GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Transcriptie

1 5838 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE LUXEMBOURG LUXEMBURG NAMUR NAMEN HAINAUT HENEGOUWEN BRABANT WALLON WAALS-BRABANT BRUXELLES BRUSSEL VLAAMS-BRABANT BRABANT FLAMAND LIMBURG LIMBOURG ANTWERPEN ANVERS OOST-VLAANDEREN FLANDRE ORIENTALE 0478/ / / / / / / / / / / / / / / / / / WEST-VLAANDEREN FLANDRE OCCIDENTALE 0478/ / GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw [2006/35140] 13 JANUARI Omzendbrief BA 2006/01 betreffende het Gemeentedecreet en het Provinciedecreet; inwerkingtreding van de bepalingen inzake het bestuurlijk toezicht Aan de provinciegouverneurs Ter kennisgeving aan : de colleges van burgemeester en schepenen; de leden van de gemeenteraden; de leden van de deputaties van de provincieraden; de leden van de provincieraden; de raden van bestuur van autonome gemeentebedrijven; de politiezones. I. Algemene situering 1. Gemeentedecreet Op 15 juli 2005 heeft de Vlaamse Regering het Gemeentedecreet bekrachtigd. Het is op 31 augustus 2005 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Het Gemeentedecreet is zonder meer een mijlpaal voor de bestuurlijke vernieuwing in Vlaanderen. Het bevat voor de gemeenten de mogelijkheid om zelf invulling te geven aan de gewenste organisatie op lokaal niveau, rekening houdend met de noden en de situatie ter plaatse. Er is ruimte voor maatwerk in de vorm van mogelijkheden tot delegatie, structurering van de organisatie of samenwerking met het O.C.M.W., rekening houdend met de grootte van de gemeente of met de lokale politieke of ambtelijke cultuur. Een vernieuwd model van ambtelijk en financieel management werd uitgetekend en er komen meer mogelijkheden tot verzelfstandiging, onder controle van de gemeenteraad. Ruime vormen van participatie scheppen de mogelijkheid voor gemeenten om de burger dichter bij het beleid te betrekken. Het Vlaams Parlement heeft bepaald dat het Gemeentedecreet gefaseerd in werking zal treden. Met het oog daarop zal de Vlaamse Regering de nodige uitvoeringsbesluiten nemen. Dat zal gebeuren in vier fasen.

2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 5839 Een reeks artikelen treedt in werking op 1 januari Het gaat meer in het bijzonder om een aantal algemene bepalingen betreffende de gemeenten, de schrijfwijze van hun namen en het bestuurlijk toezicht. Wat het personeelsbeleid betreft zal ik, op basis van het overleg dat ik heb gevoer met de representatieve vertegenwoordigers van de lokale besturen en van het personeel in het terzake bevoegde Comité C1, aan het Vlaams Parlement voorstellen om de datum van inwerkingtreding van een aantal artikelen uit te stellen tot 1 januari 2007, zodat die kunnen ingaan tegelijk met het opstarten van de nieuwe bestuursploegen na de verkiezingen van 8 oktober Uiterlijk op 1 juni 2006 zal de Vlaamse Regering de lijst opstellen van het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente, op basis van de bevolkingsaantallen op 1 januari Er moet daarvoor wel gewacht worden op de publicatie van de bevolkingsaantallen in het Belgisch Staatsblad. Veruit de meeste bepalingen van het Gemeentedreceet treden in werking samen met de vernieuwing van de gemeenteraden, dit is op 1 januari Het gaat om het geheel van de politieke organisatie, de werking van gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen, de tucht, de gemeentelijke verzelfstandiging. Tot slot zijn er de bepalingen over de planning, de financiële beheers- en beleidscyclus en de externe audit. De hervorming is zonder twijfel het meest complex van het hele Gemeentedecreet en zal daarom pas op een later ogenblik in werking treden. De Vlaamse Regering zal de datum van inwerkingtreding vaststellen, na overleg met de vertegenwoordigers van de gemeenten, de secretarissen en de lokale ontvangers over het te nemen uitvoeringsbesluit. 2. Provinciedecreet In aansluiting op het Gemeentedecreet heeft de Vlaamse Regering op 9 december 2005 ook het Provinciedecreet bekrachtigd. Dit decreet is in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 29 december De principes van het Provinciedecreet en de organisatie van de provincies lopen gelijk met die voor de gemeenten. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan een algemeen streven om de regels die van toepassing zijn op de verschillende overheden zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. Gelijke organieke regels en procedures dragen bij tot een vereenvoudiging van het bestuur. Ze zijn het meest doorzichtig voor de burger, maar ook voor de raadsleden en ambtenaren. Zo kunnen gelijke organisatiemodellen, principes en ondersteunende programma s gebruikt worden. Ook de inwerkingtreding van het Provinciedecreet is afgestemd op de data waarop het Gemeentedecreet in werking treedt. II. Het bestuurlijk toezicht in het Gemeente- en Provinciedecreet Het Gemeentedecreet en het Provinciedecreet wijzigen vanaf 1 januari 2006 een aantal regels over de organisatie van het bestuurlijk toezicht. Dat zijn ongetwijfeld de meest ingrijpende wijzigingen in de bepalingen van het Gemeentedecreet en Provinciedecreet die sinds 1 januari 2006 van kracht zijn geworden. Met deze omzendbrief wil ik die aanpassingen verder toelichten. Naarmate andere artikels en hoofdstukken van de decreten in werking treden, zal ik die in afzonderlijke omzendbrieven verder verduidelijken. Het administratief toezicht op de gemeenten en de provincies werd tot nu toe geregeld door de decreten van 28 april 1993 en 22 februari Die decreten worden opgeheven naarmate de bepalingen uit het Gemeentedecreet en het Provinciedecreet die ze vervangen in werking treden. 1. Integratie van de toezichtregeling in het Gemeente- en Provinciedecreet In tegenstelling tot voorheen is de regeling inzake het bestuurlijk toezicht niet langer opgenomen in afzonderlijke decreten, maar geïncorporeerd in het Gemeentedecreet en het Provinciedecreet. Ook andere toezichtregelingen, zoals de regeling inzake de tucht, zijn in de decreten geïntegreerd. Daarmee biedt de decreetgever aan de gemeenten en de provincies telkens een gebundelde tekst aan met de basisregels voor hun bestuurlijke werking. Dat komt de doorzichtigheid en de gebruiksvriendelijkheid voor bruger en bestuurder ten goede. 2. Toepassingsveld van de toezichtregeling Het administratief toezicht in principieel van toepassing op alle besluiten van de gemeenteoverheid en van de provincieraad. Onder «gemeenteoverheid» worden niet alleen de gemeentelijke organen (gemeenteraad, college van burgemeester en schepenen, burgemeester) verstaan, maar ook personeelsleden van de gemeente en de organen en personeelsleden van de autonome gemeentebedrijven. Het Provinciedecreet bevat een overeenkomstige omschrijving van het begrip «provincieoverheid». Het Gemeentedecreet en het Provinciedecreet maken inderdaad een verregaande delegatie van bevoegdheden mogelijk waardoor ook bepaalde personeelsleden voortaan besluiten zullen kunnen nemen met belangrijke rechtsgevolgen. 3. Verdere vereenvoudiging van het toezicht Veruit de meeste besluiten van de gemeente- of provincieoverheid vallen enkel onder het algemeen toezicht. Dit is in het Gemeentedecreet geregeld in artikel 248 tot 260 en wat de politiezones betreft in artikel 262 en 263. Die bepalingen vervangen vanaf 1 januari 2006 hetgeen ter zake opgenomen is in het decreet van 28 april De bepalingen inzake het algemeen bestuurlijk toezicht op de provincies zijn opgenomen in artikel 241 tot 252 van het Provinciedecreet. Ze vervangen de overeenkomstige bepalingen van het decreet van 22 februari Het algemeen toezicht is de lichtst mogelijke vorm van administratief toezicht. Het wordt in hoofdzaak uitgeoefend ingevolge de ontvangst van klachten, ingediend door raadsleden of burgers. Het bijzonder (goedkeurings)toezicht is beperkt tot een zeer klein aantal beslissingen.

3 5840 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 4. Termijnen De wijze van berekening van de termijnen verandert. Voor lijsten van raadsbeslissingen of voor getroffen besluiten gaan vanaf 1 januari 2006, de termijnen in de derde dag na de verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van de lijst, het besluit of het dossier. Besluiten van de toezichthoudende overheid moeten, zoald in het verleden, steeds verzonden worden uiterlijk de laatste dag van de termijn. Nieuw is dat als die laatste dag valt op zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, de vervaldag verplaatst wordt naar de eerstvolgende werkdag (Gemeentedecreet artikel 190 en 251, 3 en 4 - Provinciedecreet artikel 184 en 244). Spontane toezendingen van besluiten of documenten vanuit de gemeente of de provincie naar de toezichthoudende overheid doen in geen geval de termijnen aanvangen waarbinnen een toezichtmaatregel genomen kan worden (Gemeentedecreet artikel 251, 2 - Provinciedecreet artikel 244). 5. Kennisgevingen in het kader van het toezicht : aangetekend verzenden Alle kennisgevingen in het kader van het toezicht worden aangetekend verstuurd of afgegeven tegen ontvangstbewijs (Gemeentedecreet artikel 251, 1 - Provinciedecreet artikel 244). Dat is zowel het geval voor de verzendingen vanuit de gemeente of de provincie als voor de verzendingen van de gouverneur of de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur. Voorbeelden : doorsturen van overzichtslijsten door de gemeente, opvragen van besluiten en stukken door de toezichthoudende overheid, bezorgen van deze documenten door de gemeente, schorsings- en vernietigingsbesluiten van de toezichthoudende overheid. 6. Toetsingsgronden bij de uitoefening van het toezicht Het optreden van de toezichthoudende overheid wordt beperkt tot de toetsing van de lokale bestuurshandelingen aan het recht en het algemeen belang. Het begrip «recht» omvat onder meer de internationale normen met rechtstreekse werking, de Grondwet, wetten, decreten, besluiten van de hogere overheid, interne reglementen en besluiten van gemeenten en provincies. Daarnaast gelden natuurlijk ook de algemene rechtsbeginselen en de beginselen van behoorlijk bestuur die de Raad van State gelijkstelt met de wet. Het algemeen belang wordt in het Gemeentedecreet en in het Provinciedecreet gedefinieerd als «elk belang dat ruimer is dan het gemeentelijk (provinciaal) belang». De toezichthoudende overheid zal bij het nemen van een toezichtmaatregel moeten motiveren dat een beslissing strijdig is met de belangen van een ruimere gemeenschap dan die van het lokaal of het provinciaal bestuur zelf. 7. Beperkt goedkeuringstoezicht Het algemeen administratief toezicht is de courante procedure. Het aantal besluiten van gemeenten waarvoor de goedkeuring van de Vlaamse Regering vereist is, werd verder beperkt tot : de oprichting en statuten van autonome gemeentebedrijven (artikel 232) en de statutenwijzigingen (artikel 234) : 100 dagen na de verzending van het besluit; de beslissingen van autonome gemeentebedrijven tot oprichting van, deelname of vertegenwoordiging in andere rechtspersonen (artikel 242, 5) : 100 dagen na de verzending van het besluit; de oprichting van of deelname in een extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm (artikel 245) : 100 dagen na de verzending van het besluit; de oprichting van districtsbesturen (artikel 294) : 50 dagen na ontvangst van het besluit. Gelijksoortige regelingen zijn bepaald in artikelen 225, 227, 235 en 238 van het Provinciedecreet voor de provinciale verzelfstandigde agentschappen. 8. Uitoefening van het algemeen toezicht : lijstbesluiten en besluiten met toezendingplicht Zoals in het verleden moeten de gemeenten aan de gouverneur een lijst sturen van alle raadsbeslissingen. Voortaan moet ook een lijst van de besluiten van de raden van bestuur van autonome gemeentebedrijven aan de gouverneur gestuurd worden (Gemeentedecreet artikel 252, 1). Van een beperkt aantal besluiten van de gemeenteraad moet een kopie doorgestuurd worden. Die toezendingsplichtige besluiten zijn vermeld in artikel 253 van het Gemeentedecreet : de rechtspositieregeling van het personeel, de formatie en de wijzigingen van de formatie; de meerjarenplanning, het budget en de budgetwijzigingen; de rekeningen; de belastingen en retributies; de dotatie aan de politiezone; de dwingende en onvoorziene uitgaven; de schuldherschikkingen, saneringsleningen; de oprichting van intern verzelfstandigde agentschappen, de beheers- en samenwerkingsovereenkomsten met de extern verzelfstandigde agentschappen en de wijzigingen ervan; de deelname aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden; de gemeenteraadsbesluiten genomen op basis van de rapporten van de externe audit.

4 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 5841 Daarnaast moet het autonome gemeentebedrijf aan de gouverneur een kopie sturen van de besluiten van de raad van bestuur waarbij wordt afgeweken van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en van de besluiten betreffende de retributies. De extern verzelfstandigde agentschappen sturen ook hun besluiten in verband met de rekeningen naar de gouverneur (Gemeentedecreet artikel 253, 2). Voor de provincies en de autonome provinciebedrijven bevat het Provinciedecreet een gelijksoortige regeling. Ze zenden hun lijsten van de genomen besluiten en hun verplicht toe te zenden besluiten naar de Vlaamse Regering (Provinciedecreet artikelen 245 en 246). De toezending van de lijst of van het toezendingsplichtige besluit doet de termijn lopen waarbinnen in voorkomend geval een toezichtmaatregel kan worden genomen (Gemeentedecreet artikel Provinciedecreet artikel 248). Behalve als het gaat om een besluit dat verplicht moet worden toegezonden, start de onderzoeksprocedure in het kader van het bestuurlijk toezicht met het opvragen van het besluit, een dossier, aanvullende documenten of inlichtingen. Die opvraging gebeurt hetzij ambtshalve, hetzij als gevolg van een klacht. 9. Termijn voor eventuele schorsing De gouverneur beschikt over 30 dagen om een besluit dat op de lijst van gemeenteraadsbeslissingen of van de raden van bestuur van autonome gemeentebedrijven voorkomt te schorsen. Die termijn wordt geschorst door de verzending van een aangetekende brief waarbij de toezichthoudende overheid een bepaald besluit, het dossier, bepaalde documenten of inlichtingen over een bepaald besluit opvraagt bij de gemeenteoverheid. Die opvragingstermijn gaat in de derde dag na de verzending van de lijst. De opvraging schorst de toezichttermijn (Gemeentedecreet artikel 255, 3). De gouverneur beschikt dan over een nieuwe termijn van 30 dagen (die eveneens ingaat de derde dag na de verzending van het opgevraagde dossier) om eventueel en schorsingsmaatregel te nemen. Als de gemeente verplicht is om een besluit toe te zenden, bedraagt de schorsingstermijn 50 dagen, eveneens ingaand de derde dag na de verzending van het besluit of afgifte tegen ontvangstbewijs (Gemeentedecreet artikel 255). Ook voor de toezendingsplichtige besluiten is voortaan een schorsing van de termijn mogelijk door opvraging van bijkomende inlichtingen, stukken, standpunt,... De termijn om eventueel een toezichtmaatregel te nemen, wordt gestuit als bij aangetekende brief een klacht naar de toezichthoudende overheid is verzonden binnen de nuttige termijn van 30 of 50 dagen. Voor de provincies geldt een identieke regeling, die in het Provinciedecreet opgenomen is in artikelen 248 en 251, met dien verstande dat uitsluitend de Vlaamse Regering optreedt als toezichthoudende overheid. 10. Intrekking, gemotiveerde rechtvaardiging, aanpassing Na een schorsing beschikt de gemeenteoverheid of de provincieoverheid over 100 dagen om hetzij het besluit in te trekken, hetzij het besluit gemotiveerd te rechtvaardigen of aan te passen. Als de gemeente of de provincie nalaat om binnen die termijn haar beslissing naar de Vlaamse Regering te sturen, dan wordt het besluit waarvan de uitvoering geschorst is, geacht nooit te hebben bestaan. 11. Eventuele vernietiging Als de gemeente- of de provincieoverheid het geschorste besluit gemotiveerd rechtvaardigt of aanpast, beschikt de Vlaamse Regering over 50 dagen om eventueel tot vernietiging over te gaan. Die termijn gaat in op de derde dag na de verzending van de rechtvaardigingsbeslissing. De Vlaamse Regering kan een besluit ook steeds rechtstreeks vernietigen, zonder dat de gouverneur of de Vlaamse Regering het voorafgaandelijk heeft geschorst (Gemeentedecreet artikel 255, 1 - Provinciedecreet artikel 248, 1). Als de toezichthoudende overheid een besluit of dossier bij de gemeente opvraagt via een aangetekende brief, dan beschikt de Vlaamse Regering over een termijn om eventueel rechtstreeks te vernietigen die gelijk is aan de termijn waarover de gouverneur beschikt om te schorsen, vermeerderd met 20 dagen (Gemeentedecreet artikel 255, 3). 12. Bijzondere regeling voor het toezicht op de personeelsaangelegenheden Voor de personeelsaangelegenheden bevatten het Gemeentedecreet en Provinciedecreet bijzondere bepalingen die eveneens van kracht worden op 1 januari 2006, behalve wat de tucht betreft. Voor deze laatste materie zal de Vlaamse Regering de datum bepalen waarop de artikels in werking treden. Op het vlak van het administratief toezicht is de belangrijkst wijziging dat het beroep tegen tuchtstraffen niet langer wordt behandeld door de Vlaamse Regering, maar door een «Beroepscommissie voor tuchtzaken». De Vlaamde Regering moet hiervan de samenstelling, de werking en de procedureregels nog vaststellen. Het toezicht op de personeelsaangelegenheden werd sterk vereenvoudigd. Het opmaken van een personeelsbehoefteplan is niet langer verplicht voor het indienen van personeelsformatie of van een wijziging ervan. Met die vereenvoudiging wordt ook de planlast voor de gemeenten en provincies verminderd, zoals bepaald in het Vlaamse regeerakkoord. De gemeenten en provincies bepalen vrij het aantal en het niveau van de betrekkingen. Ze moeten er wel voor zorgen dat de formatie past in het financiële beleid en in het noodzakelijke evenwicht van de financiën. De repercussies van de formatie moeten tot uiting komen in een sluitend meerjarenplan. Als de volledige weerslag wordt ingeschreven, zowel in het budget van het jaar zelf als in het meerjarenplan, is de financiële haalbaarheid vanzelfsprekend al aangetoond. Maar het bestuur kan in de meerjarenplanning ook rekening houden met de concrete invulling van de in de formatie opgenomen betrekkingen, gespreid over meerdere jaren. De gemeente- of provincieoverheid moet zich dan nadien wel aan het schema houden, of het wijzigen. In verband met het personeelsbeleid spreekt het natuurlijk vanzelf dat de gemeenten en provincies zich ook moeten houden aan andere rechtsregels, zoals de besluiten van de Vlaamse Regering over de minimale voorwaarden betreffende de rechtspositieregeling of het mandaatstelsel. Daarnaast moeten ze hun eigen interne regelgeving, die ze zelf hebben aangenomen, naleven, bijvoorbeeld op het vlak van het eigen personeelsstatuut.

5 5842 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE De financiële verantwoording is noodzakelijk krachtens het decreet zelf. Wat de gemeenten betreft is de gouverneur verplicht om te schorsen en de Vlaamse Regering om te vernietigen als aan die voorwaarde inzake de financiële haalbaarheid niet is voldaan. 13. Het administratief toezicht op de politiezones Aan de regeling inzake het toezicht op de politiezones is niets gewijzigd in vergelijking met het decreet van 28 april De «politie» blijft een federale materie, geregeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus. De één- en meergemeentezones zijn «gemeenteoverheden» in die zin van het Gemeentedecreet. Zoals in het decreet van 28 april 1993 bepaalt het Gemeentedecreet dat het administratief toezicht, dat van toepassing is op de besluiten van de gemeenteoverheden, ook maximaal van toepassing is op de zonebesluiten inzake de lokale politie. Natuurlijk geldt een reserve wat het (federaal) specifiek toezicht betreft : voor zover de zonebesluiten onderworpen zijn aan een specifiek toezicht, kunnen die besluiten niet meer het voorwerp uitmaken van een gewestelijke toezichmaatregel op grond van de schending van een bepaling, vervat in of genomen krachtens de federale Politiewet. Overeenkomstig artikel 7, 2, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen zijn de gewesten niet bevoegd voor het toezicht op de beslissingen inzake tuchtaangelegenheden met betrekking tot de lokale politie. 14. Beroep bij de Raad van State Nieuw is de regeling inzake de termijn om beroep in te stellen bij de Raad van State tegen een besluit van de gemeente of de provincie. Deze regeling vormt de neerslag van vaststaande rechtspraak van de Raad van State, die bepaalt dat deze termijn wordt gestuit ten voordele van degene die een klacht indient bij de toezichthoudende overheid op voorwaarde dat die klacht aangetekend wordt ingediend vóór het verstrijken van de beroepstermijn en vóór het verstrijken van de termijn voor het uitoefenen van het toezicht (zie RVS, Van Middel, nr , 13 februari 2001). De stuiting van de termijn duurt tot de indiener van de klacht een mededeling heeft ontvangen over het gevolg dat aan zijn klacht wordt gegeven, voor zover die mededeling melding maakt van de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State. 15. Uitzonderingen op de inwerkingtreding op 1 januari 2006 De meest bepalingen over het administratief toezicht zijn in werking getreden op 1 januari Dat impliceert dat alle besluiten van de gemeenteoverheid, die genomen werden voor die datum, onder de toezichtregeling vallen die geregeld is in het decreet van 28 april Voor de besluiten van de provincieoverheid, getroffen tot en met 31 december 2005, blijft het toezichtdecreet van 22 februari 1995 van kracht. Op de ingangsdatum van 1 januari 2006 zijn er wel een paar uitzonderingen. 1 Titel IV van het Gemeente- en Provinciedecreet over «Planning en financieel beheer» De planning en het financieel beheer van de gemeenten en de provincies ondergaan met het Gemeentedecreet en Provinciedecreet grondige wijzigingen die een ruime voorbereiding vragen. De Vlaamse Regering moet de plannning en het financieel beheer nog verder uitwerken. Die zal later de datum vaststellen waarop de bepalingen over de planning en het financieel beheer mvan de gemeenten en provincies in werking zullen treden. In titel IV over de financiën zijn ook een reeks bijzonder bepalingen over het bestuurlijk toezicht opgenomen. Ook die treden pas in werking op een later door de Vlaamse Regering vast te stellen datum. Het gaat meer in het bijzonder om : het toezicht op het meerjarenplan, het budget en de budgetwijzigingen; de boekhouding, financiële rapportering en kascontrole, na tussenkomst van de externe auditcommissie, de jaarrekening, eveneens met tussenkomst van de externe auditcommissie. In afwachting daarvan blijft de regeling van de decreten van 28 april 1993 en 22 februari 1995 van toepassing op het toezicht op de begrotingen, de begrotingswijzigingen, de meerjarenplanningen en de rekeningen van de gemeenten en de provincies. 2 Het toezicht op de verzelfstandigde agentschappen Ook de bijzondere toezichtregeling op de verzelfstandigde agentschappen treedt pas later in werking. Het gaat meer in het bijzonder om de goedkeuring door de Vlaamse Regering van de oprichting van autonome bedrijven van gemeenten en provincies, hun statuten en statutenwijzigingen, de beslissingen van autonome bedrijven tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging in andere rechtspersonen, de oprichting van of deelname in een extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm. In afwachting van een besluit van de Vlaamse Regering blijven voor die materies de bepalingen van kracht die opgenomen zijn in de toezichtdecreten van 28 april 1993 en 22 februari Uitzondering : de gemeente Voeren De toezichtregeling, zoals uitgewerkt in het Gemeentedecreet, geldt voor alle Vlaamse gemeenten. Enkel voor de gemeente Voeren geldt een uitzonderingsregeling die ingevoerd werd door de zogenaamde Pacificatiewet van 9 augustus Voor de regels is de federale overheid bevoegd gebleven. Voor een algemeen overzicht van de toezichtregels van de Nieuwe Gemeentewet die van toepassing blijven op de gemeente Voeren, verwijs ik naar de omzendbrief BA-2002/12 van 27 september 2002 inzake het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones. Anders dan voor de andere Vlaamse gemeenten blijven dus vele beslissingen van de gemeente Voeren nog aan goedkeuringstoezicht onderworpen. Ik verzoek u, mijnheer de gouverneur, om de datum van de bekendmaking van deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad te publiceren in het volgende nummer van het Bestuursmemoriaal. Volledigheidshalve stuur ik ook rechtstreeks een exemplaar aan alle gemeentebesturen. Deze omzendbrief kan ook geraadpleegd worden via het internet op het volgende adres : http :// M. Keulen.Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering