Bij besluit van 12 juli 2011 heeft het dagelijks bestuur het door Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bij besluit van 12 juli 2011 heeft het dagelijks bestuur het door Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard."

Transcriptie

1

2 Bij besluit van 21 februari 2011 heeft het dagelijks bestuur haar beslissing tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang naar aanleiding van verontreiniging van oppervlaktewater, waterbodem en oever als gevolg van een brand op het terrein aan de Vlasweg 4 te Moerdijk op schrift gesteld. Daarbij heeft het dagelijks bestuur beslist dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. komen. Bij besluit van 12 juli 2011 heeft het dagelijks bestuur het door Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij besluit van 24 juni 2011 heeft het dagelijks bestuur de kosten van de toepassing van bestuursdwang vastgesteld op ,19 (hierna: kostenbeschikking 1). Bij besluit van 30 september 2011 heeft het dagelijks bestuur de kosten van de toepassing van bestuursdwang, naast de kosten in kostenbeschikking 1, vastgesteld op ,36 (hierna: kostenbeschikking 2). Bij besluit van 13 maart 2012 heeft het dagelijks bestuur de kosten van de toepassing van bestuursdwang, naast de kosten in de kostenbeschikkingen 1 en 2, vastgesteld op ,42 (hierna: kostenbeschikking 3). Bij uitspraak van 21 juni 2012 heeft de rechtbank het door Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 12 juli 2011 vernietigd, de kostenbeschikkingen 1, 2 en 3 vernietigd, het dagelijks bestuur opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen en daarbij zowel de bestuursdwangbeschikking als de kostenbeschikkingen te heroverwegen, met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak hebben het dagelijks bestuur en Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. hoger beroep ingesteld. Bij besluit van 7 september 2012 heeft het dagelijks bestuur onder aanvulling van de motivering het bezwaar opnieuw ongegrond verklaard en de kosten van de toepassing van bestuursdwang gewijzigd vastgesteld. Tegen dit besluit heeft Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. een beroepschrift ingediend. Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak, gevoegd met zaak nr /1/A4, ter zitting behandeld op 16 september 2013, waar (...; red.). Na de zitting zijn de zaken gesplitst. Overwegingen Inleiding 1. Op 5 en 6 januari 2011 heeft brand gewoed op het bedrijfsterrein van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. aan de Vlasweg 4 te Moerdijk. Op dat terrein werden door Chemie-Pack Nederland B.V. chemische producten bewerkt en verpakt. Bij de brand is verontreinigd bluswater in de sloten ten zuiden van de Vlasweg en aan beide zijden van de Oostelijke Randweg geraakt. Om verspreiding van de verontreinigende stoffen te voorkomen zijn verschillende sloten afgedamd. Als gevolg van regen en het van het terrein en de omliggende terreinen afstromende verontreinigde bluswater dreigde overstroming van de in de plaatselijke sloten gecreëerde buffer en werd de afvoerende functie van de sloten belemmerd. Het dagelijks bestuur achtte spoedeisend belang aanwezig om het in deze buffer verontreinigde water te verwijderen en ter verwerking te laten afvoeren, alsook om de verontreinigde waterbodem en de verontreinigde oever te verwijderen om herverontreiniging van het grond- en oppervlaktewater te voorkomen. Spoedeisende bestuursdwang is aangezegd voor het verwijderen, afvoeren, opslaan en verwerken van verontreinigd water en de verontreinigde grond van waterbodem en oever. Het dagelijks bestuur heeft aan zijn beslissing tot toepassing van bestuursdwang ten grondslag gelegd dat artikel 6.2 van de Waterwet is overtreden. De kosten van de toepassing van deze spoedeisende bestuursdwang heeft het dagelijks bestuur vastgesteld in de kostenbeschikkingen 1, 2 en Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het besluit op bezwaar van 12 juli 2011 en de kostenbeschikkingen 1, 2 en 3 vernietigd, omdat volgens de rechtbank onvoldoende vaststaat dat vanaf 9 januari 2011 nog steeds een acute dreiging bestond en daarom nog spoedeisende bestuursdwang mocht worden toegepast. Hoger beroepen 3. Ter zitting heeft Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. haar hoger beroepsgrond over de vraag of de verontreinigende stoffen door het bluswater in de sloten zijn gekomen, ingetrokken. 4. Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat zij niet als overtreder van artikel 6.2 van de Waterwet kan worden aangemerkt. Zij voert aan dat het door de brandweer gebruikte water de brand heeft verergerd, hetgeen haar niet is toe te rekenen. Daarnaast stelt zij dat de rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd dat zij als eigenaresse van het perceel aan de Vlasweg 4 te Moerdijk verantwoordelijkheid draagt voor de brand op het perceel. De rechtbank overweegt volgens haar ten

3 onrechte dat niet staande is te houden dat Chemie-Pack Nederland B.V., als drijver van de inrichting, en Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. bij het ontstaan van de brand geen enkele blaam treft. Voorts heeft de rechtbank volgens Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. miskend dat haar perceel compleet is verwoest en dat de bluswerkzaamheden niet zijn verricht ter bescherming van dit perceel Ingevolge artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet is het verboden om stoffen te brengen in een oppervlaktewaterlichaam, tenzij: a. een daartoe strekkende vergunning is verleend door Onze Minister of, ten aanzien van regionale wateren, het bestuur van het betrokken waterschap; b. daarvoor vrijstelling is verleend bij of krachtens algemene maatregel van bestuur. Ingevolge artikel 5:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wordt onder overtreding verstaan: een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Ingevolge het tweede lid wordt onder overtreder verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt Niet in geschil is dat artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet is overtreden. In haar uitspraak van heden in zaak nr /1/A4 overweegt de Afdeling dat Chemie-Pack Nederland B.V. terecht als overtreder van artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet is aangemerkt. Zoals onder 1 is overwogen, was Chemie-Pack Nederland B.V. drijver van de inrichting op het perceel aan de Vlasweg 4 te Moerdijk en is Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. eigenaresse van dit perceel en de opstallen daarop. Chemie- Pack Nederland B.V. en Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. maken deel uit van hetzelfde concern. Onbetwist is dat Gerard Spiering ten tijde hier van belang de uitsluitende zeggenschap had in de tot het concern behorende B.V. s: hij was in die vennootschappen de enig leidinggevende en bestuurlijk verantwoordelijke. Hierdoor is er wat betreft het ontstaan en voortbestaan van de overtreding op het perceel Vlasweg 4 te Moerdijk ook tussen Chemie-Pack Nederland B.V. en Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. een zodanig nauwe verwevenheid gegeven dat Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. in haar hoedanigheid van eigenaresse van de gronden en de opstallen op voormeld perceel kan worden aangemerkt als overtreder. De rechtbank is terecht tot dezelfde conclusie gekomen. Hieraan doet niet af hetgeen Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. heeft aangevoerd over de volgens haar aan de brandweer toe te rekenen verergering van de brand. Het betoog faalt. 5. Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat ook in de periode tot 9 januari 2011 spoedeisend belang voor de toepassing van bestuursdwang ontbrak. In dit verband voert zij aan dat het dagelijks bestuur niet direct alle maatregelen heeft genomen en daarom haar in de gelegenheid had moeten stellen maatregelen te treffen Ingevolge artikel 5:31, eerste lid, van de Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, in spoedeisende gevallen besluiten dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last. Artikel 5:24, eerste en derde lid, is op dit besluit van overeenkomstige toepassing. Ingevolge het tweede lid kan, indien de situatie zo spoedeisend is dat een besluit niet kan worden afgewacht, terstond bestuursdwang worden toegepast, maar wordt zo spoedig mogelijk nadien alsnog een besluit als bedoeld in het eerste lid bekendgemaakt Uit het rapport "Beschrijving eerste fase inzet brand Chemie-Pack Moerdijk, 5 januari 2011" van Brandweer Midden- en West- Brabant van juni 2011 (hierna: het rapport eerste fase) blijkt dat reeds binnen enkele minuten na de melding van de brand duidelijk was dat de brand een grote omvang had. Vaststaat dat het dagelijks bestuur op en na 5 januari 2011 maatregelen, waaronder het afdammen van de sloten, heeft getroffen. De spoedeisendheid van deze maatregelen is door Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. niet betwist. Het Commando Plaats Incident (hierna: het CoPI) heeft tijdens de eerste fase van de brand als besluitnemend collectief geopereerd. Het dagelijks bestuur maakte deel uit van het CoPI. Blijkens het rapport eerste fase en de verslagen van de calamiteitenvergaderingen heeft het CoPI op 5 januari 2011 opdracht gegeven tot het leegpompen van de sloten. Hieruit volgt dat ook het dagelijks bestuur daartoe reeds op 5 januari 2011 en niet eerst op 7 januari 2011, zoals betoogd, opdracht heeft gegeven. De rechtbank heeft in zoverre terecht overwogen dat reeds vanaf 5 januari 2011 spoedeisend belang bestond die toepassing van bestuursdwang rechtvaardigde. Het betoog faalt. 6. Het dagelijks bestuur betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het zonder voorafgaand besluit en zonder het opleggen van een last de getroffen maatregelen mocht nemen. Volgens het dagelijks bestuur overweegt de rechtbank in dit verband ten onrechte dat op 9 januari 2011 een nieuwe fase ontstond en niet langer duidelijk was of nog steeds een acute dreiging voor het milieu bestond Op 9 januari 2011 is begonnen met het afgraven van de bodem van de sloten en van de oevers. Uit de verslagen van onder meer de dertiende, veertiende en vijftiende calamiteitenvergaderingen blijkt dat de sloten, ook na verwijdering van verontreinigingen van de waterbodem, zwaar verontreinigd waren en dat zich zodanige continue dreiging van en uiteindelijk ook daadwerkelijke regenval heeft voorgedaan dat er risico was op overstroming. Gelet hierop bestond naar het oordeel van de Afdeling een

4 voortdurende spoedeisendheid. Anders dan Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. ter zitting heeft gesteld, ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat onderscheid moet worden gemaakt tussen het water- en het grondbeheer. De getroffen maatregelen hingen onlosmakelijk samen en het betrof een continu proces. De rechtbank heeft derhalve ten onrechte overwogen dat op 9 januari 2011 een nieuwe fase ontstond waarvan onduidelijk is of nog aanleiding bestond tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang. Het betoog slaagt. 7. Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat niet duidelijk is op welke sloten het besluit tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang betrekking heeft. Voor haar is derhalve niet duidelijk of het beheer van die sloten in handen is van het dagelijks bestuur In het primaire besluit van 21 februari 2011 is gesteld dat het bij het dagelijks bestuur in beheer zijnde oppervlaktewatersysteem door het afstromende bluswater zeer ernstig verontreinigd is geraakt. In reactie op de bezwaren van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. heeft het dagelijks bestuur in het besluit op bezwaar van 12 juli 2011 toegelicht dat over de verontreiniging die gepaard ging met verkleuring van de sloten geen misverstand kon bestaan, omdat deze vervuiling met het blote oog goed zichtbaar was. Dit wordt bevestigd door hetgeen daarover in het rapport eerste fase en de verslagen van de calamiteitenvergaderingen is vermeld, alsook door de overgelegde foto's. Zoals de rechtbank heeft overwogen, ligt het beheer van deze sloten in handen van het dagelijks bestuur. Het betoog faalt. 8. Het dagelijks bestuur betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de kostenbeschikkingen betrekking hebben op werkzaamheden die in het kader van spoedeisende bestuursdwang mochten worden getroffen, zodat de rechtbank de kostenbeschikkingen ten onrechte heeft vernietigd Het dagelijks bestuur heeft op 7 september 2012 de kostenbeschikkingen heroverwogen en daaraan een nieuwe motivering ten grondslag gelegd. Net als in de kostenbeschikkingen 1, 2 en 3 worden de kosten van de toepassing van spoedeisende bestuursdwang van zowel voor als na 9 januari 2011 bij Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. in rekening gebracht. Los van de opdracht van de rechtbank brengt het dagelijks bestuur een aantal facturen niet langer bij Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. in rekening, omdat deze kosten volgens het dagelijks bestuur bij nader inzien geen betrekking hebben op de toepassing van spoedeisende bestuursdwang. Hiermee heeft het dagelijks bestuur erkend dat de kostenbeschikkingen 1, 2 en 3 gebreken vertoonden. Reeds hierom ziet de Afdeling geen reden de vernietiging van de rechtbank in zoverre niet in stand te laten. Het betoog faalt. 9. Ten aanzien van de overwegingen ten overvloede van de rechtbank over de grondslag van de last onder bestuursdwang overweegt de Afdeling dat deze overwegingen niet aan het dictum ten grondslag zijn gelegd. Zij kunnen dan ook niet worden aangemerkt als rechtsoverwegingen die het bestuursorgaan op grond van het eerste deel van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb bij het nemen van een nieuw besluit in acht dient te nemen. Hetgeen het dagelijks bestuur en Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. daarover in hoger beroep hebben aangevoerd, behoeft derhalve in dit verband geen bespreking. Conclusie hoger beroep 10. Gelet op het vorenstaande is het hoger beroep van het dagelijks bestuur gegrond en het hoger beroep van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd voor zover daarbij het besluit op bezwaar van 12 juli 2011 is vernietigd en voor het overige te worden bevestigd. Doende hetgeen de rechtbank had behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 12 juli 2011 ongegrond verklaren. Van het dagelijks bestuur wordt geen griffierecht geheven. Nieuwe besluiten van 7 september Op 7 september 2012 heeft het dagelijks bestuur, gevolg gevend aan de aangevallen uitspraak, de in eerste aanleg bestreden besluiten gehandhaafd. 12. Het besluit van 7 september 2012, voor zover daarbij het bestuursdwangbesluit van 21 februari 2011 is gehandhaafd, wordt op de voet van de artikelen 6:18, eerste lid, en 6:19, eerste lid, van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 6:24 van die wet, zoals die artikelen luidden ten tijde van belang, bij de beoordeling betrokken. Dit wil zeggen dat van de zijde van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. van rechtswege een beroep tegen dit besluit is ontstaan, nu daarbij aan haar bezwaren niet is tegemoetgekomen. Nu met de vernietiging van de aangevallen uitspraak, voor zover het de vernietiging van het besluit op bezwaar van 12 juli 2011 betreft, en de ongegrondverklaring van het beroep van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V., aan het besluit van 7 september 2012, voor zover daarbij het bestuursdwangbesluit van 21 februari 2011 is gehandhaafd, de grondslag is komen te ontvallen, is het van rechtswege daartegen ontstane beroep gegrond. De Afdeling zal dat besluit vernietigen.

5 Kostenverhaal 13. De Afdeling stelt vast dat het dagelijks bestuur in de considerans van het besluit van 7 september 2012 heeft vermeld dat verschillende kosten na heroverweging niet langer bij Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. in rekening worden gebracht, omdat deze kosten niet tot de kosten van bestuursdwang kunnen worden gerekend. Ook de interne kosten en rentekosten zijn gewijzigd vastgesteld. Het dagelijks bestuur vermeldt in de considerans van voornoemd besluit dat het de kosten van de toepassing van bestuursdwang nader vaststelt op ,91 en dat deze kosten in rekening worden gebracht bij Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. In het dictum van het besluit van 7 september 2012 staat evenwel dat het dagelijks bestuur het kostenverhaal handhaaft, onder aanvulling van de in de considerans vermelde motivering. Gelet op de considerans van het besluit van 7 september 2012 kan het dictum niet anders worden begrepen dan dat het besluit van 21 februari 2011 in stand wordt gelaten en dat de kosten voor de toepassing van spoedeisende bestuursdwang ten bedrage van ,91 op Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. worden verhaald. 14. Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. betoogt dat het dagelijks bestuur ten onrechte heeft volstaan met een nieuwe motivering van de kostenbeschikkingen, nu deze beschikkingen door de rechtbank zijn vernietigd. Volgens Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. betrof het besluit van 7 september 2012 alleen de bestuursdwangbeschikking en had het dagelijks bestuur met betrekking tot de kosten nieuwe besluiten moeten nemen. Verder betoogt Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. dat de kosten op de brandweer moeten worden verhaald, dat ten onrechte kosten die buiten de periode van bestuursdwang vallen of kosten die overbodig waren in rekening zijn gebracht. Ook betoogt zij dat de (interne) kosten die betrekking hebben op vervoer, opslag en verwerking van de verontreinigde grond niet tot de bestuursdwang behoren en dat de rentekosten onnodig hoog zijn door het afsluiten van een lening met een hoog rentepercentage. Ten slotte stelt zij dat het dagelijks bestuur ten onrechte niet heeft bewezen dat de in rekening gebrachte facturen daadwerkelijk door hem zijn betaald Het betoog dat het besluit van 7 september 2012 slechts een nieuw besluit op het bezwaar tegen het bestuursdwangbesluit van 21 februari 2011 betrof en het dagelijks bestuur alsnog nieuwe besluiten met betrekking tot de kosten moet nemen, faalt. Niet valt in te zien dat in één brief niet verschillende besluiten kunnen worden vermeld, zoals in dit geval het besluit op bezwaar en de vaststelling van de kosten van de toepassing van spoedeisende bestuursdwang Wat betreft de stelling dat de kosten op de brandweer moeten worden verhaald, overweegt de Afdeling als volgt. Ingevolge artikel 5:25, eerste lid, van de Awb geschiedt de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen. Daargelaten de vraag of eventueel door de brandweer gemaakte fouten aanleiding kunnen geven tot het niet of niet geheel verhalen van de kosten op de overtreder ziet de Afdeling geen reden op grond waarvan de kosten in dit geval niet geheel in rekening kunnen worden gebracht bij Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. In het rapport eerste fase wordt omschreven welke keuzes door de brandweer zijn gemaakt tijdens de bestrijding van de brand en in het rapport "Beoordeling brandweerinzet tijdens de brand bij Chemie-Pack op 5 januari 2011 aan de Vlasweg te Moerdijk" van Efectis Nederland B.V. met nummer 2012-Efectis-R9458 van december 2012, is naar aanleiding van die keuzes geconcludeerd dat de brand op efficiënte wijze is bestreden. Niet aannemelijk is gemaakt dat aan de feiten uit het rapport of aan deze conclusie moet worden getwijfeld Het besluit tot toepassing van bestuursdwang is op 21 februari 2011 op schrift gesteld. Volgens dit besluit worden de kosten van de door het dagelijks bestuur, in het kader van de toepassing van spoedeisende bestuursdwang, uitgevoerde en nog uit te voeren maatregelen op Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. verhaald. Zoals het dagelijks bestuur terecht stelt, volgt uit artikel 5:31, tweede lid, van de Awb dat een besluit tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang zo spoedig mogelijk op schrift moet worden gesteld, hetgeen, anders dan Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. stelt, niet meebrengt dat alle maatregelen op dat tijdstip reeds moeten zijn getroffen. In hetgeen Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. stelt, ziet de Afdeling derhalve geen grond voor het oordeel dat de kostenbeschikking kosten omvat die buiten de toepassing van spoedeisende bestuursdwang vallen Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. heeft haar stelling dat door het dagelijks bestuur overbodige kosten zijn gemaakt niet onderbouwd. In deze enkele stelling ziet de Afdeling dan ook geen grond voor het oordeel dat bepaalde kosten niet of niet geheel in rekening mochten worden gebracht Ten aanzien van de kosten voor vervoer, opslag en verwerking stelt het dagelijks bestuur in het verweerschrift dat de onderhavige situatie vergde dat het verwijderde verontreinigd materiaal zou worden vervoerd, opgeslagen en verwerkt. In hetgeen Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. aanvoert, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat dit standpunt van het dagelijks bestuur onjuist is. Om de overtreding van artikel 6.2 van de Waterwet op te heffen, diende het dagelijks bestuur het verontreinigde water en de verontreinigde grond, zijnde afval, te verwijderen. Het vervoeren, opslaan en verwerken van het verontreinigde materiaal is daarmee onlosmakelijk verbonden. Er bestaat derhalve geen aanleiding voor het oordeel dat de daarvoor gemaakte (interne) kosten niet tot de toepassing van spoedeisende bestuursdwang hoorden en daarom niet bij Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. in rekening mochten worden gebracht Wat betreft de hoogte van de rentekosten stelt het dagelijks bestuur in het verweerschrift dat het afsluiten van een lening bij de Waterschapsbank noodzakelijk was om de bestuursdwangmaatregelen te kunnen treffen. De rente van 3,64% over deze lening is

6 volgens het dagelijks bestuur laag, omdat de Waterschapsbank alleen leningen verstrekt aan risicovrije partijen. Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. heeft niet nader onderbouwd waarom de rentekosten te hoog zijn. In hetgeen Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. heeft aangevoerd, ziet de Afdeling daarom geen aanleiding voor het oordeel dat deze rentekosten niet of niet geheel bij haar in rekening mochten worden gebracht Voor zover Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. betoogt dat het niet duidelijk is of de kosten daadwerkelijk door het dagelijks bestuur zijn gemaakt, overweegt de Afdeling dat het dagelijks bestuur met het overleggen van de facturen voor de getroffen maatregelen aannemelijk heeft gemaakt dat het deze kosten heeft gemaakt. Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. heeft dit niet gemotiveerd betwist Uit het vorenstaande volgt dat het beroep van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. tegen de kostenbeschikking van 7 september 2012 ongegrond is. 15. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. verklaart het hoger beroep van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. ongegrond; II. verklaart het hoger beroep van het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta gegrond; III. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Breda van 21 juni 2012 in zaak nr. 11/4471, voor zover daarbij het besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta van 12 juli 2011, kenmerk 11UT006503, is vernietigd; IV. verklaart het bij de rechtbank door Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. ingestelde beroep, voor zover dat het besluit van 12 juli 2011 betreft, ongegrond; V. bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige; VI. verklaart het beroep van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta van 7 september 2012, kenmerk 12IT026254, voor zover daarbij het besluit van 21 februari 2011 is gehandhaafd, gegrond; VII. vernietigt het besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta van 7 september 2012, kenmerk 12IT26254, voor zover daarbij het besluit van 21 februari 2011 is gehandhaafd; VIII. verklaart het beroep van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta van 7 september 2012, kenmerk 12IT026254, voor zover dat betrekking heeft op het kostenverhaal, ongegrond. Noot De hier gepubliceerde uitspraak van de Afdeling van 22 januari 2014 betreft het hoger beroep van Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. (CP OG) tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 21 juni 2012 (ECLI:NL:RBBRE:2012:BW9002, «JM» 2012/137, m. nt. Onrust en Kortmann). Op dezelfde dag heeft de Afdeling uitspraak gedaan inzake het hoger beroep van Chemie-Pack Nederland B.V. (hierna: CP NL). Zie hiervoor onze noot in «JM» 2014/34, alwaar een korte samenvatting van de casus is gegeven. De feiten in beide zaken zijn identiek, zij het dat het besluit tot toepassing van bestuursdwang niet op 6 januari, maar pas op 21 februari 2011 aan CP OG is bekendgemaakt. Ook in deze annotatie gaan wij in op het begrip "overtreder", zoals uitgelegd door de Afdeling. Wij vervolgen met enige opmerkingen over het verhaal van de (volledige) kosten van bestuursdwang en de toepassing van artikel 5:31, lid 2, Awb (spoedeisende bestuursdwang) en besluiten met een observatie over de consequenties van deze uitspraak voor Nederlandse concerns. In onze noot in «JM» 2012/137 gingen wij al in op de vraag in hoeverre CP OG als overtreder in de zin van artikel 5:1 Awb aangemerkt zou kunnen worden. De rechtbank had overwogen dat de overtreding aan CP OG (eiseres) kon worden toegerekend: " De bluswerkzaamheden hangen immers onlosmakelijk samen met en vloeien zelfs direct voort uit de brand op het perceel, en eiseres draagt als eigenaresse een verantwoordelijkheid voor die omstandigheid. (...) De bluswerkzaamheden zijn immers te herleiden tot de brand op het perceel, een terrein waarvoor Chemie-Pack Nederland en eiseres verantwoordelijkheid dragen." Onze kritiek op deze redenering was, dat de rechtbank hiermee in feite een risicoaansprakelijkheid in het leven roept voor eigenaren van bedrijfsterreinen, ongeacht de mate van hun betrokkenheid bij de bedrijfsvoering. De Afdeling bevestigt het oordeel van de rechtbank, maar legt daarbij niet zozeer de nadruk op het eigenaarschap van CP OG als wel op het feit dat de 'uitsluitende' zeggenschap in zowel CP NL als in CP OG berust bij Gerard Spiering: " Hierdoor is er wat betreft het ontstaan en voortbestaan van de overtreding op het perceel Vlasweg 4 te Moerdijk ook tussen Chemie-Pack Nederland B.V. en Chemie-Pack Onroerend Goed

7 B.V. een zodanig nauwe verwevenheid gegeven dat Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. in haar hoedanigheid van eigenaresse van de gronden en de opstallen op voormeld perceel kan worden aangemerkt als overtreder, " aldus de Afdeling. Hoewel zij CP OG als overtreder beschouwt "in haar hoedanigheid van eigenaresse", lijkt de verwevenheid met CP NL (van wie het overtrederschap in deze uitspraak als een gegeven wordt beschouwd) toch doorslaggevend. Deze redenering is ontegenzeggelijk meer bevredigend dan die van de rechtbank en zij ondervangt (ten dele) onze in «JM» 2012/137 geuite kritiek. Toch valt te hopen dat ook deze overweging ' work in progress ' is. Immers, dat tussen twee vennootschappen een nauwe verwevenheid bestaat, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een gemeenschappelijke directeur/grootaandeelhouder, wil nog niet zeggen dat de ene vennootschap het in haar macht heeft een overtreding van de andere vennootschap te voorkomen. Waar verwijtbaarheid voor het overtrederschap geen rol speelt, ligt dat anders voor het verhalen van de (volledige) kosten van bestuursdwang ex artikel 5:25 Awb. En inderdaad laat de Afdeling enige ruimte voor het betrekken van eventuele fouten van de brandweer bij de vraag of volledig kostenverhaal op CP OG geoorloofd is. De Afdeling oordeelt namelijk: " Ingevolge artikel 5:25, eerste lid, van de Awb geschiedt de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen. Daargelaten de vraag of eventueel door de brandweer gemaakte fouten aanleiding kunnen geven tot het niet of niet geheel verhalen van de kosten op de overtreder ziet de Afdeling geen reden op grond waarvan de kosten in dit geval niet geheel in rekening kunnen worden gebracht bij Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. In het rapport eerste fase wordt omschreven welke keuzes door de brandweer zijn gemaakt tijdens de bestrijding van de brand en in het rapport "Beoordeling brandweerinzet tijdens de brand bij Chemie-Pack op 5 januari 2011 aan de Vlasweg te Moerdijk" van Efectis Nederland B.V. met nummer 2012-Efectis-R9458 van december 2012, is naar aanleiding van die keuzes geconcludeerd dat de brand op efficiënte wijze is bestreden. Niet aannemelijk is gemaakt dat aan de feiten uit het rapport of aan deze conclusie moet worden getwijfeld." De vraag of eventuele fouten bij de brandweer aanleiding kunnen geven om kosten van bestuursdwang niet (of niet volledig) bij het uitgebrande bedrijf te verhalen, wordt niet beantwoord door de Afdeling. De uitspraak lijkt hier wel een opening voor te bieden. De Afdeling heeft de rapporten over de brandbestrijding immers bij haar oordeel betrokken, terwijl de rechtbank een minder vergaande toets leek aan te houden. De rechtbank oordeelde: "Blijkens zowel de tekst en de parlementaire geschiedenis van artikel 5:25, eerste lid, van de Awb als de jurisprudentie van de ABRvS met betrekking tot deze bepaling bestaat slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden grond voor het oordeel dat een bestuursorgaan de kosten van bestuursdwang redelijkerwijs niet of slechts gedeeltelijk op de overtreder mag verhalen. Hierbij is niet zozeer relevant of de overtreding mede aan anderen dan de aangeschreven overtreder kan worden verweten, maar veeleer of de aangeschreven overtreder bij het ontstaan van de overtreding helemaal geen verwijt valt te maken. Gelet hierop komt aan de handelwijze van de diverse brandweerkorpsen wezenlijk minder gewicht toe dan eiser blijkbaar veronderstelt. Daarom laat de rechtbank in het midden of tijdens de bluswerkzaamheden fouten zijn gemaakt." Onze kritiek op die uitspraak was, dat het bestuursorgaan de brandweer zo volledig uit de wind kan houden, temeer omdat voor CP OG in beginsel een grondslag ontbreekt om op de brandweer regres te nemen, zelfs als deze (grove) fouten heeft gemaakt. De Afdeling komt aan dat punt niet toe, maar laat de invloed van fouten van de brandweer op de mate van kostenverhaal wel nadrukkelijker in het midden. CP OG had verder nog aangevoerd dat de (interne) kosten die samenhingen met vervoer, opslag en verwerking van de verontreinigde grond geen kosten van bestuursdwang zijn. De Afdeling honoreert die stelling niet: deze activiteiten zijn onlosmakelijk verbonden met de opheffing van de overtreding van artikel 6.2 van de Waterwet. Het valt op dat de Afdeling haar oordeel niet motiveert met de artikelen 5:2, 5:29 en 5:30 Awb, op grond waarvan het bestuursorgaan dat bestuursdwang toepast, de gevolgen van de overtreding kan wegnemen en in dat kader zaken kan meevoeren, opslaan, verkopen of vernietigen. Met betrekking tot de spoedeisendheid van de bestuursdwang ten slotte, oordeelde de rechtbank dat een deel van de werkzaamheden niet meer in het kader van spoedeisende bestuursdwang werd uitgevoerd. De rechtbank maakte een "knip" tussen de verschillende werkzaamheden en kwam tot de conclusie dat het waterschap vanaf 9 januari 2011 een nieuwe fase was ingegaan. De rechtbank oordeelde dat " ter zitting niet duidelijk (is) geworden of er op 9 januari 2011 nog steeds een acute bedreiging voor het milieu bestond." De rechtbank vervolgde : "De gedingstukken en de behandeling ter zitting geven dus onvoldoende houvast voor de conclusie dat er op 9 januari 2011 nog steeds sprake was van een situatie die toepassing van artikel 5:31, tweede lid, van de Awb rechtvaardigde. De rechtbank vraagt zich af waarom verweerder niet rond 9 januari 2011 een besluit tot toepassing van bestuursdwang op grondslag van artikel 5:31, eerste lid, van de Awb heeft genomen. In dit kader roept de rechtbank in herinnering dat toepassing van bestuursdwang moet worden aangemerkt als een (herstel)sanctie met aanzienlijke negatieve gevolgen voor de aangeschrevene. Die omstandigheid benadrukt de plicht voor het bestuursorgaan om voldoende onderzoek naar de relevante feiten te verrichten en om het resultaat van dat onderzoek in een besluit te presenteren. Daarbij is naar het oordeel van de rechtbank ook relevant dat verweerder wel op 7 januari 2011 een besluit op grondslag van artikel 5:31, tweede lid, van de Awb heeft bekendgemaakt aan Chemie-Pack Nederland." De Afdeling maakt de "knip" in de werkzaamheden van vóór en na 9 januari 2011 niet. Zij overweegt dat sprake was van een voortdurende spoedeisendheid. Daartoe is volgens haar het volgende van belang. " Op 9 januari 2011 is begonnen met het afgraven van de bodem van de sloten en van de oevers. Uit de verslagen van onder meer de dertiende, veertiende en vijftiende calamiteitenvergaderingen blijkt dat de sloten, ook na verwijdering van verontreinigingen van de waterbodem, zwaar verontreinigd waren en dat zich zodanige continue dreiging van en uiteindelijk ook daadwerkelijke regenval heeft voorgedaan dat er risico was op overstroming. Gelet hierop bestond naar het oordeel van de Afdeling een voortdurende spoedeisendheid." De Afdeling overweegt vervolgens dat er geen grond bestaat voor het oordeel dat onderscheid moet worden gemaakt tussen het water- en het grondbeheer. De getroffen maatregelen hingen onlosmakelijk samen en het betrof een continu proces, alduds de Afdeling. De

8 rechtbank heeft volgens de Afdeling dan ook ten onrechte overwogen dat op 9 januari 2011 een nieuwe fase ontstond waarvan onduidelijk was of nog aanleiding bestond tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang. In haar uitspraak van 28 augustus 2012, «JM» 2012/138 (Amsterdam-Zuid), kwam de Afdeling tot een ander oordeel. Na een brand in een pand mochten weliswaar de eerste beheersmaatregelen worden getroffen krachtens spoedeisende bestuursdwang, maar dienden latere maatregelen vooraf te worden gegaan door een last met een korte begunstigingstermijn. In onze annotatie bij deze uitspraak schreven wij dat wij het redelijk vonden dat kritisch moet worden gekeken of de situatie nog spoedeisend is, omdat het niet zo is dat een eenmaal als spoedeisend aangevangen situatie ook altijd spoedeisend blijft. De Afdeling vindt dat de spoedeisende bestuursdwang in het geval van Chemie-Pack mocht worden voortgezet omdat er sprake was van een voortdurende spoedeisendheid en anders dan in Amsterdam-Zuid de getroffen maatregelen onlosmakelijk met elkaar samenhingen, in een continu proces. Daarmee beantwoordt de Afdeling helaas niet de door de rechtbank opgeworpen vraag, waarom het dagelijks bestuur ten aanzien van CP OG niet de bevoegdheid toepaste om de bestuursdwang voort te zetten op basis van het eerste lid van artikel 5:31 Awb (bestuursdwangbesluit zonder voorafgaande last), zoals het tweede lid van artikel 5:31 Awb ook voorschrijft. Die vraag is temeer prangend, nu het dagelijks bestuur ten aanzien van CP NL op 6 januari 2011 wel zo een besluit op schrift had gesteld en bekend had gemaakt. Hoe moeten wij deze uitspraak nu beoordelen? De mogelijkheid van kostenverhaal op CP OG is voor het waterschap van groot belang, omdat het failliete CP NL geen verhaal biedt. Rechtbank en Afdeling lijken hier oog voor te hebben gehad door niet al te moeilijk te doen over procedurele voorschriften noch over het ' piercing the corporate veil ' tussen de verschillende vennootschappen in het concern van Gerard Spiering. Voor de waterschapsbelastingbetaler een bevredigend resultaat, maar daarvoor wordt wel een prijs betaald: de potentiële reikwijdte van het overtrederschap wordt fors opgerekt, zonder duidelijke criteria voor de begrenzing ervan, met als gevolg dat de bestuurders van kleinere en grotere concerns in Nederland zich zorgen mogen maken over de vraag in hoeverre de milieurisico's binnen één vennootschap zich als een olievlek kunnen uitspreiden over het gehele concern. C.N.J. Kortmann en F. Onrust, Advocaten, verbonden aan de Praktijkgroep Bestuursrecht en Vastgoedrecht van Stibbe. copyright SDU

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1059

ECLI:NL:RVS:2017:1059 ECLI:NL:RVS:2017:1059 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 19-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602298/1/A1 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2812

ECLI:NL:RVS:2014:2812 ECLI:NL:RVS:2014:2812 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404677/1/A1 en 201404677/2/A1 Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

14-09. ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water

14-09. ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water 47 zitting betoogd dat deze stukken aldus mede namens haar dochtermaatschappijen, meer in het bijzonder namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cycleon Netherlands B.V. (hierna:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen: Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77981

Nadere informatie

Uitspraak /1

Uitspraak /1 1 van 5 24-11-2015 21:22 Uitspraak 200305677/1 Datum van uitspraak: donderdag 6 mei 2004 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: 200305677/1. Datum uitspraak: 6 mei 2004 het college van burgemeester

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-06-2012 Datum publicatie 13-06-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111524/1/A1 en

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:4543

ECLI:NL:RBGEL:2014:4543 ECLI:NL:RBGEL:2014:4543 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-07-2014 Datum publicatie 25-07-2014 Zaaknummer AWB-12_502 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK E03.97.1224/1. Datum uitspraak: 10 april 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en appellanten, gedeputeerde staten van Limburg, verweerders. E03.97.1224/1 2 10 april 2001 1.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 201306462/1/A1

Uitspraak 201306462/1/A1 Uitspraak 201306462/1/A1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 25 juni 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep Algemene kamer - Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77973

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671 Uitspraak 201006127/1/H2 Datum van uitspraak: woensdag 9 februari 2011 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Borne Hoger beroep Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110052/1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12001023 200905925/1/V3 en 201108673/1/V3. Datum uitspraak: 13 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [ ], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Raad. vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006

Raad. vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006 Raad vanstate 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met toepassing

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326 ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326 Instantie Datum uitspraak 25-05-1999 Datum publicatie 21-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 97/10163 ABW Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201800454/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2524

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 01-10-2014 Zaaknummer 201309659/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3390

ECLI:NL:RVS:2016:3390 ECLI:NL:RVS:2016:3390 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601294/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155 M en R 2016 afl. 5 Eventuele toekomstige gaswinning hoeft niet te worden betrokken bij de beoordeling of in verband met de exploratieboring een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Instantie Afdeling

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

Bijlagen Casus Nieuwediep

Bijlagen Casus Nieuwediep Bijlagen Casus Nieuwediep Gronden incidenteel hoger beroepen A A Roosien-Klok en L A Westers In uitspraken 15/1388 en 15/1389 heeft de Rechtbank ten onrechte niet onderkend dat de bezwaarcommissie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW Datum uitspraak: 23-09-2010 Datum publicatie: 13-12-2010 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] ** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103602/1/V3. Datum uitspraak: 11 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202934/1 /V3. Datum uitspraak: 25 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie