De Wet tijdelijk huisverbod: Wat kost het aan politiecapaciteit?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Wet tijdelijk huisverbod: Wat kost het aan politiecapaciteit?"

Transcriptie

1 De Wet tijdelijk huisverbod: Wat kost het aan politiecapaciteit? In opdracht van Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak Februari 2010 Drs. C.M.S. Glim M. Siliakus MBA Drs. D. van Voorst van Beest Ir. A. van der Harg Drs. A. M. Adolfsen Drs. K. van Eck Projectnummer: Correspondentienummer: OHDH-1889

2 INHOUD SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 INLEIDING, PROBLEEMSTELLING, WERKWIJZE Inleiding Probleemstelling en doelstelling Werkwijze tijd/capaciteitonderzoek Werkwijze inventarisatie van de uitvoering Wth per regio Leeswijzer 15 HOOFDSTUK 2 WET TIJDELIJK HUISVERBOD: EEN LANDELIJK OVERZICHT VAN HET VRAAGSTUK Inleiding Aantallen huisverboden per regio 17 HOOFDSTUK 3 POLITIECAPACITEIT IN BEELD Inleiding Kwantitatief onderzoek, de uitgangspunten en definities Totale tijdsbesteding HOvJ Tijdsbesteding per activiteit Totale tijdsbesteding BPZ Tijdsbesteding nader bekeken Verschillen per regio Bevindingen op basis van het kwalitatieve onderzoek Bevindingen op basis van telefonische en diepte-interviews Samenvatting 44 HOOFDSTUK 4 INVENTARISATIE VAN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD PER REGIO Inleiding Overzicht werkwijzen regiokorpsen Samenvatting 52 HOOFDSTUK 5 CONCLUSIES 53 BIJLAGE 1 WET TIJDELIJK HUISVERBOD 56 BIJLAGE 2 PROCEDURE WET TIJDELIJK HUISVERBOD 62 1/69

3 BIJLAGE 3 INVENTARISATIE UITVOERING WTH 64 BIJLAGE 3 INVENTARISATIE UITVOERING WTH 65 2/69

4 Samenvatting Inleiding Het wordt steeds duidelijker dat huiselijk geweld op grote schaal voorkomt. Het gaat om een van de belangrijkste geweldsvormen in onze samenleving. De politie werkt sinds 2004 met een projectcode Huiselijk Geweld (HG) om de aard en omvang van huiselijk geweld te registreren. In 2008 zijn er door de 25 regiokorpsen in totaal in Nederland incidenten huiselijk geweld geregistreerd. Van iedere 100 incidenten die in 2008 ter kennis van de politie komen, zijn er anderhalf (1,5%) te typeren als huiselijk geweld. Het aandeel van huiselijk geweld binnen geweldsincidenten is groter. Van iedere 100 bedreigingen in 2008 zijn er 18 (18,5%) te typeren als huiselijk geweld. Van alle 100 mishandelingen vinden er 25 (25,4%) in de huiselijke kring plaats. 1 Op 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod van kracht geworden. Deze wet biedt aan burgemeesters de mogelijkheid om aan potentiële plegers van huiselijk geweld gedurende tien dagen (tot een maximum van 28 dagen) de toegang tot hun woning te ontzeggen en contact met hun huisgenoten te verbieden. Daarmee is een nieuw instrument gelanceerd in de strijd tegen huiselijk geweld. Met het inwerkingtreden van de Wet tijdelijk huisverbod (Wth) op 1 januari 2009 wordt een beroep gedaan op de implementatie- en realisatiekracht van de Nederlandse politie. Naast de grote omvang van de problematiek van het huiselijk geweld, de (hoge) ambitie van de wet en de sterk sociaal maatschappelijk relevantie van het onderwerp ligt er de opgave bij de Nederlandse politie, om de uitvoering van de nieuwe en extra politietaken binnen deze wet, snel en flexibel in samenwerking met andere partijen te implementeren. Niet alle gemeenten in de politieregio s slaagden er in om 1 januari 2009 de start te maken. Uiteindelijk zijn in mei 2009 alle 25 regio s definitief gestart, enkele gemeenten binnen de regio s waren per 1 september 2009 nog niet aangesloten. Probleemstelling en doelstelling van het onderzoek Vanuit de Raad van Korpschefs bestaat al langere tijd de vraag hoeveel extra tijd de uitvoering van de Wth van de Nederlandse politie vraagt en op welke wijze de wet door de verschillende politiekorpsen wordt uitgevoerd. De probleemstelling van onderhavig onderzoek bestaat derhalve uit twee hoofdvragen en een tweetal subvragen: 1. Hoeveel extra tijd/capaciteit kost het de politie om de Wth uit te voeren? Hoe is de extra tijd voor de uitvoering van de Wth opgebouwd? Door welke functionarissen wordt die tijd besteed? 1 Uit: Huiselijk Geweld gemeten, cijfers /69

5 2. Op welke manier wordt door de Nederlandse politie in de 25 politieregio s uitvoering gegeven aan de Wth? Om deze vragen te kunnen beantwoorden heeft het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak (LPHG) een onderzoek uitgezet bij BMC. Doel van het onderzoek is: het verkrijgen van inzicht in de extra tijd en capaciteit die de uitvoering van de Wth de politie kost en inzicht in de wijze waarop de politie de Wth uitvoert. Een belangrijke deel van de procedure bij de uitvoering van de Wth blijft buiten de scope van dit capaciteitsonderzoek. Het gaat bijvoorbeeld om: - controle (door bv de wijkagent) op de naleving van het huisverbod; - de feitelijke handhaving als sprake is van een strafrechtelijke interventie nadat het huisverbod is overtreden. Er was onvoldoende respons op deze onderdelen. In de volgende alinea s worden de bevindingen van het onderzoek weergegeven. Hoeveel tijd/capaciteit kost het de politie om de Wth uit te voeren? Onderdelen van de uitvoering van de wet zijn belegd bij de 25 regiokorpsen. Naast de Hulpofficier van Justitie (HOvJ) zijn ook medewerkers van de Basispolitiezorg (BPZ) actief betrokken bij dit proces. De tijdsbesteding van deze actoren wordt in dit onderzoek onderzocht. Vanuit de onderzoeksresultaten kunnen conclusies worden getrokken die landelijk gelden, met uitzondering van de regio Rotterdam-Rijnmond. Deze regio hanteert een andere werkwijze dan de overige regio s in Nederland, hetgeen leidt tot een andere tijdsbesteding. Daarnaast is de respons uit deze regio relatief veel groter dan uit de overige regio s. De bevindingen van deze politieregio worden derhalve steeds apart weergegeven op basis van de substantiële bijdrage in de respons van dit onderzoek. In de periode 1 januari tot en met 29 november 2009 is in 79% van de incidenten waarin er een RiHG werd afgenomen, een huisverbod opgelegd. Bij 91% van de incidenten was er sprake van samenloop met strafrecht 2. In 22% van de incidenten wordt het huisverbod verlengd. De uitvoering van de Wth kost de politie in Nederland (met uitzondering van de politieregio Rotterdam-Rijnmond) gemiddeld 6 uur en 37 minuten (hierbij zijn extreem lange tijden geen uitzondering: 1 op de 20 incidenten vraagt langer dan 9 uur en 56 minuten. Waar zowel extreem lange als zeer korte tijden zijn te herleiden tot specifieke omstandigheden komen die omstandigheden kennelijk regelmatig voor). De gemiddelde tijdsduur voor de uitvoering Wth door de HOvJ s in de regio Rotterdam-Rijnmond (RR) bedraagt 3 uur en 10 minuten. 2 Onder samenloop wordt verstaan: Samenloop is het gelijktijdig opstarten van een huisverbod (bestuursrechtelijk traject) en het inzetten van een strafrechtelijk traject. 4/69

6 Met als basis de 2368 afgenomen RiHG s tot het einde van de onderzoeksperiode heeft de politie een totaal van bijna mensuren aan de uitvoering van de Wth besteed. Uitgaande van de aanname van af te nemen RiHG s in 2010 waarvan opnieuw ca. 1/5 afkomstig is uit regio Rotterdam-Rijnmond betekent dit ten minste mensuren voor de uitvoering van de Wth in Uitgaande van de BCVM normering van netto 1300 werkbare uren per medewerker per jaar betekent dit respectievelijk 10,77 FTE in 2009 en 13,68 FTE in Hoe is de extra tijd voor de uitvoering van de Wth opgebouwd? De volgende uitvoeringsactiviteiten nemen de meeste tijd in beslag: het horen van belanghebbenden (gemiddeld 1 uur en 48 minuten) de reistijd (gemiddeld 1 uur en 6 minuten) de administratie en het faxen (samen ruim 1 uur). Voor wat betreft Rotterdam Rijnmond wordt de meeste tijd ingenomen door: wachten op de hulpverlening (gemiddeld 1 uur en 3 minuten) invullen RIHG (gemiddeld 29 minuten) reistijd (gemiddeld 29 minuten). Het uitlopen van de werkzaamheden van de HOvJ, dan wel het in overuren uitvoeren van de Wth heeft vaak een botsing met de ATW tot gevolg in de politieregio s anders dan RR. Inzoomend op tijdsbesteding in de korpsen (totaal gemiddeld 6 uur en 37 minuten) en het beeld van de regio Rotterdam-Rijnmond (totaal gemiddeld 3 uur en 10 minuten), is het verschil in deze tijdsbesteding grotendeels te verklaren door het verschil in de gevolgde procedure. Hierdoor verschillen met name de reistijd (verschil 37 minuten), horen van belanghebbenden (verschil 1 uur en 26 minuten) en het opmaken van de gevraagde administratie (verschil 36 minuten). De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat het tijdstip van het incident geen invloed heeft op de totale tijdsbesteding. Het maakt dus voor de totale tijdsbesteding niet uit op welk moment van de dag of op welke dag van de week de HOvJ een huisverbod oplegt. Veelal worden huisverboden in de avonduren tussen en uur opgelegd. Door welke functionarissen wordt die tijd besteed? Het onderzoek laat zien, dat binnen het gemiddelde van 6 uur en 37 minuten, de HOvJ alleen gemiddeld 5 uur en 15 minuten besteedt aan de uitvoering van de Wth. Naar inschatting van de HOvJ s besteedt de BPZ gemiddeld 1 uur en 53 minuten aan de uitvoering van de Wth. Binnen de gemiddelde tijd van 3 uur en 10 minuten van Rotterdam Rijnmond besteedt de HOvJ 2 uur en 21 minuten aan de uitvoering van de Wth. 3 Exclusief handhavingsinspanning 5/69

7 Naar inschatting van de HOvJ besteedt de BPZ in Rotterdam Rijnmond gemiddeld 1 uur en 4 minuten aan de uitvoering van de Wth. Op welke manier wordt de Wth in de regiokorpsen uitgevoerd? Ruim de helft van alle regiokorpsen had de Wth per 1 maart 2009 regiobreed ingevoerd. Uit het inventarisatie blijkt, dat in de uitvoering naast overeenkomsten, ook belangrijke verschillen zijn ontstaan, hierbij gaat het om: De verdeling tussen de organisatie in reguliere dienst of piket is ongeveer 50%- 50% verdeeld tussen de regio s. In de helft van de regio s is sprake van een poule van HOvJs aangewezen voor de uitvoering van het mandaat in grofweg de andere helft zijn alle HOvJs aangewezen. In één derde van de regio s komen de HOvJs standaard ter plaatse. De afname van het RiHG start in 8 regio s direct na toetsing door de BPZ. In de overige regio s later. In 17 regio s hoort alleen de HOvJ de betrokkenen, terwijl in 7 regio s de betrokkenen ook door de hulpverlening worden gehoord. In 19 regio s maakt de HOvJ het RiHG op, in 3 regio s doen HOvJ én hulpverlening dat, en in Rotterdam-Rijnmond doet de HOvJ dat na screening door BPZ en hulpverlening. De incidenten van huiselijk geweld worden in ca de helft van de regio s in het Veiligheidshuis besproken, in de andere helft van de regio s bestaat hiervoor een apart overleg. Zeven regio s gebruiken Huisverbod Online. Een aantal regio s schort de procedure op als sprake is van een aanhouding in de late avond of nacht. Daarnaast wordt in enkele gevallen de procedure pas gestart tijdens de termijn van de inverzekeringstelling. De wijze van mandatering is in (bepaalde) regio s niet eenduidig. In 13 van de 25 regio s is sprake van een ondertekeningmandaat in de hele regio. Daar staat tegenover dat in 2 van de 25 regio s geen mandaat in de hele regio is verstrekt. Tussen volmandaat en ondertekeningmandaat zijn geen verschillen in het resultaat in termen van aantallen opgenomen RIHG s aangetroffen. Van de 25 regio s geven er 23 aan afspraken met hulpverleningsinstanties te hebben gemaakt. Negen regio s noemen hierbij expliciet het Steunpunt Huiselijk Geweld. Het valt op dat 15 van de 25 regio s de waardering inzet/samenwerking met de hulpverlening goed noemen, de andere 10 regio s uitstekend. De regio Rotterdam-Rijnmond kent een geheel eigen inrichting van de procedure, die tot een belangrijk kortere tijdsbesteding leidt in vergelijking met andere regio s. 6/69

8 HOvJ in reguliere dienst of in piket De keuze om voor de uitvoering van de Wth binnen de regio een apart piket in te stellen is gemaakt op basis van de wens voor een gegarandeerde beschikbaarheid samen met een hoog professionaliteit- en ervaringsniveau. Op basis van de gebleken meertijd per casus, de in verhouding grotere hoeveelheid overuren en daarmee vaak strijdigheid met de ATW maken dit een voor de HOvJ extra belastende en voor de organisatie dure voorziening. Wanneer de Wth wordt ondergebracht in de reguliere dienst, ontstaat veelal een spanningsveld met de uitvoering van de reguliere taken. Het valt buiten het bereik van onderhavig onderzoek uitspraken te doen over de beste werkwijze, omdat slechts een inventarisatie van werkwijzen heeft plaatsgevonden. Efficiencywinst in administratie Daarnaast lijkt er nog veel betrokkenheid en tijd in de uitvoering gewonnen te kunnen worden door de administratie (RiHG, proces-verbaal van bevindingen en mutatie in eigen incidentenregistratie systeem) te vereenvoudigen en te beperken. Men gelooft dat er nog winst valt te behalen door bijvoorbeeld de verschillende documenten te integreren. Daarmee kan voorkomen worden dat dezelfde informatie meermaals moet worden vastgelegd. Er kan meer gebruik worden gemaakt van automatisering en digitalisering, bijvoorbeeld door het gehele administratieve proces van de Wth binnen het BVH 4 mogelijk te maken. Hiermee wordt tijd bespaard en kan met name worden voorkomen dat de zelfde gegevens meerdere malen in verschillende systemen en/of formuleren moeten worden ingevuld. Uit de telefonische interviews met de HOvJ s komt het signaal om te onderzoeken of de hulpverlening een grotere taak kan krijgen in de afweging om te komen tot een huisverbod. De hulpverlening is volgens hen nog beter in staat om (een deel van) de risicotaxatie op zich te nemen. De hulpverleners zijn beter opgeleid en ervaren om een inschatting te maken van de achterliggende problematiek. Daarbij zou het minder werk en tijd betekenen voor de HOvJ. Good practices Uit de inventarisatie en ons onderzoek blijkt dat er veel overeenkomsten en verschillen zijn in de uitvoering van de Wth in de 25 politieregio s. Hierbij zijn meerdere good practices ontstaan waar de regio s en de Nederlandse politie hun voordeel mee kunnen doen. De uitwisseling en toepassing van deze good practices is van grote meerwaarde bij het herzien en aanscherpen van de uitvoering van de Wth in de toekomst. 4 Registratiesysteem van de politie 7/69

9 Gebruikte afkortingen Wth HOvJ BPZ HG HV RiHG PV OVD ATW LPHG Wet tijdelijk huisverbod Hulpofficier van Justitie basispolitiezorg huiselijk geweld huisverbod Risicotaxatie instrument Huiselijk Geweld proces verbaal Officieren van Dienst Arbeidstijdenwet Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak 8/69

10 Hoofdstuk 1 Inleiding, probleemstelling, werkwijze 1.1 Inleiding In de afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat huiselijk geweld op grote schaal voorkomt. Het gaat om één van de omvangrijkste geweldsvormen in onze samenleving. Huiselijk geweld wordt in de Aanwijzing Huiselijk Geweld van het Openbaar Ministerie (OM) die op 1 januari 2009 is herzien, omschreven als geweld dat wordt gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. 5 Huiselijk geweld komt voor in alle sociaal-economische klassen en binnen alle culturen in de Nederlandse samenleving. Voor huiselijk geweld geldt - zeker in vergelijking tot geweld op straat - dat er sprake is van een groot dark number. Zo blijkt uit onderzoek dat slechts 12% van alle gevallen van huiselijk geweld bij de politie terecht komt en dat het in slechts 6% van de gevallen tot een aangifte komt. Het hoge dark number heeft te maken met de vaak afhankelijke positie waarin slachtoffers zitten waardoor het voor hen moeilijk of soms onmogelijk is (denk aan kindermishandeling) om aangifte te doen. 6 Op 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod (Wth) van kracht geworden. Een kleine wet die bestaat uit totaal 17 artikelen met de ambitie om een grote impact te hebben op de omvang en het effect van huiselijk geweld in Nederland. Ofwel, zoals één van de geïnterviewden in dit onderzoek het verwoordde een wet die niet alleen hier en nu werkt, maar ook effect heeft op volgende generaties. Onderdelen van de uitvoering van deze wet zijn belegd bij de 25 regiokorpsen. Naast de Hulpofficier van Justitie (HOvJ) zijn ook medewerkers van de Basispolitiezorg (BPZ) actief betrokken bij dit proces. 5 Kabinetsnotitie Privégeweld publieke zaak (2002) 6 Uit: Huiselijk geweld: de voordeur op een kier, omvang, aard en achtergronden in 2004 op basis van landelijke politiecijfers. (Dr. H.B. Ferwerda, november, 2004) 9/69

11 Kader 1. Wet tijdelijk huisverbod 7 De Wet tijdelijk huisverbod De Wet tijdelijk huisverbod is op 1 januari 2009 van kracht geworden. De burgemeester kan een huisverbod opleggen aan een persoon indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat diens aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die met hem in de woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven of indien op grond van feiten of omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat. Het huisverbod geldt in beginsel voor 10 dagen, en kan verlengd worden tot maximaal 28 dagen. Belangrijke voorwaarde bij het opleggen van het huisverbod is dat binnen 24 uur de hulpverlening aan zowel de uithuisgeplaatste als aan de achterblijver(s) wordt opgestart. Met deze maatregel is er een nieuw gezamenlijk handvat in de strijd tegen huiselijk geweld. 1.2 Probleemstelling en doelstelling Vanuit de Raad van Korpschefs bestaat al langere tijd de vraag hoeveel extra tijd de uitvoering van de Wth van de Nederlandse politie vraagt en op welke wijze de wet door de verschillende politiekorpsen wordt uitgevoerd. De probleemstelling van onderhavig onderzoek bestaat uit twee hoofdvragen en een tweetal subvragen: 1. Hoeveel extra tijd/capaciteit kost het de politie om de Wth uit te voeren? Hoe is de (extra) tijd voor de uitvoering van de Wth opgebouwd? Door welke functionarissen wordt die tijd besteed? 2. Op welke manier wordt door de Nederlandse politie in de 25 politieregio s uitvoering gegeven aan de Wth? Om deze vragen te kunnen beantwoorden heeft het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak (LPHG) een onderzoek uitgezet bij BMC. Doel van het onderzoek is: het verkrijgen van inzicht in de tijd en capaciteit van de politie voor de uitvoering van de Wth. In onderhavige onderzoeksrapportage worden de bevindingen van het onderzoek weergegeven. 7 Voor de complete wettekst wordt verwezen naar de bijlage. 10/69

12 1.3 Werkwijze tijd/capaciteitonderzoek Inleiding Het tijd/capaciteitsonderzoek is uitgevoerd in vier fasen. Om de afstemming en voortgang te bewaken zijn alle fasen afgesloten met een gesprek tussen het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak (opdrachtgever) en BMC (opdrachtnemer). Deze vier fasen bestaan uit: 1. Voorstudie 2. Veldwerk 3. Data-analyse 4. Rapportage De vier fasen worden in de volgende paragrafen besproken. Beperkingen van het onderzoek De beperkingen die van invloed zijn geweest op de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd zijn: De 25 regiokorpsen hanteren geen uniforme wijze registratie als het gaat om het vastleggen capaciteit ten behoeve van huiselijk geweld en de uitvoering van de Wth. Derhalve was het voor het onderzoek niet mogelijk eenduidige informatie uit de registratiesystemen te ontsluiten. Een 0-meting was niet mogelijk, omdat de daarvoor benodigde data niet of moeilijk is te achterhalen. Oorspronkelijk was het de bedoeling tevens de capaciteit van de wijkagent, BPZ'er en/of HOvJ in geval van overtreding van het huisverbod en ten behoeve van de handhaving na het opleggen van het huisverbod te onderzoeken. Dit format is uitgezet onder de coördinatoren huiselijk geweld in de regio s. Hier is echter onvoldoende respons op gekomen om in deze rapportage uitspraken over te kunnen doen. In overleg met de opdrachtgever zijn keuzes gemaakt voor de wijze waarop de meting is uitgevoerd en zijn aannames gedaan ten aanzien van de dataverzameling. Deze keuzes en aannames zijn van invloed op de opzet en de uitvoering van het onderzoek en het eindresultaat, reden waarom er een voortdurend en nauw overleg met de opdrachtgever heeft plaatsgevonden. Fase 1: Voorstudie Om het tijd/capaciteitsonderzoek uit te voeren is deskresearch uitgevoerd. Zo zijn diverse beschikbare relevante documenten bestudeerd. Ook het Congres Huiselijk Geweld op 29 september 2009 is bezocht om extra informatie te vergaren uit de praktijk. Tevens is de groepsbijeenkomst voor HOvJ s op 11 november 2009, over de verbeteringen en kansen van de Wth en het RiHG 8, bijgewoond. 8 Dit is een bijeenkomst geweest, op initiatief van ministerie van Justitie, waarbij HOvJ s van diverse regio s waren uitgenodigd. Ten behoeve van dit onderzoek is BMC hiervoor uitgenodigd. 11/69

13 Fase 2: Veldwerk In afstemming met het LPHG zijn meerdere formats opgesteld om zowel kwantitatieve als kwalitatieve data van de capaciteit omtrent de procedure Wth te verzamelen. Door de combinatie van cijfermatige informatie (kwantitatief onderzoek) en een persoonlijke, mondelinge toelichting daarop (kwalitatief onderzoek), is een betrouwbaar en bruikbaar beeld verkregen over de capaciteit voor de uitvoering van Wth. Om de data te verkrijgen, zijn de volgende formats ontwikkeld: A) Format (met een toelichting) voor het schriftelijk verkrijgen van kwantitatieve gegevens over de capaciteitsbesteding bij de procedure Wth van de Hulpofficieren van Justitie (HOvJ) en de Basispolitiezorg (BPZ). Deze format is zo opgebouwd dat van de delen van de procedure Wth het tijdsbeslag in minuten per incident van de behandelende HOvJ wordt gevraagd, zowel van hemzelf als ook van de BPZ (zie bijlage). B) Een belscript, in de vorm van een gestructureerde vragenlijst, voor telefonische interviews voor het verkrijgen van kwalitatieve gegevens over de capaciteitsbesteding bij de procedure Wth van de HOvJ s. C) Een topiclijst voor het face-to-face interview met vijf portefeuillehouders voor het verkrijgen van kwalitatieve gegevens over de capaciteitsbesteding van de politie bij de procedure Wth. Het Format Tijdsbesteding Procedure Wet tijdelijk huisverbod (Format A) is door het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak (LPHG) uitgezet bij alle 25 regiokorpsen 9 in Nederland. De formats zijn zowel op papier als digitaal uitgezet via de coördinatoren HG uit iedere regio bij de HOvJ s. In een begeleidende mail vanuit het LPHG is het doel van het onderzoek toegelicht en is verzocht het format in te vullen bij iedere gestarte procedure Wth in de periode 1 oktober tot en met 16 november De HOvJ s hebben tot en met 29 november de ingevulde formats kunnen aanleveren. In de periode 1 oktober tot en met 16 november 2009 zijn er in totaal in Nederland 351 procedures huisverbod gestart. 10 Respons In de onderzoeksperiode 1 oktober-29 november 2009 zijn in totaal 191 formats Tijdsbesteding Procedure Wet tijdelijk huisverbod binnengekomen bij BMC Onderzoek. De formats zijn ingevuld door HOvJ s van 20 regiokorpsen. 20 Formats vielen buiten het gedefinieerde tijdsvenster van het onderzoek (zijnde incidenten van 9 Het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en de Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland (vtspn) zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. 10 Dit aantal is geschat. In de eerste plaats is de registratie van de gegevens niet 100% actueel op moment van aanleveren. Het is immers niet zeker of er op die datum ook zoveel procedures zijn gestart, omdat dit niet op deze wijze wordt geregistreerd. In de tweede plaats betreft het een schatting, omdat niet alle regio s (of binnen 1 regio) hetzelfde startpunt wordt gehanteerd. En tot slot kan de schatting dus afwijken van het werkelijke aantal in die periode omdat er geen gegevens zijn voor de expliciete onderzoeksperiode. 12/69

14 ná 1 oktober). Uitgaande van in totaal 25 regiokorpsen, is dit een hoge respons. Het aantal bruikbare formats is 170. Dit aantal dat per korps is ingezonden verschilt van minimaal 2 bij de korpsen Amsterdam-Amstelland en Brabant-Noord en Midden- West Brabant tot maximaal 54 formats bij het korps Rotterdam-Rijnmond. De respons van 170 op basis van 351 werkelijke procedures is hoog genoeg om statistisch betrouwbare uitspraken te doen op 90%. Dat wil zeggen dat in 90 van de 100 gevallen dezelfde uitkomst te verwachten is 11. Van de volgende regio s hebben wij geen formats ontvangen: Gelderland Zuid Twente Zeeland Zaanstreek Waterland Hollands Midden 12 Maar ook voor deze regio s gelden de resultaten van onderhavig rapport. Representativiteit Kunnen we met de resultaten van de 170 bruikbare formats een representatief beeld geven voor heel Nederland? Zoals grafiek 1 aangeeft is de regio Rotterdam- Rijnmond sterk oververtegenwoordigd in de respons. Van de regio Rotterdam- Rijnmond is tevens bekend dat de uitvoering van de wet afwijkt van die in andere regio's. Hoewel van een vijftal politieregio's geen formats ontvangen zijn, zijn er op voorhand geen redenen om aan te nemen dat zij een belangrijk andere tijdsbesteding 13 hebben dan de 19 regio's buiten Rotterdam-Rijnmond die wél formats hebben aangeleverd. Op grond van de gehouden inventarisatie van de uitvoering van de Wth kan worden gesteld dat zij niet afwijken in de uitvoering van de andere regio s op grond van de gehouden inventarisatie. De conclusie is dat met dit onderzoek een representatief beeld gegeven kan worden voor alle andere regio s in Nederland met uitzondering van Rotterdam-Rijnmond. Specifiek voor de regio 11 Vaak wil de onderzoeker dat een onderzoeksresultaat staat of geldt voor de hele populatie. Het is echter onmogelijk om uit alle mogelijk combinaties van elementen uit de populatie steeds maar weer hetzelfde resultaat te krijgen. Stelt u zich eens voor, dat u van een populatie bestaande uit 1000 mensen een steekproef trekt van 200 mensen en van hun de leeftijd noteert. Als u opnieuw een steekproef trekt van 200 respondenten, zult u merken dat ondanks de toets op representativiteit de gemiddelde leeftijd van de eerste steekproeftrekking iets zal verschillen van de tweede keer (al was het maar in honderdsten achter de komma). U mag dan ook niet stellen dat de gemiddelde leeftijd zoals berekend uit de steekproef, ook echt precies het gemiddelde is van de populatie. Er zit een bepaalde marge tussen hetgeen men meet (het steekproefgemiddelde) en hetgeen feitelijk is (het populatiegemiddelde).om vanuit een resultaat uit een steekproef iets over de populatie te zeggen, houdt men een betrouwbaarheidsmarge aan. Deze wordt meestal op 95% gezet, maar men kan ook een betrouwbaarheidsinterval wensen van 90%. Omdat men niet weet of het steekproefresultaat naar onderen of naar boven afwijkt, neemt men altijd een boven en een ondermarge. 12 Van Hollands-Midden arriveerde nog 1 format, dat echter niet meer verwerkt kon worden omdat de data op dat moment reeds verwerkt was. 13 Dat betekent dat alle vijf de regio's hetzij alle een aanzienlijk hogere dan wel alle een aanzienlijk lagere tijdsbesteding moeten hebben, wil dat tot een significant andere conclusie over de totale tijdsbesteding buiten Rotterdam-Rijnmond leiden. Het is onwaarschijnlijk dat dit het geval zou zijn. 13/69

15 Rotterdam-Rijnmond kunnen op basis van de hoge respons ook representatieve en betrouwbare uitspraken gedaan worden. Grafiek 1. Aantallen formats per regio Tevens zijn kwalitatieve gegevens verkregen door gestandaardiseerde telefonische interviews met HOvJ s. Daarbij zijn zoveel mogelijk HOvJ s van verschillende regiokorpsen benaderd. Ook zijn face-to-face interviews gehouden met coördinatoren en portefeuillehouders Huiselijk Geweld uit de regio s om de bevindingen verder uit te diepen. Dit onderzoek heeft uiteindelijk een databestand opgeleverd dat kwantitatieve informatie bevat over de voor de uitvoering van de Wth benodigde capaciteit en inzicht in de dagelijkse politiepraktijk voor wat betreft de uitvoering van de Wth, zodat de kwantitatieve gegevens geïnterpreteerd en in een breder perspectief geplaatst kunnen worden. 14/69

16 Fase 3: Data analyse De ontvangen formats zijn verwerkt in SPSS. In die gevallen waarin is aangegeven dat er een significant verband of significant verschil is, is de kans dat het waargenomen verschil of verband op toeval berust kleiner dan 5%. Dit is een algemeen gebruikte norm. 1.4 Werkwijze inventarisatie van de uitvoering Wth per regio. De inventarisatie van de uitvoering van de Wth per regio is aanvullend op het tijd/capaciteitsonderzoek uitgevoerd. Door het LPHG is een vragenlijst opgesteld. In format B (zie bijlage) worden vragen gesteld over de werkwijze in de uitvoering van de Wth in de 25 politieregio s. Het LPHG heeft middels een de vragenlijst uitgezet onder de regionale coördinatoren HG met het verzoek de vragenlijst in te vullen en terug te sturen aan het LPHG. BMC heeft de antwoorden ontvangen van alle 25 regio s en de resultaten verwerkt en beschreven in hoofdstuk 4 Inventarisatie van de uitvoering van de Wth per regio. Op basis van de gebruikte methode is gekozen om de resultaten als inventarisatie te presenteren. 1.5 Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk twee behelst de context van het onderzochte vraagstuk. Een landelijk overzicht wordt gepresenteerd met aantallen huisverboden die in Nederland zijn opgelegd sinds de invoering van de wet op 1 januari Feitelijk geeft dit de context weer waarbinnen dit onderzoek wordt uitgevoerd. Hoofdstuk 3 beschrijft het onderzoek naar en de bevindingen van de extra tijd die de politie besteedt aan de uitvoering van de Wth in de onderzoeksperiode. Na het kwantitatieve deel wat is uitgevoerd aan de hand van de 170 bruikbare formats volgt een kwalitatief deel wat is opgebouwd uit de telefonisch interviews met 38 betrokken HOvJ s. In hoofdstuk 4 leest u op welke wijze in de 25 politieregio s de Wth wordt uitgevoerd. Tot slot worden in hoofdstuk 5 de conclusies geformuleerd. De gebruikte formats, de wettekst, bronvermelding en andere achtergrondinformatie zijn opgenomen in de bijlagen. 15/69

17 Hoofdstuk 2 Wet tijdelijk huisverbod: een landelijk overzicht van het vraagstuk 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk laat de getalsmatige ontwikkeling van de uitvoering van de Wth vanaf 1 januari 2009 zien, in het verlengde van de brede context van huiselijk geweld. Binnen deze getalsmatige ontwikkeling wordt ingegaan op respectievelijk de aantallen huisverboden per regio, de verhouding tussen het aantal opgemaakte RiHG s en opgelegde huisverboden, de samenloop met het Strafrecht (samenloop) en de verhouding tussen de opgelegde huisverboden en opgelegde verleningen van het huisverbod. De Wet tijdelijk huisverbod biedt aan burgemeesters de mogelijkheid om aan potentiële plegers van huiselijk geweld gedurende tien dagen (met een verlenging tot een maximum van 28 dagen) de toegang tot hun woning te ontzeggen en contact met hun huisgenoten te verbieden. Deze periode wordt benut om hulpverleningstrajecten op te starten, zowel voor de achterblijvers als voor de potentiële daders (de uithuisgeplaatsten). De politie werkt sinds 2004 met een projectcode Huiselijk Geweld (HG) om de aard en omvang van huiselijk geweld te registreren. In 2008 zijn er door de 25 regiokorpsen in totaal in Nederland incidenten huiselijk geweld geregistreerd. Van iedere 100 incidenten die in 2008 ter kennis van de politie komen, zijn er anderhalf (1,5%) te typeren als huiselijk geweld. Het aandeel van huiselijk geweld binnen geweldsincidenten is groter. Van iedere 100 bedreigingen in 2008 zijn er 18 (18,5%) te typeren als huiselijk geweld. Van alle 100 mishandelingen vinden er 25 (25,4%) in de huiselijke kring plaats. 14 Grafiek 2 geeft de ontwikkeling weer van het aantal gestarte procedures Wth en aantal opgelegde huisverboden in 2009 (tot en met 29 november). Dit neemt lineair toe. 14 Uit: Huiselijk Geweld gemeten, cijfers /69

18 Grafiek 2. Landelijke ontwikkeling uitvoering Wth Landelijke Ontw ikkeing uitvoering Wet Tijdelijk Huisverbod nov (einde cap. onderz.) 1-nov 4 okt(begin cap onderz) 6-sep 2-aug 5-jul 7-jun 3-mei 5-apr 8-mrt 12-feb Rihg huisverbod samenloop verlenging overtreding Nu deze wet bijna een jaar van kracht is, is het van belang om te zien hoe vaak deze procedure is uitgevoerd. Dit hoofdstuk presenteert de door de politie geregistreerde aantallen gestarte procedures huiselijk geweld in 2009 per regio. 2.2 Aantallen huisverboden per regio Vanaf 1 januari tot en met 29 november 2009 zijn er in Nederland in totaal 2368 procedures gestart, die hebben geleid tot 1884 opgelegde huisverboden. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat niet iedere regio ook per 1 januari 2009 direct van start is gegaan met de uitvoering van deze wet. Twaalf regio s zijn direct aan de slag gegaan, de overige regio s zijn later, doch uiterlijk in mei 2009 van start gegaan. Niet iedere regio is direct in zijn geheel gestart. Er zijn gemeenten in die regio s die zich later hebben aangesloten. Overigens betekent dit niet dat er vanaf mei 2009 al in iedere regio huisverboden zijn opgelegd. Mede daarom laat tabel 1 verschillen zien in aantallen gestarte procedures en aantallen huisverboden per regio. 15 Brongegevens Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak 17/69

19 Tabel 1. Overzicht aantal huisverboden in Nederland per regio, in periode 1 januari tot en met 29 november Overzicht procedures huisverboden periode: 1 januari t/m 29 november 2009 Regio Afgenomen RiHG's gestart per januari gestart vanaf maart Aantal huisverboden Samenloop met strafrecht Verlengingen van huisverbod (door burgemeester) start vanaf april start vanaf mei Overtreding en van huisverbod 1 Amsterdam Brabant-MW ? 3 3 Brabant-Noord Brabant-ZO Drenthe Flevoland Friesland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Gooi- en Vechtstreek Groningen Haaglanden Hollands-Midden IJsselland Kennemerland Limburg-Noord Limburg-Zuid NO-Gelderland Noord-Holland-Noord Rotterdam-Rijnmond Twente Utrecht Zaanstreek-Waterland Zeeland Zuid-Holland Zuid Totalen De cijfers in de tabel zijn gebaseerd op de landelijke overzichten, aangeleverd door het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak. De aantallen verleningen en overtredingen (voor zover bij de regio bekend) kunnen afwijken van het werkelijke aantal in de betreffende regio. Alleen de burgemeester kan een huisverbod verlengen. Het aantal overtredingen is gebaseerd op zowel de meldingen dat het huisverbod is overtreden als het aantal keren dat proces-verbaal is opgemaakt. Het cijfer is indicatief. 18/69

20 Voorgaande tabel presenteert een overzicht van de aantallen per regio: afgenomen RiHG s; opgelegde huisverboden; keren dat er sprake is van samenloop; aantal verlengingen; aantal overtredingen. Tabel 2 (op pagina 21) presenteert de onderlinge verhoudingen ten opzichte van de aantallen opgelegde huisverboden, het aantal verlengingen en het aantal opgelegde huisverboden. Het gemiddelde percentage is het gemiddelde van het landelijke overzicht. De afzonderlijke percentages zijn in respectievelijk blauw (onder het gemiddelde), roze (boven het gemiddelde) en geel (gelijk aan het gemiddelde) weergegeven. De kleuren geven derhalve geen waardeoordeel. Het uitgangspunt van de tabel vormt het RiHG. De Wth (i.c. het Besluit Wth) bepaalt dat een huisverbod altijd gebaseerd is op de uitkomst van het afgenomen en ingevulde RiHG. De cijfers hebben betrekking op de periode van 1 januari tot en met 29 november Verhouding RiHG - huisverbod In tabel 2 is te zien hoeveel huisverboden er per regio zijn opgelegd en hoeveel RiHG s er zijn afgenomen in de periode vanaf 1 januari tot en met 29 november In gemiddeld 79% van de ingevulde RiHG s is er sprake van een huisverbod. De meeste gestarte procedures leiden tot een huisverbod, maar het starten van de procedure en afnemen van een RiHG leidt dus niet in alle gevallen automatisch tot een huisverbod. In absolute aantallen heeft de regio Rotterdam-Rijnmond het grootste aantal RiHG s afgenomen en huisverboden opgelegd. Relatief gezien scoort Rotterdam-Rijnmond op het landelijk gemiddelde. De regio's Brabant-Noord, Brabant-Zuidoost en Midden- West Brabant scoren boven het landelijke gemiddelde. Het percentage van Gelderland-Zuid wijkt buitengewoon af ten op zichte van het landelijke gemiddelde. Verhouding huisverbod strafrechtelijke interventie (samenloop) Weliswaar is het huisverbod vooral bedoeld voor de gevallen waarin nog niet strafrechtelijk kan worden opgetreden (preventief), maar dit wil niet zeggen dat het niet gelijktijdig kan worden opgelegd bij een strafbaar feit. In de (nieuwe) Aanwijzing Huiselijk Geweld van de Procureurs-generaal d.d. 1 januari wordt het benutten van beiden trajecten (bestuursrecht - strafrecht) sterk bepleit. De praktijk laat inmiddels zien dat het samen uitvoeren van beide trajecten, of te wel samenloop, in veel gevallen ook gebeurt. Samenloop is het gelijktijdig opstarten van een huisverbod (bestuursrechtelijk traject) en het inzetten van een strafrechtelijk traject. 17 Niet alle regio s hebben de gevraagde cijfers/ gegevens (tijdig) aangeleverd. 18 Bron: 19/69

21 Tabel 2 (pagina 22) laat de aantallen en percentages zien waarin er sprake is van samenloop met het strafrecht. Bij gemiddeld 91% van de opgelegde huisverboden is ook sprake van een strafrechtelijke interventie (al dan niet leidend tot een OM-dossier). In de regio's Flevoland, Gelderland-Zuid, Zaanstreek-Waterland, Zeeland en Zuid-Holland-Zuid is bij alle opgelegde huisverboden sprake geweest van samenloop. In de regio Amsterdam-Amstelland is dit percentage 63%. De verklaring hiervoor moet gezocht worden in de keuze die door het Regionaal College bij de start van de Wth is gemaakt 19. Het instrument wordt vooral ingezet bij incidenten zonder strafbaar feit. Verhouding huisverbod verlenging In gemiddeld 22% van de opgelegde huisverboden is sprake van een verlenging van de termijn. Voor de regio's Amsterdam-Amstelland, Kennemerland, Noord - en Oost- Gelderland, Noord-Holland-Noord, Zaanstreek-Waterland en Flevoland ligt het percentage aanzienlijk boven het gemiddelde. In de regio Rotterdam-Rijnmond wordt in 58% van de opgelegde huisverboden, het huisverbod verlengd. 19 Inmiddels is binnen de regio Amsterdam-Amstelland een beleidswijziging doorgevoerd, waarbij er niet meer uitsluitend de nadruk op preventie wordt gelegd. 20/69

22 Tabel 2. Overzicht verhoudingen ten opzicht van aantallen huisverboden 21 gestart per januari start vanaf april gestart vanaf maart start vanaf mei Regio 20 RiHG's HV's Hv tov RiHG s samenloop samenloop tov Hv Verlengingen verlenging tov Hv geregistreerde overtredingen Amsterdam-Amstelland % 65 63% 35 34% 9 Brabant-Noord % 36 97% 4 11% 0 Brabant-Zuidoost % 62 72% 6 7% 7 Drenthe % 33 97% 6 18% 2 Flevoland % % 14 33% 4 Friesland % 54 98% 6 11% 6 Gelderland-Midden % 80 79% 26 26% 3 Gelderland-Zuid % 3 100% 0 0% 0 Gooi- en Vechtstreek % 51 98% 12 23% 4 Groningen % 50 94% 11 21% 6 Haaglanden % 82 91% 4 4% 6 Hollands-Midden % 42 98% 13 30% 0 IJsselland % 52 98% 2 4% 1 Kennemerland % 34 87% 15 38% 1 Limburg-Noord % 84 92% 14 15% 6 Limburg-Zuid % 72 89% 2 2% 6 Midden- en West-Brabant % 26 81%? - 3 Noord- en Oost-Gelderland % 62 85% 23 32% 10 Noord-Holland-Noord % 98 98% 34 34% 6 Rotterdam-Rijnmond % % % 126 Twente % % 20 15% 9 Utrecht % 64 98% 22 34% 2 Zaanstreek-Waterland % % 16 44% 2 Zeeland % % 2 13% 3 Zuid-Holland-Zuid % % 13 25% 3 Totalen Gemiddeld percentage 79% 91% 22% legenda: onder gemiddelde boven gemiddelde gelijk aan gemiddelde 20 Niet elke regio is op 1 januari 2009 gestart. 21 De cijfers in de tabel zijn gebaseerd op de landelijke overzichten, aangeleverd door Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak. 21/69

23 Hoofdstuk 3 Politiecapaciteit in beeld 3.1 Inleiding In onderhavig hoofdstuk wordt deel 1 van de probleemstelling beantwoord, namelijk: De hoofdvraag: 1. Hoeveel extra tijd/capaciteit kost het de politie om de Wth uit te voeren? En daarvan afgeleid de twee subvragen: Hoe is de extra tijd voor de uitvoering van de Wth opgebouwd? Door welke functionarissen wordt die tijd besteed? Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. Het eerste deel toont de bevindingen op basis van de kwantitatieve analyses (paragraaf 3.2 t/m 3.8). In het tweede deel worden de uitkomsten van het kwalitatieve onderzoek beschreven (paragraaf 3.9). Paragraaf 3.10 betreft een samenvatting van dit hoofdstuk. 3.2 Kwantitatief onderzoek, de uitgangspunten en definities In onderhavig onderzoek wordt de capaciteitsinzet uitgedrukt in (gemiddelde) tijd per incident huiselijk geweld. Bij de meting wordt onderscheid gemaakt tussen: 1) het aantal incidenten in een tijdsperiode en 2) het aantal uren voor een BPZ er en HOvJ per incident. De politiecapaciteit is gedefinieerd als de tijd die de HOvJ en de BPZ afzonderlijk, maar ook gezamenlijk besteden aan de uitvoering van de procedure Wth. De uitvoering van deze nieuwe wet brengt voor de Nederlandse politie extra activiteiten en procedures met zich mee. Deze bestaan uit: inventariseren, beoordelen en opleggen huisverbod; afhandelen van overtredingen van het huisverbod 22 ; inzet wijkagent na opleggen huisverbod. In dit onderzoek wordt uitsluitend ingegaan op de extra activiteiten in het kader van het inventariseren, beoordelen en opleggen huisverbod. Dit zijn: reistijd; wachten op hulpverlening; horen belanghebbenden; invullen RiHG; overleg met hulpverlening; overleg burgemeester; beschikking opmaken en uitreiken; faxen documenten; 22 Artikel 11 Wet tijdelijk huisverbod 22/69

24 opmaken (PV HOvJ/ mutatie e.d.); overige activiteiten. De benodigde inspanning voor het afhandelen van overtredingen op het huisverbod is wegens te weinig respons buiten beschouwing gelaten van dit onderzoek. De inzet van wijkagenten en de capaciteit voor opleiding/ training van HOvJ s is eveneens niet in dit onderzoek opgenomen. 3.3 Totale tijdsbesteding HOvJ Paragraaf 3.3 gaat in op de gemiddelde totale tijdsbesteding bij de uitvoering van de Wth. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de totale tijdsbesteding voor de procedure (dit is de tijd van de HOvJ, BPZ en reistijd samen) en de tijdsbesteding van de HOvJ inclusief reistijd, maar zonder de tijd van de BPZ en van de HOvJ zonder BPZ en reistijd (zie tabel 4). Eerst wordt in tabel 3 een overzicht gegeven van de aantallen opgelegde huisverboden per regio. In de onderzoeksperiode is in 78% van de incidenten een huisverbod opgelegd. In 59% van de gerapporteerde incidenten was sprake van volmandaat en in 41% van de incidenten van een ondertekeningsmandaat. In bijna driekwart van de incidenten (70%) was de HOvJ in reguliere dienst tijdens de uitvoering van de procedure Wth. 23/69

25 Tabel 3. Totaal aantal uitgevoerde procedures en opgelegde huisverboden per regio, in onderzoeksperiode (1 oktober tot en met 16 november 2009) 23 Huisverbod Nee Ja Totaal Regio Amsterdam-Amstelland Brabant-Noord Brabant-Zuidoost Drenthe Flevoland Friesland Gelderland-Midden Gooi- en Vechtstreek Groningen Haaglanden IJsselland Kennemerland Limburg-Noord Limburg-Zuid Midden- en West-Brabant Noord- en Oost-Gelderland Noord-Holland-Noord Rotterdam-Rijnmond Utrecht Zuid-Holland-Zuid Totaal Regio Rotterdam-Rijnmond is sterk oververtegenwoordigd in de respons. Van de regio Rotterdam-Rijnmond is tevens bekend dat de uitvoering van de wet afwijkt van die in andere regio s. Daarom worden in de resultaten van dit onderzoek (onder andere de gemiddelde tijdsbesteding en de tijdsbesteding naar activiteit) uitgesplitst naar regio Rotterdam- Rijnmond en Overige korpsen, zonder regio Rotterdam-Rijnmond. 23 De laatste formats zijn op 25 november 2009 ingeleverd en verwerkt. Voor de onderzoeksperiode zijn alleen die formats meegenomen met een procedure in de periode tussen 1 oktober en 16 november Het totaal van 166 in tabel 3 wijkt af van de eerder genoemde 171 verwerkte formats omdat het uit 5 formats niet duidelijk was of er wel of niet sprake was van een huisverbod. 24/69

26 Tabel 4 gaat in op de totale gemiddelde tijdsbesteding 25. Tabel 4. Totale tijdsbestedingen Tijdsbesteding Alle regio s (zonder regio Rotterdam-Rijnmond) Regio Rotterdam-Rijnmond Totale gemiddelde tijdsbesteding HOvJ, incl. reistijd en BPZ (de procedure) Totale gemiddelde tijdsbesteding HOvJ (incl. reistijd, excl. BPZ) Totale gemiddelde tijdsbesteding HOvJ (excl. reistijd en excl. BPZ) Aantal formats In uren:minuten Aantal formats n=113 6:37 n=55 3:10 n = 113 5:50 n=50 2:21 n = 107 5:15 n=50 2:17 In uren:minuten De gemiddelde tijdsbesteding voor de uitvoering van de wet, zonder regio Rotterdam-Rijnmond, is 6 uur en 37 minuten. Dit is de tijd die aan de procedure wordt besteed door de HOvJ en de BPZ samen, incl. reistijd. Tevens is gekeken naar de gemiddelde tijd die alleen de HOvJ besteedt aan de uitvoering van de wet, dit is 5 uur en 50 minuten (de tijd inclusief reistijd). En tot slot is gekeken naar de tijdsbesteding van alleen de HOvJ in de procedure, dit is 5 uur en 15 minuten. In de regio Rotterdam-Rijnmond komen we tot veel lagere gemiddelde tijdsbestedingen. Daar besteden de HOvJ s bijna 3 uur minder aan de uitvoering van de Wth. De gemiddelden zeggen echter niet alles. 25 Deze tijdsbesteding is berekend door in eerste instantie per casus de totale tijd te berekenen, deze totaal tijd voor alle casussen op te tellen en vervolgens te delen door het totaal aantal casussen en wijkt daarom dus af van het totaal in tabel 5 omdat de uitkomst daar mede wordt bepaald door het aantal gebruikte casussen (de N) die steeds afzonderlijk zijn vermeld. 25/69

27 Grafiek 3. Grafieken spreiding tijdsbesteding HOvJ (excl. reistijd en excl. BPZ) Grafiek 3 laat zien dat in de helft van de incidenten de HOvJ minder dan 5 uur besteedt aan de uitvoering. De andere helft van de incidenten duurt langer. Hierbij moet er echter rekening mee worden gehouden dat er een zeer grote spreiding in tijdsbesteding is en uitschieters naar extreem lange tijden voorkomen. De gemiddelde totale tijdsbesteding is 5 uur en 15 minuten (tijdsbesteding HOvJ, excl. reistijd en excl. BPZ) per casus. Extreem lange tijden zijn geen uitzondering: 1 op de 20 incidenten vraagt langer dan 9 uur en 56 minuten. Waar zowel extreem lange als zeer korte tijden zijn te herleiden tot specifieke omstandigheden komen die omstandigheden kennelijk regelmatig voor. In deze grafiek wordt zichtbaar, dat de langste tijd die in de regio Rotterdam- Rijnmond is geregistreerd voor de uitvoering van de Wth, 5 uur en 35 minuten is. In deze grafiek is de activiteit reistijd buiten beschouwing gelaten, omdat niet iedere HOvJ ter plaatse gaat (bijvoorbeeld in regio Rotterdam-Rijnmond) en de reistijd per regio te veel verschilt. 26/69

28 3.4 Tijdsbesteding per activiteit Paragraaf 3.4 gaat in op de tijdsbesteding per activiteit in het kader van de Wth. Bij de uitvoering van de Wth wordt onderscheid gemaakt in verschillende activiteiten: reistijd; wachten op hulpverlening; horen belanghebbenden; invullen RiHG; overleg met hulpverlening; overleg burgemeester; beschikking opmaken en uitreiken; faxen documenten; opmaken (PV HOvJ/mutatie e.d.); overige activiteiten. Tabel 5 geeft de gemiddelde tijdsbesteding per activiteit weer voor alleen die casus waarin de activiteit ook daadwerkelijk heeft plaatsgehad. De N in tabel 5 is derhalve nooit 113 (het totaal aantal casus), maar steeds verschillend, omdat niet alle activiteiten in elke casus hebben plaatsgevonden en dan ook niet zijn gerapporteerd. Dit is de reden waarom de tijdsbesteding van de afzonderlijke activiteiten niet kunnen worden opgeteld. Dit inzicht in de tijdsbesteding per activiteit, geeft dus alleen de gemiddelde tijd weer in de casus waarin de activiteit heeft plaatsgevonden. Tabel 5 laat zien dat de gemiddelde tijdsbesteding aan reistijd (1 uur en 6 minuten) en het horen van de belanghebbenden (1 uur en 48 minuten) veelal de meeste tijd in beslag nemen. Het invullen van het RiHG duurt doorgaans gemiddeld een half uur (33 minuten). Administratieve werkzaamheden lopen bij elkaar wel op tot ruim 1 uur (faxen documenten 16 minuten en opmaken PV 54 minuten). 27/69

29 Tabel 5. Gemiddelde tijdsbesteding in uren, per activiteit 26 In uren Alle regio s (zonder regio Rotterdam-Rijnmond) Regio Rotterdam-Rijnmond Aantal formats In uren:minuten Aantal formats Reistijd (uren) N=89 1:06 N=8 0:29 Wachten op hulpverlening (uren) N=53 0:59 N= 10 1:03 Horen belanghebbenden (uren) 27 N=98 1:48 N= 45 0:22 Invullen RiHG (uren) N=99 0:33 N= 49 0:29 Overleg met hulpverlening (uren) N=90 0:38 N=44 0:18 Overleg burgemeester (uren) N=82 0:13 N= 14 0:13 Beschikking opmaken en uitreiken (uren) N=78 0:43 N=47 0:26 Faxen documenten (uren) N=54 0:16 N=2 0:04 Opmaken (PV HOvJ/mutatie e.d. (uren) N=94 0:54 N=45 0:18 Overige activiteiten (uren) N=68 0:44 N=41 0:19 In uren:minuten In regio Rotterdam-Rijnmond besteden HOvJ s gemiddeld 22 minuten aan het horen van belanghebbenden, in vergelijking tot andere regiokorpsen waar deze activiteit gemiddeld 1 uur en 48 minuten in beslag neemt. Dit is een groot verschil. Door het hele land zijn HOvJ s gevraagd om aan de hand van een format aan te geven hoeveel tijd er wordt besteed aan de verschillende deelactiviteiten van het uitvoeringsproces. Het is belangrijk om te constateren dat door alle HOvJ s niet alle afzonderlijke tijdsonderdelen zijn ingevuld. Daarom hebben we het totaal aantal formats (de N) waarop de resultaten gebaseerd zijn, vermeld. In onderstaande uitleg van de gemiddelde tijden per activiteit worden de tijden genoemd van de gemiddelden van alle korpsen zonder regio Rotterdam-Rijnmond. De tijden tussen haakjes zijn de tijden voor de regio Rotterdam-Rijnmond. Gemiddelde reistijd van de HOvJ is 1 uur en 6 minuten (0:29), met een minimale reistijd van 5 minuten oplopend tot maximaal 3 uur, 55 minuten (RR: min. 5 minuten 26 Deze tijdsbesteding wijkt af van de totale tijdsbesteding zoals genoemd in tabel 4 omdat de uitkomst hier mede wordt bepaald door het aantal gebruikte casussen per onderdeel (de N) die daarom steeds afzonderlijk zijn vermeld. 27 Deze tijden zijn inclusief de tijden die de BPZ volgens de HOvJ besteedt aan het horen van belanghebbenden zoals staat vermeld in tabel 6 28/69

30 en max. 1uur). Een kwart van de HOvJ s heeft een reistijd van 1½ uur of meer (RR: 46 minuten of meer). De tijd die de HOvJ besteedt aan het wachten op de hulpverlening komt sterk overeen met de reistijd die de HOvJ zelf kwijt is aan de procedure Wth. Gemiddeld wacht een HOvJ 59 minuten op de hulpverlening (1:03 minuten), uiteenlopend van respectievelijk 0 minuten tot 3 uur en 30 minuten wachttijd (RR: min. 20 minuten max. 2 uur en 30 minuten). Een kwart van de HOvJ s wacht 1½ uur of langer op de komst van de hulpverlening (RR: 2 uur of langer). Voor het horen van belanghebbenden trekt een HOvJ gemiddeld 1 uur en 48 minuten uit (22 minuten). De minimale tijdsbesteding van een HOvJ aan het horen van belanghebbenden is 20 minuten oplopend tot maximaal ongeveer 6 uur en 5 minuten (RR: min. 5 minuten max. 2 uur en 35 minuten). Het horen van belanghebbenden wordt in sommige korpsen overgelaten aan de hulpverlening of aan de BPZ. Daarnaast kan het aantal te horen belanghebbenden per casus verschillen. Het invullen van het RiHG kost de HOvJ gemiddeld 33 minuten (RR: 29 minuten), uiteenlopend van minimaal 10 minuten tot maximaal 2 uur (RR: min. 5 minuten max. 4 uur). Een kwart van de HOvJ s is 40 minuten of langer bezig met het invullen van het RiHG (RR: 30 minuten). De tijdsbesteding voor het overleg met de hulpverlening in de procedure Wth duurt gemiddeld 38 minuten voor de HOvJ (RR: 18 minuten). Een kwart van de HOvJ s besteedt 53 minuten of meer aan het overleg met de hulpverlening (RR: 20 minuten). Het overleg met de burgemeester kost gemiddeld 13 minuten (RR: 13 minuten). 75% van de HOvJ s besteedt 10 minuten of minder aan het overleg met de burgemeester (RR: 5 minuten). Er zijn ook HOvJ s die geen tijd hebben besteed aan het overleg met de burgemeester. Dit komt, omdat in 24% van de incidenten (buiten regio Rotterdam-Rijnmond) HOvJ s voor de procedure Wth volmandaat hebben en dus geen overleg hoeven te voeren met de burgemeester. In regio Rotterdam- Rijnmond is er in 72% van de incidenten sprake van volmandaat. In 5% van de incidenten duurt het overleg met de burgemeester 38 minuten of meer. De HOvJ besteedt gemiddeld 43 minuten aan het opmaken en uitreiken van de beschikking (RR: 26 minuten). De minimale tijd die hiervoor nodig is bedraagt 5 minuten oplopend tot maximaal 12 uur en 20 minuten (RR: min. 1 minuut max. 2 uur). De helft van de HOvJ s besteedt 30 minuten of meer aan het opmaken en uitreiken van de beschikking (RR: 20 minuten). Het faxen van documenten kost de HOvJ gemiddeld 16 minuten (RR: 4 minuten), variërend van minimaal 2 tot maximaal 60 minuten (RR: min. 2 minuten max. 5 minuten). Een kwart van de HOvJ s besteedt 20 minuten of meer aan het faxen van documenten. Uit de telefonische interviews bleek dat de boekjes RiHG niet door de 29/69

31 scanner kunnen en dus eerst moeten worden losgehaald, gekopieerd en pas daarna gefaxt kunnen worden naar alle partijen. Het opmaken van het proces verbaal en het opmaken van mutaties kost de HOvJ gemiddeld 54 minuten (RR: 18 minuten) met uitschieters van minimaal 5 minuten tot maximaal 4 uur (RR: min. 3 minuten max. 45 minuten). Een kwart van de HOvJ s besteedt 1 uur of langer aan het opmaken van het proces verbaal en mutaties (RR: 28 minuten). In de gehele procedure Wth besteedt een HOvJ gemiddeld 44 minuten aan activiteiten die niet nader omschreven zijn (RR: 19 minuten). Deze overige activiteiten kunnen variëren van 5 minuten tot 2 uur en 35 minuten (RR: min. 1 minuut max. 1 uur en 15 minuten). Een kwart van de HOvJ s is 1 uur of meer kwijt aan overige activiteiten binnen de procedure Wth (RR: 30 minuten). 3.5 Totale tijdsbesteding BPZ De HOvJ s hebben naast de tijdsbesteding van hun eigen handelingen tijdens de procedure Wth ook een inschatting gemaakt hoeveel tijd de BPZ bezig is geweest met de procedure Wth in de betreffende casus. Helaas is slechts in 99 van de 171 incidenten de tijdsinschatting van de BPZ opgegeven. Dit betekent dat in bijna de helft van de incidenten er geen gegevens bekend zijn over de tijdsbesteding van de BPZ aan de procedure Wth. Ook naar die inzet van de BPZ is gekeken. De volgende activiteiten worden onderscheiden: Wachten op komst HOvJ/hulpverlening. Horen betrokkenen (voor zover niet door HOvJ uitgevoerd). Opmaken documenten (PV huisverbod BPZ). Overige activiteiten uitgevoerd i.v.m. de procedure van de Wth. De Basiszorgpolitie (BPZ) besteedt, naar schatting van de HOvJ, gemiddeld bijna 2 uur (1 uur en 53 minuten; n=46) aan de uitvoering van de wet. In regio Rotterdam- Rijnmond komt dat op een gemiddelde tijdsbesteding van BPZ van 1 uur en 4 minuten (n=53). Hier is geen reistijd uitgevraagd en dus buiten beschouwing van dit onderzoek gelaten. De BPZ heeft vanuit haar reguliere taak (opvolgen van de melding) al reistijd. De totale tijdsbesteding is uitgesplitst per activiteit. In onderstaande tabel (tabel 6) presenteren we de gemiddelde tijdsbesteding van de BPZ per activiteit. 30/69

32 Tabel 6. Gemiddelde tijdsbesteding BPZ per activiteit 28 Tijdsbesteding Alle regio s (zonder regio Rotterdam-Rijnmond) Regio Rotterdam-Rijnmond Wachten op komst HOvJ/hulpverlening (uren) Horen betrokkenen (voor zover niet door HOvJ uitgevoerd) (uren) Opmaken documenten (PV huisverbod BPZ) (uren) Overige activiteiten uitgevoerd i.v.m. de procedure van de Wth (uren) Aantal formats Uren:minuten Aantal formats Uren:minuten N=12 0:33 N= 6 0:36 N=28 1:27 N= 41 0:21 N=24 0:56 N=53 0:34 N=23 0:46 N=23 0:22 Ook voor de BPZ geldt dat doorgaans de meeste tijd aan het horen van de betrokkenen wordt besteed, gemiddeld 1 uur en 27 minuten. In de regio Rotterdam- Rijnmond hoort de BPZ (samen met de hulpverlening) de belanghebbenden. Dit neemt gemiddeld 21 minuten in beslag. In de overige regio's is dit in de regel voorbehouden aan de HOvJ. Volgens inschatting heeft de BPZ in 25% van de incidenten meer dan 2 uur en 41 minuten aan de procedure Wth besteed (RR: 1 uur en 15 minuten). De BPZ is in 1 op de 20 incidenten meer dan 4 uur bezig met de procedure Wth (RR: 2 uur en 6 minuten). Grafiek 4 geeft dit weer. 28 Tabel 6 geeft de gemiddelde tijdsbesteding per activiteit weer voor alleen die casus waarin de activiteit ook daadwerkelijk heeft plaatsgehad. De N in tabel 6 is derhalve nooit 113 (het totaal aantal casus), maar steeds verschillend, omdat niet alle activiteiten in elke casus hebben plaatsgevonden en dan ook niet zijn gerapporteerd. Dit is de reden waarom de tijdsbesteding van de afzonderlijke activiteiten niet kunnen worden opgeteld. Dit inzicht in de tijdsbesteding per activiteit, geeft dus alleen de gemiddelde tijd weer in de casus waarin de activiteit heeft plaatsgevonden. 31/69

33 Grafiek 4. Spreiding tijdsbesteding BPZ 3.6 Tijdsbesteding nader bekeken Naast de totale tijdsbesteding is ook gekeken welke zaken van invloed zijn op de totale tijdsbesteding. Geconstateerd wordt dat het tijdstip van het incident niet van invloed is op de totale tijdsbesteding. Dit wil zeggen dat het voor de mate van tijdsbesteding niet uitmaakt wanneer een HOvJ een huisverbod oplegt. s Morgensvroeg of middenin de nacht, het heeft geen invloed op de hoeveel tijd die de HOvJ besteedt aan de uitvoering van de wet. Ook is gekeken naar wanneer de meeste incidenten plaatsvinden. Tijdens het begin van de avond vinden de meeste incidenten plaats. Grafiek 5 laat zien dat met name tussen 17 uur en 24 uur de meeste incidenten plaatsvinden. 32/69

34 Grafiek 5. Tijdstip en incidenten Verschillen in uitvoering Om de Wth goed te kunnen uitvoeren, zijn er diverse afspraken gemaakt binnen de korpsen. Het ene korps werkt met een aparte piketregeling, waar het andere korps de Wth binnen de reguliere diensten en werktijd uitvoert. Dit kan van invloed zijn op de totale tijdsbesteding. Daarnaast hebben de korpsen te maken met verschillende vormen van mandaat. In deze paragraaf bespreken we de invloeden van diverse bedrijfsmatige keuzes op de tijdsbesteding van de uitvoering van de wet. Mandaat Tussen volmandaat en ondertekeningmandaat zijn geen verschillen in het resultaat in termen van aantallen opgenomen RIHG s aangetroffen (zie grafiek 6). 33/69

35 Grafiek 6. Mandaatvorm & aantallen Tijdens een reguliere dienst blijkt er in 83,5 % sprake van een huisverbod. In een piket dienst is er in 63,3% van de incidenten een huisverbod opgelegd. Er is gekeken naar de totale tijdsbesteding van de HOvJ in reguliere dienst en tijdens piket. Dit is gezien deze berekeningen niet van invloed op de tijdsbesteding. Tabel 7 laat zien dat er weliswaar een verschil zichtbaar is tussen piket en reguliere dienst voor alle regio s (zonder regio Rotterdam-Rijnmond), maar dit verschil is statistisch niet significant 29. Het verschil in tijden tussen regio Rotterdam-Rijnmond en overige korpsen is groot en wordt dus niet verklaard door het feit dat regio Rotterdam-Rijnmond de Wth in reguliere dienst uitvoert. 29 Binnen piket en reguliere dienst afzonderlijk is het verschil in tijden veel groter dan tussen het gemiddelde van piket en het gemiddelde van reguliere dienst. 34/69

36 Tabel 7. Verschillen reguliere dienst & piket Tijdsbesteding Totale gemiddelde tijdsbesteding HOvJ, incl. reistijd en BPZ (de procedure) Totale gemiddelde tijdsbesteding HOvJ (incl. reistijd, excl. BPZ) Totale gemiddelde tijdsbesteding HOvJ (excl. reistijd en excl. BPZ) Regio Rotterdam- Rijnmond (reguliere dienst) Aantal formats Uren : minuten Reguliere dienst alle korpsen (zonder regio Rotterdam- Rijnmond) Aantal formats Uren : minuten Piket dienst alle korpsen (zonder regio Rotterdam-Rijnmond Aantal formats Uren : minuten N=54 3:05 N=64 6:28 N=49 6:48 N=49 2:17 N=64 5:41 N=49 6:02 N=49 2:13 N=64 5:06 N=43 5:29 Grafiek 7 laat zien dat er geen verschil is in tijdsbesteding tijdens reguliere dienst of tijdens piket. Grafiek 7. Piket en reguliere dienst Daarnaast is naar de verschillende activiteiten gekeken in reguliere dienst en tijdens piket. Bij de volgende activiteiten is er sprake van een significant verschil: reistijd; overleg met Hulpverlening; faxen documenten; opmaken documenten. Tabel 8 laat dit zien. 35/69

37 Tabel 8. Significante verschillen in activiteiten in reguliere dienst of piket Tijdsbesteding Reguliere dienst alle korpsen (zonder regio Rotterdam-Rijnmond) Aantal formats Uren : minuten Piket dienst alle korpsen (zonder regio Rotterdam-Rijnmond Aantal formats Uren : minuten Reistijd N=43 0:52 N=46 1:18 Overleg met Hulpverlening N=55 0:30 N=35 0:49 Faxen documenten N=38 0:13 N=16 0:23 Opmaken documenten N=37 1:03 N=37 0:40 Overtijd Daarnaast laat overtijd een significant verschil zien. De hoeveelheid overtijd die wordt gemaakt, is bijna twee keer zo veel tijdens piket (4 uur en 49 minuten (n=38) als tijdens regulier dienst (2 uur en 30 minuten (n=31). Verschil datum+tijd incident & starten van procedure Op het format staat een veld Datum en tijd Incident en een veld "Datum en tijd Procedure". Het verschil tussen die twee items is de tijd tussen incident en het starten van de procedure. De tijd tussen het incident en het starten van de procedure duurt gemiddeld in regio RR 4 uur en 32 minuten. In de overige korpsen duurt het 11 uur en 32 minuten. Bij overige korpsen is dit tijdens reguliere dienst 8 uur en 27 minuten. Tijdens piket 15 uur. 30 Belemmeringen In het format is ook gevraagd naar overuren en arbeidstijdenwet (ATW) belemmeringen. Het blijkt, gezien dit werk, lastig om binnen de ATW te blijven. Grafiek 7 heeft in beeld gebracht hoeveel botsingen met de ATW normen er hebben plaatsgevonden. Binnen de regio Rotterdam-Rijnmond komen ATW overtredingen in dit onderzoek niet voor. 30 Voor de HOvJ s is het waarschijnlijk niet goed duidelijk wat het format precies heeft bedoeld met tijdstip incident (wat wordt aangemerkt als "het incident" en welk tijdstip neem je: melding centrale, melden bij Hulpverlening bij preventieve cases, arriveren BPZ) en tijdstip procedure (welke procedure precies en wat geef je aan als tijdstip: arriveren BPZ, afronden 3 criteria, bellen HOvJ, arriveren HOvJ, start invullen RiHG). 36/69

38 Grafiek 8. ATW overtreding alle korpsen (zonder regio Rotterdam-Rijnmond) Tijdens piket wordt door de HOvJ bijna het dubbele aantal overuren gedraaid als door de HOvJ in reguliere dienst, zoals grafiek 8 laat zien. 3.7 Verschillen per regio In deze paragraaf laten we de verschillen in tijdsbesteding per regio zien. 37/69

39 Tabel 9. Overzicht tijdsbesteding per regio 31 Regio Amsterdam- Amstelland Aantal respondenten N Tijdsbesteding HOvJ (incl. reistijd) Tijdsbesteding HOvJ Tijdsbesteding BPZ Procedure BPZ+HOvJ Gemiddelde Gemiddelde in Gemiddelde in Gemiddelde in in uren/ uren/ minuten uren/ minuten uren/ minuten minuten 3 5:08 5:45 2:00 6:25 Brabant-Noord 2 6:43 7:38 7:38 Brabant-Zuidoost 3 8:25 9:13 2:00 9:53 Drenthe 3 3:34 5:04 2:00 5:43 Flevoland 4 1:26 1:35 0:15 1:39 Friesland 7 2:05 2:05 Gelderland-Midden 9 5:41 6:47 1:19 7:13 Gelderland-Zuid* 32 Gooi- en Vechtstreek 5 4:15 4:48 2:08 6:30 Groningen 4 5:04 5:19 2:00 5:49 Haaglanden 20 7:22 7:59 2:14 9:24 Hollands Midden* IJsselland 9 4:05 4:34 1:35 4:55 Kennemerland 6 4:40 5:37 1:00 5:47 Limburg-Noord 7 4:25 4:44 2:35 6:35 Limburg-Zuid 7 4:56 5:26 1:52 6:46 Midden- en West- Brabant Noord- en Oost- Gelderland 2 5:47 6:15 1:40 7:55 4 6:20 8:02 2:00 9:32 Noord-Holland-Noord 6 4:21 5:52 0:05 5:53 Rotterdam-Rijnmond 55 2:17 2:21 1:04 3:10 Twente* Utrecht 5 6:14 7:14 2:15 7:41 Zaanstreek- Waterland* Zeeland* Zuid-Holland-Zuid 9 3:52 5:05 0:40 5:14 31 In de berekening van de uitkomsten in de kolommen tijdsbesteding HOvJ, tijdsbesteding HOvJ incl. reistijd en tijdsbesteding BPZ is sprake van gewogen gemiddelden. In de uitkomsten in de kolom procedure BPZ+HOVJ is gerekend met een ongewogen gemiddelde en niet met het totaal van de voorgaande kolommen. In de kolom N zijn de aantallen respondenten per regio weergegeven. Het totale aantal respondenten is * Van deze regio s zijn er geen formats ontvangen. 38/69

40 Tabel 9 laat de verschillen in tijdsbesteding per regio zien. De verschillen zijn niet nader onderzocht maar de aanname is dat dit te maken heeft met het feit dat bv wordt gewerkt met huisverbod on-line, er sprake is van volmandaat, er ( lang) moet worden gewacht op de hulpverlening of de geografische ligging van de regio een langere reistijd nodig maakt. Ook de onvolledigheid van de ingevulde formats is een factor van betekenis. De onderzoekers hebben uitsluitend kunnen uitgaan van de tijden die de respondenten daadwerkelijk hebben ingevuld voor de respectievelijke activiteiten waaruit het totale proces is opgebouwd. Hierdoor kan de feitelijke tijdsbelasting per casus in een bepaalde regio afwijken van de tijden zoals die in het overzicht is weergegeven. Voorbeelden zijn: regio Friesland waar alleen de reistijd is ingevuld en de regio Flevoland, waarbij in de aangeleverde 4 formats meerderde activiteiten niet zijn ingevuld en daardoor een beperkt beeld kan worden gegeven van de totale tijdsbesteding. 3.8 Bevindingen op basis van het kwalitatieve onderzoek Naast kwantitatief onderzoek, zoals in de voorgaande paragrafen is gepresenteerd, is er ook gebruik gemaakt van kwalitatieve methoden. Dit kwalitatieve deel van het onderzoek is gebruikt om verdieping aan te brengen door de kwantitatieve bevindingen van het onderzoek te voorzien van context en achtergronden. Voor het capaciteitsonderzoek betekent dit dat 38 HOvJ s uit 14 regiokorpsen telefonisch zijn geïnterviewd over hetgeen ze hebben ingevuld in het format. Daarnaast is hen ook gevraagd naar de ervaringen met de Wth in het algemeen en de problemen en kansen die men in de praktijk ervaart. De regionale verdeling van de interviews is weergeven in onderstaand overzicht. Regio Aantal interviews Groningen 4 Friesland Drenthe 1 IJsselland 6 Twente Noord- en Oost-Gelderland 2 Gelderland-Midden 2 Gelderland-Zuid Utrecht 2 Noord-Holland-Noord 2 Zaanstreek-Waterland Kennemerland Amsterdam-Amstelland Gooi- en Vechtstreek Haaglanden 3 Hollands Midden Rotterdam-Rijnmond 2 Zuid-Holland-Zuid 2 Zeeland 39/69

41 Midden- en West-Brabant Brabant-Noord Brabant-Zuidoost 2 Limburg-Noord 3 Limburg-Zuid 3 Flevoland 4 De regiokorpsen 38 Naast de telefonische interviews heeft tevens een aantal diepte-interviews plaatsgevonden met de portefeuillehouders huiselijk geweld en een gesprek met de landelijke portefeuillehouder vanuit de Raad van Korpschefs. Daarnaast nog gesprekken met 4 portefeuillehouders huiselijk geweld uit de regio s. Zij zijn tevens clustertrekker, en maken deel uit van het Landelijk Platform Huiselijk Geweld. 33 De portefeuillehouders zijn afkomstig uit de regiokorpsen Midden- en West-Brabant, Utrecht, Groningen, Gelderland-Midden en Rotterdam-Rijnmond. De bevindingen op basis van de telefonische en diepte-interviews worden in de volgende paragraaf uiteen gezet. 3.9 Bevindingen op basis van telefonische en diepte-interviews In deze paragraaf worden de uitkomsten van de telefonische interviews en de diepte-interviews beschreven. De bevindingen worden per uitvoerings-activiteit weergegeven. Algemene beschouwing Daar waar huiselijk geweld nog niet zo heel lang geleden voornamelijk werd gezien als een privézaak, wordt er nu door de politie bijzonder veel prioriteit toegekend aan dit thema. Huiselijk geweld is strafbaar en de wet wordt uitdrukkelijk ook achter de voordeur gehandhaafd. De Wth heeft zeker bijgedragen aan meer bewustzijn en alertheid binnen de politie op dit terrein. Uit de reacties van de respondenten komt een gedeeld beeld naar voren. De geïnterviewden zijn overwegend enthousiast over de wet, de opvattingen over het belang van de wet zijn zeer positief. De wet wordt door velen gezien als een investering in de komende generatie. Wanneer er minder kinderen opgroeien in een gewelddadige omgeving, is het risico dat deze kinderen in de toekomst met deze problematiek te maken krijgen kleiner. Daarnaast echter, is er de zorg over de capaciteit die de uitvoering van de wet vergt. Daar waar de uitvoering van een procedure voor een HOvJ gemiddeld 5 ½ uur kost, is er waarschijnlijk sprake van een situatie die op langere termijn de uitvoering van het huisverbod in gevaar brengt, zo denken sommige respondenten. In die regio s waar het vereiste capaciteitsbeslag per procedure bezwaarlijk groot is, bestaat een 33 De 25 regiokorpsen zijn verdeeld in 5 clusters huiselijk geweld op landelijk niveau. 40/69

42 reëel risico dat de uitvoering van de wet langzaam steeds verder naar de achtergrond zal raken. Samenloop met het strafrecht blijkt in alle regio s in de overgrote meerderheid van de incidenten het geval te zijn. Het preventief gebruik, in de betekenis van voorkoming van een (eerste) geweldsincident, blijkt in de praktijk lastig. Wanneer de politie ter plaatse komt, is er vaak ook daadwerkelijk iets gebeurd, wat ambtshalve reden is voor een aanhouding. Bovendien heeft de politie minder ervaring met het bestuursrecht. Het kan niet zo zijn dat iemand die met kopjes gooit, wel een huisverbod krijgt, terwijl iemand die zijn partner van de trap gooit, geen huisverbod krijgt - uit de face-to-face gesprekken, over preventief gebruik van het tijdelijk huisverbod Uit de telefonische interviews met de HOvJ s komt naar voren dat de samenwerking met de hulpverlening over het algemeen goed gaat. Hulpverleners en politie leren elkaar ook beter kennen door het huisverbod. Meerdere geïnterviewden zouden graag een grotere rol zien voor de hulpverlening en zouden willen onderzoeken of de hulpverlening een grotere taak kan krijgen in de afweging om te komen tot een huisverbod, zij zijn beter in staat om (een deel van) de risicotaxatie op zich te nemen. De hulpverleners zijn beter opgeleid op dit vlak en meer ervaren om een inschatting te maken van de achterliggende problematiek. Daarbij zou het minder werk en tijd betekenen voor de HOvJ. Daarnaast zouden zij een rol kunnen spelen bij het aanleveren van gegevens voor het vullen van het RiHG. Mandaat De meeste regio s werken met een ondertekeningsmandaat. Dit betekent dat er altijd vooraf een fiat gegeven moet worden door de burgemeester voordat de HOvJ de beschikking mag ondertekenen. De HOvJ s geven aan dat het contact met de burgemeesters doorgaans goed verloopt, op een enkel incident na waar de bereikbaarheid een probleem was. Het contact kost meestal niet meer dan 12 minuten. Wel blijkt dat de burgemeester in vrijwel alle incidenten akkoord gaat met het huisverbod, zodat bij sommige HOvJ s de vraag leeft in hoeverre het overleg met de burgemeester daadwerkelijk een toegevoegde waarde heeft. Het kost ongeveer 10 minuten om de burgemeester te spreken. Het beïnvloedt de uitkomst niet. Wel ben je als HOvJ natuurlijk extra secuur omdat je het voor moet leggen aan de burgemeester. Het kost iets meer tijd, ongeveer een half uur extra. - uit: telefonische interviews 41/69

43 RiHG formulier Het invullen van het RiHG formulier kost enige tijd. Dit varieert van ongeveer 15 minuten tot een uur. Deze verschillen hebben onder andere te maken met het feit dat de HOvJ s verschillende manieren van werken hebben. Sommige HOvJ s vullen het formulier in tijdens het horen van de betrokkenen. Andere HOvJ s verzamelen eerst alle relevante informatie en vullen daarna alleen het RiHG formulier in. De tijdsbesteding aan het RiHG is daarom lastig te scheiden van de tijdsbesteding aan informatievergaring. Daaronder valt het horen van de betrokkenen, het opstellen van een proces verbaal van bevindingen en het controleren op antecedenten. De meeste HOvJ s geven aan dat het daadwerkelijk invullen van het RiHG niet bijzonder veel tijd kost. Wel hebben veel HOvJ s de indruk dat het RiHG wat eenvoudiger zou kunnen. Onderbrekingen en bijkomende activiteiten De procedure voor het opleggen van het huisverbod moet soms door de HOvJ worden onderbroken omdat er een andere dringende zaak tussendoor komt. Dit heeft vooral te maken met de vraag of er is gekozen voor inzet vanuit een reguliere dienst of vanuit een piketregeling. In deze regio werkt de HOvJ in zaken Wth altijd regulier. Dienstdoende HOvJ pakt het op. Met als risico dat het kan worden onderbroken door andere HOvJ zaken. In deze regio wordt de procedure Wth altijd in reguliere dienst uitgevoerd. Er is geen piket. Dit is overigens erg lastig. Wth is niet te combineren met operationeel sturen. Ik ben volledig vrijgemaakt (van andere werkzaamheden) en kan bij HG zaak ander werk laten liggen. Wij hebben piketdienst, maar ook reguliere dienst tussen 9 en 5. Je kunt bij ons niet OVD zijn en ook nog HOvJ Wth. Dat werk is niet te combineren. - uit: telefonische interviews Vooral buiten kantoortijden zijn er in veel regio s één of twee Officieren van Dienst (OVD) die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het huisverbod. Deze OVD s vervullen primair een leidinggevende en coördinerende rol in het operationele proces. Daarnaast doen zij ook voorgeleidingen. Wanneer een OVD wordt weggeroepen voor een huisverbod is deze gedurende deze tijd niet of verminderd inzetbaar voor de genoemde reguliere werkzaamheden. Vaak wordt op dat moment geprobeerd om een deel van deze activiteiten te beleggen bij een andere OVD, als deze beschikbaar is. Veelal blijkt dit niet mogelijk. In die gevallen is het weggeroepen worden voor een zaak die urgenter is dan een huisverbod, een ingecalculeerd risico. Overigens lijkt dit zich in de praktijk niet heel erg vaak voor te doen. 42/69

44 Daarnaast is het welhaast gebruikelijk dat een HOvJ gedurende de procedure in het kader van een mogelijk huisverbod er nog andere activiteiten tussendoor doet. Deze activiteiten hangen samen met de leidinggevende rol van de HOvJ die tevens OVD is. Collega s van de BPZ en vanuit het bureau blijven in contact, en soms moeten er langs die weg vragen worden beantwoord of zaken worden afgestemd. Collega s die weten dat er een huisverbod speelt, proberen de hulpofficier wel te ontzien. Het maken van overuren hangt af van tijdstip melding vermoeden huiselijk geweld binnen diensttijd. Als het aan eind van diensttijd is wordt het overwerken. Voorheen had je er vrijwel geen werk mee. Of het werd een aanhouding of geen melding. - uit telefonische interviews Veel HOvJ s geven aan dat de uitvoering van een huisverbod zo intensief is dat de activiteiten tussendoor er eigenlijk niet meer bij kunnen. Zo kan het bijvoorbeeld bezwaarlijk zijn om het horen van betrokkenen te moeten onderbreken voor overleg met collega s elders in de regio. Meerdere HOvJ s geven aan dat de reguliere operationele verantwoordelijkheden in de verdrukking dreigen te komen omdat de OVD zijn leidinggevende activiteiten niet goed kan uitvoeren. Tijdvergende onderdelen van de uitvoering Van alle processtappen worden het horen van betrokkenen en de administratieve afhandeling gezien als de meest tijdvergend. Daarnaast gaat er ook nog behoorlijk wat tijd zitten in de reistijd van de betrokken HOvJ. Het horen kost zeker een half uur per persoon. Je moet een ruimomvattend beeld krijgen van de zaak. Verder is het een hele administratieve rompslomp, en dat is tijdrovend. Je moet verschillende documenten printen, kopiëren en verschillende formulieren pakketten samenstellen en naar verschillende partijen faxen en versturen. In het landelijk gebied heb je als HOvJ veel reistijd. Ook het horen van belanghebbenden is belangrijk en moet zorgvuldig. Daarnaast moet ook nog uitgebreid een PV worden opgemaakt. Dat allemaal bij elkaar kost veel tijd. - uit: telefonische interviews Daar waar het horen meestal nog als nuttig en zorgvuldig wordt ervaren, werkt het uitvoerig administreren van alle feiten, omstandigheden en afwegingen frustrerend en demotiverend. Vooral daar waar zaken dubbel moeten worden gedaan is sprake van ergernis. Veel gegevens moeten in het RiHG, de beschikking en in het PV opnieuw worden opgeschreven. Daarbij moeten ook nog mutaties worden gemaakt in het eigen politiesysteem. De geïnterviewden geven aan dat hier tijdswinst valt te behalen. De formulieren zouden eenvoudiger moeten worden gemaakt. Er moet nu te veel tijd worden gestoken in uitgebreid motiveren en vastleggen van de 43/69

45 beslissing. Daar waar gebruik gemaakt wordt van Huisverbod Online, wordt het gebruik daarvan doorgaans gezien als een vereenvoudiging van het werk. Reistijd De reistijd is deels gerelateerd aan het wel of niet gebruik van piket. Wanneer een HOvJ tijdens een piketdienst thuis wordt opgeroepen voor een huisverbod gaat er extra tijd zitten in de reistijd naar het bureau en de voorbereiding op het bureau. Ook de samenloop met het strafrecht is van invloed op de reistijd. Wanneer de pleger is aangehouden en afgevoerd, zal de HOvJ naar de plek van het incident moeten gaan en daarna doorreizen naar het cellencomplex voor het horen van de pleger. De cellen zijn niet altijd op dezelfde locatie als het eigen bureau. Bij toepassing van het huisverbod zonder aanhouding, kunnen alle partijen in principe op de locatie van het incident worden gehoord. Tijdsinzet BPZ De meeste HOvJ s geven aan redelijk goed zicht te hebben op de tijdsbesteding van de BPZ. Vaak zijn de HOvJ s ook leidinggevende van de betrokken BPZ ers. Het is daarbij wel lastig aan te geven waar de reguliere politietaak eindigt en de activiteiten verbonden met het huisverbod beginnen. Ook is het aantal BPZ ers dat ter plaatse komt verschillend per casus. Er zijn regio s die ervoor gekozen hebben om de BPZ een proces verbaal (PV) van bevindingen te laten opstellen op basis waarvan later het huisverbod kan worden vastgesteld. Binnen regio Rotterdam-Rijnmond is daarbij ook gekozen om de BPZ en de hulpverlening gegevens voor het RiHG te laten aanleveren. De HOvJ maakt ook daar uiteindelijk een zelfstandige afweging middels een eigen RiHG Samenvatting Hoeveel extra tijd/capaciteit kost het de politie om de Wth uit te voeren? Het resultaat van het onderzoek naar de tijdsbesteding capaciteit die de politie besteedt aan de uitvoering van de Wth laat de volgende uitkomsten zien: 1. de gemiddelde tijdsduur voor de uitvoering Wth door de HOvJ s in de regiokorpsen (zonder de regio Rotterdam-Rijnmond) bedraagt 6 uur en 37 minuten. 2. de gemiddelde tijdsduur voor de uitvoering Wth door de HOvJ s in de regio Rotterdam-Rijnmond bedraagt 3 uur en 10 minuten. Wat opvalt in de onderliggende onderzoeksdata is de spreiding van de uitkomsten. Het is geen uitzondering dat de HOvJ (zonder zijn reistijd en eventuele ondersteuning door de BPZ) meer dan 9 uren en 56 minuten besteed aan de uitvoering van de Wth. In de beleving van de respondenten, zo blijkt uit de interviews, is de bestede tijd vaak groter dan uit het onderzoek blijkt. 44/69

46 Met als basis de 2368 afgenomen RiHG s tot het einde van de onderzoeksperiode heeft de politie een totaal van bijna manuren aan de uitvoering van de Wth besteed (521 x gemiddeld 3: x gemiddeld 6 uur en 37 minuten=13,871 uur) 34. Uitgaande van de aanname van af te nemen RiHG s in 2010 waarvan opnieuw ca. 1/5 afkomstig is uit regio Rotterdam-Rijnmond betekent dit manuren (600x3: x6:37) in dit jaar voor de uitvoering van de Wth. De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat het tijdstip van het incident geen invloed heeft op de totale tijdsbesteding. Het maakt dus voor de totale tijdsbesteding niet uit op welk moment van de dag of op welke dag van de week de HOvJ een huisverbod oplegt. Veelal worden huisverboden in de avonduren tussen en uur opgelegd. Hoe is de extra tijd voor de uitvoering van de Wth opgebouwd? Kijkend naar de opbouw van de gemiddelde tijd van 6 uur en 37 minuten (tabel 5) dan nemen de volgende uitvoeringsactiviteiten de meeste tijd in beslag: het horen van belanghebbenden (gemiddeld 1 uur en 48 minuten) de reistijd (gemiddeld 1 uur en 6 minuten) de administratie en het faxen (samen ruim 1 uur). Voor wat betreft Rotterdam Rijnmond wordt de meeste tijd van de totaal 3 uur en 10 minuten ingenomen door: wachten op de hulpverlening (gemiddeld 1 uur en 3 minuten) invullen RIHG (gemiddeld 29 minuten) reistijd (gemiddeld 29 minuten). Het uitlopen van de werkzaamheden van de HOvJ, dan wel het in overuren uitvoeren van de Wth heeft vaak een botsing met de ATW tot gevolg in de politieregio s anders dan RR. Inzoomend op tijdsbesteding in de korpsen (totaal gemiddeld 6 uur en 37 minuten) en het beeld van de regio Rotterdam-Rijnmond (totaal gemiddeld 3 uur en 10 minuten), is het verschil in deze totale tijdsbesteding grotendeels te verklaren door de reistijd (verschil 37 minuten), horen van belanghebbenden (verschil 1 uur en 26 minuten) en het opmaken van de gevraagde administratie (verschil 36 minuten). Door welke functionarissen wordt die tijd besteed? Het onderzoek laat zien (tabel 4) dat binnen het gemiddelde van 6 uur en 37 minuten, de HOvJ alleen gemiddeld 5 uur en 15 minuten besteedt aan de uitvoering van de Wth. Naar inschatting van de HOvJ s besteedt de BPZ gemiddeld 1 uur en 53 minuten aan de uitvoering van de Wth. 34 Deze gegevens komen uit tabel 1 & 2 van dit rapport. Voor de berekening houden we rekening met de verhoudingen en gemiddelden van regio Rotterdam-Rijnmond afzonderlijk en overige korpsen. 45/69

47 Binnen de gemiddelde tijd van 3 uur en 10 minuten van Rotterdam Rijnmond besteedt de HOvJ 2 uur en 21 minuten aan de uitvoering van de Wth. Naar inschatting van de HOvJ besteedt de BPZ in Rotterdam Rijnmond gemiddeld 1 uur en 4 minuten aan de uitvoering van de Wth. 46/69

48 Hoofdstuk 4 Inventarisatie van de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod per regio 4.1 Inleiding Voor de invoering van de Wth is een uitvoeringsadvies geschreven. Het uitvoeringsadvies richt zich op gemeenten en de ketenpartners bij de aanpak van huiselijk geweld en de implementatie en uitvoering van het tijdelijk huisverbod. Het advies is bedoeld om ideeën en suggesties te geven over de wijze waarop het proces dat leidt tot het huisverbod, kan worden uitgevoerd. Er zijn verschillende processtappen benoemd die gezet moeten worden bij de implementatie en uitvoering van het huisverbod. Het zijn geen landelijke voorschriften. Welke keuzes in de uitvoering worden gemaakt, hangt af van de regionale en plaatselijke situatie. 35 Kader 2. Processtappen in het huisverbod 36 Processtappen in het huisverbod zijn: 1. Incidentmelding of aangifte 2. Politie gaat ter plaatse 3. De basispolitiezorg maakt een eerste beoordeling van de situatie aan de hand van de drie formele criteria / voorvragen 4. Indien aan die drie criteria is voldaan, komt de Hulpofficier van Justitie / burgemeester ter plaatse voor een inhoudelijke beoordeling 5. De Hulpofficier van Justitie maakt een risicotaxatie aan de hand van het Risicotaxatieinstrument Huiselijk Geweld 6. Indien de uitkomst van de risicotaxatie hiertoe aanleiding geeft, wordt er door of namens de burgemeester door de Hulpofficier van Justitie een huisverbod opgelegd 7. Het interventieteam / de casemanager / de crisisdienst komt zo spoedig mogelijk ter plaatse 8. Burgemeester/gemeente registreert de gegevens m.b.t. het huisverbod, de uithuisgeplaatste en de achterblijver(s) 9. Systeemgerichte hulpverlening: het interventieteam / de casemanager / de crisisdienst werkt hulpplan uit langs drie sporen: achterblijver(s) waaronder de kinderen en de uithuisgeplaatste, en bespreekt de situatie in casusoverleg met alle betrokken ketenpartners 10. Burgemeester beoordeelt binnen 10 dagen op basis van informatie van de casemanager / interventieteam, de betrokken hulpverlening en eventueel de politie de noodzaak van een eventuele verlenging van het tijdelijk huisverbod Na besluitvorming in het Regionale College is iedere politieregio aan de slag gegaan met de implementatie en uitvoering van de Wth. Naast overeenkomsten, zijn er echter ook belangrijke verschillen in de uitvoering en in werkwijzen ontstaan. Uitgangspunt is dat de HOvJ het huisverbod (in die gevallen en eventueel na overleg met de burgemeester) oplegt. 35 Uit: Uitvoeringsadvies Wet tijdelijk huisverbod, oktober Uit: Uitvoeringsadvies Wet tijdelijk huisverbod, oktober /69

49 Om beter inzicht te krijgen in de wijze waarop de verschillende regiokorpsen de Wth uitvoeren heeft het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak in november 2009 een beperkte inventarisatie laten uitvoeren om hoofdvraag 2 van onderhavig onderzoek te beantwoorden: Op welke manier wordt door de Nederlandse politie in de 25 politieregio s uitvoering gegeven aan de Wth? Wat zijn de werkwijzen? De resultaten van de inventarisatie worden in de volgende paragrafen uiteen gezet. 4.2 Overzicht werkwijzen regiokorpsen De Wth is door 16 van de 25 regio s in de hele regio tegelijkertijd geïmplementeerd. De andere regio s hebben de invoering gefaseerd in de tijd. Op 1 maart 2009 had meer dan de helft van de regio s de Wth geheel ingevoerd, terwijl in andere regio s in september 2009 nog gemeenten aansloten. Mandaat De burgemeester kan van bepaalde bevoegdheden en activiteiten ingevolge de Wth mandaat verlenen aan een HOvJ. Er is sprake van twee soorten mandaat: volmandaat of ondertekeningsmandaat. Bij ondertekeningsmandaat geeft de burgemeester de HOvJ toestemming voor het ondertekenen van het besluit tot het opleggen van een huisverbod. Binnen één regio is het mogelijk dat gemeenten verschillend mandateren. Een overzicht staat in tabel /69

50 Geen mandaat in hele regio 37 Tabel 10. Overzicht mandaatvormen per regio Mengvorm geen mandaat, ondertekenings -mandaat en in hele regio Deels Ondertekeningsmandaat ondertekeningsmandaat, deels volmandaat Volmandaat in hele regio Haaglanden IJsselland Limburg-Noord Limburg-Zuid Midden- en West- Brabant Noord- en Oost- Gelderland Noord-Holland- Noord Utrecht Zuid-Holland-Zuid Zaanstreek- Waterland Zeeland Deels ondertekeningsmandaat 38 volmandaat Hollands Midden Twente Brabant-Noord Friesland Amsterdam- Amstelland Kennemerland Brabant-Zuidoost Rotterdam- Drenthe Rijnmond Flevoland Gooi- en Vechtstreek Gelderland-Zuid Groningen Gelderland- Midden Het blijkt uit tabel 10 dat de wijze van mandatering in een bepaalde regio vaak niet eenduidig is. In veruit de meeste regio s is sprake van een ondertekeningsmandaat in de hele regio. Afspraken hulpverlening Alle regio s, op twee na, geven aan afspraken met de hulpverleningsinstanties te hebben gemaakt. 9 Regio s noemen hierbij expliciet een Steunpunt Huiselijk Geweld. Opvallend is dat 15 van de 25 regio s de waardering inzet/samenwerking met hulpverlening Goed noemen, de andere 10 Uitstekend. De antwoorden Matig en Slecht worden in geen enkel geval gegeven. Reguliere dienst of piket 11 Regio s organiseren tijdens de reguliere dienst de beschikbaarheid c.q. bereikbaarheid van een HOvJ, 13 regio s hebben een piketregeling voor HOvJhuisverbod en 4 organiseren het anders In regio's Kennemerland en Hollands- Midden neemt de HOvJ het RiHG af en legt het resultaat voor aan de burgemeester. De burgemeester tekent zo nodig de Beschikking die door HOvJ wordt uitgereikt. 38 In 1 gemeente in de regio Gelderland-Midden heeft de burgemeester het mandaat aan zich gehouden; voor de overige gemeenten is sprake van het ondertekeningsmandaat. 39 Dit aantal telt op tot meer dan 25 regio s. Dit komt doordat enkele regio s meerdere antwoorden hebben aangevinkt als ze combinaties van organisatievormen hebben. 49/69

51 In 12 regio s zijn alle HOvJ s belast met de uitvoering van het mandaat, in 2 regio s alleen de Officieren van Dienst (OVD s), in 1 regio een HOvJ die op dat moment geen OVD is. In de overige 10 regio s is meestal een poule van HOvJ s aangewezen of zijn niet alle HOvJ s opgeleid voor de Wth. Ter plaatse gaan De HOvJ komt in 1/3e van de regio s standaard ter plaatse. In de regio s waarin wordt aangegeven dat de HOvJ Soms standaard ter plaatse komt, wordt aangegeven dat bij aangehouden verdachten (samenloop strafrecht) de HOvJ niet ter plaatse gaat, of dat hij of zij alleen ter plaatse gaat na een verzoek van de BPZ. RiHG De afname van het RiHG start in 8 regio s direct na toetsing door de BPZ. In de overige regio s start hij later. Twee regio s geven aan zowel direct als later te starten. Het is niet duidelijk of zij daarmee op verschillende onderdelen van het RiHG doelen, op verschillende omstandigheden, of dat het RiHG door meerdere betrokken partijen wordt afgenomen. Horen belanghebbenden In 17 regio s hoort alleen de HOvJ de betrokkenen, terwijl in 7 regio s wordt aangegeven dat ook de hulpverlening de betrokkenen hoort. Alleen in regio Rotterdam-Rijnmond hoort ook de BPZ de betrokkenen. Tabel 11 vat dit kort samen. Tabel 11. Horen belanghebbenden Wie hoort de belanghebbenden? HOvJ HOvJ+Hulpverlening BPZ+Hulpverlening+ HOvJ Amsterdam-Amstelland Brabant-Zuidoost Rotterdam-Rijnmond Brabant-Noord Drenthe Friesland Gelderland-Midden Gooi- en Vechtstreek Groningen Flevoland Gelderland-Zuid Haaglanden IJsselland Limburg-Zuid Zuid-Holland-Zuid Hollands Midden Kennemerland Limburg-Noord Midden- en West-Brabant Noord- en Oost-Gelderland Noord-Holland-Noord Twente Utrecht Zaanstreek-Waterland Zeeland 50/69

52 In 19 regio s maakt de HOvJ het RiHG op, in 3 regio s doen HOvJ én hulpverlening dat, en in Rotterdam-Rijnmond doet de HOvJ dat na screening door BPZ en hulpverlening. De incidenten van huiselijk geweld worden in 11 regio s in het Veiligheidshuis besproken, 10 regio s hebben er een apart overleg voor. Slechts 1 regio bespreekt incidenten huiselijk geweld niet. Huisverbod Online Ter ondersteuning van het uitvoeringsproces voor de Wth is onder de naam Huisverbod-Online een nieuwe applicatie ontwikkeld (analoog aan Bopz-Online). Deze maakt het voor direct betrokkenen in de uitvoering van de Wth mogelijk om op een snelle en efficiënte wijze met elkaar te communiceren, informatie te delen/genereren en relevante documenten op te maken (zoals de Beschikking en of het proces-verbaal van bevindingen HOvJ/ BPZ). Huisverbod-Online werkt geheel buiten het bronsysteem van de politie (BVH). Huisverbod Online wordt door 7 regio s inmiddels gebruikt. 6 Regio s overwegen het te gaan gebruikten en 10 regio s gebruiken het op dit moment niet. In 8 regio s financiert de gemeente huisverbod online alleen, in 3 regio s samen met de politie. In de regio s die Huisverbod Online gebruiken is dat ook het kanaal waarlangs het Bureau voor de Rechtsbijstand wordt geïnformeerd. In Utrecht wordt in eerste instantie ook de beschikking gefaxt. In totaal faxen 11 regio s de beschikking, waarbij in 5 regio s ook het proces verbaal (PV) en het RiHG worden meegestuurd. Eén regio stuurt alleen het RiHG met de beschikking mee. In Zuid-Holland Zuid wordt een formulier gefaxt wanneer een huisverbod is opgelegd. Monitoren van processen Tot slot is aan de regio s gevraagd of de incidenten van huiselijk geweld worden gemonitord. Daarbij is gevraagd een percentage aan te geven welke processen er missen. 40 In 17 Regio s vindt (al dan niet structureel) monitoring plaats van de processen 41 waarin geen huisverbod is opgelegd. 2 Regio s geven aan 0-10% van de processen te missen. Dit kan betekenen dat in 3 regio's in 0-10% van de meldingen geen procedure van het huisverbod is gestart terwijl dit wel mogelijk zou zijn geweest. In 5 regio s schat men de gemiste processen op 10-20%, in 4 regio s op 20-30% en in 3 regio s worden 30% of meer processen gemist en zou er in bijna 1/3 van de meldingen geen procedure gestart zijn. Er is in dit onderzoek niet gevraagd naar de reden van het missen van processen. 40 Het is niet duidelijk of de regio's hetzelfde verstaan onder "missen van processen" en dus ook niet of dit getal slaat op de processen zonder huisverbod. Bedoeld kan worden: een percentage noemen bij hoeveel incidenten de procedure voor het huisverbod niet is gestart terwijl dit op basis van de aard/inhoud van de melding wel mogelijk was geweest. 41 Onder processen wordt verstaan: incidenten huiselijk geweld die wellicht wel of niet huisverbodwaardig zijn. 51/69

53 4.3 Samenvatting In dit hoofdstuk wordt het antwoord gegeven op de tweede hoofdvraag, te weten Op welke manier wordt door de Nederlandse politie in de 25 politieregio s uitvoering gegeven aan de Wth? Ruim de helft van alle regiokorpsen had de Wth per 1 maart 2009 regiobreed ingevoerd. Uit de inventarisatie blijkt, dat in de uitvoering naast overeenkomsten, ook belangrijke verschillen zijn ontstaan, hierbij gaat het om: De verdeling tussen de organisatie in reguliere dienst of piket is ongeveer 50%- 50% verdeeld tussen de regio s. In de helft van de regio s is sprake van een poule van HOvJ's aangewezen voor de uitvoering van het mandaat. In grofweg de andere helft zijn alle HOvJ s aangewezen voor de uitvoering van het mandaat. In eenderde van de regio s komen de HOvJ's standaard ter plaatse. De afname van het RiHG start in 8 regio s direct na toetsing door de BPZ. In de overige regio s later. In 17 regio s hoort alleen de HOvJ de betrokkenen, terwijl in 7 regio s de betrokkenen ook door de hulpverlening worden gehoord. De format van één regio was hier niet duidelijk in. In 19 regio s maakt de HOvJ het RiHG op, in 3 regio s doen HOvJ én hulpverlening dat, en in Rotterdam-Rijnmond doet de HOvJ dat na screening door BPZ en hulpverlening. De format van twee regio s was hier niet duidelijk in. De incidenten van huiselijk geweld worden in ca de helft van de regio s in het Veiligheidshuis besproken, in de andere helft van de regio s bestaat hiervoor een apart overleg. Zeven regio s gebruiken Huisverbod Online. Een aantal regio s schort de procedure op als sprake is van een aanhouding in de late avond of nacht. Daarnaast wordt in enkele gevallen de procedure pas gestart tijdens de termijn van de inverzekeringstelling. De regio Rotterdam-Rijnmond kent een geheel eigen procedure, die tot een aanmerkelijk kortere tijdsbesteding leidt in vergelijking met andere regio s. 52/69

54 Hoofdstuk 5 Conclusies Algemeen beschouwend Uit het onderzoek blijkt dat in algemene zin de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod extra tijd en dus capaciteit kost. Tussen de regio s zijn daarin behoorlijke verschillen waar te nemen, die grotendeels terug zijn te voeren op de regionale verschillen in het uitvoeringsproces. Daarnaast is de wet voor veel HOvJ s nog een relatief onbekende regeling waarmee zij onvoldoende ervaring hebben opgedaan tot nu toe. Het algemene beeld is dat de Wth een directe impact heeft op de huidige problematiek van huiselijk geweld en effect zal hebben op toekomstige generaties. Daarmee lijkt het instrument van het huisverbod nu al te kunnen steunen op een breed draagvlak, zeker ook binnen de Nederlandse politie. Uitvoering kost extra capaciteit De uitvoering van de Wth kost de politie in Nederland (met uitzondering van de politieregio Rotterdam-Rijnmond) gemiddeld 6 uur en 37 minuten. De gemiddelde tijdsduur voor de uitvoering Wth door de HOvJ s in de regio Rotterdam-Rijnmond (RR) bedraagt 3 uur en 10 minuten. - Met als basis de 2368 afgenomen RiHG s tot het einde van de \ onderzoeksperiode heeft de politie een totaal van bijna mensuren aan de uitvoering van de Wth besteed. Uitgaande van de aanname van af te nemen RiHG s in 2010 waarvan opnieuw ca. 1/5 afkomstig is uit regio Rotterdam-Rijnmond betekent dit tenminste mensuren voor de uitvoering van de Wth in Uitgaande van de BCVM normering van netto 1300 werkbare uren per medewerker per jaar betekent dit respectievelijk 10,77 FTE in 2009 en 13,68 FTE in De volgende uitvoeringsactiviteiten nemen de meeste tijd in beslag: het horen van belanghebbenden (gemiddeld 1 uur en 48 minuten) de reistijd (gemiddeld 1 uur en 6 minuten) de administratie en het faxen (samen ruim 1 uur). Voor wat betreft Rotterdam Rijnmond wordt de meeste tijd ingenomen door: wachten op de hulpverlening (gemiddeld 1 uur en 3 minuten) invullen RIHG (gemiddeld 29 minuten) reistijd (gemiddeld 29 minuten). Inzoomend op tijdsbesteding in de korpsen (totaal gemiddeld 6 uur en 37 minuten) en het beeld van de regio Rotterdam-Rijnmond (totaal gemiddeld 3 uur en 10 minuten), is het verschil in deze totale tijdsbesteding grotendeels te verklaren door de reistijd (verschil 37 minuten), horen van belanghebbenden (verschil 1 uur en 26 minuten) en het opmaken van de gevraagde administratie (verschil 36 minuten). 53/69

55 Het uitlopen van de werkzaamheden van de HOvJ, dan wel het in overuren uitvoeren van de Wth heeft vaak een botsing met de ATW tot gevolg in de politieregio s anders dan RR. Het maakt voor de totale tijdsbesteding niet uit op welk moment van de dag of op welke dag van de week de HOvJ een huisverbod oplegt. Veelal worden huisverboden in de avonduren tussen en uur opgelegd. Uit het onderzoek blijkt, dat binnen het gemiddelde van 6 uur en 37 minuten, de HOvJ alleen gemiddeld 5 uur en 15 minuten besteedt aan de uitvoering van de Wth. Naar inschatting van de HOvJ s besteedt de BPZ gemiddeld 1 uur en 53 minuten aan de uitvoering van de Wth. Binnen de gemiddelde tijd van 3 uur en 10 minuten van Rotterdam Rijnmond besteedt de HOvJ 2 uur en 21 minuten aan de uitvoering van de Wth. Naar inschatting van de HOvJ besteedt de BPZ in Rotterdam Rijnmond gemiddeld 1 uur en 4 minuten aan de uitvoering van de Wth. Werkwijze Om ervoor te zorgen dat het huisverbod ook de komende jaren optimaal deel uit blijft maken van de strijd tegen huiselijk geweld, is het van belang om kritisch te kijken naar de procedure. Uit het onderzoek blijkt dat bepaalde politieregio s beduidend sneller een huisverbod kunnen afhandelen dan andere regio s. De diversiteit in de regionale uitvoeringspraktijk roept de vraag op in hoeverre er winst valt te behalen door elkaars good practices uit te wisselen en te onderzoeken. De wijze van mandatering is in (bepaalde) regio s niet eenduidig. In 13 van de 25 regio s is sprake van een ondertekeningmandaat in de hele regio. Daar staat tegenover dat in 2 van de 25 regio s geen mandaat in de hele regio is verstrekt. De vorm van mandatering heeft geen invloed op de aantallen afgenomen RiHG s en de opgelegde huisverboden. Van de 25 regio s geven er 23 aan afspraken met hulpverleningsinstanties te hebben gemaakt. 9 Regio s noemen hierbij expliciet het Steunpunt Huiselijk Geweld. Het is opvallend te noemen dat 15 van de 25 regio s de waardering inzet/samenwerking met de hulpverlening goed noemen, de andere 10 regio s uitstekend. De regio Rotterdam-Rijnmond kent een geheel eigen procedure, die tot een belangrijk kortere tijdsbesteding leidt in vergelijking met andere regio s. Verkorting van de procedure vraagt om een andere verdeling van werkzaamheden. 54/69

56 De keuze om voor de uitvoering van de Wth binnen de regio een apart piket in te stellen is gemaakt op basis van de wens voor een gegarandeerde beschikbaarheid samen met een hoog professionaliteit- en ervaringsniveau. Op basis van de gebleken meertijd per casus, de in verhouding grotere hoeveelheid overuren en daarmee vaak strijdigheid met de ATW maken dit een voor de HOvJ extra belastende en voor de organisatie dure voorziening. Wanneer de Wth wordt ondergebracht in de reguliere dienst, ontstaat veelal een spanningsveld met de uitvoering van de reguliere taken. Het valt buiten het bereik van onderhavig onderzoek uitspraken te doen over de beste werkwijze, omdat slechts een inventarisatie van werkwijzen heeft plaatsgevonden. Daarnaast lijkt er nog veel betrokkenheid en tijd in de uitvoering gewonnen te kunnen worden door de administratie (RiHG, proces-verbaal van bevindingen en mutatie in eigen incidentenregistratie systeem) te vereenvoudigen en te beperken. Volgens de respondenten valt winst te behalen door bijvoorbeeld de verschillende documenten te integreren. Daarmee kan voorkomen worden dat dezelfde informatie meermaals moet worden vastgelegd. Er kan meer gebruik worden gemaakt van automatisering en digitalisering, bijvoorbeeld door het gehele administratieve proces van de Wth binnen het BVH42 mogelijk te maken. Hiermee wordt tijd bespaard en kan met name worden voorkomen dat dezelfde gegevens meerdere malen in verschillende systemen en/of formulieren moeten worden ingevuld. 42 Registratiesysteem van de politie 55/69

57 Bijlage 1 Wet tijdelijk huisverbod 56/69

58 57/69

59 58/69

60 59/69

61 60/69

62 61/69

63 Bijlage 2 Procedure Wet tijdelijk huisverbod 62/69

64 63/69

65 64/69

66 Bijlage 3 Inventarisatie uitvoering Wth 65/69

67 Uitvoering Wet tijdelijk Huisverbod Regio: Ingevuld door: Datum : Wanneer is de regio gestart hele regio per: deel van de regio per: anders n.l. Wijze van mandatering: geen mandaat volmandaat voor hele regio deel van de regio Zijn er afspraken met ja, n.l. met : nee hulpverlening over inzet bij crisis uitstekend goed Waardering inzet/samenwerking met hulpverlening Op welke manier is de beschikbaarheid /bereikbaarheid voor de inzet van een Hovj georganiseerd Wie zijn belast met het mandaat Wordt bij elke melding van Hg de 3 criteria gehanteerd Komt de hovj:standaard ter plaatse 66/69 tijdens reguliere Hovj / O.v.D dienst piketregeling voor Hovjhuisverbod ondertekeningmandaat: hele regio deel van de regio niet bekend matig anders n.l. : anders n.l.: slecht alleen de O.v.D s alleen de Hovj s niet alle Hovj s anders n.l. zijnde O.v.D s ja soms nee anders, nl: ja nee soms anders, nl:

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: augustus 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksmethoden Doelen van de wet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksmethoden Doelen van de wet SAMENVATTING Achtergrond De Wet tijdelijk huisverbod is op 1 januari 2009 van kracht geworden. De wet geeft aan burgemeesters de mogelijkheid om aan personen van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: juni 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Den Haag/Hilversum, april 2004 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zevende meting van het landelijke onderzoek Politiemonitor Bevolking

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: mei 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: maart 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag

Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag Inleiding In deze korte handleiding wordt een toelichting gegeven op bestuurlijk/ juridisch traject rond het opleggen van een huisverbod op

Nadere informatie

Begroting Veilig Thuis. 6 maart 2018

Begroting Veilig Thuis. 6 maart 2018 Begroting Veilig Thuis 6 maart 2018 Inhoud Opdracht Veilig Thuis en uitgangspunten Terugblik Presentatie Q-Consult Toekomst Impact begroting 2018 en 2019 Click to edit 2 Opdracht Veilig Thuis Veilig Thuis

Nadere informatie

Huisverbod en de systeemgerichte aanpak

Huisverbod en de systeemgerichte aanpak Huisverbod en de systeemgerichte aanpak Maandag 17 november 2008 Workshopleiders Peter Lalieu, coördinator politie Veiligheidshuis Bert Groen, senior projectleider Huiselijk en Seksueel geweld bij MOVISIE

Nadere informatie

Bijlage 4a bij circulaire

Bijlage 4a bij circulaire Bijlage 4a bij circulaire 2010-399096 Asielbudget 2010 asielbudget loon- en prijs bijstelling 2010 Asielbudget 2010 Afroming asielbudget tbv Toedeling cf. V05H03/07- frictie compensatie asielbudget totaal

Nadere informatie

Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010

Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010 Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010 drs. P.F. Rozenberg MPA ing. R. Rozenberg Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren

Nadere informatie

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen 2 mei 2018 Stand van zaken Implementatie i-sd standaarden Jeugdwet per regio Peildatum maart 2018 Verdeling Jeugdregio s per maart 2018 Mate van

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2019 Publicatie juli 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2019 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

wordt per signaal beoordeeld op grond van gemiddeld vier items. In totaal zijn er 79 items.

wordt per signaal beoordeeld op grond van gemiddeld vier items. In totaal zijn er 79 items. SAMENVATTING Achtergrond en doelstelling onderzoek De Wet tijdelijk huisverbod die op 1 januari 2009 van kracht is geworden, biedt aan burgemeesters de mogelijkheid om potentiële plegers van huiselijk

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2017 Publicatie april 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

KNELPUNTEN IN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD

KNELPUNTEN IN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD KNELPUNTEN IN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD - samenvatting - Auteurs: Drs. Katrien de Vaan Mr. drs. Ad Schreijenberg Drs. Ger Homburg Prof. mr. Jon Schilder Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2017 Publicatie januari 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio. 1 juli 2017

Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio. 1 juli 2017 Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio 1 juli 2017 Landelijk beeld Jeugdregio s 1 juli 2017 Mate van consistente toepassing standaarden en voorzieningen, gemiddeld

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

KLPD/DOS/UINF/LAVA. Rapportage criminaliteit in de recreatievaart 2011 Diefstal van pleziervaartuigen en buitenboordmotoren

KLPD/DOS/UINF/LAVA. Rapportage criminaliteit in de recreatievaart 2011 Diefstal van pleziervaartuigen en buitenboordmotoren KLPD/DOS/UINF/LAVA Rapportage criminaliteit in de recreatievaart 2011 Diefstal van pleziervaartuigen en buitenboordmotoren April 2012 Rapportage criminaliteit in de recreatievaart 2011 Voorwoord Voor u

Nadere informatie

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld In 2006 werd het interdepartementale beleidsprogramma eergerelateerd geweld gestart. Het programma omvatte vier thema's: maatschappelijke

Nadere informatie

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Eerstelijns verblijf

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Eerstelijns verblijf De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Eerstelijns verblijf 15 juli Agenda Indicatiestelling subsidieregeling ELV Toetsing achteraf indicatiebesluiten ELV Resultaten toetsing Conclusies en blik

Nadere informatie

4 Onderzoeksverantwoording

4 Onderzoeksverantwoording 4 Onderzoeksverantwoording Het onderzoek Het veldwerk van de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 liep 11 weken en vond plaats van 19 september tot en met 6 december 2005. In totaal zijn 38.030 bedrijven

Nadere informatie

Rapportage criminaliteit in de recreatievaart 2010

Rapportage criminaliteit in de recreatievaart 2010 KLPD/DOS/UINF/LAVA Rapportage criminaliteit in de recreatievaart 2010 Diefstal van pleziervaartuigen en buitenboordmotoren maart 2011 Dienst Operationele Samenwerking 1 Rapportage criminaliteit in de recreatievaart

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2016 Publicatie april 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Evaluatie Wet tijdelijk huisverbod gemeente Venray juni 2010

Evaluatie Wet tijdelijk huisverbod gemeente Venray juni 2010 Evaluatie Wet tijdelijk huisverbod gemeente Venray juni 2010 1. Aanleiding Per 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod in werking getreden. Dit verbod houdt in dat de burgemeester iemand die huiselijk

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2018 Publicatie januari 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2018 Publicatie oktober 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2018 Publicatie juli 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Nota. Wijk- en Stadszaken. Wonen, Zorg en Welzijn. Doorkiesnummers: Telefoon Aan. Afschrift aan

Nota. Wijk- en Stadszaken. Wonen, Zorg en Welzijn. Doorkiesnummers: Telefoon Aan. Afschrift aan Wijk- en Stadszaken Wonen, Zorg en Welzijn Doorkiesnummers: Telefoon 0152602167 Aan Afschrift aan Nota Datum 09-02-2009 Ons kenmerk 937101 Opsteller yvonne blom Bijlage Onderwerp Wet Tijdelijk Huisverbod

Nadere informatie

Toelichting Independer.nl Award Beste Hypotheekkantoor 2011

Toelichting Independer.nl Award Beste Hypotheekkantoor 2011 Toelichting Independer.nl Award Beste Hypotheekkantoor 2011 Independer.nl reikt eind 2011 een award uit aan het beste hypotheekkantoor van iedere regio. Deze awards worden dit jaar voor het eerst uitgereikt.

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2016 Publicatie januari 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: februari 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van

Nadere informatie

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Enschede, 13 juli 2004 WD/04/1774/ebt ir. G. Vernhout drs. W. Dragt Inhoudsopgave

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2017 Publicatie juli 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2017 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

AANGIFTE ONDER NUMMER

AANGIFTE ONDER NUMMER AANGIFTE ONDER NUMMER Implementatie, toepassing en eerste resultaten van de nieuwe regeling Aangifte onder nummer Samenvatting Monique Bruinsma Tom van Ham Manon Hardeman Henk Ferwerda Samenvatting Wanneer

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: april 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

Uitvoeringsplan Huiselijk Geweld

Uitvoeringsplan Huiselijk Geweld Prioriteit Uitvoeringsplan Huiselijk Geweld Inleiding In de Kadernota Integrale Veiligheid (KIV) 1 heeft de raad onder meer Huiselijk Geweld één van de 6 prioriteiten benoemd voor de periode 2011-2014.

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Buiten de deur. M. van Zwieten. B. Bieleman. Procesevaluatie Tijdelijk Huisverbod Twente periode maart tot en met augustus 2009

Buiten de deur. M. van Zwieten. B. Bieleman. Procesevaluatie Tijdelijk Huisverbod Twente periode maart tot en met augustus 2009 Buiten de deur Procesevaluatie Tijdelijk Huisverbod Twente periode maart tot en met augustus 2009 M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2017 Publicatie oktober 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Bont en Blauw Samenvatting

Bont en Blauw Samenvatting Bont en Blauw Samenvatting Ilse van Leiden Henk Ferwerda Samenvatting Politieagenten lopen het risico om tijdens de uitvoering van de taak zelf beledigd, bedreigd en soms ook mishandeld te worden. De

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Werkdrukmiddelen

Rapportage Onderzoek Werkdrukmiddelen Rapportage In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl INHOUDSOPGAVE Paragraaf

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

åbeleidsinformatie Veilig Thuis

åbeleidsinformatie Veilig Thuis åbeleidsinformatie Veilig Thuis Stand van zaken in het 1e halfjaar van 2018 Beleidsinformatie Veilig Thuis Stand van zaken in het 1e halfjaar van 2018 Verklaring van tekens Niets (blanco) Een cijfer kan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015 Regionale trendrapportage afspraak: stand 3 e kwartaal 2015 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Werkkamer vanaf 2016 elk kwartaal een regionale trendrapportage

Nadere informatie

CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG

CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG Gemeente Tilburg en werkgevers in de (semi)publieke sector 1 Inleiding Ambulancepersoneel, buschauffeurs, medewerkers van zorginstellingen, gemeentes,

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Stichtse Vecht november 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Stichtse Vecht Deze samenvatting presenteert de belangrijkste

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

FACT-SHEET 3 e kwartaal 2014 Feiten en cijfers (huiselijk) geweld in afhankelijkheidsrelaties in de provincie Groningen

FACT-SHEET 3 e kwartaal 2014 Feiten en cijfers (huiselijk) geweld in afhankelijkheidsrelaties in de provincie Groningen Werkwijze vanaf 1 november 2013 De politie geeft dagelijks de door van huiselijk geweld uit de gehele provincie Groningen naar het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Het SHG beoordeelt de en codeert deze

Nadere informatie

Vrouwen 8 Registratie Totaal. bijvoorbeeld. tijdstip toch. In de maand. januari zijn. Helaas is er wachtlijst.

Vrouwen 8 Registratie Totaal. bijvoorbeeld. tijdstip toch. In de maand. januari zijn. Helaas is er wachtlijst. Maandelijkse rapportage cijfers slachtoffers mensenhandel Maand: januari Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van januari tot en met

Nadere informatie

Samenvatting. Aard en omvang van geweld

Samenvatting. Aard en omvang van geweld Samenvatting Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld. Het omvat drie deelonderzoeken, alle gericht op het beschrijven van geweld en geweldplegers. Doelstelling van het

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Veelgestelde vragen

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Veelgestelde vragen Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio Veelgestelde vragen 1 Vragen over inrichting en planning 3 2 Vragen over de vragenlijst, documenten en interviews 4 3 Vragen over de internet-enquête

Nadere informatie

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in Congres Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Katrien de Vaan en Margaux Vanoni 10 mei 2011 Inhoud workshop Introductie Regioplan

Nadere informatie

2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één of meer keer slachtoffer)

2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één of meer keer slachtoffer) 338 Criminaliteit en rechtshandhaving 2013 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.5 Slachtofferschap en door burgers ondervonden delicten naar delictsoort, volgens de VM a 2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één

Nadere informatie

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg 1 Colofon: Onderzoek en rapportage: drs. E. Lange dr. J. Tuinstra Met medewerking van: H. Plat-Lieben Uitgave:

Nadere informatie

Landelijk programma Huiselijk Geweld en de Politietaak. Lezing Mevrouw M.H.V.C. Christophe M.P.A. Commissaris van politie. Congres: 19 juni 2008

Landelijk programma Huiselijk Geweld en de Politietaak. Lezing Mevrouw M.H.V.C. Christophe M.P.A. Commissaris van politie. Congres: 19 juni 2008 Lezing Mevrouw M.H.V.C. Christophe M.P.A. Commissaris van politie Landelijk programmaleider Huiselijk Geweld en de Politietaak Congres: 19 juni 2008 Aanpak Gewelddadige relaties in huiselijke kring. Preventie

Nadere informatie

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Groepsgrootte in het basisonderwijs Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel

Nadere informatie

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Tabellenboek 2016 Versie d.d. 3 oktober 2017

Tabellenboek 2016 Versie d.d. 3 oktober 2017 Tabellenboek 2016 Versie d.d. 3 oktober 2017 Voorwoord Over de jaren 2006 tot en met 2015 heeft Ambulancezorg Nederland het sectorrapport Ambulances in-zicht gepubliceerd. Met ingang van de verslaglegging

Nadere informatie

Resultaten nulmeting banenafspraak 18 december 2014

Resultaten nulmeting banenafspraak 18 december 2014 Resultaten nulmeting banenafspraak 18 december 2014 Aanleiding Zoals toegezegd in de indicatieve meting levert UWV in december 2014 de nulmeting banenafspraak op. Samenvattende tabel De onderstaande tabel

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Analyse NVM openhuizendag

Analyse NVM openhuizendag Analyse NVM openhuizendag Gemaakt door: NVM Data & Research Datum: 1 juli 2011 Resultaten analyse Openhuizenbestand 26 maart 2011 Er doen steeds meer woningen mee aan de NVM-openhuizendag. Op 26 maart

Nadere informatie

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 24-06-2008, Bussum Etienne Lemmens, Orbis Inleiding Vergelijking Respons Regionale spreiding In de CAO voor de sector SW is opgenomen dat de verzuimbenchmark,

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 019 Inhoudsopgave 8565 WW-uitkeringen 3 Statistische bijlage 5 Toelichting WW Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

åveilig Thuis stand van zaken in 2017

åveilig Thuis stand van zaken in 2017 åveilig Thuis stand van zaken in 2017 Veilig Thuis stand van zaken in 2017 Verklaring van tekens Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen. Het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Oud en Nieuw Landelijk beeld jaarwisseling in Nederland

Oud en Nieuw Landelijk beeld jaarwisseling in Nederland Oud en Nieuw 2014-2015 Landelijk beeld jaarwisseling 2014-2015 in Nederland Pagina 2 van 15 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Landelijk beeld... 5 Aantal jaarwisseling gerelateerde gebeurtenissen... 6

Nadere informatie

Samenvatting voor Bent u een man of een vrouw? (N=164) Antwoord Telling Percentage

Samenvatting voor Bent u een man of een vrouw? (N=164) Antwoord Telling Percentage Resultaten Brandweeronderzoek (Regio Utrecht) Aantal respondenten Aantal respondenten in deze vragenlijst: 164 Totaal aantal respondenten in deze vragenlijst: 3701 Percentage van het totaal: 4.4% Samenvatting

Nadere informatie

Effectief uit huis plaatsen?

Effectief uit huis plaatsen? Effectief uit huis plaatsen? Resultaten en randvoorwaarden Katrien de Vaan Maartje Timmermans Ad Schreijenberg Landelijk congres huiselijk geweld en kindermishandeling - 18 november 2013 De Wet tijdelijk

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Rijk 2007 Tabellenrapport

Veiligheidsmonitor Rijk 2007 Tabellenrapport Veiligheidsmonitor Rijk 2007 Tabellenrapport Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 019 Inhoudsopgave 857639 WW-uitkeringen Statistische bijlage Toelichting WW xx xx xx Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt

Nadere informatie

in Nederland Omvang en aard in het najaar van 2011

in Nederland Omvang en aard in het najaar van 2011 Problematische Jeugdgroepen in Nederland Omvang en aard in het najaar van 0 Samenvatting Afbakening van de analyse In deze rapportage wordt een beeld gegeven van de aantallen problematische jeugdgroepen,

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 16 t/m 19 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 17 mei 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Convenant project Informatieveiligheid

Convenant project Informatieveiligheid Ondergetekenden: 1. De veiligheidsregio s, vertegenwoordigd door de bestuursvoorzitters van de veiligheidsregio s (hierna: veiligheidsregio); 2. Het Instituut Fysieke Veiligheid, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Gemeente IJsselstein mei 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente IJsselstein Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht Jeugdzorg Plus Plaatsings- en uitstroomgegevens 2018 In deze factsheet geven we u een beeld van het aantal plaatsingen in Jeugdzorg Plus instellingen in 2018, cliëntgegevens en uitstroomgegevens. De cijfers

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 28 t/m 39 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 29 september 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie