AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:"

Transcriptie

1 Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 21 mei 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak in zaak nr. 07/9761 van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, van 29 oktober 2007 in het geding tussen: en de staatssecretaris van Justitie.

2 / mei Procesverloop Bij besluit van 6 februari 2007 heeft de minister van Justitie (hierna: de minister) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 29 oktober 2007, verzonden op 6 november 2007, heeft de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, (hierna: de rechtbank) het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 4 december 2007, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2. Overwegingen 2.1. In zijn enige grief klaagt de vreemdeling, samengevat weergegeven, dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de minister zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vreemdeling de over zijn identiteit gerezen twijfel niet heeft weggenomen door, voor zover hier van belang, zijn Afghaanse paspoort over te leggen. Hij betoogt dat de rechtbank daarbij niet heeft onderkend dat het besluit van 6 februari 2007 in strijd is genomen met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), omdat de minister onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de juistheid van de inhoud van het paspoort. Volgens de vreemdeling had de minister zich niet, zonder hiernaar nader onderzoek te verrichten, op het standpunt mogen stellen dat vanwege de wijze waarop de verstrekking van het paspoort bij het Afghaanse consulaat is verlopen, dit niet als afdoende onderbouwing van de door de vreemdeling gestelde identiteit kan worden beschouwd. De vreemdeling voert daarbij aan dat hij er vanuit mocht gaan dat zijn identiteit voldoende is onderzocht door de Afghaanse consul die het paspoort heeft afgegeven. Het had volgens de vreemdeling derhalve op de weg van de minister gelegen om contact op te nemen met deze consul Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 28, afgewezen, indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen. Derhalve is het aan de vreemdeling om hetgeen door hem aan zijn aanvraag ten grondslag is gelegd tegenover de minister aannemelijk te maken, niet aan de minister om het tegendeel aannemelijk te maken. Ingevolge dat artikel, tweede lid, aanhef en onder f, wordt bij dat

3 / mei 2008 onderzoek mede betrokken dat de vreemdeling ter staving van zijn aanvraag geen reis- of identiteitspapieren dan wel andere bescheiden kan overleggen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van zijn aanvraag, tenzij de vreemdeling aannemelijk kan maken dat het ontbreken van deze bescheiden niet aan hem is toe te rekenen De minister heeft zich in het besluit van 6 februari 2007, voor zover hier van belang, op het standpunt gesteld dat de vreemdeling door zijn Afghaanse paspoort over te leggen er niet in is geslaagd de twijfel weg te nemen die over zijn identiteit is gerezen, omdat hij onder andere persoonsgegevens, dan waaronder hij in Nederland bekend staat, een aanvraag om een verblijfsvergunning in het Verenigd Koninkrijk heeft ingediend. De minister heeft hierbij van belang geacht dat uit de verklaringen - die de vreemdeling tijdens het gehoor op 25 september 2006 over zijn paspoortaanvraag en de behandeling daarvan heeft afgelegd - naar voren is gekomen, dat de toenmalige Afghaanse consul zich bij de afgifte van het paspoort heeft gebaseerd op door de vreemdeling overgelegde persoonsgegevens die waren opgenomen in een zogeheten w-document en een ziekenfondskaart, welke de vreemdeling in zijn bezit had. Deze persoonsgegevens berusten op eigen verklaringen van de vreemdeling, aangezien de vreemdeling destijds bij binnenkomst in Nederland geen Afghaanse documenten ter staving van zijn identiteit heeft overgelegd. Verder is volgens de minister niet gebleken dat de desbetreffende consul de persoonsgegevens waaronder de vreemdeling het paspoort heeft aangevraagd heeft geverifieerd bij de autoriteiten in Afghanistan dan wel anderszins. Dat dit wel zou zijn gebeurd heeft de minister onwaarschijnlijk geacht nu de vreemdeling na één uur te hebben gewacht het paspoort aan het einde van zijn bezoek aan het consulaat direct heeft kunnen meenemen alsmede omdat een dergelijke verificatie van de door de vreemdeling overgelegde persoonsgegevens bij de autoriteiten niet mogelijk was, aangezien uit het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van 10 februari 2006 inzake Afghanistan blijkt dat daar van een bevolkingsadministratie geen sprake is Niet in geschil is dat de vreemdeling ten tijde van het besluit van 6 februari 2007 beschikte over een authentiek Afghaans paspoort Dat de vreemdeling, nadat hem in Nederland op 14 november 2001 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was verleend, op 28 april 2002 onder opgave van andere persoonsgegevens als waaronder hij in Nederland bekend staat, in het Verenigd Koninkrijk een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel heeft gedaan, is evenmin in geschil Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer uitspraak van 27 januari 2003 in zaak no /1, AB 2003, 286), behoort de beoordeling van de geloofwaardigheid van de door de desbetreffende vreemdeling in zijn asielrelaas naar voren gebrachte feiten, waaronder begrepen de toepassing van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000, tot de verantwoordelijkheid van de minister en kan die beoordeling door de rechter slechts terughoudend worden getoetst. De beslissing, welke

4 / mei 2008 documenten noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag en ter toelichting daarvan hadden kunnen en moeten worden overgelegd, maakt deel uit van die beoordeling. Hieruit vloeit voort dat de minister over beoordelingsvrijheid beschikte bij de vraag of het door de vreemdeling overgelegde paspoort voldoende onderbouwing biedt voor de in het kader van onderhavige aanvraag door hem gestelde identiteit. Dit laat onverlet dat de besluitvorming hieromtrent moet voldoen aan de eisen van met name zorgvuldigheid en kenbaarheid van de motivering die het recht daaraan stelt en dat de rechter de besluitvorming daaraan moet toetsen Anders dan de vreemdeling betoogt heeft de rechtbank terecht overwogen dat de minister zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vreemdeling de over zijn identiteit gerezen twijfel niet heeft weggenomen. Hoewel de vreemdeling hiertoe een authentiek Afghaans paspoort heeft overgelegd, heeft de minister voldoende gemotiveerd waarom de vreemdeling er desondanks niet in is geslaagd die twijfel weg te nemen. Hetgeen de minister heeft overwogen aangaande de wijze van verstrekking van het paspoort en de documenten die daaraan ten grondslag zijn gelegd, heeft de vreemdeling niet gemotiveerd bestreden. Uit het vorenstaande vloeit voort dat de rechtbank terecht geen grond heeft gevonden voor het oordeel dat minister in strijd met artikel 3:2 van de Awb onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de juistheid van de inhoud van het paspoort. De grief faalt Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

5 / mei Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, mr. H. Troostwijk en mr. P.A. Offers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. van Hulst, ambtenaar van Staat. w.g. Lubberdink voorzitter w.g. Van Hulst ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 21 mei Verzonden: 21 mei 2008 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze. mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak

6 ùaftàpraak RECHTBANK 's-gravenhage Zitting houdende te Assen Sector Bestuursrecht Kenmerk: AWB 07/9761 ONBTDN S6 uitspraak: 29 oktober 2007 inzake: geboren op verblijvende te Almere, van Afghaanse nationaliteit, IND dossiernummer: 0108, , V-nummer. eiser, gemachtigde: mr. W. Spijkstra, advocaat te Drachten, tegen: de Staatssecretaris van Justitie. (Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)), te 's-gravenhage, verweerder, gemachtigde: mr. J.P. Guèrain, werkzaam bij de IND. Procesverloop Op 2 augustus 2001 heeft eiser een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) ingediend. Bij beschikking van 14 november 2001 is de aanvraag ingewilligd, in die zin dat aan eiser een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw 2000, met ingang van 2 augustus 2001, geldig tot 2 augustus Op 26 juli 2004 heeft eiser een aanvraag tot het verlenen van verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingediend als bedoeld in artikel 33 Vw Bij beschikking van 6 februari 2007 heeft verweerder de aanvraag niet ingewilligd. Bij beroepschrift van 2 maart 2007 heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank tegen deze beschikking. De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan eiser gezonden en hem in de gelegenheid gesteld nadere gegevens te verstrekken. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Openbare behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden ter zitting van 25 september Eiser is daarbij verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen.

7 Zaaknummer: AWB 07/9761 ONBTDN S6 2 Motivering Standpunten van partijen Verweerder heeft de aanvraag afgewezen op grond van artikel 34 juncto artikel 32, eerste lid, aanhef en onder a juncto artikel 32, eerste lid, aanhef en onder c, Vw Gelet op het feit dat het zogenoemde categoriale bescherm ingsbeleid voor Afghanistan is afgeschaft, is de grond voor vergunningverlening komen te vervallen. Omdat eiser er voorts niet in is geslaagd de twijfel die is gerezen met betrekking tot de door hem in Nederland gestelde identiteit, door onder opgave van afwijkende persoonsgegevens een asielaanvraag te doen in het Verenigd Koninkrijk, weg te nemen, is verweerder van mening dat de conclusie dat eiser onjuiste gegevens heeft verstrekt met betrekking tot zijn identiteit gerechtvaardigd is. Gelet op vorenstaande is verweerder van mening dat de door eiser gepresenteerde feiten ongeloofwaardig moeten worden geacht. Omdat deze ongeloofwaardig geachte feiten de kern van eisers asielrelaas betreffen, acht verweerder het gehele asielrelaas ongeloofwaardig. Gelet op vorenstaande is verweerder de mening toegedaan dat terecht is geoordeeld dat, zowel ten tijde van de verleende vergunning als bij beoordeling van de huidige situatie, eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b dan wel c, Vw Volgens verweerder komt eiser evenmin in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond artikel 29, eerste.lid, aanhef en onder d, Vw 2000 omdat ten tijde van de bestreden beschikking geen beleid van categoriale bescherming voor asielzoekers met de Afghaanse nationaliteit meer bestond. Eiser stelt zich op het standpunt dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat getwijfeld moet worden aan de door eiser in Nederland opgegeven identiteit en dat verweerder ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat daarom het asielrelaas ongeloofwaardig is. Voorts heeft eiser nog aangevoerd dat niet wordt getwijfeld aan zijn Afghaanse nationaliteit en dat verweerder op grond daarvan aan artikel 3 van het (Europees) Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) getoetst dient te worden. Bovendien is eiser van mening dat het categoriale bescherm ingsbeleid voor Afghanistan ten onrechte is ingetrokken dan wel dat voornoemd beleid niet eerder dan in april 2004 had mogen worden ingetrokken. Daarnaast is eiser, onder verwijzing naar de ui spraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 2 maart 2007 ( /1 ), van mening dat de algehele situatie in Afghanistan dermate ernstig is verslechterd dat wederom een categoriaal bescherm ingsbeleid voor Afghanistan gevoerd zou moeten worden. Verweerder heeft aan de hand van een verweerschrift gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot on gegrond verklaring van het beroep. Beoordeling van het beroep In dit geding dient te worden beoordeeld of de bestreden beschikking de toetsing aan geschreven en ongeschreven rechtsregels kan doorstaan. Allereerst overweegt de rechtbank dat het eerst ter zitting gedane en bovendien niet onderbouwde beroep op van de Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (de Definitierichtlijn), buiten beschouwing blijft, wegens

8 Zaaknummer AWB 07/9761 ONBTDN S6 3 strijd met de goede procesorde. De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33 Vw 2000 kan ingevolge artikel 34 Vw 2000 slechts worden afgewezen indien zich op het moment waarop de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28, afloopt, een grond als bedoeld in artikel 32 voordoet. Verweerder heeft de aan de bestreden beschikking ten grondslag liggende aanvraag afgewezen op grond van artikel 34, juncto artikel 32, eerste lid, onder a, juncto artikel 32, eerste lid, aanhef en onder c, Vw Ingevolge artikel 32, eerste lid, aanhef en onder a, Vw 2000 kan de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 worden ingetrokken dan wel de aanvraag voor verlenging van de geldigheidsduur ervan worden afgewezen indien.de vreemdeling onjuiste gegevens heeft vérstrekt dan wel gegevens heeft achtergehouden terwijl die gegevens tot afwijzing van de oorspronkelijke aanvraag tot het verlenen of verlengen zouden hebben geleid. Ingevolge artikel 32, eerste lid, aanhef en onder c, Vw 2000 kan de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 Vw 2000 worden ingetrokken dan wel de aanvraag voor verlenging van de geldigheidsduur ervan worden afgewezen indien de grond voor verlening, bedoeld in artikel 29 Vw 2000, is komen te vervallen. De rechtbank zal eerst beoordelen of verweerder artikel 32, eerste lid, aanhef en onder c, Vw 2000 aan de afwijzing ten grondslag heeft kunnen leggen. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de grond voor verlening van de vergunning als bedoeld in artikel 29 Vw 2000, door beëindiging van het categoriale beschermingsbeleid voor asielzoeker afkomstig uit Afghanistan op 2 september 2002, is komen te vervallen. Voorts is tussen partijen niet in geschil dat eiser ten tijde van de afschaffing van het categoriale bescherm ingsbeleid voor asielzoekers afkomstig uit Afghanistan niet gedurende vijf achtereenvolgende jaren rechtmatig verblijf in Nederland heeft genoten als bedoeld in artikel 8, onder c, Vw Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder artikel 32, eerste lid, aanhef en onder c, Vw 2000 aan de afwijzing van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ten grondslag heeft kunnen leggen. De rechtbank ziet zich vervolgens gesteld of verweerder ook artikel 32, eerste lid aanhef en onder a, Vw 2000 aan de afwijzing ten grondslag heeft kunnen leggen. De rechtbank overweegt als volgt. Niet in geschil is dat eiser, terwijl hij hier te lande in het bezit was gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van het categoriale beschermingsbeleid, op 28 april 2002 een aanvraag om toelating als vluchteling heeft gedaan in het Verenigd Koninkrijk. Voorts is niet in geschil dat de aanvraag in het Verenigd Koninkrijk is gedaan onder opgave van persoonsgegevens die afwijken van de persoonsgegevens waaronder eiser in Nederland bekend staat. Om die reden, en de omstandigheid dat eiser ten tijde van de aan hem verstrekte vergunning zijn identiteit niet met documenten heeft onderbouwd, heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat

9 Zaaknummer: AWB 07/9761 ONBTDN S6 4 getwijfeld moet worden aan de door eiser in Nederland opgegeven identiteit. Omdat thans getwijfeld wordt aan de juistheid van de door eiser hier te lande opgegeven identiteit, wordt tevens getwijfeld aan de juistheid van de door eiser gestelde feiten en daarmee aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas. Verweerder heef) zich op het standpunt gesteld dat eiser de gerezen twijfel omtrent zijn identiteit niet heeft kunnen wegnemen, zodat het asielrelaas ongeloofwaardig is te achten. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid tot dit standpunt heeft kunnen komen. Anders dan namens eiser is gesteld, heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat hij de gerezen twijfel omtrent zijn identiteit niet heeft weggenomen door de door hem overgelegde documenten. De rechtbank acht daarbij van belang dat enerzijds moet worden geoordeeld dat het door eiser overgelegde uittreksel uit het geboorteregister geen document is waarmee iemand zijn identiteit kan aantonen en anderzijds is uit onderzoek van het Bureau Documenten van de IND gebleken dat wegens het ontbreken van voldoende betrouwbaar referentiemateriaal geen waardeoordeel kan worden gegeven over de echtheid van het document Evenmin lean worden vastgesteld of het document door de daartoe bevoegde instantie is opgemaakt en afgeven. Daarnaast heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid kunnen overwegen dat ook aan het door eiser overgelegde paspoort niet de waarde kan worden gehecht die hij eraan gehecht wenst te zien. Verweerder heeft daarbij waarde kunnen hechten aan het feit dat de afgifte van het paspoort door de Afghaanse consul is gebaseerd op persoonsgegevens die eiser zelfheeft aangeleverd in de vorm van het w-document en een ziekenfondskaart die hij destijds in zijn bezit had. Nu voorts niet is gebleken dat eiser bij het doen van zijn paspoortaanvraag (originele) Afghaanse documenten heeft overgelegd en evenmin is gebleken dat de consul gedegen onderzoek heeft * gedaan naar de juistheid van de door eiser aan hem verstrekte gegevens, heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat eiser er niet in is gelaagd de twijfel omtrent zijn opgegeven identiteit weg te nemen, zodat verweerder in redelijkheid heeft kunnen stellen dat eiser onjuiste gegevens heeft verstrekt Verweerder heeft gelet op het oordeel omtrent de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiser, zowel ex-tunc als ex-nunc toetsend, kunnen overwegen dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b, dan wel c, Vw Voor zover eiser zich, onder verwijzing naar een uitspraak van de Afdeling van 2 maart 2007 (nr /1, JV 2007/177) op het standpunt heeft gesteld dat verweerder ten onrechte geen beleid van categoriale bescherming voert voor asielzoekers afkomstig uit Afghanistan, overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank stelt vast dat na bovengenoemde uitspraak een nieuw algemeen ambtsbericht is uitgebracht over de situatie in Afghanistan en dat verweerder naar aanleiding van dit nieuwe ambtsbericht, welk ambtsbericht op 12 april 2007 is gepubliceerd, en naar aanleiding van bovengenoemde uitspraak van de Afdeling opnieuw heeft beoordeeld of wederom een beleid van categoriale bescherming gevoerd zou moeten worden. Zoals ook ter zitting door verweerder is aangegeven blijkt uit het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 21 mei 2007, nr. 2007/07, houdende wijziging van de Vreemdelingencirulaire 2000 (WBV 2007/07) dat dit nieuwe ambtsbericht voor verweerder geen aanleiding vormt om opnieuw een categoriaal beschermingsbeleid voor Afghanistan te voeren. Uit voornoemde WBV blijkt dat verweerder hierbij doorslaggevende betekenis heeft toegekend aan de omstandigheid dat in de ons omringende landen geen sprake is van een bijzonder beleid ten aanzien van Afghaanse asielzoekers. De stelling van eiser dat verweerder wel een beleid van categoriale bescherming ten aanzien van Afghaanse asielzoekers zou moeten voeren, is naar oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd om tot het oordeel te komen dat verweerder in redelijkheid niet tot dit besluit heeft mogen

10 Zaaknummer AWB 07/9761 ONBTDN S6 5 komen. Eiser kan derhalve aan artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw 2000 evenmin aanspraak op een verblijfsvergunning ontlenen. Het beroep is derhalve ongegrond. Voor veroordeling van een partij in de kosten die de andere partij in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, bestaat geen aanleiding. Beslissing De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen vier weken na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen' bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder vermelding van "hoger beroep vreemdelingenzaken ", postbus I6JJ3, 2500 BC te 's- Gravenhage. In gevolge artikel 85 Vw 2000 dient het beroepschriß één of meer grieven tegen de uitspraak te bevatten Artikel 6:6 Awb is niet van toepassing. Deze uitspraak is gedaan door mr. L.J. Hofstra, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2007 in tegenwoordigheid van A.P. Kuiters als griffier. Afschrift verzonden: 06 NOV 2007 t VOOR AF/-CI jriit CONFORM DE GKÏÏ^ki^jVAN Dfc" R CHTBi4jW^t^FÏAVENHAGE

11 SriJJSJ51KA advocatenkantoor RAAD VAN SECTE-I INGEKOMEN ZAAKHR. AAN: -5 m 2007 BEHANDELD: DD: PAR: Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Zaaknummer: Appelschrift Inzake: Geboren op van Afghaanse nationaliteit Appellant Wonende te aan de nr., te dezer zake uitdrukkelijk woonplaats kiezende te 9201 GR Drachten aan de Stationsweg 94, ten kantore van Mr. W. Spijkstra, advocaat en procureur ; Advocaat, Mr. W. Spijkstra, kantoorhoudende te 9201 GR Drachten aan de Stationsweg 94, die hierbij verklaart door appellant bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd tot indiening van dit appelschrift. Contra: De Staatssecretaris van Justitie Verweerder Gemachtigde: Mr. J.P. Guerain, gemachtigde te departemente. Achtergronden 1. Appellant komt hierbij in hoger beroep van de uitspraak van de rechtbank te Den Haag (nevenzittingsplaats Assen) van 29 oktober 2007, verzonden op 6 november 2007 (prod.1) ontvangen op 7 november 2007, in welke zaak de Rechtbank zijn op 2 maart 2007 ingesteld beroep tegen de beschikking van de Staatssecretaris van Justitie d.d 6 februari 2007, kenmerk IND , inhoudende de aanvraag van appellant om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen, ongegrond te verklaren..

12 SriJJ&S'lKA advocatenkantoor Procedure 2. Appellant heeft op 26 juli 2004 een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingediend. Bij besluit van 6 februari 2007 heeft verweerder geweigerd appellant een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen. Op 6 februari 2007 heeft appellant tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank. Het beroep is behandeld ter zitting van 25 september Bij uitspraak van 29 oktober 2007 heeft de Rechtbank het beroep ongegrond verklaard. Grief 3. Ten onrechte heeft de Rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Assen, op pagina 4,2 e alinea van de uitspraak van 29 oktober 2007, het volgende overwogen : " Anders dan namens eiser is gesteld, heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de gerezen twijfel omtrent zijn identiteit niet heeft weggenomen door de hem overgelegde documenten. De rechtbank acht daarbij van belang dat enerzijds moet worden geoordeeld dat het door eiser overgelegde uittreksel uit het geboorteregister geen document is waarmee iemand zijn identiteit kan aantonen en anderzijds is uit onderzoek van het bureau documenten van de IND gebleken dat wegens het ontbreken van voldoende betrouwbaar referentiemateriaal geen waardeoordeel kan worden gegeven over de echtheid van het document. Evenmin kan worden vastgesteld of het document door de daartoe bevoegde instantie is opgemaakt en afgegeven. Daarnaast heet verweerder naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid kunnen oeverwegen dat ook dan aan het door eiser overgelegde paspoort niet de waarde kan worden gehecht die hij eraan gehecht wenst te zien. Verweerder heeft daarbij waarde kunnen hechten aan het feit dat de afgifte van het paspoort door de Afghaanse consul is gebaseerd op persoonsgegevens die eiser zelf aangeleverd in de vorm van een w-document en een ziekenfondskaart die hij destijds in zijn bezit had. Nu voorts niet is gebleken dat eiser bij het doen van zijn paspoortaanvraag (originele) Afghaanse paspoort documenten heeft overgelegd en evenmin is gebleken dat de consul gedegen onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van de door eiser aan hem verstrekte gegevens, heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat eiser onjuiste gegevens heeft verstrekt.. Verweerder heeft gelet op het oordeel omtrent de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiser, zowel ex-tunc en ex-nunc toetsend, kunnen overwegen dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b, dan wel c Vw 2000" Appellant is van oordeel dat de beschikking d.d 6 februari en de uitspraak van de rechtbank Assen van 29 oktober 2007 in strijd is met het recht en in het bijzonder met artikel 3:2 Awb. Appellant heeft een geldig Afghaans paspoort overgelegd waarvan verweerder niet heeft kunnen aantonen dat het een vals paspoort is. Verweerder baseert haar overweging dat het paspoort vals is slechts op een vermoeden. Appellant is van mening dat nu hij een geldig paspoort heeft overlegd verweerder ook daadwerkelijk moet bewijzen dat het paspoort vals is. De

13 SPIJKSTRA advocatenkantoor vermoedens die verweerder in haar overwegingen naar voren brengt is naar mening van appellant onvoldoende. Appellant is van mening dat hij er van uit mag gaan dat de Afghaanse consul de identiteit van appellant heeft onderzocht. Immers appellant kan met zijn paspoort naar het buitenland reizen en de douane zal het paspoort als een geldig paspoort herkennen. Verweerder heeft in ieder geval geen contact met de Afghaanse consul opgenomen en heef daarom onvoldoende de authenticiteit van het paspoort onderzocht. Appellant is van mening dat verweerder bij de voorbereiding van het besluit onvoldoende kennis heeft vergaart omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. Appellant verzoekt Uw afdeling, op grond van bovenstaande grief, de uitspraak van de Rechtbank Oen Haag, nevenzittingsplaats Assen, d.d 29 oktober 2007 te vernietigen en het beroep van appellant d.d. 2 maart 2007 tegen de beschikking van verweerder d.d 6 februari 2007 alsnog gegrond te verklaren, met veroordeling van verweerder in de kosten in beide instanties. Conclusie Appellant concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak van de Rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Assen d.d. 29 oktober 2007, registratienummer AWB 07/9761 en gegrond verklaring van het door appellant op 2 maart 2007 ingestelde beroep tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie d.d 6 februari 2007 strekkende tot weigering appellant een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen - ^ ^ Drachten,> fiber 2007 Spijkstra

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200803598/1. Datum uitspraak: 20 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201113051/1/V3. Datum uitspraak: 30 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109588/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 111 162/1/V3. Datum uitspraak: 28 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108625/1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: p Raad vanstate 201203205/1 /V4. Datum uitspraak: 9 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2O120O257/1/V2. Datum uitspraak: 31 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellante, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201210211/1/V3. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108397/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200707532/1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1. Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: 24-07-2009

LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1. Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: 24-07-2009 LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1 Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: Rechtsgebied: 24-07-2009 Vreemdelingen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Toetsingskader / realiteitsgehalte

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 2O11O9095/1/V1. Datum uitspraak: 20 januari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106469/1 A/3. Datum uitspraak: 24 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200703493/1. Datum uitspraak: 20 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellante,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109379/1/V1. Datum uitspraak: 4 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201628/1/V3. Datum uitspraak: 4 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: > Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 m ' \ Raad vanstate 200802271/1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 Raad van State 2009061 36/1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 201474/1 A/4. Datum uitspraak: 23 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12001023 200905925/1/V3 en 201108673/1/V3. Datum uitspraak: 13 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [ ], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103602/1/V3. Datum uitspraak: 11 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201201012/1/V3. Datum uitspraak: 21 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110052/1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2009 Datum publicatie 27-03-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200901359/1/V3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103712/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 Raad vanstate 200800545/1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201202648/1 A/1. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: I. Raad vanstate 201205209/1/V3. Datum uitspraak: 18 juli 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201101639/1/V1. Datum uitspraak: 20 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op de

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BL1497

ECLI:NL:RVS:2010:BL1497 ECLI:NL:RVS:2010:BL1497 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-01-2010 Datum publicatie 01-02-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200910287/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108388/1/V3. Datum uitspraak: 31 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200909625/1/V3 en 200909625/2/V3. Datum uitspraak: 7 mei 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201208267/2/V1. Datum uitspraak: 9 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201012059/1/V1. Datum uitspraak: 25 januari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201205206/1/V3. Datum uitspraak: 25 juli 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 203434/1/V3 Datum uitspraak: 17 april 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104117/1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/27939 NL16.3618 Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112173/1/V1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Uitspraak 201103208/1/V1. Datum uitspraak: 10 april 2012 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201112531/1/V1. Datum uitspraak: 11 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201001868/1/V2. Datum uitspraak: 12 maart 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201004895/1/V1. Datum uitspraak: 26 juli 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201102465/1/V3. Datum uitspraak: 21 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200904515/1/V1. Datum uitspraak: 13 januari 2010 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 200802113/1. Datum uitspraak: 3 juli 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK / Raad vanstate 201211522/1 A/1. Datum uitspraak: 9 September 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2014 Datum publicatie 18-08-2014 Zaaknummer AWB 14/1709 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: * *' Raad vanstate 201207532/1/V3. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200704799/1. Datum uitspraak: 27 augustus 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676 ECLI:NL:RVS:2009:BH4676 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2009 Datum publicatie 04-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200809278/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 204093/1/V3 Datum uitspraak: 1 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106114/1/VI. Datum uitspraak: 15 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie