Beleidsartikelen Algemene beleidsdoelstelling
|
|
- Guus Claes
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 09 VEILIGE LUCHTVAART 09.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling voor dit artikel is het bevorderen van de veiligheid van verkeer en vervoer op luchtvaartgebied. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de interne en externe veiligheid. De interne veiligheid betreft de aspecten van veiligheid van luchtvaartactiviteiten verbonden met de luchtvaartvloot, luchtverkeersdienstverlening, luchthaven, bemanning, passagiers en vracht, inclusief de beveiliging. De beveiliging (security) richt zich op het voorkomen van aanslagen en verstoring van de openbare orde met de volgende taakverdeling: de Minister van Justitie op luchthavens en de Minister van Verkeer en Waterstaat voor de vluchtuitvoering. De externe veiligheid betreft de veiligheid voor de omgeving en derden Nader geoperationaliseerde beleidsdoelstellingen Interne veiligheid luchtvaart De geoperationaliseerde beleidsdoelstellingen zijn: + het zodanig bevorderen van het veiligheidsniveau van de Nederlandse civiele luchtvaart dat groei van deze luchtvaart niet leidt tot een toename van het aantal ongevallen en ernstige incidenten; + het optimaliseren van de bescherming van de bemanning en hun passagiers aan boord van luchtvaartuigen tegen mogelijke terroristische daden tijdens de vlucht. Doelgroep is de gehele luchtvaartketen bestaande uit de luchtvarenden (passagiers en bemanningen), de sectorpartijen en andere bij de luchtvaartuitoefening betrokken personen en instanties. Onder Nederlandse luchtvaart wordt hier verstaan zowel de nationale als internationale luchtvaartoperatie op de Nederlandse luchthavens en binnen het Nederlandse luchtruim 1, als de onder Nederlands toezicht staande luchtvaarttuigen en luchtvaartoperaties. Het is belangrijk om te realiseren dat een groot deel van het luchtvaartveiligheidsbeleid in internationaal verband wordt ontwikkeld. Op het gebied van de security vormt de na 2001 aangenomen internationale in het bijzonder de kaderverordening van de EG en nationale wetgeving de basis voor maatregelen om nieuwe dreigingen tegen te gaan. Een en ander vraagt uitgaand van de in de Luchtvaartwet toegekende bevoegdheden een nauwe samenwerking tussen de Ministeries van Justitie en van Verkeer en Waterstaat. Daarbij is de Minister van Justitie eerst verantwoordelijk voor het beleid voor de beveiligingszorg op de luchtvaartterreinen, hetgeen uit een oogpunt van preventie de primaire beveiligingszorg is, terwijl de Minister van Verkeer en Waterstaat de eerst verantwoordelijke is voor het stellen van de regels die gelden ten aanzien van de beveiligingsmaatregelen die luchtvaartmaatschappijen dienen te treffen ter bevordering van de veiligheid tijdens de vluchtuitvoering. 1 Conform artikel 1.2 van de Wet Luchtvaart (Stb. 1992, 368). Persexemplaar 157
2 De prestatie-indicatoren die zullen worden gehanteerd zijn: + het jaarlijks voortschrijdend gemiddeld resultaat (over een vijfjarige periode) van ongevallen in de wereld op het gebied van de grote luchtvaart; + het jaarlijks voortschrijdend gemiddeld resultaat (over een vijfjarige periode) van ongevallen in Europa op het gebied van de grote luchtvaart 1 ; + De implementatiegraad van geaccepteerde bevindingen vanuit internationale audits betreffende door de overheid gestelde randvoorwaarden en het toezicht 2. Externe veiligheid luchtvaart Het geoperationaliseerde beleidsdoel is een breed gedragen extern veiligheidsbeleid dat transparant is voor de burger en bruikbaar en toepasbaar voor overheden en exploitanten van luchthavens. Doelgroepen zijn de bevolking (wonen, werken) in de omgeving, medeoverheden en de luchtvaartsector 3. Twee risicomaten worden in het algemeen in Nederland gehanteerd in het extern veiligheidsbeleid (EV-beleid) voor risicovolle activiteiten, zoals inrichtingen met gevaarlijke stoffen en ook luchtvaart. Dit zijn het individueel- of plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), waarmee kans en effect van een grootschaliger ramp met maatschappelijke ontwrichting wordt bepaald. Vanwege de problematiek samenhangend met het in verhouding grote schaalverschil tot andere risicovolle activiteiten is er tot nog toe geen groepsrisiconorm voor luchthavens ontwikkeld. Wel is er voor Schiphol een separate maat voor het totaal risico van de luchtvaart ontwikkeld, het zogenaamde Totaal Risico Gewicht. In verband met het verschil in fase van de beleidsontwikkeling op EV-gebied moet onderscheid worden gemaakt tussen de nationale luchthaven Schiphol enerzijds en de regionale en kleine luchthavens anderzijds. Voor regionale en kleine luchthavens moet in het kader van het beleidsproject RRKL uiterlijk in 2004 beleid op het gebied van de externe veiligheid (EV) zijn geformuleerd. Voor Schiphol daarentegen is reeds EV-beleid vastgelegd in de Luchtvaartwet (Stb. 1992, 368), die inmiddels is ingegaan met de ingebruikname in februari 2003 van de Polderbaan (vijfde baan) van Schiphol. 1 Het veiligheidssysteem in Nederland is in hoge mate gelijk aan die in de andere Europese landen, waardoor deze indicator als een betere representatie van de Nederlandse situatie moet worden beschouwd dan een presentatie van de weinige gegevens die van de Nederlandse ongevallen beschikbaar zijn. Omdat wereldwijd geen betrouwbare gegevens beschikbaar zijn over ernstige incidenten kunnen de prestatie-indicatoren zich alleen richten op ongevallen. 2 Dit is een nieuwe indicator waarvan nog geen historische gegevens beschikbaar zijn. 3 Onder luchtvaartsector wordt verstaan: de luchthaven Schiphol en de op Schiphol opererende luchtvaartmaatschappijen. Door het hanteren van een grenswaarde voor het Totaal-Risico-Gewicht (TRG) van Schiphol wordt het door de bron veroorzaakte risico beheerst. De TRG grenswaarde is opgenomen in het Luchthavenverkeerbesluit (LVB) van de Luchtvaartwet. Daarnaast gelden er ruimtelijke beperkingen in zones die gebaseerd zijn op plaatsgebonden risico contouren, waarmee de risico s aan de effectzijde in de omgeving van de luchthaven beheerst worden. Deze zones zijn opgenomen in het Luchthavenindelingbesluit (LIB) van de Luchtvaartwet. De ruimtelijke beperkingen hebben betrekking op nieuwbouw van woningen, dichtheden voor de vestiging van nieuwe bedrijven, bouwhoogte voor een veilige vluchtuitvoering. Daarnaast geldt,dat woningen binnen de zones met de hoogste risico s (PR > 10 5 ) aan de woonbestemming wordt onttrokken. Hierbij geldt dat de huidige bewoners mogen blijven wonen (blijfrecht). De eigenaren krijgen het aanbod de woning te verkopen. Hiermee is het huidige EV-beleid primair Persexemplaar 158
3 gericht op de beheersing van het plaatsgebonden risico rond de luchthaven. Met het ruimtelijke beleid wordt daarnaast een aanzet gegeven voor toekomstig groepsrisicobeleid (de ruimtelijke beperkingen beïnvloeden de ontwikkeling van het groepsrisico). In de Schipholwet is opgenomen dat het kabinet uiterlijk in 2005 groepsrisicobeleid implementeert. De prestatie-indicatoren zijn: + de hoogte van de jaarlijkse TRG-score voor Schiphol in relatie tot de te handhaven TRG-grenswaarde uit het Luchthavenverkeerbesluit; + het aantal op basis van keuzevrijheid van bewoners aan de woonbestemming reeds onttrokken en nog te onttrekken woningen in de sloopzones rond Schiphol. Figuur 1: globale schatting van de planning van de aan te kopen woningen in de veiligheidszones rondom Schiphol t/m aangekochte woningen gecumuleerd per jaar 09.3 Beleidsinstrumenten Interne veiligheid luchtvaart Beleidsvoorbereiding en ontwikkeling Het uitvoeringsprogramma van de eerste Nota Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart (NVB I) uit 1996 is grotendeels afgerond. Daarom is de Tweede Kamer toegezegd het veiligheidsbeleid met de beleidsdoelen en een nieuw uitvoeringsprogramma voor de komende jaren te formuleren. Besloten is aan te sturen op een beleidsagenda en een actieprogramma veiligheid burgerluchtvaart, die in hoofdlijnen aangeven welke beleidsdoelen en acties worden genomen betreffende zowel de interne veiligheid, externe veiligheid als de security. De beleidsagenda moet een inzicht geven in de samenhang en interdependentie tussen de drie onderscheidbare veiligheidsonderwerpen alsmede de verantwoordelijkheden expliciteren van betrokken overheden en bedrijven en dergelijke. Ook de burger heeft recht op inzicht in de te nemen veiligheidsmaatregelen. Persexemplaar 159
4 Daarnaast is de totstandkoming van de European Aviation Safety Agency (EASA), een Europees communautair agentschap, een belangrijke ontwikkeling die leidt tot nadere bepaling van de Nederlandse inzet voor en organisatie van de interne veiligheid. Dit agentschap krijgt een centrale rol bij de Europese harmonisatie en standaardisatie van regelgeving en de toepassing daarvan. Nederland zal bevorderen dat bevoegdheden van de EASA eerst beperkt tot de luchtwaardigheid in de komende jaren zullen worden uitgebreid met de zorg voor onder meer de veiligheid van de vluchtuitvoering en het luchtvarend personeel, waarover het overleg in Europees verband thans nog geen juridisch bindend karakter heeft. Voor de toekomst zal het EASA agentschap en de bijdrage daaraan van de nationale overheden in Europa in toenemende mate bepalend zijn voor de regelgeving op dit gebied. Tevens spant Nederland zich in om het Nederlandse beleid zoveel mogelijk af te stemmen met: + Regelgeving en actieprogramma s van de EU op veiligheidsgebied die nog niet in het mandaat van de EASA zijn opgenomen. + Afspraken over normstelling in de International Civil Aviation Organization (ICAO), de Joint Aviation Authorities (JAA) en de European Civil Aviation Conference (ECAC). + Afspraken in de JAA, de EU en de ICAO over de strategie voor het verder verbeteren van de luchtvaartveiligheid door aanpassing van de internationale eisen voor de veiligheid aan de moderne ontwikkeling van het luchtvaartsysteem (vliegend materieel, apparatuur etc.) op basis van goede evaluatiesystemen. + Beleidsrichtsnoeren en beleidstoelichtingen voor de nationale regelgeving in het kader van de Wet Luchtvaart (Stb. 1992, 368) en de Luchtvaartwet met betrekking tot veiligheidseisen voor luchtvaartuigen, functies van luchtvarend personeel, luchthavens, luchtvaartondernemingen en luchtverkeerdiensten. Gegeven het grote belang van het bevorderen van adequate regelgeving op het gebied van veiligheid zoals neergelegd in de algemene en operationele doelstellingen zijn de Nederlandse inspanningen bovendien gericht op een actieve deelname en vertegenwoordiging in de verschillende internationale gremia. Op het gebied van de security vormt de na 2001 aangenomen internationale in het bijzonder de kaderverordening van de EG en nationale wetgeving (de wijziging van afd 3a van de Luchtvaartwet) de basis voor maatregelen om nieuwe dreigingen tegen te gaan. Aldus wordt met betrekking tot de beveiliging op korte termijn in het bijzonder aan de volgende instrumenten gewerkt: + De afronding en uitwerking van het Nationale Beveiligingsplan en de daaraan gekoppelde plannen voor de individuele luchtvaartterreinen. + De uitwerking van de kaderverordening van in verordeningen en andere instrumenten van de EG voor een verdere harmonisatie van de minimumzorg voor de beveiliging. + Het uitbreiden van de instrumenten voor de beveiliging in verband met de veilige vluchtuitvoering conform de richtsnoeren van de Raad van Transportministers van de EU en van de ICAO en conform de aanbevelingen van het Nederlandse platform voor de in-flight security; in dit verband ook het stimuleren van onderzoek naar nieuwe technieken en andere instrumenten voor een betere beveiligingszorg. Persexemplaar 160
5 In de veiligheidsketen hangt het effect van het beleid af van de uitvoering en handhaving. Om een goede ketenwerking te bevorderen vindt overleg plaats met in het bijzonder de IVW. Tevens zullen de gevraagde en ongevraagde adviezen van de Veiligheid Advies Commissie Schiphol (VACS) betrokken worden bij de beleidsvorming. Financiële Stimulering Ter bevordering van de veiligheid van de internationale luchtvaart ondersteunt Nederland een aantal initiatieven van organisaties, zoals het International Institute of Air and Space Law (IIASL) en het ICAOauditsysteem waarin sinds 2001 ook de security-aspecten worden onderzocht), International Financial Facility for Aviation Safety (IFFAS). De audits die sinds enkele jaren door ICAO worden uitgevoerd hebben inzage gegeven in het functioneren van de luchtvaartautoriteiten in de wereld. Op basis daarvan zijn onder andere in Nederland activiteiten gestart om landen die de kennis daartoe ontberen en die gerelateerd zijn aan Nederlandse luchtvaartactiviteiten te ondersteunen bij het verbeteren van de luchtvaart veiligheid. Landen die aan daartoe opgestelde criteria voldoen kunnen ondersteuning krijgen vanuit het AVIASIST project (organisatorisch ondergebracht bij het IVW-DL). Daarbij is met name van belang of het land een regelmatige vluchtverbinding met Nederland heeft. Tevens ondersteunt Nederland het ICAO-initiatief tot een veiligheidsfonds dat men name ontwikkelingslanden moet helpen met het opzetten van hun luchtvaartveiligheidssysteem. Wet- en regelgeving Het luchtvaartproces is vergaand gereguleerd door onder andere brevetteringen en certificeringen. Deze regulering is er zowel op het mondiale, Europese als nationale niveau. De nationale basis is de nieuwe Wet Luchtvaart (Stb. 1992, 368). Aanvullende normering en regulering wordt in 2004 voorbereid aan de hand van aanbevelingen die voortkomen uit het vervolg van het veiligheidsbeleid, nieuwe ontwikkelingen zoals EU-regulering, de oprichting en verdere uitbouw van de EASA, de aangepaste standaards en aanbevelingen van ICAO en het wegwerken van de «achterstand». Gezien het sterk internationale karakter van de luchtvaartveiligheid is participatie in en aansluiting bij Europese en mondiale initiatieven op het gebied van de vliegveiligheid van groot belang. De inspanningen zijn gericht op een zo sterk mogelijke afstemming tussen het Nederlandse beleid en de afspraken in regionaal, Europees en mondiaal verband naar aanleiding van de internationale ontwikkelingen. De EASA, JAA en ICAO produceren met enige regelmaat voorstellen die ook in nationale regelgeving moeten worden omgezet. Om «achterstanden» te voorkomen wordt deze wet- en regelgeving voortvarend opgepakt. Monitoring en beleidsevaluatie De internationale veiligheidsaudits in het kader van het ICAO safety oversight program leveren gegevens op over de taakuitvoering inzake regelgeving en uitvoering door het Koninkrijk op het gebied van de interne veiligheid. Deze vijfjaarlijkse audit naar de veiligheid, maar ook de audits van de JAA/EU, ECAC en de ICAO naar de security geven informatie over de voorwaarden scheppende condities en de wijze waarop deze condities worden geoperationaliseerd. Deze audits van internationale Persexemplaar 161
6 organisatie hebben in eerste instantie betrekking op het functioneren van de overheid, en zijn daarbij tevens herkenbaar gericht op het functioneren van de sector. Tevens zijn de Safety Assessment Foreign Aircraft (SAFA)-inspecties, die de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) uitvoert naast een handhavingsinstrument een goed monitoringsinstrument voor de veiligheid van bezoekende vliegtuigen. Vanuit de Nederlandse overheid zijn de jaarberichten van de Inspectie van VenW van groot belang. De inspectie geeft immers direct uitvoering aan het gemaakte beleid en handhaaft de gestelde regels. Voor de security zijn een aantal testmechanismen van toepassing waarmee de haalbaarheid van de doelen etc is na te gaan en te evalueren. In het bijzonder zijn de audits van de Europese Commissie, de ECAC en de ICAO te noemen; voor dit laatste levert Nederland, evenals de andere Europese landen, een financiële bijdrage om wereldwijd tot een goed en betrouwbaar audit-systeem te komen. Programma beleidsevaluaties Evaluatie-onderwerp A. Startdatum B. Einddatum Evaluatie-periode Doel evaluatie Type evaluatie Invoering van de Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid A B Evaluatie van de effecten van de implementatie van de beleidsagenda zoals opgesteld in 2003 Ex post Externe veiligheid luchtvaart Beleidsvoorbereiding en ontwikkeling De beleidsvoorbereiding en ontwikkeling op het gebied van de externe veiligheid is in volle gang, zowel op het gebied van de beleidsinnovatie EV-groepsrisico van het Schipholbeleid als de uitwerking van het EV-beleid voor regionale luchthavens. Voor Schiphol gelden inmiddels, op basis van de herziene Luchtvaartwet, nieuwe normen voor EV. Met de uitvoering en monitoring hiervan wordt momenteel ervaring opgedaan. Bij de evaluatie in 2005 wordt opnieuw de gelijkwaardigheid met de PKB Schiphol en Omgeving nagegaan. Het voornaamste instrument van beleid is de EV-berekening van risico s van de luchtvaart voor de omgeving (omwonenden) van luchthavens. In 2003 is gestart met een grondige review van het huidig rekeninstrumentarium voor het EV-beleid, mede ten behoeve van EV-inzichten voor het beleidstraject RRKL (zie tevens artikel 11). Een in 2002 door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) geactualiseerd rekenmodel EV voor regionale en kleine luchthavens blijkt in de praktijk instabiele uitkomsten te geven, waardoor tot de review van het gehele rekenvoorschrift besloten is. De resultaten hiervan worden gehanteerd in de toekomstige beleids- en evaluatietrajecten. Tot slot loopt reeds vanaf 2000 een innovatief onderzoek in samenwerking met de sector en met internationale deskundigen voor het verkrijgen van meer diepgaand inzicht in oorzaak en gevolg in de veiligheidsketen (causaal model). Naar aanleiding van de eerste fase van het project is Persexemplaar 162
7 duidelijk geworden dat de focus voor het vervolg aangepast diende te worden. Enerzijds vanwege gebrek aan vertrouwen in data en anderzijds vanwege gebrek aan draagvlak bij uitvoerende partijen uit de sector. In 2004 wordt hierover een voortgangsrapportage gemaakt. Zoals reeds bij de operationele doelstelling voor EV is aangegeven wordt het externe veiligheidsbeleid voor de kleine en regionale luchthavens nog ontwikkeld. Te zijner tijd worden ook hiervoor monitoringsinstrumenten ontwikkeld en een evaluatieprogrammering opgezet. Convenanten en afspraken Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat spant zich in om het internationale draagvlak voor een integrale veiligheidsbenadering te bevorderen. In contacten met andere landen en in het multilaterale kader van met name de EU en de ECAC zal dit draagvlak worden gezocht. Daarbij wordt er rekening mee gehouden dat de Nederlandse benadering voor wat betreft de externe veiligheid luchtvaart in grote mate uniek is in de wereld en Europa. Uitvoering en handhaving Een belangrijk element van handhaving vormt de grenswaarde van het jaarlijkse TRG. Vanaf ingebruikname van het vijfbanenstelsel zal de IVW dienaangaande handhaven (Regeling Milieu Informatie). Een ander belangrijk element van uitvoering en handhaving vormt de daadwerkelijke implementatie van ruimtelijkeordeningsbeperkingen zoals vastgelegd in het LIB door gemeenten en het toezicht daarop. Aangezien dit in ruimtelijkeordeningskader veelal plaatsvindt buiten het directe blikveld van de Minister van VenW zullen hierover afspraken worden gemaakt met de direct betrokken partijen. In de tabel budgettaire gevolgen van beleid is een raming opgenomen van de kosten voor de aankopen van woningen ten gevolge van de inwerkingtreding van de Schipholwet. Vanaf inwerkingtreding van het LIB is de uitvoering een verantwoordelijkheid van de betreffende gemeenten. Monitoring en beleidsevaluatie In de door het kabinet uit te voeren brede beleidsevaluatie in van de nieuwe normen in de Schipholwet (ex post toets op gelijkwaardigheid met PKB), krijgen in ieder geval volgende EV-onderwerpen aandacht. Ten eerste een vergelijking van de uitkomsten van uitgevoerde TRGbepalingen met de wettelijke vastgelegde grenswaarde. Ten tweede de effectiviteit van het TRG-instrument in relatie tot het structureel vermijden van plaatsgebonden risiconiveaus buiten de sloopzones En tenslotte de uitvoerbaarheid en tijdige monitoring van de thans vastgestelde ruimtelijkeordeningsbeperkingen in de verschillende risicozones. De uitkomsten van de eerste fase van het projectcausale modellering tonen dat koppeling tussen causaalmodellering niet mogelijk is. Het formuleren van groepsrisico standstill met behulp van het instrument causaal model (bij amendement in Schipholwet 1 (Stb. 2002, 374)aangenomen), wordt daarom niet haalbaar geacht. Het GR-beleid en de GR-ontwikkeling rond Schiphol is één van de casestudies in een lopend interdepartementaal beleidstraject om eind 2003 een innovatie van het gehele GR-beleid op alle EV-terreinen van het kabinet aan de Tweede Kamer aan te bieden. Dit traject wordt geleid door de projectdirectie Externe Veiligheid van het ministerie van VROM, dat in navolging van de enquête vuurwerkramp Enschede een coördinerende rol heeft op het gebied van de externe veiligheid. Deze te verwachten GR-beleidsinnovatie zal ook worden meegenomen in de beleidsevaluatie van het huidige EV-stelsel in de Persexemplaar 163
8 Schipholwet. Er wordt daarnaast nagedacht over alternatieven voor causale modellering, die niet zozeer gericht zijn op groepsrisico en externe veiligheid als wel op verbetering van zwakkere punten in de vliegveiligheid op en rond de luchthaven en de communicatie hierover. De kwantitatieve informatie inzake de prestatie-indicatoren en de evaluatie van de risicocontouren ten opzichte van de veiligheidszones moeten in 2005 voorzien in de monitoringbehoefte voor de externe veiligheid richting de bron. Programma beleidsevaluaties Evaluatieonderwerp A. Startdatum B. Einddatum Evaluatieperiode Doel evaluatie Type evaluatie Het EV-beleid schiphol bezien voor regionale luchthavens in RRKL A B tot 2004 Bezien op bruikbaarheid en haalbaarheid van het Schiphol EV-beleid zoals vastgelegd in de Schipholwet voor overige regionale luchthavens Ex ante Ontwikkeling inzicht in causale relaties (voorheen: statistisch causaal model) A. Na afronding ontwikkeling; verwacht 2006 B. PM. Na 2006 Bezien in hoeverre het inzicht causale relaties complementair is of kan zijn aan het huidige rekeninstrumentarium Ex ante EV-beleid Schipholwet A B Inwerkingtreding vanaf februari 2003 tot evaluatiemoment Enerzijds de gelijkwaardigheid van het stelsel ten opzichte van de PKB evalueren én anderzijds de effectiviteit van het nieuwe instrumentarium bezien Ex post 1 Wijziging Wet Luchtvaart, (juni 2002, hoofdstuk 8 Schiphol) Artikel XI.5 (overgangsbepaling externe Veiligheid) «Ten behoeve van het Luchthavenindelingbesluit en het Luchthavenverkeerbesluit wordt een statistisch-causaal model ontwikkeld voor interne en externe veiligheid (groepsrisico voor de mensen op de grond) van de luchtvaart, zoals aangegeven in artikel XVI. Dit model moet in 2005 klaar zijn en worden toegevoegd aan beide besluiten. Vanaf 2005 mogen de risico s, als berekend met dit nieuwe model niet groter zijn dan de met dit model herberekende risico s 1990.» Toelichting bij vijfde nota van wijziging van de Wet Luchtvaart: «Op 8 oktober is constructief overleg gevoerd tussen de vaste commissie en de ministers over het tot stand brengen van een causaal model met betrekking tot de veiligheid van het luchthavenluchtverkeer. Dat causaal model moet de grondslag gaan bieden voor een maat voor groepsrisico. Het overleg heeft geleid tot een toezegging van de minister van V en W om bij nota van wijziging het wetsvoorstel ter zake aan te passen. In dat verband moet worden vastgesteld dat er op dit moment géén causaal model bestaat. Het model zal door (inter)nationale deskundigen ontwikkeld worden. Vervolgens moet met behulp van het model een op het luchthavenluchtverkeer toegesneden maat voor groepsrisico worden bepaald. Het nieuwe artikel XVb legt deze verplichting op aan de minister van V en W.» Persexemplaar 164
9 09.4 Budgettaire gevolgen van beleid Overzicht van budgettaire gevolgen van beleid (x 1000) 09 Veilige luchtvaart Verplichtingen Uitgaven Programma-uitgaven Intern veiligheidsniveau civiele luchtvaart Bijdragen internationale organisaties Extern veiligheidsniveau civiele luchtvaart Investeringen Ruimtelijke maatregelen Schiphol HGIS uitgaven Bijdragen internationale organisatie ICAO Overige programma uitgaven Anticiperend onderzoek Apparaatsuitgaven Ontvangsten Budgetflexibiliteit Budgetflexibiliteit (x 1000) 09 Veilige luchtvaart Totaal geraamde kasuitgaven Waarvan apparaatsuitgaven Dus programma-uitgaven Waarvan op 1 januari 2004: 4. juridisch verplicht 97% % % % % complementair noodzakelijk 0% 0% 0 0% 0% 0 0% 0 6. bestuurlijk gebonden (maar niet juridisch) 2% 134 5% 351 3% 211 1% 70 1% beleidsmatig gereserveerd (o.g.v. een wettelijke regeling of beleidsprogramma) 1% 57 4% 281 4% 281 6% 422 6% beleidsmatig nog niet ingevuld 5% 351 8% 562 8% 562 8% Totaal (=3) 100% % % % % Veronderstellingen in effectbereiking De luchtvaartsector is de primair verantwoordelijke uitvoerende partij om binnen de gestelde nationale en internationale grenswaarden een veilige luchtvaart te bereiken en te behouden. De overheid stelt kaders en bindende voorschriften en ziet actief toe op de naleving daarvan. De mate waarin het geoperationaliseerde beleidsdoel gerealiseerd wordt, is daarmee niet alleen afhankelijk van de effectiviteit van de beleidsinzet vanuit de overheid op nationaal en internationaal Persexemplaar 165
10 niveau, maar met name ook van het succes van maatregelen en inspanningen zoals waar mogelijk te nemen respectievelijk te doen door de luchtvaartsector zelf. De ontwikkelingen zijn in hoge mate afhankelijk van de resultaten die in internationaal verband worden gerealiseerd door de samenwerkende overheden (ICAO, JAA, EU(EASA), ECAC, Eurocontrol). De voortgang die geboekt wordt met harmonisatie activiteiten en de veiligheidsagenda s is in hoge mate bepalend voor de vergroting van de luchtvaartveiligheid. De strategische veiligheidsinitiatieven die door JAA (Europa) en FAA (Federal Aviation Authorities, VS) zijn genomen betreffen meerjarige inspanningen om te komen tot aanpassingen van het luchtvaartsysteem. De effectiviteit van deze zoektochten zal een langdurig effect hebben op de wereldluchtvaartveiligheid. Daarnaast spelen ook allerlei organisaties een rol in de aanverwante sector, zoals NLR, TNO, Flight Safety Foundation, Eurosafe, International Air Transport Association (IATA), ECAC, Hoewel de verbetering van de veiligheid niet afhankelijk is van één van deze organisaties, is de gezamenlijke inspanning wel degelijk van invloed op het bereikte resultaat. De geoperationaliseerde beleidsdoelstelling betreft een verhouding tussen het aantal ongevallen en de hoeveelheid verkeer. Daarmee is de mate van groei van het verkeer van belang bij het bereiken van de doelstelling. Sinds de scheiding van functies binnen de overheid en onderbrengen daarvan in verschillende organisaties binnen VenW is de inrichting en de effectiviteit van de samenwerking tussen die onderdelen van het ministerie van belang voor het bereiken van de beleidsdoelen VBTB-paragraaf In het kader van de beleidsagenda luchtvaartveiligheid zullen beleidsaccenten worden vastgesteld. Ook zal aandacht besteed worden aan het ontwikkelen van indicatoren die een indicatie geven van de voortgang die op het desbetreffende terrein wordt geboekt. Voor interne veiligheid zullen aan de hand van de uitbreiding van het auditsysteem van de ICAO aanvullende streefwaarden indicatoren worden ontwikkeld. Voor de security zal aan de hand van de eerste resultaten worden nagegaan of de nieuwe auditsystemen van de EG, van de ICAO en, nationaal, van het Ministerie van Justitie de goede graadmeters opleveren dan wel dat aanvullende graadmeters gewenst zijn. Daarnaast zal verder worden gewerkt aan een integratie van de beveiligingszorg in de veiligheidszorg voor de diverse luchtvaartactiviteiten; daarbij is ook invulling te geven aan de actieplannen van de ICAO en de EG. De daarbij te ontwikkelen en verplicht te stellen securitymaatregelen zullen in een redelijke verhouding moeten staan met het belang van efficiëntie van de luchtvaart. Voor de EASA zal, na de inrichting van het agentschap en de voor Nederland belangrijke institutionele voorzieningen, de aandacht vooral uitgaan naar de betekenis van de uitbreiding van de bevoegdheden; in dat verband zal worden bezien of de streefwaarden en prestatie-indicatoren aanpassing verdienen. Voor de regionale en kleine luchthavens is beleid in ontwikkeling. Te zijner tijd zullen streefwaarden en prestatie-indicatoren hiervoor worden vastgesteld. In de evaluatie van de besluiten (luchthavenindelingsbesluit en luchthavenverkeersbesluit, Stb. 2002, 591 en 592) in 2005 zal onder meer worden Persexemplaar 166
11 ingegaan op het volgende aspect: in hoeverre voorziet het handhavingsinstrument richting de bron (TRG) in samenhang met de overige elementen van het nieuwe stelsel in het streven om buiten de sloopzones geen hoger jaarlijks risico van 10-5 te laten optreden. Persexemplaar 167
Beleidsartikelen Algemene beleidsdoelstelling
09 VEILIGE LUCHTVAART 09.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling voor dit artikel is het bevorderen van de veiligheid van verkeer en vervoer op luchtvaartgebied. Daarbij zijn drie
Nadere informatieBeleidsartikelen Algemene beleidsdoelstelling
12 DUURZAME LUCHTVAART 12.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling voor dit artikel is het bewerkstelligen en instandhouden van een duurzame ontwikkeling van de luchtvaart. Bij een
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieBeleidsartikelen. 12.1 Algemene beleidsdoelstelling
12 DUURZAME LUCHTVAART 12.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling voor dit artikel is het bewerkstelligen en instandhouden van een duurzame luchtvaart. Bij een duurzame ontwikkeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 925 Bestrijding internationaal terrorisme 26 607 Wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging op luchtvaartterreinen Nr. 48 BRIEF VAN
Nadere informatieBeleidsartikelen Algemene beleidsdoelstelling
10 FACILITEREN LUCHTVAARTNETWERK 10.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling voor dit artikel is het beschikbaar zijn van een op de vraag aangepast, doeltreffend en doelmatig logistiek
Nadere informatiehoudende instelling van een Adviescollege burgerluchtvaartveiligheid
Besluit van houdende instelling van een Adviescollege burgerluchtvaartveiligheid Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van, nr. HDJZ/LUV/2007-, Hoofddirectie Juridische Zaken, gedaan
Nadere informatieVeiligheidsonderzoek Schiphol 2005
Veiligheidsonderzoek Schiphol 2005 VACS/05.07.06 6 september 2005 Advies Inleiding Direct na de Bijlmerramp in 1992 heeft het European-American Centre for Policy Analysis van de RAND-corporation (hierna
Nadere informatieBeleidsartikelen BELEIDSARTIKEL 6: ARBEIDSMARKTBELEID Algemene beleidsdoelstelling
BELEIDSARTIKEL 6: ARBEIDSMARKTBELEID 1 6.1 Algemene beleidsdoelstelling Het leveren van een bijdrage aan een adequaat functionerende arbeidsmarkt in VWS-sectoren om het beoogde voorzieningenniveau te kunnen
Nadere informatiePlan van aanpak ex ante. relatie tot Schiphol
Plan van aanpak ex ante beleidsevaluatie groepsrisico in relatie tot Schiphol Ministeries van V&W en VROM, mei 2005 Inhoudsopgave........................................................................................
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst
Nadere informatieSpeaking notes Helma Neppérus - symposium Platform Nederlandse Luchtvaart:
Speaking notes Helma Neppérus - symposium Platform Nederlandse Luchtvaart: Vliegen en veiligheid. Het is een boeiend thema en ook wat is daarbij de rol van de overheid. Ik sta hier als vertegenwoordiger
Nadere informatieWijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart)
Nota naar aanleiding van het verslag Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart) Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor
Nadere informatieBeleidsartikelen. 11.1 Algemene beleidsdoelstelling
11 EFFECTIEF WERKEND LUCHTVAARTBESTEL 11.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling voor dit artikel is het voorzien in een effectief werkend luchtvaartbestel door bij te dragen aan
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 232 Wijziging van de Wet luchtvaart en de Luchtvaartwet ter implementatie van verordening (EG) nr. 2111/2005 inzake de vaststelling van een
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17024 21 augustus 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 14 augustus 2012, nr. IENM/BSK-2012/145416,
Nadere informatieF a c t s h e e t Voorstel voor een nieuw normen- en handhavingstelsel Schiphol
ALDERSADVIES F a c t s h e e t Voorstel voor een nieuw normen- en handhavingstelsel Schiphol Aldersadvies: Voorstel voor een nieuw normen- en handhavingstelsel voor Schiphol Als onlosmakelijk onderdeel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.9.2003 COM(2003) 566 definitief 2003/222 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 359 Wet van 5 juli 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart ter uitvoering van een viertal verordeningen van de Europese Unie op het terrein
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25489 9 mei 2017 Tijdelijke regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 8 mei 2017, nr. IENM/BSK-2017/107529,
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw. Drs. M. H. Schultz van Haegen Postbus 90771 2509 LT Den Haag. 1 maart 2005 4
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw. Drs. M. H. Schultz van Haegen Postbus 90771 2509 LT Den Haag Datum 1 maart 2005 4 Ons kenmerk CDV03.br050 Onderwerp Oordeel over opdracht voor uitvoering
Nadere informatiePLAN VAN AANPAK EVALUATIE SCHIPHOLBELEID
PLAN VAN AANPAK EVALUATIE SCHIPHOLBELEID Samenvatting Voor u ligt het plan van aanpak voor de evaluatie van het Schipholbeleid, zoals dat is vastgelegd in de Schipholwet en de twee Luchthavenbesluiten.
Nadere informatieUITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/133 VAN DE COMMISSIE
L 25/14 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/133 VAN DE COMMISSIE van 28 januari 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/640 in verband met de invoering van nieuwe aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties
Nadere informatieBeleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige
Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart
Nadere informatieBesluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol wordt als volgt gewijzigd.
Besluit van tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de vaststelling van een maximum aantal voor nachtvluchten op de luchthaven Schiphol Op de voordracht van de Minister van
Nadere informatieOverschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007
Datum Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 2 van 11 1. Probleemstelling Ingevolge artikel 8.22 van de Wet luchtvaart schrijft de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat (hierna:
Nadere informatie3. Corendon Dutch Airlines, te dezen vertegenwoordigd door de Managing Director,
Convenant tussen de Staat der Nederlanden, KLM, Corendon Dutch Airlines en TUIfly en de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers inzake het nationaal borgen van het delen van dreigingsinformatie tussen
Nadere informatiede voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Ontwerp Brussel, C VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE van [ ] tot vaststelling van technische voorschriften en administratieve procedures met betrekking tot
Nadere informatieBeleidsartikelen. 8.1 Algemene doelstelling
BELEIDSARTIKEL 8 NAARS INKOMENSVOORZIENING VOOR KUNSTE- 8.1 Algemene doelstelling Het gedurende een beperkte periode (maximaal 48 maanden) bieden van een inkomensvoorziening aan kunstenaars die de ambitie
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15988 14 oktober 2010 Regeling van 24 september 2010, nr. 5668080/10, houdende voorschriften voor de uitvoering van controle
Nadere informatieADVIES nr. 05/2007 VAN HET EUROPEES AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE LUCHTVAART
ADVIES nr. 05/2007 VAN HET EUROPEES AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE LUCHTVAART inzake de mogelijkheid om Verordening (EG) nr. 1702/2003 te wijzigen wat betreft de uitvoeringsvoorschriften voor de
Nadere informatieBeleidsartikelen Algemene beleidsdoelstelling
11 EFFECTIEF WERKEND LUCHTVAARTBESTEL 11.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling voor dit artikel is het voorzien in een effectief werkend luchtvaartbestel door bij te dragen aan
Nadere informatieKennisbijeenkomst Veiligheid
Kennisbijeenkomst Veiligheid Veilig, veiliger, veiligst Sector Veiligheid in de Luchtvaart Ties van Zanten Hoofd Afdeling Luchtvaartveiligheid Directie Luchtvaart en Maritiem 8 december 2018 Internationale
Nadere informatie1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 april 2000 (17.04) (OR. en) 7316/00 LIMITE EUROPOL 4 NOTA van: Europol aan: de Groep Europol nr. vorig doc.: 5845/00 EUROPOL 1 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3 Betreft: Artikel
Nadere informatiePage 1 / 7. Belgisch veiligheidsbeleid voor de burgerluchtvaart
Page 1 / 7 Belgisch veiligheidsbeleid voor de burgerluchtvaart 08/10/2012 Page 2 / 7 BESLUIT VAN DE DIRECTEUR-GENERAAL Ons kenmerk : Brussel de LA/DG/2012-535 Rev. 03 08/10/2012 Betreft: Belgisch veiligheidsbeleid
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 119 Wet van 9 maart 2016 tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de invoering van een nieuw normen- en handhavingstelsel voor de luchthaven
Nadere informatieVraag 1 Wie is er in Nederland aangesloten op het Aeronautical Fixed Telecommunication Network (AFTN)?
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014768/02.
RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 juni 2011 (28.06) (OR. en) 12170/11 AVIATIO 181 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 20 juni 2011 aan: de heer Pierre de BOISSIEU, secretaris-generaal
Nadere informatieNaar een nieuw Omgevingswet proof LIB. 9 november 2015, secretarissenoverleg AM Esther van der Klis
Naar een nieuw Omgevingswet proof LIB 9 november 2015, secretarissenoverleg AM Esther van der Klis Lobby LIB Schiphol (Beleids-)inhoudelijke spoor (Bestuurlijk ) juridische spoor Hoofdlijnen beleidsinhoudelijke
Nadere informatieDGLM Handboek Veiligheidsmanagement Luchtvaart
abcdefgh DGLM Handboek Veiligheidsmanagement Luchtvaart Processen en procedures voor directies Luchtvaart en Luchthavens Versie 14 april 2009 Versie 1.0 14 april 2009 Inhoudsopgave........................................................................................
Nadere informatieAmsterdam, 28 oktober 2010.
HANS ALDERS Aan De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de heer Joop Atsma p/a postbus 20901 2500 EX Den Haag Amsterdam, 28 oktober 2010. Geachte staatssecretaris, Naar aanleiding van het verzoek
Nadere informatieADVIES nr. 02/2006 VAN HET EUROPEES AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE LUCHTVAART
ADVIES nr. 02/2006 VAN HET EUROPEES AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE LUCHTVAART inzake de mogelijkheid tot het wijzigen van artikel 7, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie
Nadere informatieApril Effecten van salderen tussen handhavingspunten
April 2006 Effecten van salderen tussen handhavingspunten Effecten van salderen tussen handhavingspunten Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart
Nadere informatieBIJLAGE BIJ EASA-ADVIES NR. 06/2012. VERORDENING (EU) nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van XXX
EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [...](2012) XXX draft BIJLAGE BIJ EASA-ADVIES NR. 06/2012 VERORDENING (EU) nr..../.. VAN DE COMMISSIE van XXX houdende wijziging van Verordening (EU) nr. / tot vaststelling
Nadere informatieALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid
Nadere informatieBeleidsartikelen. 7.1 Algemene beleidsdoelstelling
BELEIDSARTIKEL 7 INKOMENSGARANTIE VOOR HERKEURDE ARBEIDSONGESCHIKTEN 7.1 Algemene beleidsdoelstelling Het bieden van een inkomensvoorziening aan oudere herkeurde arbeidsongeschikten die op basis van het
Nadere informatieConcept ten behoeve van internetconsultatie juli-augustus 2017
Concept ten behoeve van internetconsultatie juli-augustus 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr. IENM/BSK tot wijziging van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 374 Wet van 27 juni 2002 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol Wij Beatrix, bij
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 378 Wijziging van de Luchtvaartwet in verband met wijziging van de heffingen voor de luchthaven Schiphol Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 392 Besluit van 31 augustus 1999, houdende vaststelling van regels met betrekking tot cockpitpersoneel en luchtverkeersdienstverleningspersoneel
Nadere informatieHet Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 vervalt het onderdeel dat begint met: de richtlijn.
Besluit van houdende wijziging van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer en enkele andere besluiten Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 april 2008, nr. HDJZ/LUV/2008-272;
Nadere informatieGelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;
Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 936 Luchtvaartbeleid Nr. 117 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieStartnotitie t.b.v. het opstellen van een beleidskader kleine luchtvaart
Pagina 1 Startnotitie t.b.v. het opstellen van een beleidskader kleine luchtvaart 1. Inleiding De Tweede Kamer heeft op 18 oktober 2007 het wetsvoorstel Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens
Nadere informatieIn het jaarlijks veiligheidsoverzicht staan statistieken over de veiligheid van de luchtvaart in Europa en in de rest van de wereld
JAARLIJKS VEILIGHEIDSOVERZICHT 13 Samenvatting In het jaarlijks veiligheidsoverzicht staan statistieken over de veiligheid van de luchtvaart in Europa en in de rest van de wereld De gegevens in het overzicht
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Gelet op artikel 8.23a, eerste lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1.
HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN Tijdelijke regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr. IENM/BSK-48566, houdende vaststelling van vervangende grenswaarden voor
Nadere informatie11 september 2001; de oorlog in Irak; de SARS epidemie; de fusie tussen Air France en de KLM; de opkomst van de goedkope luchtvaartmaatschappijen.
Kan Schiphol de reizigers nog wel aan in 2020? Eric Kroes Directeur van Significance Hoeveel luchtreizigers zijn er op Schiphol te verwachten in 2020? Kan de luchthaven die aantallen nog wel aan? Levert
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieBesluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 4 februari 2013, tot vaststelling van de Luchthavenregeling MLA Middenmeer.
Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 4 februari 2013, tot vaststelling van de Luchthavenregeling MLA Middenmeer. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet op de voordracht van Gedeputeerde
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 241 Besluit van 19 juni 2014 tot wijziging van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht in verband met het laten vervallen van een
Nadere informatieGevraagd besluit. Besluit. Partijen:
Beslisdocument Voortzetting samenwerking komende periode en beëindiging huidig Convenant ontwikkeling luchthaven Lelystad tussen Provincie Flevoland, Gemeente Lelystad, Schiphol Group en Lelystad Airport.
Nadere informatiede voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid mr. T.H.J. Joustra Anna van Saksenlaan HT DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid mr. T.H.J. Joustra Anna van Saksenlaan 50 2593 HT DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500
Nadere informatieMinisterie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Aan Stichting Platform Leefmilieu Regio Schiphol t.a.v. de heer drs. J.H. Griese Kerklaan 14 1189 WC AMSTELVEEN Contactpersoon J. Gosse Datum 17 maart 2005 1 Ons kenmerk
Nadere informatieOnderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol. Gebruiksjaar 2017
Onderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2017 Onderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2017 Datum 28 februari 2018 Colofon Uitgegeven
Nadere informatie9.1 Algemene beleidsdoelstelling. 9.2 Operationele doelstellingen
BELEIDSARTIKEL 9 KINDEREN TEGEMOETKOMING IN DE KOSTEN VAN 9.1 Algemene beleidsdoelstelling Het bieden van een financiële tegemoetkoming in de kosten van kinderen aan ouders of verzorgers. De Algemene Kinderbijslagwet
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 19 Burgerluchtvaart
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 19 Burgerluchtvaart 19 Burgerluchtvaart versie 2018 Crisistypen luchtvaartongeval gevolgen van een luchtvaartongeval voor het milieu verstoring
Nadere informatieStartnotitie t.b.v. het opstellen van een beleidskader kleine luchtvaart
Pagina 1 Startnotitie t.b.v. het opstellen van een beleidskader kleine luchtvaart 1. Inleiding De Tweede Kamer heeft op 18 oktober 2007 het wetsvoorstel Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor
Nadere informatieSwung-2. Voortgang en ontwikkelingen. Toon Giele Ton Bos
Swung-2 Voortgang en ontwikkelingen Toon Giele Ton Bos Stand van zaken Voortgang Swung-1 voor rijksinfra in Wet milieubeheer sinds 1 juli 2012 Regeling decentrale wegen en industrie in Swung-2 Uitvoering
Nadere informatieAfwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens
Afwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens Pagina 1 Luchthavens in Nederland zijn ingericht en uitgerust in overeenstemming met (inter)nationale voorschriften. Dit bevordert het veilig gebruik
Nadere informatieRAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT
RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1076608 Behorend bij het B&W-advies met registratienummer 1076607 Moet in elk geval behandeld zijn in de raadsvergadering van de gemeente Ptjrmerend
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36599 15 december 2014 Beleidsregel van de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport, van 20 november 2014, nr. A-0-14-0072.001,
Nadere informatieNL In verscheidenheid verenigd NL A8-0258/36. Amendement. Peter Liese namens de PPE-Fractie
8.9.2017 A8-0258/36 36 Artikel 1 alinea 1 punt -1 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies lid 2 Bestaande tekst 2. Vanaf 1 januari 2013 wordt 15 % van de rechten geveild. Dit percentage kan
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE BELEIDSAGENDA LUCHTVAARTVEILIGHEID 2006
VOORTGANGSRAPPORTAGE BELEIDSAGENDA LUCHTVAARTVEILIGHEID 2006 THEMA 1: Veilig vliegen Integrale benadering luchtvaartveiligheid De context voor een integrale benadering van luchtvaartveiligheid is in belangrijke
Nadere informatieDe discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan
De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan Bernard Hubeau & Diederik Vermeir Universiteit Antwerpen 1. Onderzoek private en sociale huur 2. Kwaliteitsvolle regelgeving 3. Wetsevaluerend onderzoek
Nadere informatiePlan van aanpak Zwemvaardigheid. 1. Inleiding
Plan van aanpak Zwemvaardigheid 1. Inleiding De notitie Schoolzwemmen, vaardigheid en veiligheid werd op 28 juni 2001 besproken tijdens een Algemeen Overleg van de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs,
Nadere informatieREGELGEVING CERTIFYING STAFF
REGELGEVING CERTIFYING STAFF Doel: Structuur regelgeving verduidelijken, Overlopen regelgeving Niet: regelgeving zelf Deze powerpoint vind je op www.lbs.be/cs Cursusmateriaal 3L Wetgeving Alles in deze
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu Directie Luchtvaart. SSP Special. ALoS. Safety Performance. Veiligheidsnetwerk 8 oktober 2014
ALoS SSP IenM Safety Performance SMS Sector SSP Special Veiligheidsnetwerk 8 oktober 2014 Carel Wassink Adviseur Veiligheid Directoraat-generaal Bereikbaarheid 8 oktober 2014 2 ALoS Safety Performance
Nadere informatieOmdat vliegtuigen worden gecertificeerd voordat ze de lucht in mogen. Omdat de veiligheid van de luchtvaart voortdurend wordt bewaakt
Omdat vliegtuigen worden gecertificeerd voordat ze de lucht in mogen -- Ieder vliegtuig moet een certificaat krijgen van de luchtvaartveiligheidsautoriteiten voordat ermee mag worden gevlogen. Certificering
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT No. 6 Landsverordening inrichting en organisatie landsoverheid 1 1 Structuur van de ambtelijke organisatie Artikel 1 1. Ingesteld worden de volgende ministeries:
Nadere informatieVereniging voor Veiligheidsadviseurs Vervoer Gevaarlijke Stoffen Functie en Taakomschrijving van de Veiligheidsadviseur
Vereniging voor Veiligheidsadviseurs Vervoer Gevaarlijke Stoffen Functie en Taakomschrijving van de Veiligheidsadviseur Vereniging voor Veiligheidsadviseurs Vervoer Gevaarlijke Stoffen Waaldijk 101 2988
Nadere informatieArtikel Op de luchthaven Schiphol vinden maximaal vliegtuigbewegingen met handelsverkeer per gebruiksjaar plaats.
Gewijzigde bijlage bij memorie van toelichting 1 wetsvoorstel tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de invoering van een nieuw normen- en handhavingstelsel voor de luchthaven Schiphol en enige
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 14, derde lid, van het Besluit burgerluchthavens;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8348 25 maart 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 20 maart 2015, nr. IENM/BSK-2015/59034,
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 74 Regeling van de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van 28 november 2014, tot wijziging van de Regeling erkenning
Nadere informatie10 maart (brief van CDV dd. 1 maart 2005)
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw. Drs. M. H. Schultz van Haegen Postbus 90771 2509 LT Den Haag Datum Bijlage(n) 10 maart 2005 1 (brief van CDV dd. 1 maart 2005) Ons kenmerk CDV03.br052
Nadere informatieNieuwe werkwijze toezicht rond Schiphol. convenant Schiphol Airport Authority
Nieuwe werkwijze toezicht rond Schiphol convenant Schiphol Airport Authority Nieuwe werkwijze toezicht rond Schiphol Vanaf 1 februari 2010 werkt de overheid voor enkele controle- en toezichtstaken samen
Nadere informatieOpenbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden
Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden Algemeen en Dagelijks Bestuur Modernisering Wsw 2008 Inleiding Per l januari 2008 wordt de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gewijzigd. Om deze modernisering
Nadere informatieCumulatie van risico's
Cumulatie van risico's Kennistafel buisleidingen mr. drs. J.H.K.C. (Christiaan) Soer Inhoud 1. Wat staat er in het Handboek? 2. Wat zei de rechter ook al weer? 3. Wat staat er eigenlijk in de wet? 4..
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13691 24 mei 2013 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 16 mei 2013, nr. 382509, houdende instelling
Nadere informatieFunctiefamilie ET Thematische experten
Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van
Nadere informatieVersie ten behoeve van de internetconsultatie
Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van..., nr. IENW/BSK, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014 in verband met het gedeeltelijk opheffen van het verbod
Nadere informatieFebruari 2010 Effect van wijzigen oostelijke luchtverkeerwegen Toetsing aan gelijkwaardigheidscriteria voor geluid
10.171.01 Februari 2010 Effect van wijzigen oostelijke luchtverkeerwegen Toetsing aan gelijkwaardigheidscriteria voor geluid Effect van wijzigen oostelijke luchtverkeerwegen Toetsing aan gelijkwaardigheidscriteria
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4720 25 maart 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu tot wijziging van de Regeling luchtvaartvertoningen
Nadere informatieOnderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Financieel-Economische Zaken IPC 5350 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375
Nadere informatieGemeente Zaanstad 16 november 2017
Schiphol - regionale samenwerking Gemeente Zaanstad 16 november 2017 Schiphol - regionale samenwerking INHOUD 1. Omgevingsraad Schiphol College van Advies - Regioforum 2. BRS ambtelijk en bestuurlijk 3.
Nadere informatie