over specialisten op het gebied van internationaal

Transcriptie

1 NIEUWSBRIEF TBS 20 November Nummer 1 STR A FR ECHT INHOUD Cleerdin & Hamer is het grootste strafrechtadvocatenkantoor van Nederland. Onze strafrechtspecialisten houden zich uitsluitend bezig met hun vakgebied. De advocaten van de sectie strafrecht van Cleerdin & Hamer Advocaten doen alleen strafzaken. Hierdoor zijn zij in staat om goed werk te leveren. Dat deze formule werkt blijkt wel uit de forse groei van de sectie strafrecht. Inmiddels zijn wij het grootste advocatenkantoor op het gebied van het strafrecht van Nederland. Door deze omvang zijn wij in staat om onze kwaliteit verder te verhogen, onder meer door specialisatie. Zo beschikken wij over specialisten op het gebied van internationaal strafrecht, jeugdstrafrecht, verkeersstrafrecht, TBS-zaken en cassatieprocedures. Daarnaast houden wij contact met de strafrechtswetenschap. Zo werken wij nauw samen met de Universiteit van Amsterdam en hebben wij een eigen opleidingsinstituut. De klant is koning. Wij staan mensen bij die door politie en justitie worden vervolgd als verdachten en doen er alles aan om hen zo goed mogelijk te verdedigen. Daar gaan we soms heel ver in. Voor onze cliënten staat immers heel veel op het spel. Zij moeten op hun advocaat kunnen rekenen.»»»» Introductie van onze TBS-specialisten De TBS-maatregel; een korte introductie Korte stukjes Belangrijke uitspraken/ interessante uitspraken V E ST IGINGEN AMSTERDAM Van der Helstplein PH Amsterdam Postbus EC Amsterdam T F E amsterdam@cleerdin-hamer.nl INLEIDING TBS Omdat er momenteel vele ontwikkelingen gaande zijn op het gebied van TBS en u client bent van Cleerdin & Hamer die geconfronteerd is met de oplegging TBS komen wij met deze Nieuwsbrief TBS. Deze Nieuwsbrief zal driemaandelijks worden uitgebracht en alleen de informatie bevatten die echt voor u als TBS-er noodzakelijk is. Daarbij zullen belangrijke uitspraken van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, beslissingen van het Ministerie van Justitie en arresten van de Penitentiaire Kamer van het Gerechtshof Arnhem de revue passeren. Daarnaast is er een trend gaande om in het kader van de passantenvergoeding of de plaatsing in een TBS-kliniek af te dwingen de Civiele rechter in kort geding te addieren. Het kantoor beschikt over jarenlange ervaringen op het gebied van strafzaken en daarbij in het bijzonder op het gebied van TBS. Nadat u veroordeeld bent tot de oplegging van de maatregel TBS houdt het voor de advocaten die werkzaam zijn bij Cleerdin & Hamer op het gebied van de TBS niet op. Wij zullen ervoor waken dat uw ook als TBS-passant, Fokkens wachtende of TBSgeplaatste in het bijzonder in juridisch opzicht goed behandeld zult worden. ALKMAAR Kennemersingel AH Alkmaar Postbus AH Alkmaar T F E alkmaar@cleerdin-hamer.nl ALMERE Rentmeesterstraat JS Almere Postbus AA Almere T F E almere@cleerdin-hamer.nl W Nieuwsbrief TBS - Cleerdin & Hamer Advocaten 1

2 INTRODUCTIE VA N ONZ E TBS - SPECI A LIST EN: Momenteel zijn er binnen het kantoor zes specialisten aanwezig die u in het kader van de TBS kunnen adviseren. Hieronder volgt een korte introductie, zodat u met uw probleem terechtkomt bij de juiste advocaat. Mr. G.P. Hamer - TBS-passantenproblematiek/BOPZ-zaken Gerard Hamer is één van de oprichters van ons kantoor en oudste in rang van de strafsectie. De laatste jaren legt mr. Hamer zich vooral toe op cassatiezaken bij de Hoge Raad en procedures bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Procederen op het hoogste niveau derhalve, waarvoor een grote kennis van wetgeving en jurisprudentie vereist is. Een bijzondere belangstelling van mr. Hamer gaat uit naar de interne rechtspositie van TBS-gestelden en BOPZ-zaken. Daarbij schroomt hij niet om tot aan de hoogste instanties door te procederen. Mr. J.H.S. Vogel - TBS-zaken Mr. Vogel is een zeer ervaren en betrokken advocaat met een grote staat van dienst. Mr. Vogel staat bekend om zijn inzet voor zijn cliënten en zijn wil al het mogelijke uit de zaak te halen. De weg naar gedragsdeskundigen die kunnen helpen bij het aanvechten van de rapporten van het Openbaar Ministerie weet mr. Vogel feilloos te vinden. Niet zelden heeft dit geleid tot positieve uitspraken voor zijn cliënten. Mr. S. Burmeister - TBS-verlengingen/ BOPZ-zaken Simeon Burmeister heeft zich vanaf de aanvang van zijn praktijk verdiept in de combinatie psychiatrie en strafrecht en heeft inmiddels een grote TBS-praktijk opgebouwd. Omdat hij zich heeft verdiept in de inhoudelijke psychiatrie, is hij in staat om kritisch te kijken naar rapportages en diagnoses. In zijn ogen moet een advocaat in staat zijn om ook de behandeling te beoordelen. Hij acht het ook de taak van de advocaat om tijdens verlengingszittingen te proberen duidelijkheid te krijgen van behandelaars, zodat zij als het ware gedwongen worden om hun afspraken na te komen. Mr. R. Malewicz - TBS-verlengingen Robert Malewicz is gespecialiseerd in strafzaken. Naast zijn werkzaamheden binnen het algemene strafrecht is hij gesprecialiseerd in Internationaal strafrecht en TBS-zaken. Naast reguliere TBS-verlengingen bij de rechtbank, staat hij cliënten bij in procedures in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem en in porcedures tegen de staat bij longstayproblematiek. Hij is een bevlogen advocaat die altijd het maximale voor zijn cliënten probeert te bereiken. Mr. T. de Bont - TBS-zaken Mr. De Bont is een jonge en bevlogen advocaat die zich volledig voor zijn cliënt inzet. Het gaat hem uiteraard in eerste instantie om de belangen van zijn cliënt maar ook om de vraag of het TBS-stelsel wel goed functioneert en recht doet aan de belangen van de TBS-gestelde. Mr. De Bont is met name gespecialiseerd op het gebied van de interne rechtspositie van TBS-gestelden. Als onderzoeker bij Cleerdin & Hamer Advocaten heeft hij onder meer gepubliceerd over de lange wachttijden binnen de TBS en over de vraag of de TBS-gestelde niet vaker dan eenmaal per twee jaar de mogelijkheid moet hebben om de rechter te laten oordelen of voortzetting van de TBS noodzakelijk is. Mr. J.J. Lieftink - TBS-passantenproblematiek/schadevergoedingen Mr. Lieftink houdt zich met name bezig met de interne rechtspositie van TBS-gestelden. Hij voert schadevergoedingsprocedures en plaatsingsprocedures in het kader van de wachtlijsten van TBSpassanten bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming en de Civiele rechter in kort geding. Daarnaast legt hij zich ook toe op de interne rechtspostitie van TBS-gestelden tijdens de behandeling zelf (proefverloven, plaatsing longstay, enz.). 2 Nieuwsbrief TBS - Cleerdin & Hamer Advocaten

3 DE TBS-MAATREGEL De afkorting tbs staat voor ter beschikking stelling. Tbs is een strafrechtelijke maatregel voor mensen die een ernstig misdrijf hebben gepleegd. juiste advocaat. Wanneer kan een TBS-maatregel opgelegd worden? Zowel de tbs met dwangverpleging als ook de tbs met voorwaarden worden door de strafrechter opgelegd. Voordat de strafrechter een tbs-maatregel op kan leggen, dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan: Ten tijde van het begaan van het strafbare feit bestond bij u een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens; Het strafbare feit is een misdrijf waarop 4 jaar gevangenisstraf is gesteld; De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist het opleggen van de tbs-maatregel. Het advies van gedragsdeskundigen Bij het beantwoorden van de vragen: 1) of er ten tijde van het misdrijf sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en 2) of (door de stoornis) gevaar voor herhaling bestaat, moet de rechter zich laten adviseren door ten minste 2 gedragskundigen. Het onderzoek kan worden opgedragen aan het Pieter Baan Centrum (klinisch onderzoek). In het Pieter Baan Centrum wordt u gedurende 7 weken onderzocht door een psychiater, een psycholoog, een maatschappelijk Toerekenbaarheid: geheel of gedeeltelijk? Uiteindelijk beslist de rechter, onder andere op basis van de gedragskundige rapportage, of het feit geheel of gedeeltelijk aan u is toe te rekenen en welke straf of maatregel opgelegd dient te worden. De rechter kan beslissen dat het feit niet aan u kan worden toegerekend vanwege de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van uw geestvermogens. Dat wil zeggen dat de rechter op basis van de gedragskundige rapportage(-s), concludeert dat er tussen de stoornis van uw geestvermogens en het misdrijf een rechtstreeks verband heeft bestaan; met andere woorden u kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het plegen van het feit. In dat geval zal de rechter u ontslaan van alle rechtsvervolging en geen (gevangenis-) straf opleggen. De rechter kan wel bepalen dat u voor een jaar wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis of dat u tbs krijgt op werker en de groepsleiding. Het onderzoek kan echter ook door een psychiater en een andere gedragskundige (meestal een psycholoog) worden verricht, terwijl u in het huis van bewaring verblijft (ambulant onderzoek). U bent niet verplicht mee te werken aan het onderzoek. Maar ook als u weigert mee te werken kan u worden opgenomen in het Pieter Baan Centrum. De gedragskundigen maken dan, voor zover mogelijk, een rapport op over de reden van uw weigering. Weigering mee te werken betekent overigens niet dat de rechter geen tbs-maatregel op kan leggen. gelegd. Het komt niet vaak voor dat het feit niet kan worden toegerekend. In de meeste gevallen is er volgens de gedragskundigen sprake van een gehele of gedeeltelijke toerekeningsvatbaarheid. Dat wil zeggen dat de stoornis van uw geestvermogens wel een rol heeft gespeeld bij het plegen van het misdrijf, maar dat de stoornis zeker geen allesbepalende rol had. Indien u geheel toerekenbaar wordt verklaard dan zal de rechter een straf opleggen. Kan het plegen van het misdrijf u echter slechts voor een deel toegerekend worden dan kan de rechter kiezen uit 3 mogelijkheden: 1) alleen een (gevangenis-) straf, alleen een tbs-maatregel, of een combinatie van een (gevangenis-) straf en een tbs-maatregel. De beslissing die de rechter uiteindelijk neemt is afhankelijk van de mate van uw toerekenbaarheid en van het gevaar voor herhaling (recidive). Nieuwsbrief TBS - Cleerdin & Hamer Advocaten 3

4 De tbs met en zonder dwangverpleging De tbs-maatregel kent 2 varianten: 1) de tbs met bevel tot verpleging; tbs met dwangverpleging 2) de tbs met voorwaarden 1) Wanneer de rechter een tbs met bevel tot verpleging oplegt, wordt u overgebracht naar een gesloten tbs-kliniek. Aldaar wordt u behandeld door een team van psychologen, psychiaters en sociale werkers. De behandeling is erop gericht uw stoornis onder controle te brengen, zodat die geen gevaar meer vormt voor de maatschappij. 2) Wanneer de rechter een tbs met voorwaarden oplegt, wordt u niet in een gesloten tbs-kliniek opgenomen. U moet zich dan wel aan de door de rechter gestelde voorwaarden houden. De rechter kan bijvoorbeeld bevelen dat u zich laat behandelen in een regulier psychiatrisch ziekenhuis, of dat u naar huis mag onder voorwaarde dat u zich onder behandeling van een psychiater stelt of dat u de voorgeschreven medicijnen regelmatig inneemt. Houdt u zich niet aan de voorwaarden dan kan deze voorwaardelijke tbs op vordering van de officier van justitie worden omgezet in een tbs mét bevel tot verpleging en wordt u alsnog in een tbs-inrichting opgenomen. Selectie Elke tbs-kliniek heeft een eigen behandel-specialisme. U wordt in die inrichting geplaatst die uw specifieke stoornis het beste kan behandelen. Om te bepalen in welk instituut u het beste op uw plaats bent, wordt u eerst een aantal weken geobserveerd en onderzocht in het F.S. Meijers Instituut in Utrecht. Het Meijers Instituut brengt een advies uit. De minister van Justitie neemt uiteindelijk de beslissing in welke inrichting u wordt geplaatst. In de tbs-kliniek Bewegingsvrijheid Afhankelijk van het behandelklimaat wordt uw bewegingsvrijheid binnen de tbs-inrichting bepaald. Zo kan het voor sommige ter beschikking gestelden binnen hun behandeling passen dat zij vrij door de inrichting kunnen lopen en daar in een ongedwongen situatie anderen tegenkomen. Maar afhankelijk van hun stoornis, kan de bewegingsvrijheid van andere ter beschikking gestelden juist tot hun eigen afdeling worden beperkt. Huisregels Alle tbs-inrichtingen hebben hun eigen huisregels, waarin onder andere praktische zaken zoals bezoektijden, zijn geregeld. Een klacht indienen Iedere ter beschikking gestelde heeft het recht zich te beklagen over bepaalde maatregelen en beperkingen. beschikking gestelde en het behandelteam maken samen afspraken, waarover de ter beschikking gestelde zijn mening mag geven. Integreren in de maatschappij Een behandeling duurt al gauw 5 jaar. Gedurende die tijd zijn de activiteiten in de inrichting erop gericht de ter beschikking gestelde te integreren in de maatschappij, door middel van therapie maar ook door het dagelijks onderhouden van contact met de begeleiders en de groepsgenoten. Verlof Ter beschikking gestelden worden niet van de ene dag op de andere weer in de maatschappij geplaatst. Dat gaat geleidelijk, door hen steeds uitgebreider verlof te verlenen. De behandeling Ter beschikking gestelden krijgen een behandeling die is afgestemd op hun stoornis en persoonlijkheid. De ter 4 Nieuwsbrief TBS - Cleerdin & Hamer Advocaten

5 De duur van de tbs-maatregel De tbs-maatregel wordt aanvankelijk voor 2 jaar opgelegd. Daarna beoordeelt de rechter of de tbs-maatregel verlengd moet worden. Dat kan tweemaal met 1 jaar of telkens met 2 jaar gebeuren. U kunt binnen 2 weken tegen de verlengingsbeslissing in beroep gaan bij de penitentiaire kamer van het gerechtshof Arnhem. De tbs-maatregel kan eindigen indien: De rechter kan de verpleging bovendien voorwaardelijk beëindigen. U mag dan in de maatschappij terugkeren als u zich aan bepaalde voorwaarden houdt, bijvoorbeeld het voeren van therapeutische gesprekken of het geregeld innemen van medicijnen. de officier van justitie geen verlenging vordert, de rechtbank de verlengingsvordering van de officier van justitie afwijst. KORT E ST U K JE S Wachtlijstdatum Fokkenswachtenden blijft overeind ondanks capaciteitstekort Op 23 juni 2006 deed de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) uitspraak over een zaak waarin de minister van Justitie heeft beslist dat de betreffende Fokkenswachtende niet na eenderde, maar na tweederde van zijn straf op de wachtlijst wordt gezet voor plaatsing in een tbs-kliniek. Volgens de minister wordt zijn beslissing gerechtvaardigd door het capaciteitstekort. De veroordeelde heeft tegen deze beslissing beroep aangetekend op grond van artikel 69 lid 1 sub f Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVTG). De RSJ stelt vast dat het capaciteitstekort volgens vaste jurisprudentie een grond kan zijn om de plaatsing van een veroordeelde - ook na een passantentermijn van zes maanden - telkens met drie maanden uit te stellen. Het capaciteitstekort is dan dus een grond voor een verlenging als bedoeld in artikel 76 lid 2 Pbw. De RSJ oordeelt dat het capaciteitstekort echter geen omstandigheid is als bedoeld in artikel 43 Pm, op grond waarvan de wachtlijstdatum voor Fokkenswachtenden op een latere datum kan worden gesteld. De minister heeft in het onderhavige geval dus in strijd met de wet de Fokkensregeling buiten werking gesteld. Hiermee zou de formele passantentermijn van de Fokkenswachtenden wel korter worden, maar hun recht op vervroegde plaatsing zou hen ontnomen worden. De RSJ verklaart het beroep van de veroordeelde klager gegrond, vernietigt de beslissing van de minister en oordeelt dat er een nieuwe beslissing moet worden genomen. Passantenperikelen: plaatsing in tbs-kliniek en schadevergoeding Mr. J.J. Lieftink Brand en Morsink Uitgangspunt van het Europees Hof is dat iemand die op grond van zijn geestestoestand (unsound mind) is gedetineerd, zijn detentie moet doorbrengen in een daarvoor geschikte instelling. Het verblijf in een huis van bewaring waar de passant op plaatsing wacht voldoet niet aan deze eis. Er mag echter enige discrepantie bestaan tussen de tijd waarop de TBS gaat lopen en het moment waarop de terbeschikkinggestelde wordt geplaatst in een Tbs-kliniek. Bij Brand en Morsink was deze discrepantie dermate groot dat de passantentermijn in strijd met het Europese recht werd geacht. Volgens het Europees Hof was er geen sprake van a reasonable balance tussensen de betrokken Nieuwsbrief TBS - Cleerdin & Hamer Advocaten 5

6 belangen van de terbeschikkinggestelde enerzijds (bescherming tegen willekeurige detentie) en de belangen van de maatschappij (de maatschappelijke veiligheid) anderzijds. Het habe nichts verweer dat door de Nederlandse Staat werd gevoerd vond geen gehoor bij de Europese rechter. Het EHRM wees er op dat Nederland al sedert 1986 bekend is met het capaciteitstekort en niet werd geconfronteerd met een onvoorziene en exceptionele situatie. Het Hof vond een wachttijd van zes (Brand) en van vijftien (Morsink) maanden niet acceptabel. Wat het Hof als maximum toelaatbare passantentermijn in gedachten heeft, valt niet af te leiden uit de uitspraken. Zes maanden is in elk geval al niet toelaatbaar. Recht op plaatsing afdwingen bij rechter in kort geding De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) acht zich slechts bevoegd tot het toekennen van financiële compensatie in de vorm van de zogenaamde passantenvergoeding (daarover hieronder meer). Een permanente oplossing in de zin van plaatsing in een Tbs-kliniek of invrijheidstelling wordt niet door de RSJ aan de terbeschikkinggestelde geboden. Nu de onrechtmatigheid van de (verdere) detentie is gegeven lijkt de rechter in kort geding dan wel de (gewone) civiele rechter de aangewezen weg om plaatsing of inijheidstelling te vorderen. Daarbij is van groot belang de uitspraken van de civiele kamer van het Gerechtshof Den-Haag van 27 april Het Gerechtshof heeft in die arresten namelijk mede in het licht van de uitspraken van het EHRM in Brand en Morsink, bepaald: Nadat een tbs-gestelde vier maanden als passant heeft doorgebracht is het in beginsel onrechtmatig jegens hem om hem langer op plaatsing in een Tbs-kliniek te laten wachten De Staat was het echter niet eens met deze beslissing en is van deze uitspraken in cassatie gegaan bij de Hoge Raad der Nederlanden. Deze zaken zijn dus nog niet onherroepelijk. Wij zullen u uiteraard berichten als de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan in deze zaken. Gemakshalve gaan we er nu vanuit dat nadat u vier maanden uw verblijf als TBS-passant in een Huis van Bewaring in beginsel onrechtmatig is. Dit betekent echter niet veel meer dat u naar vier maanden recht heeft op Passantenvergoeding (daarover hieronder meer). Vanaf vier maanden zult u slechts op een wachtlijst van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van het Ministerie van Justitie, afdeling Individuele TBS-zaken terechtkomen. Hoe lang u dan moet wachten op de daadwerkelijke plaatsing is afhankelijk van een allerlei factoren. U komt bovenaan de wachtlijst terecht op het moment dat er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor u voorrang krijgt boven anderen passanten. De kortgedingrechter heeft onder andere bepaald dat van deze voorrang in het kader van bijzondere omstandigheden sprake is als u detentieongeschikt bent verklaard of indien de strafrechter u geheel ontoerekeningsvatbaar (U wordt dan ontslagen van alle rechtsvervolging) heeft verklaard. In die gevallen zult u in ieder geval door de DJI bovenaan de wachtlijst moeten worden gezet en voor directe plaatsing in aanmerking komen. In de meeste gevallen kan met dreiging van een kortgedingprocedure reeds plaatsing worden afgedwongen. Wij zullen de Staat dan sommeren om binnen een termijn (bijvoorbeeld 1 of 2 maanden) over te gaan tot uw directe plaatsing. Dit kan best nog wel eens lukken, echter de Staat is ook weer afhankelijk van de doorstroom en uitbreiding in de Tbs-klinieken. Indien de Staat daar geen gehoor aan geeft kunnen wij voor u een kortgedingprocedure bij de civiele rechter voor u starten. Hoewel het vaak moeilijk is om bijzondere omstandigheden aan te tonen is er in de kortgeding rechtspraak wel een tendens waarneembaar om steeds vaker passanten binnen een bepaalde termijn te plaatsen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 21 juni 2006 in de rubriek belangrijke uitspraken). 6 Nieuwsbrief TBS - Cleerdin & Hamer Advocaten

7 De passantenvergoeding In de arresten van 27 april 2006 heeft het Gerechtshof Den-Haag het recht op passantenvergoeding onlangs uitgebreid. Het hof overweegt: 5.2 Naar de Staat onbetwist heeft aangevoerd, bestaat er thans beleid om vanaf de zevende maand 350,- per maand (een gedeelte van een maand dat minder is dan zestien dagen niet meegerekend) uit te keren, welke uitkering driemaandelijks met 125,- wordt verhoogd (hetgeen voor de zestiende maand 725,- meebrengt). 5.3 Het hof acht een schadevergoeding conform dit beleid passend, met dien verstande dat ook de vijfde en zesde maand in de vergoeding moeten worden meegerekend. Daarbij is van belang dat, zoals ook uit de uitspraken van het EHRM blijkt (Brand, overweging 59; Morsink, overweging 61), niet de vrijheidsbeneming zelf onrechtmatig is, maar de wijze van tenuitvoerlegging daarvan nadat de gevangenisstraf (voorwaardelijk) is geëindigd - namelijk geen tenuitvoerlegging conform de opgelegde tbs-maatregel met een behandeling in een tbskliniek, maar een tenuitvoerlegging zonder behandeling in een huis van bewaring. Het hof acht het in dat licht passend aan [appellant] voor de vijfde en zesde maand een vergoeding van 450,- ( 225,- per maand) toe te kennen. Zoals ik hierboven reeds heb beschreven zijn die uitspraken van het Gerechtshof nog niet onherroepelijk, omdat de Staat in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden is gegaan. Of u daadwerkelijk ook recht hebt op schadevergoeding betreffende de maanden vijf en zes is dus afwachten. Feit is wel dat de Staat in ieder geval u schadevergoeding toekent vanaf de zevende maand. Indien u recht heeft op passantenvergoeding dan wel op directe plaatsing in een TBS-in stelling kunt contact opnemen met mr. Hamer en mr. Lieftink. Zij zullen u dan uitgebreid kunnen adviseren op deze terreinen. Zij zijn beide werkzaam op het kantoor in Amsterdam en bereikbaar op het telefoonnummer BEL A NGR IJK E U ITSPR A K EN/INTER E SSA N T E U ITSPR A K EN Urinecontrole (uitspraak RSJ 3 juli 2006) In de W.P.J. Pompekliniek vindt de urinecontrole plaats door verpleegkundigen plaats terwijl slechts één van hen man is. De RSJ overweegt vervolgens dat hiermee onvoldoende wordt voldaan aan de uit Wet en Regeling voortvloeiende inspanningsverplichting om, voor zover mogelijk, urinecontrole door personeel van hetzelfde geslacht te laten plaatsvinden. Plaatsing c.q. overplaatsing eerste plaatsing t.b.s. (uitspraak RSJ 10 augustus 2006) De RSJ heeft bepaald bij uitspraak van 10 augustus 2006 dat de plaatsing van een TBS-er in een bepaalde kliniek wel moet voldoen aan de eisen van redelijkheid en billijkheid. De minister had besloten om klager in de Rooyse Wissel te Venlo te plaatsen op grond van zijn geslacht, intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose, alsmede de bestaande wachtlijsten. De gedragsdeskundigen hadden echter unaniem geadviseerd om klager in Hoeve Bosschoord of in de FPK te Assen te plaatsen. Voorts leidt klagers dochter aan een ernstige hartkwaal en heeft klager daarmee bijzonder belang om de regio, waar zijn vriendin en kind woonachtig zijn, geplaatst te worden. Op grond van deze omstandigheden besluit de RSJ dat de minister klager niet in de Rooyse Wissel heeft mogen plaatsen. Met andere woorden; indien u als TBS-er het niet eens bent met de plaatsing in een bepaalde TBS-kliniek, kunt u hiertegen een klacht indienen. Die klacht moet worden toegewezen indien de minister niet in redelijkheid, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, tot uw plaatsing heeft kunnen komen. (Vervolg op pagina 8) Nieuwsbrief TBS - Cleerdin & Hamer Advocaten 7

8 Longstay plaatsing (onder andere een uitspraak van de RSJ van 3 augustus 2006) U komt in aanmerking voor een plaatsing op de long stay afdeling, indien het behandeltraject niet heeft geresulteerd in een substantiële vermindering van het delictgevaar en de op verandering gerichte behandelingsprognose ongunstig is. In normaal Nederlands: Er zijn eigenlijk geen verbeteringen meer te verwachten en als u buiten zou komen dan is de kans groot dat u weer strafbare feiten zult gaan plegen. De minister moet de beslissing om u te plaatsen op een long stay afdeling op grond van alle in aanmerking komende belangen in redelijkheid bepalen. Indien deze beslissing van de minister berust op onjuiste gronden, heeft u recht op een schadevergoeding. Verlof (n.a.v. de zaak Wilhelm S., uitspraak van de RSJ van 27 april 2006) Uit deze uitspraak blijkt dat een opschorting van het verlof feitelijk gelijk staat aan de intrekking van het verlof (dat is een juridisch aspect). Van belang voor u is echter dat uit deze beslissing van de RSJ blijkt dat de Minister van Justitie zijn beslissing om uw verlof in te trekken gebaseerd moet zijn op de individuele omstandigheden van u als TBS-gestelde. Daartoe behoort niet volgens de RSJ de ernstige kans op herhaling voor het plegen van strafbare feiten van een andere TBS-gestelde en de daarbij ontstane maatschappelijke onrust. Wel is van belang bij de intrekking van uw proefverlof dat gekeken wordt naar hoe de verloven van u als individueel TBS-gestelde tot het moment van intrekking hebben plaatsgevonden. Een intrekking op eerstgenoemde grond kan, zo blijkt uit een uitspraak van de RSJ, met zich mee brengen dat er een ernstige inbreuk wordt gemaakt op de resocialisatie (terugkeer naar de maatschappij onder begeleiding) waardoor u recht op schadevergoeding heeft. Plaatsing in TBS-kliniek (Voorzieningenrechter Rb Arnhem 21 juni 2006 (LJN AY4972)) Betrokkene was bij vonnis van de rechtbank ontoerekeningsvatbaar verklaard. Daarbij past volgens de rechter in het geheel niet dat betrokkene in een Penitentiaire inrichting verblijft. Met name op grond van die omstandigheid is er sprake van bijzondere omstandigheden op grond waarvan moet worden gezegd dat aan betrokkene voorrang boven andere TBS-gestelden moet worden verleend. De rechter bepaalt dat plaatsing binnen twee maanden dient te geschieden. Mocht u nog meer informatie wensen over TBS- en gerelateerde zaken, neemt u dan contact op met een van de TBS-advocaten. Voor al uw tips, kritiek en overige op- en aanmerkingen met betrekking tot de inhoud van de TBS-Nieuwsbrief, kunt u contact opnemen met de heer J.J. Lieftink, werkzaam op het kantoor Amsterdam en bereikbaar op het nummer Nieuwsbrief TBS - Cleerdin & Hamer Advocaten