De juridische aspecten van sterfte en langleven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De juridische aspecten van sterfte en langleven"

Transcriptie

1 Mr. C.A. Hoekstra 1 De juridische aspecten van sterfte en langleven 16 Er is de laatste jaren veel gezegd en geschreven over de steeds verder stijgende levensverwachting en de effecten daarvan op onze pensioenen. Willen we onze pensioenuitkeringen in de toekomst op het huidige niveau behouden, dan zal deze stijgende levensverwachting ertoe leiden dat de pensioenen fors duurder worden. Gezien het huidige niveau van de kostendekkende premies, zal een verdere stijging van de premies volgens velen echter leiden tot een onhoudbaar pensioenstelsel. Deze conclusie kwam duidelijk naar voren uit het rapport in januari 2010 van de Commissie Goudswaard. 2 Mede op basis van de uitkomsten van dit rapport zijn sociale partners ruim een jaar geleden onderhandelingen gestart over een nieuw pensioencontract, wat heeft geleid tot het Pensioenakkoord voorjaar Belangrijk onderdeel van dit akkoord is dat toekomstige stijgingen in de levensverwachting niet langer automatisch zullen leiden tot een stijging van de kostendekkende premie. Tot het ter perse gaan van dit artikel, hebben partijen echter nog geen overeenstemming kunnen bereiken over de definitieve invulling van het akkoord. Ongeacht de inhoud van een eventueel nieuw pensioencontract, is en blijft een zo correct mogelijke inschatting omtrent sterfte en langleven, de demografische omstandigheden, voor pensioenuitvoerders bij de vaststelling van de pensioenverplichtingen cruciaal. De vraag is echter op welke wijze met deze demografische omstandigheden rekening gehouden moet worden. Gesteld kan worden dat het onderwerp sterfte zich enigszins in een schemergebied bevindt. Menig jurist zal bij de vraag met welke demografische omstandigheden rekening gehouden moet worden, met een vragende blik richting actuaris kijken. De vaststelling van demografische omstandigheden heeft immers te maken met deterministische extrapolatie en stochastische modellen en dat wordt in principe niet tot het werkterrein van de jurist gerekend. Daarnaast is de (certificerend) actuaris wettelijk gezien belast met de controle van de actuariële staten van het pensioenfonds. Hierbij dient hij te verklaren dat hij zich ervan heeft overtuigd dat onder andere voor de vaststelling van de technische voorzieningen van de juiste methode en grondslag is uitgegaan. 4 Het is gezien deze achtergrond dan ook begrijpelijk dat juristen vraagstukken over demografische omstandigheden aan de actuaris overlaten. 1. Mr. C.A. Hoekstra is werkzaam als pensioenjurist bij Bergamin & Gielink pensioenrechtadvies B.V. te Rotterdam. 2. Een sterke tweede pijler Naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen, Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen, januari Stichting van de Arbeid, Pensioenakkoord 4 juni Art. 147 lid 3 sub h en lid 4 PW. In de praktijk zal de adviserende actuaris bij de berekening van de pensioenverplichtingen van een pensioenfonds voor wat betreft de levensverwachtingen veelal aansluiten bij de door zijn vakbroeders van het Actuarieel Genootschap (hierna: AG ) vastgestelde AG-tafels, conform de wijze waarop dit in de praktijk reeds decennia gebeurt. De certificerend actuaris zal eveneens aan de hand van deze tafels toetsen of de technische voorzieningen correct zijn vastgesteld. De Nederlandsche Bank (hierna: DNB ) onderschrijft de toepassing van de AG-tafels en heeft op enig moment zelfs de verwachting uitgesproken dat fondsen deze tafels hanteren voor de inschatting van de levensverwachting. 5 Maar zijn de AG-tafels de enige juiste tafels en, niet geheel onbelangrijk, wat zegt de (Europese) wet- en regelgever hierover? Kortom, welke juridische aspecten dienen meegewogen te worden bij de vaststelling van de grondslagen ten aanzien van de demografische omstandigheden? In par. 1 zal een korte toelichting worden gegeven ten aanzien van het begrip overlevingstafel en de doorgaans in de praktijk gehanteerde modellen voor de vaststelling van deze tafels. Vervolgens zal in par. 2 dieper worden ingegaan op de verschillende wettelijke aspecten die van belang zijn bij de vaststelling van de verwachtingen omtrent sterfte en langleven. In par. 3 komen vervolgens de rol en bevoegdheden van DNB aan bod ten aanzien van dit onderwerp. Ten slotte zal in par. 4 een aantal conclusies worden gegeven. Het vraagstuk omtrent de demografische omstandigheden zal met name vanuit het perspectief van het pensioenfonds(bestuur) worden bezien. Dit laat onverlet dat pensioenverzekeraars uiteraard eveneens te maken hebben met de problematiek omtrent het langer leven, maar dat gaat de scope van dit artikel te buiten. 1. Overlevingstafels Uit onderzoek is naar voren gekomen dat sinds de eeuwwisseling de stijging van de levensverwachting in een versnelling terecht is gekomen. Decennialang lang lag de gemiddelde stijging van de levensverwachting rond de 0,2 jaar. Sinds begin deze eeuw is daar een versnelling in gekomen tot bijna 0,3 jaar. Die stijging wordt door deskundigen met name toegeschreven aan de verbeterde zorg. 6 Door deze onverwachte stijging bleek dat eerdere inschattingen omtrent de levensverwachting te voorzichtig waren geweest. Pensioenfondsen stellen op basis van 5. Vraag en antwoord DNB, 11 oktober Onzekere levensverwachtingen, IPE magazine, 1 februari

2 de juridische aspecten van sterfte en langleven deze schattingen hun pensioenverplichtingen vast. Dit betekent dat pensioenfondsen jarenlang de technische voorzieningen op een te laag niveau hebben vastgesteld, als gevolg waarvan bij veel fondsen straks het risico bestaat dat te weinig geld is gereserveerd om de pensioenen levenslang uit te kunnen keren op het verwachte niveau. Het is voor pensioenfondsen dan ook cruciaal dat zij uitgaan van prudente grondslagen inzake overlijden en levensverwachting voor de vaststelling van hun technische voorzieningen. Bij de bepaling van deze grondslagen zal het pensioenfonds, daarbij ondersteund door de actuaris, weloverwogen keuzes moeten maken. Er bestaat immers een spanningsveld tussen enerzijds het risico dat in de toekomst te weinig is gereserveerd in verband met de toegenomen levensverwachtingen en anderzijds het risico dat er nu te veel is gefinancierd, omdat de stijging van de levensverwachting te rooskleurig is ingeschat. Het maken van een prognose van de levensverwachting is immers geen exacte wetenschap; ter illustratie, volgens de voorzitter van de Commissie Overlevingstafels van het AG is een prognose zelfs per definitie fout. 7 Prognoses moeten echter meer worden gezien als hulpmiddelen voor pensioenfondsen om in te schatten welke reserves zij ongeveer nodig hebben om aan hun toekomstige pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. Bij deze inschatting kunnen pensioenfondsen gebruik maken van verschillende in de markt ontwikkelde modellen. 1.1 Bevolkingssterfte en ervaringssterfte Voor de vaststelling van de grondslagen inzake overlijden en levensverwachting kan het pensioenfonds gebruik maken van verschillende modellen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de bevolkingssterfte en de ervaringssterfte. Ten aanzien van de bevolkingssterfte kan verder onderscheid gemaakt worden tussen periodetafels en prognosetafels. In deze paragraaf zullen de verschillen kort worden toegelicht, zonder daarbij in te gaan op de actuariële aspecten van de totstandkoming van dergelijke modellen Bevolkingssterfte Ten aanzien van de vaststelling van de bevolkingssterfte worden door verscheidene partijen modellen gepubliceerd. De meest bekende zijn wellicht de modellen van het AG, het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS ) en de Commissie Referentietarief Collectief (hierna: CRC ), welke commissie is ingesteld door het Verbond van Verzekeraars. Deze modellen kunnen worden gebruikt om de ontwikkeling van de overlevingskansen in te schatten van de gehele bevolking, zonder onderscheid te maken tussen van invloed zijnde factoren, zoals arbeidsparticipatie of 7. Opvallende trend in prognosetafels , De actuaris, september opleidingsniveau. De modellen dienen als grondslag voor de totstandkoming van de verschillende overlevingstafels Periodetafels Tot de invoering van de PW hanteerden pensioenfondsen voor de bepaling van de bevolkingssterfte zogenaamde periodetafels. De periodetafel, of platte tafel, is ontwikkeld om op basis van historische waarnemingen schattingen omtrent sterftekansen en de levensverwachting voor huidige populaties te kunnen maken. Voor iedere leeftijd wordt een bepaalde sterftekans vastgesteld. Bij de vaststelling van de percentages in de periodetafel wordt feitelijk aangenomen dat de sterfte in de toekomst niet verandert Prognosetafels Voor een verantwoorde vaststelling van de technische voorzieningen is het echter van belang dat tevens een inschatting wordt gemaakt van voorzienbare toekomstige ontwikkelingen van de levensverwachting. In het Financieel Toetsingskader inzake pensioenfondsen (hierna: FTK ) is dan ook het vereiste opgenomen dat rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen (zie par ). Om hier aan te voldoen zijn de zogenaamde prognosetafels ontwikkeld. Prognosetafels geven een inschatting van de voorzienbare toekomstige ontwikkelingen van de levensverwachting over een langere periode, bijvoorbeeld 40 à 50 jaar, zodat een betere inschatting gemaakt kan worden van de voorzienbare trend. Aangezien de periode waarover de ontwikkelingen worden weergegeven aanzienlijk is verlengd in vergelijking tot de periodetafels, wordt hiermee echter ook het risico op afwijkingen vergroot. Binnen het AG bestond ten tijde van de publicatie van de laatste AGprognosetafels in augustus dan ook twijfel over de juistheid hiervan, wat er toe heeft geleid dat de tafels zijn voorgelegd aan een Commissie van Deskundigen. 9 Deze Commissie heeft aangegeven dat het model voldoet aan de eisen die in de wetenschap gelden, maar dat vervolgstappen geboden zijn, mede omdat er onvoldoende consensus binnen het AG bestaat over het nieuwe prognosemodel. 10 Gesteld kan worden dat prognosetafels een beter inzicht kunnen geven van de voorzienbare trend in overlevingskansen dan periodetafels, maar dat uiteraard het risico blijft bestaan dat we in de toekomst moeten constateren dat de voorspellingen niet juist waren Ervaringssterfte Aangezien bij de vaststelling van de bevolkingssterfte geen onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende bevolkingsgroepen, geven deze prognosetafels een algemeen beeld. Binnen de gehele bevolking kan immers op 8. AG Prognosetafel , 24 augustus Jan van de Poel, Franz Palm, Theo Nijman. 10. De validiteit van het door het Actuarieel Genootschap ontwikkelde prognosemodel voor overlevingskansen, Rapport van de commissie van deskundigen, 17 augustus

3 de juridische aspecten van sterfte en langleven verscheidene manieren een specifieker onderscheid worden gemaakt. Zo is inmiddels wel bekend dat hoogopgeleiden gemiddeld ouder worden dan laagopgeleiden. Daarnaast is aangetoond dat de werkende bevolking gemiddeld langer leeft dan de niet-werkende bevolking en dat mensen met een hoog pensioen ( rijk ) over het algemeen ouder worden dan mensen met een laag pensioen ( arm ). 11 Voor pensioenuitvoerders kan het derhalve zeer relevant zijn om hun doelgroep specifieker in kaart te brengen. Zo zal een pensioenuitvoerder met relatief veel hoogopgeleiden rekening moeten houden met een gemiddeld langere uitkeringsperiode dan een pensioenuitvoerder met een relatief laagopgeleid deelnemersbestand. Naast de bevolkingssterfte worden door verschillende marktpartijen dan ook modellen beschikbaar gesteld die betrekking hebben op de zogenoemde ervaringssterfte. In de praktijk worden deze modellen doorgaans gebaseerd op fonds- of sectorniveau, maar het is ook denkbaar dat deze modellen op basis van inkomen, opleidingsniveau of zelfs postcode worden vastgesteld. Door uit te gaan van de eigen fondsspecifieke deelnemersgegevens kan een fonds op een zo zuiver mogelijke wijze rekening houden met de voor haar relevante demografische omstandigheden. 2. (Internationale) wet- en regelgeving inzake demografische omstandigheden Uit voorgaande paragraaf blijkt dat er meerdere modellen beschikbaar zijn voor de inschatting van de overlevingskansen, zowel ten aanzien van de bevolkingssterfte als voor de ervaringssterfte. De vraag is dan ook relevant op basis van welke methode en welk model de voor het fonds relevante demografische omstandigheden moeten worden vastgesteld; mag het fonds daarbij uitgaan van de eigen ervaringssterfte of moet (tevens) rekening worden gehouden met de bevolkingssterfte? En als er dan rekening gehouden moet worden met de bevolkingssterfte, welke tafels moeten dan worden gehanteerd; die van het AG, van het CBS of van het CRC? De modellen kunnen immers tot verschillende uitkomsten leiden. Toepassing van het ene model kan bijvoorbeeld leiden tot een dekkingstekort, terwijl daar bij gebruik van een ander model geen sprake van is. 2.1 EU-recht: Pensioenfondsenrichtlijn (2003/41/EG) De in 2003 door het Europees Parlement en de Raad geïntroduceerde Pensioenfondsenrichtlijn, 12 is eind 2005 in de Nederlandse pensioenwetgeving geïmplementeerd. In de Pensioenfondsenrichtlijn wordt ten aanzien van de berekening van de technische voorzieningen bepaald dat de gebruikte biometrische tabellen worden gebaseerd op prudente beginselen, rekening houdend met de hoofdkenmerken van de deelnemersgroep en de pensioenregelingen, in het bijzonder de verwachte veranderingen in de relevante risico s. 13 De methode en de grondslag van de berekening van de technische voorzieningen blijft in het algemeen van boekjaar tot boekjaar ongewijzigd. Wijzigingen kunnen evenwel gerechtvaardigd zijn als gevolg van een verandering van de juridische, demografische of economische omstandigheden die aan de hypothesen ten grondslag liggen. 14 Bij lezing van deze bepaling ten aanzien van de berekening van de technische voorzieningen kunnen de volgende hoofdzaken worden onderscheiden: er dient uitgegaan te worden van prudente beginselen, rekening houdend met de hoofdkenmerken van de deelnemersgroep oftewel met de ervaringssterfte; waarbij tevens rekening wordt gehouden met de verwachte voorzienbare trend ( verwachte veranderingen ); de methode en de grondslag van de berekening dienen ongewijzigd te blijven, tenzij wijzigingen gerechtvaardigd zijn. Het is niet de intentie van de Europese wetgever om gedetailleerd voor te schrijven op welke wijze rekening gehouden dient te worden met de demografische omstandigheden. Ook is het uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de methode en de grondslag regelmatig worden aangepast. Wijzigingen kunnen evenwel gerechtvaardigd zijn indien demografische omstandigheden wijzigen, maar zijn gezien de formulering van dit artikel geenszins verplicht. De Pensioenfondsenrichtlijn laat dus een bepaalde mate van vrijheid aan de nationale wetgever om de voorschriften ten aanzien van de vaststelling van de technische voorzieningen vast te leggen, mits dit op prudente wijze gebeurt. 2.2 Pensioenwet en -regelgeving In deze paragraaf zal op grond van een inventarisatie van de toepasselijke (inter)nationale wet- en regelgeving en de wetshistorie worden beoordeeld of er een wettelijke basis gevonden kan worden voor de vraag welke prognosetafels gehanteerd moeten worden Pensioenwet In Nederland gevestigde pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om toereikende technische voorzieningen vast te stellen met betrekking tot de pensioenverplichtingen. 11. Rijke mensen leven lang en gezond, Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG), , jaargang Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 juni 2003 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, PbEU 2003, L 235/10, 23 september Art. 15 lid 4 sub c Pensioenfondsenrichtlijn. 14. Art. 15 lid 4 sub d Pensioenfondsenrichtlijn. 16

4 de juridische aspecten van sterfte en langleven Hierbij dient onder meer rekening gehouden te worden met inschattingen omtrent sterfte en langleven. Deze verplichting vloeit rechtstreeks voort uit het hiervoor geciteerde voorschrift uit de Pensioenfondsenrichtlijn. De Nederlandse wetgever heeft deze bepaling uit de richtlijn geïmplementeerd in art. 126 Pensioenwet (PW) en bijbehorende regelgeving. Ten aanzien van de te hanteren grondslagen inzake overlijden of arbeidsongeschiktheid en levensverwachting wordt voorgeschreven dat deze worden gebaseerd op prudente beginselen. De methode en de grondslag van de berekening van de technische voorzieningen blijven van boekjaar tot boekjaar ongewijzigd, tenzij wijzigingen daarin gerechtvaardigd zijn als gevolg van een verandering van de juridische, demografische of economische omstandigheden die aan de hypothesen ten grondslag liggen. 15 kansen; de vraag is dan ook welke trend als voorzienbaar kan worden aangemerkt. De parlementaire toelichting bij dit artikel geeft eveneens geen direct antwoord op deze vraag. Wel wordt hier opgemerkt dat het bepalen van de verzekeringstechnische grondslagen uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid van het fonds is en dat het vervolgens aan DNB is om te beoordelen of het fonds de juiste grondslagen hanteert. DNB kan optreden indien een fonds naar het oordeel van de toezichthouder geen realistisch geachte grondslagen hanteert. 18 Uit deze toelichting kan worden afgeleid dat de wet- en regelgever er bewust voor heeft gekozen om vooraf geen nadere invulling te geven ten aanzien van het begrip prudente grondslagen ; dit is uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid van het fonds(bestuur) zelf. Uit bovenstaande blijkt dat de wijze waarop volgens de PW rekening moet worden gehouden met sterfte en langleven in grote lijnen gelijk is aan het in de Pensioenfondsenrichtlijn opgenomen voorschrift. De tekst van artikel 126 PW is ten opzichte van de Richtlijn iets ingekort. Naar de mening van de wetgever kon de zinsnede rekening houdend met de hoofdkenmerken van de deelnemersgroep en de pensioenregeling, in het bijzonder de verwachte veranderingen in de relevante risico s komen te vervallen, aangezien dit slechts als een illustratie van het begrip prudente beginselen kon worden aangemerkt. 16 De PW gaat er derhalve, evenals de Richtlijn, vanuit dat de grondslagen voor de vaststelling van de technische voorzieningen op prudente beginselen moeten worden gebaseerd. Met deze open norm wordt echter geen antwoord gegeven op de vraag welke prognosetafels gehanteerd moeten worden, ervan uitgaande dat zowel het AG, als het CBS en de CRC hun modellen op prudente wijze vaststellen. Voor een nadere invulling omtrent de wijze van vaststelling van de grondslagen voor de berekening van de technische voorzieningen, dient lagere regelgeving geraadpleegd te worden. In dat kader zal hierna derhalve het Besluit Financieel toetsingskader pensioenfondsen (hierna: Besluit FTK ) worden behandeld Besluit Financieel toetsingskader pensioenfondsen Volgens het Besluit FTK dient een fonds de omvang van de verwachte uitgaande kasstromen vast te stellen op basis van verwachte marktontwikkelingen en voor het fonds prudente verzekeringstechnische grondslagen, waaronder begrepen de voorzienbare trend in overlevingskansen. 17 Er wordt geen nadere invulling gegeven ten aanzien van de wijze van vaststelling van de overlevings- 15. Art.126lid2subcPW. 16. MvT PW, Artikelsgewijze toelichting, Kamerstukken II nr. 3, p Art. 2 lid 3 Besluit FTK. De gehanteerde grondslagen worden vervolgens opgenomen in de Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN), welke ter goedkeuring aan DNB wordt voorgelegd. 19 DNB zal beoordelen of deze grondslagen realistisch zijn, maar heeft géén wettelijke delegatiebevoegdheid om voorschriften op te stellen ten aanzien van de toe te passen grondslagen. Om te kunnen beoordelen op welke basis DNB haar toezicht stoelt bij de beoordeling of er wel of niet sprake is van realistisch geachte grondslagen, is de (gepubliceerde) visie van DNB hieromtrent relevant. 3. Toezicht 3.1 De Nederlandsche Bank Zoals hiervoor opgemerkt heeft DNB geen wettelijke delegatiebevoegdheid om regels op te stellen ten aanzien van de te hanteren grondslagen voor sterfte en langleven. Een toelichting op de wijze waarop DNB haar toezicht in dit kader vorm zal geven, is met name terug te vinden in openbare uitingen op de website van de toezichthouder, bijvoorbeeld via Vraag en Antwoord en in algemene publicaties, zoals nieuwsbrieven. Via deze uitingen spreekt DNB haar verwachtingen uit over de grondslagen welke naar haar mening door het fonds gehanteerd zouden moeten worden. Het uitgangspunt hierbij is dat de gehanteerde actuariële grondslagen dienen te voldoen aan de wettelijke eisen van actualiteit, prudentie en consistentie. 20 Prudent houdt naar de mening van de toezichthouder in dat het pensioenfonds de voorzichtigheid niet uit het oog verliest bij de keuze voor de gehanteerde bevolkingstafel inclusief de voorzienbare trend in overlevingskansen alsmede de daarop aangebrachte correctiefactor(en) vanwege fondsspecifieke ervaringssterfte Artikelsgewijze toelichting Besluit van 18 december 2006, Stb. 2006, 710, p. 22 t/m Art.102lid2subdenart.103subdPW. 20. DNB Nieuwsbrief Pensioenen, april Vraag en Antwoord (Actuariële grondslagen), 15 februari 2011, 17

5 de juridische aspecten van sterfte en langleven Bevolkingssterfte Begin 2010 publiceerde DNB het nieuws dat fondsen anticiperend rekening moesten houden met nieuwe inzichten omtrent sterfte. 22 In 2008 had het CBS namelijk geconstateerd dat de overlevingskansen, gezien de medische ontwikkelingen, aanzienlijk naar boven bijgesteld moesten worden. 23 Anticiperend op deze constatering, dienden fondsen naar de mening van DNB bij beleidsbesluiten, het vaststellen van jaarcijfers en de evaluatie van de herstelplannen zo nodig aangepaste tafels te hanteren of een extra voorziening te treffen, vooruitlopend op de verwachte herziening van de AGprognosetafels (welke uiteindelijk in augustus 2010 zijn gepubliceerd). In de praktijk kwam dit erop neer dat DNB bij de toetsing van de gehanteerde grondslagen rekening hield met de waargenomen verbetering van overlevingskansen in de afgelopen jaren en de toekomstige ontwikkelingen van overlevingkansen zoals voorzien door het CBS in haar prognose voor de periode van 17 december De gevolgen van dit standpunt van DNB voor een gemiddeld pensioenfonds waren fors; dit kon leiden tot een verlaging van de dekkingsgraad met 4 à 7%. Dit gevolg van de nieuwe inzichten omtrent de levensverwachting kwam extra hard aan, aangezien de dekkingsgraden van een groot aantal fondsen zich begin 2010 rond de kritieke grens van 105% bevonden. Een additionele verlaging van de dekkingsgraad met 4à7%konvoormenig fonds net het verschil uitmaken tussen een dekkingstekort of niet. Op 11 oktober 2010 een kleine twee maanden na publicatie van de laatste AG-tafels publiceerde DNB vervolgens wederom een antwoord inzake het onderwerp van de sterftegrondslagen. Op de vraag of recent gepubliceerde prognosetafels, zoals de nieuwe AG prognosetafel , meegenomen moesten worden bij het bepalen van de waarde van pensioenverplichtingen en beleidsbesluiten, antwoordde DNB bevestigend. 25 Hierbij merkte DNB op dat zij van pensioenfondsen verwacht dat zij rekening houden met de meest actuele prognosetafels bij zowel het vaststellen van de waarde van hun pensioenverplichtingen als voor het nemen van beleidsbesluiten. In de toelichting bij dit antwoord merkte DNB op dat het belangrijk is dat fondsen uitgaan van recente prognosetafels en inzichten voor een actueel beeld. Tot zover is het antwoord duidelijk en sluit het volledig aan bij de strekking van het Besluit FTK en de daarin verwoorde voorzienbare trend. Vervolgens merkt DNB op mogelijk ter verduidelijk dat zij daarom van fondsen verwacht dat 22. Vraag en Antwoord (Actuele actuariële grondslagen), 28 januari 2010, Bevolkingstrends, 1e kwartaal 2009, Centraal Bureau voor de Statistiek, 25 maart Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2008, Centraal Bureau voor de Statistiek, 17 december Vraag en Antwoord (AG Prognosetafels ), 11 oktober 2010, zij bij het vaststellen van hun verplichtingen rekening houden met de meest recent door het AG gepubliceerde prognosetafels. De vraag is of het uitspreken van een dergelijke verwachting door de toezichthouder onder haar wettelijke bevoegdheden valt; er is immers geen wettelijke delegatiebevoegdheid om vooraf aanvullende regels te stellen ten aanzien van dit onderwerp. Feitelijk gezien vaardigt DNB hier ook geen regels uit, maar een door de toezichthouder kenbaar gemaakte verwachting kan in de praktijk toch als min of meer dwingend worden ervaren. Daarnaast valt ook enige inconsistentie van de zijde van de toezichthouder op; ten aanzien van het boekjaar 2009 diende uit het oogpunt van prudentie immers nog anticiperend rekening gehouden te worden met de cijfers van het CBS. De in voorgaande alinea bedoelde toelichting van DNB zou echter reeds spoedig daarna ingehaald worden door de actualiteit, met de publicatie van de Bevolkingsprognose door het CBS op 17 december Op dat moment konden de CBS-tafels immers als meest actuele prognosetafels worden aangemerkt. De overlevingskansen in de nieuwste CBS-tafels werden iets voorzichtiger ingeschat dan in de prognoses van het AG. Toepassing van de CBS-tafels zou voor een fonds een lichte stijging van de dekkingsgraad tot gevolg kunnen hebben; afhankelijk van het deelnemersbestand circa 1 à 2%. In tijden waarin de dekkingsgraden onder druk staan, kan een dergelijke verhoging net het verschil uitmaken tussen tekort of herstel. Mogelijk kan het zelfs net het verschil uitmaken tussen korten of niet korten van de pensioenrechten en -aanspraken. Toepassing van de CBS-tafels zou echter niet aansluiten bij de door DNB op haar website gepubliceerde verwachting ten aanzien van het gebruik van de AG-tafels en zou wellicht kunnen leiden tot een discussie met de toezichthouder Ervaringssterfte In par. 2.1 is opgemerkt dat in de Pensioenfondsenrichtlijn wordt voorgeschreven dat rekening gehouden dient te worden met de hoofdkenmerken van de deelnemersgroep, oftewel de ervaringssterfte. Dit voorschrift is niet expliciet opgenomen in de PW, maar gesteld kan worden dat dit wel is beoogd door de wetgever met de open norm prudente beginselen, waarop de grondslagen volgens art. 126 PW gebaseerd dienen te worden. Voor de vaststelling van de technische voorzieningen van een pensioenfonds zal een prudente inschatting van de ervaringssterfte in de praktijk dan ook van belang zijn, aangezien per pensioenfonds grote afwijkingen ten opzichte van de bevolkingsprognoses kunnen ontstaan. Volgens het meest recent gepubliceerde antwoord van de toezichthouder omtrent de actuariële grondslagen, brengt het pensioenfonds correctiefactor(en) aan op de 26. Bevolkingsprognose : sterkere vergrijzing, langere levensduur, Centraal Bureau voor de Statistiek, publicatiedatum CBS-website, 17 december

6 de juridische aspecten van sterfte en langleven gehanteerde bevolkingstafel. Indien het fonds van mening is dat de ervaringssterfte, de gehuwdheidfrequenties en de kosten zodanig zijn veranderd dat een wijziging van de technische voorzieningen door middel van aanpassing van de fondsgrondslagen terzake gerechtvaardigd is, dan draagt het fonds hiervoor de bewijslast. Aan een wijziging van de grondslagen dient een gedegen onderzoek naar de specifieke kenmerken van de fondspopulatie ter grondslag te liggen. 27 Zoals in par opgemerkt, ontwikkelen diversen marktpartijen modellen voor de bepaling van de ervaringssterfte. Een fonds met een groot deelnemersbestand zal doorgaans gebruik kunnen maken van de fondsspecifieke ervaringssterfte. Bij kleinere fondsen zal bijvoorbeeld een sectorspecifieke ervaringssterfte tot een reëler inzicht leiden, aangezien het risico op afwijkingen groter wordt naar mate het bestand kleiner wordt. 4. Conclusies Voor het beleid van pensioenfondsen is een realistische inschatting van de levensverwachting van groot belang. In de praktijk maken de meeste pensioenfondsen al decennia lang gebruik van de AG-tafels. In dit artikel is aan de hand van de relevante (inter)nationale wet- en regelgeving beoordeeld welke juridische aspecten van belang zijn bij de vaststelling van de demografische grondslagen en welke rol de toezichthouder hierbij heeft. Aan de hand van de relevante wet- en regelgeving en de bijbehorende wetshistorie, kan geconcludeerd worden dat het bepalen van de verzekeringstechnische grondslagen uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid is van het fonds. Voorts vloeit zowel uit de Pensioenfondsenrichtlijn als uit de PW voort dat het fonds voor de berekening van de technische voorzieningen gehanteerde grondslagen dient uit te gaan van prudente beginselen, waarbij de methode en grondslagen in beginsel van jaar tot jaar ongewijzigd blijven. In de relevante (inter)nationale weten regelgeving wordt dan ook geen specifieke overlevingstafel genoemd. Wel volgt uit art. 2 Besluit FTK dat het fonds gebruik moet maken van prognosetafels, aangezien rekening gehouden dient te worden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. Het is vervolgens aan DNB om te beoordelen of het fonds de juiste grondslagen hanteert. DNB kan in een uiterst geval optreden indien het fonds naar het oordeel van de toezichthouder geen realistisch geachte grondslagen hanteert, maar geconcludeerd kan worden dat DNB geen wettelijke delegatiebevoegdheid heeft om vooraf regels op te stellen voor de wijze waarop de sterftegrondslagen vastgesteld dienen te worden. De toezichthouder heeft echter wel bepaalde verwachtingen ten aanzien van de toepassing van sterftegrondslagen, namelijk dat van de meest actuele prognosetafels (voor de bevolkingssterfte) wordt uitgegaan, die dienen te worden gecorrigeerd met de relevante ervaringssterfte. Ten aanzien van de meest actuele prognosetafels voor de bevolkingssterfte verwijst DNB op 11 oktober 2010 expliciet naar de AG-tafels, ondanks dat op dat moment binnen het AG nog geen volledige consensus bestond over de prognoses. Een expliciete verwijzing naar een bepaalde prognosetafel gaat dan ook een stap te ver; de toezichthouder heeft immers geen wettelijke delegatiebevoegdheid om vooraf regels te stellen voor de toepassing van een bepaalde grondslag en neemt hiermee feitelijk de eigen verantwoordelijkheid van het fonds weg. Wellicht heeft DNB zich dit eveneens gerealiseerd, aangezien het bewuste antwoord van 11 oktober 2010 inmiddels van de website is verwijderd. Dit neemt niet weg dat deze reactie behoorlijk wat stof heeft doen opwaaien in de pensioensector, aangezien vlak daarna het CBS nieuwe prognosetafels publiceerde. Moest het antwoord van de toezichthouder zo geïnterpreteerd worden dat deze CBStafels niet als prudent konden worden beschouwd? Overstap naar de CBS-tafels kon echter voor een gemiddeld pensioenfonds wel leiden tot een lichte verbetering van de dekkingsgraad. Voor fondsen met een dekkingsgrond rond de 105%, zou toepassing van deze tafels net het relevante verschil kunnen maken tussen tekort of herstel dan wel zelfs het verschil tussen wel of niet korten. Het fondsbestuur dient zich bij de vervulling van haar taak primair te richten naar de belangen van de bij het fonds betrokken (gewezen) deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgever 28 en een korting, hoe gering ook, kan in beginsel niet in het belang worden geacht van deze stakeholders. Aangezien het fondsbestuur eindverantwoordelijk is voor het gevoerde beleid, kan het in een dergelijke situatie dus zeker de moeite waard zijn om een alternatieve prognosetafel, zoals de CBS-tafels, te overwegen. DNB zal zich bij haar toetsing vervolgens zeer waarschijnlijk op het standpunt stellen dat het switchen naar een alternatieve grondslag niet consistent is. Wettelijk gezien is dat standpunt juist; het is niet de intentie van de wetgever dat een fonds jaar op jaar kan bepalen welke grondslagen op dat moment tot de meest gunstige resultaten leiden. De vraag is echter wat bij het uitvoeren van het toezicht zwaarder moet wegen; koste wat het kost consistentie verlangen, of maatwerk toestaan in die situaties waarin toepassing van een alternatieve uiteraard prudente prognosetafel net het verschil kan maken tussen tekort of herstel. Gezien de onmogelijkheid om de daadwerkelijke stijging van de levensverwachting in 27. Zie noot Art. 105 lid 2 PW. 19

7 de juridische aspecten van sterfte en langleven de toekomst met 100% zekerheid te voorspellen, zou hier in het toezicht wellicht enigszins pragmatisch mee omgegaan dienen te worden. 20

Introductie Prognosetafel AG2014 Effect voorziening zeer beperkt, kostendekkende premie neemt wel toe

Introductie Prognosetafel AG2014 Effect voorziening zeer beperkt, kostendekkende premie neemt wel toe Introductie Effect voorziening zeer beperkt, kostendekkende premie neemt wel toe Op dit moment is de de overlevingstafel waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen waarderen. Deze overlevingstafel houdt

Nadere informatie

1. Levensverwachting: realisatie ten opzichte van verwachting

1. Levensverwachting: realisatie ten opzichte van verwachting Datum: 14 september 2016 Publicatie AG2016 Gemiddelde stijging van de voorziening circa 0,5%, de zuivere kostendekkende premie neemt gemiddeld toe met circa 0,8%. Op dit moment is de de overlevingstafel

Nadere informatie

AG-tafel Prognose waarneming verschil

AG-tafel Prognose waarneming verschil AG-tafel 2003 2008 AG-tafel 2000 2005 en updates Begin 2007 heeft het Actuarieel Genootschap (AG) de AG tafel 2000 2005 gepubliceerd. Deze tafel bevat de afgeronde sterftekansen van de Nederlandse bevolking

Nadere informatie

Concept Praktijkhandreiking 1116

Concept Praktijkhandreiking 1116 Concept Praktijkhandreiking 1116 Kader voor accountants bij de controle van de door pensioenfondsen in aanmerking genomen levensverwachting in verband met het beschikbaar komen van nieuwe relevante informatie

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie

Nadere informatie

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Concept NBA-handreiking 1116 Kader voor accountants bij de controle van de door pensioenfondsen in aanmerking genomen levensverwachting in verband met het beschikbaar

Nadere informatie

Controle pensioenfondsen en ontwikkeling levensverwachting

Controle pensioenfondsen en ontwikkeling levensverwachting Praktijkhandreiking 1116 Controle pensioenfondsen en ontwikkeling levensverwachting Juni 2011 NIVRA en NOvAA gebruiken de merknaam NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants). De wettelijke fusie

Nadere informatie

116 De Pensioenwereld in 2015

116 De Pensioenwereld in 2015 12 116 De Pensioenwereld in 2015 Verslaggeving & communicatie 117 Meer inzicht nodig in evenwichtige belangenbehartiging bij uitvoeringskosten Auteurs: Myrna van Engelen en Tristan Helsloot Pensioenfondsen

Nadere informatie

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Kader voor accountants bij de controle van de door pensioenfondsen in aanmerking genomen levensverwachting 22 november 2018 Kader voor accountants bij de controle

Nadere informatie

Voorziening en dekkingsgraad

Voorziening en dekkingsgraad Voorziening en dekkingsgraad De invloed van rente en ontwikkeling overlevingskansen Een presentatie tbv de jaarvergadering van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam door Peter Janssen 30 september 2010

Nadere informatie

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 20 september 2016 Agenda 1. Samenvatting jaarverslag 2015 2.

Nadere informatie

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur, De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds Handelsregister

Nadere informatie

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds Inleiding In hoofdstuk 9 van deze Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) (Het weerstandsvermogen van het fonds, inzet van sturingsmiddelen)

Nadere informatie

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent. Naam Adres Postcode + woonplaats Land ONDERWERP: SITUATIE PENSIOENFONDS ROCKWOOL EN MOGELIJKE VERLAGING VAN UW PENSIOEN BIJLAGEN: EVALUATIEMOMENTEN IN HERSTELPLAN, ONTWIKKELING DEKKINGSGRAAD, DEKKINGSGRAAD

Nadere informatie

DNB-intern. 27 januari Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

DNB-intern. 27 januari Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur, Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemningen Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer Bijlage(n)

Nadere informatie

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur, Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemingen Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Volledig herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer

Nadere informatie

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Dit document maakt gebruik van bladwijzers. NBA-handreiking 1116 Kader voor accountants bij de controle van de door pensioenfondsen in aanmerking genomen levensverwachting in verband met het beschikbaar

Nadere informatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie Financieel crisisplan November 2016 Voorwoord Voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 zijn met de werkgever afspraken gemaakt over een bijstortingsgarantie (en een terugstortingsverplichting

Nadere informatie

Korte termijn: onnodig korten van rechten voorkomen. Lange termijn: naar een nieuw FTK op basis van nieuwe pensioencontracten

Korte termijn: onnodig korten van rechten voorkomen. Lange termijn: naar een nieuw FTK op basis van nieuwe pensioencontracten Korte termijn: onnodig korten van rechten voorkomen Lange termijn: naar een nieuw FTK op basis van nieuwe pensioencontracten De daling van de dekkingsgraden heeft de afgelopen weken een uitgebreide discussie

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Bijlagen PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12 E NOTA VAN WIJZIGING Versie 1 januari

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding

Nadere informatie

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies Memo Aan : Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven Van : Remco Dijkstra Datum : 08 maart 2019 Betreft : Herstelplan 2019 Kenmerk : SV-2019-0379

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Extra informatie pensioenverlaging

Extra informatie pensioenverlaging Extra informatie pensioenverlaging Wat is de invloed van de verlaging op mijn netto pensioen? Als u nog niet met pensioen bent, kunnen we u nu niet zeggen hoe uw netto pensioen

Nadere informatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Inleiding Als, conform artikel 2 of artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vrijstelling kan worden verkregen,

Nadere informatie

Uitkomsten onderzoek Financiële opzet en informatie. Geachte voorzitter,

Uitkomsten onderzoek Financiële opzet en informatie. Geachte voorzitter, De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Uitkomsten onderzoek Financiële opzet en informatie Handelsregister 3300 3396 Geachte

Nadere informatie

Pensioenen... Herstelplan 2017

Pensioenen... Herstelplan 2017 Pensioenen.............................................. Herstelplan 2017 30 maart 2017 HERSTELPLAN Stichting Pensioenfonds Vopak (hierna: het pensioenfonds) verkeert sinds 1 januari 2016 in een situatie

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie

Per 1 januari 2015 zijn de aanspraken op ouderdomspensioen geconverteerd naar ingangsleeftijd 67. 2

Per 1 januari 2015 zijn de aanspraken op ouderdomspensioen geconverteerd naar ingangsleeftijd 67. 2 M.C.A. Kroon MSc Stationsweg 13-14 1441 EJ Purmerend Nederland T +31 88 543 3000 D +31 88 543 3794 mireille.kroon@towerswatson.com towerswatson.com Correspondentieadres: Postbus 780, 1440 AT Purmerend,

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Vragen en antwoorden inzake totstandkoming prognosetafel AG2016

Vragen en antwoorden inzake totstandkoming prognosetafel AG2016 Vragen en antwoorden inzake totstandkoming prognosetafel AG2016 Inleiding. Het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) heeft in september 2016 een nieuwe prognosetafel AG 2016 uitgebracht. Dit is van belang

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

Advies W /III

Advies W /III Advies W12.18.0366/III Datum: woensdag 28 november 2018 Soort: Voorlichting Ministerie: Sociale zaken en Werkgelegenheid Vindplaats: Kamerstukken I 2018/19, 34934, nr. E Verzoek om voorlichting van de

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Bijlagen PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING Versie 1 januari

Nadere informatie

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Kostendekkende Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van

Nadere informatie

De Ultimate Forward Rate Methodiek

De Ultimate Forward Rate Methodiek De Ultimate Forward Rate Methodiek Notitie van het Actuarieel Genootschap 23 augustus 2012 Inleiding Voor het zomerreces heeft de Tweede Kamer een aantal debatten gevoerd over de Hoofdlijnennota herziening

Nadere informatie

Q & A bij brief en persbericht d.d. 6 januari

Q & A bij brief en persbericht d.d. 6 januari Q & A bij brief en persbericht d.d. 6 januari De vragen: Rente 1. Waarom vindt DNB dat aanpassing van de curve gerechtvaardigd is? Naar welke grootheden kijkt DNB bij deze beoordeling? 2. Is de aanpassing

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 972 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met aanpassing

Nadere informatie

Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/ Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur?

Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/ Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur? Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/2014.160 Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur? Pensioenfondsbesturen bereiden zich voor op hun nieuwe

Nadere informatie

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen Regeling parameters pensioenfondsen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/ PB/2006/102565b, tot vaststelling van de parameters voor pensioenfondsen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2018-236 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op : 11 oktober 2017 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte premie Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Herstelplan. In dit nummer. oktober 2015. Waar ging het ook alweer over?

Nieuwsbrief. Herstelplan. In dit nummer. oktober 2015. Waar ging het ook alweer over? Nieuwsbrief oktober 2015 Herstelplan In de nieuwsbrieven van juli (over o.a. het nieuwe Financieel ToetsingsKader nftk ) en augustus 2015 (over beleggen) informeerden we u al eerder over de eisen die De

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1 RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL Vraag 1 Onder het huidige FTK krijgen pensioenfondsen te maken met de zogenaamde beleggings -spagaat: aan de ene kant kan er weinig risico worden genomen

Nadere informatie

12 maart Stichting Pensioenfonds Forbo T.a.v. het bestuur Postbus AA KROMMENIE. Betreft: herstelplan per 1 januari 2018

12 maart Stichting Pensioenfonds Forbo T.a.v. het bestuur Postbus AA KROMMENIE. Betreft: herstelplan per 1 januari 2018 Correspondentieadres: Postbus 75201, 1070 AE Amsterdam, Nederland T.a.v. het bestuur Postbus 13 1560 AA KROMMENIE Ref.:SvW/650078/A180177 Betreft: herstelplan per 1 januari 2018 Geachte leden van het bestuur,

Nadere informatie

Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling

Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling Hoofdindeling: Beroepsreglementering Categorie: Overige standaarden Opgesteld door: AG werkgroep Actuariële Governance

Nadere informatie

De Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer

De Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer De Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer 23 november 2014 JO/KMOL/MVE/2014.227 Betreft: Wetsvoorstel aanpassing Financieel Toetsingskader ('het Wetsvoorstel') Geachte

Nadere informatie

Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix.

Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix. Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix. Algemene toelichting Artikel 86 van de Pensioenwet schrijft voor dat er bij voorwaardelijke toeslagverlening een consistent geheel dient te zijn

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

ABP Jaarverslag Inhoudsopgave. 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring OVERIGE GEGEVENS

ABP Jaarverslag Inhoudsopgave. 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring OVERIGE GEGEVENS Inhoudsopgave 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring 5 6 4 Statutaire winstverdeling In de statuten is geen bepaling opgenomen over de wijze waarop het resultaat moet worden verdeeld. 5 Actuariële

Nadere informatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017 Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017 Inleiding Als, conform artikel 2 of artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vrijstelling kan worden verkregen,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 934 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Parnassusplein 5 T

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Parnassusplein 5 T Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44 44 www.szw.nl 10 april 2018 Betreft Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging

Nadere informatie

1 Berekeningen pensioenvoorziening per 31 december 2012 1.1 Aanleiding

1 Berekeningen pensioenvoorziening per 31 december 2012 1.1 Aanleiding Postbus 7883 1008 AB Amsterdam Ernst & Young Actuarissen BV. Tel: +31 (0)88-407 1000 Cross Towers, Antonio Vivaldistraat 150 Fax: +31 (0)88-407 1005 1083 HP Amsterdam ey.com VERTROUWELIJK Wetterskip Fryslân

Nadere informatie

Aanscherping en verruiming

Aanscherping en verruiming Aanscherping en verruiming Pensioen: garantie voor de toekomst? Ronald Doornbos 28 april 2010 2010 Towers Watson. All rights reserved. Agenda 1. Wat vooraf ging 2. Voorstellen van 7 april 1. Kabinetsinzet

Nadere informatie

ABP Jaarverslag Inhoudsopgave. 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring Controleverklaring. Overige gegevens

ABP Jaarverslag Inhoudsopgave. 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring Controleverklaring. Overige gegevens Inhoudsopgave Overige gegevens 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring 5 6 8 Overige gegevens Overige gegevens 4 Statutaire winstverdeling Statutaire winstverdeling In de statuten is geen bepaling

Nadere informatie

S&V Sterftemonitor. Sterftemonitor Q4-2017

S&V Sterftemonitor. Sterftemonitor Q4-2017 S&V Sterftemonitor Sterftemonitor Q4-2017 Februari 2018 Management samenvatting 2017-Q4 De resultaten liggen in lijn met onze eerdere publicatie over het derde kwartaal van 2017: Aangezien er zowel in

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Extra nieuwsbrief 2014 nummer 6

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Extra nieuwsbrief 2014 nummer 6 Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland Extra nieuwsbrief 2014 nummer 6 In deze nieuwsbrief Voorwoord Toeslagverlening 1.1.2015 Inhaaltoeslagverlening Pensioenpremie 2015 De informatie in dit document

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn: Crisisplan ABTN Bijlage 4 Inleiding In hoofdstuk 9 van de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) - Het weerstandsvermogen van het pensioenfonds, sturingsmiddelen en beleidskader - zijn de risico

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds Financieel crisisplan Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Doel en kader van het financieel crisisplan... 4 2.1 Crisissituatie... 4 2.2 Kritische dekkingsgraad... 5 2.3 Richtlijn...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 338 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Actuarieel rapport boekjaar 2009 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie ii Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Samenvatting...3 1.1

Nadere informatie

3. De positie van pensioenfondsen in de PSW

3. De positie van pensioenfondsen in de PSW 3. De positie van pensioenfondsen in de PSW 3.1 Inleiding De PSW schrijft voor dat een pensioentoezegging moet worden uitgevoerd door een pensioenfonds of een verzekeraar. De PSW schrijft ook voor dat

Nadere informatie

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen.

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen. Aan Van Cc Het bestuur van Stichting Pensioenfonds ANWB AZL Actuariaat (Monique van Run en Valerie Heuvelmans) Dirk Meijwaard, fondsmanager Onderwerp Herstelplan 2019 Datum 7 maart 2019 Inleiding Omdat

Nadere informatie

Pensioenen... Herstelplan 2016

Pensioenen... Herstelplan 2016 Pensioenen.............................................. Herstelplan 2016 23 maart 2016 HERSTELPLAN Stichting Pensioenfonds Vopak (hierna: het pensioenfonds) verkeert op 1 januari 2016 in een situatie

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

Guidance met betrekking tot de Actuariële Functie IORPII

Guidance met betrekking tot de Actuariële Functie IORPII Guidance met betrekking tot de Actuariële Functie IORPII - Certificerend Actuaris is Actuariële Functie Houder - Certificerend Actuaris is geen Actuariële Functie Houder Categorie: Leidraden Opgesteld

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

Advies van de adviescommissie pensioenrecht Nederlandse orde van advocaten

Advies van de adviescommissie pensioenrecht Nederlandse orde van advocaten MEMORANDUM Advies van de adviescommissie pensioenrecht Nederlandse orde van advocaten Aan: Mevr. J. Klijnsma, Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Sociaal-economische Raad Stichting van

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Feitelijke premie In de uitvoeringsovereenkomst tussen de vennootschap en het pensioenfonds wordt bepaald dat de vennootschap jaarlijks een vaste premie ter beschikking stelt. Deze premie wordt vastgesteld

Nadere informatie

Voor alle duidelijkheid: deze nieuwsbrief informeert u uitsluitend over de pensioenregeling(en) die onder het beheer van SPAN vallen.

Voor alle duidelijkheid: deze nieuwsbrief informeert u uitsluitend over de pensioenregeling(en) die onder het beheer van SPAN vallen. Van het SPAN bestuur In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het fonds. Voor alle duidelijkheid: deze nieuwsbrief informeert u

Nadere informatie

Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2017

Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2017 Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2017 Grondslagen Rekenrente Overlevingstafel De rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank per 31 oktober 2016. Volgens

Nadere informatie

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI Pensioenactualiteiten Robert Deddens 19 november 2013 Copyright 2012 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel van het

Nadere informatie

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? 1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? Het pensioenfonds staat er financieel niet goed voor. De twee belangrijkste oorzaken: 1. Nederlanders worden steeds ouder. Met name de laatste

Nadere informatie

Supplement bij uitvoeringsovereenkomst d.d. 31 december 2012 hoofdlijnenakkoord tussen IBM Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds IBM Nederland

Supplement bij uitvoeringsovereenkomst d.d. 31 december 2012 hoofdlijnenakkoord tussen IBM Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds IBM Nederland De ondergetekenden: IBM Nederland B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen IBM, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar Country General Manager, de heer H.J. van Dorenmalen; en

Nadere informatie

2 februari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus EB AMSTERDAM

2 februari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus EB AMSTERDAM Correspondentieadres: Postbus 780, 1440 AT Purmerend, Nederland Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus 376 1000 EB AMSTERDAM Ref: Mzo\653112\P170149 Betreft: Update flexibilisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 18 867 Wijziging van de Tijdelijke Wet Arbeidsvoorwaarden collectieve sector MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Karakter van de wijziging De voorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 934 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Asset & Liability Management

Asset & Liability Management Asset & Liability Management Verder gaan is de juiste balans vinden. ALM: inzicht in risico s Zorgen voor balans tussen pensioenverplichtingen en de opbouw van het pensioenvermogen. Het is een kerntaak

Nadere informatie

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM Aanpassing pensioenregeling een must Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM 1 Aanpassing pensioenregeling een must Inhoud Marcel Brussee: Achtergrond wijzigingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 933 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het

Nadere informatie

Strengere regels voor pensioenfondsen

Strengere regels voor pensioenfondsen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag November 2015 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

had ik (misschien) al iets meer details over het zogenaamde septemberpakket kunnen vertellen,

had ik (misschien) al iets meer details over het zogenaamde septemberpakket kunnen vertellen, Inleiding Maarten Camps DNB seminar 12 september 2012 Dames en heren, Ik ben met plezier naar Bussum gekomen, maar dacht wel even: jammer dat dit seminar niet een week later wordt gehouden. Dan had ik

Nadere informatie

betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening

betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening Toets aan de bestaande en voorziene Europese toezichteisen 1. Inleiding en conclusie De brief inzake het Pensioenakkoord van 10 juni 2011 (Kamerstukken II 2010/11 30 413, nr. 157) bevat de toezegging dat

Nadere informatie

Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie van het AG

Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie van het AG De heer dr. P.H. Omtzigt Rapporteur Pensioenen Europa namens de Regering en de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Utrecht, 23 augustus 2012 Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie

Nadere informatie

Pensioenakkoord. Spelregels vanuit de actuaris bezien. Drs A.G.M. den Hartogh AonHewitt

Pensioenakkoord. Spelregels vanuit de actuaris bezien. Drs A.G.M. den Hartogh AonHewitt Pensioenakkoord Spelregels vanuit de actuaris bezien Drs A.G.M. den Hartogh AonHewitt Agenda Twee cijfermatige voorbeelden Verhoging pensioenleeftijd Overgang naar zachte verplichtingen Waarderingsvraagstuk

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24420 29 november 2012 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van 15 november 2012 houdende wijziging van de Regeling informatieverstrekking

Nadere informatie

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018 Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018 Ten behoeve van het pensioenreglement 68 jaar. Grondslagen Rekenrente Overlevingstafel De rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd

Nadere informatie