Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties. Project GROOT. Model voor Proeven van bekwaamheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties. Project GROOT. Model voor Proeven van bekwaamheid"

Transcriptie

1 Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Project GROOT Model voor Proeven van bekwaamheid 1

2 Colofon Dit document beschrijft het model voor de proeven van bekwaamheid, in het verlengde van de kwalificatieprofielen en opleidingskaders die zijn ontwikkeld voor gemeentelijke sleutelfunctionarissen in de crisisbeheersing. Het model voor de proeven van bekwaamheid, de opleidingskaders en de kwalificatieprofielen zijn opgesteld onder regie van de projectgroep GROOT en met onderwijskundige ondersteuning van PLATO (Universiteit Leiden). Projectgroep Opdrachtgever: Opdrachtnemer: Projectleider: Extern projectleider: Projectsecretaris: Projectleden: Landelijk Overleg Coördinerend Gemeentesecretarissen Dhr. M. Dewachter, adjunct coördinerend gemeentesecretaris Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Mw. K. Scheffers, Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, gemeente Tilburg Dhr. R. van Zon, Van Zon consultancy & interimmanagement Mw. S. van Petten, Veiligheidsregio Gelderland-Zuid Mw. C. Verschuren, Veiligheidsregio Noord-Brabant Noord (plv. projectleider) Dhr. A. Nauta, Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Dhr. M. Schipper, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Dhr. G. Velzel, Veiligheidsregio Kennemerland Mw. A. Vos, senior-adviseur BMC Dhr. M. van de Wetering, Veiligheidsregio Zeeland Externe contactpersoon: Mw. N. Piël, Bureau Veiligheidsberaad Met medewerking van: Nbbe Adres Waar in dit document hij staat geschreven wordt bedoeld: hij/zij. Waar zijn staat wordt bedoeld zijn/haar. Voor de leesbaarheid is steeds voor de verkorte vorm gekozen. Datum: 2 december 2010 Versie: 1.0 Status: Definitief Projectgroep GROOT 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 4 Deel A. Kader voor de proeven van bekwaamheid 6 1. Kwaliteitseisen aan toetsen / proeven van bekwaamheid Competentiegericht Valide, betrouwbaar, representatief 6 2. Het toetsen bij de Basisopleidingen Bevolkingszorg 7 3. Het toetsen bij de overige opleidingen 7 Deel B. Toelichting op de toetsvormen 8 1. Toetsvormen specifiek geschikt bij competentiegericht onderwijs Arbeidsproef in een reële werksituatie (+ reflectie) Simulatietoets Casustoets Werkstuk of presentatie Toetsvormen bij alle soorten onderwijs Schriftelijke toets Mondelinge toets Toetskaart Portfolio-analyse 11 Deel C. Het kiezen van toetsvormen Toetsvormen bij proeve van bekwaamheid met betrekking tot eindtermen Toetsvormen bij proeve van blijvende bekwaamheid en proeve van EVC s Overwegingen bij het kiezen van toetsvormen 12 Deel D. Model voor proeven van bekwaamheid (toetsvormen en inhoud) PvB voor de Basisopleidingen Bevolkingszorg Overzicht van PvB s (m.b.t. de eindtermen) voor de gemeentelijke sleutelfunctionarissen met functies als uitgangspunt PvB voor de Algemeen Commandant Bevolkingszorg / het Hoofd Sectie Gemeenten PvB voor het Hoofd Taakorganisatie PvB voor de Teamleider PvB voor de Officier van Dienst - Bevolkingszorg PvB voor de Adviseur Crisisbeheersing PvB voor de gemeentelijke sleutelfunctionarissen met kwaliteiten als uitgangspunt 26 Bijlage 1. Lijst van afkortingen 28 3

4 Inleiding In dit document wordt een model geschetst voor de proeven van bekwaamheid (PvB s), behorend bij de kwalificatiedossiers en opleidingskaders voor de gemeentelijke sleutelfunctionarissen in de crisisbeheersing. Het gaat hierbij om proeven van bekwaamheid waarmee inzicht wordt verkregen in de beoogde competenties van deelnemers aan: - de Basisopleidingen Bevolkingszorg; - de opleidingen voor gemeentelijke sleutelfunctionarissen met functies als uitgangspunt; - de opleidingen voor gemeentelijke sleutelfunctionarissen met kwaliteiten als uitgangspunt. Om de beoogde competenties te ontwikkelen, wordt een opleidingsstructuur voorgesteld; deze is beschreven in het document Opleidingskaders. De (voorlopige) opleidingsstructuur van de opleidingen voor gemeentelijke functionarissen in de crisisbeheersing is als volgt: Opleidingen gericht op kwaliteiten / competenties Opleidingen gericht op kwaliteiten / competenties Opleidingen gericht op kwaliteiten / competenties Opleiding Algemeen Commandant Bevolkingszorg / Hoofd Sectie Gemeenten Opleiding Hoofd Taakorganisatie Opleiding Teamleider Opleiding Officier van Dienst - Bevolkingszorg Opleiding Adviseur Crisis beheersing Basisopleiding Bevolkingszorg, doelgroep procesmedewerkers Basisopleiding Bevolkingszorg, doelgroep leidinggevenden/sleutelfunctionarissen Een proeve van bekwaamheid is een (mix van) toetsvorm(en), waarmee inzicht wordt gegeven in het individueel functioneren / de competenties van de deelnemers aan de opleidingen, in relatie tot het kwalificatieprofiel. Hierbij maken we onderscheid in het meten van: - de directe leerresultaten na afloop van de opleiding (in een proeve van bekwaamheid ten aanzien van de eindtermen); - de mate waarin leerresultaten op termijn beklijven (in een proeve van blijvende bekwaamheid); - de eerder verworven competenties (in een proeve van EVC s). In deel A van dit document wordt het kader voor de proeven van bekwaamheid beschreven. Vervolgens worden in deel B de genoemde toetsvormen nader toegelicht, en worden in deel C de overwegingen bij het kiezen van de toetsvormen beschreven. In deel D wordt voor de Basisopleidingen Bevolkingszorg en voor de gemeentelijke sleutelfuncties aangegeven, welke proeven van bekwaamheid op de verschillende meetmomenten passend (toetsvormen en toetsinhoud). Dit deel is zodanig opgebouwd, dat de modellen voor proeven van bekwaamheid bij alle beschreven opleidingskaders/functies afzonderlijk zijn te lezen en te gebruiken: ze bevatten elk de volledige informatie. Dit bevordert het gebruiksgemak van dit document bij het ontwikkelen van de 4

5 afzonderlijke proeven van bekwaamheid. Door deze werkwijze is het echter onvermijdelijk, dat er herhalingen in de tekst voorkomen. Tot slot is in de bijlage een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen. Op basis van dit document en de eraan voorafgaande documenten uit het project GROOT (kwalificatieprofielen en opleidingskaders) kan de toetsende instantie per opleidingskader/functie een keuze maken voor een (mix van) toetsvorm(en) en deze verder inhoudelijk uitwerken in een proeve van bekwaamheid. De proeven van bekwaamheid worden dus opgesteld op basis van de documenten van het project GROOT en niet op basis van door opleidingsinstituten te ontwikkelen opleidingen. In de proeven van bekwaamheid worden dus niet de opleidingen getoetst, maar de beoogd te ontwikkelen competenties. Het uitgangspunt is overigens wel, dat in de opleidingen de beoogde competenties worden ontwikkeld. 5

6 Deel A. Kader voor de proeven van bekwaamheid 1 1. Kwaliteitseisen aan toetsvormen / proeven van bekwaamheid 1.1. Competentiegericht Het uitgangspunt is dat de kwalificatieprofielen en de opleidingen voor de gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties competentiegericht zijn. In het verlengde hiervan moeten ook de toetsvormen competentiegericht worden opgezet. Bij competentiegericht toetsen willen we de competenties in een zo natuurlijk mogelijke context en in onderlinge relatie met elkaar beoordelen. Basisopleidingen Bevolkingszorg In het document Opleidingskaders is aangegeven, welke inhouden in de Basisopleidingen Bevolkingszorg aan de orde dienen te komen. Daarbij is aangegeven dat de functionaris na het volgen van de Basisopleiding Bevolkingszorg niet alleen de inhoudsgebieden sec moet beheersen, maar dat hij het geleerde ook op hoofdlijnen geïntegreerd (in theorie) moet kunnen aanwenden. De didactiek dient zodanig te zijn, dat het leren in een betekenisvolle context plaatsvindt. Ook de toetsvormen moeten hierbij aansluiten en competentiegericht worden opgezet. Dat betekent bijvoorbeeld dat er niet naar losse feiten wordt gevraagd, maar dat het gaat om het geïntegreerd kunnen inzetten van het geleerde in schriftelijke voorbeeldsituaties die lijken op de (toekomstige) werksituaties. Opleidingen voor gemeentelijke sleutelfunctionarissen met functies resp. kwaliteiten als uitgangspunt In het document Opleidingskaders is voor de opleidingen met functies als uitgangspunt beschreven welke taken, in welke context en met welke kwaliteiten de functionarissen geïntegreerd moeten kunnen uitvoeren. Met andere woorden: er is aangegeven over welke competenties de functionarissen moeten beschikken. De opleidingen dienen daarom competentiegericht te worden opgezet. Ook de opleidingen met kwaliteiten als uitgangspunt stellen in bredere zin de competenties centraal. Dat betekent dat in al deze opleidingen een mix van theoretische en praktische werkvormen nodig is. In het verlengde hiervan moeten ook de proeven van bekwaamheid competentiegericht worden opgezet. De competenties moeten beproefd worden in situaties die (geheel of op onderdelen) doen denken aan en vergelijkbaar zijn met de daadwerkelijke werksituatie Valide, betrouwbaar, representatief De proeven van bekwaamheid zijn een (mix van) toetsvorm(en), waarmee inzicht wordt gegeven in het individueel functioneren / de competenties van de deelnemers aan de opleidingen in relatie tot het kwalificatieprofiel. Het is belangrijk dat de toetsen zo eerlijk mogelijk zijn, dat wil zeggen dat deelnemers die wel voldoen aan de criteria slagen en dat deelnemers die niet voldoen aan de criteria zakken. In dit kader zijn met name de volgende eisen aan toetsvormen van belang: - Validiteit Dit betekent dat een toets moet meten wat hij beoogt te meten. Het kan hierbij gaan om de mate waarin de deelnemer de eindtermen beheerst, de mate waarin leerresultaten op termijn beklijven of 1 Deel A en deel B zijn mede gebaseerd op: - J. van Diggele & G. Straetmans (Cito), Competentiegericht beoordelen (artikel op basis van de Citobrochure Anders opleiden, anders toetsen (2001). - Nbbe-presentatie en toelichting Competentiegericht toetsen (m.b.t. proeven van bekwaamheid) en toelichting Onderwijskundige achtergrond methodenmix. - J. Nedermeijer & A. Pilot (2000). Beroepscompetenties en academische vorming in het hoger onderwijs. Groningen: Wolters-Noordhoff. 6

7 de eerder verworven competenties. Een valide toets is een toets die relevant is (begripsvaliditeit) en die evenwichtig is, zodat alle doelstellingen getoetst worden (inhoudsvaliditeit). - Betrouwbaarheid Hierbij gaat het om de mate waarin de resultaten van de toets echt waar zijn en niet door het toeval zo zijn ontstaan. Een toets is betrouwbaar als deze: o de goede van de slechte deelnemers onderscheidt; o bij scoring door verschillende beoordelaars tot dezelfde uitslag zal leiden; o van voldoende lengte is om toevalstreffers uit te sluiten; o qua niveau is afgestemd op het niveau van de deelnemers. Verder is het bij competentiegericht toetsen van belang, dat de toetsen (in combinatie met de andere kwaliteitseisen) zo realistisch en representatief mogelijk zijn. Vaak kan echter niet aan alle kwaliteitseisen tegelijk tegemoet gekomen worden. Zo zijn bijvoorbeeld heel representatieve toetsen over het algemeen minder betrouwbaar, en omgekeerd. Dit wordt verder toegelicht in deel B. In deel C wordt vervolgens beschreven, hoe tot een keuze van toetsvormen kan worden gekomen. 2. Het toetsen bij de Basisopleidingen Bevolkingszorg Bij de Basisopleidingen Bevolkingszorg moet niet alleen getoetst worden of de deelnemer de inhoudsgebieden sec beheerst, maar ook of hij het geleerde op hoofdlijnen geïntegreerd kan aanwenden in verschillende schriftelijke voorbeeldsituaties (zie de in de opleidingskaders aangegeven eindtermen). De toetsvorm moet competentiegericht worden opgezet. Dat betekent bijvoorbeeld dat er niet naar losse feiten wordt gevraagd, maar dat het gaat om het geïntegreerd kunnen inzetten van het geleerde in schriftelijke voorbeeldsituaties die lijken op de (toekomstige) werksituaties. Hierbij kunnen onder andere de casustoets of andere (competentiegericht opgezette) schriftelijke toetsvormen worden gebruikt. Tijdens de opleiding zelf kan de docent ook al bepaalde onderdelen van de opleiding toetsen, namelijk de lokale/regionale invulling van de eindtermen. Hiervoor gebruikt hij een toetskaart. De docent dient vervolgens aan de toetsende instantie door te geven, of de deelnemer voldoet aan de lokale/regionale eisen. Is dit het geval, dan kan de deelnemer de centrale proeve van bekwaamheid afleggen. 3. Het toetsen bij de overige opleidingen Bij de overige opleidingen gaat het om het toetsen van de in de opleidingskaders bij Eindtermen aangegeven competenties, mede in relatie tot de aangegeven keuzes en dilemma s. Dat wil zeggen: er moet getoetst worden of de functionaris in staat is de aangegeven kerntaken in de aangegeven context uit te voeren met de daarvoor benodigde aangegeven kernkwaliteiten, mede in relatie tot de aangegeven keuzes en dilemma s. Voor dit competentiegerichte toetsen kunnen met name de volgende toetsvormen worden ingezet: - Arbeidsproef in een reële werksituatie (+ reflectie) - Simulatietoets - Casustoets - In combinatie met andere toetsvormen: werkstuk of presentatie Desgewenst kunnen bovenstaande toetsvormen (voor bepaalde onderdelen/competenties) worden aangevuld met een schriftelijke of mondelinge toets. Toetsing van de beheersing van de couleur lokaal en regionaal kan niet plaatsvinden vanuit een centrale proeve van bekwaamheid. Het beheersen van de lokale/regionale invulling dient tijdens de opleiding door de docent zelf te worden getoetst. Hiervoor gebruikt hij een toetskaart. De docent dient vervolgens aan de toetsende instantie door te geven, of de deelnemer voldoet aan de lokale/regionale eisen. Is dit het geval, dan kan de deelnemer de centrale proeve van bekwaamheid afleggen. 7

8 Deel B. Toelichting op de toetsvormen In dit deel worden de afzonderlijke toetsvormen die onderdeel kunnen uitmaken van de proeven van bekwaamheid toegelicht. Allereerst worden de toetsvormen die specifiek bij competentiegericht onderwijs worden ingezet toegelicht. Daarna volgen de toetsvormen die bij alle soorten onderwijs gebruikt worden. Tot slot worden de toetskaart en de portfolio-analyse toegelicht. 1. Toetsvormen specifiek geschikt bij competentiegericht onderwijs Competentiegerichte toetsvormen nemen de beroepspraktijk als uitgangspunt. Onderstaand worden de mogelijke toetsvormen hierbij toegelicht. De eerstgenoemde toetsen zijn het meest authentiek en representatief voor de beroepspraktijk, de laatstgenoemde toetsen het minst authentiek en representatief. Daar staat tegenover dat de laatstgenoemde toetsen het meest betrouwbaar zijn, terwijl de eerstgenoemde toetsen het minst betrouwbaar zijn (omdat deze meer contextgevoelig zijn) Arbeidsproef in een reële werksituatie (+ reflectie) De arbeidsproef is een hands-on-toets, waarbij de kandidaat een realistische opdracht uitvoert in een reële werksituatie. Hierdoor heeft men bij uitstek de gelegenheid om de beoogde competenties te beoordelen. De opdracht voor de kandidaat moet vanuit het competentieperspectief geformuleerd worden, zodat het een integratieve, authentieke/representatieve en contextrijke opdracht is. - Voordelen van de arbeidsproef in een reële werksituatie: o erg realistisch; o representatief; o hoge acceptatiegraad door kandidaat. - Nadelen van de arbeidsproef in een reële werksituatie: o o minder betrouwbaar (want moeilijk te standaardiseren); kan moeilijk uitvoerbaar kan zijn, omdat er steeds reële werksituaties nodig zijn en omdat de toets veel tijd in beslag neemt. Voor wat betreft het beoordelen van de arbeidsproef in de reële werksituatie zijn er twee mogelijkheden: 1. De kandidaat voert de te beoordelen taken uit in de werksituatie op een vastgestelde datum/tijdstip. Hij wordt bij het uitvoeren van de taken geobserveerd door beoordelaars. Het voordeel in deze situatie is dat met zelf in te zetten beoordelaars kan worden gewerkt. Het nadeel is dat de beoordeling wordt gebaseerd op een momentopname. 2. De kandidaat voert de te beoordelen taken uit in de werksituatie gedurende een bepaalde periode. De kandidaat zelf, maar ook andere personen op de werkplek en de beoordelaar vullen vragenlijsten in over het functioneren (360⁰-feedback). Op basis daarvan wordt een oordeel gevormd over de beoogde competenties van de kandidaat. Het voordeel in deze situatie is dat dit geen momentopname betreft. Het nadeel is dat medewerking van personen op de werkplek (voor feedback) nodig is. Het is aan te bevelen de arbeidsproef gepaard te laten gaan met een reflectiegesprek. Dit is een verdiepend gesprek, waarin de kandidaat reflecteert op het eigen gedrag. De bevindingen uit het reflectiegesprek tellen mee in de eindbeoordeling van de arbeidsproef. 8

9 1.2. Simulatietoets De simulatietoets is een toets met daarin een aantal gesimuleerde onderdelen. De simulatie vindt plaats met behulp van bijvoorbeeld modellen, acteurs of computersimulatie. De kandidaat voert onder die gesimuleerde omstandigheden een realistische opdracht uit. De beoogde competenties moeten dus in een bepaalde nagebootste situatie worden geplaatst. Er wordt bij de beoordeling niet alleen gekeken naar hoe de kandidaat de opdracht instrumenteel/technisch uitvoert, maar ook naar kennis- en houdingscomponenten. De opdracht in de simulatietoets vraagt van de kandidaat een reactie in de vorm van waarneembaar gedrag. In aanvulling daarop wordt de kandidaat (tussentijds of na afloop) mondeling of schriftelijk bevraagd over het getoonde handelen. Zo wordt nagegaan of de kandidaat de beslissingen op basis van de juiste kennis/afwegingen heeft gemaakt. Ook kan zo beoordeeld worden in hoeverre er sprake is van transfer, dat wil zeggen: in hoeverre de kandidaat de getoonde competenties ook in andere situaties kan aanwenden. - Voordelen van de simulatietoets: o realistisch; o redelijk betrouwbaar (want te standaardiseren); o efficiënt. - Nadelen van de simulatietoets: o enigszins representatief; o veel voorbereidingstijd nodig voor ontwikkelen simulatie Casustoets Een casustoets is een hands-off-toets, waarbij het gaat om een van de beroepspraktijk afgeleide probleemsituatie, die met behulp van kennis en competenties moet worden opgelost. De casustoets bestaat uit een casus (beschrijving van de praktijksituatie of probleemstelling) en daarbij specifieke informatie die nodig is voor de analyse en de opdracht. De casustoets kan bijvoorbeeld bestaan uit de opdracht om een probleemanalyse te maken en alternatieve oplossingen voor het probleem aan te geven, of het beantwoorden van een aantal handelingsgerichte vragen. De casustoets kan dus meer of minder uitgebreid zijn: 1. Complexe casuïstiek (ook wel authentieke opdracht genoemd) Dit betreft complexe en van de beroepspraktijk afgeleide probleemsituaties. De kandidaat moet acties ondernemen die resulteren in een product, bijvoorbeeld een plan van aanpak schrijven aan de hand van complexe casuïstiek rondom een calamiteit of ramp. 2. Korte, handelingsgerichte casus Hierbij wordt een situatie geschetst, waarover vervolgens vragen worden gesteld. Het is van belang dat in de casus en de vragen een beroep wordt gedaan op de handelingsgerichte en/of probleemoplossende competenties. De casus kan in schriftelijke of elektronische vorm (bijvoorbeeld computergestuurd) plaatsvinden. In de casus moet echt iets gebeuren en de kandidaat moet worden uitgenodigd om te reageren. Een casus die slechts een decor schetst, zal al snel leiden tot vragen die gericht zijn op alleen kennis en feiten. 3. Casusopdracht Deze opdracht heeft een wat langere looptijd en kan eventueel door een aantal kandidaten samen worden uitgevoerd. Ten behoeve van de opdracht moeten de kandidaten diverse soorten informatie verzamelen en verschillende acties ondernemen (bijvoorbeeld stukken schrijven, interviews afnemen, observaties uitvoeren). Hierbij is het van belang dat de opdracht een authentieke taak betreft: deze moet in een reële situatie van het werkveld worden geplaatst. De voor- en nadelen zijn als volgt: - Voordelen van de casustoets: o betrouwbaar (want te standaardiseren); 9

10 o (beroeps)praktijkgericht. - Nadelen van de casustoets: o beperkt representatief; o tijdrovend voor kandidaten Werkstuk of presentatie Een werkstuk of presentatie kan voor bepaalde competenties een geschikte (aanvullende) toetsvorm zijn. Dit is met name het geval bij competenties die betrekking hebben op het uitvoeren van analyses of het leveren van een bijdrage aan kwaliteitszorg of deskundigheidsbevordering. - Voordelen van werkstuk/presentatie: o beoordeling betrouwbaar (want te standaardiseren). - Nadelen van werkstuk/presentatie: o minst representatief. 2. Toetsvormen bij alle soorten onderwijs Hieronder worden twee bekende toetsvormen toegelicht, die bij alle soorten onderwijs worden gebruikt: de schriftelijke toets en de mondelinge toets. Ze zijn dus niet specifiek geschikt bij competentiegericht onderwijs; er zijn andere toetsvormen die dichter bij de beroepspraktijk staan. Onderstaande toetsvormen kunnen desgewenst echter wel aanvullend worden gebruikt voor het toetsen van bepaalde (onderdelen van) competenties Schriftelijke toets Schriftelijke toets met open vragen Schriftelijke toetsen met open vragen zijn relatief eenvoudig samen te stellen. Nadeel is dat het nakijken ervan veel tijd kan kosten. Om de betrouwbaarheid van de toets te vergroten, is het aan te bevelen voor elke vraag een antwoordmodel te maken met daarin: - de componenten van het ideale antwoord; - de puntenverdeling over de componenten. Schriftelijke toets met gesloten vragen Schriftelijke toetsen met gesloten vragen zijn gemakkelijk na te kijken. Het ontwikkelen van goede toetsen met gesloten vragen vergt echter veel tijd en ook vaardigheid (zowel in het formuleren van de vragen als het formuleren van de antwoorden). Een risico bij het opstellen van gesloten vragen is dat deze in de praktijk tenderen naar de gemakkelijker te formuleren kennisvragen. Er zijn echter ook gesloten vragen denkbaar voor een toets gericht op (onderdelen van) competenties. Voorbeelden hiervan zijn: - aangeven of een oplossing voor een bepaald probleem juist of onjuist is; - aangeven of een bepaalde verklaring voor een bepaalde situatie juist of onjuist is; - conclusies op basis van aangegeven informatiebronnen/input op hun juistheid laten beoordelen. Een toets met gesloten vragen moet uit een voldoende aantal vragen bestaan, om te kunnen corrigeren voor gokken. Het is daarom wenselijk een toetsbank te ontwikkelen, waaruit vragen geput kunnen worden Mondelinge toets Bij de mondelinge toets stelt de beoordelaar/examinator vragen, waarop de kandidaat mondeling antwoord moet geven. De mondelinge toets is redelijk eenvoudig te construeren. De afname kost relatief veel tijd, omdat dit vaak per kandidaat plaatsvindt; daar staat tegenover dat er geen extra tijd meer nodig is voor het nakijken. 10

11 Voor de validiteit van de mondelinge toets is het van groot belang, dat de beoordelaar/examinator vooraf goed overweegt welke onderwerpen hij aan de orde gaat stellen. Hij dient hiertoe een lijst met te bevragen onderwerpen/competenties vast te leggen en zich hieraan te houden. Voor de betrouwbaarheid van de mondelinge toets is het aan te bevelen, dat deze door twee beoordelaars/examinatoren wordt afgenomen. 3. Toetskaart (voor couleur regionaal en lokaal tijdens de opleiding) Tijdens de opleiding zelf kan de docent ook al bepaalde onderdelen van de eindtermen toetsen, met name de beheersing van de lokale/regionale invulling van de eindtermen (en bij ACBz/HS-Gem ook de specifieke lokale/regionale invulling van kerntaak 1, en bij ACB ook de beheersing van de warme taken). De docent gebruikt een toetskaart om de kennis/vaardigheden/verrichtingen van de deelnemers met betrekking tot deze aspecten te toetsen en vast te leggen. De docent dient vervolgens aan de toetsende instantie door te geven, of de deelnemer voldoet aan de lokale/regionale eisen. Is dit het geval, dan kan de deelnemer de centrale proeve van bekwaamheid afleggen. 4. Portfolio-analyse (voor beoordelen EVC s en blijvende bekwaamheid) In een portfolio verzamelt de functionaris alle evaluatieve informatie over wat hij geleerd heeft. Die informatie bestaat uit bijvoorbeeld producten, evaluaties van optreden bij incidenten/oefeningen (plus reflectie daarop) en andere praktijkbewijzen, competentiedemonstraties, verslagen van gesprekken en zelfbeoordelingen, verklaringen van derden of diploma s. Vooraf moet worden vastgesteld welke informatie als bewijs in het portfolio kan gelden. Een portfolio wordt gebruikt om de ontwikkeling van competenties van een functionaris in de loop der tijd te beoordelen. Gebruik van portfolio bij proeve van eerder verworven competenties (EVC s) Bij de proeve van EVC s wil de functionaris met het portfolio (en zijn zelfevaluatie daarbij) bewijzen dat hij de eindtermen (geheel of gedeeltelijk) beheerst. Op basis van de portfolio-analyse vindt een assessmentgesprek plaats en kan een EVC-certificaat worden toegekend. Gebruik van portfolio bij proeve van blijvende bekwaamheid Bij de proeve van blijvende bekwaamheid analyseert de werkgever de inhoud van het portfolio en komt op basis daarvan tot een oordeel over de blijvende bekwaamheid (blijvende beheersing van de competenties) door de functionaris. Aanvullend op het portfolio kan ook een self-, peer- of co-assessment plaatsvinden (zie verder in deel D). 11

12 Deel C. Het kiezen van toetsvormen In dit deel wordt in zijn algemeenheid beschreven, hoe het kiezen van toetsvormen bij de opleidingen voor de gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties plaatsvindt en welke overwegingen daarbij een rol spelen. 1. Toetsvormen bij proeve van bekwaamheid met betrekking tot de eindtermen Het uitgangspunt bij de opleidingen voor de gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties is dat er competentiegericht wordt getoetst. Dat betekent dat alle proeven van bekwaamheid de beroepspraktijk als uitgangspunt moeten nemen. Een competentiegerichte toets is een integratietoets, waarin de beheersing van de genoemde kerntaken in de genoemde context met de genoemde kwaliteiten in samenhang aan de orde komt. In deel B zijn de toetsvormen genoemd, die specifiek geschikt zijn bij competentiegericht onderwijs. Eén of meer van deze toetsvormen dienen in elk geval onderdeel uit te maken van elke proeve van bekwaamheid. In principe heeft de arbeidsproef daarbij steeds de voorkeur, omdat de kandidaat daarbij zijn competenties kan demonstreren in de reële werkomgeving. Het is echter zeker niet altijd mogelijk of wenselijk om voor een arbeidsproef te kiezen, bijvoorbeeld vanwege veiligheidsaspecten, ethische afwegingen of organisatorische beperkingen. Dan wordt bekeken of een simulatietoets een goed alternatief is; zo niet, dan kan gekozen worden voor een casustoets of werkstuk/presentatie. Daarnaast kan in de proeve van bekwaamheid ook gebruik worden gemaakt van de toetsvormen bij alle soorten onderwijs ; zie deel B. Deze worden over het algemeen ingezet voor het toetsen van deelcompetenties. 2. Toetsvormen bij proeve van blijvende bekwaamheid en proeve van EVC s In deel D wordt per opleidingskader/functie aangegeven, welke toetsvormen bij deze proeven kunnen worden ingezet. 3. Overwegingen bij het kiezen van toetsvormen Bij het kiezen van toetsvormen voor de proeven van bekwaamheid spelen onder andere de volgende overwegingen een rol: - De toets moet zo competentiegericht mogelijk zijn. - De toets moet zo valide mogelijk zijn. - De toets moet zo betrouwbaar mogelijk zijn. - De toets moet (ten aanzien van de beroepspraktijk) zo representatief mogelijk zijn. In deel B is beschreven, dat er wat dit betreft geen ideale toetsvorm is. De verschillende toetsvormen scoren verschillend op bovengenoemde eisen. Om aan meerdere eisen tegemoet te komen, kunnen verschillende toetsvormen aanvullend op elkaar worden gebruikt. Dit is met name relevant wanneer complexe competenties worden aangeleerd. Worden meerdere toetsvormen ingezet, dan is het van belang om vooraf precies te bepalen welke competenties met welke toetsvorm worden gemeten. Zo kunnen schriftelijke en mondelinge toetsen gebruikt worden in aanvulling op meer praktische toetsvormen, die vooral gericht zijn op waarneembaar gedrag. Schriftelijke en mondelinge toetsen kunnen zich in dit geval richten op kennis van en inzicht in het domein, waaruit voor de gedragstoetsen een scala van handelingen wordt geselecteerd. 12

13 Andere overwegingen bij het kiezen van toetsvormen zijn: - de tijd die de kandidaat nodig heeft voor het maken van de toets; - de tijd die de ontwikkelaar/beoordelaar/examinator nodig heeft voor het maken, afnemen, nakijken en feedback geven op de toets; - de tijd die nodig is voor het maken van nieuwe toetsen voor hetzelfde opleidingskader / dezelfde functie (bijvoorbeeld voor herkansingen of eventuele nieuwe versies); - de kosten voor het maken, afnemen, nakijken etcetera van de toets; - veiligheidsaspecten; - ethische overwegingen; - organisatorische (on)mogelijkheden. 13

14 Deel D. Model voor proeven van bekwaamheid (toetsvormen en inhoud) In dit deel wordt per opleidingskaders/functie een model aangegeven voor de verschillende proeven. We maken hierbij onderscheid in de verschillende meetmomenten, dat wil zeggen het meten van: - de directe leerresultaten (in een proeve van bekwaamheid met betrekking tot de eindtermen); - de mate waarin kennis op termijn beklijft (in een proeve van blijvende bekwaamheid); - de eerder verworven competenties (in een proeve van EVC s). Per proeve worden zowel de toetsinhoud als de mogelijke toetsvormen genoemd. 1. PvB voor de Basisopleidingen Bevolkingszorg 1.1. Proeve van bekwaamheid met betrekking tot de eindtermen Toetsinhoud Bij de Basisopleidingen Bevolkingszorg moet getoetst worden of de deelnemer het beoogde geleerde (algemene basiskennis van de crisisbeheersing en zijn rol bij de gemeentelijke crisisorganisatie, inzicht hierin, en het - in theorie - kunnen toepassen ervan) op hoofdlijnen geïntegreerd kan aanwenden in verschillende schriftelijke voorbeeldsituaties (zie opleidingskaders). Toetsing van de lokale/regionale invulling van de eindtermen kan niet plaatsvinden vanuit een centrale proeve van bekwaamheid. Het beheersen van de lokale/regionale invulling dient tijdens de opleiding door de docent zelf te worden getoetst met een toetskaart, onder verantwoordelijkheid van de regio. Hoe dit verder in zijn werk gaat is beschreven onder het kopje Toetsvormen. Toetsvormen De toets moet competentiegericht worden opgezet. Dat betekent bijvoorbeeld dat er niet naar losse feiten wordt gevraagd, maar dat het gaat om het geïntegreerd kunnen inzetten van het geleerde in schriftelijke voorbeeldsituaties die lijken op de (toekomstige) werksituaties. Hierbij kunnen onder andere de casustoets of andere (competentiegericht opgezette) schriftelijke toetsvormen in open en/of gesloten vorm worden gebruikt. Gezien de relatief grote aantallen mogelijke kandidaten voor deze toets, moet het beoordelen ervan zodanig gestandaardiseerd worden dat de tijdsinvestering hiervoor te overzien blijft. Voor toetsing bij elk van beide Basisopleidingen Bevolkingszorg kan een centrale toetsbank worden ontwikkeld, waarmee getoetst kan worden of de aangegeven eindtemen (uitgezonderd de lokale/regionale eindtermen) zijn bereikt. Toetsing van de couleur lokaal en regionaal kan niet plaatsvinden vanuit een centrale toetsbank. De centrale toetsing richt zich dus op de overige, landelijk geldende aspecten. De couleur lokaal en regionaal dient tijdens de opleiding door de docent zelf te worden getoetst. Hiervoor gebruikt hij een toetskaart. De docent dient vervolgens aan de toetsende instantie door te geven, of de deelnemer voldoet aan de lokale/regionale eisen. Is dit het geval, dan kan de deelnemer de centrale toets afleggen. De centrale toetsbank kan allereerst een groot aantal voorbeelden van crisissituaties bevatten (casusbeschrijvingen, bijvoorbeeld gebaseerd op de Leidraad). Vervolgens kan de toetsbank een groot aantal (min of meer algemeen geformuleerde) vragen m.b.t. de casusbeschrijvingen bevatten. Voorbeelden van vragen kunnen zijn: - Met welke organisaties hebt u hier te maken? - Welke gemeentelijke processen / onderdelen van de uitvoeringsorganisatie van de bevolkingszorg spelen hierbij een rol? - Wat houden de verschillende processen op hoofdlijnen in? - Wat is (op hoofdprocesniveau, niet op functieniveau) de onderlinge taakverdeling, wat zijn de stappen, wie doet wat? - Hoe wordt (op hoofdlijnen) de crisisorganisatie in deze situatie gealarmeerd? 14

15 Door de casusbeschrijvingen te kruisen met de vragen, ontstaan grote aantallen toetsvragen. Voor het samenstellen van casustoetsen of andere schriftelijke toetsen kan een selectie uit deze vragen worden gemaakt Proeve van blijvende bekwaamheid Na het voltooien van de Basisopleiding Bevolkingszorg is het de verantwoordelijkheid van de werkgever erop toe te zien dat de functionaris blijft voldoen aan de gestelde eindtermen (zowel de landelijke als de lokale/regionale eindtermen). De werkgever kan hiertoe aan de functionaris vragen om na de opleiding een portfolio bij te houden. De functionaris dient in dat portfolio evaluatieve informatie te verzamelen over wat hij (na de opleiding) op dit terrein gedaan en geleerd heeft. Die informatie bestaat uit bijvoorbeeld producten, evaluaties van optreden bij incidenten/oefeningen (plus reflectie daarop) en andere praktijkbewijzen, competentiedemonstraties, verslagen van gesprekken en zelfbeoordelingen, verklaringen van derden of diploma s. Vooraf moet worden vastgesteld welke informatie als bewijs kan gelden. De werkgever analyseert de inhoud van het portfolio en komt op basis daarvan tot een oordeel over de blijvende bekwaamheid (blijvende beheersing van de competenties) door de functionaris. Aanvullend op het portfolio kan ook self-, peer- of co-assessment plaatsvinden: - Bij self-assessment geeft een functionaris een oordeel over zichzelf. Over het algemeen neemt de motivatie van een functionaris toe, wanneer hij zichzelf moet beoordelen. Feedback van de werkgever verbetert het self-assessment en het beeld van de functionaris van wat hij werkelijk waard is. - Bij peer-assesment geven functionarissen een oordeel over hun collega. Hiermee kan de voortgang van een functionaris worden bepaald. De motivatie van functionarissen verbetert, wanneer zij elkaar moeten beoordelen. - Bij co-assessment beoordelen functionarissen zichzelf en elkaar, maar heeft de werkgever de mogelijkheid om het oordeel te beïnvloeden. Er vinden niet standaard herhalingscursussen van de Basisopleidingen Bevolkingszorg plaats. In geval van externe veranderingen (denk aan bijvoorbeeld veranderingen in samenwerkingen, procedures of wet- en regelgeving) dient de werkgever erop toe te zien dat zonodig aanvullende opleiding plaatsvindt Proeve van eerder verworven competenties (EVC s) Voor alle in de opleidingskaders beschreven opleidingen voor de gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties geldt ten aanzien van EVC s het volgende: Soms heeft een functionaris wel relevante werkervaring en kennis voor een functie, maar niet de diploma s van de opleidingen die daarbij horen. In een proeve van eerder verworven competenties kan een deskundige deze werkervaring en kennis op zijn waarde schatten. De proeve van EVC s kan de volgende stappen omvatten: - Samenstellen van een portfolio De functionaris stelt zijn portfolio samen, aan de hand van richtlijnen die zijn opgesteld vanuit de eindtermen van de opleiding. Het portfolio bevat een verzameling bewijzen waarmee de functionaris wil aantonen dat hij de eindtermen (geheel of gedeeltelijk) beheerst, en een zelfevaluatie daarbij. - Assessmentgesprek Op basis van het portfolio wordt een gesprek gevoerd met één of meer assessoren. Deze zijn werkzaam in de opleiding en/of de beroepspraktijk. De assessoren beoordelen of de functionaris de in kaart gebrachte kennis en ervaring ook werkelijk heeft. - Ervaringscertificaat De resultaten van het assessmentgesprek worden vastgelegd in een ervaringscertificaat. Het ervaringscertificaat geeft weer, van welke competenties erkend is dat de functionaris deze op basis van ervaring en kennis heeft verworven. Op basis hiervan wordt vastgesteld voor welke onderdelen uit de opleiding de functionaris vrijstelling kan krijgen. 15

16 2. Overzicht van PvB s (m.b.t. de eindtermen) voor de gemeentelijke sleutelfunctionarissen met functies als uitgangspunt In onderstaand schema wordt per functie aangegeven, welke toetsvormen worden aanbevolen voor de proeven van bekwaamheid met betrekking tot de eindtermen. In voorkomende gevallen is een andere (onderbouwde) mix van toetsvormen ook mogelijk. Toetsvormen specifiek geschikt bij competentiegericht onderwijs Arbeidsproef Simulatietoets Casustoets in een reële werksituatie + reflectie ACBz/ HS-Gem x (of evt. x) Werkstuk of presentatie Toetsvormen bij alle soorten onderwijs Schriftelijke toets x (of mondeling) Mondelinge toets x (of schriftelijk) Toetsing tijdens de opleiding Toetskaart x HTo x (of evt. x) x x TL x x x OvD-Bz x (of evt. x) x (of mondeling) x (of schriftelijk) x ACB * x x * Bij de ACB heeft de proeve van bekwaamheid alleen betrekking op de koude taken; de invulling van de warme taken is lokaal/regionaal heel divers ingevuld en wordt tijdens de opleiding zelf getoetst. De toelichting op bovenstaand advies voor toetsvormen is opgenomen in paragraaf 3 tot en met PvB voor de Algemeen Commandant Bevolkingszorg / het Hoofd Sectie Gemeenten 3.1. Proeve van bekwaamheid met betrekking tot de eindtermen Toetsinhoud Na afloop van de opleiding kan de deelnemer bij een toetsende instantie een proeve van bekwaamheid afleggen. Daarin wordt getoetst of de deelnemer de in de opleidingskaders aangegeven eindtermen, uitgezonderd de lokale/regionale invulling daarvan en de specifieke (lokale en regionale) invulling van kerntaak 1, beheerst. De proeve van bekwaamheid richt zich dus op de beheersing van de landelijk geldende aspecten. De proeve moet nagaan of de deelnemer de beoogde kerncompetenties beheerst, mede in relatie tot de aangegeven keuzes en dilemma s. Dat wil zeggen: de proeve moet nagaan of de deelnemer in staat is om de aangegeven kerntaken in de aangegeven context uit te voeren met de daarvoor benodigde aangegeven kernkwaliteiten, mede in relatie tot de aangegeven keuzes en dilemma s. Toetsing van de lokale/regionale invulling kan niet plaatsvinden vanuit een centrale proeve van bekwaamheid. Het beheersen van de lokale/regionale invulling dient tijdens de opleiding door de docent zelf te worden getoetst met een toetskaart, onder verantwoordelijkheid van de regio. Hoe dit verder in zijn werk gaat is beschreven onder het kopje Toetsvormen. Toetsvormen Onderstaand wordt aangegeven, welke toetsvormen bij de opleiding ACBz/HS-Gem worden aanbevolen voor de proeve van bekwaamheid met betrekking tot de eindtermen: - Een arbeidsproef zou de meest realistische toetsvorm zijn om de competenties te toetsen. Echter, het gaat bij deze functie om competenties die van toepassing zijn in een crisissituatie. Deze situatie zal zich 16

17 naar verwachting niet frequent voordoen, dus een arbeidsproef is geen geschikte toetsvorm. Daarom wordt als toetsvorm de simulatietoets aanbevolen (toetstheoretisch gezien het meest geschikt) of anders eventueel de casustoets. - Mochten in de simulatietoets (of eventueel de casustoets) niet alle competenties aan de orde komen, dan kunnen aanvullend hierop in een schriftelijke toets of mondelinge nabespreking/toets nog bepaalde (onderdelen van de) competenties worden getoetst. Het gaat dan met name om het toetsen van kennis van en inzicht in het betreffende domein, waarop in de overige toetsvorm(en) nader wordt ingegaan. Verder kunnen in de schriftelijke of mondelinge toets (onderdelen van) competenties aan orde komen waarbij interactie geen rol speelt. Beide toetsvormen hebben elk hun eigen voordelen (en uit het onderstaande ook af te leiden nadelen): o Het voordeel van de schriftelijke toets (met gesloten vragen) is dat deze snel na te kijken is. Het voordeel van de schriftelijke toets (met open vragen) is dat deze gemakkelijker op te stellen is, en dat hierin ook competenties waarvoor de functionaris schriftelijke bekwaamheid nodig heeft aan de orde kunnen komen. Tevens laten open vragen met echte essay-antwoorden ruimte voor diepgang. o Het voordeel van de mondelinge toets is dat hierin ook competenties waarvoor de functionaris mondelinge bekwaamheid nodig heeft, aan de orde kunnen komen. Verder kan in de mondelinge toets worden doorgevraagd op een gegeven antwoord. Dit is, gezien de complexiteit en het niveau van de functie, relevant. De mondelinge toets is bij deze functie ook een optie, omdat het aantal mogelijke kandidaten voor deze functie (dus deze proeve van bekwaamheid) relatief beperkt is. In voorkomende gevallen is een andere (onderbouwde) mix van toetsvormen ook mogelijk. Bij het nemen van een besluit over de mix van toetsvormen dienen de volgende overwegingen te worden meegenomen: - Ga er bij de mix van toetsvormen vanuit, dat de gekozen toetsvormen waar mogelijk aanvullend op elkaar zijn. Wordt er bijvoorbeeld gekozen voor een simulatie met een groot mondeling aspect, dan zou de aanvullende toets een schriftelijke toets kunnen zijn. - Wat is toetstheoretisch gezien het meest ideaal en wat is vanuit economisch oogpunt en in de beschikbare tijd mogelijk? Deze zaken kunnen soms op gespannen voet met elkaar staan, waarbij het er vervolgens om gaat een goede balans te vinden. - Verder gelden ook steeds de overige overwegingen genoemd in deel C. Niet alle aspecten van de opleiding kunnen in een centrale toetsing aan de orde komen. De lokale/regionale invulling van de eindtermen en de specifieke (lokale en regionale) invulling van kerntaak 1 dienen tijdens de opleiding zelf getoetst te worden. De docent gebruikt een toetskaart om opleidingsgebonden de kennis/vaardigheden/ verrichtingen van de deelnemers met betrekking tot deze aspecten te toetsen en vast te leggen. De docent dient vervolgens aan de toetsende instantie door te geven, of de deelnemer voldoet aan de lokale/regionale eisen. Is dit het geval, dan kan de deelnemer de centrale proeve van bekwaamheid afleggen Proeve van blijvende bekwaamheid Voor alle in dit document beschreven opleidingen uit de opleidingsstructuur voor de gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties geldt ten aanzien van de blijvende bekwaamheid het volgende: Na het voltooien van de opleiding is het de verantwoordelijkheid van de werkgever erop toe te zien dat de functionaris blijft voldoen aan de gestelde eindtermen (zowel de landelijke als de lokale/regionale eindtermen). De werkgever kan hiertoe aan de functionaris vragen om na de opleiding een portfolio bij te houden. De functionaris dient in dat portfolio evaluatieve informatie te verzamelen over wat hij (na de opleiding) op dit terrein gedaan en geleerd heeft. Die informatie bestaat uit bijvoorbeeld producten, evaluaties van optreden bij incidenten/oefeningen (plus reflectie daarop) en andere praktijkbewijzen, competentiedemonstraties, verslagen van gesprekken en zelfbeoordelingen, verklaringen van derden of diploma s. Vooraf moet worden vastgesteld welke informatie als bewijs kan gelden. De werkgever analyseert de inhoud van het portfolio en komt op basis daarvan tot een oordeel over de blijvende bekwaamheid (blijvende beheersing van de competenties) door de functionaris. 17

18 Aanvullend op het portfolio kan ook self-, peer- of co-assessment plaatsvinden: - Bij self-assessment geeft een functionaris een oordeel over zichzelf. Over het algemeen neemt de motivatie van een functionaris toe, wanneer hij zichzelf moet beoordelen. Feedback van de werkgever verbetert het self-assessment en het beeld van de functionaris van wat hij werkelijk waard is. - Bij peer-assesment geven functionarissen een oordeel over hun collega. Hiermee kan de voortgang van een functionaris worden bepaald. De motivatie van functionarissen verbetert, wanneer zij elkaar moeten beoordelen. - Bij co-assessment beoordelen functionarissen zichzelf en elkaar, maar heeft de werkgever de mogelijkheid om het oordeel te beïnvloeden. Er vinden niet standaard herhalingscursussen van de opleiding plaats. In geval van externe veranderingen dient de werkgever erop toe te zien dat zonodig aanvullende opleiding plaatsvindt Proeve van eerder verworven competenties (EVC s) Voor alle in de opleidingskaders beschreven opleidingen voor de gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties geldt ten aanzien van EVC s het volgende: Soms heeft een functionaris wel relevante werkervaring en kennis voor een functie, maar niet de diploma s van de opleidingen die daarbij horen. In een proeve van eerder verworven competenties kan een deskundige deze werkervaring en kennis op zijn waarde schatten. De proeve van EVC s kan de volgende stappen omvatten: - Samenstellen van een portfolio De functionaris stelt zijn portfolio samen, aan de hand van richtlijnen die zijn opgesteld vanuit de eindtermen van de opleiding. Het portfolio bevat een verzameling bewijzen waarmee de functionaris wil aantonen dat hij de eindtermen (geheel of gedeeltelijk) beheerst, en een zelfevaluatie daarbij. - Assessmentgesprek Op basis van het portfolio wordt een gesprek gevoerd met één of meer assessoren. Deze zijn werkzaam in de opleiding en/of de beroepspraktijk. De assessoren beoordelen of de functionaris de in kaart gebrachte kennis en ervaring ook werkelijk heeft. - Ervaringscertificaat De resultaten van het assessmentgesprek worden vastgelegd in een ervaringscertificaat. Het ervaringscertificaat geeft weer, van welke competenties erkend is dat de functionaris deze op basis van ervaring en kennis heeft verworven. Op basis hiervan wordt vastgesteld voor welke onderdelen uit de opleiding de functionaris vrijstelling kan krijgen. 4. PvB voor het Hoofd Taakorganisatie 4.1. Proeve van bekwaamheid met betrekking tot de eindtermen Toetsinhoud Na afloop van de opleiding kan de deelnemer bij een toetsende instantie een proeve van bekwaamheid afleggen. Daarin wordt getoetst of de deelnemer de in de opleidingskaders aangegeven eindtermen, uitgezonderd de lokale/regionale invulling daarvan, beheerst. De proeve van bekwaamheid richt zich dus op de beheersing van de landelijk geldende aspecten. De proeve moet nagaan of de deelnemer de beoogde kerncompetenties beheerst, mede in relatie tot de aangegeven keuzes en dilemma s. Dat wil zeggen: de proeve moet nagaan of de deelnemer in staat is om de aangegeven kerntaken in de aangegeven context uit te voeren met de daarvoor benodigde aangegeven kernkwaliteiten, mede in relatie tot de aangegeven keuzes en dilemma s. Toetsing van de lokale/regionale invulling kan niet plaatsvinden vanuit een centrale proeve van bekwaamheid. Het beheersen van de lokale/regionale invulling dient tijdens de opleiding door de docent zelf te worden getoetst met een toetskaart, onder verantwoordelijkheid van de regio. Hoe dit verder in zijn werk gaat is beschreven onder het kopje Toetsvormen. 18

19 Toetsvormen Onderstaand wordt aangegeven, welke toetsvormen bij de opleiding HTo worden aanbevolen voor de proeve van bekwaamheid met betrekking tot de eindtermen: - Een arbeidsproef zou de meest realistische toetsvorm zijn om de competenties te toetsen. Echter, het gaat bij deze functie om competenties die van toepassing zijn in een crisissituatie. Deze situatie zal zich naar verwachting niet frequent voordoen, dus een arbeidsproef is geen geschikte toetsvorm. Daarom wordt als toetsvorm de simulatietoets aanbevolen (toetstheoretisch gezien het meest geschikt) of anders eventueel de casustoets. - Aanvullend hierop kunnen in een schriftelijke toets bepaalde (onderdelen van de) competenties worden getoetst. Het gaat dan met name om het toetsen van kennis van en inzicht in het betreffende domein, waarop in de overige toetsvorm(en) nader wordt ingegaan. Verder kunnen in de schriftelijke toets (onderdelen van) competenties aan orde komen waarbij interactie geen rol speelt. De schriftelijke toets omvat een combinatie van open en gesloten vragen. De schriftelijke toets wordt hier aanbevolen (en niet de mondelinge toets), gezien het hogere aantal mogelijke kandidaten voor deze functie (dus deze proeve van bekwaamheid). Het ontwikkelen, afnemen en nakijken zal bij deze functie naar verwachting minder arbeidsintensief zijn bij een schriftelijke toets dan bij een mondelinge toets. In voorkomende gevallen is een andere (onderbouwde) mix van toetsvormen ook mogelijk. Bij het nemen van een besluit over de mix van toetsvormen dienen de volgende overwegingen te worden meegenomen: - Ga er bij de mix van toetsvormen vanuit, dat de gekozen toetsvormen waar mogelijk aanvullend op elkaar zijn. Wordt er bijvoorbeeld gekozen voor een simulatie met een groot mondeling aspect, dan zou de aanvullende toets een schriftelijke toets kunnen zijn. - Wat is toetstheoretisch gezien het meest ideaal en wat is vanuit economisch oogpunt en in de beschikbare tijd mogelijk? Deze zaken kunnen soms op gespannen voet met elkaar staan, waarbij het er vervolgens om gaat een goede balans te vinden. - Verder gelden ook steeds de overige overwegingen genoemd in deel C. Niet alle aspecten van de opleiding kunnen in een centrale toetsing aan de orde komen. De lokale/regionale invulling van de eindtermen dient tijdens de opleiding zelf getoetst te worden. De docent gebruikt een toetskaart om opleidingsgebonden de kennis/vaardigheden/verrichtingen van de deelnemers met betrekking tot deze aspecten te toetsen en vast te leggen. De docent dient vervolgens aan de toetsende instantie door te geven, of de deelnemer voldoet aan de lokale/regionale eisen. Is dit het geval, dan kan de deelnemer de centrale proeve van bekwaamheid afleggen Proeve van blijvende bekwaamheid Voor alle in dit document beschreven opleidingen uit de opleidingsstructuur voor de gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties geldt ten aanzien van de blijvende bekwaamheid het volgende: Na het voltooien van de opleiding is het de verantwoordelijkheid van de werkgever erop toe te zien dat de functionaris blijft voldoen aan de gestelde eindtermen (zowel de landelijke als de lokale/regionale eindtermen). De werkgever kan hiertoe aan de functionaris vragen om na de opleiding een portfolio bij te houden. De functionaris dient in dat portfolio evaluatieve informatie te verzamelen over wat hij (na de opleiding) op dit terrein gedaan en geleerd heeft. Die informatie bestaat uit bijvoorbeeld producten, evaluaties van optreden bij incidenten/oefeningen (plus reflectie daarop) en andere praktijkbewijzen, competentiedemonstraties, verslagen van gesprekken en zelfbeoordelingen, verklaringen van derden of diploma s. Vooraf moet worden vastgesteld welke informatie als bewijs kan gelden. De werkgever analyseert de inhoud van het portfolio en komt op basis daarvan tot een oordeel over de blijvende bekwaamheid (blijvende beheersing van de competenties) door de functionaris. Aanvullend op het portfolio kan ook self-, peer- of co-assessment plaatsvinden: - Bij self-assessment geeft een functionaris een oordeel over zichzelf. Over het algemeen neemt de motivatie van een functionaris toe, wanneer hij zichzelf moet beoordelen. Feedback van de werkgever verbetert het self-assessment en het beeld van de functionaris van wat hij werkelijk waard is. 19

Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie. Project GROOTER. Model voor Proeven van bekwaamheid

Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie. Project GROOTER. Model voor Proeven van bekwaamheid Opleiden, trainen en oefenen sleutelfuncties crisiscommunicatie Project GROOTER Model voor Proeven van bekwaamheid 1 Colofon Dit document beschrijft het model voor de proeven van bekwaamheid, in het verlengde

Nadere informatie

3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator

3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator 3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. In dit hoofdstuk

Nadere informatie

2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase

2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase 2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. In dit

Nadere informatie

5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier

5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier 5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt

Nadere informatie

3. Opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften

3. Opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften 3. Opleidingskader voor de procesopleiding Voorzien in primaire levensbehoeften In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder

Nadere informatie

1. Opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie

1. Opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie 1. Opleidingskader voor de procesopleiding Crisiscommunicatie In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

Basisopleiding Bevolkingszorg. Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties

Basisopleiding Bevolkingszorg. Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Basisopleiding Bevolkingszorg Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Versie: 2.0, 1 augustus 2017 Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg

Nadere informatie

5. Opleidingskader voor de functie teamleider Pers- en publieksvoorlichting

5. Opleidingskader voor de functie teamleider Pers- en publieksvoorlichting 5. Opleidingskader voor de functie teamleider Pers- en publieksvoorlichting In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie.

Nadere informatie

Opleiding Officier van Dienst Bevolkingszorg. De praktijk is de leermeester van alle dingen (Julius Caesar)

Opleiding Officier van Dienst Bevolkingszorg. De praktijk is de leermeester van alle dingen (Julius Caesar) Opleiding Officier van Dienst Bevolkingszorg De praktijk is de leermeester van alle dingen (Julius Caesar) Internet: www.bevolkingszorgacademie.nl BTW.nr: NL8207.01.713.B01 KvK: 05063931 Opleiding Officier

Nadere informatie

Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties. Project GROOT. Opleidingskaders

Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties. Project GROOT. Opleidingskaders Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Project GROOT Opleidingskaders 1 Colofon Dit document beschrijft de kaders voor de opleidingen voor gemeentelijke sleutelfunctionarissen

Nadere informatie

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Voorwoord Reddingsbrigade Nederland introduceert per 1 september 2015 de Licentieregeling. Door middel van de licentieregeling wil Reddingsbrigade Nederland een

Nadere informatie

Assessmentprocedure. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3

Assessmentprocedure. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3 Assessmentprocedure EVC procedure Master opleiding Archeologie 1 Versiebeheer Titel Assessmentprocedure Versie Datum publicatie Auteur 1 19 december 2009 MH/CNe 2 22 januari 2010 MH/CNe 3 04 februari 2010

Nadere informatie

3. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur CoPI

3. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur CoPI 3. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur CoPI In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan

Nadere informatie

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training Assessoren en EVC-begeleiders training 19 februari 2009 en 15 januari 2010 Desirée Joosten-ten Brinke, CELSTEC, Open Universiteit Nederland Doel training Aan het einde van deze training weten de deelnemers:

Nadere informatie

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Handleiding Assessment Startbekwaamheid Handleiding Assessment Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding Bachelor of Sport and Physical Education Domein Bewegen, Sport en Voeding Februari 2013 Inhoud Introductie

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs Instituut Fysieke Veiligheid Bureau Toezicht Examinering en Certificering Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl

Nadere informatie

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30 25 Kwaliteitseisen Samenvatting In dit hoofdstuk worden de kwaliteitseisen aan een toets besproken. Een toets moet valide, betrouwbaar, bruikbaar en transparant zijn..1 Praktijk 26.2 Reflectie 26.3 Kwaliteitseisen

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

4. Opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg

4. Opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg 4. Opleidingskader voor de procesopleiding Bijzondere uitvaartzorg In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt

Nadere informatie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid medewerker brandpreventie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid medewerker brandpreventie Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid medewerker brandpreventie Versie 1.1 Inleiding In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen gegeven van de proeve van bekwaamheid medewerker

Nadere informatie

2. Opleidingskader voor de procesopleiding

2. Opleidingskader voor de procesopleiding 2. Opleidingskader voor de procesopleiding Opvang In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt het opleidingskader

Nadere informatie

Algemene handleiding EVC-procedure CGO

Algemene handleiding EVC-procedure CGO Algemene handleiding EVC-procedure CGO Oktober 2008 Inhoud 1 Inleiding...3 2 De EVC-procedure...4 2.1 Afnemen van een quick scan...4 2.2 Verzamelen van ervaringen...4 2.3 Meten van persoonsgebonden criteria...4

Nadere informatie

Het profiel eindigt met een beschrijving van de eisen voor vakbekwaam worden en blijven voor de functionaris.

Het profiel eindigt met een beschrijving van de eisen voor vakbekwaam worden en blijven voor de functionaris. Profiel Beoordelaar Het profiel beschrijft eerst de benoemingscriteria. Daarna worden de kerntaken van de functionaris uitgebreid beschreven aan de hand van werkzaamheden, beoordelingscriteria en keuzes

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om competenties aan te tonen? Hoe kom ik tot een intersubjectief

Nadere informatie

Regeling EVC-EVK (Eerder Verworven Competenties c.q. Eerder Verworven Kwalificaties)

Regeling EVC-EVK (Eerder Verworven Competenties c.q. Eerder Verworven Kwalificaties) Regeling EVC-EVK (Eerder Verworven Competenties c.q. Eerder Verworven Kwalificaties) INLEIDING De KNSA kent sporttechnische opleidingen Basistrainer, Trainer-A en Trainer-B voor Pistool-, Geweer- en Kleiduivenschieten.

Nadere informatie

Autoschadehersteller. Crebonummer 91750 / 95030. PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Autoschadehersteller. Crebonummer 91750 / 95030. PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid Autoschadehersteller Crebonummer 91750 / 95030 PvB 01 Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie Handleiding Proeve van Bekwaamheid Voor de beoordelaar Handleiding PvB Carrosserietechniek voor de beoordelaar.

Nadere informatie

4. Opleidingskader voor de functie hoofd taakorganisatie Communicatie

4. Opleidingskader voor de functie hoofd taakorganisatie Communicatie 4. Opleidingskader voor de functie hoofd taakorganisatie Communicatie In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie.

Nadere informatie

HELDER KRIJGEN VAN VRAAG EN BEHOEFTE VAN DOELGROEP

HELDER KRIJGEN VAN VRAAG EN BEHOEFTE VAN DOELGROEP HANDLEIDING VOOR HET ONTWERPEN VAN EEN TRAINING INLEIDING Deze handleiding is opgesteld in het kader van het ontwikkelen van PAS-trainingen, en is bedoeld voor medewerkers van de PAS die hun eigen training

Nadere informatie

Handleiding EVC-procedure

Handleiding EVC-procedure Handleiding EVC-procedure Informatie voor de kandidaat VAPRO Basisoperator VAPRO A VAPRO B VAPRO C december 2007 Inhoud 1 Inleiding...3 2 De EVC-procedure...4 2.1 Afnemen van een quick scan...4 2.2 Verzamelen

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

Zelfevaluatie-instrument

Zelfevaluatie-instrument Zelfevaluatie-instrument voor het bepalen van de kwaliteit van een toets Faculteit Management en Bestuur Zoëzi Opleidingsadvies Drs. Hilde ter Horst Drs. Annemiek Metz Versie 4.0, 11 september 2008 1.

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENT GETOETST TOETSEN & EXAMINEREN IN HET HBO ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 4 OKTOBER 2016 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

GROOTER. in één oogopslag. Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg

GROOTER. in één oogopslag. Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg GROOTER in één oogopslag Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg GROOTER Voorwoord GROOTER is een informeel kwaliteitslabel voor opleidingen en trainingen. Voor u ligt

Nadere informatie

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39 33 Toetscyclus Samenvatting In dit hoofdstuk worden de zeven fasen van de toetscyclus genoemd en kort toegelicht..1 Praktijk 34.2 Reflectie 34.3 De toetscyclus 34.4 Portfolio 39 L. Bijkerk, Basis Kwalificatie

Nadere informatie

1. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur BT

1. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur BT 1. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur BT In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Examens hout- en meubelopleidingen in het mbo Niveau 2 en 3

Examens hout- en meubelopleidingen in het mbo Niveau 2 en 3 Examens hout- en meubelopleidingen in het mbo Niveau 2 en 3 Algemeen Wat moet ik doen? Aan het eind van je opleiding doe je examen om te laten zien dat je vakbekwaam bent. In dit informatieblad staat alles

Nadere informatie

Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid. Instructeur. Versie 0.1

Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid. Instructeur. Versie 0.1 Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Instructeur Versie 0.1 Inleiding In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen gegeven van de proeve van bekwaamheid Instructeur, voorheen

Nadere informatie

Dit portfolio is van. Naam kandidaat: Werkzaam bij:

Dit portfolio is van. Naam kandidaat: Werkzaam bij: Dit portfolio is van Naam kandidaat: Werkzaam bij: INHOUDSOPGAVE PORTFOLIO 1. Doel en functie portfolio Deel 1 2. Persoonsgegevens portfoliobezitter 3. Overzicht van leerervaringen 4. Overzicht van werkervaringen

Nadere informatie

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor

Nadere informatie

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen Het doel van vrijstelling op grond van praktijkervaring is om vast te stellen welke cursussen uit de bacheloropleiding

Nadere informatie

PvB 3.1 Geven van trainingen

PvB 3.1 Geven van trainingen PvB 3.1 Geven van trainingen Titel kwalificatieprofiel: Basis Baanatletiektrainer 3 Proeve van Bekwaamheid: Geven van trainingen (KSS 3.1) 29-10-2012-1 - 1 PvB 3.1 Geven van trainingen Om het door de Atletiekunie

Nadere informatie

Werkend Leren in de Procestechniek Training en certificering assessoren Bevoegd en Bekwaam

Werkend Leren in de Procestechniek Training en certificering assessoren Bevoegd en Bekwaam Werkend Leren in de Procestechniek Training en certificering assessoren Bevoegd en Bekwaam Certiforce 1 INHOUDSOPGAVE 1. Aanleiding van dit voorstel 3 Aanleiding 3 2. Werkwijze 3 3. Procedure 5 A. Trainen

Nadere informatie

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma Inleiding De Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) is een opleiding op masterniveau. Om tot

Nadere informatie

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit

Nadere informatie

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS)

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) Inleiding Dit toetsreglement is vastgesteld door het bestuur van het Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) op 1 maart 2017. Dit toetsreglement

Nadere informatie

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen SCAN in kwaliteitsvol toetsen Instructies Overloop en beoordeel de concrete indicatoren van valide, betrouwbaar, transparant, efficiënt en/of leerrijk toetsen voor het geheel van toetsen/ de toets van

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies X0A0T Validiteit Betrouwbaarheid Functionaliteit Condities Toetsbeleid Het toetsbeleidsplan is valide Het toetsbeleidsplan is betrouwbaar Het toetsbeleidsplan is functioneel Het toetsbeleidsplan voldoet

Nadere informatie

Autospuiter. Crebonummer PvB 08. Applicatiefouten herstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid. Voor de beoordelaar

Autospuiter. Crebonummer PvB 08. Applicatiefouten herstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid. Voor de beoordelaar Autospuiter Crebonummer 91770 PvB 08 Applicatiefouten herstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid Voor de beoordelaar Handleiding PvB Carrosserietechniek voor de beoordelaar. 1 Wat is een Proeve van

Nadere informatie

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013 KIT: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs Zelfevaluatie-instrument voor docenten Website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl conceptversie 14-03-2013 In onderstaand schema vindt

Nadere informatie

"Organisatie op scherp"

Organisatie op scherp "Organisatie op scherp" Wat betekent digitaal toetsen voor uw organisatie? Masterclass, I&I conferentie, 23 november 2011 Desirée Joosten-ten Brinke Open Universiteit Fontys Lerarenopleiding Tilburg Programma

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE PROCEDURE: Certificaat B Duurzaamheid DOMEIN: Techniek en Technologie LEERWEG: BOL en BBL NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE Versie 22-01-2012 Beste student, Voor je ligt het document Procedure Certificaat

Nadere informatie

Neem volgende elementen in overweging bij de vormgeving van een overalltoets:

Neem volgende elementen in overweging bij de vormgeving van een overalltoets: Overalltoets Omschrijving De overalltoets is een specifieke vorm van een casustoets. De overalltoets bestaat uit een probleemsituatie/casus die wordt beschreven door middel van verschillende informatiebronnen

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Werken met de Groen Proeven Proeven van Bekwaamheid

Werken met de Groen Proeven Proeven van Bekwaamheid PROEVE VAN BEKWAAMHEID Algemene instructie voor docenten Werken met de Groen Proeven Proeven van Bekwaamheid Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Wat is een Proeve van Bekwaamheid? 5 2. De opbouw van het praktijkdeel

Nadere informatie

PVB 5.4 Geven van workshops

PVB 5.4 Geven van workshops PVB 5.4 Geven van workshops Deelkwalificatie van opleider 5 Inleiding Om het door Nevobo en NOC*NSF erkende diploma opleider 5 te behalen, moet je drie kerntaken op niveau 5 beheersen. Door met succes

Nadere informatie

Hoofd Taakorganisatie Communicatie. Kwalificatiedossier Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties

Hoofd Taakorganisatie Communicatie. Kwalificatiedossier Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Hoofd Taakorganisatie Communicatie Kwalificatiedossier Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke crisisbeheersingsfuncties Versie: 2.0, 18 oktober 2017 Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010 6801

Nadere informatie

Ontwerpen/modaliteiten kiezen

Ontwerpen/modaliteiten kiezen Ontwerpen: modaliteiten kiezen Omschrijving Een toets ontwerpen veronderstelt keuzes maken. Deze keuzes zijn afhankelijk van de onderwijs- en toetsvisie, het toetsplan/ toetsprogramma, het doel van de

Nadere informatie

Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007.

Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007. Toetsreglement sport Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007. Het Toetsreglement Sport is van toepassing op alle Toetsplannen van kwalificaties en PVB-beschrijvingen

Nadere informatie

Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007.

Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007. Toetsreglement Sport Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007. Het Toetsreglement Sport is van toepassing op alle Toetsplannen van kwalificaties en PVBbeschrijvingen

Nadere informatie

Wijze waarop de NTTB invulling geeft aan het Toetsreglement Sport

Wijze waarop de NTTB invulling geeft aan het Toetsreglement Sport Wijze waarop de NTTB invulling geeft aan het Toetsreglement Sport Dit document is gebaseerd op het Toetsingsreglement Sport, waarvan het model is vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF

Nadere informatie

1e Autospuiter. Crebonummer PvB 01 8SPU-D01SO. Voorbewerken en spuiten van ondergronden. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

1e Autospuiter. Crebonummer PvB 01 8SPU-D01SO. Voorbewerken en spuiten van ondergronden. Handleiding Proeve van Bekwaamheid 1e Autospuiter Crebonummer 91780 PvB 01 8SPU-D01SO Voorbewerken en spuiten van ondergronden Handleiding Proeve van Bekwaamheid Voor de beoordelaar Handleiding PvB Carrosserietechniek voor de beoordelaar.

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

Portfoliobeoordeling. Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel

Portfoliobeoordeling. Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel Portfoliobeoordeling Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel Programma Portfolio als assessmentinstrument (presentatie) (20 min) Soorten bewijsstukken en VRAAK-criteria (presentatie en oefening) (10 min) Koppelen

Nadere informatie

1a. Is de centrale doelstelling van het hele programma zorgacademie voor u duidelijk? Wat zijn volgens u de voornaamste doelstellingen?

1a. Is de centrale doelstelling van het hele programma zorgacademie voor u duidelijk? Wat zijn volgens u de voornaamste doelstellingen? Appendix 1 chapter 4 Interview schema Zorgacademie Voorafgaand aan het interview graag achterhalen of de geïnterviewde toestemming geeft voor het opnemen van het gesprek. Kort uitleggen dat het interview

Nadere informatie

COMPETENTIEGERICHT BEOORDELEN BEOORDELINGSVORMEN KENNISCENTRUM VOOR LEREN IN DE PRAKTIJK IN ZORG, WELZIJN EN SPORT

COMPETENTIEGERICHT BEOORDELEN BEOORDELINGSVORMEN KENNISCENTRUM VOOR LEREN IN DE PRAKTIJK IN ZORG, WELZIJN EN SPORT COMPETENTIEGERICHT BEOORDELEN BEOORDELINGSVORMEN KENNISCENTRUM VOOR LEREN IN DE PRAKTIJK IN ZORG, WELZIJN EN SPORT 1 HET WERKTERREIN: LEREN IN DE PRAKTIJK Als kenniscentrum voor leren in de praktijk in

Nadere informatie

Procedure certificering tandprothetici

Procedure certificering tandprothetici Procedure certificering tandprothetici Augustus 2018 1 Inhoud Inhoud... 2 1. Introductie individuele certificering Tandprothetiek... 3 2. Proces certificering NLQF-niveau 6 (hbo bachelor)... 4 Start proces

Nadere informatie

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in

Nadere informatie

Checklist uitwerking EVC-procedure ten behoeve van pilot EVC-HBO

Checklist uitwerking EVC-procedure ten behoeve van pilot EVC-HBO Checklist uitwerking EVC-procedure ten behoeve van pilot EVC-HBO Deze notitie geeft een checklist voor hogescholen die gebruikt kán worden bij het opzetten van een EVC-procedure in het kader van het pilot-project

Nadere informatie

HOGESCHOOL WINDESHEIM

HOGESCHOOL WINDESHEIM HOGESCHOOL WINDESHEIM Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar het

Nadere informatie

EVC procedure CVO Leuven Landen Handleiding. EVC procedure

EVC procedure CVO Leuven Landen Handleiding. EVC procedure EVC procedure 1. Inleiding... 2 1.1. Wat zijn EVC = Elders Verworven Competenties?... 2 1.2. Wat is EVK = Elders Verworven Kennis?... 2 2. Welke stappen?... 2 3. Informeren... 2 4. De aanmelding... 3 4.1.

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen van het LPO

Antwoorden op de vragen van het LPO en op de vragen van het LPO Ter voorbereiding op de vergadering van het LPO op 16 juni 2010 zijn er enkele vragen geïnventariseerd. De vragen en antwoorden zijn in onderstaand schema opgenomen. Welke norm

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Januari 2015 Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Sector: Schilderen en Onderhoud en Afbouw Vastgesteld door: Paritaire Commissie Onderhoud, Schilderen en Afbouw Savantis Vaststellingsdatum:

Nadere informatie

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling U2014/4637-1 Vrijstellingsregels 2014-2015 Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling Deze procedure voor het verlenen van vrijstelling van het afleggen van een of meer tentamens en/of

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Programma van toetsing tot september 2015 Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding Voor studenten die zijn begonnen met het curriculum voor september 2015 is het oude

Nadere informatie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur Versie 0.1 Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen

Nadere informatie

2. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur ROT

2. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur ROT 2. Opleidingskader voor de functie communicatieadviseur ROT In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor sleutelfuncties binnen de crisiscommunicatie. Een daarvan

Nadere informatie

Handreiking: examinering keuzedelen A. Stappenplan en verantwoordingsdocument: van keuzedeel tot examenplan

Handreiking: examinering keuzedelen A. Stappenplan en verantwoordingsdocument: van keuzedeel tot examenplan Handreiking: examinering keuzedelen A. Stappenplan en verantwoordingsdocument: van keuzedeel tot examenplan De crux voor goede examens is het maken van weloverwogen keuzes en het kunnen verantwoorden van

Nadere informatie

EVC Reacties kunt u geven via het feedbackformulier.

EVC Reacties kunt u geven via het feedbackformulier. EVC Reacties kunt u geven via het feedbackformulier. Datum gegenereerd: 24-6-2016 11:40:16 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Informatie vrijstelling en/of toelating... 4 Informatie ervaringscertificaat...6

Nadere informatie

HaKa Nederland b.v. 24-11-2012

HaKa Nederland b.v. 24-11-2012 EVC in de Jeugdzorg HaKa Nederland b.v. 24-11-2012 EVC in de jeugdzorg Wat is EVC? EVC staat voor Erkennen van Verworven Competenties. Het is een instrument waarmee werknemers hun kennis en ervaring -

Nadere informatie

INFORMATIEBERICHT. Algemeen directeur Decretale graad. Waaraan moet je voldoen om te mogen deelnemen aan de selectie?

INFORMATIEBERICHT. Algemeen directeur Decretale graad. Waaraan moet je voldoen om te mogen deelnemen aan de selectie? INFORMATIEBERICHT Algemeen directeur Decretale graad Het gemeentebestuur Ledegem gaat over tot de aanwerving van een (m/v) algemeen directeur decretale graad voltijdse statutaire functie met een wervingsreserve

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 16 juli 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit

Nadere informatie

Erkenning Verworven Competenties

Erkenning Verworven Competenties Erkenning Verworven Competenties workshop Hoe bak ik een specialist? 9-10-2009 Workshop EVC B.J. Starink 1 Recept Men lene...... uit een andere opleiding een halfgare specialist neem deze de maat voeg

Nadere informatie

Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland

Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland KWALITEITSCODE EVC Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland CODE 1. DOEL Het doel van EVC is het zichtbaar maken, waarderen en erkennen van individuele competenties.

Nadere informatie

Handreiking Traineeship 1

Handreiking Traineeship 1 Handreiking Traineeship 1 Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marlous Beijer, projectsecretaris Jeugdzorg Nederland 1 Dit document is geschreven in het kader van het

Nadere informatie

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, AL pleiding Academie voor Lichamelijke pvoeding Februari 2013 Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio

Nadere informatie

De producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten

De producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten De producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten Oktober 2017 Kwartiermaker Validering Examens MBO Inhoud Toelichting norm 2 Solide basis 2 Toepassing norm in de drie routes 2 Producteisen 4

Nadere informatie

Formulier Erkenningsaanvraag

Formulier Erkenningsaanvraag Formulier Erkenningsaanvraag Een erkenningsaanvraag voor de cursus Preventieassistent kan ingediend worden door het bijgaande Formulier naar waarheid in te vullen en gevraagde documentatie bij te voegen.

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Inzage en bezwaar Brandweeronderwijs

Uitvoeringsregeling Inzage en bezwaar Brandweeronderwijs Uitvoeringsregeling Inzage en bezwaar Brandweeronderwijs Instituut Fysieke Veiligheid Bureau Toezicht Examinering en Certificering Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl

Nadere informatie

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen)

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen) Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen) Doelstelling De volgende twee Kerncompetenties en vaardigheden in de Regeling periodieke

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Sector: ESB&I Gevalideerd door: de paritaire commissie ECABO Vaststellingsdatum: 7 oktober 2014 Examenprofielnummer: EXPRO.16 1 Inleiding

Nadere informatie

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

PVB 3.4 Aansturen van sportkader PVB 3.4 Aansturen van sportkader Deelkwalificatie van volleybaltrainer 3 Inleiding Om het door de Nevobo en NOC*NS erkende diploma volleybaltrainer 3 te behalen, moet je vier kerntaken op niveau 3 beheersen.

Nadere informatie