Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum

Transcriptie

1 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum in het kader van de overschrijding van de geluidproductieplafonds Status definitief Versie 002 Rapport M R001 Datum 15 september 2015

2 l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Colofon Opdrachtgever Contactpersoon ProRail Postbus GA UTRECHT de mevouw G. Woestenenk Project Spoorlijn Leeuwarden - Mantgum Betreft Maatregelonderzoek overschrijding geluidproductieplafonds Uw kenmerk - Rapport M R001 Datum 15 september 2015 Versie 002 Status definitief Uitgevoerd door Informatie Auteur Verantwoordelijk Verwerkt door DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. Casuariestraat VB Den Haag Postbus CJ Den Haag dr. A.Y. (Arnaud) Kok ko@dgmr.nl dr. A.Y. (Arnaud) Kok ko@dgmr.nl ir. M.H.J. (Mark) Bakermans bk@dgmr.nl BK BRA 2

3 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Inhoud 1. Inleiding 4 2. Wettelijk kader Wet milieubeheer-onderdeel geluidproductieplafonds Methodiek doelmatigheidsafweging Reken- en meetvoorschrift Afbakening onderzoeksgebied Clustering van objecten 7 3. Situatie en onderzoekgebied 9 4. Uitgangspunten Resultaten Conclusie 14 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Overzicht GPP punten met overschrijding Overzicht rekenmodel Rekenresultaten l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx

4 l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum 1. Inleiding Bij de inwerkingtreding van de wijziging van de Wet milieubeheer op 1 juli 2012 is de methodiek voor het toetsen van geluid langs (hoofd)spoorwegen gewijzigd. Hiertoe zijn geluidproductieplafonds (GPP) op 50 meter van het spoor en op een onderlinge afstand van 100 meter vastgesteld. Prorail moet jaarlijks een nalevingsverslag opstellen, waarin wordt aangegeven of al dan niet de geluidproductieplafonds worden nageleefd en welke maatregelen getroffen zijn om hieraan te (gaan) voldoen. Prorail heeft na analyse vastgesteld dat op een deel van de spoorlijn Leeuwarden Mantgum een overschrijding dreigt van geluidproductieplafonds. Prorail heeft om deze reden ervoor gekozen een plafondwijzigingsprocedure voor dit traject op te starten. In dat geval schrijft de wet voor dat er een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd om te onderzoeken of maatregelen (bijvoorbeeld een geluidsscherm) doelmatig zijn (conform het Besluit geluid milieubeheer). Dit onderzoek dient ter onderbouwing van de te wijzigen geluidproductieplafonds, waarbij het ook mogelijk is dat maatregelen getroffen worden, waardoor de geluidproductieplafonds niet gewijzigd hoeven te worden. Om te voorkomen dat er maatregelen getroffen worden die op korte termijn achterhaald zijn, wordt een onderzoek uitgevoerd naar maatregelen om bij een toekomstige dienstregelingen (prognose) te voldoen aan de geluidproductieplafonds. Het voorliggende onderzoek geeft antwoord op de volgende vraag: Welke maatregelen zijn financieel doelmatig daar waar met een prognose voor 2025 de geluidproductieplafonds worden overschreden? In dit rapport wordt eerst ingegaan op het wettelijk kader en de regels voor de doelmatigheidsafweging, vervolgens wordt ingegaan op de situatie. Daarna volgen de uitgangspunten en de resultaten met de uitwerking van de maatregelafweging. Uiteindelijk volgt de conclusie. 4

5 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum 2. Wettelijk kader 2.1 Wet milieubeheer-onderdeel geluidproductieplafonds In de Wet milieubeheer (Wm) hoofdstuk 11, titel 11.3, staan regels opgenomen voor geluid vanwege wegen, in beheer van het Rijk, en hoofdspoorwegen, die zijn aangegeven op de geluidplafondkaart. Conform artikel van de Wm zijn aan weerszijden van een spoorweg referentiepunten geprojecteerd. Deze referentiepunten liggen om de 100 meter op 4 meter hoogte boven lokaal maaiveld, op een vaste afstand van 50 meter aan weerszijden van het spoor. Op ieder referentiepunt geldt een geluidproductieplafond (GPP), dat is gebaseerd op het gemiddelde geluidsniveau in 2006, 2007 en 2008 vermeerderd met 1.5 db. Overschrijding van het GPP is niet zonder meer toegestaan. Bij een dreigende overschrijding dient er een gedetailleerd onderzoek te worden uitgevoerd waarin onderzocht wordt of maatregelen getroffen kunnen worden om de overschrijding van de plafondwaarde te voorkomen. Om dit te monitoren moet Prorail jaarlijks voor 1 oktober een verslag indienen met betrekking tot naleving van de plafonds (artikel 11.22, lid 1 van de Wm). Conform artikel van de Wm kan de beheerder een aanvraag doen voor wijziging van een GPP. Ter voorbereiding op een dergelijke wijziging dient een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. Dit onderzoek heeft betrekking op de geluidsbelasting bij geluidsgevoelige objecten. De wijze waarop dit onderzoek moet worden uitgevoerd is beschreven in het Besluit geluid milieubeheer (Bgm). Belangrijk onderdeel hiervan is dat maatregelen worden onderzocht, die doelmatig zijn, om de geluidsbelasting bij de geluidsgevoelige objecten te reduceren. Na uitvoering van dit akoestische onderzoek zijn er vier mogelijkheden: 1 Maatregelen zijn niet doelmatig of onvoldoende effectief: de geluidproductie op de referentiepunten wordt opnieuw berekend en het GPP wordt verhoogd. 2 Bronmaatregelen zijn doelmatig en voldoende effectief: de geluidproductie blijft gelijk. Het GPP wordt niet aangepast. 3 Schermmaatregelen (eventueel in combinatie met bronmaatregelen) zijn doelmatig en voldoende effectief: de geluidproductie op de referentiepunten wordt opnieuw berekend en zo nodig wordt het GPP verlaagd. 4 Er worden wijzigingen doorgevoerd in de dienstregeling zodanig dat geen overschrijding van de plafonds meer optreden. l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Opgemerkt moet worden dat het akoestisch onderzoek betrekking heeft op de geluidsbelasting ter plaatse van geluidsgevoelige objecten terwijl de vaststelling (verhoging of verlaging) van de geluidproductieplafonds op referentiepunten gebeurt. Het is daarom mogelijk dat een geluidsmaatregel wel effectief is bij een woning, maar minder of meer effectief op een referentiepunt. Daarbij kan het dan voorkomen dat op woningniveau er voldoende reductie wordt behaald terwijl toch de geluidproductie hoger is en het GPP wordt verhoogd. 2.2 Methodiek doelmatigheidsafweging Voor het uitvoeren van een doelmatigheidsafweging voor het treffen van maatregelen, worden berekeningen uitgevoerd om de geluidsbelasting te bepalen bij geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen). Hierbij worden alleen die bestemmingen meegenomen die binnen het vooraf gedefinieerde onderzoeksgebied liggen. Conform tabel 1 uit bijlage 1 van het Besluit geluid milieubeheer wordt afhankelijk van de geluidsbelasting een aantal reductiepunten per woning bepaald. Alle reductiepunten van woningen binnen een cluster worden bij elkaar opgeteld waarbij een cluster is gedefinieerd als een groep woningen die kunnen profiteren van dezelfde geluidsmaatregel.

6 l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Voorafgaand aan het uitvoeren van een dergelijke maatregelafweging wordt de streefwaarde bepaald. De maatregelen hebben als doel om deze streefwaarde te behalen. Voor niet-saneringswoningen is de streefwaarde gelijk aan de geluidsbelasting met gevuld plafond of 55 db, afhankelijk van welke hoger is. Voor saneringswoningen is de streefwaarde gelijk aan 65 db. Langs de spoorlijn zijn geen saneringswoningen aanwezig (geen woningen op BSV-lijst, geen Grote groei traject en geluidsbelastingen lager dan NOMO-grenswaarde van 70 db) en is de streefwaarde dan ook gelijk aan de situatie met volledig gevuld plafond. Maatregelen worden in de volgende volgorde beschouwd (conform artikel Bgm): 1 Plaatsen raildempers (niet mogelijk bij wissels en overgangen en op andere bovenbouw dan betonnen dwarsliggers). 2 Plaatsen geluidsschermen. Ook het vervangen van een stalen brug door een betonnen brug of het toepassen van een onderbouwconstructie of stille spoorstaafbevestiging op een brug zijn mogelijke maatregelen. Ten aanzien van de systematiek van doelmatigheidsafweging gelden vier regels: Regel 1: maatregelen treffen tot de streefwaarde bereikt is. Regel 2: maatregelen treffen tot het (fictieve) budget op is. Regel 3: maatregelen treffen tot 95% van de maximaal haalbare geluidsreductie. Regel 4: geen recente maatregelen slopen (kapitaalvernietiging). Regel 1: Er geldt dat er geen verdere maatregelen getroffen worden als de maximale geluidsreductie is behaald. Deze maximale geluidsreductie wordt gedefinieerd als het verschil tussen de situatie zonder maatregelen en de streefwaarde. Concreet houdt dit in dat er geen verdere maatregelen getroffen worden als de streefwaarde is behaald ook al is er nog een resterend maatregelbudget. Wel geldt als eis dat bij toepassing van een geluidsscherm (eventueel in combinatie met raildempers) de geluidsreductie voor minimaal één geluidsgevoelig object in een cluster minimaal 5 db moet bedragen. Regel 2: Voor het treffen van maatregelen worden maatregelpunten (=kosten) berekend. Maatregelen kunnen alleen doelmatig zijn als het aantal maatregelpunten lager of gelijk is aan het aantal beschikbare reductiepunten (=budget) per cluster van woningen, die profiteren van die maatregel. In tabel 1 en 2 van bijlage 3 van de Regeling geluid milieubeheer is het aantal maatregelpunten voor maatregelen opgenomen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen bronmaatregelen (raildempers) en overdrachtsmaatregelen (geluidsschermen). Daarnaast is het mogelijk om als bronmaatregel een stalen brug te vervangen of deze stiller te maken. Hiervoor zijn geen algemene kentallen bekend, maar kan wel een onderbouwing plaatsvinden afhankelijk van de brug. Regel 3: Indien een maatregel getroffen wordt waardoor voor 95% van de geluidsgevoelige objecten de maximale geluidsreductie wordt behaald dan zijn verdere maatregelen niet meer doelmatig, ondanks dat er misschien reductiepunten beschikbaar zijn. Hiermee wordt voorkomen dat voor een klein aantal woningen met een resterende overschrijding er een veel groter maatregelpakket wordt getroffen. 6

7 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Regel 4: In de situatie waar reeds een geluidsscherm staat, wordt geen nieuw scherm geplaatst als dit scherm bij start van uitvoering van het werk minder dan 10 jaar oud is, niet ophoogbaar is en een vergelijkbaar effect heeft als het doelmatige geluidsscherm. 2.3 Reken- en meetvoorschrift De berekeningen zijn uitgevoerd conform het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, bijlage IV Spoorweg (RMG2012). Hiertoe is er een akoestisch rekenmodel opgesteld conform standaard Rekenmethode II van het rekenvoorschrift. 2.4 Afbakening onderzoeksgebied In artikel 5.10, lid 2 van het RMG2012, zijn regels opgenomen voor de afbakening van het onderzoeksgebied. Het betreft een onderzoek naar geluidsgevoelige objecten, die binnen het gebied liggen waarin de referentiepunten met een overschrijding van het geluidproductieplafond liggen. De grens wordt bepaald door een lijn loodrecht op de as van de spoorbaan en precies tussen de referentiepunten. Ten aanzien van de buitengrens stelt lid 4 van artikel 5.10 dat geluidsgevoelige objecten waarbij de voorkeursgrenswaarde (55 db) niet wordt overschreden, niet worden meegenomen. Dit kan worden aangetoond door een 55 db-contour te berekenen. Objecten buiten deze contour zullen naar redelijke verwachting geen geluidsbelasting ondervinden boven de voorkeursgrenswaarde. Een voorbeeld van de afbakening is hieronder weergeven: l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx figuur 1: voorbeeld afbakening onderzoekgebied behorende bij één referentiepunt (bron: toelichting RMG2012) 2.5 Clustering van objecten Bij het onderzoek naar doelmatige maatregelen worden geluidsgevoelige objecten binnen het onder hoofdstuk 2.4 benoemde onderzoekgebied geclusterd. Een cluster wordt gedefinieerd als een groep geluidsgevoelige objecten die kan profiteren van dezelfde maatregel.

8 l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Voor bronmaatregelen kunnen dat objecten zijn aan beide zijden van het spoor en voor schermmaatregelen zijn dat alleen objecten aan één zijde van het spoor. De reductiepunten van de individuele objecten in een cluster worden bij elkaar opgeteld waarmee onderzocht wordt of dit voldoende is om bepaalde maatregelen te treffen (conform regel 2 uit hoofdstuk 2.2). Een goede manier om te onderzoeken of objecten behoren tot hetzelfde cluster is het gebruik van zichthoeken. Indien van twee objecten de zichthoek van 90 graden naar het spoor overlapt dan behoren deze objecten tot hetzelfde cluster. Hierbij geldt een zichthoek van 1x de afstand tot het spoor links en rechts van het spoor (1d). Een voorbeeld is hieronder weergegeven: figuur 2: voorbeeld clustering van woningen. De lichtblauwe objecten hebben overlappende zichthoeken en behoren tot één cluster. De grijze woning rechts heeft dit niet en deze behoort daarmee niet tot het cluster. 8

9 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum 3. Situatie en onderzoekgebied Het onderzoeksgebied behelst de wordt bepaald door een aantal referentiepunten langs de spoorlijn Leeuwarden Harlingen en de spoorlijn Leeuwarden Sneek - Stavoren waar overschrijding van geluidproductieplafonds voorkomen. In onderstaande figuur is weergegevens om welke referentiepunten het gaat en is het daarmee vastgestelde onderzoeksgebied weergegeven, in bijlage 1 zijn de referentiepunten weergegeven: l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx figuur 3: referentiepunten met een overschrijding en afbakening onderzoeksgebied (basisafbakening: tot 100 meter uit spoor) In bovenstaande figuur is te zien dat het onderzoeksgebied voor de spoorlijn Leeuwarden Sneek Stavoren loopt van km 2.5 tot 11.5 en voor de spoorlijn Leeuwarden Harlingen van 23.0 tot Tevens is te zien dat er een aantal gedeeltes zijn waar geen sprake is van een overschrijding van het GPP of dat er locaties zijn waar een GPP aan slechts één zijde van het spoor wordt overschreden.

10 l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Zoals in de vorige sectie is aangeven stopt het onderzoeksgebied, zodra er geen objecten meer zijn met een geluidsbelasting onder de voorkeursgrenswaarde van 55 db. Uit een eenvoudige berekening blijkt dat de 55 db contour (in de situatie met snelheidsverhoging en verhoogde intensiteit) op ongeveer 50 meter uit het spoor ligt voor de spoorlijn Leeuwarden Sneek Stavoren en 40 meter voor de spoorlijn Leeuwarden Harlingen. Voor de zekerheid is een onderzoeksgebied van 100 meter uit beide zijden van het spoor meegenomen. Het blijkt dat er binnen dat onderzoeksgebied 5 geluidsgevoelige objecten (woningen) gelegen zijn. In onderstaande figuren is de 55 db contour weergegeven voor representatieve gedeeltes van de spoorlijnen: figuur 4: 55 db contour in oranje voor een deel van de spoorlijnen (referentiepunten liggen op 50 meter uit het spoor, gehele contour is onderzoeksgebied) figuur 5: 55 db contour in oranje voor een deel van de spoorlijn Leeuwarden Sneek Stavoren (referentiepunten liggen op 50 meter uit het spoor, gehele contour is onderzoeksgebied) 10

11 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum 4. Uitgangspunten Voor dit onderzoek zijn een groot aantal gegevens als uitgangspunt gehanteerd, die door ProRail aangeleverd zijn. Deze gegevens zijn aangevuld met informatie uit andere bronnen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de gebruikte gegevens en de herkomst hiervan. Er zijn twee akoestische rekenmodellen opgesteld. Het eerste model is opgesteld om de geluidsbelastingen op geluidsgevoelige objecten vast te stellen op basis van het geluidsregister met gevuld plafond. Het tweede model is opgesteld om de geluidsbelasting te bepalen bij een toekomstige prognose. De meeste gegevens zijn voor alle twee de modellen identiek. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel. tabel 1: gehanteerde gegevens wat eigenschap herkomst bebouwing ligging conform Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), peildatum 12 augustus 2015 hoogte door Prorail aangeleverde Idelft-gegevens (november 2012) adres ligging+type bestemming conform BAG, peildatum 12 augustus 2015 schermen ligging+hoogte uit geluidsregister Prorail peildatum hoogtelijnen ligging+hoogte HgtLnV def.zip uitgeleverd door Prorail 6 aug 2013 absorberende bodem ligging conform TOP10NL, peildatum juni 2015 toetspunten per bouwlaag voor meest geluidbelaste gevel gemodelleerd door DGMR spoorbaan ligging en hoogte conform geluidsregister Prorail, peildatum perrons en kunstwerken ligging conform geluidsregister Prorail, peildatum Voor de prognose variant is door ProRail separaat een export (peildatum 15 juli 2015) uit het programma Soundcheck geleverd. De ligging van de baan inclusief snelheid en intensiteit is hieruit overgenomen. In navolgende tabellen zijn de treinintensiteiten weergeven uit het register en met de prognose. tabel 2: treinintensiteiten in eenheden per uur, model L den,gpp (geluidregister), beide richtingen samen type trein spoorlijn Leeuwarden Sneek Stavoren spoorlijn Leeuwarden Harlingen dag avond nacht dag avond nacht DH GTW2-R-DMU l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx tabel 3: treinintensiteiten in eenheden per uur, model L den,prgnose (prognose, 2025), beide richtingen samen type trein spoorlijn Leeuwarden Sneek Stavoren spoorlijn Leeuwarden Harlingen dag avond nacht dag avond nacht DH GTW2-R-DMU In de tabellen is te zien dat alleen voor spoorlijn Leeuwarden Sneek Stavoren de intensiteiten zijn aangepast. Dit omdat dit het spoorlijndeel is waar uitgegaan wordt van de prognose. Naast intensiteiten omvat de wijziging op het spoor Leeuwarden Sneek Stavoren een snelheidsverhoging tot maximaal 130 km/h. De snelheden zijn weergegeven in onderstaande figuur.

12 l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum figuur 6: rijsnelheden uit het geluidregister (links) en de prognose. In bijlage 2 zijn figuren opgenomen met het rekenmodel en de ligging van de rekenpunten. 12

13 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum 5. Resultaten In onderstaande tabel zijn de maatgevende geluidsbelastingen voor de vijf geluidsgevoelige objecten binnen het onderzoeksgebied weergegeven. In bijlage 3 zijn voor alle verdiepingen en aan de spoorzijde georiënteerde gevels de geluidsbelasting weergegeven. tabel 4: maatgevende geluidsbelastingen (in db) ter plaatse van de vijf woningen adres LdenGPP Lden prognose overschrijding Hegedyk 15 Boksum ja Hegedyk 47 Jellum 55 nee Arsumerdyk 2 Jorwert 54 nee Hilaarderdyk 1 Jellum nee Asrumerdyk 3/3a Jorwert nee In de tabel is te zien voor alle woningen de geluidsbelasting toeneemt. Tevens is te zien dat alleen voor Hegedyk 15 de voorkeursgrenswaarde van 55 db wordt overschreden. Om deze reden is de doelmatigheid van maatregelen alleen onderzocht voor de Hegedyk 15. De geluidsbelasting bedraagt 66 db. Conform bijlage 1 van het Bgm zijn er 3900 reductiepunten beschikbaar om maatregelen te treffen. Hiervoor kunnen maximaal 134 meter aan raildempers geplaatst worden. Voor het treffen van een doeltreffende maatregel is uitgegaan van een 1D zichthoek vanuit de contouren van het gebouw. Dit is een lengte van 60 meter. Het plaatsen van raildempers is derhalve mogelijk doelmatig. De locatie van de raildempers is onder weergegeven. l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx figuur 7: raildempers (van km 4.57 tot 4.63) en 1D-zichthoek ter hoogte van de Hegeydyk 15 Na het plaatsen van de raildempers is de geluidsbelasting ter hoogte van de Hegedyk 15 gereduceerd tot de streefwaarde (L dengpp) van 64 db.. Hiermee is de maximaal te behalen reductie bereikt en zijn verdere maatregelen niet doelmatig. In bijlage 3 is per toetspunt en per gevel de geluidsbelasting opgenomen.

14 l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum 6. Conclusie Uit het onderzoek blijkt dat binnen het onderzoeksgebied (het gebied waarbinnen er sprake is van overschrijdingen van de vastgestelde geluidproductieplafonds) er slechts één geluidsgevoelig object (woning Hegedyk 15 te Boksum) is waarbij sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. Tevens wordt de streefwaarde voor deze woning overschreden. Voor deze woning zijn potentieel doelmatige maatregelen afgewogen. Het blijkt dat na het toepassen van raildempers over een lengte van 60 meter wordt voldaan aan de streefwaarde. Nadere maatregelen zijn niet doelmatig. Uit nadere berekeningen met het programma Soundcheck zullen, na het invoeren van emissies behorende bij raildempers de GPP s berekend en opnieuw vastgesteld worden. tabel 5: overzicht te treffen maatregelen spoorlijn Leeuwarden Mantgum spoorlijn maatregel lengte km van km tot Leeuwarden Sneek Stavoren raildempers 60 meter ir. M.H.J. (Mark) Bakermans DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. 14

15 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Bijlage 1 Titel Overzicht GPP-punten met overschrijding l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx

16 ,9 60,6,9 54,9 53,7 54,9 55,8 53,3 54,7 54,4,3 54,3 55,1 53,2,2 56,4 55,2 54,4 54,7 54,2,9 53,6 54,1 54,7 51,7 59,1 53,6 53, ,2 54,3,5 54,6 53,9 53,9 53,7 54,4,6 53,5 54,3 56,4 54,6 55,1,7 55,4 55,4 55,2 54,6 54,2 54,8 53,2 55,5 54,8 53,9 54, ,1 55,8 55,9 56,5 55,7 54,4 56,3 56,3 56,1 55,9 55,5 55,1 55,4 55,5 55,2 55,4 56,8 54,8 54,6 56,2 56,3 55,9 55,3 55,3 54,3 55,5 55,4 54,8 55,9 54,6 56,5 55,2 55,4 55,4 55,3 55,6 55,4 55,9 54,1 54,9 55,1 56,5 55,6 55,3 56,6 56,1 55,6 55,2 55,4 56,6 54,1 56,1 55,4 58, ,4 50,3 49,7 46,4 53,1,6 55,3 44,3 44,2,2 55,5 53,1 55,5 43,7,1 56,8 47,3,8 56,1 55,4,2 44,8 55,3 46,8 56,1 44,8 54,9,5 55,7 55,1 54,7 50,5 55,8,6 56,1 55,8 48,2 56,3 55,6 51,4 49,5 57,7 54,2 51,9 56,6 55,8 54,1 53,1 51,4 58, ,3 54,3 50,3,8 51,8,3,6 53,5,6,1,7,9 53,6 53,8 53,2,2,6,4,3 54,3,5,9,6,1,3 53,4,3 48,2 49,9,5 53,8,5 49,5 53,1,3 50,3 51,9,5 54,2,5,2 53,3 Leeuwarden - Mantgum Snelheidsaanpassing tussen 4,2-11,5 Intensiteitaanpassing tussen 2,5-11, nieuw GPP variant 2

17 l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Bijlage 2 Titel Overzicht rekenmodel

18 M Akoestisch onderzoek maatregelen GPP overschrijding Leeuwarden Mantgum Legenda Hectopunten banen onderzoeksgebied geluidgevoelig Bebouwing bodem Hegedyk 15 Boksum 1b 1c1a 1d 4.6 Bijlage 2.1: Overzicht rekenmodel

19 M Akoestisch onderzoek maatregelen GPP overschrijding Leeuwarden Mantgum Hegedyk 47 Jellum Legenda Hectopunten geluidgevoelig banen Bebouwing onderzoeksgebied bodem Bijlage 2.2: Overzicht rekenmodel 2a 2b Hilaarderdyk 1 Jellum 3a

20 M Akoestisch onderzoek maatregelen GPP overschrijding Leeuwarden Mantgum Legenda Hectopunten banen onderzoeksgebied geluidgevoelig Bebouwing bodem Bijlage 2.3: Overzicht rekenmodel

21 M Akoestisch onderzoek maatregelen GPP overschrijding Leeuwarden Mantgum Legenda Hectopunten geluidgevoelig Arsumerdyk 2 Jorwert Asrumerdyk 3/3a Jorwert scherm/perron banen Bebouwing bodem 4a onderzoeksgebied 5 4b Bijlage 2.4: Overzicht rekenmodel

22 M Akoestisch onderzoek maatregelen GPP overschrijding Leeuwarden Mantgum Legenda Hectopunten scherm/perron banen onderzoeksgebied geluidgevoelig Bebouwing bodem Bijlage 2.5: Overzicht rekenmodel

23 Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum Bijlage 3 Titel Rekenresultaten l:\doc\m\2015\073500\m r001-2.docx

24 M Akoestisch onderzoek maatregelen GPP overschrijding Leeuwarden Mantgum Rekenresultaten Lden in db Bijlage 3 Prognose Puntnr adres hoogte LdenGPP zonder maatregel met maatregel 1a Hegedyk 15 Boksum a Hegedyk 15 Boksum b Hegedyk 15 Boksum b Hegedyk 15 Boksum c Hegedyk 15 Boksum c Hegedyk 15 Boksum d Hegedyk 15 Boksum d Hegedyk 15 Boksum a Hegedyk 47 Jellum nvt 2a Hegedyk 47 Jellum nvt 2b Hegedyk 47 Jellum nvt 2b Hegedyk 47 Jellum nvt 3a Hilaarderdyk 1 Jellum nvt 3a Hilaarderdyk 1 Jellum nvt 4a Asrumerdyk 3/3a Jorwert nvt 4a Asrumerdyk 3/3a Jorwert nvt 4a Asrumerdyk 3/3a Jorwert nvt 4b Asrumerdyk 3/3a Jorwert nvt 4b Asrumerdyk 3/3a Jorwert nvt 4b Asrumerdyk 3/3a Jorwert nvt 5 Arsumerdyk 2 Jorwert nvt 5 Arsumerdyk 2 Jorwert nvt