Opvolgingsrapport sectorconvenant. Periode 1 juni mei 2009 Sector lokale besturen (2 e werkjaar )

Transcriptie

1 Opvolgingsrapport sectorconvenant Periode juni mei 2009 Sector lokale besturen (2 e werkjaar )

2 Voorwoord In bouwde de sector lokale besturen verder op de in 2007 vastgelegde hoofdaccenten (leeftijdsbewust personeelsbeleid, competentiedenken, geletterdheid). Het voorbije jaar was een intensief vormingsjaar. Een aantal thema s uit de eerste vormingsreeks (vormingsbeleid, werving en selectie, onthaalbeleid en verzuimbeleid) werden lokaal op vraag van besturen hernomen. Een tweede vormingscyclus divers personeelsbeleid liet besturen kennismaken met complexere thema s als competentiemanagement, leeftijdsbewust personeelsbeleid en interne communicatie. 7 besturen engageerden zich in een traject geletterdheid voor niveau D en E. Samen met het Vlaams Minderhedencentrum werd een aanbod rond gemeentelijk personeelsbeleid met oog voor diversiteit opgezet. Naar doelgroepen werd/wordt in bijzondere aandacht besteed aan personen met een arbeidshandicap, een druk bijgewoonde informatiesessie in samenwerking met GTB vzw (gespecialiseerde trajectbegeleiding) vormt het startschot voor een langdurige projectsamenwerking. Net als 25 andere sectoren sloot de sector lokale besturen een addendum bij de sectorconvenant af. In dit addendum zijn engagementen opnomen rond een train-de-trainer opleiding competentiemanagement, een opleidingsaanbod voor kortgeschoolde werknemers (niveau D en E) en outplacementbegeleiding. Daarnaast voorziet de sector een in- en doorstroomactie in samenwerking met de sector van de social-profit (zie grijze arcering in het rapport). In het najaar 2009 lanceert de sector een eigen website onder de naam Diverscity.be. Hiermee willen we duidelijk communiceren een paritair samenwerkingsverband tussen de werkgeversorganisatie VVSG vzw en de drie werknemersorganisaties (ACOD-Lokale en Regionale Besturen, ACV-Openbare Diensten en VSOA) te zijn. Onder deze naam willen we lokale besturen verder ondersteuning bieden op het vlak van hun arbeidsmarkt- en HRM-beleid en uitgroeien tot een ondersteuningspunt personeelsbeleid & diversiteit lokale besturen. De stuurgroep 2

3 Artikel : stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen) De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering stimuleren de samenwerking tussen scholen(gemeenschappen) en bedrijven (uit de omgeving) om te komen tot een operationeel netwerk voor de lokale uitvoering van bepalingen uit dit protocol. De (globale) samenwerkingsovereenkomsten die hieruit voortvloeien worden opgenomen als addenda bij dit protocol. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen De sector versterkt de samenwerking tussen de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) op het vlak van flankerend onderwijsbeleid, voor de acties uit deze convenant. De sector ondersteunt de steden en gemeenten in hun regierol met betrekking tot het hele lokale onderwijsveld en stelt zich dus netoverschrijdend op. De sector gaat ervan uit dat alle gemeenten een opdracht hebben om een lokaal flankerend onderwijsbeleid te voeren voor alle scholen en lerenden op hun grondgebied. Extra aandacht gaat daarin naar de thema s: - leerplichtcontrole - spijbelaanpak - veralgemeende kleuterparticipatie - wegwijs maken in leer- en studietrajecten - stimuleren van levenslang en levensbreed leren - werken aan een betere aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt Type Informatie en sensibilisering. Doelgroep Beleidsmedewerkers gemeentelijk onderwijs. Politiek mandatarissen. Aanpak Informatieverstrekking via een pocket, ondersteuning bij het uitwerken van een flankerend onderwijsbeleid, vormingsaanbod omtrent dit thema. Om de acties uit art. 2 en art. 3 (aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt) te realiseren wordt nauw samengewerkt met de afgevaardigden van de verschillende onderwijskoepels. De verschillende beleidsthema s lokaal flankerend onderwijsbeleid werden in een beleidspocket uitgewerkt. In deze pocket werden inspirerende voorbeelden uit lokale besturen opgenomen. In komt het luik onderwijs-arbeidsmarkt ook aan bod in een losbladige publicatie (De lerende Gemeente) en wordt het Vlaamse kwalificatiestructuurdecreet centraal geplaatst (als start werd een artikel over de VKS gepubliceerd). Rond de thema s onderwijs-arbeidsmarkt is er informeel overleg met OVSG, VSKO, het gemeenschaps- en provinciaal onderwijs (zie art. 2 en 3). Ook het verzamelen van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verloopt via deze koepels (en de dienst DBO). Op maart 2009 werd een formele samenwerkingsovereenkomst tussen de sector en het Onderwijssecretariaat van de steden en gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap afgesloten. Hierin werden wederzijdse engagementen opgenomen, een stuurgroep vastgelegd en een frequent overleg voorzien. Tot nu toe werden er 606 exemplaren van deze pocket verspreid. 2 studiedagen en 9 helpdeskvragen in ( grote gemeenten), 42 (middelgroot), 38 (kleine). Deze samenwerkingsovereenkomst resulteerde oa in een inventarisering van de beroepsmogelijkheden en opleidingsmogelijkheden, uitwisseling contactgegevens, verfijning vademecum stage en leerwerk. In oktober 2009 wordt een gezamelijke infosessie voor personeelsverantwoordelijke en scholen georganiseerd met inhoudelijke focus (3 workshops) op art. -3. DT diversiteitstoets Via de acties in het kader van flankerend onderwijsbeleid worden gelijke kansen in het onderwijs gestimuleerd. Goede praktijken zullen worden uitgewisseld met andere besturen en andere sectoren. diversiteitstoets Gelijke kansen is de rode draad doorheen de thema s flankerend onderwijsbeleid (zie ook het GOK-decreet). 3

4 Artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van het technisch en beroepsonderwijs De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om een geïnformeerde studie en beroepskeuze te realiseren. Hiertoe zal de sector haar contacten met de scholen(gemeenschappen) intensifiëren. De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken in dit kader samen aan de waardering van het technisch- en beroepsonderwijs en het doorbreken van het watervaleffect. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen De sector zet volgende lopende acties in 2008 en 2009 verder: - ondersteuning naar besturen die deelnemen aan de Open Bedrijven Dag - ondersteuning via fotomateriaal en via de beroepenfilms van de VDAB om technische beroepen in beeld te brengen. Dit educatief materiaal kan gebruikt worden bij schoolbezoeken of jobbeurzen - uitbouwen van een fototheek met materiaal rond (technische) beroepen bij lokale besturen Dit wordt opgevat als een imagocampagne om jongeren en een breder publiek vertrouwd te maken met het lokale bestuur en de jobmogelijkheden in de sector Gemeenten die zelf een actie willen uitwerken voor de Open Bedrijvendag kunnen inspiratie vinden in het Draaiboek voor een gemeenteactie van Open Bedrijvendag. Dit draaiboek biedt heel wat praktische informatie en tips om een succesvolle actie op poten te zetten en is een realisatie van de VVSG, in samenwerking met Unizo en VOKA en met de steun van de Vlaamse overheid. Met de actie Vind je job op OBD wil Open Bedrijvendag de bedrijven en besturen helpen nieuwe werknemers te vinden. Op de site stonden meer dan 600 vacatures open. - OpenBedrijvendag 2008 : 5 deelnemende gemeenten - jaarlijks 5 schoolbezoeken bij intercommunales OBD 2008 telde 4 deelnemende besturen Voor 2009 zijn 2 gemeenten ingeschreven. Type Informatie en sensibilisering. Doelgroep Beleidsmedewerkers lokale economie (OBD). Politiek mandatarissen (OBD). Jongeren/werkzoekenden (imagocampagne). Aanpak Imagocampagne Werken bij het lokale bestuur, een diversiteit aan jobs. Vorig jaar werden 3 beroepenfiches opgemaakt die een waaier aan jobs binnen het lokale bestuur in de kijker zetten. Deze fiches beschrijven de inhoud van de job maar maken geen link naar de opleiding of competenties nodig voor de uitoefening ervan. De sector start met de opmaak (of herwerking) van competentiegerichte beroepenfiches (ism OVSG en de andere koepels voor wat de link naar opleiding betreft). Deze verschijnen in het tijdschrift Lokaal op tweewekelijkse basis vanaf oktober Ze worden gebundeld in een (electronische) publicatie geïnspireerd op Puzzel aan je toekomst, werk en opleiding in de social profit (VIVO vzw). Voor de brochure van de SID-in 2009 werd een voorstelling van de sector opgemaakt. Deze wordt als inleiding voor deze publicatie gebruikt. 2 Dit bestaande materiaal wordt in 2008 verder uitgebouwd tot een educatief pakket (cfr. de beroepenfiches van Levanto vzw) en wordt via oa de werkwinkels aangeboden. De sector zoekt hier financiering voor. Bundeling van alle technische functies. Zo willen we specifiek de aandacht vestigen op de diversiteit aan technische beroepen bij lokale besturen. Momenteel zijn er 3 beroepenfiches opgemaakt. Momenteel zijn er 5 technische beroepenfiches opgemaakt. Uitgewerkte fiche podiumtechnicus (zie ook link met art.6) als voorbeeld in bijlage. 4

5 3 Veel vacatures bij (afval)intercommunales richten zich op het technisch en beroepsonderwijs. De jobs binnen deze intercommunales zijn vaak onbekend en onbemind (ondanks vb. de interessante milieucomponent in de afvalsector). Er wordt in deze samengewerkt met Interafval (koepel afvalintercommunales) en Vlinter (koepel landschapsintercommunales) Deze beroepen worden opgenomen in de beroepenfiches. Momenteel zijn hier geen andere acties rond voorzien. DT diversiteitstoets Via een diversiteitsplan kunnen (laaggeschoolde) jongeren toegeleid worden naar werkervaring binnen intercommunales (zie ook art.3). Deze deelsector is hier niet mee vertrouwd. In 2008 willen we een eerste diversiteitsplan bij een (afval)intercommunale of cluster van intercommunales afsluiten en begeleiden. Hiertoe wordt een communicatiecampagne naar de (afval)intercommunales opgezet. diversiteitstoets De sector zette een sensibiliseringscampagne op naar de afvalintercommunales (via de koepel INTERAFVAL). Dit resulteerde in één instapplan in 2008 (IMOG) en twee diversiteitsplannen bij afvalintercommunales in 2009 (bij IMOG en bij IVVO). Een soortgelijke sensibiliseringscampagne wordt in het najaar 2009 opgezet ism VLINTER, de koepel van de streekontwikkelingsintercommunales. 2008: diversiteitsplan bij intercommunales Bereik: instroom van 0 jongeren / jaar, waarvan 20% allochtonen en 20% arbeidsgehandicapten 2008: 2 diversiteitsplannen bij afvalintercommunales. 5

6 Artikel 3: ondersteunen van meer en beter werkplekleren De Vlaamse regering en de sectorale sociale partners wensen het werkplekleren verder te ondersteunen en te implementeren, waarbij wordt gestreefd naar een verdere uitbreiding van het aanbod en een kwalitatieve verbetering van werkplekleren als methodiek. Artikel 3.: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken In de deeltijdse leersystemen, m.n. het deeltijds beroepssecundaire onderwijs (DBSO), de leertijd en de deeltijdse vorming, wordt resoluut de overgang van een deeltijdse leerplicht naar een voltijds engagement beoogd, met werkervaringsplaatsen waar mogelijk, met voortrajecten, brugtrajecten en persoonlijke ontwikkelingstrajecten waar dat niet onmiddellijk mogelijk is. De finaliteit is steeds (een verhoogde kans op) de doorstroming naar werk. Op die manier wil de Vlaamse Regering komen tot een sluitende aanpak. De sectorale sociale partners engageren zich tot het aanbieden van meer (en betere) werkervaringsplaatsen en staan mee borg voor de wisselwerking tussen opleiding en werkervaring. Een degelijke begeleiding, zowel op de werkvloer als door de onderwijsverstrekker, is daarbij noodzakelijk. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen ) De sector wil de BIO verder uitbouwen tot een volwaardig statuut en via de promotie van dit statuut het aantal leerwerkplaatsen verder doen stijgen. Het vraag/antwoord document De BIO in vraag en antwoord wordt permanent up-todate gebracht. De BIO wordt ook in de jeugdwerkloosheidsplannen van de centrumsteden als instrument gebruikt om de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten. 2) De sector wil in inspanningen doen om de kwaliteit van de werkervaringsplaatsen te verhogen. Het ERSV Vlaams-Brabant start met een proefproject BIO, de sector zal hieraan meewerken rond de creatie van een pool van begeleiders. 3) In 2008 zal BIO als instrument gepromoot worden bij intercommunales. De sector brengt vertegenwoordigers van het deeltijds onderwijs in contact met de koepels van de intercommunales. 4) De sector werkt als helpdesk voor de Centra Deeltijds Onderwijs en lokale besturen. Op vraag worden ook infosessies over de BIO georganiseerd. De goede praktijk van de Stad Mechelen ea met de BIO wordt als wervend verhaal naar andere besturen gepresenteerd en 2009: + 5 plaatsen 2009: 200 plaatsen = groei van 0% Momenteel: 70 werkervaringsplaatsen, waarvan 8 BIO s Type Informatie en sensibilisering. Doelgroep Trajectbegeleiders binnen het lokale bestuur. Leidinggevenden (competentieontwikkeling) Aanpak Uitwerken van een goed en duidelijk BIO-statuut. Informatieverstrekking. Opleiding voor begeleiders. 6

7 De sector constateert een ruime bekendheid van de BIO en een verdere kwantitatieve stijging van het aantal jongeren aan de slag bij een lokaal bestuur. De juridische onduidelijkheid rond het statuut staat een actieve promotie in de weg. De belangrijkste punten voor de sector zijn: a) beleidsmatige uitklaring van deze onduidelijkheid b) betere coaching op de werkvloer,3,4) Het vraag/antwoord document wordt maandelijks up-to-date gebracht, waardoor het een referentiepunt voor informatie omtrent de BIO is. De sector krijgt niet enkel vragen van lokale besturen, maar ook van CDO s, Vlaamse Overheidsdiensten, provincies en sociale secretariaten. Het document wordt ruim verspreid en werd opgenomen in verschillende publicaties (lokale besturen en werk en flankerend onderwijsbeleid). Vlak voor de start van het schooljaar hielden 5 sectoren waaronder lokale besturen een gezamelijke infosessie omtrent de mogelijkheden (en statuten) binnen de sectoren tot leerwerk. Uit deze sessies bleek nog heel wat onduidelijkheid rond het BIO-statuut. 2) Het ERSV Vlaams-Brabant organiseerde twee peterschapstrainingen, één in Leuven en één in Halle-Vilvoorde ( Met een peter wordt het beter ). De sector onderzoekt samen met het ERSV of deze peterschapstrainingen kunnen worden uitgebreid en duurzaam gemaakt. Trajectbegeleiders kunnen voor opleiding ook terecht bij het klassieke sectorale aanbod. 0 bijwerkingen vraag/antwoord document in Ongeveer 40 helpdesk vragen per jaar. (merendeel van CDO s) Met de infosessie werden 42 CDO s bereikt (van de 48). 20 deelnemers aan de peterschapstrainingen waarvan 5 uit lokale besturen. Stabilisatie leerwerk via reguliere contracten rond 60 overeenkomsten. Stijging BIO s : Cijfergegevens BIO: RSZPPO Eerste kwartaal 2008: 22 Tweede kwartaal 2008: 25 Derde kwartaal 2008: 24 Vierde kwartaal 2008: 32 Cijfergegevens BIO: dienst DBO (2008) 4 BIO-overeenkomsten (bij lokale besturen). Onvolledige cijfers via de bevraging van de 48 CDO s, 24 uit het vrij onderwijs en 24 uit het gemeenschapsonderwijs (6 via GO! en 8 via het gemeentelijk en provinciaal onderwijs). Respons: 2/48 CDO s. 2 Via een fotoreportage in 2008 wordt leerwerk en het deeltijds onderwijs naar lokale besturen toe in de kijker gezet (samenwerking met PAL Antwerpen). In 2008 wordt de samenwerking met de verschillende Platformen Alternerend Leren (PAL s) uitgebouwd en wordt deze samenwerking cijfermatig vertaald. Er werd prioriteit gegeven aan een artikel voor de tijdschriften van de sociale partners. Hierin worden de wervende verhalen, de info over de BIO en over de andere vormen van werkplekleren (zie art.3.4) opgenomen. Omwille van de onduidelijkheid rond het statuut (wat is juridisch correct/niet correct) werd dit artikel nog niet gepubliceerd. De sociale partners willen verdere sensibiliserende activiteiten beperkt houden zolang de onduidelijkheid rond het BIO-statuut blijft bestaan. 3 De sector wil via sensibiliseringsacties de kwaliteit van de leerwerk- en stageplaatsen verhogen (kwaliteitscharter). Hiertoe wordt gebruik gemaakt van de verschillende bestaande instrumenten. Hiertoe wordt de checklist kwaliteitstvol werkplekleren van het departement onderwijs en vorming gebruikt bij lokale besturen. 4 De goede samenwerking met DIVA vzw rond artikel 3 wordt verder gezet. De sector levert informatie naar DIVA aan en werkt samen aan portalen naar de wordwatjewil website bij centrumsteden. Deze goede samenwerking werd in 2008 verder gezet. De stad Antwerpen wou in het kader van een ESF lerend netwerk competentiemanagement starten met een DIVA portaal op hun website. Lokale besturen kunnen echter geen promotor zijn van een ESF lerend netwerk waardoor geen medewerker(s) en middelen kon vrijgemaakt worden. Omwille van personeelswissels bij DIVA vzw en de omvorming tot RTC netwerk vzw is de samenwerking in 2009 zeer beperkt. 5 Lokale besturen zijn zeer actief als brugproject-promotoren (ongeveer 250 plaatsen). De sector volgt de ESF oproepen nauw op en begeleidt besturen die in een brugproject willen instappen of het bestaande contigent willen uitbreiden. De sector wil besturen actiever ondersteunen inzake de regelgeving rond brugprojecten. Enkel de stad Oostende beschikt momenteel over een DIVA portaal. Totaal aantal jongeren aan de slag +/

8 DT Aantal brugprojectpromotoren bij lokale besturen is gestegen. diversiteitstoets Diversiteitsplan rond BIO In 2008 zal opnieuw een gedetailleerde monitoring inzake werkervaringsplaatsen bij de lokale besturen uitgevoerd worden. diversiteitstoets Er werd geen diversiteitsplan opgestart met als enigste actie leerwerk/bio. In verschillende diversiteitsplannen zijn acties tot instroom van jongeren opgenomen. De monitoring verliep op basis van de cijfergegevens van de dienst DBO en van de RSZPPO. Via de onderwijskoepels werden parallel de CDO s bevraagd (zie 3..). op 2 brugprojectpromotoren is een lokaal bestuur. In 2008 waren er 44 brugprojecten bij besturen % van alle werkervaringsplaatsen ingevuld door allochtonen - diversiteitsplan BIO, 30% instroom van allochtone jongeren 8

9 Artikel 3.2 meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om tot sluitende afspraken en sterke engagementen te komen over het aantal en de kwaliteit van de stageplaatsen die de sector voor het voltijds onderwijs ter beschikking stelt. Het aantal ter beschikking gestelde stageplaatsen dekt zo veel mogelijk de behoefte aan stages. Het dient te gaan om interessante stageopdrachten die aansluiten bij de (leerplan)doelstellingen van de betrokken studierichting en gepaard gaan met een verantwoorde stagebegeleiding door de stagegever en de onderwijsinstelling. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen De sector brengt jaarlijks (begin september) een aangepast vademecum uit, waardoor werkgevers niet zelf op zoek moeten naar alle informatie. Het vademecum wordt voor de start van het nieuwe schooljaar up-to-date gebracht (derde bijwerking). 2 De sector wil werken aan het onevenwicht inzake stageplaatsen voor hooggeschoolden (hogeschool en universitair) en laaggeschoolden. Momenteel ligt deze verhouding bij lokale besturen op 80%/20%. Uit de gedetailleerde cijfers van het ministerie van onderwijs en vorming blijken stagiairs bij de lokale besturen uit het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs afkomstig te zijn. Het exacte aantal stagiairs uit uit hogeschool en universiteit is momenteel onbekend. Lokale besturen zijn dus grote stagewerkgevers met veel laaggeschoolde stagiairs, de sector blijft de klemtoon op kwaliteitsvolle stages leggen. 3 De sector wil via sensibiliseringsacties de kwaliteit van de leerwerk- en stageplaatsen verhogen (kwaliteitscharter). Hiertoe wordtde checklist kwaliteitstvol werkplekleren van het departement onderwijs en vorming gebruikt bij lokale besturen. De verwijzing naar deze checklist werd in alle publicaties en infosessies opgenomen. diversiteitstoets DT In 2008 zal opnieuw een gedetailleerde monitoring inzake stageplaatsen bij de lokale besturen uitgevoerd worden. diversiteitstoets De monitoring verliep op basis van de cijfers van het ministerie van onderwijs en vorming en een steekproef bij lokale besturen : aantal stageplaatsen + 5% Jaarlijkse update vademecum. Tegen 2009: verhouding 70%/30% In het schooljaar waren er 5400 stageplaatsen bij lokale besturen. In waren er 6.96 stageplaatsen (Cijfergegevens afkomstig van het ministerie van onderwijs en vorming: 6.96 (gewoon en buitengewoon secundair onderwijs)). In waren er stageplaatsen (gewoon en buitengewoon secundair onderwijs)). 9

10 Artikel 3.3 ter beschikking stellen van stages voor leerkrachten en opleiders De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om tot engagementen te komen inzake stageplaatsen voor leerkrachten en opleiders. Idealiter zou elke leerkracht of opleider technische vakken en praktische vakken om de vijf jaar minstens een week op stage moeten gaan in een stageplaats die relevant is voor het onderwijs of de opleiding die ze verstrekken NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen Wanneer leerkrachten en opleiders een stageplaats zoeken maakt de sector deze stage mogelijk door actief op zoek te gaan naar een stageplaats. Voor de sector is dit nieuw en braakliggend terrein. De sector wil in 2008 onderzoeken hoe deze actie verder geconcretiseerd kan worden. Hiertoe zal gezocht worden naar geschikte partners. Momenteel zijn er geen vragen van opleiders en leerkrachten binnengekomen. Deze actie wordt in samenwerking met OVSG opgevolgd. Jaarlijks: ingaan op 0 ondersteuningsvragen 0

11 Artikel 3.4 ondersteunen van andere vormen van werkplekleren De sectorale sociale partners engageren zich om ook andere dan de hierboven besproken vormen en methodieken van werkplekleren bij bedrijven uit de sector te ondersteunen met het oog op een soepelere aansluiting tussen leren en werken. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen De sector promoot de ervaringen uit de projecten 'WErkLeerPlek' (Welp) en 'Indicatoren voor Kwaliteitsvol werkplekleren' (IKW). Voortzetting van de vroegere acties hierrond. 2 De sector promoot ook de ervaringen uit het project WACKER, waar vertegenwoordigers uit de sectoren jeugdwerk, tewerkstelling en onderwijs van de stad Antwerpen samenwerken aan een methodiek om jongeren van 6 tot 25 zelf in staat te stellen een zicht te krijgen op hun competenties. Voortzetting van de vroegere acties hierrond. 3 De sector stimuleert het gebruik van de Individuele Beroepsopleiding (IBO) van de VDAB (zie ook artikel 7). Het is voor de VDAB onmogelijk om cijfergegevens te traceren voor de sector lokale besturen m.b.t. IBO.

12 Artikel 4: ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen van de SERV De sectorale sociale partners werken samen met de SERV actief verder aan de ontwikkeling van een beroepenstructuur met uitgewerkte beroepscompetentieprofielen, rekening houdend met het kwalificatieraamwerk. Om de validiteit van dit werk te garanderen stimuleren de sectorale sociale partners bedrijven om hieraan mee te werken. Ondertussen werkt de SERV een snellere en meer efficiënte door ICT -ondersteunde werkmethode uit. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen De sector onderzoekt welke beroepscompetentieprofielen binnen lokale besturen kunnen gebruikt worden en ontsluit deze naar de werkgevers toe. De koppeling wordt ook gemaakt met de bestaande beroepenfilms van de VDAB. De sector stimuleert het gebruik van deze beroepscompetentieprofielen. Zie art. 9 acties rond ervaringsbewijzen. 2

13 Artikel 5: ondersteunen Regionale Technologiecentra De sectorale sociale partners ondersteunen via de RTC s de samenwerking tussen het onderwijs, de bedrijfswereld en de socio-economische organisaties op het vlak van infrastructuur en hoogtechnologische apparatuur en nemen daartoe het initiatief om actief te bemiddelen om de infrastructuur en apparatuur in de bedrijven open te stellen. Niet van toepassing 3

14 Artikel 6: bevorderen van basiscompetenties De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering bevorderen de ontwikkeling van basiscompetenties, in het bijzonder Nederlands als tweede taal en functionele geletterdheid De sectorale sociale partners blijven verder inspanningen leveren om hiertoe bij te dragen. Onder functionele geletterdheid wordt verstaan: geletterdheid, gecijferdheid, multimediale en digitale vaardigheden om te kunnen functioneren in verschillende breed- maatschappelijke en sociaal- economische contexten. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen Om de ontwikkeling van basiscompetenties te bevorderen werkt de sector mee aan het plan geletterdheid ism de Centra voor Basiseducatie en het kabinet Onderwijs en Vorming. Dit plan volgt twee sporen: a) het lokale bestuur als regisseur Een lokaal bestuur kan werken aan geletterdheid op lokaal vlak: naar de burgers, klanten, cliënten, In 2007 werd de brochure Iedereen geletterd! Lokaal samenwerken voor geletterde mensen opgemaakt. Met een begeleidend schrijven (naar alle gemeenten, OCMW s, PWA s en CAW s) geeft de sector een sterk signaal omtrent de uitdaging die geletterdheid vandaag is en het feit dat de Centra voor Basiseducatie hierin een belangrijke partner zijn. De sector promoot in 2008 en 2009 de goede praktijken uit deze brochure om besturen te overtuigen om geletterdheid in het lokale (sociaal) beleid op te nemen. In mei 2007 werden vijf provinciale infosessies rond dit thema en deze brochure georganiseerd. Gezien het beperkte aantal inschrijvingen werden deze sessies afgelast. De ingeschreven deelnemers over de verschillende provincies vonden dit jammer, de infosessie wordt dan ook in 2008 hernomen op centrale plaats. Op deze infosessie komen praktijkvoorbeelden aan bod en krijgen besturen en PWA s methodieken mee om basiscompetenties te bevorderen. Vooropgestelde cijfer Infosessies: 60 personen uit gemeentes, OCMW, PWA s en CAW s Type: Onderzoek, conceptontwikkeling, sensibilisering. Doelgroep Verantwoordelijken voor opleiding en vorming. Aanpak Projectmatig werken in kader van pilootproject. b) het lokale bestuur als werkgever Een lokaal bestuur kan ook de basiscompetenties van de eigen medewerkers vergroten. In 2007 werden hierrond beperkte acties uitgewerkt in het kader van de praktijkgids Divers talent, een meerwaarde voor uw bestuur en de Vormingsreeks divers personeelsbeleid (zie art. 3). In 2008 en 2009 wordt dit luik verder uitgewerkt. De sector stelde een voorstel van concrete actie op ter bespreking met het VOCB en het kabinet Onderwijs en Vorming. Dit concrete actie moet ertoe leiden dat opleiding voor kortgeschoolden niet beperkt blijft tot functionele opleiding maar verruimd wordt naar basiscompetenties en sleutelcompetenties die noodzakelijk zijn om te functioneren in de hedendaagse samenleving. In 2007 wordt de inhoud van deze actie verder geconcretiseerd, in 2008 doet de sector een oproep om met 0 besturen een proefproject uit te werken. Vormingsreeks: 50 à 60 beleidsmakers bereiken 2008: oproep proefproject met 0 lokale besturen 4

15 Tijdens een eerste bijeenkomst (april 2008) met de 7 lokale besturen die voor het project hebben ingetekend, is bepaald voor welke doelgroepen prioritair een opleidingspakket zal worden ontwikkeld: poetsdienst in de administratieve gebouwen, poetsdienst in het woon-zorg-centrum technische diensten van de gemeente (incl. groendienst). Om de functie- of vaktechnische competenties met de basiscompetenties te integreren is de sector op zoek gegaan naar financiële mogelijkheden om externe expertise binnen te halen. Op korte termijn konden geen financiële middelen worden gevonden. Na met deze besturen een ontwikkeltraject te doorlopen koos de sector in samenspraak met Basiseducatie voor de methodiek van het Centrum voor Basiseducatie Hageland (ESF-project). Via deze methodie werd samen met de doelgroep een functieprofiel opgesteld. Op die manier wordt samen met de medewerkers de opleidingsnoden in kaart gebracht. Op 7 oktober ging daarover een vergadering door met de lokale besturen en de Centra voor Basiseducatie. Het bureau Itineris dat ook in het CBE Hageland het project heeft begeleid zorgde voor de toelichting. Tijdens de workshop nadien bleken de lokale besturen nogal kritisch ten aanzien van deze methodiek: ze vrezen dat hiermee een functieprofiel zal opgelegd worden aan de besturen. Vele besturen willen ook de implementatie van functie- en competentieprofielen in een breder kader plaatsen. Ook niet alle Centra zijn even enthousiast hierover. Aantal besturen in proefproject: 7 gemeenten 0 ocmw s intergemeentelijk samenwerkingsverband ocmw-vereniging hoofdstuk XII Bereik aantal medewerkers: Het aantal medewerkers dat hiermee bereikt zal worden, wordt pas in het najaar bekend, maar zal vermoedelijk tussen de 350 en de 550 liggen. Uiteindelijk werden op basis van de huidige ervaringen van de Centra voor Basiseducatie 4 algemene functieprofielen opgesteld. Deze zijn het instrument dat de basis vormt voor de opmaak van de geïntegreerde opleidingen. Momenteel werken de Centra een aantal concepten uit met de bedoeling deze te implementeren in het najaar. Hierover is ook al overleg geweest met de besturen zelf. De effectieve implementatie zal ondersteund worden met de middelen van het addendum bij het sectorconvenant. Intussen hebben een aantal van de 7 besturen zelf al contact gelegd met het Centrum voor Basiseducatie uit hun buurt om een opleidingstraject te starten. 5

16 2 De sector engageert zich om lokale besturen te informeren en sensibliseren over het belang van basiscompetenties voor kortgeschoold personeel; duale en/of geïntegreerde opleidingstrajecten voor kortgeschoold personeel te ontwikkelen en te promoten; proefprojecten (duale trajecten) te organiseren. Deze laatste twee acties gebeuren ism het departement Onderwijs & Vorming. Begin juni 2009 verschijnt in Lokaal een artikel dat een stand van zaken weergeeft van het project Opleiding voor niveau E en D na het rechtspositiebesluit. Meteen wordt ook al aangekondigd dat een deel van de middelen uit het addendum zullen aangewend worden voor de implementatie van deze geïntegreerde opleidingen : 5 duale trajecten opstarten De sector verhoogt haar opleidingsaanbod kortgeschoolde medewerkers (niveau D en E) door het aanbieden van geïntegreerde opleidingstrajecten voor 4 functies (poetshulp in de woonzorgcentra, poetshulp in de thuiszorg, poetshulp in de administratieve gebouwen en groenarbeider). Dit zijn opleidingen waarbij er een integratie is van beroepsgerichte competenties en sleutelcompetenties of basisvaardigheden. Deze competenties, worden geïntegreerd aangeboden aan de lerende (addendum sectorconvenant) DT diversiteitstoets Bereik: 500 medewerkers Behaalde cijfers Ongeveer 50% van alle personeelsleden binnen de lokale besturen zijn tewerkgesteld op niveau D en E (geen diplomavoorwaarde) en dus per definitie kortgeschoold. 6

17 Artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeling De sectorale sociale partners engageren zich om verder bijkomende inspanningen te leveren op het vlak van competentieontwikkeling met bijzondere aandacht voor KMO s en niet- vormingsbedrijven. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen De sector wil de acties van de Vlaamse competentieagenda zoveel mogelijk integreren binnen de werking van de convenant lokale besturen. De competentieagenda bevat 0 prioriteiten, de sector wil de nadruk leggen op: - Competenties opdoen via leren en werken (art. 3): via oa de BIO - Kennen van verworven competenties op de arbeidsmarkt (art. 9): via oa de ervaringsbewijzen - Uitbreiding van de aanpak jeugdwerkloosheid: de sector ondersteunt de jeugdwerkloosheidsplannen - Een goed competentiebeleid binnen bedrijven en organisaties (art. 6 en art. 0 ): via oa het plan geletterdheid - Een leeftijdsbewust personeelsbeleid (art. 6): expertise en leerervaringen uitbouwen - Competentieopbouw voor de individuele werknemer (art 9): via oa loopbaanbegeleiding - Omgaan met veranderende loopbanen (art. 9): via oa loopbaanbegeleiding - De sector als draaischijf voor competentiebeleid link met ESF zwaartepunten en uitsluiting sector lokale besturen (zie hiervoor ook de klankbordnota lokale besturen) Type Divers. Doelgroep Medewerkers personeelsbeleid. Aanpak Zie individuele artikels. Op het vlak van competenties staat de sector zowel op het vlak van regelgevend kader als op het vlak van praktijkervaringen nog aan de start. De reeds bestaande goede praktijken worden verzameld en verspreid. In 2008 en 2009 wordt de vormingsreeks divers personeelsbeleid verder gezet en competentiebeleid komt hierin aan bod. Zie de verschillende individuele artikels. Lokale besturen komen niet in aanmerking voor ESF financiering (ESF Vlaanderen verwijst naar artikel 3,2 van de Europese Verordening 083/2006) Bij organisaties en bedrijven met een publiekrechtelijk statuut kunnen geen projecten worden uitgevoerd die de capaciteit van hun eigen organisatie en hun eigen personeel versterkt. De sector participeert wel als expert aan het lerend netwerk van de social profit sector (VIVO vzw Competent van kop tot teen). Het lerend netwerk met IGO Leuven (met oao ecowerf Leuven) en het NetCom Publiek project van de stad Antwerpen werden afgewezen. De sector investeerde veel tijd en energie in het NetComPubliek project. 2 Lokale besturen zijn weinig vertrouwd met de Individuele Beroepsopleiding van de VDAB. De sector zal deze maatregel meer bekendheid geven en streeft voor het komende actiejaar 2008 naar 20 bijkomende IBO contracten binnen de sector (zowel voltijds als deeltijds). Zie de reeds gepubliceerde artikels. In 2008 bevestigde het Agentschap Binnenlands Bestuur dat het gelet op de wijzigingen binnen de rechtspositieregeling mogelijk is voor besturen om aan te werven met een IBO. De sector communiceerde hier uitvoerig over via de nieuwsbrief en het tijdschrift Lokaal en kreeg hier veel vragen uit besturen over. 3 De sector verbindt zich er toe besturen te informeren over het correcte gebruik van opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers. De cheques zijn voorbehouden voor werknemers die op eigen initiatief een opleiding volgen die rechtstreeks of onrechtstreeks hun positie op de arbeidsmarkt bevordert. Opleidingen die op vraag van de werkgever gevolgd worden komen niet in aanmerking voor opleidings- en begeleidingscheques werknemers. Vormingsreeks: 50 à 60 beleidsmakers bereiken 2008: 20 bijkomende IBO s Het is voor de VDAB onmogelijk om cijfergegevens te traceren voor de sector lokale besturen m.b.t. IBO 7

18 Omtrent de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers hebben de sectorconsulenten steeds correcte informatie gegeven over het gebruik, overeenkomstig de tekst die in het convenant vermeld staat. DT diversiteitstoets Van de 20 bijkomende IBO s: 50% behorend tot vd kansengroepen diversiteitstoets De rechtspositieregeling opent mogelijkheden inzake competentiebeleid en personeelsbeleid & diversiteit (zie bijkomende module). 8

19 Artikel 8: stimuleren van instroom van werkzoekenden De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om te zorgen voor een hoge en kwaliteitsvolle instroom van werkzoekenden op de arbeidsmarkt om op die manier bij te dragen tot het verminderen van het aantal knelpuntvacatures. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen In voerde de sector een onderzoek uit naar de knelpuntberoepen binnen de sector. Deze lijst van knelpunten wordt aan de VDAB bezorgd. Uit dit onderzoek knelpuntberoepen kwam de bibliotheek-assistent als knelpuntfunctie naar voor. Dit is vooral het geval in kleinere gemeenten (<5.000 inwoners). Het betreft hier deeltijdse functies met een beperkt aantal uren die moeilijk ingevuld geraken. Kleine gemeenten die op dit vlak aan intergemeentelijke samenwerking doen, ondervinden dit probleem in mindere mate. De sector zal hier in 2008 een communicatiecampagne rond opzetten. Een ander probleem situeert zich bij de assistent-dienstleiders in een bibliotheek. Het decreet van 3 juli 200 bepaalt dat gemeentelijke openbare bibliotheken moeten beschikken over voldoende personeel, waarvan minstens de helft van het A- of het B-niveau is. Dit betekent dat heel wat personeel niveau C moet afvloeien of kunnen doorstromen naar een B-niveau (link met competentiebeleid). De sector onderzoekt de verschillende pistes om dit mogelijk te maken: - via een ervaringsbewijs - via de opleidingsstages van de VDAB: deze actie wordt in samenwerking met de VDAB uitgevoerd - via een verruiming van de mogelijkheden inzake het bibliotheekschooldiploma - via art. 72 van het ontwerp rechtspositieregeling waar het beschikken over een HOKT-diploma voor bevordering naar niv. B geen algemene verplichting meer is, indien de functie geen beschermde titel betreft Type Beleidsmatig. Doelgroep Medewerkers personeelsbeleid. Aanpak Omvorming beroepsprofielen tot ervaringsbewijzen. Samen met het VCOB wordt onderzocht welke competenties noodzakelijk zijn en hoe openbare bibliotheken hier via een competentiebeleid kunnen op in spelen. Zo wordt een massale uitstroom van werknemers op niveau C vermeden. De VVBAD (Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief-, en documentatiewezen) vroeg de sector te participeren aan een omvorming van de beroepsprofielen tot ervaringsbewijzen. Het ontwikkeltraject is nog niet van start gegaan. 9

20 DT diversiteitstoets ) De samenwerking met Jobkanaal (momenteel art.23) wordt in de nieuwe convenant onder dit artikel opgenomen. De sector organiseert in gezamelijke roadshows en promoot Jobkanaal naar lokale besturen. Er wordt onderzocht of het (tijdelijk) exclusief aanbieden van een vacature via jobkanaal strijdig is met de gelijke toegang tot het openbare ambt of als positieve actie kan aanzien worden. 2) De sector werkt mee aan een praktijkengids arbeidstrajectbegeleiding (samenwerking met ATB). (lancering in 2008). Zo worden de contacten tussen ATB en de lokale besturen versterkt en de instroom van personen met een handicap gestimuleerd. 3) De sector zorgt via artikel 60 7 van de organieke wet van 976 voor tewerkstelling en werkervaring van gerechtigden op maatschappelijke integratie. 4) De socio-professionele balans is een screeningsmethode die een aantal instrumenten aanreikt waarmee de inschakelingsmedewerker een duidelijk beeld verkrijgt over de capaciteiten en verworven competenties van de gerechtigde op maatschappelijke integratie. Het product bevat tal van instrumenten (divers van aard en helpen de cliënt en de inschakelingsmedewerker om een duidelijk(er) zicht te krijgen op de historiek van een traject, de verworven diploma's, ervaringen en competenties en de capaciteiten, wensen en dromen).de sector streeft naar verdere implementatie van dit instrument 5) Via de acties rond assistent-dienstleiders wordt de drempel voor kortgeschoolden om door te stromen naar een hoger niveau verlaagd. diversiteitstoets ) In 2008 werden geen roadshows georganiseerd. De informatie werd opgenomen in een algemene informatieronde naar de OCMW s rond activering. - Jobkanaal: : 3 roadshows, telkens bereik van 5 à 20 besturen 2) De praktijkengids rond de tewerkstelling van personen met een handicap ( Diversiteit als prioriteit ) werd in juni 2008 (politiek mandatarissen) en oktober 2008 (medewerkers) verspreid naar alle lokale besturen. Ze bevat praktijkervaringen, instrumenten en informatie omtrent de gewijzigde wetgeving (nieuwe Vlaamse ondersteuningspremie). De sector kreeg hier veel informatieve vragen over. In november 2008 organiseerde de sector een studiedag omtrent de tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap ism GTB, VDAB en RESOC Vlaams-Brabant. Hiermee willen we lokale besturen bewust maken van het verdwijnen van een aantal drempels inzake tewerkstelling van personen met een handicap en hen stimuleren om meer inspanningen te doen om pmh tewerk te stellen. De structurele samenwerking met GTB wordt verdergezet in een opvolgingsproject (lopend tot oktober 200) waarbij ondersteuning op maat wordt aangeboden aan besturen (zie art. 3). 3 en 4) De Socioprofessionele Balans wordt door meerdere OCMW s gebruikt. De SPB biedt een kader en een aantal instrumenten voor de opmaak van een effectief trajectplan. Het maakt daarvoor gebruik van HR-instrumenten en beantwoordt aan de specifieke behoeften van de socioprofessionele inschakeling. Het hoofddoel is optimaal rekening te houden met de situatie van de cliënt en de persoonlijk situatie. Capaciteiten, bekwaamheden, verwachtingen en noden van de cliënt worden via dit instrument in kaart gebracht.. Het instrument is ook beschikbaar via de pocket De Socioprofessionele Balans. Deze gids wordt op.500 exemplaren verspreid. 30-tal individuele vragen van besturen. 40 deelnemers aan de studiedag art (december 2007) Maandelijks gemiddelde 2008: 3.25 Momenteel is,5% van de medewerkers een persoon met een arbeidshandicap (streefcijfer van 2% in de rechtspositieregeling). In het opvolgingsproject zijn kwantitatieve doelstellingen opgenomen (stijging van 20 à 50 arbeidsplaatsen voor PmAh). Op het eind van het opvolgingsproject wordt een nieuwe meting uitgevoerd. Net als in de social-profitsector wordt de sector lokale besturen in de sectoren gezins- en ouderenzorg vandaag en in de toekomst geconfronteerd met de nood aan extra arbeidskrachten (gelet op de toenemende vergrijzing in Vlaanderen). In samenwerking met de sociale partners van de social-profitsector zorgt de sector lokale besturen ervoor dat in het najaar 2009 (en voorjaar 200) 20 kandidaten werkzaam bij de lokale besturen een opleiding polyvalent verzorgende volgen. Zij krijgen een zeer grote garantie op tewerkstelling binnen de publieke sector na de opleiding. Wanneer interne kandidaten hun competenties verder ontwikkelen en doorstromen worden de vrijgekomen vacatures ingevuld door externen uit de bedreigde sectoren. (addendum sectorconvenant). 20

21 Artikel 9: meewerken aan de ontwikkeling en de inzet van het ervaringsbewijs en loopbaanbegeleiding De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen aan de waardering (in termen van "erkenning") van verworven competenties verbonden aan de uitoefening van een beroep/functie en aan het stimuleren van het actief beheren van de eigen loopbaan van de werknemers. De sectorale sociale partners ondersteunen het ontwikkelwerk en de dienstverlening (dienstverlening ervaringsbewijs, loopbaanbegeleiding,..) terzake. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen De sector participeert actief aan het ontwikkelproces ervaringsbewijs hovenier onderhoud parken en tuinen. Hiertoe wordt samen met de representatieve vakbonden, de Vereniging van de Vlaamse Provincies vzw (VVP) en de Vereniging voor openbaar groen vzw (VOG) een engagementsverklaring bij de SERV getekend. Er wordt een ontwikkeltraject voor dit ervaringsbewijs vastgelegd in De sector wil deze ervaringsbewijzen doen uitgroeien tot een kwalitatief instrument in de publieke sector om hiermee het goede voorbeeld te geven aan de private werkgevers. De stad Antwerpen ontwikkelde aansluitend een cursuspakket groenarbeider (met competentieprofiel en opleidingspakket). Het ervaringsbewijs wordt door de sector en lokale besturen gebruikt als voorbeeldmateriaal tot ontwikkeling van competentieprofielen voor beroepen. 2 Met het kabinet Binnenlands Bestuur wordt in 2008 onderzocht hoe dit ervaringsbewijs/deze ervaringsbewijzen kan/kunnen ingepast worden binnen de bepalingen inzake aanwerving en bevordering van medewerkers. Samen met het kabinet Binnenlands Bestuur, Werk en Onderwijs werd hiertoe een werkgroep opgericht. Via een aanpassing van de rechtspositieregeling aan het kwalificatiestructuurdecreet zou het werken met ervaringsbewijzen bij lokale besturen mogelijk worden. De timing bleek hier te krap, dit dossier wordt na de verkiezingen terug opgenomen. Na overleg met en toelichting door de sector lokale besturen startte de sector podiumkunsten een testcentrum voor podiumtechnici op. De aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden blijven hier het struikelblok. 3 Op basis van deze ervaring legt de sector een verder traject (en oplijsting van in aanmerking komende functies) inzake ervaringsbewijzen vast. De sector maakte een oplijsting van alle bestaande ervaringsbewijzen die voor het werken binnen een lokaal bestuur relevant zijn met een situering van de functie binnen de arbeidsmarkt. In september 2009 stapt de sector in de ontwikkelingsfase van de ervaringsbewijzen ICT-ondersteuning en GIS-medewerker (en gerelateerde bewijzen). De sector schaalde in 2009 de drie ervaringsbewijzen podiumtechnici in binnen de Vlaamse Kwalificatiestructuur (proces ism Tempera en het kabinet Werk). De sector brengt expertise in bij de ontwikkeling van het SERV profiel begeleider/peter-meter (vanaf september 2009). 4 De sector organiseerde een studiedag rond loopbaanbegeleiding en publiceerde de informatie uit dit studiemoment. De sector merkt dat weinig besturen hier vertrouwd mee zijn en leerervaring rond dit thema hebben. De sector zoekt partners om een gezamenlijk proefproject inzake loopbaanbegeleiding bij een lokaal bestuur op te zetten. In wordt een proefproject loopbaanbegeleiding/outplacement (zie art. 2) opgestart. Momenteel werden twee ervaringsbewijzen ism de sector ontwikkeld. Type Beleidsmatig. Doelgroep Medewerkers personeelsbeleid. Aanpak Omvorming beroepsprofielen tot ervaringsbewijzen. De ervaringsbewijzen binnen de bibliotheeksector volgen (zie artikel 8). In het Vlaams voorstel van resolutie wordt een voorzichtige opening voor de toepassing van ervaringsbewijzen gecreerd. In de nieuwe oproep ervaringsbewijzen (start september 2009) wordt expliciet een toegang gemaakt naar de Vlaamse overheidsdienst. Het is nog onduidelijk wat de implicaties hiervan voor het lokale niveau zijn. 2

22 Artikel 0: actief ondersteunen van het strategische competentiebeleid binnen bedrijven Met het oog op de erkenning, inzet en verdere ontwikkeling van elk talent in de onderneming ondersteunen de sectorale sociale partners de bedrijven van de sector bij het ontwikkelen van een strategisch competentiebeleid. Strategisch competentiebeleid laat toe om de competentieontwikkeling van personeelsleden af te temming op de organisatiedoelstellingen. Het omvat het op een strategische manier onderkennen, inzetten en ontwikkelen van competenties. Een constructieve dialoog tussen werkgevers en werknemers is bij het realiseren van een competentiebeleid een kritieke succesfactor. NR Rapportering acties Cijfergegevens Opmerkingen en bijsturingen De sector merkt dat sommige HR acties een breed draagvlak bij lokale besturen kennen. Andere acties zoals vb. het voeren van een leeftijdsbewust personeelsbeleid of een strategisch opleidings- en competentiebeleid staan bij veel besturen nog in de kinderschoenen. Een beperkt aantal besturen hebben reeds de eerste stappen naar een competentiebeleid gezet. De sector wil deze leerpraktijken (een slechte praktijk kan immers ook leerzaam zijn) in de kijker zetten zodat andere besturen er kunnen uit leren. In 2008 komt er een artikel in Lokaal omtrent het werken met competenties en een bijdrage in het handboek P&O. Via deze weg wordt het competentiedenken bij lokale besturen verder gestimuleerd. WIVO ontwikkelde voor de sector het spel Competenties in kaart, gezamenlijk werd ook een pocket competentiemanagement opgemaakt. Naast theorie en praktische aanpak werden voor deze pocket ook vier lokale besturen geïnterviewd omtrent hun ervaringen (evalueren op basis van competenties, starten met competentiebeleid, een uitgewerkt competentiebeleid, competenties als strategisch instrument) met competentiebeleid. Deze praktijken werden opgenomen in de 0 goede praktijken competentiemanagement van de SERV. Deze informatie werd verwerkt in een bijdrage voor het handboek P&O (zie ook bijkomende module verhogen van de werkbaarheid). Competentiemanagement was één van de drie thema s in de 2e vormingscyclus personeelsbeleid en diversiteit (september 2008 januari 2009). Een goede praktijk van de gemeente Knokke-Heist en de ondersteunende instrumenten van de sector werden voorgesteld op de sectorendag in december Er werd een begeleidingstraject competentiemanagement met 7 besturen opgestart. Resultaat hiervan is een stappenplan competentiemanagement met concrete ondersteunende instrumenten (vb. checklist, methodiek tot visiebepaling, ) per stap. Naar aanleiding van dit begeleidingstraject en de proefrealisatie van de competentiemeter door de stad Antwerpen verschijnt in het najaar 2009 een artikel rond competentiemanagement in de verschillende tijdschriften van de sociale partners. 5 leerpraktijken rond strategisch competentiebeleid worden verwerkt in communicatie en vormingssessies. Tot nu toe werden er iets meer dan 400 exemplaren van dit competentiespel verspreid. Aan deze vormingssessies namen telkens ongeveer 40 medewerkers deel. 5 deelnemers in de workshop sectorendag. 7 deelnemende besturen. Type Informatie en sensibilisering. Doelgroep Medewerkers personeelsbeleid. Aanpak Informatieverstrekking via een pocket, ondersteuning bij het uitwerken van een competentiebeleid, vormingsaanbod omtrent dit thema. Uit onderzoek van de universiteit Leuven (SBOV) blijkt /3 van de lokale besturen elementen van competentiemanagement toe te passen De sociale partners continueren de inspanningen om het competentiedenken binnen de sector te introduceren en verder te implementeren via de hiervoor sectoraal ontwikkelde instrumenten (competentiespel en handleiding competentiemanagement). De sector merkt dat te weinig directe leidinggevenden of eerstelijnschefs actief aan competentieontwikkeling van hun medewerkers doen. In het najaar voorjaar 200 wordt naar 00 leidinggevenden een opleiding competentie-ontwikkeling (onder de vorm van een trainde-trainer opleiding) aangeboden (addendum sectorconvenant). 22