Excellente begeleidingspraktijken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Excellente begeleidingspraktijken"

Transcriptie

1 ] Excellente begeleidingspraktijken voor startende leraren po Jeannette Geldens, Herman Pop~ijusJ Naomi Mertens, Evehen anssens Jeannette Geldens is lector Kempelonderzoekscentrum Helmond, Herman Popeijus is erelector Kempelonderzoekscentrum Helmond, Naomi Mertens was ten tijde van het onderzoek onderwijsadviseur APS en is inmiddels werkzaam op Hogeschool de Kempel, Evelien Janssen is onderwijsadviseur APS. In dit artikel doen de auteurs verslag van een onderzoek naar de begeleiding van startende leraren. 18 management 08/2015

2 I n het onderwijs neemt de uitstroom van oudere en ervaren collega's toe. Tegelijkertijd is er sprake van een grote beroepsuitval van startende leraren. Voor scholen en schoolbesturen is het zaak startende leraren voor het beroep te behouden en de kwaliteit van het onderwijs te blijven waarborgen. Goede begeleiding van starters is een belangrijk middel om beide te bewerkstelligen. Echter die begeleiding blijkt nogal eens tekort te schieten. Geraadpleegde onderzoeksliteratuur biedt over de kenmerken van begeleiding een fragmentarisch beeld. Getracht is dit beeld aan te vullen op basis van onderzoek. Dit onderzoek omvatte een literatuurstudie, interviews en casestudies in het primair en voortgezet onderwijs. In het onderzoek is nagegaan wat de kenmerken van goede begeleiding van starters zijn en hoe de praktijk van een goede begeleider eruit ziet.! De onderzoeksresultaten bieden begeleiders 2 van starters aanwijzingen hoe ze zich tot goede begeleiders kunnen ontwikkelen. Het onderzoek mondde uit in een praktisch toepasbaar model waarbij begeleiders vanuit drie verschillende rollen starters kunnen begeleiden. Aan de begeleidersrollen blijken vijf dimensies te onderscheiden. De opbrengsten kunnen worden benut door ieder die werk wil maken van het begeleiden van startende leraren. Ook besturen en zij die op hun beurt begeleiders professionaliseren of trainingen verzorgen kunnen er hun voordeel mee doen. Inleiding Voor het ontwerp van het onderzoek zowel als voor de beschrijving in dit artikel volgden we de vijf stappen uit het ROTOR-modeP (Geldens & Popeijus, 2012). Dit model begint met een retrospectie of terugblik: wat is er aan de hand, wat weten we daarover, welke vragen moeten we (nog) stellen? In het ontwerp geven we aan hoe we te werk gaan om onze vragen te beantwoorden en wat daarvoor nodig is. Dat ontwerp passen we toe in de praktijk. Daarna onderzoeken we de verkregen antwoorden. In de reflectie trekken we conclusies, bekijken we de consequenties en geven we adviezen. Wat is er met de starters aan de hand? Uit de praktijk van het basis- en uit het voortgezet onderwijs komen met regelmaat berichten over knelpunten die startende leraren ervaren. Onder 'starters' verstaan we hier leraren die voor de eerste keer het beroep gaan uitoefenen èn die minder dan twee jaar beroepservaring hebben opgedaan. De knelpunten die starters ervaren, blijken te maken te hebben met werkbelasting, stress en oudercontacten (Gaikhorst, 2014; Grift, Helms Lorenz, Maandag & Vries, 2012). Gerelateerd aan genoemde knelpunten is sprake van een grote beroepsuitval bij deze starters. Een uitval die oploopt tot 25 % binnen vijf jaar (OC&W, 2012, 2013). Dat is een verspilling van moeite, tijd en geld. Allereerst voor de doorgaans enthousiaste starters zelf. Deze hebben voor hun gevoel een 'verkeerde' studie en opleiding gedaan. Maar ook de scholen en de leerlingen ervaren de nodige nadelen. De scholen lopen kwalitatieve impulsen mis. Daarnaast moeten ze nieuwe wervingsprocedures opstarten. Bij vertrek in de loop van het jaar krijgen leerlingen en school te maken met invalkrachten of combinaties van klassen. Op macroniveau resulteert de uitval in een schevere leeftijdsopbouw en in een talent- respectievelijk kapitaalvernietiging. Voor het onderwijs zijn vertrekkende starters meestal voorgoed verloren. Een verkenning van relevante onder- Het is zaak startende leraren voor het beroep te behouden zoeksliteratuur laat zien dat de vraag naar de oorzaken van de uitval complexer blijkt dan gedacht (Grift e.a., 2012; Pillen, 2013; Rots, 2012). Praktijksites zoals Leraar24 en in Vlaanderen Klasse, tonen een verscheidenheid aan knelpunten die starters ervaren. Gemeenschappelijk blijkt het voor de starter onverwacht tijdrovende karakter van zich voortdurend herhalende planning, voorbereiding, organisatie en nawerk verbonden aan het primaire onderwijsproces. Daarnaast ervaart de starter ook de inhoudelijke, didactische en vooral pedagogische uitvoering van het onderwijs als zwaar. De starter heeft moeite met het verwerven van een plaats binnen een team en met het vinden van een weg in de heersende schoolregels en routines. En ten slotte heeft de starter moeite met het leren omgaan met zowel kritische leerlingen als ouders (Gaikhorst, 2014). De verscheidenheid aan ervaren knelpunten kan de starter nauwelijks alleen aan. Logisch is dan dat een gebrekkig begeleide inwerkperiode als een van de grootste struikelblokken bij starters blijkt te worden aangewezen. De ondersteuning en begeleiding van de startende leraar gebeurt onvoldoende en een goede ondersteuningscultuur ontbreekt (Gaikhorst, 2014). Meermalen ontbreekt tevens structurele aandacht voor de inwerkperiode van een starter in het 'integraal' personeelsbeleid. Al bijeen is de onvermijdelijke constatering dat voor veel starters met recht sprake is van een valse start en frustratie. J 08/2015 management 19

3 20 management 08/2015 Uit onderzoek (o.a. Mclntyre, Hagger & Wilkin, 2005) leren we dat goede begeleiding een kritische succesfactor voor de verdere ontwikkeling van de startende leraren is. Het is dan wel zaak dat we kunnen duiden waar die 'goede begeleiding' dan uit bestaat. Uit ander onderzoek is immers al bekend dat een goede leraar nog geen goede begeleider is (Geldens, 2007). Concreet gaat het om het aanwijzen van begeleidingskwaliteiten of -factoren die cruciaal zijn om te kunnen spreken van goede begeleiding. In de literatuur is daar wel het een en ander over te vinden, doch veelal fragmentarisch en empirisch weinig onderbouwd. In de praktijk betekent een uitval van 2S % starters omgekeerd dat 75 % van hen na vijf jaar nog altijd in de schoolpraktijk aanwezig is. Dan zullen er ook succesverhalen aanwezig zijn. Daar wilden we in ons onderzoek naar op zoek gaan. Uit voorgaande probleemschets vloeien nu onze doelstelling en onderzoeksvragen voort. De doelstelling van dit driejarige onderzoeksproject is tweeledig, te weten: ) een meer samenhangend beeld verkrijgen van kenmerken van goede begeleiding van startende leraren; en ) inzicht krijgen op welke wijze begeleiders van startende leraren zich kunnen ontwikkelen tot bekwame begeleiders. Hiertoe worden twee onderzoeksvragen beantwoord. 1. Wat zijn kenmerken van (goede) begeleidingspraktijken voor startende leraren? 2. Op welke wijze kunnen begeleiders van startende leraren zich ontwikkelen tot bekwame begeleiders? Hoe zijn we te werk gegaan? Het onderzoek naar begeleidingspraktijken in het primair zowel als het voortgezet onderwijs is uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum en het Kempelonderzoekscentrum. Het onderzoek in het voortgezet onderwijs kende een andere aanpak. Daarom beperken we ons hier tot het onderzoek in het primair onderwijs. Om op verantwoorde wijze de onderzoeksvragen te kunnen gaan beantwoorden, zijn we allereerst uit de beschikbare nationale en internationale onderzoeksliteratuur nagegaan wat al bekend is over kenmerken van goede begeleiders en begeleidingspraktijken. Vervolgens hebben we in de praktijk gezocht naar concrete voorbeelden van goede begeleiders en begeleidingspraktijken. Kennis verzamelen en kaderen Eerst is een 'longlist' gemaakt van publicaties die betrekking hadden op begeleiding van startende leraren. Voor het selecteren van deze onderzoeksliteratuur is een aantal criteria gehanteerd. Relevantie voor de onderzoeksvragen stond daarbij voorop. Verder beperkten we ons tot publicaties die na 1995 zijn verschenen. Deze publicaties moesten bij voorkeur nationale en internationale (promotie)onderzoeken in peer-reviewed tijdschriften omvatten. Ten slotte was literatuur van belang waarin aantoonbare praktische en effectieve aanpakken van de begeleiding van starters was beschreven. De longlist omvatte ruim 90 bronnen waarvan we een 17-tal bronnen als basisbronnen benutten (zie literatuurlijst). Zo konden we uit de onderzoeksliteratuur een eerste beeld vormen van kenmerken van (goede) begeleiding van startende leraren. Een eerste beeld laat zien dat een bekwame begeleider kennis en kunde heeft op het gebied van het begeleiden zelf, persoonlijke en relationele steun biedt en starters uitdaagt op het punt van hun professionele ontwikkeling (Daloz, 1986; Feiman-Nemser, 2001; Tang, 2003; Rajuan, Beijaard & Verloop, 2007). Het is hierbij essentieel dat er een goede verhouding wordt gevonden tussen persoonlijke en relationele steun bieden en het uitdagen van starters op het punt van hun professionele ontwikkeling. Carbo en Moerkamp (2006) onderscheiden drie niveaus waarop startende leraren meteen en volop moeten functioneren en in hun onderwijspraktijk problemen ervaren. Dat zijn a. het primaire proces, b. de school als arbeidsorganisatie en c. de omgang met de externe omgeving van de school. Begeleiding van de starters om op deze niveaus meteen en volop te functioneren blijkt hierbij van doorslaggevend belang. Deze begeleiding krijgt de starter veelal van een meer ervaren collega. Ook kunnen anderen zorgen voor de begeleiding zoals de directeur of een bovenschoolse begeleider. Gemeenschappelijk is dat zij voor de starter het eerste aanspreekpunt vormen voor vragen en dat zij de starter begeleiden om op de drie genoemde niveaus te leren functioneren. De kenmerken van begeleidingsgedrag van de begeleider blijken daarbij vanuit vijf perspectieven te beschrijven (Crasborn & Hennissen, 2010). a. Het gesprekstechnisch perspectief. Het begeleidingsgedrag kenmerkt zich in termen van gespreksinterventies zowel als in de mate waarin de begeleider of de starter de gespreksagenda bepalen. b. Het startersperspectief. Het begeleidingsgedrag laat zich vanuit dit perspectief kenmerken door de mate waarin de begeleider daadwerkelijk aan de behoeften van de starter tegemoetkomt. De begeleider sluit primair aan op de leervraag van de starter. c. Het schoolperspectief. Hier ligt

4 de focus op de mate waarin de begeleider kans ziet de begeleiding van de starter in te passen in de context van de school. Richtinggevend zijn de visie, de missie en de organisatie van de school. d. Het opleidingsperspectief. Kenmerkend is dat de begeleider het curriculum kent van de opleiding die de starter volgde. De begeleider kan dan aansluiten op het gekende. e. Het effecten-onderzoeksperspectief. Bij dit begeleidingsgedrag is kenmerkend dat tevoren de verwachte effecten van goed begeleidingsgedrag op de starter zijn beschreven. Het bereiken van die effecten is een aanwijzing dat de praktijk die eraan voorafging kennelijk goed is geweest. Dataverzameling Na deze literatuurstudie, hebben we ons empirisch onderzoek in de praktijk vorm gegeven. Dit empirisch onderzoek omvatte het in de praktijk zoeken naar concrete voorbeelden van goede begeleiders en excellente praktijken. Onder 'excellente' begeleidingspraktijken verstaan we hier kenmerken van praktijken die door de respondenten zijn te duiden als doorslaggevend voor een goede begeleiding. Deze kunnen benut worden om een meer samenhangend beeld te verkrijgen van kenmerken van goede begeleiding van startende leraren (doelstelling 1) en inzicht te krijgen op welke wijze begeleiders van startende leraren zich kunnen ontwikkelen tot bekwame begeleiders (doelstelling 2). Voor dit empirisch onderzoek hebben we data verzameld met behulp van interviews en zijn casestudies verricht. We wilden de realiteit van de praktijk zo goed mogelijk in kaart brengen en hiermee een zo hoog mogelijke ecologische validiteit bereiken ('t Hart, Boeije & Hox, 2007). Daarom streefden we naar het bezoeken van scholen met mensen waarvan in het veld bekend was dat zij bezig waren met excellente begeleidingspraktijken. Met hen wilden we dieptegesprekken voeren. Die gesprekken vonden plaats op basis van een semi-gestructureerde interviewguide. De resultaten van de voorafgaande literatuurstudie vormden de basis voor de onderwerpen uit die guide. De voor de interviews gebruikte onderwerpen waren ingedeeld volgens de door Crasborn en Hennissen hiervoor beschreven perspectieven. Daarnaast waren de onderwerpen rond drie 'thema's' geordend. Het eerste thema had betrekking op de context waarin de begeleiding plaatsvindt. Het tweede was gerelateerd aan de eigen visie op begeleiding. Bij het derde thema ging het vooral over de inhoud van de begeleiding en het repertoire waarover de begeleider beschikt. Voor de ordening van de interviewonderwerpen is deze praktische ordening aangehouden. Vanwege de haalbaarheid beperkten we ons tot de regio zuidoost Nederland bij het zoeken naar én onderzoeken van voorbeelden van excellente begeleiding in de praktijk. Aan een vijftal met de besturen en scholen uit de regio zuidoost bekende experts vroegen we scholen met dergelijke praktijken aan te wijzen. De experts waren een onderwijsbegeleider, twee pabo-docenten en een inspecteur. Zij konden putten uit een besturenbestand met zo'n 300 tot 400 scholen voor primair onderwijs. Uit de expertraadpleging kwam een bestuur met meerdere scholen naar voren waar we concrete voorbeelden van excellente begeleidingspraktijken zouden aantreffen. Het betreffende bestuur wilde graag meewerken. Uit het oriënterend gesprek bleek dat op bestuursniveau beleid is uitgezet voor de inductie van starters. Tegelijkertijd kende dit bestuur een grote variëteit aan scholen in omvang, context en uitgangspunten zowel als in begeleidingspraktijken. Tijdens een directieoverleg zijn de directeuren over het onderzoek geïnformeerd. Acht directeuren die nauw betrokken waren bij de begeleiding van starters meldden zich voor deelname. De uit de literatuur afkomstige kenmerken van een bekwame begeleider gebruikten we als leidraad voor de gesprekken met de directeuren. Met hen is overlegd met welke begeleiders we de diepte-interviews konden voeren. Deze begeleiders moesten mensen zijn die een voorbeeldrol vervulden in de begeleiding van startende leraren. Uiteindelijk zijn vijftien personen geselecteerd, verdeeld over zeven scholen en bovenschools, waarmee diepte-interviews zijn gevoerd. Het merendeel van deze begeleiders bleek behalve als leraar, tevens andere (neven)functies te hebben of taken te vervullen. Zo waren drie van hen directeur, twee adjunct, één locatieleider, een ander afdelingshoofd, acht waren intern begeleider en soms tevens bouw- of stagecoördinator of adjunct. De laatste vorm van data verzamelen voor het empirisch onderzoek betrof het uitvoeren van twee casestudies. In elk daarvan is een begeleider diepergaand gevolgd in de dagelijkse begeleidingspraktijk. De keuze viel op hen omdat uit de analyses van de interviews naar voren kwam dat zij meerdere 'excellente' kenmerken toonden. Zo was bij hen sprake van kennis en kunde op het gebied van begeleiden en bleken ze in staat op zichzelf te kunnen reflecteren. Ook hadden ze inzicht in de behoeften van hun starters en was er een evenwichtige verhouding tussen enerzijds persoonlijke en relationele steun bieden en anderzijds het uitdagen van de professionele ontwikkeling van starters. Verder hadden ze een aanwijsbaar ontwikkelde visie op het begelei- J 21 08/2015 ma nage me nt

5 den van starters en waren ze congruent in hun visie op begeleiding en de toepassing daarvan. Ten slotte konden ze gemakkelijk en ongevraagd voorbeelden van begeleidingspraktijken geven. Elk van deze casestudies is uitgevoerd door de begeleider in de eigen praktijk te filmen en te volgen in beroepssituaties gerelateerd aan begeleiding. Deze werkwijze stelde de onderzoekers in staat transparant en controleerbaar zichtbaar te maken wat goede begeleiding in de praktijk daadwerkelijk inhoudt. Data analyse Zes van de in totaal tien projectleden zijn betrokken geweest bij het afnemen van de interviews. Zij schreven tevens ieder hun interviews uit. Twee daarin geschoolde onderzoekers pasten achtereenvolgens de kwalitatieve analysetechnieken toe van open, axiaal en selectief coderen (Boeije, 2014; Geldens, 2007). Zij gebruikten de uit de literatuurstudie verkregen kenmerken van begeleiding als 'sensitizing concepts' om de teksten te coderen. Hierbij fungeerde een van hen telkens als 'tweede codeur'. Tenslotte werd 'peer debriefing' toegepast (Wester & Peters, 2004) om de validiteit van de verkregen interpretaties en conclusies te borgen. Daartoe zijn de verkregen analyses en conclusies uitvoerig besproken met de andere leden van de projectgroep. Ten slotte zijn de video-opnames van de twee casestudies beschreven en vervolgens geanalyseerd op het voorkomen van de uit de literatuur en de interviews verkregen kenmerken van goede begeleiding. Daarna zijn in elke casestudy op basis van de analyses met de betreffende begeleider twee vervolggesprekken gevoerd. In deze gesprekken zijn onduidelijkheden nader bevraagd. Beide begeleiders gaven aan zich voldoende te herkennen in de beschrijvingen en analyses. Resultaten Kenmerken van (goede) begeleidingspraktijken voor starters (onderzoeksvraag 1) De onderzoeksresultaten van de interviews en de casestudies laten overeenkomsten in kenmerken van goede begeleidingspraktijken zien. Zo blijken de begeleidingsactiviteiten op de verschillende scholen verder te gaan dan alleen de ondersteuning van starters. Hier zijn begeleidingsactiviteiten beschikbaar voor alle teamleden die daar behoefte aan hebben. De geïnterviewde begeleiders achten het van belang dat het plan van instroom en begeleiding onderdeel uitmaakt van het integraal personeelsbeleid OPB). Verder blijken de begeleiders diverse instrumenten in te kunnen zetten en stemmen ze hun begeleiding herkenbaar af op leerbehoeften van de starter zoals het citaat in het kader illustreert. op het moment dat je met een startende leraar te maken hebt, dan wil ik daar wel vrij snel een beeld van hebben, om zo ook de begeleiding te kunnen bepalen. Samen met die leraar weliswaar, maar ja, met het oog op de kwaliteit ga ik zeker bij nieuwe leraren, wat vaker en wat intensiever in gesprek. In de praktijk blijken de starters op het merendeel van de onderzochte scholen te zijn gekoppeld aan een parttime leraar die fungeert als begeleider. Deze begeleiders benadrukten dat zij het vak van leraar een mooi vak vinden en dat zij dit enthousiasme willen overbrengen op de starter. Voor hen is het uiteindelijke doel van het begeleidingstraject dat de starter zelfstandig en volwaardig voor de klas kan staan. Verder gaven ze aan ernaar te streven de starter zich snel onderdeel van het team te laten voelen. Daarbij zijn overigens alle teamleden betrokken. Bijvoorbeeld door te vertellen hoe de zaken op school gaan en waar materialen liggen. Basisvoorzieningen blijken op alle scholen tevoren te zijn geregeld (praktische schoolzaken en faciliteiten). Begeleiding is binnen de kwaliteitskaders altijd maatwerk: het type begeleiding en de intensiteit van de begeleiding worden in overleg met de starter uitgevoerd. De onderzoeksresultaten laten verder zien dat uit de visie op begeleiding ook concrete andere kenmerken voortvloeien. Zo blijkt goede begeleiding teamwerk te vergen op verschillende niveaus (samen leren). Wel blijkt steeds sprake van een vast persoon als aanspreekpunt voor de starter. Begeleider en starter kennen weliswaar verschil in ervaring maar zijn gelijkwaardig. Begeleiding geschiedt vraaggestuurd op maat met nadruk op wat lukte. Ieder straalt tevens uit dat al wat men doet in de begeleiding, gericht is op het zijn van een goede leraar voor de leerlingen als uiteindelijk doel. Uit de onderzoeksresultaten kwamen kenmerken van begeleidingspraktijken naar voren in de vorm van rollen die begeleiders kunnen hebben bij het begeleiden van starters. Begeleiders kunnen de rol hebben van: 1. Gids: wegen wijzen in het leerproces. De begeleider heeft de rol van meer ervaren gids en inhoudelijk expert. Hij biedt de starter voorbeelden van een goede leraar door zijn ervaring en kennis. Dit zie je terug in wat de begeleider doet, hoe hij zijn werk aanpakt, hoe hij kennis deelt en hoe hij in zijn werk staat. Kernactiviteiten zijn: kennis delen, voordoen, ontvouwen, uitleggen, tonen, adviseren, vertellen. 2. coach: laten leren en reflecteren, evalueren. De begeleider laat de starter werken en leren door vragen te stellen die de starter aan het denken zet over zijn manier van werken. Hij faciliteert het gesprek met de 'innerlijke leraar' van de starter. Kernactivitei- 22 management 08/2015

6 ten zijn: bevragen, reflecteren, spiegelen, samenvatten, zich verbazen, nieuwsgierig zijn. 3. collega: samen wegen zoeken en leren. De begeleider en starter zijn als teamlid gelijkwaardig. Zij hebben elkaar nodig om te leren over en te werken aan hun onderwijs en onderwijzen. De begeleider kan in deze rol ook zelf leervragen hebben en de starter uitnodigen om mee te zoeken, te ontwikkelen of feedback te geven. Kernactiviteiten zijn: onderzoeken, ontwikkelen, discussiëren, uitwisselen. De resultaten van de filmbeelden uit de casestudy laten eveneens kenmerken van een bekwame begeleider zien. De beelden en de gesprekken bevestigen dat een bekwame begeleider onder meer kennis en kunde heeft specifiek op het gebied van het begeleiden zelf. Maar ook dat de begeleider persoonlijke en relationele steun aan de starter biedt en wegen wijst in een diversiteit aan situaties (rol als gids). Een duidelijke nadruk ligt op het in samenspraak met de starter ondersteunen en begeleiden (rol als coach). Maar ook samen met de starter in het functioneren als teamlid en als lid van een grotere schoolorganisatie (rol als collega). Verder kwamen uit de onderzoeksresultaten kenmerken naar voren waaraan we verschillende dimensies waarin begeleiders actief zijn, kunnen onderscheiden: 1. Pedagogiek. De begeleiding is erop gericht om de starter te begeleiden in diens ontwikkeling tot een zelfstandige en verantwoordelijke persoon binnen een veilige leeromgeving. 2. Didactiek. De begeleiding vindt plaats met het oog op de vraag hoe de starter leert zorgen voor een krachtige leeromgeving en hoe hij het leren van zijn leerlingen bevordert. 3. Klassenmanagement. De begeleider ondersteunt de starter bij de wijze waarop hij zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving. 4. Relatie tot school en externen. De begeleiding vindt plaats op hoe de starter zorgt dat het werk afgestemd is op dat van collega's. Verder op hoe zijn werk bijdraagt aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Ten slotte op hoe hij in het belang van de leerlingen een relatie onderhoudt met ouders, buurt, bedrijven en instellingen. 5. Professionele en persoonlijke ontwikkeling. De begeleider richt zich enerzijds op het bevorderen van het persoonlijk welbevinden van de starter in de school. Anderzijds zorgt de begeleider voor de professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening bij de starter. Ten slotte werd door de respondenten in de interviews en de casestudies een aantal kenmerken genoemd van een goede begeleidingspraktijk die we hieronder puntsgewijs weergeven: ) De resultaten tonen dat het merendeel van de begeleiders behalve als leraar, ook andere functies heeft of taken vervult. De begeleidingspraktijk op scholen bestaat uit een zekere variëteit of wellicht zelfs 'keten' aan begeleiders. Het gaat om interne begeleiders, bouwcoördinatoren, afdelingsleiders en (adjunct) directeuren. Zij begeleiden de starters op verschillende terreinen en stemmen deze begeleiding op elkaar af. Dit kunnen we duiden als de formele kant van begeleiding. Deze formele kant onderscheiden we van de informele kant van begeleiding. Daarbij denken we aan collega's die de starter kan bevragen of bij wie de starter voorbeeldaanpakken kan ervaren. Op de scholen is een diversiteit aan 'instrumenten' die de begeleider kan inzetten om te starter te begeleiden en te monitoren in diens ontwikkeling. ) Het schoolteam kenmerkt zich door respect en de aanwezigheid van professionele ruimte. ) Naast collegiale steun is ook sociale steun aanwezig, op de eerste plaats vanuit de begeleiders. ) Op instellings- of bestuursniveau is een gedegen plan voor instroom en begeleiding aanwezig in de vorm van een inductiebeleid. Dit plan is onderdeel van het IPB en daarmee een aspect van kwaliteitszorg. Een adequaat IPB draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs en aan de doelen van de school. Het is ingebed in het systeem, maar ook in de cultuur van de school. Wijze waarop begeleiders van startende leraren zich kunnen ontwikkelen tot bekwame begeleiders (onderzoeksvraag 2) De begeleiders benadrukten dat elke leraar in beginsel een begeleider van aanstaande en startende leraren kan zijn of zelfs zou moeten zijn. Vanuit die laatste opvatting benadrukken ze dat elke leraar zich op het begeleiden van starters dient te ontwikkelen. Vanuit hun voorbeeldrol ook voor de andere teamleden, blijven begeleiders zichzelf voortdurend ontwikkelen en scholen. Op bovenschools niveau bleken de begeleiders te beschikken over de mogelijkheid onderling ervaringen uit te wisselen. Ook konden ze zelf coaching of scholing krijgen in de vorm van modulen uit de personeelszorg, zoals een masterclass (bege)leiding geven. Ze benutten concepten en modellen die ze hebben geleerd in hun begeleiding van de starter en zijn zich hier ook bewust van. De begeleiders hebben vaak vanuit 'trial and error' ervaren wanneer de starter niet leerde, en wanneer wel. Dergelijke ervaringen deden zij naar eigen zeggen onbewust op. Zo leerden ze volgens hen als bekwame begeleiders ook hun starters goed te observeren. Ook leerden ze door te vragen om te checken wat er van hun suggesties of adviezen bij de starters is 'aangekomen'. Ten J 23 08/2015 management

7 slotte erkenden de begeleiders het belang van luisteren naar starters zoals het citaat in het kader illustreert. Ja, natuurlijk weet ik door mijn ervaring een aantal dingen. En door de dingen die ik lees en die ik leer, weet ik vaak meer van methodes, van leerlijnen, dan een startende leraar. Maar toch vind ik dat je naar een starter moet luisteren. En ik kan af en toe wel adviezen geven, van: heb je daaraan gedacht... of als ze vragen hebben van: ik zie het zo... Zij moeten het doen, zij zijn de bekwame mensen die het werk doen. En ik wil ook dat ze dat weten. Ik wil ook dat ze zich dat realiseren. Conclusies en beschouwing Op basis van de onderzoeksresultaten hebben we een meer samenhangend beeld verkregen van kenmerken van goede begeleiding van startende leraren (doelstelling 1). We kunnen concluderen dat een goede begeleidingspraktijk kenmerken kent die bijeen ervoor zorgen dat de starter landt in de school. In de interviews, casestudies en de literatuur zien we deze kenmerken terugkerend benoemd of benadrukt. Daarmee is de conclusie gerechtvaardigd dat in deze kenmerken de basis ligt om te kunnen spreken van 'excellente' begeleidingspraktijken. De keuze de starter te koppelen aan een - dikwijls - parttime collega doet de kritische vraag rijzen of deze aanpak steeds eenduidig overdraagbaar is. Diezelfde vraag rijst wanneer sprake is van een keten van begeleiders die elk een zekere eigen begeleidingstaak hebben. Daar tegenover staat dat de begeleiding van de starter zoals de resultaten tonen steeds teamwork omvat. Door betrokkenheid van teamleden ontstaat behalve een gedeeld eigenaarschap ook een gedeelde verantwoordelijkheid voor de begeleiding. Een starter kan zich dan al snel teamlid gaan voelen. Maar, gelet op de probleemschets, de werkelijkheid blijkt vaak toch anders en minder gericht op het samen inwerken van een jong teamlid. De onderzoeksresultaten laten zien dat er drie soorten rollen van de begeleider te onderscheiden zijn namelijk die van gids, coach en collega. We concluderen hieruit dat we onze blik kunnen verbreden van wat we kunnen noemen 'klassieke begeleiding' naar 'begeleiding in de school'. Daarbij springen de coach-rol en collega-rol herkenbaar sterk in het oog. In vergelijking met de door Crasborn en Hennissen (2010) onderscheiden perspectieven van bekwame begeleiders blijken de rollen van gids en coach meer herkenbaar naar voren te komen. Als gids is de begeleider een expert die de startende leraar ondersteunt en helpt in diens ontwikkeling. Als coach fungeert de begeleider als degene die de startende leraar 'laat leren' mede afhankelijk van diens behoeften. De coach stelt daarbij vooral vragen en stimuleert reflectie. In de collega-rol werken en leren begeleider en starter 'samen'. Hiertoe lenen zich het doen van onderzoek of samen werken aan innovaties voor school. Aan de begeleidersrollen bleken vijf dimensies te onderscheiden waarin de begeleider werkt: 1. pedagogiek, 2. didactiek, 3. klassenmanagement, 4. relatie tot school en externen en S. professionele en persoonlijke ontwikkeling. Deze vijf dimensies zijn te relateren aan de onderscheiden drie niveaus van Carbo en Moerkamp (2006) waarop startende leraren meteen en volop moeten functioneren. De eerste drie dimensies zijn te relateren aan het eerste niveau van Carbo en Moerkamp a. het primaire proces. En de laatste twee dimensies zijn te relateren aan het tweede en derde niveau te weten b. de school als arbeidsorganisatie en resp. c. de omgang met de externe omgeving van de school. In de afbeelding trachten we de begeleidingspraktijk samenvattend te verbeelden in deze vijf dimensies en drie begeleidersrollen. Afbeelding 1. De begeleidingspraktijk verbeeld: vijf dimensies en drie begeleidersrollen In ons onderzoek wilden we inzicht krijgen op welke wijze begeleiders van startende leraren zich kunnen ontwikkelen tot bekwame begeleiders (doelstelling 2). Op basis van de onderzoeksresultaten kunnen we drie conclusies trekken over de wijze waarop begeleiders van starters zich kunnen ontwikkelen tot bekwame begeleiders. ) Allereerst hebben bekwame begeleiders bewuste kennis over hoe zij hebben geleerd. Wanneer hen daarnaar werd gevraagd, spraken zij over de modellen, die zij in trainingen of cursussen aangereikt kregen en die ze hebben geïntegreerd in hun begeleidingspraktijk. ) Op de tweede plaats lijken opgedane ervaringen een voorname rol te spelen in de ontwikkeling tot bekwame begeleiders. Begeleiders hebben veel ervaring opgedaan met begeleiden, waardoor ze naar eigen zeggen vaardiger en bekwamer zijn geworden in het begeleiden van starters. Ze zijn daardoor in staat op een effectieve en adaptieve manier begeleidingsgesprekken te voeren met hun starters. Uit eerder onderzoek blijkt juist het voeren van begeleidingsgesprekken van doorslaggevend belang in de begeleiding van leraren (Geldens, 2007). ) Ten slotte is het voortdurend leren werken vanuit modellen of 24 management 08/2015

8 concepten, die zij steeds als 'referentie' in het achterhoofd hebben, van belang. Dit biedt structuur in de begeleiding, zonder dat de modellen/concepten voelen alsof ze zijn opgelegd. Aannemelijk is dat deze modellen zijn gekoppeld aan een visie op leren en begeleiden (zowel het leren van de leerlingen als dat van de startende leraar). Beperkingen en suggestie voor vervolgonderzoek Ten slotte willen we ook de beperkingen van ons onderzoek aangeven. Vanwege de haalbaarheid hebben we ons beperkt tot de regio zuidoost Nederland. Ook het beperkte aantal geïnterviewden (n = 15) en de casestudies (n = 2) legt in kwantitatieve zin uiteraard restricties op aan de generaliseerbaarheid van de conclusies. Wel lijkt aannemelijk dat de resultaten door hun diepgang een zekere afspiegeling zullen vormen van de resultaten zoals die uit de totale populatie naar voren zouden komen. Door de gekozen aanpak vonden we voorbeelden van excellente begeleiding in de praktijk. We hebben hierdoor zicht gekregen op begeleidingspraktijken voor startende leraren primair onderwijs. Nader onderzoek naar de uitwerking in de praktijk van de hier beschreven kenmerken van goede begeleiding van beginnende leraren is zinvol. Enerzijds vanwege de benoemde beperkingen van het beschreven onderzoek. Anderzijds vanwege het zwaarwegende belang jonge opgeleide startende leraren te behouden voor het onderwijs. Zeker in het licht van de al maar dreigende tekorten aan bekwame leraren op de Nederlandse en Vlaamse arbeidsmarkt. Aanbevelingen Allereerst adviseren we besturen en ook lerarenopleidingen in partnerschap aandacht te besteden aan het opleidingsbeleid binnen de werkplekleeromgeving. Daarbij is het zaak dat beleid expliciet te richten op begeleiding. Idealiter zouden beide partners een doorgaande lijn kunnen bewerkstelligen waar het gaat om de begeleiding van aanstaande leraren en daarna starters. Onder het motto 'jong geleerd is oud gedaan' bevelen we lerarenopleidingen tevens aan om aanstaande leraren al tijdens de opleiding begeleidingsvaardigheden te leren. Tegelijkertijd is het aan te bevelen de professionalisering van begeleiders in te bedden in nascholing en wellicht hbo-masteropleidingen. De besturen adviseren we zowel opleidingsbeleid als begeleidingsbeleid uit te werken binnen hun IPB voor de scholen. We raden schoolleiders aan in hun school(werk)plan werkwijzen en aanpak voor de begeleiding van jonge leraren en starters concreet te beschrijven. Verder achten we het van belang met en binnen het team afspraken te maken over de gedeelde verantwoordelijkheid voor leren en ontwikkelen van aanstaande leraren zowel als van startende leraren in de school. Dergelijke afspraken kunnen ook de eerder genoemde kwetsbaarheid van de begeleiderstarter-relatie verkleinen en een lerende cultuur bevorderen. Professionalisering van begeleiders op basis van een gezamenlijke visie binnen het schoolbestuur kent een positief effect. Het zorgt namelijk voor een eenduidiger begeleidingspraktijk binnen de verschillende scholen van een stichting. Bij het schoolbestuur in dit onderzoek waren zowel visie als beleid op opleiden en begeleiden uitgewerkt in activiteiten en training voor begeleiders. Ten slotte adviseren we begeleiders om de drie verschillende rollen van gids, coach en collega op zich te nemen en dat zij zich 'moeiteloos' tussen die drie rollen (leren) bewegen. Dat impliceert dat bekwame begeleiders enerzijds kunnen afstemmen op wat de starter nodig heeft en hierbij werken vanuit de vijf onderscheiden dimensies. Anderzijds dat ze zicht hebben op wat het bestuur en de school vanuit visie en uitgangspunten voor de leerlingen vragen van een bekwame leraar. Van belang voor (de ontwikkeling tot) bekwame begeleiders is dat begeleiders zich bewust zijn van deze rollen en dimensies. Dit opdat zij deze rollen (leren) vervullen en (leren) toepassen in en afstemmen op de vele variëteiten in klas- en schoolsituaties. Ook is het van hieruit aan te bevelen om de rollen en dimensies in de professionalisering mee te nemen. In de professionalisering is het voor begeleiders, net als voor starters, doorslaggevend om feedback te ontvangen over hun begeleidingspraktijk. Intervisie over de manier waarop zij begeleiden, blijkt zeer leerzaam. Literatuur Boeije, H. (2014). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Denken en doen (2 ed.). Amsterdam: Boom Onderwijs. Carbo, C., & Moerkamp, J. (2006). Vliegende start, over de begeleiding van beginnende leraren. Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). Crasbom, F., & Hennissen, P. (2010). The skilled mentor. Mentor teachers' use and aquisition of supervisory skills (Proefschrift Technische Universiteit Eindhoven/ESoE). Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven/ ESoE. Daloz, L. (1986). Effective mentoring and teaching: realizing the transformational power of adult learning experiences. San Francisco: Jossey-Bass. Feiman-Nemser, S. (2001). Helping novices leam to teach, lessons from an exemplary support teacher. Joumal of Teacher Education, 52(1), Gaikhorst, L. (2014). Supporting Beginning Teachers in Urban Environments (Proefschrift). Am- J 08/2015 management25

9 sterdam: Universiteit van Amsterdam. Geldens, J. (200?). Leren onderwijzen in een werkplekleeromgeving. Een meervoudige casestudy naar kenmerken van krachtige werkplekleeromgevingen voor aanstaande leraren basisonderwijs (Proefschrift Radbouduniversiteit Nijmegen). Helmond: Kempellectoraat, Hogeschool de Kempel. Geldens, J., & Popeijus, H. 1. (2012). De ROTOR, onderwijs ontwikkelen met kwaliteit. Onderzoek van Onderwijs, 41(2}, Grift, W. v. d., Helms-Lorenz, M., Maandag, D., & Vries, S. d. (20l2). Vakkundig meesterschap en meesterlijk vakmanschap. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. 't Hart, H., Boeije, H., & Hox, J. (200?). Onderzoeksmethoden (7 ed.). Amsterdam: Boom Onderwijs. Kessels, C. en Geldens, J.J.M. (20l4). Stilstaan bij de start. Onderzoek naar begeleidingspraktijken voor startende leraren in po en voo Utrecht/Helmond: APS/ KOe. McIntyre, D., Hagger, H., & Wilkin, M. (200S). Mentoring: perspectives on school-based teacher education. London: Routledge Falmer. Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. (20l2). Nota werken in het onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. (20B). Begeleiding van beginnende leraren in het beroep. Raamplan voor regionaal te starten projecten. Den Haag: Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Pillen, M. (20l3). Professional identity tensions of beginning teachers (Proefschrift Technische Universiteit Eindhoven). Eindhoven: Eindhoven School of Education. Popeijus, H. 1., & Geldens, J. (Eds.). (2009). Betekenisvol leren onderwijzen in de werkplekleeromgeving. Apeldoorn / Antwerpen: Garant. Rajuan, M., Beijaard, D., & Verloop, N. (200?). The role of the cooperation teacher: bridging the gap between the expectations of cooperating teachers and student teachers. Mentoring & Tutoring: Partnership in Leaming, 15, Rots, 1., Kelchtermans, G., & Aelterman, A. (20l2). Learning (not) to become a teacher: a qualitative analysis of the job entrance issue. Teaching and Teacher Education, 28, l-lo. Tang, S. (2003). Challenge and support: the dynamics of student teachers' professionallearning in the field experience. Teaching and Teacher Education, 19, Wester, F. & Peters, V. (2004). Kwalitatieve analyse. Uitgangspunten en procedures. Bussum: Coutinho. «Noten 1 De basis voor dit artikel is een rapportage over het R&D-project dat is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van OCW (Kessels & Geldens, 2014). 2 In dit artikel spreken we over 'begeleiders' en daarmee bedoelen we leraren en mentoren die startende leraren begeleiden in hun ontwikkeling. 3 ROTOR is een acroniem dat de vijf stappen uit dit model weerspiegelt: Retrospectie, Ontwerpen,Toepassen, Onderzoeken Reflecteren. Het is een denk-, handelings- en onderzoeksmodel, zie: nllonderzoeklblo/aanpaklpaginas/default. aspx (Popeijus & Geldens, 2009; Geldens & Popeijus, 2012). 26 management 08/2015

Samen opleiden. Vlaanderen. Nederland. Leuven, 3 mei Jeannette Geldens Herman L. Popeijus

Samen opleiden. Vlaanderen. Nederland. Leuven, 3 mei Jeannette Geldens Herman L. Popeijus Samen opleiden in Vlaanderen en Nederland Jeannette Geldens Herman L. Popeijus Kempelonderzoekscentrum Helmond Tue-Eindhoven School of Education Leuven, 3 mei 2011 Doel en opbrengst Kennis en inzicht verwerven

Nadere informatie

Samen de kwaliteit ontwikkelen, monitoren en borgen van Samen (academisch) Opleiden!

Samen de kwaliteit ontwikkelen, monitoren en borgen van Samen (academisch) Opleiden! Samen de kwaliteit ontwikkelen, monitoren en borgen van Samen (academisch) Opleiden! Congres Steunpunt Opleidingsscholen PO-VO Samen sterker Doorn, di 2 juni 2015 Jeannette Geldens, lector Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Symposium Leren en Innoveren

Symposium Leren en Innoveren Symposium Leren en Innoveren 6 november 2014, Driestar hogeschool, Gouda Keynote Betekenisvol leren in leerwerkgemeenschappen Herman L Popeijus, ere lector Kempelonderzoekcentrum Jeannette Geldens, lector

Nadere informatie

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Kempelonderzoekscentrum Jeannette Geldens, lector Monique van der Heijden, promovenda-docentonderzoeker Herman L. Popeijus, erelector Doelen en

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Evolueren naar leerwerkgemeenschappen: Betekenisvol Samen leraar worden

Evolueren naar leerwerkgemeenschappen: Betekenisvol Samen leraar worden Evolueren naar leerwerkgemeenschappen: Betekenisvol Samen leraar worden Workshop KHLeuven 3 mei 2011 Jeannette Geldens Herman L. Popeijus Kempelonderzoekscentrum Helmond Tue-Eindhoven School of Education

Nadere informatie

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Kempelonderzoekscentrum Jeannette Geldens, lector Monique van der Heijden, docentonderzoeker Herman L. Popeijus, erelector Popeijus, H. L., & Geldens,

Nadere informatie

Begeleiding Startende Leraren

Begeleiding Startende Leraren Begeleiding Startende Leraren Afgestudeerd en minder dan twee jaar bevoegd (2015 2017) Melanchthon christelijke scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs Rotterdam en Lansingerland Postbus 28211 3003

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;

Nadere informatie

2.4. Paul Hennissen en Pie Pelzer: Eisen aan opleidingsscholen Aanleiding Hoe is te werk gegaan?

2.4. Paul Hennissen en Pie Pelzer: Eisen aan opleidingsscholen Aanleiding Hoe is te werk gegaan? 2.4. Paul Hennissen en Pie Pelzer: Eisen aan opleidingsscholen Pie Pelzer (bovenschools schoolopleider van Movare) en Paul Hennissen hebben de vraag van de stuurgroep om een instrument te ontwikkelen dat

Nadere informatie

Inductietraject koppelen aan werkplekleren

Inductietraject koppelen aan werkplekleren Inductietraject koppelen aan werkplekleren Marcelle Hobma Kwaliteitsreeks opleidingsscholen Praktijk In-Zicht STEUNPUNT OPLEIDINGSSCHOLEN PO-R A AD VO-R A AD Inhoudsopgave Inleiding 5 1. Werkgroepen 6

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Probleemstelling Onderzoeksvraag Methode Resultaten Discussie Aanbevelingen en vervolgonderzoek

Inhoudsopgave. Probleemstelling Onderzoeksvraag Methode Resultaten Discussie Aanbevelingen en vervolgonderzoek De invloed van de leeromgeving en het docentgedrag op de motivatie om te studeren van aanstaande leraren primair onderwijs Helmond, 2014 Bron: Rooijmans, M. (2013). De invloed van de leeromgeving en het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Onderzoek in de opleiding

Onderzoeksrapport Onderzoek in de opleiding Onderzoeksrapport Onderzoek in de opleiding Helmond, 4april 2017 Yvette Thielen Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Begeleiding Monique van der Heijden Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Wat heeft dat te betekenen?!

Wat heeft dat te betekenen?! Wat heeft dat te betekenen?! De relatie tussen de ervaren betekenisvolheid van het rekenonderwijsaanbod en de resultaten op rekentoetsen op de pabo Puck Lamers, WO-student Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

Een kijkje in de schatkist van het Partnerschap Opleiden in de School

Een kijkje in de schatkist van het Partnerschap Opleiden in de School Een kijkje in de schatkist van het Partnerschap Opleiden in de School Na het verslag van het project De doorgaande lijn van leerkracht startbekwaam naar leerkracht basisbekwaam is er binnen het samenwerkingsverband

Nadere informatie

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen Professionaliseringsaanbod Pabo 2010 2011 OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen Inleiding Nieuw in ons aanbod! Een vervolg op de Post-HBO Coach en opleider in de school!

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence

Nadere informatie

Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7. Kenniscentrum Talentontwikkeling Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7 Kenniscentrum Talentontwikkeling Visie op Onderzoek in Opleidingsschool BOSS po Binnen OS BOSS po streven we ernaar om leerkrachten op te leiden die onderzoekend, intentioneel

Nadere informatie

1.5. Susan Beckers en Linda Verheijen 3 : De nieuwe rol van de slb er op de werkplek.

1.5. Susan Beckers en Linda Verheijen 3 : De nieuwe rol van de slb er op de werkplek. HOOFDSTUK 1: CURRICULUM 1.5. Susan Beckers en Linda Verheijen 3 : De nieuwe rol van de slb er op de werkplek. Susan Beckers en Linda Verheijen beschreven onderzoek naar de veranderende rol van de slb er

Nadere informatie

Met Sprongen Vooruit. Begeleiding startende leraren in regio Oost

Met Sprongen Vooruit. Begeleiding startende leraren in regio Oost Met Sprongen Vooruit Begeleiding startende leraren in regio Oost Deze brochure is een uitgave van de lerarenopleidingen van de Universiteit Twente en Hogeschool Windesheim. Enschede, februari 2014. Deze

Nadere informatie

MET SPRONGEN VOORUIT BEGELEIDING STARTENDE LERAREN IN REGIO OOST

MET SPRONGEN VOORUIT BEGELEIDING STARTENDE LERAREN IN REGIO OOST MET SPRONGEN VOORUIT BEGELEIDING STARTENDE LERAREN IN REGIO OOST Met sprongen vooruit 2 Deze brochure is een uitgave van de lerarenopleidingen van de Universiteit Twente en Hogeschool Windesheim. Enschede,

Nadere informatie

CHECKLIST PASSEND ONDERWIJS EN OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE OVERGANG VAN PO NAAR VO

CHECKLIST PASSEND ONDERWIJS EN OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE OVERGANG VAN PO NAAR VO AANSLUITING PO-VO AFSLUITING EN START CHECKLIST PASSEND ONDERWIJS EN OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE OVERGANG VAN PO NAAR VO Aan de hand van deze checklist kunnen school en schoolbestuur vaststellen in hoeverre

Nadere informatie

Stilstaan bij de start. Onderzoek naar begeleidingspraktijken voor startende leraren in po en vo. Chantal Kessels Jeannette J.M.

Stilstaan bij de start. Onderzoek naar begeleidingspraktijken voor startende leraren in po en vo. Chantal Kessels Jeannette J.M. Stilstaan bij de start Onderzoek naar begeleidingspraktijken voor startende leraren in po en vo Chantal Kessels Jeannette J.M. Geldens Stilstaan bij de start Onderzoek naar begeleidingspraktijken voor

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

Samenvatting. Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs

Samenvatting. Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs Samenvatting Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs Monique H. R. M. A. van der Heijden Verdediging 13 juni 2017 Dit proefschrift bevat vier

Nadere informatie

Ontwikkelscan Opleiden in de school Partnerschap Opleiden in de school Marc Cobben en Anje Ros

Ontwikkelscan Opleiden in de school Partnerschap Opleiden in de school Marc Cobben en Anje Ros Ontwikkelscan Opleiden in de school Partnerschap Opleiden in de school Marc Cobben en Anje Ros Functioneren als een professionele leergemeenschap Fase 1 (condities) Alle betrokkenen in de OLS zijn bereid

Nadere informatie

Stilstaan bij de start

Stilstaan bij de start Wat hebben startende leraren nodig om zich in de eerste jaren van hun beroepspraktijk te ontwikkelen tot stevige professionals? Voorlopige opbrengst literatuuronderzoek in het kader van het R&D-project

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

Begeleiden en opleiden van studenten door partnerscholen van de Marnix Academie

Begeleiden en opleiden van studenten door partnerscholen van de Marnix Academie Begeleiden en opleiden van studenten door partnerscholen van de Marnix Academie 2017-2018 Inhoudsopgave Intern Coördinator Opleiden in de school (ico)... 04 Update Intern Coördinator Opleiden in de school...

Nadere informatie

Uitwerkingen van Brainpower sessies

Uitwerkingen van Brainpower sessies Hieronder zijn de resultaten van de Brainpower ingeklonken weergegeven. We zijn zo dicht mogelijk gebleven bij de geschreven teksten, maar hebben de tweedeling leraar/directeur weggelaten. Het is voor

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Procesbeschrijving Bij het vormgeven aan het project Hoogbegaafdheid hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden, waaronder met andere samenwerkingsverbanden.

Nadere informatie

(registeropleiding Post-HBO)

(registeropleiding Post-HBO) De coördinator Taal Kenniscentrum de Kempel Deurneseweg 11 5709 AH Helmond 0492-514400 Helga van de Ven h.ven@kempel.nl De coördinator Taal Kenniscenter de Kempel 2016 (registeropleiding Post-HBO) 1 De

Nadere informatie

Jeannette Geldens & Tyche de Groot Kempelonderzoekscentrum Helmond. Peter Bom & Han Schipper Christelijke Hogeschool Ede

Jeannette Geldens & Tyche de Groot Kempelonderzoekscentrum Helmond. Peter Bom & Han Schipper Christelijke Hogeschool Ede Persoonlijk Meesterschap op de werkplek Professionele identiteitsspanningen die aanstaande en beginnende leraren op de werkplek ervaren en hoe ze ermee leren omgaan Jeannette Geldens & Tyche de Groot Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Professionele identiteitsspanningen die aanstaande en beginnende leraren op de werkplek ervaren en hoe ze ermee omgaan 1

Professionele identiteitsspanningen die aanstaande en beginnende leraren op de werkplek ervaren en hoe ze ermee omgaan 1 Persoonlijk Meesterschap op de werkplek aanstaande en beginnende leraren op de om gaan Doelen / masterclass (gebaseerd op een Project van het Center of Expertise Persoonlijk Meesterschap, www.cepm.nl)

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

PROFESSIONELE LEERGEMEENSCHAPPEN

PROFESSIONELE LEERGEMEENSCHAPPEN PROFESSIONELE LEERGEMEENSCHAPPEN 12 april 2017. BEDOELING. Toerusten om zelfstandig een PLG te leiden. Inspireren om een start te maken met een PLG binnen het team. BRONNEN PROGRAMMA Welkom Ophalen van

Nadere informatie

Samen opleiden, samenwerken en leren samen werken

Samen opleiden, samenwerken en leren samen werken Samen opleiden, samenwerken en leren samen werken Een onderzoek naar elementen van (leren) samenwerken en het belang dat basisscholen, aanstaande leraren en hogeschooldocenten hechten aan afspraken daarover

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017 Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn 28 juni 2017 Inleiding Vier in balans-monitor 2017 Hoe is het gesteld met de inzet van ict in het onderwijs? Kennisnet vraagt scholen hiernaar en bundelt de resultaten

Nadere informatie

Betekenisvol Leren Onderwijzen: van visie naar opleidingspraktijk door studentevaluaties

Betekenisvol Leren Onderwijzen: van visie naar opleidingspraktijk door studentevaluaties Betekenisvol Leren Onderwijzen: van visie naar opleidingspraktijk door studentevaluaties Helmond, september 2015 Verine Vissers, WO-student Universiteit Utrecht, Onderzoeker in opleiding KOC dr. Louise

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

IselingeAcademie. Je verder specialiseren in onderwijs doe je bij Iselinge Academie

IselingeAcademie. Je verder specialiseren in onderwijs doe je bij Iselinge Academie IselingeAcademie post-hbo, masters en teamscholing Je verder specialiseren in onderwijs doe je bij Iselinge Academie 2019-2020 Iselinge Academie Iselinge Academie realiseert samen met Iselinge Hogeschool

Nadere informatie

Ben jij een cluster intern begeleider die verbindt?

Ben jij een cluster intern begeleider die verbindt? Ben jij een cluster intern begeleider die verbindt? Misschien herken je het wel: je bent op zoek naar een nieuwe uitdaging in het onderwijs. Dan ben je bij WereldKidz aan het goede adres. Voor onze scholen

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

BEGELEIDING STARTENDE LERAREN IN REGIO OOST

BEGELEIDING STARTENDE LERAREN IN REGIO OOST BEGELEIDING STARTENDE LERAREN IN REGIO OOST EERSTE RESULTATEN RUG MBT DE BEGELEIDINGSMONITOR MAART/APRIL 2018 WAAROM BEGELEIDING STARTENDE LERAREN? Praktijkshock klachten Ontwikkeling van starters wordt

Nadere informatie

De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics

De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics Hoe kunnen we gedragsproblemen in het onderwijs substantieel verminderen? Een integrale benadering voor op de werkvloer leidt tot minder ervaren

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Bernard Teunis & Nienke van der Steeg b.teunis@poraad.nl n.vandersteeg@poraad.nl Opzet workshop 1. Voorstellen 2. Answergarden

Nadere informatie

Samen. stevige. ambities. werken aan. www.schoolaanzet.nl

Samen. stevige. ambities. werken aan. www.schoolaanzet.nl Samen werken aan stevige ambities www.schoolaanzet.nl School aan Zet biedt ons kennis en inspiratie > bestuurder primair onderwijs Maak kennis met School aan Zet School aan Zet is de verbinding tussen

Nadere informatie

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier: Bijlage bij Andriessen, D. en Van der Marel, I. (2015) Beoordelingsmodel voor eindwerkstukken voor een Faculteit Economie & Manage-ment in het hbo. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Jaargang 33, Nr. 2,

Nadere informatie

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste 1. Inleiding De koers voor de komende jaren, zoals beschreven in het strategisch beleidsplan 2011-2014 heeft consequenties voor gewenste managementstijl van de school. In de managementvisie 2011-2014 heeft

Nadere informatie

Professionalisering van de werkplekbegeleider

Professionalisering van de werkplekbegeleider Professionalisering van de werkplekbegeleider Kwaliteitsreeks opleidingsscholen Praktijk in zicht STEUNPUNT OPLEIDINGSSCHOLEN PO-R A AD VO-R A AD Inhoudsopgave Inleiding 5 1. Waarom professionalisering

Nadere informatie

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren. Basisschool De Buitenburcht Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren. Dit is de beknopte versie van het schoolplan 2015-2019 van PCB de Buitenburcht in Almere. In het schoolplan

Nadere informatie

Medewerker onderwijsontwikkeling

Medewerker onderwijsontwikkeling Medewerker onderwijsontwikkeling Doel Ontwikkelen van en adviseren over het onderwijsbeleid en ondersteunen bij de implementatie en toepassing ervan, uitgaande van de geformuleerde strategie van de instelling/faculteit

Nadere informatie

Schoolleider tussen functie en beroep

Schoolleider tussen functie en beroep Schoolleider tussen functie en beroep Resultaten van twee enquête-onderzoeken onder schoolleiders en bestuurders 2015 September 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Schoolleider tussen functie en beroep...

Nadere informatie

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan Juni 2013 Erica de Bruïne (Hogeschool Windesheim) Hans van Huijgevoort (Fontys OSO) Hettie Siemons (Hogeschool Utrecht, Seminarium

Nadere informatie

Peer review in de praktijk

Peer review in de praktijk Rotterdam, maart 2013 Gwen de Bruin Susan van Geel Karel Kans Inhoudsopgave Inleiding Vormen van peer review Wat is er nodig om te starten met peer review? Wat levert peer review op? Succesfactoren Inleiding

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

Keurmerk verdieping bij hercertificering

Keurmerk verdieping bij hercertificering Keurmerk verdieping bij hercertificering Verdieping op schoolniveau Maximaal 6 jaar na het behalen van het Keurmerk Opleidingsschool moet een school aantonen dat de kwaliteit van het samen opleiden nog

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ Basisschool t Kwekkeveld School/instelling: Basisschool t Kwekkeveld Plaats: Schijndel BRIN-nummer: 13CK Postregistratienummer: 08.H2727425 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

Kader notitie Academische werkplaats

Kader notitie Academische werkplaats Kader notitie Academische werkplaats Het UWV en het KCVG hebben gekozen voor de Academische Werkplaats als samenwerkingsvorm tussen universiteit en UWV-regio om de doelstelling van academisering te bereiken.

Nadere informatie

Dat leren, dat werkt echt goed!

Dat leren, dat werkt echt goed! Dat leren, dat werkt echt goed! Randvoorwaarden voor succesvolle trajecten Paul Hennissen Lector Opleiden in de School De Nieuwste Pabo Sittard Dat leren, dat werkt echt goed! Kies een voor jou effectieve

Nadere informatie

Op expeditie naar waarde(n)

Op expeditie naar waarde(n) Op expeditie naar waarde(n) 21e eeuwse educatie Effectief leiderschap Vakmanschap: de leraar doet ertoe! Verbinding met de gemeenschap Waardengedreven onderwijs Op expeditie naar waarde(n) De hele opvoeding

Nadere informatie

HANDLEIDING SCAN PASSEND ONDERWIJS

HANDLEIDING SCAN PASSEND ONDERWIJS HANDLEIDING SCAN PASSEND ONDERWIJS MAART 2019 HANDLEIDING SCAN PASSEND ONDERWIJS De scan Passend Onderwijs geeft u inzicht in het passend onderwijs op uw school. Volgens de Wet passend onderwijs dienen

Nadere informatie

Fleur Deenen en Jeannette Geldens VELONcongrespresentatie 26 maart 2015

Fleur Deenen en Jeannette Geldens VELONcongrespresentatie 26 maart 2015 Studentevaluaties leveren een bijdrage! VELONcongres, do 26 maart 2015 Congres voor lerarenopleiders: De kunst van het opleiden Zichtlijn 1: Ontwikkeling van de professionele identiteit van de lerarenopleider

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

Interactieve sessie. Leraren als change agents. Leraren als change agents

Interactieve sessie. Leraren als change agents. Leraren als change agents Interactieve sessie Leraren als change agents drs. Monique van der Heijden, Hogeschool de Kempel dr. Jeannette Geldens, Kempelonderzoekscentrum dr. mr. Herman Popeijus, Kempelonderzoekscentrum prof. dr.

Nadere informatie

3.1. Susan Beckers, Linda Verheijen: Logboek als middel voor professionalisering

3.1. Susan Beckers, Linda Verheijen: Logboek als middel voor professionalisering 3.1. Susan Beckers, Linda Verheijen: Logboek als middel voor professionalisering Susan Beckers en Linda Verheijen beschreven onderzoek naar het logboek als middel voor professionalisering van instituutsopleiders.

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1

Samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting Dit proefschrift onderzocht manieren om community ontwikkeling in opleidingsscholen te stimuleren. De vier studies leverden inzichten op in de manier waarop docentenin-opleiding (dio s) samenwerken

Nadere informatie

Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs

Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs VELON/VELOV CONFERENTIE Brussel, 4-5 februari 2016 Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs Fontys Hogescholen, Eindhoven Dr. E. Klatter, Dr. K. Vloet, Dr. S. Janssen & MEd

Nadere informatie

MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR

MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR WERKPLEKLEREN IN DE BBL PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK IN HET MBO WERKPLEKLEREN IN DE FASTSERVICE EEN VERKENNENDE EVALUATIE VAN DE MIDDELBARE BEROEPSOPLEIDING

Nadere informatie

Onderwijskundige Visie

Onderwijskundige Visie Onderwijskundige Visie 1 Inleiding Missie Het kind Het kind staat voorop en dus centraal. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Elk kind is bijzonder en elk kind mag er zijn. Kinderen zijn niet gelijk,

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Beoordelingsformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

De weg omhoog of de weg omlaag?

De weg omhoog of de weg omlaag? De weg omhoog of de weg omlaag? Paul Hennissen Lector Opleiden in de School De Nieuwste Pabo 3 oktober 2015 Berg en Dal Inductie & basisbekwaam Beginners / beginnende leraren 3 oktober 2015 3 oktober

Nadere informatie

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan oktober 2011 Erica de Bruïne (Hogeschool Windesheim) Hans van Huijgevoort (Fontys OSO) Hettie Siemons (Hogeschool Utrecht, Seminarium

Nadere informatie

Stilstaan bij de start. Onderzoek naar begeleidingspraktijken voor startende leraren in po en vo

Stilstaan bij de start. Onderzoek naar begeleidingspraktijken voor startende leraren in po en vo Stilstaan bij de start Onderzoek naar begeleidingspraktijken voor startende leraren in po en vo Onder redactie van: Chantal Kessels Jeannette J.M. Geldens Stilstaan bij de start Onderzoek naar begeleidingspraktijken

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. School met de Bijbel De Kraats

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. School met de Bijbel De Kraats RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK School met de Bijbel De Kraats Plaats : Bennekom BRIN nummer : 07KR C1 Onderzoeksnummer : 292407 Datum onderzoek : 13 april 2017 Datum vaststelling : 20 juni

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

Help de starter op weg!

Help de starter op weg! Help de starter op weg! 7 producten voor ondersteuning in de inductiefase Opbrengsten deelproject C startende leerkracht van project Versterken Samenwerken Oktober 2016 M. Louise van Lieshout Partnerschap

Nadere informatie

De PLG-bril. De drie capaciteiten

De PLG-bril. De drie capaciteiten De PLG-bril De PLG-bril (Verbiest, 2008) kan als hulpmiddel gebruikt worden om na te gaan in hoeverre de leerprocessen op verschillende niveaus met elkaar verbonden zijn en verbonden zijn aan de koers.

Nadere informatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen: 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingsschool 1 Informerend document voor de Alliantie / Notre Dame des Anges

Onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingsschool 1 Informerend document voor de Alliantie / Notre Dame des Anges Onderzoek kwaliteit opleidingsschool 1 Onderzoek naar de kwaliteit opleidingsschool 1 Informerend document voor de des Anges Miranda Timmermans Bas van Lanen April, Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is. Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een is. Plan van aanpak 1.aanleiding (10 punten) Er is geen duidelijk omschreven aanleiding

Nadere informatie

Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals

Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals Citeren als: Bergh, Linda van den; Diemel, Karin & Zon, Anja van ). Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals.

Nadere informatie

Competentie 7: Reflectie en ontwikkeling

Competentie 7: Reflectie en ontwikkeling Competentie 7: Reflectie en ontwikkeling Vaardigheden: Reflecteren op persoon, proces en product Eigen portfolio beheren Kennis: Reflectie Zelfsturing CAO-VO-2011-2012: Scholingsrecht PO (H9) Scholingsrecht

Nadere informatie

Kennismaking. Introducties mentoren/ studenten duale trajecten

Kennismaking. Introducties mentoren/ studenten duale trajecten Kennismaking Introducties mentoren/ studenten duale trajecten Speeddate Vorm duo s of trio s. Jullie krijgen 5 minuten de tijd om met elkaar in gesprek te gaan rond opgegeven vragen. Veel plezier. Speeddate

Nadere informatie

HET WERK EN DE LEERBEHOEFTEN VAN LERARENOPLEIDERS

HET WERK EN DE LEERBEHOEFTEN VAN LERARENOPLEIDERS HET WERK EN DE LEERBEHOEFTEN VAN LERARENOPLEIDERS VELONCONGRES 2017 J.J.DENGERINK@VU.NL 1 LERARENOPLEIDERS UIT Noorwegen NTNU Trondheim Engeland UEL London Schotland U Aberdeen Ierland U Limerick Vlaanderen

Nadere informatie

Landelijk Expertisecentrum voor Onderwijs en Zorg. Inclusief Bekwaam: Ontwikkelscan

Landelijk Expertisecentrum voor Onderwijs en Zorg. Inclusief Bekwaam: Ontwikkelscan Landelijk Expertisecentrum voor Onderwijs en Zorg Inclusief Bekwaam: Ontwikkelscan Beeld van een leraar? Autonoom Avontuurlijk Professioneel Ontwikkelscan zelfbeoordeling met het oog op ontwikkeling ontwikkeld

Nadere informatie

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum De kracht van het primair onderwijs Activiteiten Arbeidsmarktplatform 2017 Waarvoor kunt u in 2017 bij het Arbeidsmarkplatform PO terecht? Welke thema s staan dit jaar centraal? Hieronder staan de thema

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie