Reactienota Stroomlijn, deelgebied 4, cluster 4. Betreft:

Transcriptie

1 Reactienota Stroomlijn, deelgebied 4, cluster 4 Betreft: Ingediende zienswijzen met betrekking tot de ontwerpbesluiten inzake Programma Stroomlijn, deelgebied 4 (uiterwaarden langs de Nederrijn en Lek), cluster 4 (de uiterwaarden Redichemsewaard (gemeente Culemborg), Schalkwijker Buitenwaard (gemeente Houten), Rijswijkse Buitenpolder en Ingensewaarden (gemeente Buren), Elster Buitenwaarden (gemeente Rhenen), Wolfswaard (gemeenten Neder-Betuwe, Overbetuwe en Wageningen), Wageningse Benedenwaarden (ook wel Bovenste Polder onder Wageningen, gemeente Wageningen), Randwijkse Uiterwaarden (gemeente Overbetuwe), Jufferswaard (gemeente Renkum) en Uiterwaarden Molenwaard (gemeente Molenwaard)). Datum: D-WV-Reactienota_Stroomlijn_spoor4-1.

2 Hoofdstuk 1. Algemene toelichting Met het Programma Stroomlijn heeft Rijkswaterstaat tot doel om de doorstroming van het water door de uiterwaarden bij zeer hoge waterstanden te verbeteren. Bij hoogwater zorgt beplanting in de uiterwaarden voor opstuwing van het water. Ook blijft er vuil in de beplanting hangen, waardoor het opstuwende effect nog groter wordt. Hierdoor ontstaat het risico op overstromingen. Om de hoogwaterveiligheid te kunnen garanderen, is het verwijderen van de opstuwende beplantingen in de uiterwaarden noodzakelijk. Rijkswaterstaat heeft onderzoek gedaan naar de verschillende alternatieven om overstromingen te voorkomen, waarbij is gekeken naar uiterwaardverlagingen, het aanleggen van nevengeulen, dijkverbeteringen, kribverlagingen en zomerbedverdiepingen. De genoemde alternatieve oplossingen voldoen niet als reëel alternatief voor het programma Stroomlijn. Het programma Stroomlijn moet gezien worden als aanvullende maatregel op de in uitvoering zijnde en nog uit te voeren ingrepen uit de overige genoemde programma s. Gezamenlijk kunnen deze maatregelen leiden tot voldoende hoogwaterveiligheid in het rivierengebied. Voor het Programma Stroomlijn heeft Rijkswaterstaat op basis van onderzoek bepaald waar het water het hardst door de uiterwaarden stroomt de zogenaamde stroombaan. Rijkswaterstaat hanteert een vegetatielegger (vastgesteld op ) waarop is opgenomen welke beplanting in de stroombaan en welke beplanting buiten de stroombaan staat. In de stroombaan moet de beplanting (bos, struweel, hagen, opslag van bomen in rietland) verwijderd moeten worden voor een betere afvoer van het water. Hiervoor vindt een belangenafweging plaats om te bepalen welke beplanting verwijderd kan worden, waarvoor onder andere ecologische en cultuurhistorische waarden en de wensen van de eigenaren en beheerders in kaart gebracht en in overweging meegenomen worden. Omdat de huidige vegetatie niet overal voldoet aan de vegetatielegger, wordt met het Programma Stroomlijn een eenmalige inhaalslag voor het verwijderen van ruwe vegetatie uitgevoerd. Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden in de uiterwaarden is de Waterwet van toepassing en dient een projectplan opgesteld te worden waarin de werkzaamheden getoetst worden aan de Waterwet. Het projectplan vormt de basis voor de ingreep vanuit het Programma Stroomlijn. In het projectplan zijn ontwerpkaarten opgenomen zoals deze na afweging van alle belangen zijn opgesteld en is een beschrijving opgenomen per deelgebied. Datum: D-WV-Reactienota_Stroomlijn_spoor4-1.

3 Hoofdstuk 2. Zienswijzen en besluiten 2.1 Zienswijzen Er zijn 3 zienswijzen binnengekomen, ingediend door 3 particulieren/organisaties. Dit betreft: Volgnr. Indiener 1 Indiener is particulier met eigendommen in de gemeente Buren 2 Indiener is particulier met eigendommen in de gemeente Wageningen 3 Indiener is een organisatie 2.2 Besluiten De mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen inzake Stroomlijn, deelgebied 4 (uiterwaarden langs de Nederrijn en Lek), cluster 4 betreft de volgende ontwerpbesluiten: Besluit Bevoegd gezag Ten behoeve van Minister van Infrastructuur en Milieu 1. Ontwerp-projectplan op grond van de Waterwet 2. Ontwerp-vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet Ontwerp-ontheffing op grond van de Flora- en faunawet 4. Ontwerpwatervergunning op grond van de eur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 5. Ontwerpwatervergunning op grond van de eur van Waterschap Vallei en Veluwe Staatssecretaris van Economische Zaken Staatssecretaris van Economische Zaken Dijkgraaf en heemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe D-WV-Reactienota_Stroomlijn_spoor4-1. de uiterwaarden Redichemsewaard (gemeente Culemborg), Schalkwijker Buitenwaard (gemeente Houten), Rijswijkse Buitenpolder en Ingensewaarden (gemeente Buren), Elster Buitenwaarden (gemeente Rhenen), Wolfswaard (gemeenten Neder-Betuwe, Overbetuwe en Wageningen), Wageningse Benedenwaarden (ook wel Bovenste Polder onder Wageningen, gemeente Wageningen), Randwijkse Uiterwaarden (gemeente Overbetuwe), Jufferswaard (gemeente Renkum) en Uiterwaarden Molenwaard (gemeente Molenwaard). de uiterwaarden Rijswijkse Buitenpolder en Ingensewaarden (gemeente Buren), Elster Buitenwaarden (gemeente Rhenen), Wolfswaard (gemeenten Neder-Betuwe, Overbetuwe en Wageningen), Wageningse Benedenwaarden (ook wel Bovenste Polder onder Wageningen, gemeente Wageningen), Randwijkse Uiterwaarden (gemeente Overbetuwe) en Jufferswaard (gemeente Renkum). de uiterwaarden Redichemsewaard (gemeente Culemborg), Schalkwijker Buitenwaard (gemeente Houten), Rijswijkse Buitenpolder en Ingensewaarden (gemeente Buren), Elster Buitenwaarden (gemeente Rhenen), Wolfswaard (gemeenten Neder-Betuwe, Overbetuwe en Wageningen), Wageningse Benedenwaarden (ook wel Bovenste Polder onder Wageningen, gemeente Wageningen), Randwijkse Uiterwaarden (gemeente Overbetuwe) en Jufferswaard (gemeente Renkum). de uiterwaarden Schalkwijker Buitenwaard (gemeente Houten) en Elster Buitenwaarden (gemeente Rhenen). de uiterwaard Wageningse Benedenwaarden (ook wel Bovenste Polder onder Wageningen, gemeente Wageningen). Datum:

4 6. Ontwerpomgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 7. Ontwerpomgevingsvergunning 8. Ontwerpomgevingsvergunning 9. Ontwerpomgevingsvergunning 1. Ontwerpomgevingsvergunning 11. Ontwerpomgevingsvergunning 12. Ontwerpomgevingsvergunning 13. Ontwerpomgevingsvergunning de gemeente Culemborg de gemeente Buren de gemeente Rhenen de gemeente Neder- Betuwe de gemeente Overbetuwe de gemeente Wageningen de gemeente Renkum de gemeente Molenwaard de activiteiten werken of werkzaamheden en vellen van houtopstand t.b.v. de uiterwaard Redichemsewaard. de activiteit werken of werkzaamheden t.b.v. de uiterwaarden Rijswijkse Buitenpolder en Ingensewaarden. de activiteit werken of werkzaamheden t.b.v. de uiterwaard Elster Buitenwaarden. de activiteiten werken of werkzaamheden en vellen van houtopstand t.b.v. de uiterwaard Wolfswaard. de activiteit werken of werkzaamheden t.b.v. de uiterwaarden Wolfswaard en Randwijkse Uiterwaarden. de activiteiten werken of werkzaamheden en vellen van houtopstand t.b.v. de uiterwaarden Wolfswaard en Wageningse Benedenwaarden (ook wel Bovenste Polder onder Wageningen). de activiteiten werken of werkzaamheden en vellen van houtopstand t.b.v. de uiterwaard Jufferswaard. de activiteit werken of werkzaamheden t.b.v. de uiterwaard Uiterwaarden Molenwaard. 2.3 Ontvankelijkheid zienswijzen Alle zienswijzen die schriftelijk en mondeling en binnen de termijn (van vrijdag 8 april 216 tot en met donderdag 19 mei 216) zijn ingediend, zijn ontvankelijk te achten. De zienswijzen zijn in hoofdstuk 3 samengevat en voorzien van een reactie door het bevoegd gezag. Er zijn geen zienswijzen buiten de termijn ingediend. Datum: D-WV-Reactienota_Stroomlijn_spoor4-1.

5 Hoofstuk 3. Reactie op zienswijzen 3.1 Toelichting tabellen Bij de beantwoording van de zienswijzen is de volgende werkwijze gehanteerd. Per tabel worden de zienswijzen van één indiener behandeld. In de eerste regel is de het kenmerk/ nummer van de indiener vermeld. In de tweede kolom is aangegeven op welk(e) ontwerpbesluit(en) de reactie betrekking heeft, verwijzend naar de besluiten uit paragraaf 2.1. In de derde kolom is de beantwoording van het bevoegd gezag gegeven. In de laatste kolom wordt aangegeven welke gevolgen er zijn voor de besluiten. 3.2 Samenvatting zienswijzen en reactie bevoegd gezag Met indiener 1 is 21 april 216 gesproken door een ecoloog van BTL (de opdrachtnemer) op de betreffende locatie / het perceel van deze indiener. Daarnaast is naar aanleiding van de ingediende zienswijze tweemaal telefonisch gesproken met indiener 1. Met indiener 2 is op 9 juni 216 gesproken over de opgave van Stroomlijn in relatie tot de ingediende zienswijze en het betreffende ontwerp. Met indiener 3 is op 28 mei 216 door Rijkswaterstaat (de opdrachtgever) gesproken. Zienswijze 1. Samenvatting zienswijze 1. De indiener wil object 159 op perceel 36 in DO15.1 geheel verwijderd hebben. In het betreffende bos zat een haviksnest welke vanuit de flora- en faunawet beschermd is. Daarvoor zou in een straal van 25 m rond het nest het bos behouden blijven. Indiener heeft aangegeven dat het nest door een storm uit de bomen gewaaid is en dat er daarmee geen ecologische belemmeringen meer zijn om het bos te behouden. Ontwerpbesluit Reactie bevoegd gezag 1, 3 en 7 Op basis van het door BTL (de opdrachtnemer) uitgevoerde ecologische veldonderzoek (d.d. voorjaar 215 en op 21 april 216) is geconcludeerd dat er vier paren roofvogels (buizerd en havik) gebruik maken van de gehele uiterwaard van deelgebied 15 (zie tevens het activiteitenplan Stroomlijn spoor 4). Het bosobject 159 vervult een functie als leefgebied voor havik en buizerd. Een deel van object 159 wordt al verwijderd vanuit Stroomlijn Nederrijn en Lek. Het overblijvende deel van het bos moet behouden blijven, om verschillende redenen: - Bij het verdwijnen van een deel van het bos moet de havik functioneel broedgebied vinden. Het nest is weliswaar uitgewaaid, maar dit betekent niet dat het bos geen functie meer heeft als verblijfslocatie voor de havik. Het bos voldoet pas aantoonbaar niet meer als verblijflocatie als het gedurende meerdere jaren niet meer in gebruik is door de havik als broedgebied. - De ca. 1 m oostelijker in deelgebied 15 gelegen bosbeplanting is het broedterritorium van een ander havikspaar. Indien object 159 geheel verdwijnt is het paar genoodzaakt in de directe omgeving een alternatieve broedlocatie te vinden, binnen het territorium van de andere havik. Er is daarmee geen uitwijkmogelijkheid voor de havik die nu zijn broedgebied heeft in object Tijdens het veldbezoek van 21 april 216 is een roofvogelnest waargenomen in het te behouden deel van het bos. - Bij verwijdering van het bosgebied de draagkracht van het totale gebied als jachtgebied aanzienlijk lager voor de 4 aanwezige roofvogelparen. De functionele leefomgeving die alle vier de broedparen nodig hebben Datum: om hun nest in stand te kunnen houden wordt dan aangetast. Er is dan sprake van aantasting van de gunstige staat van instandhouding op individueel niveau, maar ook op regionaal niveau. Aanpassing besluit(en) D-WV-Reactienota_Stroomlijn_spoor4-1.

6 Zienswijze 2. Samenvatting zienswijze 1. Het doel van het Programma Stroomlijn is dat de vegetatie in overeenstemming moet worden gebracht met de situatie van BTL heeft in 215 vegetatie aangewezen welke geheel of gedeeltelijk moet worden verwijderd/gedund. Er had moeten worden onderzocht in hoeverre de vegetatie na 1996 is toegenomen. In het ontwerp-projectplan is ook vegetatie opgenomen die in 1996 al aanwezig was. Daarmee gaat het verder dan de doelstelling van Programma Stroomlijn. 2. Voor perceel 2254 is aangegeven dat objecten 1632, 1696, 1697 en 275 gedund of verwijderd moeten worden. De betreffende wilgen waren in 2/21 echter al volwassen, wat betekent dat de situatie van 1996 niet wezenlijk anders is geweest. De rij is sinds 21 flink uitgedund. Daarmee is opstuwende vegetatie hier afgenomen ten opzichte van de situatie in (Betreft perceel 2254) Indien de rij wilgen verwijderd moet worden als compensatie voor locaties waar het verwijderen van vegetatie onwenselijk is, dan verzoeken indieners om dat niet te doen op hun terrein. Ontwerpbesluit Reactie bevoegd gezag 1 en 11 De zienswijze gaat er ten onrechte vanuit dat de situatie van de vegetatie op het betreffende perceel in 1996 bepalend is. Aan het programma Stroomlijn ligt het besluit zoals opgenomen in de Beleidsbrief Vegetatiebeheer rivierbed van de grote rivieren d.d. 23 oktober 212 en het Normatief ader Vegetatiebeheer Grote Rivieren ten grondslag. Hierin zijn de uitgangspunten van het programma opgenomen. De omvang/scope van het Programma Stroomlijn, deelgebied Nederrijn en Lek is door Rijkswaterstaat bepaald op basis van een stroommodel van de rivier. De vegetatie in de stroombaan dient verwijderd te worden vanuit het principe stroombaan glad, tenzij. Binnen de stroombaan heeft Rijkswaterstaat op basis van luchtfoto s en de beleidsuitgangspunten, zoals opgenomen in de beleidsbrief en het Normatief ader, bepaald welke vegetatie in de stroombaan verwijderd moet worden binnen het Programma Stroomlijn. Op basis van de door Rijkswaterstaat aangeleverde scope heeft BTL analyses uitgevoerd naar de aanwezige cultuurhistorische, archeologische, ecologische en landschappelijke waarden en zijn de rechthebbenden gesproken over hun wensen ten aanzien van de vegetatie. De vraag welke objecten/ vegetatie in 1996 aanwezig waren doet dus niet terzake en daar is ook geen onderzoek naar verricht (daargelaten dat dit voor veel objecten niet te achterhalen is). 1 en 11 (Het betreft hier perceel WGN F 147 (2254) op kaart 21.3). Zie reactie onder punt 1 van deze tabel. De zienswijze gaat er ten onrechte vanuit dat de situatie van de vegetatie op het betreffende perceel in 1996 bepalend is. 1 en 11 Er kan niet aan verzoek van indiener worden tegemoet gekomen, omdat de rij wilgen niet als compensatie aangewezen is. Deze rij is gelegen in de stroombaan en moet dus worden verwijderd (zie ook reactie onder punt 1 van deze tabel). In het Normatief ader is beschreven wanneer op dit uitgangspunt een uitzondering kan worden gemaakt. In voorafgaande gesprekken met indiener is in het veld maatwerk besproken en vastgesteld. Met als resultaat dat enkele wilgen behouden blijven en er maatwerkmaatregelen opgenomen zijn zoals onder andere het opkronen van bomen. Deze maatregelen zijn opgenomen op de betreffende detail-ontwerpkaarten voor de betreffende uiterwaard. Aanpassing besluit(en) Datum: D-WV-Reactienota_Stroomlijn_spoor4-1.

7 4. De wilgen geven schaduw en beschutting die ze willen behouden. 5. (Betreft perceel 2254) Het effect van het verwijderen van deze vegetatie is gezien de aanwezige begroeiing in de Blauwe amer en de flessenhals bij de Grebbeberg direct stroomafwaarts te verwaarlozen. 1 en 11 Op het perceel blijven enkele wilgen en knotbomen behouden, waarmee schaduw en beschutting aanwezig blijven. De afweging of de eigenaar deze schaduw en beschutting kan behouden of dat de hoogwaterbescherming voorrang heeft is een belangenafweging. Deze belangenafweging is in het Normatief ader uitgewerkt tot een systematiek. Binnen de stroombaan wordt in verband met de hoogwaterveiligheid uitgegaan van het uitgangspunt glad tenzij. Uitzonderingen worden hierbij met name gemaakt voor de situatie dat over de vegetatie afspraken zijn vastgelegd in vergunningen of privaatrechtelijke overeenkomsten en de situatie dat er geen sprake is van het niet verkrijgen van wettelijke toestemmingen. In het betreffende geval heeft de bovenstaande systematiek geresulteerd in de keuze om enkele wilgen en knotbomen te verwijderen. 1 en 11 Het Programma Stroomlijn betreft een groot aantal kleine objecten beplantingen die verwijderd moeten worden ten behoeve van een betere doorstroming van de uiterwaarden. Deze objecten staan allen in de stroombaan van rivier bij hoogwater. De stroombaan is bepaald op basis van het rivierprofiel, waaronder dus ook de versmalling ter hoogte van de Grebbeberg. Het verwijderen van de vele kleine objecten samen maken Programma Stroomlijn, deelgebied Nederrijn en Lek effectief. Het verwijderen van objecten in de uiterwaarden dient dus niet op individueel niveau bekeken te worden, maar op rivier(systeem)niveau. 6. De vegetatie van object 234 betreft wilgen die deels in 1997 al aanwezig waren en enkele wilgen die herplant zijn als vervanging van oude afgebroken wilgen. De wilgen bieden schaduw en beschutting voor vee en zijn daarom waardevol. 7. (Betreft perceel 229) Er is geen sprake van een toename van beplanting ten opzichte van de situatie van Terzijde: De vegetatie in de Blauwe amer is waterwetvergund. De waterstandsverhogende effecten van deze vegetatie zijn elders in het rivierengebied gecompenseerd. 1 en 11 (Het betreft hier perceel WGN F 14 (229)). De vegetatie betreft hier enkele wilgenbomen met ondergroei en struweel langs de ter plaatse aanwezige greppel. De afweging of de eigenaar deze schaduw en beschutting kan behouden of dat de hoogwaterbescherming voorrang heeft is een belangenafweging. Deze belangenafweging is in het Normatief ader uitgewerkt tot een systematiek. Binnen de stroombaan wordt in verband met de hoogwaterveiligheid uitgegaan van het uitgangspunt glad tenzij. Uitzonderingen worden hierbij met name gemaakt voor de situatie dat over de vegetatie afspraken zijn vastgelegd in vergunningen of privaatrechtelijke overeenkomsten en de situatie dat er geen sprake is van het niet verkrijgen van wettelijke toestemmingen. In het betreffende geval heeft de bovenstaande systematiek geresulteerd in de keuze om enkele wilgen en knotbomen te verwijderen. 1 en 11 Het betreft struweel op perceel WGNF 14G, die deel uitmaakt van de scope van project Stroomlijn Nederrijn en Lek. Deze is door Rijkswaterstaat bepaald op basis van een stroommodel van de rivier. Verwijdering van de Datum: vegetatie is noodzakelijk om de in het programma beoogde waterstandsdaling te bereiken D-WV-Reactienota_Stroomlijn_spoor4-1.

8 Zienswijze 3. Samenvatting zienswijze 1. Op een aantal locaties waar vegetatie verwijderd of gedund wordt, ligt een aardgastransportleiding. Het rooien van diepwortelende beplanting kan schade toebrengen aan de gastransportleiding. 2. Indiener loopt het risico dat zij geen veilig en bedrijfszeker gastransport kunnen waarborgen en gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving te beperken. 3. Indiener verzoekt om rekening te houden met de ligging van de gastransportleidingen en verzoekt om contact. Ontwerpbesluit Reactie bevoegd gezag Aanpassing besluit(en) 1 De kaarten waarop de ligging van de gastransportleiding is gemarkeerd zijn overzichtskaarten, waarop enkel is te zien of er werkzaamheden zullen plaatsvinden en die ter oriëntatie bedoeld zijn. Op de gemarkeerde locaties op detailkaarten 15.2 en 15.4 is zichtbaar dat de beplanting niet geheel wordt verwijderd, maar slechts opgekroond, waarbij ook ondergroei wordt verwijderd. Enkel object 792 op kaart 15.4 nabij de gastransportleiding wordt geheel verwijderd. Het betreft hier struweel. De ondergroei onder de bomenrijen en het struweel betreffen geen diepwortelende beplanting. Tevens wordt er niet gerooid, maar worden stobben gefreesd tot maximaal 3 cm diepte. Met deze maatregelen wordt schade aan de gastransportleiding niet verwacht. Ter informatie zijn detailkaart 15.2 en 15.4 toegevoegd aan deze reactienota. 1 Zie reactie onder punt 1 van deze tabel. 1 Voor de uitvoering van de graafwerken is een WION melding verplicht, er worden immers mechanische werkzaamheden in de ondergrond verricht (diepfrezen). De indiener kan op die melding reageren. Met indiener is op 28 mei 216 gesproken door Rijkswaterstaat (de opdrachtnemer). 3.3 Overzicht van de wijzigingen Naar aanleiding van de zienswijzen zijn geen wijzigingen in de besluiten aangebracht. Tevens hebben geen ambtshalve wijzigingen plaatsgevonden. Bijlagen 1. aart DO 15.2 (uiterwaard Rijswijkse Buitenpolder, gemeente Buren), d.d. 2 februari 216 (kaartnaam: DEF-aart_ontwerp_pp_DO ); 2. aart DO 15.4 (uiterwaard Rijswijkse Buitenpolder, gemeente Buren), d.d. 2 februari 216 (kaartnaam: DEF-aart_ontwerp_pp_DO ). Datum: D-WV-Reactienota_Stroomlijn_spoor4-1.

9 DO n G re s G Legenda 87 Struweel, bos en riet/ruigte Behouden bos Behouden riet & ruigte Behouden struweel Behouden, cultuurhistorisch Behouden, vergund 1H Hout opslag verwijderen 755 Verwijderen bos Verwijderen struweel Deels Verwijderen bos Deels Verwijderen struweel Dunnen bos Opkronen + dunnen bos Opkronen Niet aangetroffen 752 Heggen Overig! DO grens rivierkilometrering 88 Stroomluw Percelen adastraal nummer Objectnummer G 1H 647G 1H 646G Niet aangetroffen G H 1H 651G Deels Verwijderen! 1H Verwijderen 1H 617G Behouden, vergund 582 G 81 Behouden, cultuurhistorisch H 866 Behouden H 649G 817 Dunnen struweel H G 864 1H 645G G 77 G Datum: H 454G 78 G 169 opdrachtgever project onderwerp 169 1H 552 G 52 G 169 1H 35G 1H 2144 H 1 H 6 12 G 1H H projectnummer kaartnaam 169 bladnummer schaal datum formaat H BTL Advies B.V. Postbus AG Venray T: E: snl@btl.nl G 1H 75G 1H 72G 1H 69G1H 569G 1H 441G Esri Nederland & Community Maps Contributors Rijkswaterstaat Stroomlijn Nederrijn - Lek (perceel 4) DO 15, Rijswijckse Buitenpolder DEF-aart_ontwerp_pp_DO DO :2.5 2 februari 216 A2

10 WIJ1A 753G Legenda 925 Struweel, bos en riet/ruigte Behouden bos Behouden riet & ruigte Behouden struweel Behouden, cultuurhistorisch Behouden, vergund Hout opslag verwijderen Verwijderen bos Verwijderen struweel Deels Verwijderen bos Deels Verwijderen struweel Dunnen bos Dunnen struweel Opkronen 1 Opkronen + dunnen bos G H Niet aangetroffen G 83 Heggen 1 H 753 Behouden 1A 71 G Behouden, cultuurhistorisch Behouden, vergund Verwijderen Deels Verwijderen Niet aangetroffen Overig ! DO grens rivierkilometrering Stroomluw Percelen Objectnummer adastraal nummer G re 749 ns DO 812 1A 9G 7! 86 1 H 5 G G H 56G opdrachtgever H 6 Datum: project onderwerp 1H 792 projectnummer bladnummer schaal datum formaat H 1 33 G 6 kaartnaam 63 5G BTL Advies B.V. Postbus AG Venray T: E: snl@btl.nl Esri Nederland & Community Maps Contributors Rijkswaterstaat Stroomlijn Nederrijn - Lek (perceel 4) DO 15, Rijswijckse Buitenpolder DEF-aart_ontwerp_pp_DO DO :2.5 2 februari 216 A2