Demo of Praktijk. Een inventarisatie van het praktische toepassingsgebied van Design & Engineering Methodology for Organizations (DEMO) Mark Dumay

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Demo of Praktijk. Een inventarisatie van het praktische toepassingsgebied van Design & Engineering Methodology for Organizations (DEMO) Mark Dumay"

Transcriptie

1 Demo of Praktijk Een inventarisatie van het praktische toepassingsgebied van Design & Engineering Methodology for Organizations (DEMO) Mark Dumay

2

3 Demo of Praktijk Een inventarisatie van het praktische toepassingsgebied van Design & Engineering Methodology for Organizations (DEMO) Auteur Begeleiders Afstudeeropdracht September 2004 Afstudeercommissie Prof. Dr. Ir. J.L.G. (Jan) Dietz (TU Delft) Prof. Dr. H. (Henk) Koppelaar (TU Delft) Drs. J.M. (Jan) Schonk (DEMO Kenniscentrum) P. (Piet) de Niet (DEMO Kenniscentrum) M.J. (Mark) Dumay BSc Prof. Dr. Ir. J.L.G. (Jan) Dietz Drs. Ing. J.B.F. (Hans) Mulder P. (Piet) de Niet Opdrachtgever DEMO Kenniscentrum Periode januari 2004 september 2004

4

5 Demo of Praktijk - Samenvatting Samenvatting De stichting DEMO Kenniscentrum heeft als doelstelling om het praktische gebruik van DEMO, een veelbelovende methodiek voor het analyseren van de bedrijfsprocessen van organisaties, te bevorderen. Ondanks de ruime mogelijkheden die DEMO biedt, is de methodiek bij lange na geen begrip in de bedrijfswereld. Hoewel diverse oorzaken te bedenken zijn die de acceptatie van DEMO bemoeilijken, richt dit onderzoek zich op het inhoudelijke vlak van de methodiek. Juist om te bewerkstelligen dat de operationele toepasbaarheid van DEMO verbetert, is de mening van DEMO-gebruikers hierbij essentieel. Een theoretische beschouwing van DEMO en de achterliggende aannamen leert dat de methodiek zich primair richt op de coördinatie van werkzaamheden binnen organisaties. Naarmate organisaties groter worden, of te maken krijgen met vele partijen voor samenwerking, wordt deze coördinatie steeds complexer. De modellen die DEMO maakt van deze coördinatie vormen een objectieve blauwdruk van organisaties. Met de kennis hiervan kunnen dan keuzen worden gemaakt over het herontwerpen van bedrijfsprocessen, of het herinrichten van deze processen met informatiesystemen. DEMO-gebruikers passen de methodiek toe voor opdrachten die deel uit maken van beide genoemde toepassingsgebieden. Hoewel DEMO een complete en geïntegreerde werkwijze met bijpassende modellen biedt, combineert het merendeel van de gebruikers de methodiek met andere methoden en technieken. Het bestaan van vele de facto standaarden vermindert de noodzaak en mogelijkheden van een volledige toepassing van DEMO. Hoewel onderzoek wordt gedaan naar mogelijke combinaties, waarin de unieke eigenschappen worden gekoppeld aan de facto standaarden en technieken, zijn DEMO-gebruikers hier slechts beperkt van op de hoogte. Anders dan proberen de facto standaarden te verdringen, kan DEMO zich beter richten op het bieden van een onderbouwde denkwijze. Het kan hiermee veel waarde toevoegen aan deze standaarden, aangezien deze vaak beperkt blijven tot syntaxis en veel minder met betekenis van doen hebben. Als referentiemateriaal voor onderwijs en wetenschap biedt DEMO in zijn huidige vorm echter een goed uitgangspunt. Om de ontwikkelingen van DEMO te delen met haar gebruikers, zal het DEMO Kenniscentrum actief een gebruikersgroep moeten onderhouden. 5

6

7 Demo of Praktijk - Voorwoord Voorwoord Voor je ligt het resultaat van negen maanden afstuderen. In tegenstelling tot afstudeerders van de studie Technische Informatica voor mij, is de opzet van mijn afstudeeronderzoek enigszins afwijkend. De komst van de bachelor/master structuur heeft namelijk meer om het lijf dan enkel een naamswijziging, al zou een eerste indruk misschien anders doen vermoeden. Maar waar voorheen een strijd tussen vakgroep en externe opdrachtgever vaak resulteerde in een enkelvoudige rapportage met veel concessies, levert dit afstudeeronderzoek twee verschillende documenten op. Of de winst die wordt geboekt met een verminderd aantal verhitte discussies teniet wordt gedaan door het extra werk dat het schrijven van twee documenten met zich mee brengt, is iets waar ik hier geen uitspraak over doe. Wel kan ik zeggen dat het een positieve bijdrage heeft geleverd aan mijn afstudeerervaring. Zo is het schrijven van een wetenschappelijk artikel een ervaring die ik nog niet eerder had opgedaan tijdens mijn studie. En het treffend opschrijven van mijn onderzoeksresultaten voor de opdrachtgever is zeker een vaardigheid die ik verwacht te kunnen gebruiken bij mijn toekomstige werkzaamheden. Afstuderen doe je niet alleen, ook al heb ik toch aardig wat dagen op kantoor achter mijn pc doorgebracht. Ik wil daarom graag de volgende mensen bedanken voor hun adviezen en steun. Allereerst ben ik Jan Dietz dankbaar dat hij deze opdracht voor me heeft gerealiseerd. En dat hij mij de ruimte heeft gegeven om zijn theorie te ontleden en te bekritiseren is iets waar ik veel bewondering voor heb. Vervolgens ben ik Hans Mulder veel verschuldigd voor niet alleen zijn altijd opbouwende kritiek en vermogen tot inspireren, maar ook voor het beschikbaar stellen van zijn faciliteiten zoals de Group Decision Room. Piet de Niet heeft me veel geleerd over projectsturing, en in het bijzonder de menselijke kant die daarbij komt kijken. Tot slot wil ik Jan Schonk en Jos Hamilton bedanken voor hun adviezen en opmerkingen om mijn afstudeeronderzoek tot een goed einde te brengen. Bijzonder veel mensen hebben de moeite genomen mijn soms oeverloos lange teksten kritisch te lezen. In het bijzonder Rogier Krieger ben ik dankbaar voor alle middagen en avonden die hij vrij heeft gemaakt voor discussies over aanpak, verwerking van resultaten en soms ook puntkomma s. Sjoerd van Tuinen ben ik bijzonder dankbaar voor zijn heldere blik op de filosofische en sociologische aspecten van mijn onderzoek, en zijn altijd opbouwende kritiek. Daarnaast wil ik graag de volgende mensen bedanken voor hun waardevolle op- en aanmerkingen op de diverse documenten: Fred van de Biezen, Tanja Dumay, Richard Kres, Martin Op t Land, Eyal Oren en Martijn Stellinga. Ik ben ook veel verschuldigd aan de mensen die keer op keer bereid waren mijn verhalen aan te horen: Ria Dumay, Remco Groeneweg, Niels Henkens, Joost Hietbrink en Ynte Kramer. Tot slot wil ik graag alle mensen bedanken die hebben meegewerkt aan de enquête en de workshop. Zonder jullie was dit onderzoek nooit geworden tot wat het nu is. Mark Dumay, Delft, September

8

9 Demo of Praktijk - Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Voorwoord... 7 Inhoudsopgave Introductie van het onderzoek Aanleiding van het onderzoek Stichting DEMO Kenniscentrum als opdrachtgever Doelstelling van het onderzoek Scope van het onderzoek Beschrijving van de onderzoeksmethodiek Epistemologische verantwoording Probleemstelling en aanvullende vragen Globale beschrijving van de werkwijze Verwerking van de onderzoeksresultaten Een introductie van DEMO De samenhang tussen theorie en werkwijze De concepten van DEMO DEMO als werkwijze De filosofie achter DEMO De globale praktijktoepassing van DEMO Een enquête als onderzoeksinstrument Beschrijving van de onderzoekspopulatie Operationalisering van onderzoeksvragen Uitkomsten van de enquête Reflectie op de toepassing van DEMO Een groepsdiscussie als reflectie op DEMO Opzet van de workshop De toepassing van DEMO Aanbevelingen van DEMO-gebruikers Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Evaluatie Referenties Bijlage A Mailing geïnteresseerden... i Bijlage B Uitnodiging enquête... iii Bijlage C Enquête... v Bijlage D Antwoorden enquête... ix Bijlage E - Uitnodiging workshop... xiii Bijlage F Lijst van deelnemers workshop... xv Bijlage G Overzicht van DEMO-projecten... xvii 9

10 Demo of Praktijk - Inhoudsopgave Bijlage H Lijst van aanbevelingen...xxix Bijlage I Bedrijfsprofiel ETX...xxxi Bijlage J Bedrijfsprofiel Probus...xxxiii Bijlage K Wetenschappelijk onderzoek...xxxv 10

11 Demo of Praktijk - Introductie van het onderzoek 1 Introductie van het onderzoek Dit hoofdstuk geeft een introductie van het onderzoek. Allereerst komt de aanleiding van het onderzoek aan bod ( 1.1), gevolgd door een beschrijving van de opdrachtgever ( 1.2). Daarna wordt de doelstelling ( 1.3) en de scope van het onderzoek ( 1.4) uiteengezet. 1.1 Aanleiding van het onderzoek DEMO is een veelbelovende methodiek voor het analyseren van de bedrijfsprocessen van organisaties. In de achterliggende theorie staat de communicatie tussen mensen centraal. Niet alleen is communicatie een manier voor mensen om hun werkzaamheden op elkaar af te stemmen, maar het is ook de basis voor het aangaan van afspraken. Of dit laatste nu het leveren van een dienst of het produceren van goederen betreft, de essentie hierbij is dat één partij de ander iets belooft. DEMO maakt onderscheid in drie verschillende abstractieniveaus van organiseren, te weten het essentiële niveau, het informationele niveau en het documentele niveau. Gezamenlijk brengen deze niveaus samenhang tussen afspraken, informatiesystemen en gegevens. DEMO geeft dus inzicht in de bedrijfsprocessen en hoe deze zijn gerealiseerd. Sinds begin jaren 90 is DEMO toegepast voor uiteenlopende toepassingen als het ontwerpen van informatiesystemen, het herontwerpen van bedrijfsprocessen en het inventariseren van complexe informatiehuishoudingen. De ontwikkeling van DEMO heeft geresulteerd in tientallen wetenschappelijke en professionele publicaties. Het bedrijfsleven heeft DEMO toegepast voor projecten van zeer verschillend karakter. De kracht van de methodiek bij al deze projecten is dat het zeer complexe problemen op een eenduidige, gestructureerde manier kan terugbrengen tot een helder model. Hierdoor verkrijgen medewerkers, managers en deskundigen een goede basis voor gezamenlijke discussie. DEMO is dus een theoretisch sterk onderbouwde methodiek, die ook veelvuldig aan de praktijk is getoetst. Ondanks de ruime mogelijkheden van DEMO is het echter nog geen standaardmethodiek voor het bedrijfsleven. Hiervoor zijn uiteenlopende oorzaken te bedenken, zoals een tekort aan marketinginspanningen of teveel concurrentie van de facto standaarden. Om echter het onderscheidende vermogen van DEMO ten opzichte van andere methodieken te kunnen bepalen, is allereerst een kritische blik op de achterliggende theorie zelf nodig. Omdat dit inzicht momenteel ontbreekt, is het eveneens onduidelijk hoe de theorie van DEMO samenhangt met haar praktijktoepassing. Dit onderzoek bepaalt de theoretische grenzen van organisatieanalyse volgens DEMO, en beschrijft vervolgens hoe diverse ervaringsdeskundigen DEMO waarderen. Op basis hiervan kan de opdrachtgever een actieplan opstellen om DEMO ook in de praktijk tot een succes te maken. 1.2 Stichting DEMO Kenniscentrum als opdrachtgever Het DEMO Kenniscentrum is een stichting die het praktische gebruik van DEMO wil bevorderen. Zij doet dit onder andere met behulp van het verzorgen van cursussen, gericht op specialisten uit het bedrijfsleven. De stichting is eveneens een kenniscentrum een plaats waar expertise over de theoretische ontwikkeling van de DEMO-methodiek is ondergebracht. Het beschikbare materiaal is publiekelijk toegankelijk op de website Tot slot brengt zij mensen uit het bedrijfsleven bij elkaar, door bijvoorbeeld conferenties te organiseren. Bij de aanvang van dit onderzoek, januari 2004, verkeert het DEMO Kenniscentrum in een laatste stadium ter heroprichting van de stichting. Zij is eerder in de periode van 1 september 1997 tot en met 15 juni 2000 actief geweest. In het verleden heeft zij ongeveer 700 personen vertrouwd gemaakt met DEMO. Eén van de huidige speerpunten van de stichting is om een netwerk van praktijkdeskundigen op te richten. Hiermee kan de beoogde invoering van DEMO in het bedrijfsleven worden ondersteund. Daarnaast wil de stichting op basis van feedback uit de praktijk een impuls geven aan toekomstig onderzoek. 1.3 Doelstelling van het onderzoek Dit onderzoek heeft als doelstelling het DEMO Kenniscentrum advies te geven hoe zij de operationele toepasbaarheid van DEMO kan verbeteren. Om de stichting hierbij te ondersteunen, zijn twee subdoelen opgesteld. Het eerste doel is het opstellen van een 11

12 Demo of Praktijk - Introductie van het onderzoek netwerk van actieve DEMO-gebruikers. Niet alleen kunnen zij commentaar geven op de toekomstige ontwikkelingen, maar ze zijn bovendien in staat beslissingsbevoegden in contact te brengen met DEMO. Het tweede doel is het geven van advies voor mogelijke onderwerpen voor het wetenschappelijke onderzoeksprogramma aan de TU Delft waartoe DEMO behoort. Deze onderwerpen zullen naar verwachting de uiteindelijke toepassing van DEMO in het bedrijfsleven ondersteunen. 1.4 Scope van het onderzoek Dit is een verkennend onderzoek, wat betekent dat vanuit een helikopterperspectief het toepassingsgebied van DEMO wordt beschreven. Om nu de relatie tussen de theorie van DEMO met haar praktische toepassing te kunnen bepalen, is de praktijkervaring van deskundigen onontbeerlijk. Mede op basis van hun ervaring zal het onderzoek resulteren in een globale beschrijving van de theoretische en praktische toepassingen van DEMO. Gedetailleerde praktijkvoorbeelden van DEMO-projecten behoren hier dus niet toe, maar het rapport wordt wel geïllustreerd met enkele globale projectomschrijvingen. Omdat het onderzoek zich vooral richt op de inhoudelijke ontwikkeling van de DEMOmethodiek, besteedt het geen aandacht aan commerciële aspecten om het aantal toepassingen van DEMO door het bedrijfsleven te vergroten. De deelnemers aan dit onderzoek zijn dan ook primair deskundigen die toepassingservaring hebben opgedaan met DEMO. Beleidsbepalers die kunnen beslissen over invoering van DEMO in hun organisatie worden niet specifiek benaderd. 12

13 Demo of Praktijk - Beschrijving van de onderzoeksmethodiek 2 Beschrijving van de onderzoeksmethodiek Dit hoofdstuk gaat in op de methodiek die het onderzoek vorm geeft. Allereerst wordt vanuit een meer filosofisch oogpunt de epistemologie (wat is menselijke kennis en hoe kan deze worden verkregen) behorende bij de methodiek uiteengezet ( 2.1). Vervolgens komen de eigenlijke probleemstelling en aanvullende onderzoeksvragen aan bod ( 2.2). Een beschrijving van de werkwijze geeft globaal aan hoe de genoemde onderzoeksvragen worden beantwoord ( 2.3). De antwoorden en onderzoeksresultaten worden vervolgens in diverse verschillende documenten en bestanden verwerkt ( 2.4). 2.1 Epistemologische verantwoording In mijn oriëntatie is kennis opdoen over organisaties en organiseren niet te duiden als een exacte wetenschap. Organisaties krijgen vorm door de wisselwerking tussen individuen, waarbij het persoonlijke denkbeeld van deze individuen over die organisaties een belangrijke rol speelt. Ik denk ook niet dat er een ultieme, beste vorm van organisaties bestaat, laat staan dat die algemeen geldig is. Wellicht staat dit in schril contrast met de studie Technische Informatica als mijn achtergrond, dat toch als sterk positivistisch kan worden gekenmerkt (Goles en Hirschheim 2000). Toch denk ik dat juist de toepassing van informatica in relatie tot organisaties mijn oriëntatie rechtvaardigt. De wetenschappelijke stroming die overeenkomt met mijn ideeën is sociaal-constructivisme (Kroes 1996). Deze oriëntatie wijst het idee af dat kennis los kan worden gezien van sociale achtergrond, oftewel kennis is subjectief (Jones 2002). Niet alleen is er geen enkelvoudige, objectieve realiteit, maar deze is bovendien ook nog eens het resultaat van de totstandkoming van discours tussen de verschillende betrokkenen. De feiten zijn dan door onderhandelen tot stand gekomen. Deze insteek kan worden omschreven als een extreme vorm van sociaal-constructivisme en laat zich vertalen in ontologisch relativisme. De ontologie is hierbij een conceptie over de aard van de realiteit. Sociaal-constructivisme impliceert dat feiten ontstaan als resultaat van onderhandelen. Dit lijkt moeilijk verenigbaar met het wetenschapsbeeld dat empirische waarneming objectief is en een theorie kan bevestigen of ontkrachten. Dit is onder andere de kritiek die geuit wordt op deze oriëntatie (Kroes 1996: ). Ik verkies hier echter een beperkte toepassing, overeenkomstig de opmerking die Scott maakt over de systeemtypologie van Boulding (Scott 1992: 78). De menselijke en sociale niveaus (niveau 7 en 8) uit deze typologie bevatten actoren die in staat mogen worden geacht te kunnen onderhandelen met elkaar. Ik denk dat in het bijzonder op deze twee niveaus een sociaal-constructivistische oriëntatie meerwaarde biedt. Ik zie een organisatie als een fenomeen dat zich voor mijn onderzoek primair op de twee genoemde niveaus bevindt. De oriëntatie die ik aanhang betekent dat de antwoorden op de geformuleerde onderzoeksvragen deels subjectief onderbouwd zijn. Dit houdt in dat niet overal een rationeel gegronde waarde aan het resultaat kan worden toegekend. Toch zie ik dit niet als onoverkomelijk. Enerzijds probeer ik een aannemelijk beeld te schetsen van de uitgangspunten van mijn onderzoek, en hierbij aan te geven wat eventuele persoonlijke keuzen zijn. Maar anderzijds streef ik wel naar het bereiken van discours, door gedurende het onderzoek met de verschillende betrokkenen in wisselwerking te staan over de voortgang en het verloop hiervan. 2.2 Probleemstelling en aanvullende vragen In 1.1 is geschetst dat de samenhang tussen theorie en praktijk van DEMO onduidelijk is. Hierdoor ontbreekt het inzicht welke aspecten, van DEMO zelf of van zaken daarbuiten, een knelpunt vormen bij de toepassing van DEMO in de praktijk. 1.3 geeft aan dat dit onderzoek als doelstelling heeft om het DEMO Kenniscentrum advies te geven hoe zij deze knelpunten kan verhelpen. Om de genoemde problematiek vorm te geven, is de volgende probleemstelling afgeleid: Probleemstelling Hoe kan de operationele toepasbaarheid van DEMO worden verbeterd? 13

14 Demo of Praktijk - Beschrijving van de onderzoeksmethodiek Om tot een uitwerking van de probleemstelling te kunnen komen, zijn de volgende bijbehorende vragen opgesteld: 1. Hoe kunnen de gebruikers van DEMO worden gekenmerkt? 2. Wat zijn de praktische toepassingen van DEMO? 3. Wat zijn de knelpunten bij het praktische gebruik van DEMO? Hoofdstuk 6 geeft het antwoord op deze vragen en geeft enkele aanbevelingen om de operationele toepasbaarheid van DEMO te verbeteren. 2.3 Globale beschrijving van de werkwijze DEMO is een methodiek die in 1992 is geïntroduceerd en sinds die tijd continu in ontwikkeling is geweest. Hoewel deze historie zeer belangrijk is voor het begrip van de achterliggende filosofische oriëntatie, is de opdrachtgever vooral benieuwd naar de mogelijke richting van de toekomstige ontwikkeling. Dit historische onderzoeksaspect wordt dan ook uitgewerkt in een ander (wetenschappelijk) artikel. In 2.4 wordt dit nader toegelicht. Om de probleemstelling van het onderzoek (zie 2.2) te kunnen beantwoorden, is een drietal aanvullende onderzoeksvragen opgesteld. Bij de aanvang van dit onderzoek, januari 2004, bestaat er nog geen actieve gemeenschap van DEMO-beoefenaars. Er is wel een adressenbestand beschikbaar, waarin mensen zijn opgenomen die in het verleden te maken hebben gehad met DEMO. Middels een enquête wordt gezocht naar een typering van de DEMO-gebruikersgroep. De literatuur beschrijft een drietal onderzoeksgebieden waar DEMO zich mee bezig houdt: 1) Het ontwerpen van informatiesystemen, 2) (Her-) ontwerpen van bedrijfsprocessen, en 3) Organization Engineering. De hierboven genoemde enquête achterhaalt of deze gebieden ook overeenkomen met de globale toepassing in de praktijk. Vervolgens worden tijdens een expertdiscussie enkele concrete toepassingen binnen deze gebieden besproken. Op basis van de praktijktoepassingen kunnen de knelpunten bij het gebruik van DEMO worden geïnventariseerd. Dezelfde groep van experts stelt aanbevelingen op om deze knelpunten te verhelpen. Tevens kent zij aan deze aanbevelingen een prioriteit toe. Deze aanbevelingen en de theoretische beschouwing van DEMO leiden vervolgens tot een advies voor de opdrachtgever. 2.4 Verwerking van de onderzoeksresultaten Het totale onderzoek bestaat uit zowel een theoretisch als een praktisch gedeelte. Deze scheiding is ook aanwezig in de verwerking van de onderzoeksresultaten. Dit verslag is specifiek bedoeld voor de opdrachtgever en geïnteresseerden uit de praktijk. Het gaat daarom voornamelijk in op de praktische aspecten van het onderzoek. Het theoretische aspect wordt belicht in een wetenschappelijk artikel, en richt zich hoofdzakelijk op de wetenschappelijke begeleider. Een samenvatting is te vinden in hoofdstuk 3. Het volledige Engelstalige artikel is te vinden in Bijlage K. Een onderzoek naar de theoretische ontwikkeling van de DEMO-methodiek is dan ook onderdeel van het wetenschappelijke artikel. Waar nodig wordt in dit verslag gerefereerd naar de uitkomsten van dit onderzoek, maar wordt de wetenschappelijke onderbouwing grotendeels weggelaten. De uitkomsten van de steekproef en het expertoverleg zijn in beide documenten verwerkt. Dit verslag gaat echter specifiek in op de bedrijven en achtergronden van respondenten, omdat dit in het bijzonder van belang is voor de te ontplooien activiteiten van de opdrachtgever. De gegevens van het netwerk van DEMO-beoefenaars en belangstellenden worden in een adressenbestand geplaatst. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar personen die actief bij de ontwikkeling van DEMO willen worden betrokken, en personen die enkel op de hoogte wensen te worden gehouden van nieuwe ontwikkelingen. 14

15 Demo of Praktijk - Een introductie van DEMO 3 Een introductie van DEMO Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van een wetenschappelijk onderzoek naar de theorie en praktijk van DEMO. Als eerste komt de achtergrond en opzet van het hoofdstuk aan bod ( 3.1), gevolgd door een beschrijving van de concepten die deel uit maken van de DEMOtheorie ( 3.2). Deze concepten vormen de basis van een specifieke werkwijze die onderdeel is van DEMO als methodiek ( 3.3). Zowel de concepten als de werkwijze worden gevormd door enkele filosofische uitgangspunten ( 3.4). 3.1 De samenhang tussen theorie en werkwijze DEMO is een methodiek die vanaf 1992 constant in ontwikkeling is geweest. Begonnen als hulpmiddel bij het ontwerpen van informatiesystemen, bleek al snel dat de concepten en modellen ook bruikbaar waren voor het ontwerpen en herontwerpen van de bedrijfsprocessen van organisaties. In de afgelopen 12 jaar zijn veel grote en kleine wijzigingen in DEMO doorgevoerd. Toch is de achterliggende theorie, ook wel te zien als de denkwijze, vrij constant gebleven. Om DEMO als methodiek goed te kunnen begrijpen is het zinnig om deze op een aantal verschillende niveaus te beschouwen. Naast het genoemde onderscheid in denkwijze en werkwijze, is DEMO in zijn geheel ook gevormd en beïnvloed door een bepaalde filosofie. Ook kent de werkwijze enkele specifieke technieken en methoden die worden gebruikt bij het analyseren en oplossen van vraagstukken. In het bijzonder de modellen (onderdeel van de werkwijze) en de methodes en technieken zijn sterk aan verandering onderhevig. Dit hoofdstuk gaat dan ook vooral in op de concepten die onderdeel uitmaken van de denkwijze en de achterliggende filosofie. 3.2 De concepten van DEMO De theorie van DEMO is gebaseerd op drie verschillende concepten. Samen vormen zij de basis van de modellen die deel uitmaken van de methodiek. Het eerste concept binnen DEMO is het systeemconcept. Een organisatie (of een onderdeel daarvan) is volgens DEMO een sociaal systeem dat bestaat uit actoren, transacties en interstrictie-relaties. Een actor vertegenwoordigt één of meerdere personen die een bepaalde rol binnen de organisatie vervullen. Alle actoren hebben een relatie met een andere actor, die zich zowel binnen als buiten de systeemgrens kan bevinden. Deze relatie is een transactie of een interstrictierelatie. Een transactie voldoet aan een bepaald communicatiepatroon tussen twee actoren en resulteert altijd in een origineel feit. Interstrictie is hierbij het raadplegen van originele feiten die bij eerdere of andere transacties zijn voortgebracht. Het inschrijven van een nieuw lid bij een bibliotheek is bijvoorbeeld een origineel feit, terwijl het opvragen van adresgegevens beperkt blijft tot het uitwisselen van bestaande informatie. De systeemgrens geeft hierbij aan wat de grenzen zijn van het onderwerp van studie. Het is dus mogelijk om in DEMO bijvoorbeeld alleen een bepaalde afdeling binnen een organisatie te bestuderen. Het communicatiepatroon waaraan transacties voldoen is gebaseerd op de theorie van Habermas. DEMO hanteert een onderscheid in een objectwereld en een intersubjectwereld, die beiden zijn gebaseerd op de werelden van Habermas. De intersubjectwereld is een gedeelde sociale belevingswereld van meerdere personen. Mensen geven uitdrukking aan deze wereld middels communicatie. Deze sociale wereld is dan ook sterk gevormd door bijvoorbeeld omgangsvormen, gebruiken en rituelen. De objectwereld is de wereld die bestaat buiten de sociale wereld. Mensen veranderen de objectwereld door hun handelen. DEMO stelt dat mensen zich committeren tot handelen om onderlinge afspraken na te komen. Communicatie is vervolgens de manier om die afspraken te maken, maar ook om de toestand van de objectwereld te beschrijven. Communicatie blijft niet beperkt tot spreektaal, maar omvat bijvoorbeeld ook lichaamstaal of schriftelijke communicatie. Daarbij is communicatie vaak impliciet en als zodanig voor een buitenstaander niet altijd gelijk te begrijpen. DEMO hanteert daarom een standaardpatroon voor de communicatie tussen personen in de vorm van een transactie. Hiermee kan snel worden achterhaald welke aspecten van een bepaalde conversatie ontbreken. DEMO plaatst het genoemde onderscheid tussen originele feiten en informatie in een abstractieraamwerk. Elke transactie kan op een viertal niveaus worden bekeken: 1) een essentieel niveau, 2) een informationeel niveau, 3) een documenteel niveau, en 4) een fysiek niveau. Op het essentiële niveau ontstaan de eerder genoemde originele feiten. Een feit is altijd gerelateerd aan een verandering in de objectwereld, als gevolg van het 15

16 Demo of Praktijk - Een introductie van DEMO handelen binnen een transactie. Het opvragen van informatie over bestaande originele feiten verandert niets aan deze toestand, en speelt zich dus af op het informationele niveau. Informatie als zodanig kan fysiek gezien op vele manier worden opgeslagen. Het begrip document abstraheert van dit fysieke niveau. De eerste drie niveaus vormen het abstractieraamwerk van DEMO, dat het mogelijk maakt om tijdens een bepaalde stap bij het oplossen van een vraagstuk hoofd- en bijzaken van elkaar te scheiden. 3.3 DEMO als werkwijze De achterliggende concepten van DEMO vormen de basis van vier verschillende aspectmodellen, die deel uit maken van DEMO als werkwijze. In figuur 1 zijn deze modellen weergegeven, waarbij de piramide een mate van detaillering weergeeft. Omdat DEMO tijdens het opstellen van dit rapport aan verandering onderhevig is, geeft onderstaande figuur de Engelstalige benamingen weer. Het Construction Model (CM) beschrijft de organisatie op het hoogste abstractieniveau. Dit model bestaat dan ook uit actoren, transacties en interstrictie-relaties. De originele feiten die hierbij ontstaan en worden opgevraagd, zijn ondergebracht in het Information Model (IM). Hier wordt ook vastgelegd of een stukje informatie een getal is, of bijvoorbeeld een categorie. De samenhang tussen de transacties wordt uitgedrukt in het Process Model (PM). Zo kunnen bepaalde transacties bijvoorbeeld niet beginnen, voordat een fase van een andere transactie is afgerond. Tot slot geeft het Action Model een overzicht van de specifieke gedragsregels die actoren volgen bij het doorlopen van transacties. Organization Construction Diagram Actor Transaction Diagram Transaction Result Table CM Actor Bank Diagram Bank Contents Table Process Step Diagram Object Fact Diagram Information Use Table PM IM Object Property Table AM Action Rule Specifications figuur 1: De modellen van DEMO en hun representatie Op basis van interviews en het analyseren van bestaande documenten binnen de organisatie kan een verkenning worden gemaakt van de organisatie. Het onderscheid in drie abstractieniveau is hierbij een hulpmiddel om de inhoud van deze interviews en documenten te doorgronden. De essentiële informatie is dan de basis voor het herkennen van actoren en hun onderlinge relaties. Het transactiepatroon geeft aan wanneer originele feiten tot stand komen, en wie daarbij de initiator danwel uitvoerende is. Tot slot zal er een keuze moeten worden gemaakt welke actoren intern tot het systeem behoren, en welke tot de omgeving worden gerekend. Het resulterende diagram is een representatie van het Construction Model. Het vormt een blauwdruk van de essentiële aspecten van de organisatie als onderwerp van studie. 3.4 De filosofie achter DEMO DEMO is gevormd door een aantal expliciete en impliciete keuzes van haar ontwerpers. Doordat de methodiek is ontstaan binnen de onderzoeksgemeenschap die zich bezighoudt met het ontwerpen van informatiesystemen, is een aantal ideeën en gebruiken van deze gemeenschap overgenomen. De meest duidelijke hiervan is het systeemconcept, dat over de 16

17 Demo of Praktijk - Een introductie van DEMO constructie van organisaties gaat. In tegenstelling tot de gebruikelijke benadering bij bijvoorbeeld bedrijfskundigen, beschrijft DEMO niet het gedrag van organisaties maar juist de interne werking. Hoewel systeemkunde als zodanig binnen beide disciplines nauwelijks ter discussie staat, is dit wel een belangrijk onderwerp binnen bijvoorbeeld sociologie. Vanuit sociologisch oogpunt is het expliciteren van elementen en hun onderlinge relaties niet vanzelfsprekend. Veel zaken zijn niet eenduidig te vangen in enkelvoudige elementen, of niet logischerwijs causaal met elkaar in verband te brengen. De informele omgangsvormen van organisatiemedewerkers zijn hier een duidelijk voorbeeld van. Vanuit dit gezichtspunt hangt de systeembenadering sterk samen met reduceren: het selecteren van specifieke zaken, maar het negeren van andere aspecten 1. DEMO richt zich in het bijzonder op het coördineren van activiteiten binnen organisaties. Hoewel de theorie onderkent dat er meerdere aspecten wezenlijk zijn voor organisaties, worden deze verder buiten beschouwing gelaten. De DEMO-analist is een objectieve waarnemer, die nadrukkelijk geen onderdeel uitmaakt van de organisatie. Het idee hierachter is dat een willekeurige analist hetzelfde essentiële model oplevert, onafhankelijk van persoonlijke voorkeur. Het organisatiemodel zelf staat dan ook niet ter discussie, maar vormt juist het uitgangspunt om een discussie over mogelijke veranderingen in de realisatie van de organisatie mogelijk te maken. Doordat DEMO zicht vooral richt op het analyseren van afspraken en de gegevens die hierbij een rol spelen, valt de daadwerkelijke inrichting van bedrijfsprocessen buiten beschouwing. In DEMO-terminologie wordt handelen als gevolg van een afspraak wel benoemd, maar de daadwerkelijke activiteiten die daar onder vallen worden niet beschreven. Een interessant standpunt van DEMO is hierbij dat informatietechnologie een onderschikte rol speelt. Informatiesystemen en applicaties vormen slechts een deel van de realisatie van de bedrijfsvoering, maar er is altijd één persoon eindverantwoordelijke. 1 Een uitgebreide verhandeling van dit fenomeen wordt bijvoorbeeld beschreven door Van Dinten (2002). 17

18 Demo of Praktijk - De globale praktijktoepassing van DEMO 4 De globale praktijktoepassing van DEMO Dit hoofdstuk beschrijft globaal de praktijktoepassing van DEMO. Na de opzet van het hoofdstuk te hebben besproken ( 4.1), wordt de populatie die behoort tot het onderzoek uiteengezet ( 4.2). De bepaalde doelgroep krijgt een enquête aangereikt, die is opgesteld op basis van de algemene onderzoeksvragen ( 4.3). Tot slot worden de uitkomsten van de enquête weergegeven ( 4.4). 4.1 Een enquête als onderzoeksinstrument Om de praktijktoepassing van DEMO te verkennen is gebruik gemaakt van een enquête. Omdat de beschikbare gegevens van de doelgroep niet actueel waren, is allereerst het adressenbestand geactualiseerd. Hiervoor zijn in april en mei 2004 in totaal 284 brieven verstuurd. Deze brief is terug te vinden in Bijlage A. Gecombineerd met de gegevens van personen van wie wel een adres van bekend was, is in totaal naar 154 personen een elektronische enquête verstuurd. De is uiteindelijk aangekomen bij 114 personen. De inhoud van het bericht is te vinden in Bijlage B. De enquête geeft inzicht in de samenstelling van de DEMO-gebruikersgroep en het soort toepassing waarvoor zij DEMO gebruiken. Aanvullend wordt de impact van DEMO op de uitvoering van werkzaamheden van deze groep geïnventariseerd. Enkele respondenten worden op basis van hun antwoorden uitgenodigd voor een expertoverleg. Dit overleg komt aan bod in het volgende hoofdstuk. 4.2 Beschrijving van de onderzoekspopulatie De totale groep van mogelijke betrokkenen kan worden onderverdeeld in vier categorieën. Mogelijke geïnteresseerden zonder ervaring zijn hier buiten beschouwing gelaten. Beoefenaars. De groep van beoefenaars bestaat uit onder andere bedrijfskundigen en ICT-deskundigen die in hun beroepspraktijk te maken hebben met complexe vraagstukken op het gebied van organisaties en ICT. Bij de uitvoer van projecten kunnen zij op verschillende manieren gebruik maken van de DEMO-methodiek. Zo kunnen bijvoorbeeld alleen ideeën zijn overgenomen, zoals de scheiding tussen bedrijfsprocessen, informatiesystemen en infrastructuur. Beoefenaars kunnen de methodiek ook formeel toepassen, waarin elk onderdeel dat in DEMO is beschreven nauwgezet wordt gevolgd. De totale groep kan worden onderscheiden in externe adviseurs en in interne adviseurs. Externe adviseurs voeren projecten uit voor derden, terwijl interne adviseurs alleen DEMO toepassen binnen hun eigen organisatie of afdeling. Afnemers. Onder afnemers worden respondenten verstaan die bij de uitbesteding van een opdracht aan een derde (bijvoorbeeld een organisatieadviesbureau) te maken hebben gekregen met DEMO. Hoewel zij weldegelijk ervaring hebben met de toepassing van de methodiek, hebben zij waarschijnlijk een minder compleet beeld van de toepassingsomgeving. Enerzijds wordt namelijk verondersteld dat zij de methodiek niet toepassen bij andere organisaties. Anderzijds vervullen zij waarschijnlijk een meer passieve rol bij de toepassing, aangezien externe adviseurs het initiatief tot gebruik van de methodiek hebben genomen. Ontwikkelaars. Ontwikkelaars zijn vanuit wetenschappelijk oogpunt betrokken bij ontwikkeling van de DEMO-methodiek. Hoewel zij waarschijnlijk wel praktijkervaring hebben opgedaan met DEMO, kijken zij met een andere oriëntatie naar de toepassing van de methodiek. Zij worden in principe niet geleid door een commercieel beginsel, maar vooral gedreven door een wetenschappelijke interesse in de aansluiting van de methodiek op de praktijk. Studenten. Studenten hebben als onderdeel van hun curriculum kennis opgedaan van DEMO en deze kennis wellicht ook toegepast bij studiegerelateerde opdrachten en projecten. Hoewel het aannemelijk is dat zij weinig ervaring hebben met soortgelijke methodieken, en in die zin bevooroordeeld zijn qua keuze van een methodiek, hebben zij daarentegen een onbevangen oriëntatie ten opzichte van de praktijktoepassing. Deze groep wordt verondersteld het minst te zijn gevormd door politieke en commerciële belangen. Doordat er middels een steekproef inzicht wordt gezocht naar de kenmerken van de actieve groep van DEMO-toepassers, geeft dit onderzoek dan ook geen betrouwbaar beeld van de acceptatie van DEMO door de algemene beroepssector. Wel kan aan de hand van de resultaten naar een mogelijk verband worden gezocht tussen het werkveld van een 18

19 Demo of Praktijk - De globale praktijktoepassing van DEMO respondent en het toepassingsgebied van DEMO. De groep van ontwikkelaars en de groep van studenten zijn ongeschikt voor deze steekproef, omdat zij een te beperkt beeld hebben van de praktijktoepassing. Uiteindelijk bestaat de onderzoekspopulatie dan ook uit beoefenaars en afnemers van DEMO. 4.3 Operationalisering van onderzoeksvragen Zoals aangegeven in 2.2 is het primaire doel van de steekproef te achterhalen hoe de gebruikers van DEMO kunnen worden gekenmerkt en voor welke toepassingen zij de methodiek hanteren. Op basis van de uitkomsten wordt onder andere bepaald wie geschikt zijn om de DEMO-methodiek meer inhoudelijk te bespreken tijdens het expertoverleg. De volgende aspecten maken deel uit van de steekproef: Typering van gebruikersgroep. De opdrachtgevende organisaties van de respondent worden getypeerd naar sector en omvang. Een belangrijk onderscheid is hierbij of de respondent voornamelijk intern werkzaam is, of voor externe opdrachtgevers werkt. Het is bovendien mogelijk dat de respondent voor meerdere, verschillende werkgevers heeft gewerkt (of werkzaam is). Om de beroepsuitoefening van de respondent te typeren, wordt gevraagd naar een tijdsverdeling van werkzaamheden. Typering van toepassingen. Het soort toepassing dat met DEMO wordt verricht is een belangrijke indicatie van de mogelijkheden van DEMO. Maar ook de projectinrichting en de doorlooptijd zijn belangrijke aanwijzingen voor het toepassingsgebied van DEMO. Impact op de beroepsuitoefening. De impact van DEMO op de markt kan deels worden ingeschat op basis van het aantal mensen dat door de respondenten in aanraking is gekomen met de methodiek. Maar ook of de respondenten zelf nog steeds gebruik maken van DEMO en bij hoeveel projecten zij het hebben toegepast zijn hierbij van belang. Opleiding. Omdat het DEMO Kenniscentrum opleidingen verzorgt is het van belang om te achterhalen hoe de respondenten kennis hebben opgedaan van DEMO. Het geschatte minimumniveau van opleiding om DEMO te kunnen gebruiken zegt iets over de potentiële doelgroep voor nieuwe cursussen. Overig. Om op basis van de onderzoeksuitkomsten een selectie te kunnen maken voor een expertgroep, wordt aanvullend gevraagd of de respondent bereid is hier aan mee te werken, en in welke periode. Daarnaast kan de respondent aangeven of hij casussen beschikbaar wil stellen voor nader onderzoek. De volledige vragenlijst is te zien in Bijlage C. 4.4 Uitkomsten van de enquête De enquête is verstuurd naar 114 personen. Na het sturen van een tweetal herinneringen hebben uiteindelijk 50 respondenten een enquête ingevuld. Enkelen reageerden wel op de e- mail, maar verklaarden de enquête niet in te kunnen vullen wegens gebrek aan ervaring met DEMO. Daarnaast waren enkele mensen op vakantie, gestopt met werken, of met zwangerschapsverlof. In totaal komt de respons op de enquête neer op 43.86%. Aangezien het een selecte steekproef betreft en bovendien niet bekend is hoe groot de totale groep van DEMO-gebruikers is, kan niet worden beargumenteerd of het genoemde aantal respondenten representatief is. Bovendien zijn 50 reacties te laag voor betrouwbare statistische analyse. Er zijn dan ook geen harde conclusies te trekken op basis van de onderzoeksresultaten. Wel geven de antwoorden een globaal beeld van de praktijktoepassing van DEMO. De eerste vier facetten die in 4.3 zijn genoemd worden hieronder uitgewerkt. De selectie van kandidaten voor de workshop komt in 5.1 aan bod. Typering van gebruikersgroep. De groep van respondenten kent een redelijke verdeling in interne (44%) en externe (56%) opdrachtgevers (vraag 1). Deze opdrachtgevers zitten voornamelijk in de zakelijke dienstverlening (27%), overheid en onderwijs (19%) en diverse (19%) (vraag 2). Het relatief lage aandeel van automatisering (15%) kan worden verklaard doordat de meeste van deze bedrijven vooral voor externe opdrachtgevers werken. De respondenten werken voornamelijk voor grote bedrijven, die uit tenminste 1000 personen (31%) bestaan (vraag 3). Globaal gezien zijn de respondenten vooral bezig met adviseren (34%) en ontwerpen (15%) (vraag 8). Beleid bepalen (8%) en leiding geven (9%) scoren naar verwachting laag. 19

20 Demo of Praktijk - De globale praktijktoepassing van DEMO Typering van toepassingen. De twee belangrijkste toepassingen van DEMO zijn het (her)ontwerpen van bedrijfsprocessen (43%) en het ontwerpen van informatiesystemen (37%) (vraag 13). Enkele concrete toepassingen die onder anders genoemd zijn, zijn ISO 9000:2000 certificering en het modelleren van de bedrijfsarchitectuur. Relatief weinig respondenten gebruiken DEMO slechts in persoonlijk verband (6 van 31) (vraag 10). De toepassing van DEMO is dus veelal projectgebonden of zelfs onderdeel van de bedrijfstandaard. De doorlooptijd van projecten waarin DEMO wordt toegepast is vrijwel zonder uitzondering korter dan een jaar, met een gemiddelde van 5 maanden (vraag 12). Impact op de beroepsuitoefening. Voor het merendeel (23 van 34) van de respondenten is DEMO meer een hulpmiddel dan een filosofie bij de uitvoering van hun werkzaamheden (vraag 9). De helft van de respondenten (23 van 46) maakt nog steeds gebruik van DEMO, terwijl 8 respondenten het niet langer meer gebruiken (vraag 7). Redenen die genoemd zijn om DEMO niet te gebruiken zijn 1) tijdgebrek om vertrouwd te raken met de methodiek, 2) niet willen investeren in een methodiek die geen de facto standaard is en 3) gebrek aan kwalitatief hoogwaardige ondersteunende softwareapplicaties. Het overgrote deel (20 van 32) van de respondenten heeft 1 tot 4 projecten uitgevoerd waarbij DEMO is gebruikt (vraag 11). Hierbij zijn globaal tot 100 personen bekend geraakt met DEMO (vraag 4). Opleiding. De meeste (25 van 44) respondenten zijn van mening dat minimaal een HBO of gelijkwaardige opleiding benodigd is met DEMO te kunnen werken (vraag 5). Hierbij dient de opmerking worden gemaakt dat de vraagstelling geen onderscheid maakt in actieve toepassing van DEMO, of in het kunnen begrijpen van opgestelde modellen. Het overgrote deel van de respondenten heeft DEMO leren kennen tijdens een avondcollege (18 van 45) of op een andere manier (14 van 45) (vraag 6). Onder dit laatste is onder andere genoemd 1) zelfstudie of 2) via persoonlijke contacten. De volledige uitkomsten van de enquête zijn terug te vinden in Bijlage D. Uit de antwoorden blijkt dat de vragen die behoren tot de categorie van impact op de beroepsuitvoering en opleiding voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Deze antwoorden worden dan ook niet meegenomen in de uiteindelijke conclusies. 20

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit Duur van stage/afstuderen Manager Begeleider Locatie : 6 à 9 Maanden : dr. ir. J.J. Aue : dr. ir. H.J.M. Bastiaansen

Nadere informatie

Samenstelling initiële Wft-examens

Samenstelling initiële Wft-examens Samenstelling initiële Wft-examens vanaf 01-04-2019 College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Maart 2019, Den Haag Inhoudsopgave Toelichting... 3 Toelichting inhoud examen... 3 Toelichting kenmerken...

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

NOTITIE TOETSMATRIJZEN VOOR INITIËLE EXAMENS BINNEN NIEUWE WFT- VAKBEKWAAMHEIDSTRUCTUUR

NOTITIE TOETSMATRIJZEN VOOR INITIËLE EXAMENS BINNEN NIEUWE WFT- VAKBEKWAAMHEIDSTRUCTUUR NOTITIE TOETSMATRIJZEN VOOR INITIËLE EXAMENS BINNEN NIEUWE WFT- VAKBEKWAAMHEIDSTRUCTUUR College Deskundigheid Financiële Dienstverlening September 2013, Den Haag 1. Wat is een toetsmatrijs? Een toetsmatrijs

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Uitkomsten Enquête mei 2015

Uitkomsten Enquête mei 2015 Uitkomsten Enquête mei 2015 Inhoud Conclusies 1 Inleiding 2 Antwoorden op de vragen 3 Wat is je geslacht? 3 Wat is je leeftijd? 3 Wat beschrijft jouw (werk) situatie het beste? 4 Hoe vaak lees je de nieuwsbrief?

Nadere informatie

OCAI. veelgestelde vragen

OCAI. veelgestelde vragen OCAI veelgestelde vragen OCAI, veelgestelde vragen OCAI online Vrouwenlaan 106 8017 HS Zwolle 038-2301503 www.ocai-online.nl OCAI online, september 2008 3 [ Over de uitslag Hoe kan het dat mijn collega

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

DATAMODELLERING SIPOC

DATAMODELLERING SIPOC DATAMODELLERING SIPOC Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm Sipoc beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld krijgen van

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011 Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk Beleggen Bewaken Sturen Informatiemanagement Inspireren Verbinden Organiseren Architectuur Verbeelden Structureren Afstemmen Gemeenschappelijk Communiceren Adviseren Beïnvloeden Beleggen: kan taken, verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Schema Arbeidsdeskundigen (SAD).

Klanttevredenheidsonderzoek Schema Arbeidsdeskundigen (SAD). Klanttevredenheidsonderzoek Schema Arbeidsdeskundigen (SAD). Een maal per twee jaar wordt er een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd bij een van de certificatie schema s van Hobéon SKO. Dit jaar (2014)

Nadere informatie

Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding

Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Onderzoek naar het effect van de Novius Architectuur Academy Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Door met meerdere collega s deel te nemen aan een opleiding voor bedrijfsarchitecten, werden mooie

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

FourPoints Online BI-IntroScan

FourPoints Online BI-IntroScan FourPoints Online BI-IntroScan Aanwijzingen bij het gebruik 14 augustus 2013 Bij vragen, neem gerust contact op: Tel. 020-452 7505 email. info@fourpoints.nl Verdere informatie: http://info.fourpoints.nl/knowledge-base

Nadere informatie

Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360. Test Kandidaat

Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360. Test Kandidaat Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding

Nadere informatie

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier: Bijlage bij Andriessen, D. en Van der Marel, I. (2015) Beoordelingsmodel voor eindwerkstukken voor een Faculteit Economie & Manage-ment in het hbo. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Jaargang 33, Nr. 2,

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Memorandum. Technical Sciences Brassersplein 2 2612 CT Delft Postbus 5050 2600 GB Delft. Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO. www.tno.

Memorandum. Technical Sciences Brassersplein 2 2612 CT Delft Postbus 5050 2600 GB Delft. Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO. www.tno. Memorandum Aan Bestuur stichting Pensioenfonds TNO Van Dr. F. Phillipson Onderwerp Risicobereidheidsonderzoek Pensioenfonds TNO Inleiding In de periode juni-augustus 2014 is er een risicobereidheidsonderzoek

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

Toetsmatrijzen initiële Wft-examens

Toetsmatrijzen initiële Wft-examens Toetsmatrijzen initiële Wft-examens vanaf 01-04-2017 College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Januari 2017, Den Haag Inhoudsopgave Wat is een toetsmatrijs... 3 Uitgangspunten bij Wft-toetsmatrijzen...

Nadere informatie

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes? Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes? December 2007 / Januari 2008 Door: Marco Bouman, Impulse, Strategie & Marketing Februari 2008 2008 Marco Bouman, alle rechten voorbehouden Het is niet

Nadere informatie

Vier in Balans-tool. Rapportage Teamlid

Vier in Balans-tool. Rapportage Teamlid Vier in Balans-tool Rapportage Teamlid 1 Inleiding Deze tool is gebaseerd op het Vier in Balans-model en is aangevuld met elementen uit Didactiek en Leiderschap in Balans. Dit model vat samen wat er uit

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Rapport Team Competenties i360. Test Kandidaat

Rapport Team Competenties i360. Test Kandidaat Rapport Team Competenties i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor

Nadere informatie

Achtergrond: rating ten behoeve van route 2

Achtergrond: rating ten behoeve van route 2 Achtergrond: rating ten behoeve van route 2 Dit document geeft meer achtergrondinformatie over de rating die gebruikt wordt bij het volgen van route 2 uit de routekaart naar valide examenproducten. Deze

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat externe tevredenheidsmeting Pagina 1 Rinske Rill en Dea Bobeldijk. 21 mei 1 Inhoud Samenvatting... 1. Inleiding... 4 2. Aantallen respondenten...

Nadere informatie

Bewijs Reflectie Formulier

Bewijs Reflectie Formulier Bewijs Reflectie Formulier Naam: Student nummer: 2034865 Marina Hoogeveen Docent: Blokonderdeel: Competentie raakvlakken: Activiteit: Bestandsnaam Bewijzen: Lara de Hoogd Creative School Creatief denken

Nadere informatie

EMOTIONELE INTELLIGENTIE

EMOTIONELE INTELLIGENTIE EMOTIONELE INTELLIGENTIE drs. S. van den Eshof 1 SITUATIE Wat zijn emoties en welke invloed hebben ze op ons leven? Sommige mensen worden bestempeld als over-emotioneel, terwijl anderen van zichzelf vinden

Nadere informatie

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam

Nadere informatie

7Voorwoord bij de eerste druk 7 8De opbouw van het boek 8 9Een woord van dank Voorwoord bij de tweede druk 11

7Voorwoord bij de eerste druk 7 8De opbouw van het boek 8 9Een woord van dank Voorwoord bij de tweede druk 11 Inhoud 7Voorwoord bij de eerste druk 7 8De opbouw van het boek 8 9Een woord van dank 9 11 Voorwoord bij de tweede druk 11 13 deel 1 het theoretisch kader 13 1 15 Hulpverlening aan cliëntsystemen: integreren

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Jaarverslag Werkgroep Kosmisch onderwijs en opvoeding 2011-2012

Jaarverslag Werkgroep Kosmisch onderwijs en opvoeding 2011-2012 Jaarverslag Werkgroep Kosmisch onderwijs en opvoeding 2011-2012 Leden van de werkgroep: Annet Kooiman (montessori werkplaats), André Gilara ( montessori Anninkschool), Jos Werkhoven (uitgeverij de Arend),

Nadere informatie

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl GEDRAGSMANAGEMENT Dit kennisitem gaat over gedrag en wat er komt kijken bij gedragsverandering. Bronnen: Gedragsmanagement, Prof.dr. Theo B. C. Poiesz, 1999; Samenvatting boek en college, A.H.S. Poppe,

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

De SYSQA dienst auditing. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

De SYSQA dienst auditing. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. De SYSQA dienst auditing Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 8 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3

Nadere informatie

Verzamelen gegevens: december 2013

Verzamelen gegevens: december 2013 Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek

Nadere informatie

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden zeker gedeeltelijk niet 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Voor discussies heb ik geen tijd, ík beslis. Medewerkers met goede voorstellen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Plan van aanpak Coaching 1

Plan van aanpak Coaching 1 Plan van aanpak Coaching 1 Opdrachtgever: ROC Leiden Ter Haarkade 6a Docent-Mentor ROC Leiden M. Wesseling (m.wesseling@rocleiden.nl) 06-83014442 Opdracht: Het begeleiden/coachen van een eerstejaars student

Nadere informatie

3 Management van ICT-kosten en baten

3 Management van ICT-kosten en baten 3 Management van ICT-kosten en baten Stand van zaken in de woningcorporatiesector Patrick van Eekeren en Menno Nijland Het bepalen van de hoogte van de ICT-kosten (en baten), bijvoorbeeld door gebruik

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

DEMO VERSIE. Enquêteresultaat Trainingsevaluatie 17-05-2006

DEMO VERSIE. Enquêteresultaat Trainingsevaluatie 17-05-2006 DEMO VERSIE Enquêteresultaat Trainingsevaluatie 17-5-26 Mirotek Design - demo 8/25 Inhoudsopgave 1 Introductie... 3 2 Sterkte / zwakte analyse... 4 3 Verschil eerste groep en overige groepen... 5 4 Prioriteiten...

Nadere informatie

DEMO VERSIE. Enquêteresultaat Trainingsevaluatie 21-08-2012. Mirotek QuestionTool

DEMO VERSIE. Enquêteresultaat Trainingsevaluatie 21-08-2012. Mirotek QuestionTool DEMO VERSIE Enquêteresultaat Trainingsevaluatie -08-0 Mirotek QuestionTool Inhoudsopgave Introductie... Sterkte / zwakte analyse... Score top 5... 5 Verschil eerste groep en overige groepen... 6 5 Prioriteiten

Nadere informatie

De algemene probleemstelling van dit afstudeeronderzoek heb ik als volgt geformuleerd:

De algemene probleemstelling van dit afstudeeronderzoek heb ik als volgt geformuleerd: Inleiding Mijn afstudeeronderzoek richt zich op het bepalen van de juiste sourcingadvies per IT-proces van een organisatie. Voorlopig hanteer ik de definitie van Yang en Huang (2000) met betrekking tot

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Evaluatie EvenementAssistent

Evaluatie EvenementAssistent Evaluatie EvenementAssistent Praktijktest oktober 2011 tot en met december 2011 1 pilot EvenementAssistent De EvenementAssistent is tijdens een pilot getest door zowel organisatoren als vergunningverleners

Nadere informatie

Vier in Balans-tool. Teamrapportage

Vier in Balans-tool. Teamrapportage Vier in Balans-tool Teamrapportage 1 Inleiding Deze tool is gebaseerd op het Vier in Balans-model. Dit model vat samen wat er uit wetenschappelijk onderzoek bekend is over succesvolle invoering en gebruik

Nadere informatie

Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013

Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 Onderzoek is uitgevoerd en gerapporteerd door Panteia in opdracht van Loopbaankamer Tilburg Bronvermelding van hieronder vermeldde gegevens: Panteia,

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV Plan van aanpak Project : Let s Drop Bedrijf : DropCo BV Plaats, datum: Horn, 28 september 2012 Opgesteld door: 1205366 1205366smit@zuyd.nl Plan van Aanpak project Let s Drop pagina 1 Inhoudsopgave plan

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Naam student: Studentnummer: Naam beoordelende docent: Datum: Toets code Osiris: Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

DEEL I KENNISMANAGEMENT: INLEIDING EN TOEPASSINGSGEBIEDEN

DEEL I KENNISMANAGEMENT: INLEIDING EN TOEPASSINGSGEBIEDEN DEEL I KENNISMANAGEMENT: INLEIDING EN TOEPASSINGSGEBIEDEN 2. Kennis...6 2.1 Definitie... 6 2.2 Gezichtspunten ten aanzien van kennis... 9 3. Kennismanagement...16 3.1 Definitie...16 3.2 Belang van kennismanagement...18

Nadere informatie

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015 Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden

Nadere informatie

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan: NEDERLANDS, TENZIJ Onderzoek Vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek RUG In dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd: Welke factoren zijn op dit moment van invloed op de beslissing of Nederlandse

Nadere informatie

Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel

Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel 63 Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel BREEAM-NL In Use is, als het gaat om de gebouwde omgeving te verduurzamen, een heel bruikbaar instrument. Wij, Sannie Verweij van Gebouwinzicht en Robert Sengers

Nadere informatie

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde 1. BoE domeincompetentie Analyseren (minimaal niveau eind major W: 3) (toelichting: deze omschrijving komt uit de Bachelor of Engineering (BoE))

Nadere informatie

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Navolgbaarheid bij kwalitatief onderzoek: consistentie van vraagstelling tot eindrapportaged van de Ven Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2015)

Nadere informatie

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg Nieuwsflits Inhoud Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg 1. Adviesrapport bureau HHM is openbaar gemaakt Pagina 1 2. Conclusies en advies HHM voor toekomst Pagina 1 3. Kamerbrief

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

Oplossingsvrij specificeren

Oplossingsvrij specificeren Oplossingsvrij specificeren ir. J.P. Eelants, projectmanager Infrabouwproces CROW Samenvatting De methodiek van oplossingsvrij specificeren richt zich niet alleen op het formuleren van functionele eisen.

Nadere informatie

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! De brief: Het Venster F.D. Rooseveltlaan 18 Postbus 2157 5600 CD Eindhoven Eindhoven, 29 november 2011 Betreft: Enquete cliënttevredenheid Beste

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Marieke de Vries. 20 september 2006. 360 feedback

Marieke de Vries. 20 september 2006. 360 feedback Marieke de Vries 0 september 006 60 feedback Inhoudsopgave Inleiding Basisgegevens van de rapportage Geselecteerde competenties Toelichting overzichten 6 Algemeen overzicht 8 Gedetailleerd overzicht 9

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

Factsheet Penetratietest Informatievoorziening

Factsheet Penetratietest Informatievoorziening Factsheet Penetratietest Informatievoorziening Since the proof of the pudding is in the eating DUIJNBORGH - FORTIVISION Stadionstraat 1a 4815NC Breda +31 (0) 88 16 1780 www.db-fortivision.nl info@db-fortivision.nl

Nadere informatie

Archimate risico extensies modelleren

Archimate risico extensies modelleren Archimate risico extensies modelleren Notatiewijzen van risico analyses op basis van checklists versie 0.2 Bert Dingemans 1 Inleiding Risico s zijn een extra dimensie bij het uitwerken van een architectuur.

Nadere informatie

Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool)

Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool) Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool) 1. Analyseren: Behaald 1 2 Ontwerpen: Behaald 2 3 Realiseren: Behaald 3 4 Beheren: Onbehaald 4 5 Managen: Onbehaald

Nadere informatie

DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM

DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm begrippenboom inclusief de begrippenlijst beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Samenvatting Scores Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Zowel uit de beoordelingen in de vorm van een rapportcijfer als de aanvullende opmerkingen, blijkt dat de

Nadere informatie