gesprekspartner] te verstaan, te helpen verwoorden en te stimuleren". 25 TIELEMAN, Secularisatie en herinterpretatie van geloof, p "Juist pastores krijgen in hun werk onvermijdelijk met deze opgave tot herinterpretatie te maken, omdat zij als geen ander geconfronteerd worden met een veranderend zelfverstaan van mensen, dat een veranderend geloven oproept. [ ] In de 'geseculariseerde' leefwereld van mensen in deze tijd zal de pastor steeds minder kunnen volstaan met een vertaalslag vàn het evangelie náár de mens: laten we dat 'pastoraat als hermeneutiek' noemen. Betrokken in het levensverhaal van de ander zal de pastor veeleer met de ander ernaar zoeken motieven en momenten in diens leven te ontdekken en te ontsluiten als werkelijkheid van God: laten we dat 'pastoraat als heuristiek' noemen, d.w.z. de kunst van het zoeken en vinden van de troost en de uitdaging van God in het leven van de mens".

6 12 Meulen maken onder de titel 'denken op niveau' 26. Ik concretiseer hoe al deze niveaus aan de orde zijn in deze doctoraatsverhandeling. Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 0 wetenschapstheoretisch paradigma pastoraal-theologische theorie pastorale praktijktheorie praktijksituatie (casus in context) Figuur I.I.: Het reflectiemodel van C. Menken-Bekius en H. Van der Meulen Niveau 0 duidt op alle reflecties die de pastor gedurende het gesprek met de gesprekspartner maakt. Het is reflectie in actie 27. Alle overwegingen achteraf zijn reflecties op actie, het is 'na'-denken 'over' wat er is gebeurd. Het onderzoek naar de ethiek van het pastorale gespreksproces vertrekt van niveau 0, van de feitelijke pastorale gesprekken zoals die effectief door pastores zijn gevoerd. In dit onderzoek wil ik, aan de hand van de eigen inschattingen van pastores, erachter komen wat voor hen ethisch (in)correct gedrag is. Deze interesse heeft een richting: ik ben op zoek naar pastorale vorming op hún maat, naar wat pastores nodig hebben om gesprekspartners zoveel mogelijk recht te doen in hun zinzoeken en geloven. Met het oog daarop heb ik voor dit onderzoek zowel opnames van pastorale gesprekken (niveau 0) verzameld als interviews met de pastores waarin zij over deze gesprekken reflecteren (niveau 1). Niveau 1 bevat praktijktheorieën, methoden, technieken en strategieën om een pastoraal gesprek te voeren. "Een praktijktheorie is een set onderbouwde oplossingen voor problemen waar we in de praktijk op stuiten" 28. Eén van die problemen kan bijvoorbeeld zijn, dat er een discrepantie bestaat tussen de ervaringen van sommige gesprekspartners betreffende (machts)misbruik door pastores, terwijl anderen er juist van getuigen hoe deugdelijk pastorale gesprekken zijn. Onder niveau 1 vallen ook alle reflecties op de praktijk. De diepteinterviews die ik van de pastores heb afgenomen, zijn inzake pastorale gespreksvoering indirect materiaal. Het zijn reflecties op de praktijk en in die zin behoren ze tot niveau 1. Een uitgewerkte praktijktheorie over het pastorale gesprek (niveau 1) heb ik niet gevonden. Hopelijk kunnen de resultaten van mijn onderzoek daar op termijn aan bijdragen. Niveau 2 omvat alle pastoraal-theologische theorieën. Deze werden door Heitink ingedeeld in kerugmatisch, therapeutisch en hermeneutisch 29. Ganzevoort en Visser bouwen daarop verder door de verschillende modellen van pastoraal-theologische theorieën in te delen naargelang de rol van de pastor: de pastor als getuige, helper, metgezel, of tolk en gids 30. Al 26 MENKEN-BEKIUS & VAN DER MEULEN, Reflecteren kun je leren. Basisboek voor pastoraat en geestelijke verzorging, p Zij baseren zich daarvoor op D. A. SCHÖN, The Reflective Practitioner. How Professionals Think in Action, U.S.A., Basic Books, Onderstaande beschrijving is gebaseerd op MENKEN-BEKIUS & VAN DER MEULEN, Reflecteren kun je leren. Basisboek voor pastoraat en geestelijke verzorging, p. 99 e.v. 28 Ibid., p Gebaseerd op P. VAN STRIEN, Praktijk als wetenschap. Methodologie van het sociaalwetenschappelijk handelen, Assen - Maastricht, Van Gorcum, G. HEITINK, Pastorale zorg. Theologie - differentiatie - praktijk (Handboek Praktische Theologie), 2e ed., Kampen, Kok, 2000, p GANZEVOORT & VISSER, Zorg voor het verhaal. Achtergrond, methode en inhoud van pastorale begeleiding, p. 71 e.v. De pastor als getuige (kerygmatisch en kerkelijk-sacramenteel pastoraat enerzijds en charismatisch pastoraat anderzijds), de pastor als helper (therapeutisch en systemisch waaronder contextueel pastoraat), de pastor als metgezel (evenmenselijk en presentie pastoraat) en de pastor als tolk en gids (hermeneutisch pastoraat).

7 13 deze pastoraal-theologische theorieën vormen de achtergrond van dit onderzoek naar de ethiek van het pastorale gespreksproces. Ze zullen nu en dan expliciet vermeld worden. Niveau 3 verwijst naar het meta-reflectieniveau van het wetenschapstheoretische paradigma 31. Het behelst de achterliggende referentiekaders die de pastor/onderzoeker hanteert om naar de materie te kijken. In het boek dat Van der Ven & Ziebertz uitbrachten, worden er drie genoemd: het hermeneutische, het empirische en het kritische paradigma 32. Menken- Bekius en Van der Meulen voegen er het historische paradigma aan toe 33. Concreet komt het erop neer dat de pastor/onderzoeker nagaat vanuit welke vooronderstellingen hij/zij reflecteert en hij/zij deze ter verheldering van zijn/haar denken op tafel legt. Mijn onderzoek wordt gevoerd vanuit een theologisch en filosofisch gefundeerd 34, een procesgericht, lichaamsgeoriënteerd, communicatief en relationeel constructionistisch paradigma 35. De theologische fundamenten zijn te condenseren in twee geboden en een 'vaststelling': "Luister Israël, alleen uw God is God", "heb uw naaste lief zoals uzelf" en "waar twee of meer verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden" 36. De filosofische fundamenten behelzen twee vereisten die tegelijk van kracht zijn: 'de ander gaat voor' (Levinas) én 'gezamenlijkheid opbouwen' (Buber) 37. Om ethisch (in)correct gedrag in pastorale gesprekken op te sporen is het nodig om vooral naar het gespreksproces te kijken (procesgericht) 38. De eigen lichaamstaal van de pastor informeert hem/haar voortdurend over welke beslissingen hij/zij in het gesprek wil/kan/zal nemen (lichamelijk). Het lichaam signaleert hem/haar voortdurend over de effecten die zijn/haar gedrag teweegbrengen bij de gesprekspartner en reageert op wat de gesprekspartner zelf inbrengt. Al deze processen zijn primair lichamelijk en in hoge mate primair gevoelsgestuurd 39. Binnen pastorale gesprekken staat de gesprekspartner idealiter centraal, met daaraan gekoppeld de betekenissen die hij/zij aan de verschillende passages in zijn/haar levensverhaal hecht. Het is dus van belang om inzicht te hebben in de overdracht van betekenissen (communicatief) 40. De term 'relationeel constructionistisch' slaat op het feit dat wij-mensen betekenissen hechten aan ons gedrag en aan situaties, dat deze betekenisgeving binnen relaties is ontstaan en verder geconstrueerd wordt via gesprekken 41. Doordat mijn geest streeft naar coherentie tussen wat 31 Van Dale, Groot woordenboek van de Nederlandse taal (2005) geeft van een paradigma als definitie: "het geheel van wetenschappelijke prestaties van voorgangers dat door onderzoekers op een bepaald gebied op een bepaald moment in de ontwikkeling van een wetenschap als maatgevend wordt beschouwd" en "algemeen kader van de theorievorming van een bepaalde wetenschap in een bepaalde periode". 32 Menken-Bekius en Van der Meulen baseren zich op J. A. VAN DER VEN, Paradigmenentwicklung in der Praktischen Theologie, Kampen - Weinheim, Kok - Pharos, MENKEN-BEKIUS & VAN DER MEULEN, Reflecteren kun je leren. Basisboek voor pastoraat en geestelijke verzorging, p Zie H.II., p. 61 e.v. 35 Zie H.III., p. 92 e.v. 36 Zie het schema van Rosenstock-Huessy in H.IX., p Mijn theologische premissen worden uitgewerkt in H.III. 5., p. 138 e.v. 37 Zie H.II. 1., p. 61 e.v. en 2., p. 75 e.v. 38 De bejegeningskringloop van F. Cuvelier brengt het gespreksproces in beeld (H.III. 1., p. 95 e.v.). 39 D. Narvaez heeft een lichaamsgeformeerde ethiek ontwikkelt die verheldert hoe pastores zich in concreto gedragen (H.III. 4., p. 114 e.v.). 40 Bertau geeft inzicht in de wijze waarop via de taal waarden en normen worden geconstrueerd en overgedragen (H.III. 2., p. 101 e.v.). 41 Hoe dit te verenigen is met christelijk geloof werk ik uit in H.III. 3., p

8 14 ik als onderzoeker in de werkelijkheid waarneem en de denkbeelden die ik erop nahoud, heb ik door dit onderzoek mijn mens-, Gods- en werkelijkheidsvisie moeten bijstellen 42. Tot zover de ordening van het materiaal in deze doctoraatsverhandeling aan de hand van de vier niveaus die Menken-Bekius en Van der Meulen schetsen. Nu ga ik na op welk niveau de auteurs van Nederlandstalige boeken over pastorale gesprekken reflecteren. Bij het overzien van de Nederlandstalige literatuur over pastorale gesprekken, valt het mij op dat de meeste Nederlandstalige boeken over pastorale gespreksvoering geschreven zijn door opleiders in pastorale gespreksvoering en door theologen 43. Ze zijn te situeren op het niveau van de pastoraal-theologische theorie (niveau 2). Verwacht zou kunnen worden dat deze theorieën stoelen op de praktijk 44 (niveau 0) of minstens op reflectie op de praktijk (niveau 1) en dat de onderliggende vooronderstellingen (paradigma's) openlijk vernoemd worden (niveau 3). Van deze verbinding met de praktijk hangt immers de concrete relevantie van de theorie af (niveau 2 verbonden met niveau 0 of 1) 45. En aan de hand van de openheid over de vooronderstellingen kan nagegaan worden in hoeverre de theorie stoelt op ethisch correcte aannames waarin respect voor de persoon en zijn/haar context en verantwoordelijkheden centraal staat (niveau 2 verbonden met niveau 3) 46. Houdt een theorie onvoldoende rekening met de werkelijkheid, dan kan ze aanzetten tot gedrag dat niet navolgbaar is. Legt een theorie haar vooronderstellingen niet op tafel, dan kunnen daarin elementen verscholen zitten die de personen op wie de theorie wordt toegepast, niet vooruit helpen. De verbinding van de theorie met zowel de praktijk (niveau 2 met 0 en 1) als met de onderliggende vooronderstellingen (niveau 2 met 3) is dus essentieel voor de ethische kwaliteit van de pastoraal-theologische theorie die in de literatuur beschreven wordt. Naarmate het literatuuronderzoek vorderde, werd ik mij meer bewust van het belang van de achtergrond waartegen uitspraken over pastorale gespreksvoering gebeuren. De vooronderstellingen bepalen immers welke stukken van de werkelijkheid in beeld kunnen komen. Mij valt het bijvoorbeeld op dat in de literatuur die niet gebaseerd is op een brede waaier aan pastoraal gespreksmateriaal (niveau 0 en 1), de minpunten in pastorale gesprekken weinig worden gethematiseerd 47. Daardoor kan de ideologie ontstaan dat pastorale gesprekken 42 Over de reden van deze bijstelling en de denkweg die ik heb afgelegd, rapporteer ik in H.III., p , 126, 131, Het betreft vooral Nederlandse opleiders en theologen, in Vlaanderen maakten twee priesters een uitgebreide studie over het pastorale gesprek (Hostie en Godin) in respectievelijk 1962 en De pedagoog en psycholoog Jef Stevens nam de draad op in 1990 en 'Verbonden met de praktijk' betekent dat uitgegaan wordt van de feiten, met name hoe pastores pastorale gesprekken voeren. C. LEGET & P. BORRY, Empirical Ethics: The Case of Dignity in End-of-Life Decisions, in Ethical Perspectives 17 (2010) nr. 2, , p "Facts always contain and generate values, and values are based on facts". 45 A. DILLEN, Empirical Research and Family Ethics, Ibid , p "In addition to this gap between 'thinking' and 'doing' for many people, there is also a gap between expert theories and reality". 46 Door te bevragen welke vooronderstellingen aan de basis liggen van een bepaald denken en bijbehorende normering, kunnen verborgen uitgangspunten aan het licht komen zoals bijvoorbeeld in het Kohlberg-Gilligan debat. V. DRAULANS, On the Fragile Relationship between Empirics and Ethics, Ibid , p A. DILLEN, A. LIÉGEOIS & A. VANDENHOECK, Pastores als spirituele zorgverleners. Identiteit, professionaliteit en uitdagingen, in A. DILLEN, A. LIÉGEOIS & A. VANDENHOECK (eds.), De moed om te spreken en te handelen. Profetisch pastoraat (Leuvense Cahiers voor Praktische Theologie 11), Antwerpen, Halewijn, 2009, , p "De pastor stelt zich daarbij weliswaar altijd open en ontvankelijk op. In de houding van pastores staat openheid voor het anders zijn van de ander, de gesprekspartner, centraal. Pastores luisteren in de eerste plaats naar de diepere noden van de gesprekspartner".

9 15 altijd weldadig zijn voor gesprekspartners 48. Terwijl auteurs die de onderliggende vooronderstellingen, paradigma's of doelstellingen van pastorale gesprekken weinig expliciteren (niveau 3), in het vage kunnen laten wiens belangen in pastorale gesprekken voorrang krijgen: deze van de gesprekspartner of die van de pastor 49. Omdat beide verbindingen relevant zijn voor de situering van het onderzoek naar de ethiek van het pastorale gespreksproces, waardeer ik de Nederlandstalige literatuur terzake vanuit deze twee gezichtspunten. In de literatuur inzake het pastorale gesprek zoek ik dus zowel naar de wijze waarop de auteurs met de praktijk (niveau 0) en reflectie op de praktijk (niveau 1) omgaan (2.1.) als naar datgene wat de auteurs vertellen over hun onderliggende vooronderstellingen (niveau 3) of paradigma's (2.2.). Ten slotte ga ik na welke plaats mijn onderzoek inneemt in het bredere onderzoeksdomein betreffende pastorale gespreksvoering (2.3.). Omwille van eenvormingheid in taalgebruik, vervang ik de overeenkomstige termen in 'pastor' en 'gesprekspartner'. De keuze voor deze termen is niet zonder betekenis. 'Pastor' is een functionele term: degene die beroepshalve aan pastoraat doet. 'Gesprekspartner' is dat ook: degene die als partner een gesprek voert. Andere termen zoals 'pastorant', 'cliënt', 'confident', 'zieke', 'gevangene', definiëren de gesprekspartner verkeerdelijk naar een deelaspect van zijn/haar persoon of in functie van de pastorale relatie, wat vanuit theologisch en strikt ethisch perspectief geen optie is. Het reduceert immers de persoon die ik volledig tot zijn/haar recht wil laten komen. Waar ik de termen vervang, plaats ik deze [tussen haakjes] PASTORAALTHEOLOGISCHE LITERATUUR EN PASTORALE PRAKTIJK Onderstaand ga ik na waarop auteurs van Nederlandstalige boeken over pastorale gesprekken zich baseren: zijn dat gespreksfragmenten, dus weergaven van pastorale gesprekken (niveau 0), verbatims en casusverslagen die door pastores zijn geschreven (niveau 1) of andere literatuur (niveau 2)? Ik ga terug tot ongeveer 50 jaar geleden, naar de tijd waarin pastoraaltheologie als discipline ontstond en het onderscheid tussen 'theologisch denken' en 'pastoraal doen' voor het eerst de volle aandacht kreeg. Dit is ook de periode waarin de functie/doelstelling van pastorale gesprekken werd omschreven als helen, ondersteunen, onderrichtend leiden en verzoenen 50. Gedurende de periode wordt het pastoraal gesprek beschreven door pastores/ pastoraalsupervisoren vanuit de analyse van verbatims, dus vanuit letterlijke gespreksverslagen uit de herinnering van de pastor (niveau 1). Alleen in De pastor als diagnosticus (1978) gaat Pruyser die overigens een psychiater is en geen pastor anders tewerk. Op 48 Dit neerschrijvende komt een herinnering boven waarop mijn besef dat pastorale gesprekken kwalijk kunnen uitpakken, oorspronkelijk is gebaseerd. Na enkele ervaringen met de aalmoezenier van het ziekenhuis waar ik als jonge nachtverpleegkundige werkte, riep ik de pastor pas wanneer de familie naar huis was en de patiënt buiten bewustzijn. De manier waarop deze pastor met mensen omging, had ik als dermate schokkend ervaren dat ik het onverantwoord achtte mensen in kwetsbare situaties aan zijn pastorale bejegening bloot te stellen. Deze levenservaring heeft mij blijkbaar alert gemaakt ten aanzien van pastorale ideologie. 49 In de literatuur betreffende pastorale diagnostiek in pastorale gespreksvoering, valt het mij bijvoorbeeld op dat de eigen belangen van de pastor zich te profileren in multidisciplinaire verbanden en zich naar het beleid van zorginstellingen te verantwoorden, meer gewicht krijgt dan het 'heil' van de gesprekspartner. De vooronderstellingen of het onderliggende paradigma wordt hier niet geëxpliciteerd. 50 C. JAEKLE & W. CLEBSCH, Pastoral Care in Historical Perspective, New York, Jason Aronson Inc, 1964, p Zij gebruiken de termen "healing, sustaining, guiding, reconciling".

10 16 basis van psychologische, medische, psychiatrische en sociologische literatuur (niveau 2) ontwikkelt hij een theorie die hij vervolgens toepast op casusmateriaal dat hij van bevriende pastores krijgt (niveau 1). In 'De pastorale dialoog' (1962) gaat Hostie uit van vignetten, situatieschetsen en van zijn eigen ervaring als priester (niveau 1) 51. In 'Het pastorale gesprek. Een pastoraal-psychologische studie' (1962) van Faber en Van der Schoot wordt niet alleen (eigen) verbatim- en casusmateriaal gebruikt 52. Ze doen ook verslag van rollenspelen waarbij een pastor in de rol van een 'moeilijke gesprekspartner' kruipt en verschillende collega's proberen om met hem/haar een vruchtbaar gesprek te voeren (niveau 1 en niveau tussen 1 en 0 53 ). In 'De menselijke relatie in de pastorale dialoog' (1964) maakt Godin gebruik van aan de situatie aangepaste casussen uit het eerdere werk van Hiltner 54. In 'De pastor zelf in het pastorale gesprek. Analyses van pastorale gesprekken' (1967) gebruikt Hiltner verbatims van "geestelijken en [pastores in opleiding]" (niveau 1) 55. In 'Wacht bij het woord. Analyses van pastorale gesprekken' (1972) leiden Andriessen en Zandbelt de voorwaarden en veronderstellingen van het pastorale gesprek af uit letterlijke gespreksverslagen of verbatims (niveau 1) 56. Andriessen en Zandbelt gebruiken deze verbatims niet zozeer om de pastor die het schreef te helpen groeien in pastorale gespreksvoering, voor hen staat de pastor die het gesprek leest centraal. Ze gebruiken de voorbeelden in hun boek educatief: "Ook de [gesprekspartner] uit het gesprek is in onze analyse niet het belangrijkst, maar de [gesprekspartners] van de lezer" 57. In 'Klinische Pastorale Vorming' (1973) gebruikt Zijlstra wel gespreksfragmenten van trainingssituaties maar niet van pastorale gesprekken (niveau 1 voor gesprekken en niveau 0 voor trainingssituaties) 58. Als pastor-supervisor-trainer ontwikkelde hij een theologisch onderbouwde visie op het gesprek 59 en meer specifiek op het pastorale gesprek. 51 R. HOSTIE, De pastorale dialoog, Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, H. FABER & E. VAN DER SCHOOT, Het pastorale gesprek. Een pastoraal-psychologische studie, Utrecht, Erven J. Bijleveld, De verslagen van de rollenspelen zijn 'direct' materiaal (in die zin is het niveau 0). Echter, omdat ze vertrekken van de waarneming/herinnering die de pastor van de gesprekspartner heeft, zijn ze materiaal dat uit reflectie van de pastor voortkomt (niveau 1). 54 A. GODIN, De menselijke relatie in de pastorale dialoog, trans. by B. HAGEMAN, Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, 1964; S. HILTNER, Preface to Pastoral Theology. The Ministry and Theory of Shepherding, New York - Nashville, Abingdon Press, S. HILTNER, De pastor zelf in het pastorale gesprek. Analyses van pastorale gesprekken, trans. by H. RÖTTGERING, Nijmegen - Utrecht, Dekker & van de Vegt, 1967, p. 13. Hiltner baseert zich op zijn beurt op casussen die Ichabod Spencer in de eerste helft van de negentiende eeuw heeft opgetekend. I. SPENCER, A Pastor's Sketches. Conversations with Anxious Souls Concerning the Way of Salvation, Vestavia Hills, Solid Ground Books, 1850 (repr. 2001). 56 ANDRIESSEN & ZANDBELT, Wacht bij het woord. Analyses van pastorale gesprekken, p Ibid., p W. ZIJLSTRA, Klinische Pastorale Vorming, Nijmegen, Dekker & van de Vegt, 1973, p Ibid., p "Een echt gesprek [ ] is het constitueren van een gemeenschappelijke wereld, doordat beide partners zich bereid tonen elkanders wereld binnen te gaan. Het is een participeren aan elkanders levensgeschiedenis, het is een samen op weg zijn, zij het slechts voor korte tijd. Een echt gesprek veronderstelt allereerst de bereidheid om open te zijn voor het geheim van het anders-zijn van de ander. De andere is anders, omdat hij anders in de wereld staat op grond van het verschil van [mannelijke en vrouwelijke] bestaanswijze en op grond van de eenmalige individualiteit en levensgeschiedenis. Deze bereidheid tot openheid drukt zich uit in de houding van het luisteren [ ]. Wie werkelijk luistert tast met zijn sensitiviteit ook de gevoelens af, die in en achter de woorden schuilgaan. Het gesprek is immers deelnemen aan elkanders innerlijk, aan het verborgen geheim van de ander. [ ] In de tweede plaats veronderstelt het gesprek de bereidheid om de ander te aanvaarden zoals hij is, ook en juist daar waar hij ons vreemd is. [ ] Door de ander de ruimte te geven om zichzelf te zijn, ontdekt men ook de ruimte, die men zèlf nodig heeft om zichzelf te zijn en te worden. Die ander geeft immers, doordat hij de gelegenheid ontvangt om zichzelf authentiek tegenwoordig te stellen, de weerstand die wij nodig hebben om de grenzen van onze eigen ruimte te vinden. De mens groeit alleen aan de weerstand van de concrete naaste. Omgekeerd moet deze eigen ruimte tegen elke grensoverschrijding door de ander gehandhaafd worden. Ter wille van de gesprekspartner en onszelf zullen wij moeten protesteren tegen elke poging van de ander ons zijn zienswijze op te dringen. Wie zijn eigen ruimte niet respecteert, respecteert ook die

11 17 Roscam-Abbing gebruikt in 'Gespreksbeleid in de pastorale zorg' (1973) verbatimmateriaal (niveau 1) om problemen die in pastorale gespreksvoering rijzen, te ontrafelen en tot een oplossing te brengen 60. Halkes gebruikt in 'De horizon van het pastorale gesprek' (1977) fragmenten uit verbatims (niveau 1) om de eigenheid van pastorale gespreksvoering te laten oplichten 61. Aan de hand van casusmateriaal gaat Stone in 'Crisiscounseling' (1977) in op wat pastores te bieden hebben bij gesprekspartners in crisis (niveau 1) 62. In 'De pastor als diagnosticus' (1978) biedt de psycholoog Pruyser een diagnostisch schema op basis van de literatuur waarmee hij vertrouwd is (psychologisch, medisch, psychiatrisch en sociologisch) (niveau 2) 63. Zoals gezegd hebben vrienden van Pruyser die wel pastor zijn, hem casusmateriaal bezorgd waarop de voorgestelde diagnose wordt toegepast (niveau 1). In 'Gesprekken met stervenden. Een pastorale aanpak' (1979) gaat Piper in op verbatims van passages uit pastorale gesprekken met stervenden die "naar het oordeel van de pastor onbevredigend zijn verlopen" (niveau 1) 64. Andriessen en Zandbelt wijzen erop dat de term 'letterlijke gespreksverslag of verbatim' "niet al te strikt" moet opgevat worden. "Want het gesprek, zoals het door de pastor achteraf uit de herinnering wordt genoteerd, beantwoordt zeker niet aan het gesprek zoals het in feite wordt gevoerd. Het is een reconstructie uit de ervaring van de pastor en heeft daardoor eerder een pseudo-objectiviteit [ ] dan een werkelijke. Het zegt daarentegen veel over wat de pastor er zelf aan heeft beleefd en in beginstel gaat het dan ook eerder over de pastor dan over zijn [gesprekspartner]". Dat is ook de reden waarom verbatims niet kunnen gebruikt worden voor onderzoek naar de ethiek van het pastorale gespreksproces. Wat de pastor aan de gesprekspartner doet, hoe hij/zij hem/haar werkelijk behandelt, wordt door de herinnering van de pastor gefilterd. Bijgevolg blijft het al dan niet ethisch correcte handelen van de pastor ten aanzien van die gesprekspartner grotendeels verborgen. Vanaf 1990 ontstaat schaarste in schrijvende pastor-supervisoren, er komen meer auteurs aan het woord die verder afstaan van de pastorale praktijk. Niet alleen is menig schrijver zelf niet (meer) werkzaam als pastor, ze gebruiken ook geen verbatims van pastores meer. Op enkele uitzonderingen na, dienen de verbatims niet meer als uitgangsmateriaal voor reflectie maar eerder als illustratie van het punt dat de auteurs willen maken. Als resultaat ontstonden veeleer leerboeken over hoe pastorale gesprekken vorm 'zouden moeten' krijgen. De weerbarstigheid van pastorale gesprekken is er grotendeels uit verdwenen. van de ander niet. Ten slotte veronderstelt het voeren van een gesprek moed. Wie werkelijk zo open naar de ander luistert en hem ruimte geeft om zichzelf te zijn, loopt het risico, dat hij lang gekoesterde beelden, die hij van de ander en de wereld had, moet terugnemen of ingrijpend corrigeren. [ ] In elk gesprek vindt iets plaats van een onttroning van het eigen Ik. [ ] Moed om het beeld van de ander èn van zichzelf te herzien, om een beetje te sterven in de ontmoeting met de ander, èn moed om zichzelf te blijven en stand te houden in eigen overtuiging. Het is duidelijk, dat in het gesprek met de ander als echte ontmoeting, polaire spanningen liggen: de spanning tussen nabijheid en distantie, tussen participatie en individualisatie. [ ] deelnemen aan het leven van de ander [maakt] onszelf meer tot individu: wij worden meer wat wij op grond van onze unieke individualiteit mogen zijn. Ook het omgekeerde geldt: hoe meer wij onszelf worden, des te meer kunnen wij deelnemen aan het leven van anderen". 60 P. ROSCAM ABBING, Gespreksbeleid in de pastorale zorg, Utrecht, Erven J. Bijleveld, z.j. Met de analyse van gespreksverslagen legt Roscam Abbing "telkens een bepaald stereotiep probleem bloot. Dat probleem wordt dan naar vele kanten doordacht en zoveel mogelijk tot een oplossing gebracht. Omdat bij deze opzet de theorie aan de bezinning op de praktijk ontspringt, blijft hij functioneel". 61 C. HALKES, De horizon van het pastorale gesprek, Haarlem, De Toorts, H. STONE, Crisiscounseling, trans. by W. WITTEVEEN, Haarlem, De Toorts, P. PRUYSER, De pastor als diagnosticus, Haarlem, De Toorts, H.-C. PIPER, Gesprekken met stervenden. Een pastorale aanpak, Antwerpen - Amsterdam, Patmos, 1979, p. 20.

12 18 In 'In gesprek met een ander. Het pastorale gesprek opnieuw ter sprake' (1990) maakt de pedagoog en vormingswerker Stevens gebruik van gesprekstheorieën om zijn visie op het pastorale gesprek te staven (niveau 2) 65. In 'Gezien en beluisterd worden heelt de mens. Over persoonlijke begeleiding' (2003) neemt hij van pastores enkele evaluatieve ervaringsberichten op over de vorming die hij hen heeft gegeven (niveau 1, maar niet over pastorale gesprekken) 66. In 'Muurvast. Verhalen uit het Justitiepastoraat' (1996) heeft pastor en psychotherapeut Bodisco Massink twee bijdragen over individuele gespreksvoering 67. Hij brengt casussen van drie pastores, verbatims van opeenvolgende gesprekken van een pastor met een gedetineerde, gevolgd door reflecties van de pastor (niveau 1). In 'Pastorale diagnostiek. Modellen en mogelijkheden' (1998) baseert pastoraaltheoloog Bouwer zich op de interpretatiekaders van onderzoekers om modellen van pastorale diagnostiek uit af te leiden (niveau 2) 68. Hij benadert onderzoek niet als onderzoek, wel als grond voor diagnostiek 69. In 'Morele en religieuze narrativiteit in de pastorale counseling' (1998) baseert professor in de pastoraaltheologie Van der Ven zich naast pastoraaltheologische literatuur (niveau 2) op empirisch onderzoek onder pastores om tot vier dimensies in pastorale gespreksvoering te komen (niveau 1 en niveau 0) 70. In 'Pastorale Zorg' (2000) verwijst professor in de pastoraaltheologie Heitink wel naar andere literatuur (niveau 2) maar niet naar praktijkfragmenten 71. In 'Tussen zeggen en zwijgen. Grondwoorden in het geloofsgesprek' (2003) doordenkt Heitink de grondwoorden van het geloof vanuit de hedendaagse ervaring 72. Deze ervaring klinkt door in de reflecties die Heitink maakt (niveau 2). In 'Een mens die mensen vergezelt. Pastoraal vademecum' (2001) gebruikt Blom, een pastor die doctoreerde over pastorale gespreksvoering, fragmenten van verbatims om zijn uiteenzetting van het gespreksproces en de verschillende situaties waarin pastorale gesprekken gevoerd worden, te verlevendigen (niveau 1) 73. In 'Als woorden tekort schieten' (2003) gaat Blom in op pastorale competenties voor gevorderde pastores en ook daarin gebruikt hij casusmateriaal (niveau 1) 74. In 'Pastorale counseling en spiritualiteit. Een contextuele benadering' (2002) geeft professor in spiritualiteit en pastoraaltheologie, pastor, spiritueel begeleider en systeemtherapeut Van den Blink inzicht in 'de reactivering van trauma's in pastorale counseling' door inbreng van moeilijke stukken uit zijn eigen levensverhaal (niveau 1) J. STEVENS et al., In gesprek met een ander. Het pastorale gesprek opnieuw ter sprake, Averbode - Apeldoorn, Altiora, J. STEVENS, Gezien en beluisterd worden heelt de mens. Over persoonlijke begeleiding, Antwerpen - Apeldoorn, Garant, 2003, p , 82-86, M. BLOM, Muurvast. Verhalen uit het justitiepastoraat, Zoetermeer, Uitgeverij Boekencentrum, 1996, p en p J. BOUWER, Pastorale diagnostiek. Modellen en mogelijkheden, Zoetermeer, Boekencentrum, Onderzoek en diagnostiek enerzijds en pastoraat anderzijds vertonen een wezenlijk verschil qua doelstelling. Onderzoek en diagnostiek zijn uit op 'kennen, begrijpen' van een bepaald aspect van de andere persoon. Pastoraat is erop gericht dat de gesprekspartner zichzelf zou leren kennen in het aanschijn Gods. Niet één of ander aspect van hem/haar wil gekend worden, maar de hele persoon. Pastoraat is er bovendien op gericht dat de gesprekspartner zichzelf als geliefde mens zou mogen beleven, goed in Gods ogen. Een onderzoeks- of diagnostisch proces verschilt om tweeërlei redenen van een pastoraal proces. Onderzoek en diagnose richten zich op een deelaspect van de persoon, pastoraat op de hele persoon. Het eerste wil weten hoe het met de ander zit, het tweede wil de ander geliefd aan zichzelf teruggeven. Oates heeft dit onderscheid onderkend. Hij stelt dat 'pastoraal verstaan' moet voorafgaan aan diagnostiek. Ibid., p J. A. VAN DER VEN, Morele en religieuze narrativiteit in de pastorale counseling, in S. KÖRVER (ed.), Corrigerende Ervaringen. Leren in Klinische Pastorale Vorming en Pastorale Supervisie, Eindhoven, Centrum voor Voortgezette Pastorale Educatie, 1998, , p. 85 e.v. Ik noem dit 'niveau 1' omdat het gaat over reflecties van pastores over hun praktijk. Het is verbonden met niveau 0 omdat Van der Ven ook gebruik maakt van opnames van pastorale gesprekken. 71 HEITINK, Pastorale zorg. Theologie - differentiatie - praktijk. 72 G. HEITINK, Tussen zeggen en zwijgen. Grondwoorden in het geloofsgesprek, Kampen, Kok, M. BLOM, Een mens die mensen vergezelt. Pastoraal vademecum, Zoetermeer, Meinema, M. BLOM, Als woorden tekort schieten. Pastorale actiemogelijkheden, Zoetermeer, Meinema, H. VAN DEN BLINK, Pastorale counseling en spiritualiteit. Een contextuele benadering (Geestelijke Volksgezondheid), Tilburg, KSGV, 2002, p. 12. "In elke counseling behoort het levensverhaal van de betrokkenen tot de context, dus ook dat van de [pastor] zelf. En omdat verhalen onvermijdelijk met elkaar gaan resoneren, kan

13 19 In 'Het bondige gesprek. Praktische hulp bij advisering en pastoraat' (2003) bouwt Lohse verder op zijn eigen ervaringen als pastor en op verbatims en rapporten die hem als mentor ter beschikking stonden (niveau 1) 76. Hij gebruikt ook materiaal uit de cursus 'Pastoraat in 20 minuten?' die hij leidt. In 'Verdiept pastoraat. Het voeren van een pastoraal gesprek' (2004) gebruikt Velema, emeritushoogleraar 'Ethiek en ambtelijke vakken', casusmateriaal en reflecties daarop (niveau 1) 77. In 'Verstaan en helpen verstaan. Het pastorale gesprek' (2004) gebruikt De Ronde uit de theorie ontsproten voorbeelden om zijn theorie te ondersteunen (niveau 2) 78. In 'Houd mij vast. Pastorale zorg in de gemeente' (2004) gebruikt pastor, coach en professor in de pastoraaltheologie Borst eigen verbatim- en casusmateriaal (niveau 1) 79. In 'Tussen Naam en Identiteit. Ontwerp van een model voor geestelijke begeleiding en Existentiële zielzorg' (1998) baseert professor pastoraaltheologie Van Knippenberg zijn model van geestelijke begeleiding op empirisch (kwantitatief) onderzoek (niveau 0) 80. Op grond van de beschreven feitelijke situatie en in samenspraak met de Schrift, bouwt hij een model voor geestelijke begeleiding op (niveau 2). Hij eindigt met een verbatim als illustratieve casus 81. In 'Existentiële zielzorg. Tussen naam en identiteit' (2005) werkt hij zijn model verder uit 82 (niveau 2). Daarin zoekt Van Knippenberg naar de existentiële en theologische grond van existentiële zielzorg 83. In 'Gespreksvoering bij geestelijke verzorging. Een methodische ondersteuning om betekenisvolle gesprekken te voeren' (2007) baseert Dijkstra, een supervisor, mediator en docent aan een theologische hogeschool, zijn methode op psychologische theorieën en op "vele voorbeelden die uit [zijn] fantasie ontsproten. Vandaar dat de gesprekken doorgaans goed lopen. De kiem voor de fantasie zal wellicht zijn gelegd in de vele gesprekken die ik in de loop der jaren heb gevoerd" 84 (niveau [fantasie] onbekend en niveau 2). In 'Zorg voor het verhaal. Achtergrond, methode en inhoud van pastorale begeleiding' gebruiken de pastoraaltheologen Ganzevoort en Visser enkele illustratieve verbatims (niveau 1) en vooral andere theorieën (niveau 2) 85. In 'Reflecteren kun je leren. Basisboek voor pastoraat en geestelijke verzorging' (2007) opteren de docenten praktische theologie Menken-Bekius en Van der Meulen voor casusmateriaal en verbatims (niveau 1) als uitgangspunt voor reflectie en ook voor een theoriegestuurd handelingsvoorstel (niveau 2 vertaald naar niveau 1) 86. In 'Tot de kern komen' (2007) gebruikt pastor-supervisor Smit zowel materiaal uit eigen ervaring als van zijn supervisanten (niveau 1) 87. In 'Luisteren is een kunst. Over het voeren van verschillende gesprekken in het pastoraat' (2009) boogt Minderhoud op casus- en verbatimsmateriaal uit eigen ervaring, uit literatuur en uit supervisie- en coachingsmateriaal (niveau 1) 88. de [pastor] nooit neutraal of objectief blijven: hij moet ook ruimte geven aan wat er in hemzelf gebeurt. Dat geldt a fortiori waar het gaat om traumatische hoofdstukken uit het levensverhaal, waarbij Van den Blink de term 'trauma' breed opvat, namelijk als 'slechte' passages uit dat verhaal". 76 T. LOHSE, Het bondige gesprek. Praktische hulp bij advisering en pastoraat, Heerenveen, Protestantse pers, 2005, p W. VELEMA, Verdiept pastoraat: Het voeren van een pastoraal gesprek, Heerenveen, Groen, 2004, p M. DE RONDE, Verstaan en helpen verstaan. Het pastorale gesprek, in H. VAN DER MEULEN (ed.), Liefdevol oog en oor. Handboek pastoraat in de christelijke gemeente, Zoetermeer, Boekencentrum, 2004, H. BORST, Houd mij vast. Pastorale zorg in en buiten de gemeente, door de hervormde predikant (Pastoraat en toerusting), Driebergen, Navigator Boeken, T. VAN KNIPPENBERG, Tussen Naam en Identiteit. Ontwerp van een model voor geestelijke begeleiding, Kampen, Kok, 1998, p Ibid., p T. VAN KNIPPENBERG, Existentiële zielzorg. Tussen naam en identiteit, Zoetermeer, Meinema, 2005, p Ibid; VAN KNIPPENBERG, Tussen Naam en Identiteit. Ontwerp van een model voor geestelijke begeleiding. 84 J. DIJKSTRA, Gespreksvoering bij geestelijke verzorging. Een methodische ondersteuning om betekenisvolle gesprekken te voeren, Soest, Nelissen, 2007, p GANZEVOORT & VISSER, Zorg voor het verhaal. Achtergrond, methode en inhoud van pastorale begeleiding. 86 MENKEN-BEKIUS & VAN DER MEULEN, Reflecteren kun je leren. Basisboek voor pastoraat en geestelijke verzorging. Het theoriegestuurd handelingsvoorstel staat p J. SMIT, Tot de kern komen. De kunst van het pastorale gesprek, Kampen, Kok, J. MINDERHOUD, Luisteren is een kunst. Over het voeren van verschillende gesprekken in het pastoraat, Zoetermeer, Uitgeverij Boekencentrum, 2009.

14 20 Omdat de verbinding met het pastorale gesprek ontbreekt, is 'Jezus als communicator' (2007) waarin Gevaert vanuit het systeemdenken, het interactiemodel van Watzlawick en de persoonsgerichte visie van Rogers kijkt naar de wijze waarop de communicatie van Jezus in de evangeliën beschreven wordt, verder niet in de bespreking opgenomen 89. Is de focus op praktijkmateriaal (niveau 0 en 1) als basis voor theorievorming inzake pastorale gespreksvoering relevant voor de ethische kwaliteit ervan? Ik merkte eerder al op dat theorie die niet uitgaat van de pastorale situaties, veeleer ideale praktijken schildert, dan wel de complexe werkelijkheid waarin pastores het werk uitvoeren. De moeilijkheden waarmee pastores in gesprekken geconfronteerd worden, hoe ze met hun eigen angsten, hun geschokt zijn, de afleidingsmechanismen die ze inzetten en dergelijke kunnen omgaan, wordt in de literauur wel eens aangeraakt, maar er wordt niet echt op ingegaan. In literatuur die uitgaat van echte pastorale situaties komen de lastige situaties en de valkuilen waarin pastores sukkelen wel aan bod. Opmerkelijk dat de oudste publicaties ( ) meer openheid vertonen en niet schromen de vinger op de wonde te leggen. Vanaf 1977 komt er meer onzekerheid betreffende de eigenheid van het pastorale gesprek naar voren. De noodzaak zich te profileren, verdringt de noodzakelijke zelfkritische houding ten aanzien van datgene wat er in pastorale gesprekken voorvalt 90. En dit in een cultuur waarin pastorale zorg hoe dan ook ter discussie staat, de werkdruk toeneemt en het gedrag van pastores in het oog gehouden wordt. Dat heeft tot gevolg dat pastores weinig kaders hebben om de zaken die hen belasten en eventueel ondermijnen, op een professionele manier aan te pakken. Het loskoppelen, in de literatuur, van praktijk en theorie, kan ertoe leiden dat pastores voor pastorale gespreksvoering niet echt toegerust worden. Bovendien kunnen theorieën een eigen leven leiden en op die manier normerend worden voor de praktijk. Waar de onderliggende aannames qua mens- en wereldvisie niet worden gethematiseerd, wordt het moeilijk uit te maken of deze nog overeenkomen met het christelijke perspectief van waaruit pastores handelen PASTORAALTHEOLOGISCHE LITERATUUR EN HET ONDERLIGGENDE PARADIGMA Om te voorkomen dat een pastoraaltheologische theorie een ideologie wordt, moet ze verbonden blijven met de praktijksituatie en moeten de vooronderstellingen die aan de basis ervan liggen, onderkend en bereflecteerd worden. Ik denk dat dit de rol is van de ethische reflectie: ethiek bevraagt de vooronderstellingen/overtuigingen/paradigma's waarop de uitspraken gegrond zijn. Tussen 1962 en nu zijn de vooronderstellingen van waaruit het pastorale gesprek wordt benaderd, grondig gewijzigd. In de literatuur betreffende pastorale gespreksvoering is dat te merken aan een al dan niet geëxpliciteerd paradigma. Tot de jaren '80 maken de auteurs deel uit van een redelijk 'uniform christelijk moderne' wereld en worden hun vooronderstellingen van daaruit geëxpliciteerd. Dat betekent dat zij hun aannames en interpretaties van pastorale gesprekken kunnen verwoorden in christelijke termen. In dat tijdsgewricht worden die immers door iedere pastor/theoloog begrepen. Dat 89 G. GEVAERT, Jezus als communicator, Antwerpen, Halewijn, Neemt Godin bijvoorbeeld nog 55 bladzijden om alleen nog maar de effecten van tegenoverdracht in pastorale situaties te ontrafelen, Dijkstra stipt dit aan op één bladzijde. DIJKSTRA, Gespreksvoering bij geestelijke verzorging. Een methodische ondersteuning om betekenisvolle gesprekken te voeren, p. 137; GODIN, De menselijke relatie in de pastorale dialoog, p Andere moeilijke situaties, zoals het onderkennen van het effect van een hulpvraag op een pastoraal gesprek, worden door Hostie uitgebreid gethematiseerd. HOSTIE, De pastorale dialoog, p

15 21 geldt voor zowat alle literatuur met betrekking tot het pastorale gesprek tot 1979 en nu ook nog binnen sommige protestantse kringen. Opmerkelijk is dat de auteurs in deze periode weinig of geen 'wetenschappelijke pretentie' hebben, ze zijn er veeleer op gericht hun kundigheid te delen met andere beroepsbeoefenaars. Vaak zijn deze auteurs bereid belangrijke punten uit hun benaderingswijze te onderbouwen. Hostie (1962) veronderstelt bij de lezende pastor "een persoonlijke vertrouwdheid met de beschreven situaties". Hoewel hij zelf een diepte-psychologische vorming genoot en verschillende counselingmethoden bestudeerde, opteert hij ervoor te schrijven in spreektaal, aangevuld met theologische verwijzingen. Het mandaat voor een pastorale dialoog ontleent de pastor aan de Schrift, aan de handelingen van de apostelen: de pastor is "genomen uit de mensen, wordt aangesteld voor de mensen ten behoeve van hun verhouding tot God" 91. Faber en Van der Schoot (1962) verkennen de specifiek-pastorale hulpbronnen als kader waarbinnen pastores functioneren: de kerkelijke gemeenschap, de liturgie, gebed, biecht en absolutie, en de zegen. Zij benadrukken de vrijheid waarin het pastorale gesprek gevoerd wordt: "de vrijheid alles te doen en te laten, waarmee de ander gediend is". Evenals Hostie zien zij het pastorale gesprek uitdrukkelijk als 'dienst' 92. Qua gespreksmethodiek baseren zij zich op Rogers. Godin (1964) positioneert zich als priester "die deskundige is op psychologisch en theologisch gebied en al zijn krachten inspant om de essentiële voorwaarden voor een pastoraal contact en het wezen ervan te waarborgen: een menselijke dialoog, ondernomen en voortgezet in de naam des Heren" 93. Hij vertrekt van de eenheid tussen de psychische, morele en religieuze mens. Godin vraagt zich af wat de weerslag is van de levensgeschiedenis van de pastor op zijn/haar gespreksvoering. In die zin is hij een sociaalconstructionist avant la lettre 94. Hij beseft hoezeer eigen behoeftenbevrediging het pastorale handelen kan vertekenen. "De vraag is deze: waarom heeft ieder van hen een voorkeur geuit voor een bepaald optreden? Waarom, of juister uitgedrukt: om wie? Is het in verband met de noden van de [gesprekspartner]? Dan is het in orde: als deze waarlijk behoefte heeft aan een geruststellend woord, dan moet dat gesproken worden; als verontrust moet worden, dan moet men ernstig vermanen; als deze duidelijke directieven nodig heeft (men dient altijd rekening te houden met het doel van elke pastorale relatie: de groei van Gods aanwezigheid in de ziel), dan moet men een goede en overtuigende gids zijn. Maar komt het niet voor, dat deze verschillende taken als het ware automatisch worden aanvaard in verband met de zorgen, welke de [pastor] heeft?" HOSTIE, De pastorale dialoog, p. 15. Hostie verwijst hierbij naar Hebr. 5,1. 92 FABER & VAN DER SCHOOT, Het pastorale gesprek. Een pastoraal-psychologische studie, p "De vrijheid alles te doen en laten, waarmee de ander gediend is: met hem te bidden, om hem iets voor te lezen, maar ook grammofoon of bandrecorder te beluisteren, de ander naar de kerkdienst of de huisgemeente te verwijzen, maar ook naar de bioscoop of de schouwburg, waar iets gegeven wordt, wat waarschijnlijk hem in zijn situatie iets zal zeggen. Dit beklemtonen van de vrijheid van het pastorale gesprek heeft natuurlijk niets te maken met 'doe het maar op z'n jan-boere-fluitjes', of een rechtvaardiging van willekeur. Integendeel, het is juist de bedoeling, dat ook onze eventuele improvisatie vrucht is van een geduldig luisteren en een daarop ingaand creatief antwoord". 93 GODIN, De menselijke relatie in de pastorale dialoog, p Ibid., p "een ziel spreekt tot een ziel". "De pastorale relatie is onverbrekelijk verbonden met de dialoog welke van een totale menselijke realiteit (persoon of groep) uitgaat en zich richt tot een andere totale menselijke persoon (de [pastor]); ze vindt altijd plaats tussen personen die psychisch (en sociaal) gedetermineerd zijn en daardoor zelfs onderling gesitueerd. De psychische gebreken van de geestelijke raadsman (zijn neiging om te domineren, bijvoorbeeld. Of zijn verborgen verlangen om een soort vaderschap uit te oefenen, dat niet zuiver geestelijk is) doen hun terugslag voelen op het gave karakter van de pastorale werkzaamheid (bijvoorbeeld op de nood aan passieve afhankelijkheid bij degene die wordt geleid), zoals de onbewuste vooroordelen of de verborgen voorkeur van de [pastor] de ongereptheid van de religieuze boodschap voor zijn gehoor kunnen versluieren. De pastorale werkzaamheid, [ ] kan alleen aangepast zijn, wanneer de psychische tekortkomingen van de [pastor] voortdurend worden gecorrigeerd en deze een betere kennis bezit van de personen, tot wier voordeel hij zijn arbeid verricht". Godin vertelt hoe hij een casus voorlegt aan een groep pastores en hen vraagt hoe ze daarop zouden ingaan. Iedere pastor legt eigen klemtonen, waarvan er geen één hun ambt onwaardig is. Iedere invulling komt voort uit de levensgeschiedenis van de pastor en als dusdanig houdt ze de valkuil in aan de gesprekspartner te willen geven, waar de pastor zelf behoefte aan heeft. 95 Ibid., p Godin behandelt hier uitvoerig de consequenties van tegenoverdracht en de daaruitvolgende noodzaak.

16 22 Andriessen en Zandbelt (1972) hebben een pastoraaltheologisch opzet. Ze "pogen een bijdrage te leveren aan een theologie van het pastoraat die gebaseerd is op de praxis van het pastorale gesprek" 96. Hiltner (1973) benadrukt de 'eductieve' benaderingswijze van pastores: het tevoorschijn brengen wat in de gesprekspartner verscholen is 97. Zijlstra (1973) ziet de pastorale ontmoeting als plaats van 'theologie in actu'. Vandaar dat vorming moet dienen om: (1) de pastor meer inzicht te verschaffen in de eigensoortige pastorale rol, in zichzelf, in de vluchtwegen die mensen gebruiken om echte communicatie uit de weg te gaan, en in de wijze waarop groepen functioneren; (2) de sensitiviteit van de pastor te verfijnen en (3) de theologische implicaties van de gevoerde gesprekken te doordenken 98. Roscam Abbing (1973) plaatst het pastorale gesprek binnen een pastoraaltheologisch diaconaal kader, als uiting van liefdevolle dienst aan de gesprekspartner 99. Verder werkt hij fenomenologisch, hij beschrijft de werkelijkheid zoals hij die observeert 100. Halkes (1977) getuigt van een onderliggend dynamisch mensbeeld van de pastor waarbij iedere mens verantwoordelijk mag zijn voor zijn/haar eigen leven en mag groeien in openheid 101. Voor Stone (1977) hoort pastorale zorg ingeval van crisis thuis in een religieus en existentieel kader 102. Crises confronteren mensen met 'de laatste vragen', met het zoeken naar een religieuze levensopvatting 103. "Een van de belangrijkste zaken die een pastor aan een mens in nood kan bieden is een relatie waarin het gevoel wordt doorgegeven dat het leven zin, doel en hoop heeft" ANDRIESSEN & ZANDBELT, Wacht bij het woord. Analyses van pastorale gesprekken, p. 5. "Het feit dat de theologische inzichten, die pastores zich verwierven, zo weinig in hun concrete handelen functioneren, lijkt ons zowel voor de praktische theoloog (die de pastor is) als voor de functie van de theologie fataal. [ ] De theologie moet ook over concrete dingen gaan en niet alleen over de systematiek van de geloofsleer, de geschiedenis of over het Woord Gods, anders zal het haar met de dag moeilijker worden om haar bestaansrecht waar te maken". 97 HILTNER, De pastor zelf in het pastorale gesprek. Analyses van pastorale gesprekken, p. 12. "De pastor oefent geen dwang uit, moraliseert niet, duwt niet, leidt niet af of schrijft niet voor. In plaats daarvan probeert hij hulpbronnen aan te boren of krachten te delven die slechts dan werkzaam worden, als ze door hulp in de [gesprekspartner] worden gemobiliseerd. De 'eductieve' benaderingswijze impliceert een aanvaarden en begrijpen van hetgeen de [gesprekspartner] bereid is mee te delen, niet in die zin dat de pastor het met de [gesprekspartner] eens is, maar dat hij het verhaal ontvangt als materiaal dat onderzocht moet worden om tot verheldering te komen". 98 ZIJLSTRA, Klinische Pastorale Vorming, p ROSCAM ABBING, Gespreksbeleid in de pastorale zorg, p Ibid., p HALKES, De horizon van het pastorale gesprek, p. 41. "De [pastor] is een vroedvrouw die trouw alle ontsluitingsweeën meemaakt en de wacht houdt; wier hand de [gesprekspartner] telkens weer mag vasthouden bij elke perswee, in geloof en vertrouwen dat altijd weer de geboorte van nieuw leven mogelijk is. Nieuw leven: van onmachtig naar: in staat tot; van verlamd naar: in beweging; van verblind naar: helder ziend; van verdoofd naar: luisterend; van verhard naar: gevoelig; van chaotisch naar: geïntegreerd; van apathisch naar: betrokken; van globaal naar: specificerend; van algemeen naar: persoonlijk; van abstract naar: concreet; van zinloos naar: zinbelevend. Nieuw leven: van het platte vlak naar de ruimte; van een-dimensionaal naar meer-dimensionaal. Samengevat: het doel van counseling is: wedergeboorte tot wijder werelden van betekenis en relaties". 102 STONE, Crisiscounseling, p Stone beschrijft de positie van pastorale zorg op wat ik als onderzoeker de 'nulde hulpverleningslijn' noem. Volgens hem zijn pastores 'van nature geschikt voor crisisinterventie' omdat ze vertrouwd zijn met smart en omdat ze behoren bij het relationele netwerk van mensen. Pastores maken geen afspraken van maanden tevoren, maar gaan zo snel mogelijk zelf naar mensen (thuis of waar ze zich bevinden). Pastores kennen personen in hun omgang met hun gezin en familie en zij vertegenwoordigen 'God'. Crises confronteren mensen "met de leegte van hun leven, met de armoede van hun relaties. Tegenover zo'n leegte kan de pastor die als enige in de gemeente is opgeleid om met deze oervragen naar zin en waarde om te gaan, mensen helpen opnieuw te ontdekken dat zelfs te midden van een tragedie het leven geleefd in relatie met een liefhebbende en betrouwbare God betekenis kan hebben". Daarbij kunnen pastores gebruik maken van een hulpgroep van mensen in de leefcontext van de gesprekspartner. 103 Ibid., p. 17. "Alle crises zijn in diepste wezen religieus; zij houden zich bezig met de uiterste zingeving, waartegen de mens zijn houding moet bepalen, wil zijn leven zin hebben. De pastorale begeleiding is [ ] zorg van geestelijke aard". 104 Ibid., p. 19, 38 e.v. Bijgevolg ziet Stone drie stappen in crisisbegeleiding: leg contact met de persoon, herleid het probleem tot zijn wezenlijke kern; ga het probleem actief te lijf.

17 23 Piper (1979) focust op de weerstanden in pastores om zich echt met het sterven van hun medemensen in te laten 105. Hij ziet de moeite van pastores als moeite met hun eigen sterfelijkheid. Velema (2004) baseert zich op een interpretatie van de Bijbel zoals binnen de Evangelische Kerk gangbaar is. In zijn raadgevingen zit er iets open, eerlijk en ontwapenend, maar dat neemt het bevoogdende van de positionering tussen pastor en gesprekspartner niet weg. Gesprekspartners definiëren hun problemen. Pastores gaan eerst naast hen staan, dan vertalen ze het probleem in christelijke termen, waardoor de eindoplossing binnen dit perspectief verschijnt. Gesprekspartners moeten hun problemen "in gebed afleggen", "als eigen kruis achter Hem aandragen", "naar God toebrengen" 106, en de raadgevingen van de pastor opvolgen 107. De positie van de pastor, de manier waarop de pastorale relatie geconcipieerd wordt en het benoemen van gesprekspartners als "geestelijk zoekende, hulpbehoevende en negatief ingestelde mensen 108 maken dat de 'beter wetende' pastor zich als (be)hoeder van andermans ziel meent te moeten gedragen. De Evangelische theologische interpretatie van de Bijbel en de overdracht daarvan in woord, daad en gebed ondersteunen deze normerende opstelling van de pastor. Gesprekspartners worden niet echt gesterkt, ze worden afhankelijk en binnen de kudde gehouden 109. Ook De Ronde (2004) baseert zich op een Evangelische interpretatie van de Bijbel, aangevuld met pastoraaltheologische literatuur en werken over pastorale diagnostiek. "Vanuit een houding van authenticiteit, concreetheid en directheid is de pastor geroepen de grote woorden van Gods wet en evangelie te vertolken. Daarbij gaat het hem nooit om zijn eigen gelijk. In de pastor spreekt de christelijke gemeente, namens de Heer van de gemeente, altijd vanuit een houding van vergeving en aanvaarding. Binnen die ruimte kunnen confronterende dingen aan de orde komen" 110. "In die persoonlijke verwoording voegt de pastor de Bijbelwoorden in, zoals hij die van toepassing vindt in de situatie: ' want ik geloof dat juist voor u in uw moeilijke situatie de woorden van onze Here gelden: 'Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig'" 111. Vanaf 'De pastor als diagnosticus' van Pruyser (1998) verschuift het vanzelfsprekende, christelijke mens- en wereldbeeld naar een meer positivistisch, medisch model. Diagnose en behandelplan worden doelstelling van het gesprek, multidisciplinair zichtbaar zijn, wordt belangrijk en resultaten van pastorale prestaties moeten gecommuniceerd worden met het 105 PIPER, Gesprekken met stervenden. Een pastorale aanpak, p "Het sterven van een mens om wie men bekommerd is en dat kommer opwekt, confronteert de verplegende met het vergeefse van zijn opofferende taak, de dokter met de grenzen van zijn kunde, de pastor met de twijfel aan zijn zending, terwijl voor de naastbestaanden een deel van hun eigen leven wegvalt. Dit betekent dat ieder wiens leven door vriendschap of verwantschap, of door professionele contacten verbonden is met het leven en sterven van een mens, in die verbondenheid een stuk persoonlijk sterven zal ervaren. Ook voor ons slaat immer weer het uur. Altijd weer beleven wij de doodstrijd mee. Naar alle waarschijnlijkheid zijn een aantal ons niet bewuste reacties enkel maar te begrijpen vanuit die innerlijke afweer tegen onze eigen dood. [ ] Er bestaat zo iets als 'non-verbale overdracht van de angst', waarbij onbewust signalen van angst, hulpeloosheid en hopeloosheid uitgezonden en opgevangen worden. De afwerende houding van arts, verplegende, pastor en ook van de eigen familieleden kan bijgevolg voor de patiënt niet helemaal verborgen blijven. [ ] De patiënt neemt dat op een ander niveau van de communicatie waar, voelt de groeiende hopeloosheid om zich heen en merkt hoe allen zich allengs van hem wegtrekken, waarbij zijn eigen angst en nood slechts toenemen". 106 VELEMA, Verdiept pastoraat: Het voeren van een pastoraal gesprek, p Ibid., p "Het regelmatig bezoeken van het graf moet afgeraden worden. Daar moet de vrouw van afgebracht worden. De man zal haar daarin moeten helpen. [ ] Schuldgevoelens over nieuwe vreugde moeten weggenomen worden". 108 Ibid., p Ibid., p. 96. Bij een man die plots ontslagen is, geeft Velema de volgende commentaar. "Uiteraard betekent dat niet: kwaad wordt goedgepraat en toegedekt. Het betekent wel dat niets buiten Gods leiding omgaat. Ook het lijden moeten we leren verwerken bij het kruis van Christus. Zien op Hem, Die onschuldig heeft geleden om onzentwil, om de schuld van onze zonden te dragen en zo te verlossen van wat wij door de zonde over onszelf en deze wereld hebben teweeggebracht. [ ] Daarom is een spoedig volgend bezoek dringend nodig. [ ] Deze ervaring kan een oorzaak worden dat het gezin van de kerk vervreemdt, zoals in het verleden vaak het geval is geweest. De gemeente moet een sterke en warme thuisbasis zijn". 110 DE RONDE, Verstaan en helpen verstaan. Het pastorale gesprek, p Ibid., p. 119.

18 24 beleid. De focus van het pastorale gesprek verschuift van een volledige gerichtheid op het zieleheil van de gesprekspartner naar het verzamelen van informatie over de gesprekspartner (met als doel die te helpen) en zichzelf positioneren als pastor. Pruyser (1978) hanteert ongezien een medisch paradigma: 'uit een goede diagnose, volgt een juiste hulpstrategie en daarmee is de gesprekspartner geholpen' 112. Bouwer (1998) zet een aantal resultaten van onderzoek naast elkaar en schuift die onder de noemer van 'pastorale diagnostiek', echter zonder onderscheid te maken in de verschillende contexten waarin deze tot stand kwamen. Impliciet gaat hij dus uit van een modern denken waarbij 'wat geldt in de ene context ook van toepassing is in een andere'. Het valt mij op dat wie hij als grondleggers van pastorale diagnostiek aanhaalt Boisen, Draper, Oates, Malony, Fowler, Ivy, Fitchett en Kuhn allemaal onderzoekers en/of docenten zijn 113. Hen gaat het niet zozeer om de gesprekspartner te diagnosticeren, wel om een levensbeschouwelijk of geloofsaspect te onderzoeken, kennis over te dragen of de theorie van Freud te weerleggen. Dit onderzoek gebeurt op basis van informed consent dat de anonimiteit van de gesprekspartners waarborgt. Het wordt niet gebruikt voor "het ontwikkelen van een zorgplan", "om het werk van de pastor te evalueren", om het werk van de pastor "inzichtelijk te maken voor verpleegkundig en medisch personeel" noch om de plaats van de pastor te "verantwoorden naar de organisatie" 114. Aangezien Bouwer zijn mensbeeld niet expliciteert, kan hij 'gegevens verzamelen met het oog op de verkenning van "het probleem" van de gesprekspartner', deze 'gegevens met de ziekte van de gesprekspartner in verband brengen en een analyse maken' buiten het directe contact met de gesprekspartner om. Volgens Bouwer beoogt een pastor om "via een pastoraal plan te komen tot oplossing van de pijn of een mogelijkheid met die pijn om te gaan" 115. In deze visie klinkt een mechanisch mensbeeld naar medisch model door 116. De paradigmatische tegenbeweging wordt ingezet door pedagogen en psychotherapeuten die wat méér is in de mens en in de pastorale relatie weer naar voren halen. De pedagoog Stevens (1990) baseert zijn visie op een holistisch, relationeel en dynamisch mensbeeld, een dynamisch-solidair mensbeeld dat hij christelijk noemt 117. "Aan elk christelijk-ethisch handelen ligt een spirituele kijk op de werkelijkheid ten grondslag. Het christelijk 'zien' wordt grondig bepaald door twee genade-gaven, die voor christenen van groot belang zijn: de scheppingservaring en de belofte van een goddelijke voltooiing in het koninkrijk van God" 118. In Gezien en beluisterd worden heelt de mens (2003) voegt hij 'mysterievol' toe aan het beschreven mensbeeld: "Het geheim blijft. Er is altijd het waarneembare en het niet-waarneembare, het begrijpelijke en het onbegrijpelijke. Het onmiddellijktoegankelijke is vaak fascinerend, maar er is altijd nog meer" PRUYSER, De pastor als diagnosticus, p Oates onderkent dat de benadering als pastor verschilt van een diagnostische benadering. Hij vindt diagnostiek alleen toegelaten na 'pastoraal verstaan'. 114 BOUWER, Pastorale diagnostiek. Modellen en mogelijkheden, p Ibid., p Met een mechanisch medisch model bedoel ik dat Bouwer ervan uitgaat dat een geestelijke diagnose en 'een zorgplan' kan opgemaakt worden buiten de directe dialoog met de gesprekspartner. Bovendien wordt ervan uitgegaan dat, wanneer het zorgplan correct wordt uitgevoerd, de gesprekspartner daar ook beter van wordt. Daar is tot nog toe geen evidentie voor. Zelfs waar G. FITCHETT, Assessing Spiritual Needs, 134, Ohio, Academic Renewal Press, 2002, p. 69. uitvoerig een casus aan de hand van zijn model bespreekt, moet hij tot de conclusie komen dat de aanbevelingen die hij aan 'Ethel' geeft, weinig succes oogsten. "Using the framework of assessment, I would say that in Ethel's second and third hospitalizations she and I had differing assessments of the causes of her distress and what might be done to address it. In each case I presented my recommendations to her, she was hesitant about them, I argued the case for my recommendations, and Ethel appeared to agree. But since she had not really changed her mind, she did not act on these recommendations". 117 STEVENS et al., In gesprek met een ander. Het pastorale gesprek opnieuw ter sprake, p Zie H.IX. Inleiding, p Daar werk ik dit mensbeeld uit. 118 Ibid., p STEVENS, Gezien en beluisterd worden heelt de mens. Over persoonlijke begeleiding, p. 15.

19 25 Bodisco Massink (1996), die zowel psychotherapeut als pastor is, baseert zich vooral op zijn psychotherapeutische achtergrond. Hij omschrijft de moeilijke opdracht van een gevangenispastor in termen zoals 'ambivalentie' 120, 'trianguleren' 121, 'nabijheid en distantie' 122. Van der Ven (1998) kondigt een nieuwe paradigmashift aan. Hij vertolkt daarmee het besef dat wij-mensen sociaal geconstrueerd worden, een besef dat meer en meer deel uitmaakt van onze huidige cultuur. Deze paradigmashift wordt gestalte gegeven in het verwoorden van de eigen uitgangspunten door de auteur. Zo positioneren zij zich met meer nadruk binnen hun eigen geloofstraditie, zonder daarbij hun pastoraalpsychologische inzichten te miskennen. Van der Ven (1998) bouwt op een fenomenologische wijze aan een visie op pastorale gespreksvoering. Hij gaat uit van een filosofisch gefundeerd constructionistisch paradigma 123. Heitink geeft in 'Pastorale Zorg' (2000) aan te kiezen voor "een narratief-constructionistische benadering" met aanvulling van "andere psychologische richtingen" 124. Het pastorale gesprek plaatst hij uitdrukkelijk in het kader van de pastorale relatie die gekenmerkt wordt door zowel evenmenselijkheid als asymmetrie 125. Voor de pastorale grondhouding baseert Heitink zich op Rogers (onvoorwaardelijke aanvaarding van de gesprekspartner, congruentie van de pastor en empathie). Aan deze grondhouding voegt hij drie aanvullingen toe. Een eerste komt uit de cognitief-psychologische hoek: voor pastores is het van belang weet te hebben van de manier waarop mensen informatie verwerken en betekenissen verlenen. "Twee principes spelen hierbij een belangrijke rol: differentiatie en integratie. Het eerste leidt tot nuancering van gevoelens, het laatste brengt tegenstrijdige gevoelens in een ordelijk geheel" 126. De tweede aanvulling is een sociaal-leertheoretische: mensen functioneren verschillend naargelang de 120 BLOM, Muurvast. Verhalen uit het justitiepastoraat, p "Ambivalentie is te omschrijven als de gelijktijdigheid van verschillende en vooral tegenstrijdige emoties". 121 Ibid., p "Wat wordt onder het begrip trianguleren verstaan? Wanneer in een relatie tussen persoon A en persoon B iets onopgelost blijft of spanning veroorzaakt, knoopt A of B een binding aan met C". Het trianguleren dient twee doelen: ontladen en een nieuw machtsevenwicht doen ontstaan. "Trianguleren is dus het uitbreiden van een dyadisch systeem (A en B) naar een triadisch systeem (ABC). [ ] Eenmaal getrianguleerd is dat nieuwe element (C) de onafhankelijke positie kwijtgeraakt en deel van het bestaande systeem of partij geworden in een conflict. Via het triangulatiemechanisme worden mensen bij conflicten betrokken. Getrianguleerd is de pastor het ambtelijk 'tegenover' kwijtgeraakt". 122 Ibid., p "Hoe kun je ambtelijk betrokken zijn en toch de juiste distantie bewaren? [ ] in een tegelijkertijd van nabijheid en distantie. Distantie is het vermogen je niet te laten trianguleren en betrokkenheid is het vermogen iets te kunnen betekenen. [ ] Omdat er steeds een hiërarchie van triangulerende krachten aan het werk is, gaat het meer over het vermogen te detrianguleren dan het trianguleren te voorkomen. [ ] Er blijft een spanningsveld tussen het uitgangspunt dat er geen onrecht moet geschieden en dat een gedetineerde niet rechteloos is". 123 VAN DER VEN, Morele en religieuze narrativiteit in de pastorale counseling, p Dat blijkt vooral uit zijn uiteenzetting van de narratieve structuur van pastorale gespreksvoering. 124 HEITINK, Pastorale zorg. Theologie - differentiatie - praktijk, p Ibid., p "Wie spreekt over de pastorale relatie kan het beste met twee woorden spreken. Het eerste is evenmenselijkheid. De mens die we in een pastoraal gesprek ontmoeten is evenmens, gelijke in de hoedanigheid van mens. Firet noemt de evenmenselijke aanspraak een voor-agogische categorie, waarmee bedoeld wordt 'dat alle handelen in relatie tot een mens met het oog op zijn mens-wording zijn uitgangspunt heeft in de bejegening van déze mens als mens: hij is nooit ook niet als hij een kind is alleen maar een mens die belerend, onderrichtend, bevelend kan worden toegesproken, hij is altijd een evenmens, die zelf subject van zijn leven is en heeft te zijn, en als zodanig aangesproken moet worden' [ ] Toch kent een agogische relatie bij alle wederkerigheid ook een zekere mate van asymmetrie, het andere woord. [ ] Ik verwijs hier naar de omschrijving die Halkes geeft van de counselingsrelatie [ ] 'De pastor treedt in een zodanige relatie met een gesprekspartner, dat er een klimaat wordt geschapen van wederkerigheid, waarbinnen de ander tot zichzelf kan komen, bij de eigen wortels, om van daaruit de nog niet ontdekte of geblokkeerde mogelijkheden in zichzelf in beweging te brengen'". 126 Ibid., p

20 26 omgeving waarin ze zich bevinden en ze leren door modeling 127. De derde aanvulling haalt Heitink uit de psychoanalyse. "Ondanks alle goede bedoelingen kan een gespreksrelatie blokkeren. Om dat te begrijpen maken we [ ] gebruik van het psychoanalytische referentiekader dat storingen die optreden vertaalt in termen van overdracht en tegenoverdracht" 128. In 'Tussen zeggen en zwijgen' (2003) expliciteert Heitink zijn vooronderstellingen niet. Die klinken wel door in de 20 grondwoorden die hij becommentarieert: geloof, twijfel, angst, vernieuwing; hoop, lijden, troost, zin; liefde, barmhartigheid, fijngevoeligheid, vrijheid; ervaring, God, gebed, Kerk; verscheidenheid, veiligheid, eenzaamheid, gemeenschap 129. Blom baseert zich in 'Een mens die mensen vergezelt' (2001) op een theologisch bepaalde werkelijkheidsopvatting. Het "is goed te bedenken dat pastoraat bidden is. In het gebed stelt de pastor zich open voor God en vertrouwt hij erop dat de Heilige Geest hem zal helpen de juiste woorden te vinden. De ontvankelijkheid, die bij de gebedshouding hoort, strekt zich vervolgens ook uit tot zijn gesprekspartner. [ ] In mijn overwegingen ga ik ervan uit dat mensen voor hun mens-zijn aangewezen zijn op relaties met anderen en de Ander. [ ] hetgeen betekent dat wij, naar analogie met de Schepper, relationeel van aard zijn. Een volgend uitgangspunt betreft het gegeven dat mensen steeds deel uitmaken van een groter geheel, het gezin, dat als een systeem opgevat kan worden" 130. Ook in 'Als woorden tekort schieten' (2003) is christelijk geloven zijn fundament. Pastores hebben "twee, elkaar aanvullende, opdrachten. Deze tweeledige opdracht is afkomstig van Jezus, de Pastor Bonus, die zijn discipelen voorhield dat zij de geloofsgemeenschap en de leden daarvan moesten hoeden en versterken. 'Hoeden' [ ] betekent: een kudde schapen beschermen, bewaken en ervoor zorgen dat afgedwaalde dieren, al is het met gevaar voor eigen leven, in veiligheid gebracht worden. Zoals de muren van steden versterkt kunnen worden, zo kunnen ook mensen versterkt worden, wanneer hun geloof afbrokkelt of twijfel hen doet wankelen. Versterken heeft met bemoedigen te maken. Het versterken en bemoedigen is erop gericht mensen niet alleen in hun geloof maar ook anderszins te bevestigen en aan te moedigen" 131. Met Van den Blink doet de lichamelijkheid, met name de impact van onze hersenactiviteit, intrede in de visie op pastorale gesprekken. De ontdekkingstocht naar de consequenties van de lichamelijke verankering van de mens als geestelijk wezen is ingezet. Nieuwe metaforen doen hun intrede. In de inleiding van 'Pastorale counseling en spiritualiteit' beschrijft Ad Van Heeswijk de visie van Van den Blink (2002) op de 'synaptische mens'. "Deze theorie is ten dele gebaseerd op recent hersenonderzoek, ten dele ook een metafoor daarop. Zoals een hersencel via synapsen is verbonden met talloze andere hersencellen, zo is ook onze psyche georganiseerd in met elkaar verbonden modulen, waarvan slechts een klein gedeelte tot het bewustzijn doordringt. De 'synaptische mens' is veelvuldig verbonden met anderen, maar ook met alle facetten van zijn eigen binnenwereld. Een en ander impliceert dat emotionele reacties en herinneringen gevormd dan wel geactiveerd kunnen worden zonder dat daar altijd een cognitief of rationeel 'tussenstation' voor nodig is, soms met behulp van slechts een kleine trigger. Voor de [pastor] kunnen de verhalen van [gesprekspartners] als zo'n trigger functioneren. [ ] Spiritualiteit [ ] is een proces van herverbinding met verloren of verdrongen delen van onszelf, met anderen en met God. Dat proces vereist vaak een worsteling om te komen tot die herverbinding, en het is een proces dat discipline vergt. De drie 'bewegingen' die Van den Blink hierin onderscheidt, namelijk God zoeken, God ervaren en Gods werk doen in de wereld, zijn alle drie intrinsiek relationeel en gaan vooraf aan de theologische (en psychologische) reflectie op de betekenis 127 Ibid., p Heitink plaatst het pastorale gesprek in de driehoek Persoon-Gedrag-Omgeving. Het honoreren van het feit dat mensen in verschillende situaties anders reageren, is voor de gespreksrelatie van grote waarde. "Hoe leren mensen? Binnen de benadering van Bandura leert een mens vooral via voorbeelden ('modeling'). [ ] Willen mensen doeltreffend functioneren dan zullen ze zich op deze wijze bepaalde handelingspatronen moeten eigen maken. Allerlei situationele factoren zijn hierop van invloed. Belangrijk voor een helpende relatie is het inzicht dat mensen op deze wijze kunnen komen tot zelfregulering". 128 Ibid., p HEITINK, Tussen zeggen en zwijgen. Grondwoorden in het geloofsgesprek, p BLOM, Een mens die mensen vergezelt. Pastoraal vademecum, p BLOM, Als woorden tekort schieten. Pastorale actiemogelijkheden, p. 11.

Academisch Centrum voor Praktische Theologie

Academisch Centrum voor Praktische Theologie 2010-2011 Academisch Centrum voor Praktische Theologie Is spirituele zorg de unieke taak van pastores of behoort het ook tot het werkterrein van de psycholoog? Weten we van elkaar wat we doen met betrekking

Nadere informatie

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER De PThU kent twee competentieprofielen, die voor de gemeentepredikant en die voor de geestelijk verzorger. Ze verschillen in onderdelen, maar

Nadere informatie

Gids voor de leraar rooms-katholieke godsdienst

Gids voor de leraar rooms-katholieke godsdienst Gids voor de leraar rooms-katholieke godsdienst 1 1 Waarom heet dit vak Rooms-katholieke Godsdienst? Niet neutraal Specifiek mensbeeld Stevige vorming vereist Kennis van de Spreken vanuit eigen levensbeschouwing,

Nadere informatie

Inhoud DEEL I FUNDAMENTELE PRAKTISCH-THEOLOGISCHE REFLECTIE THEOLOGIE EN VAN DE PASTORAALTHEOLOGIE... 9

Inhoud DEEL I FUNDAMENTELE PRAKTISCH-THEOLOGISCHE REFLECTIE THEOLOGIE EN VAN DE PASTORAALTHEOLOGIE... 9 Inhoud BIBLIOGRAFIE............................................. XIII INLEIDING................................................ 1 DEEL I FUNDAMENTELE PRAKTISCH-THEOLOGISCHE REFLECTIE HOOFDSTUK 1. TERMINOLOGIE,

Nadere informatie

ALGEMENE INLEIDING. Algemene Inleiding. 1 http://www.theo.kuleuven.be/page/seminar_afteryou/ toegang 5.01.2011.

ALGEMENE INLEIDING. Algemene Inleiding. 1 http://www.theo.kuleuven.be/page/seminar_afteryou/ toegang 5.01.2011. ALGEMENE INLEIDING Dit onderzoek is opgezet als dienst aan pastores, aan de vorming die zij nodig hebben om vakkundige pastorale gesprekken te voeren. Bijgevolg is deze studie een indirecte dienst aan

Nadere informatie

Dominiek Lootens.

Dominiek Lootens. Dominiek Lootens Vormingsbeleid in organisaties Voorwaarden voor een goed leerklimaat Interesse voor het thema bij zorgverleners Bijbelse visie op spiritualiteit Transformatie van de context Vormingsconcepten

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

1 INLEIDING 17 2 ZORG, BEGELEIDING, METHODIEK 29

1 INLEIDING 17 2 ZORG, BEGELEIDING, METHODIEK 29 INHOUD 1 INLEIDING 17 1.1 Methodiekvraag in context 18 1.1.1 De context van de geestelijk verzorger 18 1.1.2 De context van de organisatie 18 1.1.3 De context van de beroepsgroep 19 1.1.4 De maatschappelijke

Nadere informatie

6 Geestelijke gezondheidszorg in het licht van zingeving en spiritualiteit

6 Geestelijke gezondheidszorg in het licht van zingeving en spiritualiteit Inhoud Inleiding 11 Zingeving versus maakbaarheid 13 Zingeving: een vast item in diverse contexten 15 Zingeving in de GGZ 16 Zingeving versus objectiviteitseisen in de GGZ 17 Zingeving als item in personeelsmanagement

Nadere informatie

Als niet alles is wat het lijkt

Als niet alles is wat het lijkt Als niet alles is wat het lijkt praten met patiënten en naasten over zingeving en betekenisgeving Merijn van der Werf, huisarts i.o. Joep van de Geer geestelijk verzorger, onderzoeker spirituele zorg MCL

Nadere informatie

Visie pastoraal in Monsheide

Visie pastoraal in Monsheide Visietekst pastoraal in Monsheide I. Inleiding Onze christelijke levensbeschouwing, ontleend aan de stichtende Congregatie Sint-Vincentius à Paulo, trachten wij een eigentijdse invulling te geven. Vanuit

Nadere informatie

Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen

Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen Inleiding De commissie identiteit, in opdracht van het bestuur en de directies van de Stichting St. Josephscholen, heeft de identiteit van de

Nadere informatie

Levensbeschouwing, religie en zingeving in de zorgverlening. wat wel, wat niet? Workshop Week van de Reflectie René van Leeuwen 27 november 2012

Levensbeschouwing, religie en zingeving in de zorgverlening. wat wel, wat niet? Workshop Week van de Reflectie René van Leeuwen 27 november 2012 Levensbeschouwing, religie en zingeving in de zorgverlening wat wel, wat niet? Workshop Week van de Reflectie René van Leeuwen 27 november 2012 ik werk bij elke patiënt volgens de principes van therapeutic

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo. Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.nl Waarom mensen niet? Dus wat kun je doen? Ze weten niet

Nadere informatie

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd http://lemniscaatacademie.com francis@lemniscaatacademie.be Lemniscaat Kompas 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd RELATIE Verhouding INHOUD FOCUS Het thema waar het echt om gaat CONTEXT Cultuur

Nadere informatie

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het Geloven Geloven is vertrouwen GGeloven is ten diepste je vertrouwen hechten aan iets of iemand, de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het geloven in God zegt de Bijbel: Het geloof is de vaste

Nadere informatie

Positieve psychologie & Zingeving

Positieve psychologie & Zingeving Positieve psychologie & Zingeving Studiebijeenkomst KSGV Vrijdag 29 maart 2019, 13.00-17.00 uur Auditorium Catharijneconvent (Lange Nieuwstraat 38 te Utrecht) Informatie en aanmelding: www.ksgv.nl ksgv@ksgv.nl

Nadere informatie

Spirituele zorg Wat kun je ermee? Carlo Leget

Spirituele zorg Wat kun je ermee? Carlo Leget Spirituele zorg Wat kun je ermee? Carlo Leget Palliatieve zorg Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende

Nadere informatie

Contextuele Therapie. Een inleiding

Contextuele Therapie. Een inleiding Contextuele Therapie Een inleiding Ivan Boszormenyi-Nagy Ivan Boszormenyi-Nagy 1920-2007 2007 Ivan Boszormenyi-Nagy werd geboren op 19 mei 1920 in Boedapest. Hij werd psychiater en hoogleraar psychiatrie

Nadere informatie

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten Tot een geloofsgesprek komen I Ontmoeten Het geloofsgesprek vindt plaats in een ontmoeting. Allerlei soorten ontmoetingen. Soms kort en eenmalig, soms met mensen met wie je meer omgaat. Bij de ontmoeting

Nadere informatie

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen:

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen: Samenvatting Dit proefschrift gaat over ervaringen en leerprocessen in de ontwikkeling van de theorie en praktijk van Moreel Beraad als methode van ethiekondersteuning in de gezondheidszorg. Hoofdstuk

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn

Nadere informatie

Inspectie RK Godsdienst Griet Liebens 0486/724946 griet.liebens@telenet.be

Inspectie RK Godsdienst Griet Liebens 0486/724946 griet.liebens@telenet.be 1 inspectie-begeleiding RK godsdienst basisonderwijs Tulpinstraat 75 3500 Kiewit-Hasselt 011 264408 godsdienstbao@dodhasselt.be Collegiale consultatie Godsdienst Lager onderwijs Rijkhoven Kleine Spouwen

Nadere informatie

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief - Het christelijke belemmert de politiek niet, maar maakt haar juist mogelijk en waardevol - Pieter Jan Dijkman Vereniging voor Wijsbegeerte

Nadere informatie

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

Handreiking bij een spirituele zoektocht. Handreiking bij een spirituele zoektocht. Deze handreiking hoort bij: Oud- en nieuw- katholiek. De spirituele zoektocht van die andere katholieken. Door Joris Vercammen. Valkhof pers 2011. Het boek is

Nadere informatie

14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging. Drs W.v.d.Wouw. Samenvatting

14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging. Drs W.v.d.Wouw. Samenvatting 696 14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging Drs W.v.d.Wouw Samenvatting De wijze, waarop de Dienst Geestelijke Verzorging is geprofileerd, is sterk afhankelijk van de eigen aard van dit werkveld. Mensen

Nadere informatie

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één De scholen van Catent - afzonderlijk en gezamenlijk - zijn als een

Nadere informatie

De drie-engelenboodschap, ACTUEEL!

De drie-engelenboodschap, ACTUEEL! De drie-engelenboodschap, ACTUEEL! Missie De missie van de Kerk van de Zevende-dags Adventisten is de verkondiging van het eeuwig evangelie zoals verwoord in de drieengelenboodschap van Openbaring 14:6-12.

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Geestelijke verzorging kan niet zonder theologie Een reactie op Pitstra & Zock

Geestelijke verzorging kan niet zonder theologie Een reactie op Pitstra & Zock Geestelijke verzorging kan niet zonder theologie Een reactie op Pitstra & Zock R.Ruard Ganzevoort In: Een van de auteurs van het boek Zorg voor het verhaal reageert op het voorgaande artikel van Pitstra

Nadere informatie

Identiteitsdocument Met de Bijbel op weg de wereld in

Identiteitsdocument Met de Bijbel op weg de wereld in Identiteitsdocument Met de Bijbel op weg de wereld in 1. We willen gereformeerd zijn 2. We geloven in genade 3. We zijn samen op reis Gereformeerd onderwijs voor christenen Met de Bijbel op weg de wereld

Nadere informatie

De Linkeroever. werkplaats voor levende spiritualiteit. Vier avonden over de vraag wat dat is, en wat ervoor nodig is om een spiritueel mens te zijn

De Linkeroever. werkplaats voor levende spiritualiteit. Vier avonden over de vraag wat dat is, en wat ervoor nodig is om een spiritueel mens te zijn Spiritualiteit? [Ralf Grossert] M1 Iets voor mensen die graag zweverig doen? Of moet je met je beide benen op de grond staan om spiritueel te kunnen zijn? En welke spiritualiteit past bij mij? Er is zoveel

Nadere informatie

Een Visioen van Liefde

Een Visioen van Liefde Een Visioen van Liefde Orthen, april 2012 WIE ZIJN WIJ? De oorsprong van de gemeenschap San Salvator ligt in de rooms-katholieke traditie, en voelt zich van daaruit verbonden met de Bijbel, geïnspireerd

Nadere informatie

Preek De vrouw die Jezus beslissing veranderde. Lieve gemeente,

Preek De vrouw die Jezus beslissing veranderde. Lieve gemeente, Lieve gemeente, We zien het niet vaak in de Bijbel, maar in het verhaal dat we vandaag gelezen hebben is Jezus toch ronduit bot te noemen en buitengewoon onvriendelijk op het onbeschofte af, tegen een

Nadere informatie

(IN)CORRECTE GESPREKSVOERING

(IN)CORRECTE GESPREKSVOERING KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT GODGELEERDHEID (IN)CORRECTE GESPREKSVOERING FUNDAMENTEEL EN EMPIRISCH ONDERZOEK NAAR DE ETHIEK VAN HET PASTORALE GESPREKSPROCES Promotor: Prof. Dr. AXEL LIÉGEOIS

Nadere informatie

STUDIEDAG π donderdag 17 februari 2011 π Hof van Liere π Stadscampus Universiteit Antwerpen

STUDIEDAG π donderdag 17 februari 2011 π Hof van Liere π Stadscampus Universiteit Antwerpen STUDIEDAG π donderdag 17 februari 2011 π Hof van Liere π Stadscampus Universiteit Antwerpen Pastorale Dienst Pastorale zorg situeert zich binnen de context van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen. De

Nadere informatie

Samen leren leven: Wereldbeelden in perspectief

Samen leren leven: Wereldbeelden in perspectief Samen leren leven: Wereldbeelden in perspectief Ph.D.; Onderzoeker, auteur, sociaal ondernemer www.annickdewitt.com annick@annickdewitt.com In deze presentatie I Het ideaal: Samen leren leven II De condities:

Nadere informatie

Het huis met de zeven kamers

Het huis met de zeven kamers Het huis met de zeven kamers Hans van Ewijk Hans.vanewijk@uvh.nl www.hansvanewijk.nl Zeven ramen van sociaal werk Domein Theorieën Ethiek Disciplines Beleid en organisatie Methodes Professionalisering

Nadere informatie

Openingsgebeden INHOUD

Openingsgebeden INHOUD Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

goede pastorale gesprekken versus werk vanuit blinde vlekken

goede pastorale gesprekken versus werk vanuit blinde vlekken goede pastorale gesprekken versus werk vanuit blinde vlekken Marina Riemslagh In dit artikel wordt duidelijk gemaakt wat 'blinde vlekken' zijn en waarom deze onderkennen en oplossen voor pastores professioneel

Nadere informatie

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering Leiding geven aan verandering Mijn moeder is 85 en rijdt nog auto. Afgelopen jaar kwam ze enkele keren om assistentie vragen, omdat haar auto in het verkeer wat krassen en deuken had opgelopen. Ik besefte

Nadere informatie

(IN)CORRECTE GESPREKSVOERING

(IN)CORRECTE GESPREKSVOERING 5 9. Pastores hebben vorming nodig om ethisch correcte pastorale gesprekken te leren voeren. Inzichtelijke vorming en het systematisch trainen van vaardigheden gebeuren op het bewuste niveau. Op het onderbewuste

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleiding 15. Hoofdstuk 2 Theoretisch kader 23. Voorwoord 13

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleiding 15. Hoofdstuk 2 Theoretisch kader 23. Voorwoord 13 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 13 Hoofdstuk 1 Inleiding 15 1.1 Aanleiding tot deze studie 15 1.2 Een fundamentele oorzaak? 17 1.3 Een wezenlijk alternatief? 18 1.4 Onderzoeksvragen 19 1.5 Opbouw van de studie

Nadere informatie

Deel 1. Opvoedingsproject

Deel 1. Opvoedingsproject Deel 1 Opvoedingsproject 5 6 1. Opvoedingsproject Wij verwachten van alle ouders dat ze loyaal achter de identiteit en het pedagogisch project van onze school staan en dit ondersteunen. Hieronder vindt

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Morele leerprocessen in Communities of Practice. Onderzoekslijn 3

Morele leerprocessen in Communities of Practice. Onderzoekslijn 3 Morele leerprocessen in Communities of Practice Onderzoekslijn 3 Onderzoekslijn 3 ProSense Versterking van het bewustzijn van leerkrachten van hun moreel- pedagogisch handelen 1. Welk type ontwikkeling

Nadere informatie

Weten het niet-weten

Weten het niet-weten Weten het niet-weten Over natuurwetenschap en levensbeschouwing Ger Vertogen DAMON Vertogen, Weten.indd 3 10-8-10 9:55 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1. Inleiding 9 2. Aard van de natuurwetenschap 13 3. Klassieke

Nadere informatie

Alle gelukkige families lijken op elkaar, elke ongelukkige familie is ongelukkig op zijn eigen wijze. Tolstoj Anna Karenina

Alle gelukkige families lijken op elkaar, elke ongelukkige familie is ongelukkig op zijn eigen wijze. Tolstoj Anna Karenina Alle gelukkige families lijken op elkaar, elke ongelukkige familie is ongelukkig op zijn eigen wijze Tolstoj Anna Karenina Familiezorg Methode Familiezorg Relationeel werken Denken en handelen vanuit het

Nadere informatie

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen

Nadere informatie

Grenzen en mogelijkheden van een samenwerkingsverband vanuit het perspectief van leidinggevenden

Grenzen en mogelijkheden van een samenwerkingsverband vanuit het perspectief van leidinggevenden Grenzen en mogelijkheden van een samenwerkingsverband vanuit het perspectief van leidinggevenden Dr. An Haekens Overzicht Inleiding: afbakening van thema Spiritualiteit: wiens zorg? Coöperatief- complementair

Nadere informatie

Het leven leren. De theorie en visie achter het levo lesmateriaal

Het leven leren. De theorie en visie achter het levo lesmateriaal Het leven leren De theorie en visie achter het levo lesmateriaal Waar gaat kaderdocument Het leven leren (2003) over? De levensbeschouwelijke ontwikkeling èn beroepsethische vorming van onderwijsdeelnemers

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Doodsangst door religie en de verpleegkundige taak

Doodsangst door religie en de verpleegkundige taak Doodsangst door religie en de verpleegkundige taak Tamara Blokland 0778265 Inhoudsopgave Inleiding 3 Analyse 4 Conclusie 8 Noten 9 Literatuur 10 Bijlage 1 11 Bijlage 2 12 2 Inleiding Tijdens mijn werk

Nadere informatie

Iedere tijd heeft zijn handvatten. Ultieme huisartsenzorg? Palliatieve zorg. Hoe noemen we het?

Iedere tijd heeft zijn handvatten. Ultieme huisartsenzorg? Palliatieve zorg. Hoe noemen we het? Ultieme huisartsenzorg? Iedere tijd heeft zijn handvatten NHG, 23 Mei 2013 Prof dr Carlo Leget, Universiteit voor Humanistiek www.zorgethiek.nu Palliatieve zorg Hoe noemen we het? Palliatieve zorg is een

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Achtergrond. Achtergrond WIE BENT U? 31/08/2015

Achtergrond. Achtergrond WIE BENT U? 31/08/2015 WIE BENT U? IN GESPREK GAAN MET OUDEREN OVER HUN WAARDEN EN VISIE OP HET LEVEN De ergotherapeut als brug tussen thuis en het WZC - 8/09/15 Liselotte Van Ooteghem Achtergrond Wie ben ik? Medewerker zingeving,

Nadere informatie

Wonderen, Werk & Geld

Wonderen, Werk & Geld Wonderen, Werk & Geld Marianne WilliaMson UitGeverij de Zaak oorspronkelijke titel: the law of divine Compensation, On Work, Money and Miracles Copyright 2012 Marianne Williamson Published by arrangement

Nadere informatie

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres 2014 3 november

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres 2014 3 november HersenletselCongres 2014 3 november Disclosure belangen sprekers C1 Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; wat is lastig en wat kun je als professional doen? (potentiële)

Nadere informatie

Deel 1 Opvoedingsproject

Deel 1 Opvoedingsproject Deel 1 Opvoedingsproject 1 Beste ouders, Welkom aan onze school. U kiest onze school voor het onderwijs en de opvoeding van uw kind. Wij zijn blij en dankbaar voor het vertrouwen in onze school. De directie

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

VOORGESCHIEDENIS EN CONTEXT VAN DEZE NOTA

VOORGESCHIEDENIS EN CONTEXT VAN DEZE NOTA Koen De Fruyt april 2015 VOORGESCHIEDENIS EN CONTEXT VAN DEZE NOTA VOORGESCHIEDENIS EN CONTEXT VAN DEZE NOTA: DE BELEIDSNOTA VAN APRIL 2013 Integraal beleid Van zeggen wie we zijn Naar Doen wat we zeggen

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

Werk van barmhartigheid Wanneer heb ik U gezien

Werk van barmhartigheid Wanneer heb ik U gezien Bezoekwerk Aartsbisdom Utrecht Diocesane diaconale dienstverlening Werk van barmhartigheid Wanneer heb ik U gezien? Bezoekwerk van uit de katholieke geloofsgemeenschap Inzicht in: soorten van bezoekwerk

Nadere informatie

Relatie <> Religie. Beste Galsem,

Relatie <> Religie. Beste Galsem, RelatieReligie BesteGalsem, Hetfeitdatjouwpatientnuopeenchristelijkevenementisisnietongevaarlijk.Hetgeestelijke levenvanjouwpatientzalgrotesprongenmakennaarhetkampvandevijandtoe.watikjou aanraadisomditnietafteremmen,maaromdittebederven.brengjouwpatientincontactmet

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22. Inhoudsopgave Voorwoord 1. Een gebed bij het begin van het nieuwe jaar Ik ben met u 2. Gods hand 3. Zegen Vrede met God 4. In de kerk 5. Is Deze niet de Christus? Deze ontvangt zondaars 6. Echte vrienden

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

Euthanasie/hulp bij zelfdoding. Hoe gaan we hier mee om?

Euthanasie/hulp bij zelfdoding. Hoe gaan we hier mee om? Euthanasie/hulp bij zelfdoding Hoe gaan we hier mee om? Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 2 2. Onze missie en visie... 3 3. Ons standpunt over euthanasie / hulp bij zelfdoding... 3 4. Ons handelen bij een

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

communicatie vanuit systeemtheoretisch perspectief Je kunt niet niet communiceren, besef het! (er is geen nooduitgang)

communicatie vanuit systeemtheoretisch perspectief Je kunt niet niet communiceren, besef het! (er is geen nooduitgang) Workshop Taal, veel meer dan praten. Koolhof Coaching en Training Over de complexiteit van communicatie Onderwerp: Uitgangspunt: communicatie vanuit systeemtheoretisch perspectief Je kunt niet niet communiceren,

Nadere informatie

Kerk 20.21 Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.

Kerk 20.21 Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit. Kerk 20.21 Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit. a. Inleiding Veel christenen verlangen ernaar hun leven met elkaar en met hun omgeving te delen met hun buren,

Nadere informatie

Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL. Deel 1 Opvoedingsproject

Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL. Deel 1 Opvoedingsproject Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL Deel 1 Opvoedingsproject 1 ONS OPVOEDINGSPROJECT Wij verwachten van alle ouders dat ze loyaal achter de identiteit en het opvoedingsproject

Nadere informatie

Sociaal psychiatrisch verpleegkundige diagnostiek een brede aanpak of een focus op de werkrelatie?

Sociaal psychiatrisch verpleegkundige diagnostiek een brede aanpak of een focus op de werkrelatie? Sociaal psychiatrisch verpleegkundige diagnostiek een brede aanpak of een focus op de werkrelatie? Studiemiddag 2004-16 juni - Arnhem/Nijmegen Stepped Care en Stepped diagnostiek Over de diagnostiek van

Nadere informatie

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8 [1] [2] [3] Johannes 3:16 1 Korintiёrs 1:9 Johannes 3:19 God wil met ons omgaan God wil met ons omgaan Zonde brengt scheiding [4] [5] [6] Romeinen 3:23 Marcus 10:45 Romeinen 5:8 Zonde brengt scheiding

Nadere informatie

Fundamenten van het Christelijk geloof. Deel 2: Omgang met God -Kringleidershandleiding-

Fundamenten van het Christelijk geloof. Deel 2: Omgang met God -Kringleidershandleiding- Fundamenten van het Christelijk geloof Deel 2: Omgang met God -Kringleidershandleiding- Beste kringleider, Hieronder vind je per hoofdstuk een aantal aanvullende gedachten bij het kringmateriaal Fundamenten

Nadere informatie

rouw, verliesverwerking en spiritualiteit Oncologiedagen 2014

rouw, verliesverwerking en spiritualiteit Oncologiedagen 2014 rouw, verliesverwerking en spiritualiteit Oncologiedagen 2014 Jacqueline van Meurs: geestelijk verzorger/consulent spirituele zorg Gerda Bronkhorst: oncologieverpleegkundige/verpleegkundig consulent palliatieve

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Misbruik, hulpverlening en therapie, met oog voor

Misbruik, hulpverlening en therapie, met oog voor ksgv-studiebijeenkomst Misbruik, hulpverlening en therapie, met oog voor zingeving en spiritualiteit Antwerpen-Wilrijk, donderdag 13 juni 2013, 9.00 13.00 uur Theologisch en Pastoraal Centrum (tpc), Groenenborgerlaan

Nadere informatie

Liturgie zondag 23 september Tussen hemel en aarde.

Liturgie zondag 23 september Tussen hemel en aarde. Liturgie zondag 23 september Tussen hemel en aarde. Welkom en Inleiding Eeuwenlang was de zorg voor de ziel een aangelegenheid van theologen, een zaak van de kerk. Het was de kerk die bepaalde hoe de mens

Nadere informatie

Visitatie en Inspiratie

Visitatie en Inspiratie Visitatie en Inspiratie BG-dagen, Papendal Vrijdag 19 juni 2015 Gertjan Beens Sabrina Kwint Jos Manders Disclosure belangen spreker Dienstverband(en) Eigen onderneming(en) en aandelen HumanCapitalCare

Nadere informatie

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I Preek Gemeente van Christus, De mooiste dingen in het leven kun je niet als erfernis wegschenken Let er maar eens op. De belangrijkste dingen zijn geen erfstuk. Zeker, je kunt mooie spulletjes erven. Of

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Inleiding. Aanpak visie op leren

Plan van Aanpak. Inleiding. Aanpak visie op leren Plan van Aanpak Van Jos Kessels, Manon Ruijters, Dorine Wesel Datum 12 augustus 2015 Onderwerp Aanpak visie op leren Inleiding Natuurlijk zijn onze uitgangspunten op verschillende manieren om te zetten

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo II

Eindexamen filosofie vwo II Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap

Nadere informatie

Startavond pastorale bezoekers Pastoraat & geloofsgesprekken. DATUM: 28 oktober 2015 TIJDSTIP: 19.30 22.00 uur LOCATIE: GKV Haren, Ontmoetingskerk

Startavond pastorale bezoekers Pastoraat & geloofsgesprekken. DATUM: 28 oktober 2015 TIJDSTIP: 19.30 22.00 uur LOCATIE: GKV Haren, Ontmoetingskerk Startavond pastorale bezoekers Pastoraat & geloofsgesprekken DATUM: 28 oktober 2015 TIJDSTIP: 19.30 22.00 uur LOCATIE: GKV Haren, Ontmoetingskerk Doelen startavond De PB en ouderling kunnen benoemen wat

Nadere informatie

Van loslaten naar VERBINDEN: Hoe we mensen in rouw kunnen uitnodigen om verhalen te vertellen over wat hen dierbaar is.

Van loslaten naar VERBINDEN: Hoe we mensen in rouw kunnen uitnodigen om verhalen te vertellen over wat hen dierbaar is. Van loslaten naar VERBINDEN: Hoe we mensen in rouw kunnen uitnodigen om verhalen te vertellen over wat hen dierbaar is. Anik Serneels Klinisch psychologe, relatie- en gezinstherapeute, specialisatie narratieve

Nadere informatie

Pastoraat wat is dat?

Pastoraat wat is dat? Pastoraat wat is dat? Eigenlijk best een lastige vraag! Pastoraat daar zijn heel veel dikke boeken over geschreven. Maar na het lezen weet je het soms nog niet!? Daarom mogen jullie een paar minuten daar

Nadere informatie

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn

Nadere informatie

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory Pagina 1 van 7 BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory Voorafgaand aan het gebruik van de BECCI checklist: Maak a.u.b. gebruik van de toegevoegde handleiding met een gedetailleerde uitleg over hoe

Nadere informatie

pdrachtverklaring voor de scholen van de zusters Annuntiaten van Heverlee

pdrachtverklaring voor de scholen van de zusters Annuntiaten van Heverlee 0 pdrachtverklaring voor de scholen van de zusters Annuntiaten van Heverlee Heverlee, mei 2014 Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of

Nadere informatie

Chronische pijn en zingeving

Chronische pijn en zingeving ksgv-studiebijeenkomst Chronische pijn en zingeving Leuven, dinsdag 19 mei 2015, 13.00 17.00 uur Provinciehuis, Provincieplein 1, 3010 Leuven Pijn heeft een impact op je ganse zijn. Pijn beïnvloedt je

Nadere informatie

Summary in Dutch (Nederlandse Samenvatting)

Summary in Dutch (Nederlandse Samenvatting) Summary in Dutch (Nederlandse Samenvatting) Empowering Diakonaat: Een model voor dienstverlening en transformatie in de oecumenische beweging en lokale gemeenten Binnen de oecumenische beweging in het

Nadere informatie

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven Lezing: Marcus 12 : 28 34 De herfst brengt voor veel mensen een zekere weemoedigheid.: de bladeren vallen, de zomer is echt voorbij. In de herfst

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie

Palliatieve Terminale zorg training voor beroepsbeoefenaren binnen de psychiatrie Deelnemer 1 Colofoon Deze training is vanuit een subsidie van het innovatiefonds voor zorgverzekeraars door de projectgroep palliatieve terminale zorg ontwikkeld binnen Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven

Nadere informatie