[BEWEEGPROGRAMMA VOOR 55+ERS]

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "[BEWEEGPROGRAMMA VOOR 55+ERS]"

Transcriptie

1 an 2013 Hogeschool Inholland Docent: Kiem The Klas: BEL3B Rolf Drenthe Mike van t Loo Dominique van Maas Annemijn van de Ree [BEWEEGPROGRAMMA VOOR 55+ERS] Een interventieprogramma

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Methode Probleemanalyse NNGB/Fitnorm Hoeveel ouderen sporten Welke sporten doen ouderen? Bewegen in Nederland Veel voorkomende aandoeningen bij ouderen Bewegen is belangrijk Beginnen met bewegen Voldoende bewegen Beweegnorm Geheugen en ouderen Conclusie Doelgroep Omvang van de doelgroep Leeftijd en geslacht Sociaaleconomische status Etniciteit en religie Bereikbaarheid van de doelgroep Gezondheidsdeterminanten Persoonsgebonden factoren Overgewicht: Bloeddruk: Omgevingsfactoren Sociaal steun: Eenzaamheid: Sociale cohesie: Leefstijlfactoren ASE-model Doelen Interventieprogramma Les 1, 6 en 11 Coördinatie Les 2, 7 en 12 Lenigheid Les 3, 8 en 13 Uithoudingsvermogen Les 4, 9 en 14 Kracht Les 5, 10 en 15 Snelheid

3 9 Onderbouwing interventieprogramma Resultaten enquête Doelgroep Sportbeoefening Voorkeurstijdstip Financieel Sport- en/of beweeg les Desk Research Implementatie Belemmerende of bevorderende factoren voor succes Indirecte voorspellers Directe voorspeller Timing Randvoorwaarden Evaluatieplan Evalueren Proces Product/effect Planning Meetinstrumenten Par-Q Vragenlijst kennis en lichamelijke activiteit Bloeddrukmeting BMI Huidplooimeting Sit and reach test Handknijpkracht Wall Squat test Evaluatie Discussie Bronvermelding Bijlagen A) Enquête sport- en beweegactiviteiten gemeente Bloemendaal B) Verantwoording enquêtevragen C) Tabellen resultaten D) Par-Q E) Scoreformulier fysieke metingen F) Enquête evaluatie per les

4 G) Vragenlijst kennis en lichamelijke activiteit H) Enquête eindevaluatie I) Trainingsschema J) Uitwerking lessen

5 1 Inleiding Bovelander & Bovelander Tetterode V.O.F wil een beweegactiviteit voor ouderen (55+) opzetten. Dit aangezien er in de regio Bloemendaal nog weinig activiteiten voor deze doelgroep zijn. De Tetterodehal biedt tot op heden nog niets aan en wilt dit om deze reden gaan veranderen. Het is echter nog onduidelijk wat de doelgroep wil doen en welke interventies zijn op te zetten voor weinig geld. Het doel van Bovenlander & Bovelander is om ouderen meer te laten bewegen. Om tot dit doel te komen, moet eerst duidelijk zijn wat de behoeften van de 55 plussers zijn in de gemeente Bloemendaal. Tevens dient onderzocht te worden hoe de leefstijl en gezondheid van deze doelgroep is en welk materiaal beschikbaar is. Dit alles wordt onderzocht door middel van een literatuurstudie, enquêtes en interviews. In een voorgaand rapport (Deskresearch) is er uitgebreid onderzoek gedaan naar de bestaande literatuur op het vlak van beweeg gedrag van ouderen en de bestaande interventies. Hieruit bleek dat interventies vooral toegespitst waren op val preventie en niet zo zeer op de volledige fysieke gezondheid van ouderen. Om deze reden is er bekeken welke beweeg interventies ouderen het meeste aantrekt, dit is gedaan door middel van een enquête af te nemen bij de doelgroep. Deze resultaten en de resultaten van de deskresearch leveren een ontwikkelde interventie op die in dit rapport wordt behandeld. Er wordt in dit rapport begonnen met het bespreken van de Methode, waarna de probleemanalyse plaats zou vinden. In hoofdstuk vier zal worden uitgelegd wat de reden is dat bewegen belangrijk is. Hoofdstuk vijf zal ingaan op de doelgroep en het hoofdstuk hierna op de gezondheidsdeterminanten. Hierna komen de doelen, interventie programma en de onderbouwing van de interventie ter sprake, de laatste drie hoofdstukken bevatten de implementatie, het evaluatieplan en de evaluatie die tot nu toe is uitgevoerd. Er wordt afgesloten met een bronvermelding en de bijlagen. 5

6 2 Methode Dit document bevat een rapport waarin onderzocht is welke beweegactiviteit er ontwikkeld kan worden voor ouderen (55plus) in de omgeving van Bloemendaal. Deze interventie is ontwikkeld aan de hand van het PRECEDE/PROCEDE en het ASE Model. Om achter de informatie te komen voor deze modellen is er gebruikt gemaakt van een triangulair onderzoek (Enquête, Interviews en literatuurstudie) De enquêtes (zie bijlage A) zijn bij 66 ouderen afgenomen en bekeek onder andere welke activiteit het grootste draagvlak had, hoeveel de ouderen bereid zijn om te betalen per les en of de ouderen op dit moment bewegen. De enquête is na het verzamelen van deze informatie verwerkt in het programma SPSS versie 19. De interviews zijn afgenomen bij Welzijn Ouderen Bloemendaal (W.O.B.) en Bovenlander & Bovenlander. De gesprekken met W.O.B. gingen over eventuele samenwerking en daarmee het verspreiden van de informatie onder hun ouderen bestand. Bij Bovenlander & Bovenlander is er een gesprek gehouden om te bekijken welke mogelijkheden qua materialen, sportactiviteiten en beschikbaarheid er waren binnen de organisatie. Tevens zijn de wensen van de opdracht gever behandeld. Tijdens de literatuurstudie is er onderzoek gedaan naar onder andere bestaande beweeginterventies, beste beweegactiviteiten voor ouderen, belang bewegen voor ouderen en de demografische gegeven, sportdeelname en veel voorkomende aandoeningen bij ouderen. Al deze gegevens zijn verwerkt in het hoofdstuk resultaten. 6

7 3 Probleemanalyse Uit interviews is gebleken dat er weinig sport/beweeg mogelijkheden zijn voor de doelgroep 55plus, in de omgeving van Bloemendaal. Volgens Mulder (2011) is de grijze druk in deze omgeving 46,1 procent en dit is hoger dan het gemiddelde in Nederland (25,6%). In dit zelfde stuk komt terug dat de gemiddelde grijze druk tot en met 2040 oploopt tot 48,7 procent. Harbers (2009) geeft aan dat preventie gericht op ouderen het doel heeft deze zo lang mogelijk onafhankelijk en gezond te houden. Echter wordt er aangegeven dat gezond ouder worden niet alleen gaat om het voorkomen en uitstellen van ziekte en sterfte, maar ook preventie van beperkingen in het functioneren en het voorkomen van verlies van de zelfredzaamheid. In de interventie lijst van het loketgezondleven (2013) blijken de meeste interventies voor ouderen gericht te zijn op val preventie. Deze interventies kunnen worden geschaald onder preventie van beperkingen in het functioneren, maar de vraag is of het daadwerkelijk preventief werkt op de beperkingen in het functioneren en niet alleen op beperken van het aantal val ongevallen en botbreuken bij de ouderen. Om de bovenstaande reden wordt er onderzoek gedaan naar een interventie die de ouderen leuk vinden en effectief blijkt uit literatuur. Om toch meer informatie over ouderen te verkrijgen is er in de aankomende paragrafen, verdiepende informatie te vinden over deze doelgroep. 3.1 NNGB/Fitnorm 55+-ers behalen de NNGB als zij een half uur per dag en ten minste vijf dagen per week matig intensief bewegen. Matig intensief houdt in dat de hartslag een paar slagen sneller slaat. Vanaf minimaal vijf minuten telt de beweging mee. Ook intensieve activiteiten zoals hardlopen, tennissen, zwemmen vallen onder de NNGB.(CBS/NISB, 2013) Een andere norm in Nederland is de fitnorm. Deze norm stelt dat er minimaal drie keer per week gedurende 20 minuten een zwaar intensieve activiteit plaats dient te vinden. Deze norm is volgens het NISB (2013) minder geschikt voor 55+-ers. 3.2 Hoeveel ouderen sporten Op dit moment is de inactiviteit bij de groep 55-64, en 75+ respectievelijk 2,9; 6,3 en 14,5 procent. In het jaar lag de inactiviteit nog op 7,4; 11,1 en 28 procent. Hieruit kan worden afgeleid dat de inactiviteit is afgenomen in de afgelopen jaren (Hildebrand, Bernaards, & Stubbe, 2013) Tabel 1 Inactieve volwassenen (Hildebrand, Bernaards, & Stubbe, 2013) 7

8 Tabel 2 Sportfrequentie (Hildebrand, Bernaards, & Stubbe, 2013) Uit de tabellen 1en 2 kan worden geconstateerd dat de inactiviteit is afgenomen en dat er meer mensen meer frequent zijn gaan sporten. 3.3 Welke sporten doen ouderen? Uit tabel 3 kan worden geconstateerd dat bij de bevolking in de groep van jarigen 34% aan wandelsport doet. Dit wordt gevolg door fitness (33%), wielrennen (24), fietsen (23%) en hardlopen (7%). In de categorie jarigen staat zwemmen bovenaan met 25%, gevolgd door wandelsport met 24%. Fitness (23%), wielrennen (20%) en tennis (10%) volgen daarna op de derde, vierde en vijfde plek. Tabel 3 Aangepast tabel Sportdeelname uit rapport: Hildebrand, Bernaards en Stubbe (2013) Ouderen beoefenen deze sporten vaker in de zomer dan in de winter. Dat komt omdat het aanbod van sport- en beweegactiviteiten in de zomer hoger ligt dan in de winter. 8

9 3.4 Bewegen in Nederland Figuur 1 NNGB in Nederland Het voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen verschilt per regio. In de regio Zuid-Limburg voldoen de minste mensen aan de NNGB. Minder dan de helft van de inwoners uit Zuid-Limburg voldoen aan de norm. Ook in Zuid-Holland Zuid, Rotterdam-Rijnmond en Rivierenland voldoet minder dan 50% aan de NNGB. In de regio Utrecht, Twente en Hollands Noorden wordt het vaakste de norm gehaald. Hierbij beweegt ongeveer 60% van de ondervraagden uit de regio s genoeg (figuur 1)(Harbers, 2010) 9

10 3.5 Veel voorkomende aandoeningen bij ouderen Hieronder staat een overzicht van veelvoorkomende ouderdomsaandoeningen en de gevolgen ervan. Vaak hebben ouderen last van meer dan één aandoening. Sommige ouderdomsaandoeningen kunnen minder snel optreden bij voldoende beweging. Bij andere ouderdomsaandoeningen verliezen mensen het sociale contact. Sport en bewegen kan bijdrage aan het niet vereenzamen van ouderen. Coronaire hartziekten Bij een coronaire hartziekte zijn de aders vernauwd die het hart van bloed voorzien (kransslagaders). Iemand met een coronaire hartziekte krijgt onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen als de bloedtoevoer vermindert. Er wordt dan een opkomende druk op de borst gevoeld (angina pectoris). Wanneer de bloedtoevoer naar een bepaald deel volledig wordt afgesloten, ontstaat er een hartinfarct. Coronaire hartziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak in de westerse wereld voor zowel mannen als voor vrouwen (Medicinfo, 2012). Verhoogde bloeddruk Ouderen merken meestal niet als dat er sprake is van een verhoogde bloeddruk, ook wel hypertensie genoemd. Toch is het belangrijk dat ouderen regelmatig hun bloeddruk laten controleren. Er is een verhoogde kans op hart- en vaatziekten bij een hoge bloeddruk (Medicinfo, 2012). Beroerte Als de bloedtoevoer naar de hersenen plotseling wordt verstoord heeft, ontstaat er een beroerte. Vaak sluit een bloedpropje een bloedvat af. Een bloedpropje in de hersenen kan de oorzaak zijn van een herseninfarct. Ook kan het gebeuren dat er een bloedvat in de hersenen openspringt. Dit is het geval bij een hersenbloeding. Bij een beroerte krijgt een deel van de hersencellen te weinig zuurstof en voedingsstoffen, waardoor cellen beschadigen en kunnen afsterven. Lichaamsfuncties kunnen dan tijdelijk of blijvend uitvallen (Medicinfo, 2012). Kanker Bij kanker vermeerderen lichaamscellen zich ongecontroleerd. Dit kan overal in het lichaam plaats vinden. De cellen kunnen zich verspreiden naar omliggende organen of naar andere delen van het lichaam. Deze verspreiding kan via de bloedbaan. Dit wordt uitzaaiing of metastase genoemd. De meest voorkomende vormen van kanker, zoals borstkanker, longkanker, dikke darmkanker en prostaatkanker, zijn ouderdomsaandoeningen. Kanker is na hart- en vaatziekten de tweede doodsoorzaak in de westerse wereld. Als het in een vroeg stadium wordt ontdekt, is het vaak te behandelen (Medicinfo, 2012). Dementie Dementie is een chronische hersenaandoening die de hersenen onherstelbaar beschadigt. De ziekte tast hersenfuncties aan, zoals het denken, de oriëntatie, het geheugen en het handelen. Onder handelingen vallen bijvoorbeeld aankleden en schoolse vaardigheden zoals taal en rekenen. Mensen met dementie hebben vaak ook gedragsproblemen en hebben moeilijk contact met hun omgeving. Dementie kan verminderd worden door te bewegen (Medicinfo, 2012). 10

11 Vermindert gezichtsvermogen Het gezichtsvermogen van ouderen gaat vaak iets achteruit, dit is gebruikelijk. Bij staar vertroebelt de ooglens. Het gezichtsvermogen neemt af, doordat er minder licht doordringt in het oog. Staar kan verholpen worden door operatief de ooglens te vervangen. Bij gele vlek degeneratie ontstaat er geleidelijke blindheid in het centrale gezichtsveld. Het wordt steeds moeilijker om te lezen, te schrijven en om gezichten te herkennen. Glaucoom komt door een beschadiging van de oogzenuw. Dit komt meestal doordat de druk in de oogbol is toegenomen. Mensen met glaucoom zien steeds minder. Sommige oogaandoeningen zijn met medicijnen of operatief te behandelen. Bij anderen is de schade niet te herstellen. Het is belangrijk dat de artsen er vroeg bij zijn. Het is daarom van belang dat mensen regelmatig de ogen laat testen (Medicinfo, 2012). Achteruitgang van het gehoor Mensen met ouderdomsslechthorendheid (presbyacusis) verliezen meestal het gehoor aan beide oren. Er is vooral moeite met het horen van hoge tonen. Meestal is een gehoorapparaat hiervoor een oplossing. Ook verstopping en oorsuizen zijn oorproblemen die bij ouderen voorkomen. Bij een verstopping produceert het oor te veel oorsmeer. Het oor raakt hierdoor verstopt en er kan doofheid ontstaan. Een arts of verpleegkundige kan dit verhelpen door het oor uit te spuiten. Oorsuizen zijn geluiden die niet van buitenaf komen. Ooraandoeningen door veranderingen in het binnenoor kunnen het geluid veroorzaken. Deze veranderingen hebben vaak met ouderdom te maken (Medicinfo, 2012). Vallen en botbreuken Ouderen hebben een grotere kans op vallen en botbreuken. Dat komt omdat gewrichten en spieren vaak minder soepel zijn dan dat op jongere leeftijd. Ook vermindert de opvangreflex. Verder hebben ouderen vaak last van aandoeningen en bijwerkingen van medicijnen. Dingen in de omgeving spelen ook een rol, zoals losliggende tapijten. Een val kan zeer ernstige gevolgen hebben. De genezing duurt bij ouderen soms erg lang. Ook kunnen ouderen door een val onzeker en bang worden (Medicinfo, 2012). Osteoporose Bij osteoporose neemt de botmassa geleidelijk af. De botten worden hiervan dun en broos. Iedereen heeft er vanaf het 35ste levensjaar last van. Bij vrouwen gaat het na de overgang sneller door veranderingen in de hormoonhuishouding. Dunne en broze botten beschadigen of breken sneller. Dit geldt vooral voor de heup, de polsen en de rugwervels. Mensen met osteoporose hebben bijvoorbeeld last van verminderde beweeglijkheid, pijn en lengteverlies. Beweging is hierbij belangrijk (Medicinfo, 2012). Longontsteking Een longontsteking wordt veroorzaakt door een virus, een bacterie of een ander micro-organisme. Na een griep zijn de longen verzwakt en extra vatbaar voor ontstekingen. Meestal is een longontsteking goed te behandelen met antibiotica. Bij een ernstige longontsteking moet de patiënt naar het ziekenhuis. Soms is er zelfs beademing nodig. Ouderen kunnen aan longontsteking overlijden. Wanneer er ook andere medische problemen zijn, wordt de kans op sterfte groter. Voor ouderen is het daarom belangrijk dat ieder jaar er een inenting tegen de griep gezet wordt. Ook hartof longpatiënten, diabetespatiënten, nierpatiënten en mensen met een verminderde afweer hebben baat bij een griepprik (Medicinfo, 2012). 11

12 Geriatrische aandoeningen Geriatrische patiënten zijn hoogbejaarde mensen met meerdere aandoeningen die snel achteruit gaan. Vaak hebben ze last van bijvoorbeeld: achteruitgang van de mobiliteit en zelfstandigheid regelmatig vallen verwardheid incontinentie van urine apathie Een klinisch geriater behandelt geriatrische patiënten (Medicinfo, 2012). 12

13 4 Bewegen is belangrijk Dit hoofdstuk gaat, zoals de titel al aangeeft, over waarom bewegen belangrijk is. In het eerste subhoofdstuk wordt aangegeven hoe ouderen kunnen beginnen met bewegen. Hierin staat ook enkele voorbeelden voor ouderen die minder goed ter been zijn. Vervolgens worden er een aantal tips gegeven waarom het goed is te bewegen en hoe dit vol te houden is. De beweegnorm wordt nogmaals behandeld. Hierin wordt ook uitgelegd dat dagelijkse bezigheden ook bewegen kunnen zijn. Als laatste wordt het verband tussen het geheugen en bewegen behandeld. 4.1 Beginnen met bewegen Als ouderen meer bewegen kan dat de kans op vallen flink verminderen, tot wel 50%. Ouderen in goede gezondheid, ook op zeer oude leeftijd, kunnen hun gezondheid nog verbeteren door regelmatig aan fysieke activiteit te doen. Ook evenwichtsoefeningen hebben een positieve werking voor ouderen. De botten breken sneller naar mate men ouder wordt. Het risico op botbreuken bij ouderen is nog groter, doordat ouderen sneller vallen. Om de kans op botbreuken te verkleinen is het handig voor ouderen om verschillende evenwichts- en spierversterkende oefeningen te doen. Als ouderen actief blijven, spieren versterken en het evenwicht verbeteren, zullen zij hun mobiliteit, evenwicht en coördinatie verbeteren. Het botverlies van ouderen kan door deze manier van bewegen verminderen en zelfs tegengegaan worden. Verder verhogen de ouderen zo hun algemene gezondheid en treden er minder problemen op aan de gewrichten. Dit komt doordat de oefeningen de omliggende spieren versterken Het is belangrijk dat de ouderen het bewegen langzaam opbouwen. Het is handig om met simpele evenwichtsoefeningen te beginnen om zo valpartijen te verminderen. Deze oefeningen kunnen de ouderen zelfs in hun eigen woonkamer uitvoeren. Hierdoor hoeft de doelgroep niet lid te worden van een sportschool. Bij een slecht evenwichtsgevoel kan begonnen worden met het vasthouden van een tafel of stoel. Gaat dit makkelijk, dan houdt men zich nog maar met één hand vast. Daarna met één vinger, totdat vasthouden niet meer nodig is. Hierbij kan eventuele hulp worden gevraagd. Gaat het evenwichtsgevoel vooruit dan kan men hetzelfde doen met de ogen gesloten. Doe de oefeningen rustig aan. De kans op vallen wordt hierdoor verkleind. Andere oefeningen die geschikt zijn om het evenwicht te verbeteren, zijn zitten en weer opstaan, op één been staan en wandelen. Hieronder staan enkele tips voor de oefeningen (Nadiav, 2012): - Zitten en weer opstaan: Gebruik hiervoor een stevige stoel die niet wankelt. Het is handig als de zitting van de stoel niet te laag is. Bij een hogere stoel wordt de oefening minder gevaarlijk en wordt het opstaan gemakkelijker. Plaats de stoel zo nodig naast een tafel of muur om erop te steunen. - Op één been staan: Hef het been een klein stukje van de grond en wissel steeds af met beide benen. Op een gegeven moment kunnen de benen hoger worden opgetild zonder dat hierbij het evenwicht wordt verloren. Voer de oefening voor de veiligheid uit naast een tafel. Zo nodig kan hierop gesteund worden. - Wandelen: Let op een goede afwikkeling van de voet, hakken tenen, en blijf in balans. De snelheid van het wandelen is hierbij niet van belang. Bewegen voor ouderen heeft verschillende voordelen. De ouderen kunnen langzaam beginnen met verschillende evenwichts- en spierversterkende oefeningen. De kans op vallen en botbreuken neemt hierdoor af. Contacteer eerst de dokter voordat er wordt begonnen met bewegen. De dokter kijkt samen met de ouderen naar de geschiktste vorm van bewegen(nadiav, 2012). 13

14 4.2 Voldoende bewegen Dat voldoende beweging gezond is voor lichaam en geest en is algemeen bekend. Ook is het voor ouderen belangrijk om door middel van bewegen in een goede gezondheid te blijven. Het is alleen vaak de vraag wanneer ouderen genoeg bewegen, welke sporten zijn handig voor ouderen, wat zijn de kosten en hoe intensief moeten de ouderen bewegen. Sport en bewegen is goed voor lichaam en geest, het is goed voor het hart en reduceert stress. Bij voldoende beweging daalt ook het cholesterolgehalte. Daarnaast helpt bewegen diabetes voorkomen, wordt botontkalking tegengegaan, de spijsvertering wordt verbeterd en de stoelgang wordt bevorderd. Ook kan het helpen ouderen op een gezond gewicht te komen of te blijven. Mensen met een gezond gewicht hebben minder kans op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten. Sporten versoepelt namelijk de doorbloeding in de bloedvaten. Voldoende bewegen helpt dus vele klachten te voorkomen. Het is gemakkelijker om het bewegen vol te houden als er samen met anderen bewogen wordt. Door gezamenlijk af te spreken om te gaan bewegen zullen mensen minder vaak een dag overslaan. Verder is dit ook nog eens goed voor de sociale contacten. Er zijn verschillende sportverenigingen die mogelijkheden bieden voor ouderen om gezamenlijk te bewegen. Enkele voorbeelden hiervan zijn de ouderenuren in het zwembad of bij de atletiekvereniging. Deze ouderenuren worden vaak op de website van de desbetreffende vereniging vermeld (Advies-eb, 2013). 4.3 Beweegnorm De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) is vastgesteld op basis van verschillende (inter)nationale richtlijnen. De norm geeft aan of men voldoende beweegt en of er intensief genoeg wordt bewogen. Er wordt bij de NNGB onderscheid gemaakt tussen jongeren, volwassenen en ouderen. De categorie ouderen is vastgesteld op 55 jaar en ouder. Volgens de NNGB moeten ouderen minimaal vijf dagen per week een half uur aan matig intensieve lichamelijke activiteiten uitvoeren. Dit is een minimale hoeveelheid beweging, meer bewegen op meer dan vijf dagen per week is uiteraard nog beter. Het is belangrijk dat ouderen matig intensief bewegen. Wandelen, rustig fietsen en rustig zwemmen zijn vormen van matige intensieve bewegingsvormen. Matig intensief bewegen wordt gekenmerkt door een verhoogde hartslag waarbij men wel nog een gesprek met anderen kan voeren zonder buiten adem te raken. Deze vorm van bewegen kan daarom ook redelijk lang worden volgehouden. Het is overigens niet verplicht op de dagelijkse beweging te behalen door alleen sportactiviteiten. Er kan ook voldoende bewogen worden tijdens de dagelijkse bezigheden. Zo kan de trap worden genomen in plaats van de lift en kan de fiets worden gepakt in plaats van de auto. Ook kunnen er huishoudelijke klussen uitvoeren worden, zoals tuinieren, stofzuigen en ramen lappen. Al deze activiteiten worden meegenomen als beweging. Tegelijkertijd worden er zo nuttige dingen in het huishouden verricht (Advies-eb, 2013). 4.4 Geheugen en ouderen Het is algemeen bekend dat bij ouderen het geheugen afneemt. Er zijn kleine bewijzen voor deze leeftijd gerelateerde afname van het geheugen, maar deze is echter niet waarneembaar tot de leeftijd van jaar. Het is belangrijk dat er onderscheid tussen dementie en een kleine afnamen van het geheugen wordt gemaakt. Er zijn verschillende studies die aan hebben getoond dat er een afname plaats vindt in het ophalen van informatie, maar niet in herkenning. Een afname in het impliciete geheugen, ofwel het onbewuste geheugen, is niet normaal. In het expliciete geheugen, het bewuste geheugen, is een afname wel normaal. Het lijkt dat ouderen het moeilijker hebben met het ophalen van contextuele informatie. De ouderen hebben meer moeite met de volgorde van gebeurtenissen en de bron van informatie. Een afname van capaciteitsverlies voor bewuste en gecontroleerde processen bij ouderen lijkt een mogelijke verklaring voor geheugenverlies. Senioren moeten dus meer terugvallen op automatismen. Een andere mogelijke verklaring is dat de verwerkingssnelheid van de ouderen wat afneemt (Melod, 2009). 14

15 Het is nog onbekend wat de precieze oorzaken zijn van het gegeven dat ons geheugen verbetert bij regelmatige beweging. Uit dieronderzoek op ratten is gebleken dat de dieren bij regelmatige bewegingen meer haarvaten, meer synapsen, een grotere neurale plasticiteit en remming van bèta amyloïden (een stof geassocieerd met de ziekte van Alzheimer) vertonen. Er wordt gedacht dat dit ook bij de mens zo werkt. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de prefrontale cortex van de mens beter doorbloedt raakt bij beweging. De prefrontale cortex is het belangrijke hersendeel dat betrokken is bij cognitieve processen, zoals het geheugen (Melod, 2009). Alles lijkt erop te wijzen dat bewegen voor een betere cognitieve gezondheid en een beter geheugen zorgt. De redenen waarom zijn echter nog niet helemaal duidelijk. In ieder geval kan het geen kwaad om te bewegen. Er wordt aangeraden om beweging in te zetten als bestrijdingsmiddel van geheugenproblemen. Het kost niets en van bewegen is immers nog nooit iemand slechter geworden (Melod, 2009). 4.5 Conclusie De inactiviteit van ouderen is afgenomen, maar nog lang niet iedereen voldoet aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen. Het wel voldoen aan deze norm zou zeker voor ouderen heel goed zijn. 55+-ers kunnen veel ouderdomsaandoeningen uitstellen of voorkomen door regelmatig te sporten. Zo kan sporten hart- en vaatziekten voorkomen, maar zorgt het er ook voor dat het geheugen in een betere staat blijft. Er zijn nog geen sport- en beweegactiviteiten in de Tetterodehal voor ouderen. Om 55+ers meer te stimuleren om te sporten en bewegen, zou het goed zijn hier een programma voor te ontwikkelen. 15

16 5 Doelgroep In dit hoofdstuk worden verschillen demografische gegevens van ouderen besproken. Sommige gegevens zijn gericht op de gemeente Bloemendaal, andere cijfers gelden voor een grote groep. Het hoofdstuk is opgedeeld in vier subhoofdstukken. Eerst wordt de doelgroep omschreven, gevolgd door leeftijd en geslacht. Daarna gaat het over de sociaaleconomische status van ouderen. Het laatste subhoofdstuk gaat over etniciteit en religie. 5.1 Omvang van de doelgroep Van de Nederlandse bevolking is 15,6% ouder dan 65 jaar. Dit komt neer op bijna 2,6 miljoen ouderen. Iets meer dan 4,5 miljoen Nederlanders zijn boven de 55 jaar. De grijze druk per gemeente, het percentage ouderen per honderd jarigen, verschilt sterk per gemeente. Over het algemeen is het percentage ouderen het laagste in de grote steden en de omliggende gemeenten waar veel nieuwbouwwijken staan. Naar deze gemeenten trekken veel jongeren in verband met studie of werk. In Zuid-Limburg, Oost-Groningen en Zeeland is het percentage ouderen het hoogste. Jongeren trekken hier weg en ouderen blijven er wonen. In de gemeente Bloemendaal is een groot gedeelte ouder dan 65 jaar. Van de bewoners is 23,7% een 65+-er. Dit komt neer op 5219 van de inwoners van Bloemendaal. (zie tabel 4)Het totaal aan 50+-ers in 2009 was volgens het CBS De grijze druk is 46,1. Dit is een stuk hoger dan het gemiddelde in Nederland, dat ligt op iets meer dan een kwart. Demografie gemeente Bloemendaal Totaal aantal inwoners Aantal 0-19 jarigen Aantal jarigen Aantal 65-plussers Inwoners percentage 0-19 jarigen 25, jarigen 51,3 65-plussers 23,7 Demografische druk Demografische druk 94,8 Groene druk 48,7 Grijze druk 46,1 Tabel 4: Demografie gemeente Bloemendaal 16

17 5.2 Leeftijd en geslacht Iets meer dan 4,5 miljoen mensen in Nederland zijn 55 jaar of ouder. De grootste groep van de 55+-ers is tussen de 64, 65 of 66 jaar oud. Onder de 64 jaar is de verhouding tussen mannen en vrouwen nog hetzelfde of er is een klein overschot aan mannen. Na het 64 ste jaar is er een overschot aan vrouwen. Bij 87 jaar en ouder is deze verhouding zelfs 2. Dit betekent dat er twee keer meer vrouwen zijn op die leeftijd dan mannen. Het grootste overschot is te vinden bij 95-jarigen. Op deze leeftijd is de verhouding één op vijf. Opvallend is verder dat onder de 55 jaar er (bijna) altijd een overschot is aan mannen. (zie figuur 2) In de gemeente Bloemendaal is dezelfde trend te ontdekken. Ook in deze gemeente is een overschot aan vrouwen. Van de bewoners uit Bloemendaal is 52,9% vrouw (CBS, 2009) De bevolkingssamenstelling is iets anders. Er zijn relatief veel nul- tot negentienjarigen te vinden. Wel is er, net zoals bij de bevolkingsopbouw van Nederland, een grote groep die 50 tot 65 jaar is. Figuur 2: Bevolkingsopbouw van Nederland in

18 5.3 Sociaaleconomische status Kasperski & Meuwissen (2010) hebben onderzocht hoe hoog het inkomen was van alle gemeentes in Nederland. Hieruit is gekomen dat het gemiddelde inkomen in ,6 duidend euro bedraagt per inwoner. De gemeente Bloemendaal en Wassenaar zitten boven het gemiddelde. In deze gemeentes is het inkomen 65% hoger (figuur 3) Daarnaast zijn in de gemeente Bloemendaal ook het hoogste aandeel huishoudens te vinden met een hoge welvaart Meer dan de helft van de inwoners heeft een hoge welvaart. Huishoudens met een hoge welvaart hebben twee keer zo n hoog inkomen dan huishoudens die geen hoge welvaart hebben (CBS, 2012) Figuur 3: Sociaaleconomische status van Nederland in 2010 Figuur 4: Gemeenten met hoogste en laagste inkomensniveau Als er gekeken naar de sociaaleconomische status in Nederland is te zien dat in de regio van Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Holland de meeste gemeentes zijn met een hoge sociale economische status. Nederlanders met een lage status zijn vooral te vinden in het noorden van Nederland in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. Regio s naast steden hebben over het algemeen een hoge status (figuur 4) (Van der Lucht, Bruggink, Kardal & Lodder, 2010) De sociaaleconomische status heeft een grote relatie met de levensverwachting. Iemand met een laag opleidingsniveau leeft ongeveer 6 jaren korter dan iemand die een hoge opleiding als HBO of WO heeft gedaan (Mulder, 2012) 18

19 5.4 Etniciteit en religie In Bloemendaal zijn 3750 allochtonen te vinden. Dat betekent dat 83% autochtoon is. Van de allochtonen is 78,4% van westerse afkomst. Er zijn 809 niet-westerse allochtonen. De grootste groep hiervan komt van de Nederlandse Antillen en Aruba (96) of uit Suriname (79) (CBS, 2009) Steeds minder mensen gaan nog naar de kerk. Onder 75+-ers gaat de grootste groep nog naar de kerk. 23% van de mensen van 75 jaar of ouder gaat één keer in de week of vaker naar de kerk. Toch gaat ook van deze groep een groot gedeelte zelden of nooit naar de kerk (56%).Van de groep jaar gaat bijna driekwart zelden of nooit naar de kerk. Rooms-katholiek vormt de grootste religie in Nederland. Iets meer dan een derde van de groep 55 jaar en ouder is rooms-katholiek. Daarna volgen Nederlands Hervormd, Protestants en Gereformeerd. In de gemeente Bloemendaal zijn zes katholieke kerken te vinden. Vijf kerken zijn protestants, hervormd of protestantshervormd en er is één gereformeerde kerk. Figuur 3 Religies in Nederland In figuur 5 is te zien dat in de regio van Bloemendaal de meeste mensen niet religieus zijn. De inwoners die wel geloven, zijn over het algemeen rooms-katholiek. Opvallend is dat er in het noordwesten en noorden van het land veel mensen geen religie hebben, terwijl in vooral Brabant en Limburg veel rooms-katholieken wonen. Daarnaast is het percentage gereformeerden en hervormers het hoogst in de noordelijke provincie. 5.5 Bereikbaarheid van de doelgroep De doelgroep 55-plus kan bereikt worden via de locatie in Bloemendaal. Dit is de Tetterodehal. Via deze locatie kan informatie naar buiten worden gebracht. Eventuele deelnemers die aanwezig zijn op de locatie kunnen folders verkrijgen. Ook zijn er personen op locatie aanwezig die meer over de activiteit kunnen vertellen. Daarnaast zorgt Bovelander & Bovelander voor het nodige mediabeleid. Zo komt de informatie op de Bovelander & Bovelander site en wordt het via de media (kranten, wijkfolders etc.) verspreid. De keuze van de locatie is gevallen op de Tetterodehal in Bloemendaal omdat Bovenlander en Bovenlander exploitant hiervan zijn. Hierdoor kunnen de kosten laag worden gehouden. Daarnaast ligt het op een gunstige locatie. 19

20 6 Gezondheidsdeterminanten Gezondheidsdeterminanten zijn onderverdeeld in persoonsgebonden, omgeving en leefstijlfactoren. Persoonsgebonden factoren kunnen zowel genetisch van aard zijn, maar ook verworven worden door het leven heen. Voorbeelden van persoonsgebonden factoren zijn bloeddruk, overgewicht en ondergewicht. Omgevingsfactoren kunnen worden onderverdeeld in sociale omgeving, fysieke omgeving en arbeidsomgeving. De sociale omgeving omvat onder andere sociale steun, sociale cohesie en eenzaamheid. Factoren die bij fysieke omgeving een rol spelen zijn bijvoorbeeld straling, geluid en luchtverontreiniging. Dan is er nog de arbeidsomgeving die zowel sociale en fysieke elementen bevat. Arbeidsomgeving valt op de delen in fysiek belastende, fysisch-chemisch belastende en psychosociaal belastende factoren. Leefstijlfactoren zijn een samenspel tussen gunstig en ongunstig gedrag. De factoren worden bepaald door het gedrag van de persoon zelf. Het gaat hierbij om factoren zoals overmatig alcohol gebruik, roken, drugs en lichamelijke activiteit (NationaalKompas, 2013) 6.1 Persoonsgebonden factoren Er zijn verschillende persoonsgeboden determinanten. In dit hoofdstuk worden twee belangrijke determinanten besproken. Als eerste zal de determinant overgewicht behandelt worden. Vervolgens wordt er ingegaan op de determinant bloeddruk Overgewicht: De determinant overgewicht, en vooral ernstig overgewicht, hangt samen met tal van chronische aandoeningen waaronder diabetes mellitus 2, hart en vaatziekten, een aantal soorten kanker en aandoeningen aan de galblaas en het bewegingsstelsel (zie tabel 5) Mensen met overgewicht hebben ook meer kans op psychische problemen. Zo zijn mensen met overgewicht vaak depressief. Ziekte en aandoeningen die samenhangen met (ernstig) overgewicht Diabetes mellitus type 2 Hart- en vaatziekten Enkele soorten kanker (slokdarm-, alvleesklier-, dikke darm-, galblaas-, borst- (postmenopauzaal), baarmoeder- en nierkanker) Aandoeningen aan de galblaas Aandoeningen aan het bewegingsstelsel (waaronder artrose) Aandoeningen aan de ademhalingswegen (verminderde longfunctie, slaapapneu) Onvruchtbaarheid Depressie Angststoornissen Tabel 5 Ziekten en aandoeningen waarvoor (ernstig) overgewicht een risicofactor vormt De oorzaak van overgewicht hangt samen met een verstoorde voedselinname. Dit houdt in dat er te veel wordt gegeten en er te weinig lichamelijke activiteit plaatsvindt. De sociale en fysieke omgeving speelt ook een rol bij het ontwikkelen of in stand houden van overgewicht. Deze factoren zorgen dat de zogenoemde obesogene samenleving blijft bestaan. De omvang van het probleem is vrij ernstig. In heeft meer dan de helft van de Nederlandse bevolking overgewicht. Vooral mannen hebben last van overgewicht (zie figuur 6 en 7) Door het hanteren van de middelomtrek worden er meer mensen gerekend tot overgewicht, dan bij 20

21 het handhaven van de BMI index. Dit is een belangrijk gegeven omdat vet rond de middel een risicofactor is bij het ontstaan van verschillende ziektes. Figuur 4 Percentage volwassen vrouwen met overgewicht en obesitas, naar leeftijdsgroep Figuur 5 Percentage volwassen mannen met overgewicht en obesitas, naar leeftijdsgroep 21

22 6.1.2 Bloeddruk: De determinant bloeddruk is vooral samengevat als hypertensie (verhoogde bloeddruk). Een verhoogde bloeddruk verhoogt het risico op sterfte aan een beroerte, coronaire hartziekten, hartfalen en nieraandoeningen. Een verhoogde bloeddruk geeft ook kans op psychische stoornissen en het minder goed cognitief functioneren. De kans op een verhoogde bloeddruk heeft meerdere oorzaken, maar bij een deel van de mensen komt het door een slechte levensstijl. Een goede manier om een verhoogde bloeddruk tegen te gaan is door af te vallen, goede voeding te nemen en meer te bewegen. Verder kan voldoende bewegen de systolische bloeddruk verlagen. Het is daarom belangrijk dat mensen op een oudere leeftijd voldoende lichamelijke activiteit hebben (NationaalKompas, 2013). 6.2 Omgevingsfactoren In dit hoofdstuk staan drie omgevingsfactoren uitgelegd. Eerst zal de sociale steun worden uitgelegd, gevolgd door de paragraaf eenzaamheid. Als laatste wordt er gericht op de sociale cohesie Sociaal steun: Sociale steun kan worden verdeeld in vijf vormen: Emotionele ondersteuning wordt ervaren als er geluisterd wordt naar problemen en er een duwtje in de goede richting wordt gegeven. Ook het helpen opvrolijken en het geven van goede raad vallen onder emotionele ondersteuning. Waardering wordt gegeven door anderen. Anderen hebben bijvoorbeeld raad en advies nodig. De sterke kanten worden naar voren gehaald om hulp te geven Instrumentele ondersteuning is het uitlenen of praktische hulp geven bij bijvoorbeeld het doen van boodschappen. Ook het hulp geven in gevallen van ziekte of huishoudelijke problemen vallen hieronder. Gezelschap is er wanneer anderen op bezoek komen, een praatje maken of opbellen. Samen leuke dingen doen is ook een vorm van gezelschap. Informatieve ondersteuning is als mensen laten weten wat er verwacht wordt van een ander. Er wordt opbouwende kritiek gegeven om iemand te laten begrijpen wat niet goed was. (NationaalKompas, 2013) Eenzaamheid: Eenzaamheid is een negatieve situatie waarbij mensen relaties missen. De determinant wordt onderverdeeld in emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Bij emotionele eenzaamheid wordt er een sterk gemis ervaart van een partner of vriend(in). Bij sociale eenzaamheid mist de persoon in kwestie kennissen, collega s of personen met dezelfde belangstelling. In het geval van eenzaamheid kan het zowel van korte of lange duur zijn. Het eenzaam zijn heeft effect op de kwaliteit van leven (NationaalKompas, 2013) Sociale cohesie: Sociale cohesie is betrokken zijn bij een groep. Het wordt gecreëerd door maatschappelijke banden (werkveld, hobby s, vriendenkring etc.). Het positieve van sociale cohesie is dat het samenhangt met een goede gezondheid. In gemeenschappen met meer sociale cohesie blijkt een betere gezondheid te zijn, dan bij gemeenschappen met minder sociale cohesie (NationaalKompas, 2013). 22

23 6.3 Leefstijlfactoren De definitie die Nationaal Kompas gebruikt voor lichamelijke activiteit is: Elke krachtinspanning van skeletspieren resulterend in méér energieverbruik dan in rusttoestand. Verder wordt lichamelijke activiteit opgedeeld in verschillende manieren: De context waarbinnen een lichamelijke activiteit wordt uitgevoerd. Het type activiteit De intensiteit van de activiteit Om de Nederlandse bevolking te meten worden er verschillende richtlijnen binnen Nederland aangehouden. Deze normen en richtlijnen zijn de Nederlandse norm gezond bewegen (NNGB), fitnorm en de Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO). Wanneer iemand inactief is, heeft die verschillende gevolgen voor de kwaliteit van leven. Door niet voldoende te bewegen zijn risico s op het krijgen van tal van ziektes groter. Ook wordt de kans groter op het krijgen van chronische aandoeningen, zoals coronaire hartziekten, diabetes mellitus type 2, osteoporose, beroete (CVA) en depressies (tabel 6) Regelmatig voldoende beweging verlaagt direct het risico op deze ziekten Beroerte Borstkanker Coronaire hartziekten Depressie Regelmatig voldoende beweging heeft een gunstig effect op deze factoren, zodat indirect het risico op ziekten wordt verlaagd Bloeddruk Botdichtheid Cognitief functioneren Glucose-intolerantie en insulinegevoeligheid (Zie ook diabetes mellitus) Overgewicht en vetpercentage Ratio HDL/LDL cholesterol Diabetes mellitus 2 Dikke darmkanker Osteoporose triglyceridengehalte Valincidenten bij ouderen Tabel 6 Ziekten en persoonsgebonden factoren waarop voldoende lichamelijke activiteit een gunstig effect heeft In Nederland wordt 6% van de sterfgevallen veroorzaakt door onvoldoende bewegen. Naast het hoge sterfgeval is de ziektelast van mensen die inactief zijn vele male hoger dan bij actieve mensen (NationaalKompas, 2013). 23

24 6.4 ASE-model Het ASE-model bestaat uit drie determinanten van gedrag: Attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit. In tabel 7 staat aangegeven aan welke determinanten gewerkt gaan worden met het beweegprogramma van de 55+-ers in de Tetterodehal. De gedragsdeterminanten hebben invloed op de intentie om gedrag aan te passen. Allereerst moet er aan de attitude gewerkt worden. Er is eerst kennis nodig, voordat er iets veranderd kan gaan worden. Vervolgens kan er gekeken worden naar de sociale invloed en de eigen effectiviteit. Determinant Kennis/attitude Sociale invloed Eigen effectiviteit Tabel 7 ASE-model Doel = na de voorlichting 1) Waarom bewegen goed is voor ouderen 2) Dat het versterken van kracht osteoporose tegengaat 3) De cliënten weten dat ze mobieler worden door bewegen 1) De groep steunt elkaar bij de activiteiten 2) Minder stress door sociale cohesie 1) Minder moeite met algemeen dagelijks leven 2) Kwaliteit van leven stijgt 3) De cliënten kunnen activiteiten bedenken waardoor ze mobieler worden. 24

25 7 Doelen Hoofddoelstelling Van september tot december 2013 worden er voor 55+ers in de Tetterodehal circuittrainingen geven waardoor ouderen meer gaan sporten en bewegen in Bloemendaal en omstreken. Dit kan worden gecontroleerd met een enquête. Doelstelling leefstijlfactor Tijdens de lessen circuittraining, die van september tot december 2013 worden aangeboden, krijgen de 55+-ers informatie over bewegen en gezondheid, waardoor zij aan het eind van het programma weten wat de voordelen van bewegen op de gezondheid zijn. Dit wordt afgenomen met een vragenlijst. Tijdens de lessen circuittraining, die van september tot december 2013 worden aangeboden, verbeteren de 55+-ers hun gezondheid door hun bloeddruk te verlagen en hun uithoudingsvermogen te verbeteren. Dit wordt met een 0-meting en eindmeting bijgehouden. Tijdens de lessen circuittraining in september tot en met december 2013 leren de ouderen wat de juiste manier (holle rug, schouders naar achter, navel in, knieën niet over de tenen, voeten op schouderbreedte) is om de oefeningen uit te voeren en kunnen zij dit aan het eind van het programma uitleggen en zelfstandig uitvoeren. Sociale steun Door de groepslessen circuittraining, die van september tot december 2013 worden aangeboden, ervaren ouderen meer sociale steun dat gemeten kan worden door een cijfer voor en na het programma. Doelstelling leefstijlfactor De 15 circuittrainingen zijn ingedeeld via CLUKS (coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht en snelheid), elk aspect wordt drie keer behandeld om de leefstijlfactoren te bevorderen, het gaat hier dan vooral om lichamelijke activiteit. Doelstelling coördinatie Door verschillende coördinatie oefeningen zal aan het eind van alle vijftien circuittrainingen, waarvan er drie over coördinatie gaan, de coördinatie van de deelnemers verbeterd zijn, doordat zij de oefeningen volgens het voorgeschreven schema hebben uitgevoerd. De vorderingen van de deelnemers worden bijgehouden via verschillende evaluaties, vragenlijsten en krachttesten. Doelstelling lenigheid Door verschillende lenigheid oefeningen zal aan het eind van alle vijftien circuittrainingen, waarvan er drie over lenigheid gaan, de lenigheid van de deelnemers verbeterd zijn, doordat zij de oefeningen volgens het voorgeschreven schema hebben uitgevoerd. De vorderingen van de deelnemers worden bijgehouden via verschillende evaluaties, vragenlijsten en krachttesten. Doelstelling uithoudingsvermogen Door verschillende uithoudingsvermogen oefeningen zal aan het eind van alle vijftien circuittrainingen, waarvan er drie over uithoudingsvermogen gaan, het uithoudingsvermogen van de deelnemers verbeterd zijn, doordat zij de oefeningen volgens het voorgeschreven schema hebben uitgevoerd. De vorderingen van de deelnemers worden bijgehouden via verschillende evaluaties, vragenlijsten en krachttesten. 25

26 Doelstelling kracht Door verschillende kracht oefeningen zal aan het eind van alle vijftien circuittrainingen, waarvan er drie over kracht gaan, de kracht van de deelnemers verbeterd zijn, doordat zij de oefeningen volgens het voorgeschreven schema hebben uitgevoerd. De vorderingen van de deelnemers worden bijgehouden via verschillende evaluaties, vragenlijsten en krachttesten. Doelstelling snelheid Door verschillende snelheid oefeningen zal aan het eind van alle vijftien circuittrainingen, waarvan er drie over snelheid gaan, de snelheid van de deelnemers verbeterd zijn, doordat zij de oefeningen volgens het voorgeschreven schema hebben uitgevoerd. De vorderingen van de deelnemers worden bijgehouden via verschillende evaluaties, vragenlijsten en krachttesten. 26

27 8 Interventieprogramma In opdracht van Bovelander & Bovelander is er in de omgeving Bloemendaal de sport/activiteiten behoefte van 55 plussers gepeild door middel van een enquête. De meest gekozen activiteiten waren: fitcircuit, wandelen/power walking en fietsen/wielrennen. Er is gekozen om voor fitcircuit een interventie te ontwikkelen. Fitcircuit is een les waarbij de deelnemers door middel van spierversterkende oefeningen in circuitvorm uitvoeren. De interventie bevat 15 lessen die in 5 fases zijn uitgewerkt. Aan de hand van CLUKS wordt het interventieprogramma opgebouwd. Onder CLUKS wordt verstaan coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht en snelheid. Hieronder staat hoe de trainingen eruit zien. Training coördinatie Training lenigheid Training uithoudingsvermogen Training kracht Training snelheid De lessen zullen één keer per week plaatsvinden om maandagochtend in de Tetterodehal in Bloemendaal. Het interventieprogramma start in de eerste week van september. De lessen zullen 45 a 60 minuten duren. In de les wordt een circuittraining gedaan. Dit houdt in dat meerderde oefeningen achter elkaar worden uitgevoerd met of geen rust ertussen. Na een serie vindt er een langere rust periode plaats. Dit proces wordt een aantal keren herhaald en zo zullen alle lessen zijn opgebouwd. Bij de trainingen coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen en kracht zullen de oefeningen in week één t/m vier, 40 seconden lang uitgevoerd worden. In week zes t/m negen worden alle oefeningen 50 seconden uitgevoerd en in week elf t/m veertien 60 seconden. Tijdens de snelheid lessen worden de oefeningen korter uitgevoerd. Dit omdat snelheid bij een correcte uitvoering niet lang vol te houden is. Tijdens les 5 van snelheid worden de oefeningen 20 seconden uitgevoerd. In les tien zullen de oefeningen 25 seconden worden uitgevoerd en in les vijftien 30 seconden. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat circuittraining zeker helpt bij het verhogen van de loopsnelheid bij ouderen. Verder waren er stijgingen in de spiermassa en de botdichtheid nam toe. High-resistance circuittraining zorgt ook nog eens voor een verbeterd cardiovasculair systeem en een afname van de vet massa. Een uitgebreidere onderbouwing voor de keuze van een circuittraining staat in hoofdstuk 9.2. De uitwerking van de oefeningen per les zijn te vinden in bijlage J. 27

28 Les 1, 6 en 11 Coördinatie CLUKS Les 1 Coördinatie # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Speedladder * 40 sec 3 * 30 sec 2 1 been statisch rechts op bank * 40 sec 3 * 30 sec 3 1 been statisch links op bank * 40 sec 3 * 30 sec 4 Hoepels * 40 sec 3 * 30 sec 5 Bank lopen * 40 sec 3 * 30 sec 6 Zigzaggen door pionnen * 40 sec 3 * 30 sec 7 Volleybal hooghouden * 40 sec 3 * 30 sec 8 Springen van been naar been * 40 sec 3 * 30 sec CLUKS Les 6 Coördinatie # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Speedladder * 50 sec 3 * 30 sec 2 1 been statisch rechts op bank * 50 sec 3 * 30 sec 3 1 been statisch links op bank * 50 sec 3 * 30 sec 4 Hoepels * 50 sec 3 * 30 sec 5 Bank lopen * 50 sec 3 * 30 sec 6 Zigzaggen door pionnen * 50 sec 3 * 30 sec 7 Volleybal hooghouden * 50 sec 3 * 30 sec 8 Springen van been naar been * 50 sec 3 * 30 sec CLUKS Les 11 Coördinatie # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Speedladder * 60 sec 3 * 30 sec 2 1 been statisch rechts op bank * 60 sec 3 * 30 sec 3 1 been statisch links op bank * 60 sec 3 * 30 sec 4 Hoepels * 60 sec 3 * 30 sec 5 Bank lopen * 60 sec 3 * 30 sec 6 Zigzaggen door pionnen * 60 sec 3 * 30 sec 7 Volleybal hooghouden * 60 sec 3 * 30 sec 8 Springen van been naar been * 60 sec 3 * 30 sec 28

29 Les 2, 7 en 12 Lenigheid CLUKS Les 2 Lenigheid # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Quadriceps * 40 sec 3 * 30 sec 2 Hamstring * 40 sec 3 * 30 sec 3 Bilspier 1 * 40 sec 3 * 30 sec 4 Bilspier 2 * 40 sec 3 * 30 sec 5 liezen * 40 sec 3 * 30 sec 6 Rug 1 * 40 sec 3 * 30 sec 7 Rug 2 * 40 sec 3 * 30 sec 8 Rug 3 * 40 sec 3 * 30 sec CLUKS Les 7 Lenigheid # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Quadriceps * 50 sec 3 * 30 sec 2 Hamstring * 50 sec 3 * 30 sec 3 Bilspier 1 * 50 sec 3 * 30 sec 4 Bilspier 2 * 50 sec 3 * 30 sec 5 liezen * 50 sec 3 * 30 sec 6 Rug 1 * 50 sec 3 * 30 sec 7 Rug 2 * 50 sec 3 * 30 sec 8 Rug 3 * 50 sec 3 * 30 sec CLUKS Les 12 Lenigheid # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Quadriceps * 60 sec 3 * 30 sec 2 Hamstring * 60 sec 3 * 30 sec 3 Bilspier 1 * 60 sec 3 * 30 sec 4 Bilspier 2 * 60 sec 3 * 30 sec 5 liezen * 60 sec 3 * 30 sec 6 Rug 1 * 60 sec 3 * 30 sec 7 Rug 2 * 60 sec 3 * 30 sec 8 Rug 3 * 60 sec 3 * 30 sec 29

30 Les 3, 8 en 13 Uithoudingsvermogen CLUKS Les 3 Uithoudingsvermogen # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Hardlopen * 40 sec 3 * 30 sec 2 Hardlopen * 40 sec 3 * 30 sec 3 Hardlopen * 40 sec 3 * 30 sec 4 Hardlopen * 40 sec 3 * 30 sec 5 Hardlopen * 40 sec 3 * 30 sec 6 Hardlopen * 40 sec 3 * 30 sec 7 Hardlopen * 40 sec 3 * 30 sec 8 Hardlopen * 40 sec 3 * 30 sec CLUKS Les 8 Uithoudingsvermogen # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Hardlopen * 50 sec 3 * 30 sec 2 Hardlopen * 50 sec 3 * 30 sec 3 Hardlopen * 50 sec 3 * 30 sec 4 Hardlopen * 50 sec 3 * 30 sec 5 Hardlopen * 50 sec 3 * 30 sec 6 Hardlopen * 50 sec 3 * 30 sec 7 Hardlopen * 50 sec 3 * 30 sec 8 Hardlopen * 50 sec 3 * 30 sec CLUKS Les 13 Uithoudingsvermogen # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Hardlopen * 60 sec 3 * 30 sec 2 Hardlopen * 60 sec 3 * 30 sec 3 Hardlopen * 60 sec 3 * 30 sec 4 Hardlopen * 60 sec 3 * 30 sec 5 Hardlopen * 60 sec 3 * 30 sec 6 Hardlopen * 60 sec 3 * 30 sec 7 Hardlopen * 60 sec 3 * 30 sec 8 Hardlopen * 60 sec 3 * 30 sec 30

31 Les 4, 9 en 14 Kracht CLUKS Les 4 Kracht # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Squat * 40 sec sec 2 Opdrukken * 40 sec sec 3 Lunges * 40 sec sec 4 Dippen * 40 sec sec 5 Glute bridge * 40 sec sec 6 Front plank * 40 sec sec 7 Side plank * 40 sec sec 8 Sit-ups * 40 sec sec CLUKS Les 9 Kracht # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Squat * 50 sec sec 2 Opdrukken * 50 sec sec 3 Lunges * 50 sec sec 4 Dippen * 50 sec sec 5 Glute bridge * 50 sec sec 6 Front plank * 50 sec sec 7 Side plank * 50 sec sec 8 Sit-ups * 50 sec sec CLUKS Les 14 Kracht # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Squat * 60 sec sec 2 Opdrukken * 60 sec sec 3 Lunges * 60 sec sec 4 Dippen * 60 sec sec 5 Glute bridge * 60 sec sec 6 Front plank * 60 sec sec 7 Side plank * 60 sec sec 8 Sit-ups * 60 sec sec 31

32 Les 5, 10 en 15 Snelheid CLUKS Les 5 Snelheid # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Val en ga * 20 sec 3 * 60 sec 2 Bal laten vallen * 20 sec 3 * 60 sec 3 Heup draai en bal laten vallen * 20 sec 3 * 60 sec 4 Sprint naar pion * 20 sec 3 * 60 sec 5 Achteruit dribbelen naar pion en terug sprinten * 20 sec 3 * 60 sec 6 Suicide * 20 sec 3 * 60 sec 7 Ren naar kleur * 20 sec 3 * 60 sec 8 Ren bij Ja * 20 sec 3 * 60 sec CLUKS Les 10 Snelheid # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Val en ga * 25 sec 3 * 60 sec 2 Bal laten vallen * 25 sec 3 * 60 sec 3 Heup draai en bal laten vallen * 25 sec 3 * 60 sec 4 Sprint naar pion * 25 sec 3 * 60 sec 5 Achteruit dribbelen naar pion en terug sprinten * 25 sec 3 * 60 sec 6 Suïcide * 25 sec 3 * 60 sec 7 Ren naar kleur * 25 sec 3 * 60 sec 8 Ren bij Ja * 25 sec 3 * 60 sec CLUKS Les 15 Snelheid # Oefening % 1RM Reps Sets Tempo Rust 1 Val en ga * 30 sec 3 * 60 sec 2 Bal laten vallen * 30 sec 3 * 60 sec 3 Heup draai en bal laten vallen * 30 sec 3 * 60 sec 4 Sprint naar pion * 30 sec 3 * 60 sec 5 Achteruit dribbelen naar pion en terug sprinten * 30 sec 3 * 60 sec 6 Suïcide * 30 sec 3 * 60 sec 7 Ren naar kleur * 30 sec 3 * 60 sec 8 Ren bij Ja * 30 sec 3 * 60 sec 32

33 9 Onderbouwing interventieprogramma Het interventieprogramma is niet zomaar tot stand gekomen. Er is een enquête afgenomen bij de doelgroep en er is naar literatuuronderzoeken gekeken. In het eerste subhoofdstuk staan de resultaten van de enquête. In het andere hoofdstuk staat beschreven waarom circuittraining goed is voor ouderen. 9.1 Resultaten enquête Hieronder staan de resultaten van de enquête. Het hoofdstuk is opgedeeld in stukken over de doelgroep, de sportbeoefening, het voorkeurstijdstip, financiën en sport- en/of beweeg les Doelgroep Er hebben 61 deelnemers de enquête ingevuld. De leeftijd lag hiervan tussen de 55 en 90 jaar. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 66,39 jaar (zie tabel 8) De groep bestaat uit meer vrouwen dan mannen. Er zijn 38 vrouwen tegenover 23 mannen die de enquête hebben ingevuld. N Minimum Maximum Gemiddelde Std. Deviatie Wat is uw leeftijd? ,39 8,915 Valid N (listwise) 61 Tabel 8 leeftijd Sportbeoefening Ook is er gekeken of de 55+-ers hebben gesport en of ze op dit moment nog steeds sporten. Dertien personen hebben in het verleden niet gesport. Van die dertien personen zijn er tien vrouwen die niet aan sport hebben gedaan in het verleden. De meest beoefende sport was tennis, gevolgd door turnen, zwemmen en voetbal. De meest genoemde reden om te sporten is dat het niveau te hoog lag. De meeste mensen geven aan niet gestopt te zijn met de sport die in het verleden werd beoefend (Zie bijlage B, tabel 2) Momenteel sporten er 29 personen niet. Dit is bijna de helft van de ondervraagden. Meer dan de helft van de vrouwen sport momenteel niet. Negen mannen sporten niet en 14 mannen wel (Zie tabel 9) Wat is uw geslacht? Totaal Man Vrouw Beoefent u op dit moment Ja een sport? Nee Total Tabel 9 sportbeoefening 33

34 Daarnaast is er gevraagd wat de deelnemers vonden van sport. Van de 61 personen vonden 38 ondervraagden sport belangrijk. Elf zijn er neutraal en de overgebleven 12 personen vinden sport onbelangrijk. Mannen vinden over het algemeen sport belangrijker dan vrouwen. 74% van de mannen vindt sport belangrijk tegenover 55% van de vrouwen (zie tabel 10) Wat is uw geslacht? Totaal Man Vrouw Helemaal mee eens Stelling: Ik vindt sport belangrijk? Mee eens Neutraal Oneens Helemaal mee oneens Total Tabel 10 mening over sport Wanneer de activiteiten gratis aangeboden zouden worden, zou 87% van de ouderen hier gebruik van maken. Acht 55+-ers zouden er geen gebruik van maken (Bijlage B, tabel 4) Voorkeurstijdstip De dag dat de meeste deelnemers kunnen, is op de maandagochtend of dinsdagochtend. 22% heeft als voorkeur de maandagochtend aangegeven. De dinsdagmiddag volgt met 18% van de stemmen. De middag komt het slechtste uit voor de deelnemers. Van de 53 personen die willen deelnemen aan de activiteiten, kunnen zes 55+-ers in de middag (tabel 11) Wat is uw voorkeurstijdstip voor het sporten en/of bewegen Totaal Ochtend Middag Avond Maandag Dinsdag Op welke dag(en) zou u het liefste willen sporten? Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Total Tabel 11 voorkeurstijdstip 34

35 9.1.4 Financieel Zoals in figuur 8 te zien is, blijken vrouwen een betere verdeling te hebben qua eventuele uitgaven per les. Bij de mannen is te zien dat de verdeling niet gelijkmatig verdeeld is. Figuur 6 Boxplot financiën Als er naar het gemiddelde gekeken wordt blijken vrouwen gemiddeld 9,24 per les te willen uitgeven tegen over de 7 euro per les van de mannen. Er wordt echter geen significant verschil tussen deze twee groepen gevonden. De gemiddelde bijdrage van allebei de groepen is 8,34 per les Sport- en/of beweeg les In de enquête is gevraagd wat de deelnemers het liefste voor sport zouden willen doen. Hierbij zijn alleen sporten meegenomen die mogelijk zijn in de Tetterodehal. De top vijf van de ouderen ziet er als volgt uit: fitcircuittraining, wandelen/power walking, fietsen/wielrennen, nordic walking en volleybal. Fitcircuittraining en wandelen/power walking zijn veruit het meest gekozen. Opvallend is dat nordic walking hoog scoor door het aantal mannen, dat hiervoor heeft gekozen. Zowel relatief als procentueel gezien kiezen meer mannen dan vrouwen voor nordic walking, terwijl er meer vrouwen de vraag hebben beantwoord. De resultaten zijn terug te vinden in de tabel 12 Hieronder. Wat voor sport zou u willen doen? Hard Wandelen Nordic Fitcircuit Fietsen Voet Volley Basket Badminton Pilates Bewegen Yoga Anders lopen / Power Walking training bal bal bal op Walking muziek Man Vrouw Total Tabel 12 sportactiviteiten toekomst 35

36 9.2 Desk Research Er is gekozen voor een circuittraining met de ouderen in de Tetterode hal te Bloemendaal van Bovenlander & Bovenlander. Uit de enquête bleek dat er in Bloemendaal behoefte is voor een circuittraining voor ouderen. Hieronder staan drie onderzoeken die onderbouwen dat circuittraining goed is voor ouderen. Samengevat ter onderbouwing van de circuittraining. In een onderzoek van Plummer-D Amato, Chohen, Daee, Lawson, Lizotte en Padilla (2012) werd single-task en dual-task training vergeleken bij het ontwijken van obstakels, loopsnelheid en balans bij gezonde ouderen die nog op zichzelf wonen. Er deden 17 ouderen die tussen de 65 en 73 jaar oud waren mee aan het onderzoek. Zij deden eenmaal per week een circuittraining van 45 minuten per training, dit deden zij vier weken lang. Het trainingsschema staat in bijlage I. Bij de dual-task training moesten de ouderen gelijktijdig met de fysieke activiteiten, cognitieve activiteiten uitvoeren. Bij de single-task training voerden de ouderen alleen fysieke activiteiten uit. Beide groepen vertoonden een significante verbetering in de loopsnelheid. Het aantal deelnemers die >1,0 m/s liepen werd verhoogd in beiden groepen. Uit dit onderzoek bleek dat zodra ouderen wekelijks een circuittraining gericht op balans, lopen en behendigheid doen, met of zonder cognitieve taken, de loopsnelheid significant verhoogd. In een ander onderzoek werden de effecten van high-resistance van circuittraining vergeleken met traditionele krachttraining (Romero-Arenas, Blazevich, Martinez-Pascual, Pérez-Gómes, Luque, López-Román & Alcaraz, 2013) Er werd hier gekeken naar kracht, spiermassa, lichaamssamenstelling en de cardiovasculaire fitheid bij een gezonde oudere bevolking. 37 gezonde mannen en vrouwen (61.6 +/- 5,3 jaar) werden willekeurig toegewezen aan één van de twee trainingsmethode en een controle groep. High-resistance circuit training (n=16), krachttraining (n=14) en de controle groep (n=7). De training bestond uit tweemaal per week gewichtheffen, gedurende 12 weken. Voor en na de trainingen werd de isokinetische piek gemeten in het boven- en onderlichaam door middel van x- ray absorptiometrie. Daarnaast werden er cardiovasculaire parameters geëvalueerd tijdens het lopen op een loopband. Zowel de ouderen bij high-resistance circuit training en de traditionele krachttraining lieten een aanzienlijke verhoging van de isokinetische kracht zien. De verhoging was significant groter in de experimentele groepen dan in de controle groep. Verder waren er stijgingen in de spiermassa en de botdichtheid nam toe. Alleen de high-resistance circuit training groep toonde een significante afname van de vet massa en een verbetering van het looppatroon. Bij de controlegroep veranderde de variabele niet. High-resistance circuit training is dus even effectief als traditionele krachttraining als het gaat om isokinetische kracht, spiermassa en botdichtheid. Alleen zorgt high-resistance circuit training ook nog eens voor een verbeterd cardiovasculair systeem en een afname van de vet massa (Salvador Romero-Arenas, 2013). Het doel van de studie van Bocalini, Lima, de Andrade, Madureira, Rica, dos Santos, Serra, Silva, Rodriquez, Fiqueira en Pontes (2012) was om het effect van circuit training te onderzoeken op de lichaamssamenstelling van obese oudere vrouwen. Er werd hier vooral gefocust op lichaamsbeweging en het lichaamsgewicht bij de ouderen. Er deden 70 vrijwillige oude vrouwen mee aan dit onderzoek, gemiddeld waren zij 60 jaar oud. De deelnemers werden willekeurig verdeeld in zes verschillende groepen op basis van de body mass index (BMI). Het trainingsprogramma bestond uit 50 minuten training, driemaal per week gedurende 12 weken. De oefeningen werden afgewisseld tussen boven- en onderlichaam met rust tussen de sets van 40 seconden waarbij de intensiteit werd gestuurd door de hartslag (70% van het werk). De contractietijd was 5 seconden om excentrische en concentrische spiercontractie te trainen. De antropometrische parameters waaronder het lichaamsgewicht, vetpercentage, vet massa, spiermassa en BMI werden geëvalueerd. Uit de evaluatie bleek dat circuittraining een effectieve methode is voor het verminderen van de antropometrische parameters bij zwaarlijvige oudere vrouwen. 36

37 10 Implementatie In dit hoofdstuk wordt de implementatie behandeld. Hierin staat beschreven wat belemmerende en bevorderende factoren er zijn bij de implementatie. Deze factoren zijn opgesplitst in directe en indirecte factoren die van invloed zijn op het succes van de interventie. Daarna volgt het hoofdstuk over timing. Als laatste worden de randvoorwaarden van de interventie genoemd Belemmerende of bevorderende factoren voor succes Hieronder staan de determinanten van innovatieprocessen van Paulussen en Fleuren (figuur 9) Het model of raamwerk laat zien waar en wanneer het in het implementatieproces mis kan gaan. Figuur 7 Determinanten van innovatieprocessen De kenmerken van de gebruiker is de meest directe voorspeller. Met de gebruiker wordt in dit geval de intermediair bedoelt. De kenmerken van vernieuwing, organisatie en politieke context zijn indirect voorspellers voor de implementatie. Hieronder zal aangegeven worden wat de belemmerende en bevorderende factoren zijn van interventie. (Brug, Van Assema & Lechner, 2007) Indirecte voorspellers De vernieuwing of innovatie bestaat uit een beweegprogramma. Dit beweegprogramma is opgebouwd uit CLUKS; coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht en snelheid. Hierdoor leert de doelgroep verschillende vormen van training. De ouderen kunnen erachter komen welk onderdeel van CLUKS het leukste is om te doen. Hierdoor kan na het beweegprogramma gericht gezocht worden naar een sport met die facetten erin. Een belemmerende factor van de innovatie is de informatievoorziening. Het programma richt zich meer op het bewegen dan op kennisoverdracht. Grote voordelen van het programma zijn het relatief voordeel, compatibiliteit en de complexiteit. Het beweegprogramma kan goedkoop worden aangeboden en is specifiek voor de doelgroep 55+. Daarnaast is de Tetterodehal een perfecte omgeving om in te bewegen. De Tetterodehal is groot, beschikt over veel materiaal en er kan makkelijk buiten worden gesport. Er is op loopafstand een bos en er zijn aangelegde paden voor fietsers en voetgangers. Daarnaast is er een kantine beschikbaar. Na afloop zouden de deelnemers hier gezamenlijk nog iets kunnen drinken. Als laatste is er ook sprake van complexiteit. Het programma wordt op niveau aangeboden. Er zijn veel variatiemogelijkheden. De lessen staan los van elkaar en kunnen apart gegeven worden. De interventie is makkelijker wanneer de organisatie groot is. De Tetterodehal is een aardig grote organisatie. Er worden iedere dag verschillende lessen geven. Er zijn verschillende lesgevers te vinden die ieder zich hebben gespecialiseerd in een bepaalde tak van sport. Zo zou het beweegprogramma van ouderen een nieuwe tak kunnen worden in de organisatie. Er wordt nog niks 37

38 georganiseerd speciaal voor 55+-ers. Een belemmerende factor is dat nu nog niet bekent is wie het programma gaat uitvoeren. Er is daardoor nog geen draagvlak gecreëerd bij de lesgevers. Er kan hierdoor nog niks gezegd worden over de intercollegiale uitwisseling. Wel is er bij de eigenaar veel draagvlak om te starten met een cursus voor ouderen. De kenmerken van de sociaal-politieke context kan eigenlijk buiten beschouwing gehouden worden. Misschien dat er in de toekomst subsidie aangevraagd kan worden voor het plan, maar zo ver is het nu nog niet. Wie weet dat meer bedrijven het oppakken om iets voor ouderen te organiseren als er hoogte wordt genomen van het programma Directe voorspeller De directe voorspeller voor het uitvoeren van het programma is de gebruiker. De gebruikers zijn de lesgevers die het beweegprogramma gaan implementeren. De lesgevers zijn nog niet aangesteld en dus ook nog niet gemotiveerd om mee te helpen aan het programma. Belangrijk is dat het programma uitvoerbaar is voor de lesgevers. De eigen-effectiviteit moet daarom hoog zijn. Daarnaast moet bekend zijn wat de consequenties zijn. De lesgever wordt gewaardeerd voor de lessen. Wanneer er lesgevers worden aangesteld, is het belangrijk het programma vorm te geven. Hoe dit gedaan moet wordt, staat verderop uitgelegd in het hoofdstuk Randvoorwaarden Timing Het beweegprogramma start in september. Dit is gelijk na de zomervakantie. In de zomervakantie zouden veel deelnemers kunnen afhaken, omdat ze weg zijn. In september is het waarschijnlijk nog warm, waardoor activiteiten zowel binnen als buiten kunnen plaats vinden. Het programma stopt net voor de kerstvakantie, zodat er niet nog één les is na twee weken vakantie. Sporten en bewegen is voor alle doelgroepen. Dit programma is bedoelt voor 55+. Hierdoor zal in de lessen meer worden gesproken over welke verouderingsprocessen tegengegaan kunnen worden door te bewegen en wordt er veel verband gelegd tussen gezondheid en bewegen Randvoorwaarden Bij het uitvoeren van het programma zullen er verschillende betrokkenen zijn. Bovelander & Bovelander is daarbij het belangrijkste. Hier worden de activiteiten uitgevoerd en hierbij ligt de eindverantwoordelijkheid. Daarnaast is er contact met Welzijn Bloemendaal. Vanuit Welzijn Bloemendaal wordt er gezorgd voor vervoer naar de Tetterodehal toe. Mochten de ouderen niet in staat zijn met eigen vervoer te komen, dan kan er gebruik worden gemaakt van het busje. Een goede samenwerking en communicatie zijn daarom nodig tussen Bovelander & Bovelander en Welzijn Bloemendaal is hierbij voorwaarden. De partijen moeten nog met elkaar om de tafel om dit op elkaar af te stemmen. Welzijn Bloemendaal vindt dat er meer gedaan moet worden voor ouderen in de omgeving. Hierdoor is er binnen de organisatie veel draagvlak en steun om dit voor elkaar te krijgen. De eindverantwoordelijkheid ligt dus bij meneer Bovelander. Meneer Bovelander is ook degene die de intermediairs zal aanstellen en sturen. Het plan wordt aan meneer overhandigd waarna het programma in september van start zal gaan. De eerste keer/eerste keren zal er nog iemand vanuit Hogeschool Inholland aanwezig zijn bij de lessen. Hierdoor kunnen de intermediairs in eerste instantie aangestuurd worden door de student van Inholland. Op deze manier wordt de kans groter dat het plan daadwerkelijk wordt uitgevoerd zoals bedacht is. Daarna zal meneer Bovelander het aansturen overnemen. Het aantrekken van de ouderen zal gebeuren met een actief communicatieplan. Vanuit de Tetterodehal zullen er folders beschikbaar zijn. Daarnaast zullen ouderen aangesproken worden op 38

39 het feit dat er een nieuw programma van start gaat. Ook op de website zal er een stuk komen te staan over een nieuw programma. Welzijn Bloemendaal zal bij het communicatieplan betrokken worden. Welzijn Bloemendaal heeft een eigen folder en jaar blad waarin alle activiteiten staan in de omgeving. Hierin zal worden gezet dat er een programma van start gaat in de Tetterodehal. De activiteiten zullen flexibel aangeboden kunnen worden. Het niveau tussen de ouderen zal erg verschillen, dus hier moet op ingespeeld worden. Daarnaast is er de mogelijkheid om zowel binnen als buiten activiteiten aan te bieden. Sommige lessen zullen zowel binnen als buiten gegeven kunnen worden. Het is van belang dat de intermediairs hierop in kunnen spelen. Vandaar dat ze de nodige kennis op het gebied van lesgeven, ouderen en het goed uitvoeren van oefeningen moeten hebben. Deze kwaliteit zal gewaarborgd kunnen worden door middel van scholing enz. aan te bieden. Dit kan alleen niet als randvoorwaarden genoemd worden, omdat meneer Bovelander over het personeel gaat. Samenvattend, de intermediairs kunnen de eerste lessen terugvallen op de onderzoekers. Daarbij moeten de aangestelde intermediairs affiniteit met de doelgroep hebben en bekwaam zijn. Daarnaast is er kennis nodig over de doelgroep en fitnessoefeningen om het beweegprogramma uit te kunnen voeren. Voor het bereiken van de doelgroep dienen Bovelander & Bovelander en Welzijn Bloemendaal met elkaar te overleggen. Als laatste dient er het gehele beweegprogramma een evaluatieprocedure te zijn ter verbetering van het programma. 39

40 11 Evaluatieplan In het aankomende hoofdstuk wordt er verteld hoe er geëvalueerd gaat worden en welke meetinstrumenten er gebruikt gaan worden Evalueren Om een beeld te krijgen of de hulpvragen beantwoord zijn en de interventie geslaagd is, wordt er een proces- en productevaluatie uitgevoerd. In dit hoofdstuk zal er worden uitgelegd op welke manier er wordt geëvalueerd Proces Het proces wordt geëvalueerd om te bekijken of de interventie wel of geen effect heeft. Om hier achter te komen dienen per groep (klant/intermediair/onderzoekers) vragen beantwoord te worden. Hieronder worden de vragen per groep geordend en neer gezet hoe deze vragen worden beantwoord. Klant: De vragen van de klant worden aan de hand van een vragenlijst (zie bijlage A, F, G & H) verzameld. Sluit de behoefte van de klant aan op de interventie? Is de interventie terecht gekomen bij de doelgroep? Is de interventie door de doelgroep begrepen? Is de interventie door de doelgroep gewaardeerd? Heeft de interventie gedragsverandering gerealiseerd op midden lang/lange termijn? Intermediair: Om er achter te komen hoe de intermediair de interventie heeft opgepakt worden door middel van een gesprek antwoord gegeven op de volgende vragen: Is de interventie door de intermediair begrepen? Is de interventie door de intermediair gewaardeerd? Waar is er afgeweken in de planning en welke reden had dit? Onderzoekers: Door middel van een vergadering gaan de onderzoekers de volgende vragen beantwoorden om te evalueren op het proces. Is er een duidelijk beeld geschept van de doelgroep voor de interventie? Op welke manier kan het ontwikkelen van interventie volgende keer beter? Op welke manier kan het uitvoeren van de interventie volgende keer beter? 40

41 Product/effect Het product/effect evaluatie wordt uitgevoerd om te achterhalen of de interventie resultaat heeft opgeleverd. Dit wordt geëvalueerd op verschillende niveaus. 1. Verandering in kennis 2. Verandering in gedragsdeterminanten (ASE) 3. Verandering in gedrag 4. Langdurig gedragsbehoud 5. Uiteindelijke doel Bij de start van de interventie wordt er een 0-meting gedaan en aan het einde van het traject een eind meting. Aan de hand van deze twee metingen wordt er bekeken of de interventie effect heeft gehad. De interventie wordt getest op de kennis over leefstijl, lichaamssamenstelling en de huidige leefstijl van de klanten. De 0-meting voor de kennis wordt uitgevoerd door middel van een vragenlijst (Zie bijlage F) Planning Datum: Wat: Door wie: Enquête draagvlak Groep Enquête nul meting Groep/Intermediair Nul meting Groep/Intermediair Na elke les Evaluatie na les Groep/Intermediair Tussentijdse meting Groep/Intermediair Eind metingen Groep/Intermediair Gesprekken intermediair Mike en Dominique Overleg onderzoeksgroep Groep 41

42 11.2 Meetinstrumenten De doelgroep 55 plussers wordt tijdens de interventie gemeten door verschillende testen, vragenlijsten en metingen. Deze testen, vragenlijsten en metingen worden verdeeld onder de determinanten persoonsgebonden, omgeving en leefstijlfactoren. Daarna zullen alle meetinstrumenten die gebruikt worden, behandelt worden. De eerste drie onderdelen die behandeld worden, zijn alle drie vragenlijsten. Vervolgens wordt er ingegaan op de bloeddruk, BMI en huidplooimeting. De laatste testen zijn allen fysieke testen. Bij de fysieke testen staan ook de benodigdheden en de uitvoering in stappen. Persoonsgebonden factoren: In het interventieprogramma worden overgewicht, bloeddruk en kennis verbeterd door de trainingen die er zijn opgesteld. Om te kijken of het interventieprogramma effect heeft worden er metingen verricht. Deze metingen zijn bij overgewicht: Wegen op een weegschaal, huidplooimeting, opmeten van de lengte en het uitrekenen van de body mass index (BMI). De bloeddruk wordt gemeten door middel van een bloeddrukmeter. De laatste determinant kennis wordt gemeten door het afnemen van een vragenlijst. Hierin staan vragen over wat voor effect de sport heeft op de gezondheid. Bij alle testen, vragenlijsten en metingen wordt er een nulmeting en eindmeting afgenomen. Kort samengevat: Leefstijl; wegen, huidplooimeting, meten van de lengte, BMI, Par-Q en Bloeddruk Kennis: vragenlijst. Omgevingsfactoren: In het interventieprogramma wordt sociale steun verbeterd door aanwezig te zijn bij de lessen. Om te kijken of het interventieprogramma effect heeft wordt er een vragenlijst afgenomen bij de start van het programma en op het einde. In de vragenlijst komen onder meer vragen naar voren waarbij de deelnemers een cijfer geven van hoe hun sociale steun is met betrekking tot bewegen. Kort samengevat: Sociale steun; afnemen vragenlijst. Leefstijl factoren: In het interventieprogramma wordt de lichamelijke activiteit verbeterd door het uitvoeren van de trainingen. Om te kijken of het interventieprogramma effect heeft op het verbeteren van de lichamelijke activiteit wordt er een vragenlijst afgenomen. Door middel van de vragenlijst wordt er gekeken of de deelnemers in de interventieperiode lichamelijk zijn verbeterd. Kort samengevat: Lichamelijke activiteit; afnemen vragenlijst. Algemeen: De aanwezigheid van de deelnemers tijden het interventieprogramma is ook belangrijk bij het evalueren van de resultaten. Daarom wordt er tijdens alle lessen een absentielijst bijgehouden. Om een beeld te krijgen of de hulpvragen beantwoord zijn en de interventie geslaagd is, wordt er een proces- en productevaluatie uitgevoerd. In dit hoofdstuk zal er worden uitgelegd op welke manier er wordt geëvalueerd. In de volgende paragrafen zullen de meetinstrumenten besproken worden. 42

43 Par-Q De Par-Q is een vragenlijst om erachter te komen of iemand onder begeleiden van de lesgever mag sporten. Wanneer er op één van de vragen nee wordt behandeld, moet hier naar gekeken worden. Hierna moet er eerst contact opgenomen worden met een arts om de situatie te bekijken. Wanneer er op alle vragen ja geantwoord wordt, zijn er op het eerste gezicht geen lichamelijke klachten waardoor er niet gesport kan worden. De vragenlijst is voor iedereen bedoeld tussen de 15 en 69 jaar (Peterson & Tharett, 1994) Na 69 jaar neemt de betrouwbaarheid van de test af. De vragenlijst is te vinden in bijlage D. De Par-Q wordt alleen aan het begin van de lessen afgenomen. De rest van de testen hebben een nulmeting en eindmeting Vragenlijst kennis en lichamelijke activiteit Aan het begin en het eind wordt er een vragenlijst afgenomen over de kennis die de deelnemers hebben. Daarnaast wordt er aan het eind van het programma ook gevraagd of de deelnemers van plan zijn om door te gaan met bewegen en of er genoeg bewogen wordt. De vragen zijn uit een onderzoek gehaald van de NISB (Willemsen, 2006). De vragenlijst is te vinden in bijlage G Bloeddrukmeting Om een goede indicatie van de bloeddruk te geven van een persoon, kan een bloeddrukmeter uitkomst bieden. Een te hoge of een te lage bloeddruk kan voor gezondheidsproblemen zorgen. Daarnaast moet er met het sporten rekening mee gehouden worden en kan het voedingsadvies erop aangepast worden. In de onderstaande tabel (tabel 13) staan de systolische en diastolische bloeddruk weergegeven in mmhg. De bovendruk heet de systolische druk en de diastolische druk is de onderdruk. Bij een optimale, normale of hoog-normale bloeddruk kan de deelnemer, zonder tussenkomst van een arts, sporten. Mocht er een systolische bloeddruk van boven de 139 mmhg gemeten worden, dan moet de test op een andere dag nogmaals gedaan worden. Als de bloeddruk erg hoog is, wordt er aangeraden een arts in te schakelen. Er kan beter niet gesport worden, voordat de arts uitsluitsel heeft gegeven. Niet iedere bloeddrukmeter is even valide en betrouwbaar. Het is goed om onderzoek te doen hiernaar. Daarnaast moet er rekening mee gehouden worden dat de bloeddruk schommelt over de dag. De test moet ook niet uitgevoerd worden als iemand net heeft gesport. In dit geval gaat de betrouwbaarheid van de test achteruit (Coene, 2005) Tabel 13 classificatie bloeddruk in mmhg Benodigdheden Bloeddrukmeter Stoel tafel 43

44 Uitvoering 1. De deelnemer krijgt uitleg over de test. 2. De deelnemer trekt het shirt uit of stroopt de mouw van de linkerarm op en gaat op een stoel zitten. 3. De arm wordt ontspannen op een tafel neergelegd. 4. De testleider doet de manchet om. Het slangetje zit aan de binnenkant van de arm en de manchet zit aan de onderkant 3 cm. boven het ellebooggewricht en aan de bovenkant op harthoogte. 5. De deelnemer praat en beweegt vanaf dit moment niet meer. Alleen als de deelnemer zich niet lekker voelt, mag dit aangegeven worden. 6. De bloeddrukmeter wordt aangezet en de test begint door op start te klikken. 7. De bloeddruk wordt afgelezen, wanneer de druk is afgenomen en wordt meteen genoteerd. 8. Na een pauze van minimaal 15 seconde wordt de test nogmaals herhaald. 9. De deelnemer kan de kleding weer aandoen. 10. De deelnemer krijgt de resultaten te horen en er wordt een uitleg gegeven over wat dit inhoud. 11. Bij een zeer hoge bloeddruk volgt er een verwijzing naar een arts of specialist BMI BMI bestaat uit de volgende som: Gewicht in kg / (lengte in meters x lengte in meters) Uit de som komt een waarde die geïnterpreteerd kan worden. Deze waarden zijn weergegeven in tabel 14. Een waarde van 18,5 betekend ondergewicht. Er moet voorzichtig omgegaan worden met het waardeoordeel. De test is makkelijk uit te voeren, maar heeft een lage betrouwbaarheid en validiteit. Dit komt doordat spieren zwaarder zijn en doordat de tabel voor mannen en vrouwen hetzelfde is. Uit de tabel kan blijken dat een bodybuilder ernstig overgewicht heeft, omdat spieren zwaarder zijn. Het berekenen van het BMI is daarom ook betrouwbaarder voor mensen die weinig sporten. Benodigdheden Personenweegschaal Meetlat Rekenmachine Tabel 14 interpretatie BMI Uitvoering 1. De deelnemer krijgt uitleg over de test. 2. De deelnemer trekt zoveel mogelijk kleding uit, maar in ieder geval zijn schoenen en sokken. 3. De weegschaal wordt aangezet en de deelnemer gaat ontspannen op de weegschaal staan met beide benen. 4. Het gewicht wordt afgelezen als de deelnemer stil staat en het gewicht niet meer schommelt. Dit wordt meteen genoteerd op het scoreformulier. De deelnemer krijgt te horen wat het gewicht is. 5. Vervolgens wordt daar achteraan meteen de lengte opgenomen. De deelnemer gaat met de achterkant van de voeten, en de rug tegen de meetlat staan. 6. Het hoofd wordt in een normale positie gehouden, dit betekent dat de deelnemer recht vooruit kijkt. 44

45 7. De testleider haalt het plankje naar beneden tot het tegen het hoofd aankomt (de kruin) en leest de lengte af. De deelnemer krijgt te horen wat de lengte is. 8. De lengte wordt genoteerd en de deelnemer kan de kleding aantrekken. 9. De BMI wordt berekend met een rekenmachine. 10. Er wordt aan de deelnemer mede gedeeld wat de BMI inhoudt en hoe deze geïnterpreteerd Huidplooimeting Met de resultaten van de huidplooimeting op vier punten wordt er een inschatting gemaakt worden van de totale vetmassa van een persoon. Aan de hand hiervan kan het vetpercentage berekend worden. Zo kan er gekeken worden hoe hoog het vetgehalte is en of er kans is op gezondheidsrisico s door een te hoge waarden van het vet. Bij de vierpuntsmeting is het belangrijk dat de deelnemer ontspannen is. De huidplooi moet tussen duim en wijsvinger gepakt worden. De huidplooimeter klemt om de huidplooi. Na drie seconde is af te lezen wat de dikte is. Voor het gebruik van een huidplooimeter is het belangrijk veel te oefenen. Wanneer de huidplooimeter een paar centimeter van de gemeten plek afzit, zijn de resultaten niet betrouwbaar. Vandaar dat ook tijdens de test de huidplooi twee maal opgemeten wordt. Daarnaast de vierpuntsmeting (zie figuur 10) (Tabellenboekje, z.d.) ook niet helemaal valide. Er worden maar vier punten van het lichaam meegenomen. Al deze punten zitten op het bovenlichaam. Wanneer het vet van een persoon zich meer ophoopt op het onderlichaam, hoeft het resultaat niet veel te zeggen. Bij dikke mensen is de meting minder betrouwbaar, doordat de huidplooien minder duidelijk zijn. Over het algemeen is de huidplooimeting een goede indicatie van de hoeveelheid vet op het lichaam (VSG, 2006) Leeftijd te laag normaal te hoog veel te hoog < 21% 21% - 33% 33% - 39% > 39% < 23% 23% - 34% 34% - 40% > 40% < 24% 24% - 36% 36% - 42% > 42% Tabel 15 normen vetpercentage vrouwen Figuur 8 vierpuntsmeting met huidplooimeter Leeftijd te laag normaal te hoog veel te hoog < 8% 8% - 20% 20% - 25% > 25% < 11% 11% - 22% 22% - 28% > 28% < 13% 13% - 25% 25% - 30% > 30% Tabel 16 normen vetpercentage mannen Benodigdheden Huidplooimeter Uitvoering 1. Vertel wat er gaat gebeuren en rol het shirt omhoog of laat de deelnemer het shirt uit trekken. 2. Laat de deelnemer ontspannen staan. De armen hangen naast het lichaam. 3. De huidplooi van de biceps wordt tussen duim en wijsvinger gepakt en gemeten in verticale richting, gevolgd door de triceps, subscapulair en supra iliacale. Daarbij wordt gelet op de okselplooi. 4. Na 3 seconde wordt bij alle vier de huidplooien van de meter afgelezen wat het percentage is. Het resultaat wordt daarna meteen genoteerd. 5. De deelnemer kan het shirt weer naar beneden doen of weer aantrekken. 45

46 6. Er wordt vertelt aan de deelnemer wat de waardes inhouden en hoe deze geïnterpreteerd kunnen worden Sit and reach test Met de sit and reach test wordt de lenigheid van onder meer de hamstrings en de gewrichten tussen de ruggenwervels, met name die van de lage rug en van de heupgewrichten, gemeten. De test wordt op blote voeten uitgevoerd. Vooraf krijgt iedere deelnemer een warming-up van 2 minuten. De deelnemers zitten op de grond met hun benen gestrekt naar voren waarbij de blote voeten plat tegen de kist aanzitten. De deelnemers strekken de armen richting hun tenen, waarbij de vingers gestrekt zijn, het bovenlichaam wordt langzaam naar voren gebogen waarbij tegelijkertijd met de vingertoppen van beide handen de schuif zover mogelijk van je af wordt geschoven. Enkele voorwaarden bij de test zijn: De knieën moeten gestrekt blijven (met behulp van de testafnemer). Er worden 2 handen gebruikt, anders is de uitslag ongeldig. Naar voren buigen moet langzaam en zonder schokken gebeuren anders is uitslag ongeldig. Test wordt twee keer uitgevoerd, en de hoogste uitslag telt. Deze houding moet minimaal twee seconde vastgehouden worden, zo niet dan is de uitslag ongeldig. De testleider mag nooit de deelnemer aanmoedigen. Dit moet blessures voorkomen. In de tabel hieronder staan de waarden van de sit and reachtest voor mannen aangegeven( Rookus & Zegeling, z.d.) Mannen leeftijd Zeer goed >34 >32 Goed Gemiddeld Matig Zeer matig <14 <13 Tabel 17 waarden sit and reach test Benodigdheden Meetplank Uitvoering Voor de test moet altijd een warming-up gedaan worden. Wanneer dit niet gebeurd is de kans op blessures groter. 1. De deelnemer trekt zijn schoenen en sokken uit. Figuur 9 sit and reach test 2. Vervolgens gaat de deelnemer met zijn voeten tegen de kist aan gaan zitten, met de voeten helemaal verticaal tegen de kist en de benen gestrekt. 3. De testbegeleider zorgt ervoor dat de knieën van de deelnemer volledig gestrekt blijven. 4. De deelnemer duwt met zijn vingertoppen van beide handen de schuif zo ver mogelijk naar voren en heeft dit 5 seconde vastgehouden (de testbegeleider telt). 5. Nadat de benen even gestrekt zijn, wordt de test nogmaals herhaalt. 46

47 Handknijpkracht Het doel bij het testen van de handknijpkracht is om te zien hoe de belastbaarheid van de onderarmspieren is. Vooral bij ouderen geeft de test een beeld van de algehele spierkracht. Bij afname kan er sprake zijn van spierafbraak, wat veel voorkomt bij ouderen. De handknijpkracht wordt met allebei de handen uitgevoerd. Ten eerste moet er gezorgd worden dat het handvat goed staat ingesteld. Deze staat goed als het middelste vingerkootje het handvat kunnen omvatten. De handdynamometer moet op nul worden gezet. Bij de test mag de deelnemer aangemoedigd worden. De kracht wordt opgevoerd naar de maximale kracht en moet enkele seconde vastgehouden worden. De meting telt alleen als de meter naar buiten wijst als deze vast wordt gehouden en de arm langs het lichaam gehouden wordt, zonder het lichaam te raken. De meter wordt dus ongeveer op dijbeenhoogte gehouden. De hand mag dus niet ondersteund worden. De test kan zowel staand als zittend afgenomen worden. Zorg er altijd voor dat de deelnemer rechtop blijft met de rug en dat de vingers gespreid het handvat vastpakken bij het knijpen. Nadat de test is uitgevoerd, kan de waarde worden afgelezen. Vervolgens wordt de meter weer op nul gedraaid en kan de meter in de andere hand uitgevoerd worden. Er wordt 30 seconde rust gehouden tussen de metingen. In totaal wordt de test vier keer uitgevoerd, twee keer links en twee rechts. Zorg er hierbij voor dat links afgewisseld wordt met rechts of andersom. De waarden voor de handknijpkrachtmeting zijn verschillend naar leeftijd en geslacht. Voor kinderen en volwassenen worden verschillende waardes gehanteerd en de waarden van mannen en vrouwen zijn zeer verschillend. Mannen moeten soms bijna 20 kilogram meer knijpen dan vrouwen om aan de norm te voldoen. Per tabel kan het verschillen of links en rechts bij elkaar wordt opgeteld of dat de normering voor één arm is bedoeld. Als de waardes van links en rechts bij elkaar worden genomen, wordt er vanuit gegaan dat het verschil tussen beide armen niet groot is of dat er zelfs helemaal geen verschil in zit. In tabel 18 wordt uitgegaan van één hand. (Webb, Newman, Taylor & Keogh, 1989) (AZM, z.d.) Benodigdheden Handdynamometer Figuur 10 handdynamometer Tabel 18 waarden hardknijpkracht bij één hand 47

48 Uitvoering: Leg van tevoren uit wat de bedoeling van de test is. De deelnemer moet aan vele eisen voldoen om de meting te noteren. 1. Doe de test een keer voor aan de deelnemer 2. Zet de handdynamometer weer op nul. Bete is om het resultaat wat je hebt gehaald niet te laten zien. 3. Laat de deelnemer de meter pakken in de rechterhand waarbij de vingers gespreid om het handvat zitten en de middelste kootjes het handvat kunnen omklemmen. 4. Zorg ervoor dat de meter naar buiten wijst en dat de meter op dijbeenhoogte van de deelnemer zit, waarbij de deelnemer de arm niet ondersteund of tegen het lichaam aan houd. De pols moet in een rechte houding zijn gedurende de test. 5. De deelnemer moet nu 5 seconde zo hard mogelijk knijpen. Moedig hierbij aan. 6. De deelnemer kan in de tijd dat de testleider de resultaten opschrijft en de meter weer op nul zet even pauzeren. Vervolgens wordt de meter in de andere hand gehouden en wordt de test herhaald. 7. De test wordt vervolgens nogmaals rechts en links afgenomen. Zorg er iedere keer voor dat de meter op nul staat als er wordt begonnen met knijpen. 8. Vertel de deelnemer wat de normen zijn voor een handknijptest en wat de waardes waren die de deelnemer zelf heeft gehaald. De hoogste scores tellen. 48

49 Wall Squat test De wall squat test is een test die isometrisch uitgevoerd wordt. Bij de test zit de deelnemer in een goed van 90 graden tegen een muur aan. De bedoeling is om dit zo lang mogelijk vol te houden. In figuur 13 is goed te zien wat de juiste houding is tijdens de test. Benodigdheden Muur Stopwatch Evt. geniometer/gradenboog Uitvoering 1. De test wordt uitgelegd 2. Er volgt een korte warming-up wat bestaat uit het maken van een aantal rust, gevolgd door een pauze. 3. De sporter leunt tegen de muur met slipvrije schoenen 4. De trainer brengt de sporter in de goede basispositie, waarbij beide knieën van de sporter worden geplaatst in 90 graden flexie (nameten met goniometer) 5. De trainer neemt de tijd op tot de sporter de positie niet meer kan handhaven. 6. De tijd wordt genoteerd op het op het trainingsschema formulier onder het kopje testgegevens. 7. Noteer de ervaren vermoeidheid door middel van de Borgscore op het trainingsschema formulier onder het kopje testgegevens. Figuur 11 wall squat test vooraanzicht en zijaanzicht 49

50 12 Evaluatie Om correct te kunnen evalueren dient er antwoord gegeven te worden op de vragen die worden gesteld binnen het evaluatie plan. Aangezien het traject nog niet is uitgevoerd kunnen niet alle vragen beantwoord worden. De vragen die wel beantwoord kunnen worden zijn hier onder te vinden. Doelgroep: 1. Sluit de behoefte van de klant aan op de interventie? Naar aanleiding van enquête (Bijlage A) is de behoefte van de ouderen gemeten, op deze manier kon er preventief gezien worden welke interventie het meest geschikt was voor de doelgroep. Om dit te controleren tijdens en na de interventie zou uit een vervolg vragenlijst of gesprekken moeten blijken. Onderzoekers: 1. Is er een duidelijk beeld geschept van de doelgroep voor de interventie? Door middel van deskresearch, gesprekken(interviews) en enquête zou de doelgroep relatief gezien goed in beeld gebracht moeten zijn. Om dit te controleren zou er tijdens de nul meting gesprekken en geobserveerd moeten worden. 2. Op welke manier kan het ontwikkelen van een interventie volgende keer beter? Om te zorgen dat de ontwikkeling van de een interventie de volgende keer beter gaat, dient er sowieso voor de opstart een plan B te zijn. Op deze manier ben je niet afhankelijk van het eerste plan. Daarnaast dienen de afspraken met de onderzoeksgroep beter gehanteerd te worden. De afspraken die met externe betrokkenen worden gemaakt dienen op papier te worden gezet, op deze manier is er een duidelijk overzicht met afspraken. 3. Op welke manier kan het uitvoeren van de interventie volgende keer beter? Het uitvoeren van het project kan even eens als bij vraag twee worden verbeterd door een back-up plan te hebben en afspraken duidelijk te hebben. Aangezien de interventie niet is uitgevoerd kan alleen het bovenstaande worden gezegd. 50

51 13 Discussie Tijdens het onderzoek werd er getracht om via de gemeente Bloemendaal de enquêtes onder de ouderen te verspreiden. De gemeente ging niet akkoord met deze verspreiding waardoor de enquêtes werden afgenomen bij supermarkten, hierdoor is de respons gelimiteerd. Tevens door de late reactie van de gemeente was er een langzame opstart waardoor het onderzoek mogelijk kwaliteit mist, in vervolg zou een back-up plan ontwikkeld moeten zijn om deze vertraging op te kunnen vangen of te ontlopen. De enquête die is afgenomen is door de onderzoekers zelf opgesteld, de enquête is hierdoor niet gevalideerd. In de enquête is er een vraag gesteld over of de doelgroep met de activiteit mee zou doen als deze gratis is, er is echter niet gevraagd of er ook deelgenomen zou worden als er een financiële bijdrage voor gevraagd zou worden. Er is tevens geen vraag gesteld over de reistijd die de ouderen over hebben voor de beweegactiviteit. Tijdens de literatuurstudie naar bestaande beweeginterventies bleek dat deze vooral gericht waren op valpreventie, om deze reden is er onderzoek gedaan naar bestaande literatuur over effectieve beweegactiviteiten voor de doelgroep. Er is tijdens het ontwikkelen van deze interventie gebruik gemaakt van het ASE model, echter heeft het ASE model enige beperkingen. Zo wordt er beperkt rekening gehouden met de emotionele factoren (zoals geanticipeerde spijt en morele normen). Tevens wordt er bij het ASE model gebruikelijk het evalueren achterwegen gelaten. (feedback). 51

52 Bronvermelding Advies-eb. (2013). sport.infonu. Opgeroepen op 03 19, 2013, van senioren hoeveel beweging nodig: AZM (z.d.) Handknijpkracht bb-7e10-4d0f-aa97-ae0e4ff70b94,3da68fcc bf3c-d4c6b3ef2190,frameless.htm Opgevraagd op 27 mei 2013 Bocalini, D.S., Lima, L.S., De Andrade, S., Madureira, A., Rica, R.L., Dos Santos, R.N., Serra, A.J., Silva, J.A., Rodriquez, D., Fiqueira A. & Pontes, F.L. (2012) Effects of circuit-based exercise programs on the body composition of elderly obese women, Clin Interv Aging. 2012;7:551-6 Bijma, M. & Lak, M. (2012) Leefstijlcoaching: kernvragen bij gedragsverandering. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (1e druk) Brug, J., Assema, van, P., Lechner, L. (2007) Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak. Assen: Van Gorkum (5e druk) CBS (2009) Demografische kerncijfers per gemeente Opgeroepen op 4 maart CBS/NISB. (2013). Haalt u de norm. Opgeroepen op 03 19, 2013, van CBS.NISB: CBS (2012) Maatschappelijke participatie; sociale contacten, kerkelijke gezindte. Opgeroepen op 21 maart (Gekeken naar kerkbezoek) CBS (2012) Maatschappelijke participatie; sociale contacten, kerkelijke gezindte. Opgeroepen op 21 maart (Gekeken naar religie) CBS (2012) Welvaart in Nederland. Opgeroepen op 4 maart nd.pdf Coene, I. (2005) Hoge bloeddruk; Belang van een gezonde eet- en leefstijl. Nutrinews, , p Den Hertog, F.R.J. (2010) Landelijke cijfers (gezonde) levensverwachting Opgeroepen op 19 maart Harbers (2010) Lichamelijke activiteit: Zijn er binnen Nederland verschillen naar regio? Opgeroepen op 19 maart Harbers, M.M. & Eysink, P.E.D (2011) Wat zijn determinanten van gezondheid? Opgeroepen op 26 maart

53 Hildebrand, V., Bernaards, C., & Stubbe, J. (2013). Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011. Leiden: TNO. Hoeymans, N., Timmermans, J., De Klerk, M., De Boer, A., Deeg, D., Poppelaars, J., et al. (2005). Gezond actief : de relatie tussen ziekten, beperkingen en maatschappelijke participatie onder Nederlandse ouderen. Bilthoven: RIVM. Kasperski, H. & Meuwissen, P (2010) Bloemendaal en Wassenaar zijn rijkste gemeenten. Opgeroepen op 19 maart wm.htm Medicinfo. (2012,). veel voorkomende aandoeningen bij ouderen. Opgeroepen op 03 19, 2013, van medicinfo: Melod. (2009). wandelen helpt tegen geheugenklachten. Opgeroepen op 03 19, 2013, van mens en gezondheid: Mulder, M. (2012) Norm gezond bewegen Opgeroepen op 23 maart Mulder, M. (2011) Ouderen per gemeente Opgeroepen op 3 maart Mulder, M. (2012) Sociaaleconomische status Opgeroepen op 15 maart Nadiav. (2012). waarom meer bewegen voor ouderen belangrijk is. Opgeroepen op 03 19, 2013, van mens en gezondheid: Peterson, J.A., Tharett, S.J. (1994) ACSM s Health/Fitness Facility Standards and Guidelines. American College of Sports Medicine, Editors: Human Kinetics, p Plummer-D Amato, P., Chohen, Z., Daee, N.A., Lawson, S.E., Lizotte, M.R. & Padilla, A. (2012) Effects of once weekly dual-task training in older adults: A pilot randomized controlled trial, Department of Physical Therapy Romero-Arenas, S., Blazevich, A.J., Martinez-Pascual, M., Pérez-Gómes, J., Luque, A.J., López-Román, F.J. & Alcaraz P.E. (2013) Effects of high-resistance circuit training in an elderly population, Physical Activity and Sport Sciences Rookus & Zegeling (z.d.) Protocol Fysiofitheidscan voor C-enter Opgevaagd op 27 mei 2013 Ruijsbroek, J.M.H & Verweij, A.(2009) Sociale cohesie samengevat. Opgeroepen op 26 maart

54 Savelkoul, M. & Van Sonderen (2011) Wat is sociale steun? Opgeroepen op 26 maart Savelkoul, M. & Tilburg, van T.G. (2010). Wat is eenzaamheid en hoe wordt het gemeten. Opgeroepen op 26 maart wat-is-eenzaamheid/ Tabellenboekje (z.d) Vetpercentage Opgevraagd op 27 mei 2013 Takken, J., Polder, J., Meerding, W., Kommer, G., & Stokx, L. (2002). Kosten van Ziekten in Nederland. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Van Bakel, A.M. (2012) Bloeddruk samengevat. Opgeroepen op 26 maart uk-samengevat/ Van den Berg Jeths, A., Timmermans, J., Hoeymans, N., & Woittiez, I. (2004). Ouderen nu en in de toekomst Gezondheid, verpleging en verzorging Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Van der Lucht, F., Bruggink, J.W., Kardal, M. & Lodder, B.J.H (2010) Levensverwachting: Zijn er verschillen naar sociaaleconomische status? Opgeroepen op 19 maart Visscher, T.L.S (2012) Overgewicht. Opgeroepen op 26 maart VSG (2006) Richtlijn Lichaamsvetpercentage Opgevraagd op 27 mei 2013 Webb, A.R., Newman, L.A., Taylor, M. & Keogh, J.B. (1989) Hand grip dynamometry as a predictor of postoperative complications. Reappraisal using age standardized grip strengths. JPEN 1989;13(1):30-3 Wendel-Vos, G.C.W (2012) Lichamelijke activiteit. Opgeroepen op 26 maart Willemsen, L. (2006) Beweeggedrag, kennis en attitude t.o.v. bewegen aan de hand van de Actief Leven Test. NISB 54

55 Bijlagen A) Enquête sport- en beweegactiviteiten gemeente Bloemendaal Enquête sport- en beweegactiviteiten voor ouderen Beste meneer/mevrouw, Wij zijn studenten van de opleiding Sport en Bewegen aan Hogeschool Inholland. Voor ons project moeten wij onderzoek doen naar het sport- en beweeggedrag van 55+-ers in de gemeente Bloemendaal. Hiervoor is de Tetterodehal benaderd. Met de onderzoeksresultaten gaan wij een beweegprogramma maken wat gratis aangeboden gaat worden in de Tetterodehal te Overveen. Wij zijn erg benieuwd naar uw wenen en behoeften, zodat wij hier rekening mee kunnen houden in ons aanbod. Er zijn geen goede of foute antwoorden. In de meeste gevallen moet u een rondje inkleuren. Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 min. Instructie enquête. Het is de bedoeling dat u, het liefst zonder de hulp van anderen, de vragen beantwoord. o o o o Vul de vragenlijst in met een zwarte of blauwe pen (geen viltstift of potlood). Kleur het antwoordvakje helemaal in. Als u een fout antwoord invult, kunt u een streep door het oude antwoord zetten en het goede vakje helemaal inkleuren. De gegevens worden anoniem verwerkt. Voorbeeldvraag: Doet u mee aan sportactiviteiten? Ja o Nee U heeft hierboven Ja ingevuld. Doet u mee aan sportactiviteiten? Ja Nee U heeft nu een correctie toegepast en uw antwoord is nu Nee. Op de volgende pagina begint de enquête, alvast bedankt voor uw tijd. 55

56 1 Wat is uw geslacht? o Man o Vrouw 2 Wat is uw leeftijd? jaar 3 Welke sport(en) heeft u in het verleden beoefend? (Meerdere antwoorden mogelijk) 4 Waarom bent u met deze sport(en) gestopt? (Meerder antwoorden mogelijk) o Geen (Ga door naar vraag 6) o Zwemmen o Voetbal o Tennis o Handbal o Korfbal o Golf o Atletiek o Turnen o Paardrijden o Anders, nl.. o Ik ben niet gestopt met deze sport o Blessureleed o Ik had er geen tijd meer voor o Ik had er geen geld meer voor o Vrienden/vriendinnen stopten o Het niveau lag te hoog o Anders, nl 5 Beoefent u op dit moment een sport? o Ja o Nee (Ga door naar vraag 8) 6 Wat doet u voor sport? o Gymnastiek o Zwemmen o Dansen o Wandelen/ Nordic walking o Fietsen o Anders, nl.. 7 Hoe vaak sport u per week? keer per week 8 Stelling: Ik vind sporten belangrijk 9 Wat is voor u de meerwaarde van sporten en bewegen? (meerdere antwoorden mogelijk) o Helemaal mee eens o Mee eens o Neutraal o Oneens o Helemaal mee oneens o Sociale contacten o Verbeterde gezondheid o Afvallen o Soepele gewrichten o Langer vitaal o Tijdverdrijf o Anders, nl... 56

57 10 Bent u tevreden over het huidige sportaanbod voor 55+-ers in de gemeente Bloemendaal? 11 Wat zou er moeten veranderen, zodat u wel/meer zou gaan sporten? 12 Heeft u op dit moment lichamelijke klachten die u bij het sporten belemmeren? 13 Als er sport- en/of beweegactiviteiten gratis aangeboden zouden worden, zou u hier dan gebruik van maken? 14 Wat voor sport zou u willen doen? (meerdere antwoorden mogelijk) 15 Hoeveel bent u bereid per les te betalen? 16 Op welke dag(en) zou u het liefste willen sporten? 17 Wat is uw voorkeurstijdstip voor het sporten en/of bewegen o Ja o Nee o Ik weet het niet o Meer in teamverband o Meer individueel o Meer diversiteit in het aanbod o Sporten aanpassen aan klachten o Bereikbaarheid o Anders, nl. o Nee o Ja, nl o Ja o Nee (einde enquête) o Geen (eind enquête) o Wandelen/ Power walking o Nordic walking o Hardlopen o Fietsen/wielrennen o Fitcircuit training o Voetbal o Volleybal o Basketbal o Badminton o Pilates o Yoga o Bewegen op muziek o Anders, namelijk euro dag o Ochtend o Middag o Avond Bedankt voor het invullen! 57

58 B) Verantwoording enquêtevragen 1. Wat is uw geslacht? Graag willen we het geslacht weten, zodat er in de resultaten geslachtsgebonden kan worden gekeken. Wanneer er veel verschillen zijn tussen man en vrouw, kan er voor gekozen worden om de groep te splitsen of tijdens de les twee sporten aan te bieden. 2. Wat is uw leeftijd? Door de leeftijd te vragen kunnen we kijken of er verschillen zijn in leeftijd. Daarnaast weten we op deze manier zeker dat we de goede doelgroep hebben aangesproken. Ouderen onder de 55 jaar worden in het onderzoek niet meegenomen. Daarnaast kan er op deze manier gekeken worden of er verschillen in het aanbod moeten zijn voor bijvoorbeeld jaar en 65+-ers. 3. Welke sport(en) heeft u in het verleden beoefend? Door te vragen welke sporten er zijn beoefend in het verleden, weten we al een beetje waar de interesse van de deelnemers naar uit gaat. Daarnaast geeft het ons meteen een beeld of de deelnemers hebben gesport en hoe dat nu is. Bij deze vraag zijn sporten neergezet die het meest onder de Nederlandse bevolking beoefend worden. 4. Waarom bent u met deze sport(en) gestopt? Er is altijd een reden om te stoppen met sporten. Als deze reden bekent is, kan er actie ondernomen worden en kan er misschien wat aan het aanbod verandert worden. Als het antwoord bijvoorbeeld is dat het niveau te hoog is, dan moet er iets aan verandert worden. Het is jammer als mensen niet kunnen sporten op het niveau wat ze willen. 5. Beoefent u op dit moment een sport? Voor het bedrijf is het handig om te weten of ze mensen moeten bereiken die niet sporten of die wel sporten, maar bijvoorbeeld nog meer moeten sporten. 6. Wat doet u voor sport? Gymnastiek, zwemmen, dansen, wandelen/ nordic walking en fietsen zijn de sporten die het meest onder ouderen beoefend worden. Vandaar dat gevraagd wordt of deze sporten beoefend worden. Mocht dit niet zo zijn, dan kan dit bij anders, nl. ingevuld worden. 7. Hoe vaak sport u per week? Door deze vraag kan erachter gekomen worden of men aan de fitnorm voldoet. Daarnaast kan er ook op deze manier gekeken worden of dit een reden is waarom mensen voor ons programma afhaken. 8. Stelling: Ik vind sporten belangrijk Deze vraag is gesteld om te kijken naar het gedrag van de correspondenten. Het kan een reden zijn om niet te sporten, wanneer sporten ook niet belangrijk gevonden blijkt te worden. Hierop zou dan ingespeeld moeten worden om alsnog de ouderen aan het bewegen te krijgen. 9. Wat is voor u de meerwaarde van sporten en bewegen? Wanneer de meerwaarde van sport en bewegen bekend is, kan daar op ingespeeld worden. Zo kan het beweegprogramma inspelen om de meerwaarde die het meest is aangegeven. 10. Bent u tevreden over het huidige sportaanbod voor 55+-ers in de gemeente Bloemendaal? Als veel mensen niet tevreden zijn of niet weten wat ze van het huidige sportaanbod vinden, wordt de kans groter dat het beweegprogramma wat wij gaan ontwikkelen, aanslaat. Wanneer alle 58

59 deelnemers aan de enquête nu tevreden zijn over het sportaanbod voor 55+-ers, wordt de kans kleiner dat het programma aanslaat. 11. Wat zou er moeten veranderen, zodat u wel/meer zou gaan sporten? Met deze vraag willen we weer van mensen weten wat de beste manier is om het programma aan te bieden. Hoe beter het aansluit bij de behoeftes van de doelgroep, hoe groter de kans dat mensen mee gaan doen. 12. Heeft u op dit moment lichamelijke klachten? Mochten er veel mensen lichamelijke klachten hebben, dan moet hier rekening mee gehouden worden met de sport- en beweegactiviteiten die aangeboden worden. 13. Als er sport- en/of beweegactiviteiten gratis aangeboden zouden worden, zou u hier dan gebruik van maken? De lessen die wij aanbieden, zullen gratis zijn. Wij willen kijken hoeveel mensen geïnteresseerd zijn in de lessen. 14. Wat voor sport zou u willen doen? Plezier staat voorop bij de activiteiten. Mensen moeten wel met plezier naar de lessen komen. Vandaar dat er gevraagd wordt wat voor sporten de 55+-ers het liefste willen doen. Hierbij zijn alleen sporten meegenomen die in de Tetterodehal aangeboden kunnen worden. 15. Hoeveel bent u bereid per les te betalen? Na de lessen die wij gratis aanbieden, wil de opdrachtgever doorgaan met het geven van de lessen. Deze lessen gaan alleen niet gratis aangeboden worden. Om tot een prijs te komen, wordt er gekeken naar de kosten voor de activiteiten en de prijs die de doelgroep bereid is te betalen. 16. Op welke dag(en) zou u het liefste willen sporten? Om een zo n groot mogelijke groep te krijgen, is het belangrijk te weten wanneer de meeste mensen kunnen sporten en bewegen. 17. Wat is uw voorkeurstijdstip voor het sporten en/of bewegen? Om een zo n groot mogelijke groep te krijgen, is het belangrijk te weten wanneer de meeste mensen kunnen sporten en bewegen. 59

60 C) Tabellen resultaten Het grootste deel van de mensen die de enquête hebben ingevuld heeft in het verleden gesport. Dertien personen deden niet aan sport. De meest beoefende sport is tennis, gevolgd door zwemmen, golf en turnen. Twaalf personen hebben een andere sport gedaan. Dit zijn voornamelijk verdedigingsen vechtsporten. Ook zijn er ouderen die meerdere sporten hebben gedaan, waardoor het totaal hoger uitkomt. Welke sport(en) heeft u in het verleden beoefend? (meerdere antwoorden mogelijk) Totaal Geen Zwemmen Voetbal Tennis Handbal Korfbal Golf Atletiek Turnen Paardrijden Anders Man Vrouw Total Tabel 1 sportverleden Er zijn veel redenen te bedenken waarom iemand niet meer sport. Toch sport het grootste gedeelte (52%) nog steeds. Het meest voorkomende reden om niet meer te sporten is dat het niveau te hoog lag. Waarom bent u met deze sport(en) gestopt? Total Ik ben Blessure- Geen tijd Geen Vrienden/ niveau Anders niet leed voor geld vriendinnen lag te gestopt voor stopten hoog Wat is uw Man geslacht? Vrouw Totaal Tabel 2 gestopt met sporten Uit onderstaande tabel blijkt dat de gegevens van sportbeoefening niet significant zijn (0,0306). Value df Asymp. Sig. Pearson Chi-Square 1,047 a 1,306 Continuity Correction b,576 1,448 N of Valid Cases 61 Tabel 3 sportbeoefening Chi-Square De 55+-ers zouden over het algemeen gebruik maken van beweegactiviteiten als deze gratis aangeboden zouden worden. Van de 61 ouderen zouden er 53 gebruik van maken. Zou u naar een beweegactiviteit gaan als deze gratis is? Totaal Ja Nee Wat is uw geslacht? Man Vrouw Totaal Tabel 4 beweegactiviteiten gratis 60

61 D) Par-Q PHYSICAL ACTIVITY READINESS QUESTIONNAIRE PAR-Q (Een vragenlijst voor mensen tussen 15 en 69 jaar) Het regelmatig uitvoeren van fysiek activiteiten is leuk en gezond. Steeds meer mensen worden actief. Meer actief worden is voor de meeste mensen erg veilig. Hoewel, sommige mensen wordt geadviseerd eerst hun (huis)arts te consulteren voordat zij actiever gaan worden. Indien u overweegt om veel actiever te worden dan u nu bent, beantwoord dan de 7 vragen hieronder. Indien U in de leeftijd bent tussen 15 en 69 jaar, geeft de PAR-Q aan wanneer u uw arts voor aanvang moet consulteren. Indien u ouder bent dan 69 jaar, en u niet lichamelijk actief ben, raadpleeg dan uw arts voordat u actiever gaat worden. Gebruik uw gezond verstand voor het beantwoorden van deze vragen. Lees de vragen eerst aandachtig door, beantwoord daarna elke vraag eerlijk met JA of Nee. 1. Heeft een arts ooit gezegd dat u een hartprobleem heeft en dat u alleen fysieke inspanning op advies van een arts zou mogen uitvoeren? 2. Heeft u pijn op de borst bij fysieke inspanning? 3. Heeft u in de afgelopen maand pijn op de borst gehad terwijl u geen fysieke inspanning uitvoerde? 4. Verliest u wel eens uw evenwicht als gevolg van duizeligheid of verliest u wel eens het bewustzijn? 5. Heeft u een skelet- of gewrichtsprobleem (bijvoorbeeld aan rug, knie of heup) dat kan verergeren door een verandering in u fysieke activiteiten patroon? 6. Schrijft uw arts op dit moment medicijnen voor (bijvoorbeeld plas pillen) in verband met bloeddruk of hartprobleem? 7. Bent u op de hoogte van andere redenen waarom u geen fysieke inspanning zou mogen uitvoeren? Ja Nee Indien u een of meerdere vragen met JA heeft beantwoord: Consulteer uw arts VOORDAT u begint met uw fysieke activiteiten beging of VOORDAT u een fitheidstest uitvoert. Vertel uw arts over de PAR-Q en welke vragen u met JA heeft beantwoord. U mag alle activiteiten uitvoeren die u wilt. Indien u op een laag niveau begint en de activiteiten geleidelijk opvoert. Bespreek de activiteiten die u wilt uitvoeren met uw arts en volg zijn advies op. Ga op zoek naar veilige bewegingsprogramma s die op dit moment bij u in de buurt worden gegeven (bijvoorbeeld Hart in Beweging). 61

62 Indien u alle vragen met NEE heeft beantwoord: Indien u eerlijk en naar waarheid alle vragen met NEE heeft beantwoord, dan kunt u redelijk veilig aannemen dat u: Kunt beginnen met actiever worden begin rustig en bouw de activiteiten langzaam op. Dit is de makkelijkste en veiligste manier. Laat uw fitheid testen. Dit is een uitstekende manier om uw algehele fitheid in kaart te brengen. Hierdoor kunt u ook het beste plannen welke activiteiten het best bij u passen. Het is aanbevolen dat u uw bloeddruk laat meten. Indien uw bloeddruk boven 144/94 is, consulteer dan uw arts voordat u actiever wordt. Wacht met actiever worden: Indien u zich niet lekker voelt vanwege een tijdelijke ziekte zoals een verkoudheid of koorts. Wacht tot u weer beter bent. Indien u zwanger bent consulteer dan uw arts voordat u actiever gaat worden. 62

63 E) Scoreformulier fysieke metingen Naam Leeftijd Datum Antropometrie Lichaamslengte (m) Lichaamsgewicht (kg) BMI (kg/m 2 ) Bloeddruk (mm/hg) Onderdruk Bovendruk :.. :.. :.. : : : : : Vetpercentage Biceps (voorkant midden bovenarm) Triceps (achterkant midden bovenarm) Subscapulair (onder het schouderblad) Supra iliacale (vlak boven het bovenbeen) : : : : Handknijpkracht (in kg) Links 1 e keer : Links 2 e keer : Rechts 1 e keer : Rechts 2 e keer : Lenigheid (in cm) 1 e keer : 2 e keer : Wandeltest Meters Hartfrequentie Wandeltijd:. min..sec Wall Squat test Tijd:. min..sec Borgschaal:. 63

64 F) Enquête evaluatie per les Graag horen we van u wat u van de bijeenkomst vond. Uw mening is voor ons belangrijk. Door uw mening te geven, helpt u ons de cursus verder te verbeteren. Bij het invullen van de enquête zijn geen goede of foute antwoorden. In de meeste gevallen moet u een rondje inkleuren. Het invullen van de enquête duurt ongeveer 5 minuten. Wanneer u een ander antwoord wil geven dan u heeft gedaan, kunt een streep door het oude antwoord zetten en het goede rondje inkleuren. 1 Wat is uw geslacht? o Man o Vrouw 2 Hoe wist u van deze bijeenkomst af? o Via internet/website o Via de krant o Via familie/vrienden/bekenden 3 Wat vond u van de duur van de bijeenkomst? 4 Wat vindt u van de ruimte waarin de les wordt gegeven? o Anders, namelijk.. o Precies goed o Te lang o Te kort o Goed o Redelijk o Slecht 5 Hoe vindt u de bereikbaarheid van de Tetterodehal? 6 Hoe zwaar vond u de activiteiten? 7 Zijn de activiteiten afwisselend genoeg? 8 Hoe vond u de sfeer in de groep? (Omcirkel cijfer) 9 Wat vindt u van de begeleiding tijdens de les? 10 Wat geeft u voor de sociale Toelichting:... o Goed o Redelijk o Slecht Toelichting... o Veel te zwaar o Zwaar o Precies zwaar genoeg o Licht o Veel te licht o Ja o Nee Slecht goed Gespannen Ontspannen o Goed o Neutraal o Slecht 64

65 steun die u krijgt op een schaal van 1 tm 10 - van de lesgever - van de deelnemers - van uw omgeving 11 Wat voor cijfer zou u deze les willen geven op een schaal van 1 tm 10? 12 Suggestief en/of tips om de bijeenkomsten te verbeteren: Cijfer:. Cijfer:. Cijfer:. Cijfer:. Hartelijk bedankt voor uw medewerking! (Bijma & Lak, 2012) 65

66 G) Vragenlijst kennis en lichamelijke activiteit Kennisvragen 1 Wat is uw geslacht? o Man o Vrouw 2 Kent u de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB)? o Ja, ik ken de inhoud precies o Wel eens van gehoord, maar ik weet niet wat het inhoud 3 Hoeveel minuten zou u minimaal per dag matig intensief moeten bewegen of sporten? 4 Hoeveel dagen per week zou u intensief moeten bewegen of sporten 5 Waar moet op gelet worden bij de uitvoering van beweegactiviteiten? Noem zoveel mogelijk. (bv. rug hol, navel in) 6 Wat voor gevolgen kan sport en bewegen hebben op de gezondheid? Noem zoveel mogelijk. (bv. minder kans op hartproblemen) Lichamelijke activiteit 5 Vindt u dat u wekelijks voldoende beweegt? 6 Bent u door dit programma meer gaan sporten en bewegen 7 Gaat u door met bewegen nu het programma stopt? o Nee, nog nooit van gehoord o 10 minuten o 20 minuten o 30 minuten o 45 minuten o 60 minuten o Meer dan 60 minuten Minimaal. dagen per week.... o Ja o Nee o Ja o Nee Hartelijk dank voor uw medewerking! Willemsen (2006) o Ja, namelijk.. o Misschien o Nee 66

67 H) Enquête eindevaluatie Graag horen we van u wat u van de bijeenkomst vond. Uw mening is voor ons belangrijk. Door uw mening te geven, helpt u ons de cursus verder te verbeteren. Bij het invullen van de enquête zijn geen goede of foute antwoorden. In de meeste gevallen moet u een rondje inkleuren. Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten. Wanneer u een ander antwoord wil geven dan u heeft gedaan, kunt een streep door het oude antwoord zetten en het goede rondje inkleuren. 1 Wat is uw geslacht? o Man o Vrouw 2 Wat vond u van de duur van o Precies goed de bijeenkomsten? o Te lang 3 Wat vindt u van de ruimte waarin de les gegeven zijn? o Te kort o Goed o Redelijk o Slecht 4 Hoe vindt u de bereikbaarheid van de Tetterodehal? 5 Hoe vond u het tijdstip van de bijeenkomsten 6 Hoe vond u de sfeer in de groep? (Omcirkel cijfer) 7 Wat vindt u van de begeleiding tijdens de les? 8 Welk onderdeel van de trainingen vond u het leukst en waarom? 9 Welk onderdeel vond u het minst leuk en waarom? Toelichting:.. o Goed o Redelijk o Slecht Toelichting:.... o Prettig o Onprettig Slecht goed Gespannen Ontspannen o Goed o Neutraal o Slecht Onderdeel:... Omdat... Onderdeel:... Omdat... 67

68 10 Vindt u de cursus geschikt voor mensen van 55 tot 100 jaar? 11 Wat geeft u voor de sociale steun die u krijgt op een schaal van 1 tm 10 (1=slecht; 10=uitstekend) - van de lesgever - van de deelnemers - van uw omgeving 12 Voelt u zich door deze cursus meer gesteund? 13 Wat voor cijfer zou u de lessenreeks willen geven op een schaal van 1 tm 10? (1=slecht; 10=uitstekend) 14 Zou u iemand de bijeenkomsten fitcircuittraining aanraden? o ja o Enigszins o Nee Toelichting:.. Cijfer:. Cijfer:. Cijfer:. o ja o Enigszins o Nee Cijfer:. o Ja, zeker o Ja o Misschien o Nee o Zeker niet Toelichting: Suggestief en/of tips om de bijeenkomsten te verbeteren: Hartelijk bedankt voor uw medewerking! (Bijma & Lak, 2012) 68

69 I) Trainingsschema (Prudence Plummer-D Amato, 2012) 69

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty Literatuur studie

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty Literatuur studie qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty Literatuur studie uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui Groeps project: Interventie opasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop

Nadere informatie

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen Gelderland-Zuid Factsheet Bewegen en sporten Onderzoek onder volwassenen en ouderen Bewegen en sporten De Volwassenen- en ouderenmonitor is eind 2012 onder ruim 22.000 zelfstandig wonende inwoners van

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 Nr. 2017/08 Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 pagina 2 van 6 Achtergrond In Nederland bestaan drie normen voor bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, die adviseert op minstens

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Hart- en vaatziekten. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart Hart- en vaatziekten voor Marokkaanse Nederlanders Zorg goed voor uw hart Zorg goed voor uw hart Deze folder gaat over gezondheid en hart- en vaatziekten. Eerst vertellen we wat hart- en vaatziekten zijn.

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Aan de slag met de beweegrichtlijnen? Robert Gelinck 13 mei 2019

Welkom bij de workshop Aan de slag met de beweegrichtlijnen? Robert Gelinck 13 mei 2019 Welkom bij de workshop Aan de slag met de beweegrichtlijnen? Robert Gelinck 13 mei 2019 Vraag minister aan Gezondheidsraad Update Nederlandse Norm Gezond Bewegen, Fitnorm en Combinorm vanuit gezondheidsperspectief.

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Beweeg jij genoeg? Beweeg jij genoeg? Bewegen, sport of wat je dan ook doet, is belangrijk voor je gezondheid, wij zijn gemaakt om te bewegen. Bewegen verlaagt het risico op chronische ziekten als diabetes

Nadere informatie

Inleiding. 1. Waarom is bewegen goed voor de gezondheid? 3. Doel. 2. Trainingsvormen

Inleiding. 1. Waarom is bewegen goed voor de gezondheid? 3. Doel. 2. Trainingsvormen Inleiding U bent opgenomen of onder behandeling in het Leids Universitair Medisch Centrum. Wanneer u door uw opname minder aan lichaamsbeweging doet, kan uw conditie achteruit gaan. Door actief te blijven,

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Hart- en vaatziekten. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart Hart- en vaatziekten voor Nederlanders Zorg goed voor uw hart Zorg goed voor uw hart Deze folder gaat over gezondheid en hart- en vaatziekten. Eerst vertellen we wat hart- en vaatziekten zijn. Daarna vertellen

Nadere informatie

Bewegen na een hartrevalidatie

Bewegen na een hartrevalidatie Bewegen na een hartrevalidatie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is voldoende beweging? 1 Waarom is het belangrijk dat ik voldoende in beweging blijf? 2 Wat gebeurt er als ik

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Inhoud Hoe BRAVO ben jij?

Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inleiding 2 De behandeling van een aandoening 2 Medicijnen 2 Leefstijl 5 Een verergering van je klachten 6 Jouw behandelplan 8 Bewegen 8 Roken 8 Alcohol en voeding 8 Ontspanning

Nadere informatie

Levenslang bewegen. Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat

Levenslang bewegen. Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat 36 Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat Levenslang bewegen Tekst: Caroline Mangnus Voorkomen is beter dan genezen. Dit adagium is zeker ook van toepassing op bewegen. Dat bewegen belangrijk

Nadere informatie

Gedragsverandering bij patiënten met hartfalen. Patiëntenfolder die aanzet tot een gedragsverandering

Gedragsverandering bij patiënten met hartfalen. Patiëntenfolder die aanzet tot een gedragsverandering aaneensluitend hoeft te zijn, maar ook in kleine delen over de dag verdeeld mag worden. Probeer 6 dagen per week lichamelijk actief te zijn, las een rustdag in om uw lichaam een herstelmogelijkheid te

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd oinleiding 1 c Gewichtsstijging ontstaat wanneer de energie-inneming (via de voeding) hoger is dan het energieverbruik (door lichamelijke activiteit). De laatste decennia zijn er veranderingen opgetreden

Nadere informatie

Seniorenraad Son en Breugel 22 juni 2018

Seniorenraad Son en Breugel 22 juni 2018 Seniorenraad Son en Breugel 22 juni 2018 1 1 Houd je hart gezond Programma Leefstijl Risicofactoren Meest voorkomende hart- en vaatziekten Gezond bewegen 2 2 Werking van het hart 3 3 Werking van het hart

Nadere informatie

Wandelen als medicijn voor 65-plussers

Wandelen als medicijn voor 65-plussers Wandelen als medicijn voor 65-plussers Liesbeth Preller 6 april 2019 Opbouw workshop Context Veranderende populatie Veranderende regelgeving zorg en ondersteuning Beweegrichtlijnen Inhoud en onderbouwing

Nadere informatie

Domino-effect. Gevolgen van diabetes

Domino-effect. Gevolgen van diabetes Domino-effect Het gevaar van complicaties is dat ze pas na jaren optreden. Bovendien heeft diabetes een domino-effect. Vanaf dat je één aandoening hebt, zijn deze een trigger voor meerdere aandoeningen.

Nadere informatie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar speerpuntennotitie? Wat doen/deden we al? Welke gezondheidsproblemen

Nadere informatie

matige alcohol consumptie gezondheid

matige alcohol consumptie gezondheid matige alcohol consumptie positief voor gezondheid R e s u l t a t e n v a n 3 j a a r w e t e n s c h a p p e l i j k o n d e r z o e k Matige en regelmatige alcoholconsumptie heeft overall een positief

Nadere informatie

Kom naar buiten en hou je Fit. Kom naar buiten en hou je Fit

Kom naar buiten en hou je Fit. Kom naar buiten en hou je Fit Fifty + Fifty + Kom naar buiten en hou je Fit Kom naar buiten en hou je Fit IJSLANDER heeft in samenwerking met Top Health Partners (THP) een lijn bewegingstoestellen voor ouderen ontwikkeld voor in de

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Samenvatting 188 Samenvatting Samenvatting voor niet-ingewijden Diabetes mellitus type 2 (DM2), oftewel ouderdomssuikerziekte is een steeds vaker voorkomende aandoening. Dit heeft onder andere te maken

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen Ouderenmonitor 2011 Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen De Ouderenmonitor is een onderzoek naar de lichamelijke, sociale en geestelijke

Nadere informatie

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Pre-diabetes Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Wat is pre-diabetes Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het

Nadere informatie

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Pre-diabetes Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Wat is pre-diabetes Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het

Nadere informatie

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010 R E S U LTAT E N T N O - M O N I TO R B E W EG E N E N G E ZO N D H E I D BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Staphorst 875 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd

Nadere informatie

Het effect van bewegen

Het effect van bewegen Het effect van bewegen Ziekenhuis Gelderse Vallei De balans van afvallen Afvallen bestaat enerzijds uit minder calorieën binnen krijgen en anderzijds meer calorieën verbruiken door te bewegen. Door beweging

Nadere informatie

Publiekslezing Cardiologie

Publiekslezing Cardiologie Publiekslezing Cardiologie Risicofactoren voor hart en vaatziekten Jeannette Liefers Verpleegkundig specialist cardiologie Het zorgnetwerk van ons allemaal Goede voornemens Wie van u had op 1 januari goede

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en en gemeente Staphorst GGD IJsselland verzamelt jaarlijks gegevens over de gezondheid van inwoners, zo ook in 2016. Met deze

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 961 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.392 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

Bewegen in Nederland 2000-2010

Bewegen in Nederland 2000-2010 R e s u ltaten tno - M on i tor B ewegen en G ezond h e i d Bewegen in Nederland 2000-2010 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Zwartewaterland Staphorst 1.036 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente 1.036 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer

Nadere informatie

Bewegen door Senioren

Bewegen door Senioren Dianne Laarhoven-Klein, algemeen fysiotherapeut met aandacht voor geriatrie 2030: 4 miljoen Nederlanders ouder dan 65 jaar. 2030: 4 miljoen Nederlanders ouder dan 65 jaar. Dat is bijna 25% van de totale

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.529 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer

Nadere informatie

Sportief bewegen met hypertensie. Hypertensie

Sportief bewegen met hypertensie. Hypertensie Sportief bewegen met hypertensie Hypertensie Sportief bewegen met hypertensie...................................... Bewegen: gezond en nog leuk ook Regelmatig bewegen heeft een positieve invloed op de

Nadere informatie

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2013

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2013 BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-203 TNO-MONITOR BEWEGEN EN GEZONDHEID De TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid, onderdeel van Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN), is een continue uitgevoerde enquête naar het

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.589 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.589 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

ALGEMENE LEEFREGELS NA EEN BEROERTE

ALGEMENE LEEFREGELS NA EEN BEROERTE ALGEMENE LEEFREGELS NA EEN BEROERTE In deze folder geeft het Ruwaard van Putten ziekenhuis u enkele algemene leefregels na de beroerte (= CVA (Cerebro Vasculair Accident) die u heeft gehad. Dit kan zijn

Nadere informatie

Wandelprogramma: Beweegt u voldoende?

Wandelprogramma: Beweegt u voldoende? Wandelprogramma: Beweegt u voldoende? Voldoende beweging zorgt ervoor dat u zich fitter voelt, ontspannen bent en er strakker uitziet. U beweegt voldoende wanneer u minimaal 5 dagen in de week, 30 minuten

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland 1.129 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid

Nadere informatie

TOOLKIT Bekend maakt Bemind

TOOLKIT Bekend maakt Bemind TOOLKIT Bekend maakt Bemind 6. Migrantenouderen in cijfers Aantal migrantenouderen in Nederland Bron: (CBS-Statline, dec. 2016) Aantal AOW-gerechtigden in Nederland 3.059.000 Waarvan van migrantenafkomst

Nadere informatie

Preventie en behandeling hart- en vaatziekten WWW.ZORROO.NL

Preventie en behandeling hart- en vaatziekten WWW.ZORROO.NL PATIËNTENINFORMATIE Preventie en behandeling hart- en vaatziekten WWW.ZORROO.NL Inhoudsopgave 1 Voorwoord.............................................................................. 3 2 Zorroo ondersteunt

Nadere informatie

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen

3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen 3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen Vooraf 1. Lees eerst de algemene trainingsinstructies, deze vind je als bijlage bij dit schema. 2. Doe altijd een warming up van 10 minuten voordat je gaat trainen.

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

BEWEGEN IN NEDERLAND

BEWEGEN IN NEDERLAND BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2012 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om het beleid van de overheid te evalueren. In 2012 bewoog 70

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Valpreventie: oefeningen ter bevordering van lenigheid, kracht en evenwicht

Valpreventie: oefeningen ter bevordering van lenigheid, kracht en evenwicht Valpreventie: oefeningen ter bevordering van lenigheid, kracht en evenwicht Inleiding: Vallen is een omvangrijk probleem in Nederland, waarbij 24% tot 35% van de thuiswonende 65plussers minstens 1 keer

Nadere informatie

Fysio-/manueeltherapie van Gerven

Fysio-/manueeltherapie van Gerven Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen

Nadere informatie

Feiten en cijfers beweegnormen

Feiten en cijfers beweegnormen Feiten en cijfers beweegnormen * Hoe staat Súdwest-Fryslân er voor op het gebied van sport en bewegen? Evaluatie sportbeleidsnota 2013-2016 * Nieske Witteveen MSc - maart 2016 Achtergrondinfotmatie beweegnormen

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Bijlage 2: 3.2 onderzoek

Bijlage 2: 3.2 onderzoek Bijlage : 3. onderzoek Ik heb een onderzoek gedaan naar de fitheid van de kinderen van groep 7 en 8 van de Sint Lambertus school in Asten. Ik heb eerst een enquête afgenomen, en heb daarna testjes afgenomen

Nadere informatie

Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari keer beoordeeld

Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari 2007 6 159 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave: BLZ 1 Inhoudsopgave BLZ 2 Inleiding BLZ 3 Hoofdstuk 1: Waar zit wat bij het hart? BLZ 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

Depressie in Zeeland

Depressie in Zeeland Depressie in Zeeland Kernpunten 15.000 119.000 19 jr en ouder ernstige depressieve klachten milde depressieve klachten ernstig depressieve klachten 19-24 jarigen 10 % 2012-2016 34% 57% 19-24 jarigen milde

Nadere informatie

Wat doet bewegen? Monique Berger. Hester van der Sloot. Over het belang en voorbeelden van stimuleren van bewegen tijdens en na revalidatie

Wat doet bewegen? Monique Berger. Hester van der Sloot. Over het belang en voorbeelden van stimuleren van bewegen tijdens en na revalidatie Wat doet bewegen? Over het belang en voorbeelden van stimuleren van bewegen tijdens en na revalidatie Monique Berger (lectoraat revalidatie, expertisecentrum Bewegingstechnologie) Hester van der Sloot

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Bij de voorlichtingen wordt gebruik gemaakt van een beamer en een laptop. Als u vragen hebt kunt u contact opnemen met:

Bij de voorlichtingen wordt gebruik gemaakt van een beamer en een laptop. Als u vragen hebt kunt u contact opnemen met: Zorgen voor onze gezondheid begint bij onszelf. Voorlichting kan helpen om goed met onze gezondheid om te gaan. Wanneer we ouder worden, verandert er veel in het leven en ontstaan nieuwe vragen over gezondheid.

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie

Preventie consult. Huisartspraktijk J.B. Sanders

Preventie consult. Huisartspraktijk J.B. Sanders Preventie consult Het risico op ziekte is nooit precies te voorspellen. U kunt wel te weten komen of uw risico op bepaalde ziekten misschien hoger is. Suikerziekte, hartinfarcten en beroertes zijn ernstige

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017?

Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017? Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017? De Gezondheidsraad heeft de recente wetenschappelijke inzichten over de relatie tussen bewegen en gezondheid verwerkt

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop

Nadere informatie

Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose

Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan betekenen Speciaal voor mensen met artrose is in diverse fysiotherapiepraktijken

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006 Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 06 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, Teveel mensen met COPD bewegen te weinig, NIVEL,

Nadere informatie

Botontkalking. Osteoporose

Botontkalking. Osteoporose Botontkalking Osteoporose 2 In Nederland hebben ongeveer 850.000 mensen osteoporose. Osteoporose komt zowel bij mannen als vrouwen voor. Veel mensen weten niet dat zij osteoporose hebben, omdat dit niet

Nadere informatie

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa. METING TANITA INNERSCAN NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V DATUM DATUM DATUM DATUM Gewicht Vetpercentage Watergehalte % Spiermassa Lichaamsbouwtype Basismetabolisme Metabolische leeftijd Botmassa

Nadere informatie

Pace vragenlijst Physician-based Assessment and Counseling for Exercise

Pace vragenlijst Physician-based Assessment and Counseling for Exercise Pace vragenlijst Physician-based Assessment and Counseling for Exercise Dit formulier bepaalt uw lichamelijke activiteiten niveau. Lees dit formulier door en kies de zin die het beste aansluit bij uw huidige

Nadere informatie

Fittesten 55+ Najaar 2017

Fittesten 55+ Najaar 2017 Fittesten 55+ Najaar 2017 Organisatie Fittesten Gemeente Deurne Consulent(en) seniorensport Leef gemeente Deurne Bewegingsagogen - Zorgboog in Balans Anika Kanters Diana Smits Inhoud Fittest Waarom zijn

Nadere informatie

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Sportparticipatie 2016 Volwassenen Sportparticipatie Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2017 2 Samenvatting In het najaar van is de sportparticipatie onderzocht van volwassenen in de gemeente s-hertogenbosch. Het onderzoek is gehouden

Nadere informatie

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten)

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Inleiding U bent door uw behandelend arts verwezen naar de vaatrisicopolikliniek omdat u een vaatziekte heeft en/of vanwege risicofactoren voor het

Nadere informatie

Gezondheidswandeling. Het gezondste medicijn

Gezondheidswandeling. Het gezondste medicijn Gezondheidswandeling Het gezondste medicijn Beweging - Hoeveel - Voordelen - Stilzitten - Stappen Hoeveel beweeg je het best? Volwassenen en ouderen: - Bewegingen van lichte intensiteit (traag stappen,

Nadere informatie

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus DIABETOgen Test Diabetes mellitus Typ II Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De DIABETOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op diabetes mellitus type

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

DIABETES EN BEWEGEN Hypo of hyper

DIABETES EN BEWEGEN Hypo of hyper DIABETES EN BEWEGEN Bewegen is voor iedereen belangrijk. Als u regelmatig beweegt, verbetert uw conditie. Ook kan voldoende beweging voorkomen dat u te zwaar wordt, en het helpt bij afvallen. Bovendien

Nadere informatie

Botontkalking. Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2014 pavo 0298

Botontkalking. Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2014 pavo 0298 Botontkalking Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2014 pavo 0298 Inleiding U heeft van de arts gehoord dat u (mogelijk) botontkalking heeft. De medische benaming voor botontkalking is osteoporose. In

Nadere informatie

Het Vrouwenhart: begeerd maar (nog) onbekend

Het Vrouwenhart: begeerd maar (nog) onbekend Het Vrouwenhart: begeerd maar (nog) onbekend Nationale Gezondheidsbeurs 13 februari 2016 Utrecht Yolande Appelman Interventiecardioloog VU medisch centrum Amsterdam 2015 Campagne Hartstichting Awareness

Nadere informatie

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht Factsheet Sportparticipatie in Utrecht mei 2015 Overzicht Deze factsheet geeft op hoofdlijnen een beeld van sporten en bewegen in de stad en maakt deel uit van Utrecht Sport, de Utrechtse sportvisie op

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

GEZONDHEIDSVOORLICHTING VOOR EN DOOR SENIOREN

GEZONDHEIDSVOORLICHTING VOOR EN DOOR SENIOREN GEZONDHEIDSVOORLICHTING VOOR EN DOOR SENIOREN www.ggdbzo.nl Zorgen voor onze gezondheid begint bij onszelf. Voorlichting kan helpen om goed met onze gezondheid om te gaan. Wanneer we ouder worden, verandert

Nadere informatie

INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING

INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING Inleiding Lichaamsbeweging kan gezien worden als een relatief goedkope manier om het ontstaan van een aantal belangrijke ziekten, zoals hart- en vaatziekten, ouderdomssuiker,

Nadere informatie

Start met bewegen. Tips voor gezond bewegen

Start met bewegen. Tips voor gezond bewegen Start met bewegen Tips voor gezond bewegen Start met bewegen Voel je fitter en gezonder Inleiding Starten met meer bewegen is een gezond besluit. Bij bewegen denk je misschien aan intensief sporten zoals

Nadere informatie

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt: Een gezond gewicht Een gezond gewicht Hebt u een gezond gewicht? Energiebalans Bewegen Hoe behoudt u een gezond gewicht? Tips voor het behouden van een gezond gewicht Tips voor het bereiken van een gezond

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding Hoofdstuk 5 Ouderen Vincent Hildebrandt 1, Claire Bernaards 1, Hedwig Hofstetter 1, Ine Pulles 2, Huib Valkenberg 3 1 TNO Gezond Leven, Leiden 2 Mulier Instituut, Utrecht 3 V eiligheidnl, Amsterdam 5.1

Nadere informatie

Tips voor het volhouden van een lichamelijke actieve leefstijl

Tips voor het volhouden van een lichamelijke actieve leefstijl Tips voor het volhouden van een lichamelijke actieve leefstijl Blessures aan spieren, gewrichten en botten zijn de meest voorkomende oorzaken van beëindigen van activiteiten. De beste manier om blessures

Nadere informatie

ROS-Wijkscan gemeente Ridderkerk

ROS-Wijkscan gemeente Ridderkerk ROS-Wijkscan gemeente Ridderkerk Mei 2013 Wilmar van Dop, manager Stichting KOEL Inhoud wijkscan 1. Wijken in beeld Demografische gegevens Sociaal economisch 2. Gezondheid inwoners 3. Zorgaanbod eerstelijnsgezondheidszorg

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio Tabel 1: Sociaal economische status Indicator Ridderkerk Afwijkend Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio NL % / aantal % / aantal Percentage hoogopgeleiden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kransslagadervernauwing en hartklachten Kransslagadervernauwing is een van de belangrijkste ziekten in de westerse wereld. De kransslagaderen zijn de bloedvaten die het hart van

Nadere informatie

Osteoporose. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Osteoporose. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Osteoporose Uw behandelend arts heeft bij u osteoporose (botontkalking) vastgesteld of wil laten onderzoeken of u osteoporose hebt. In deze folder leest u wat osteoporose is, hoe het ontstaat en wat de

Nadere informatie