Lokaal rapport. gemeente Vlissingen. P.C. van Klinken, K. Weterings

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lokaal rapport. gemeente Vlissingen. P.C. van Klinken, K. Weterings"

Transcriptie

1 Lokaal rapport gemeente Vlissingen P.C. van Klinken, K. Weterings Vlissingen, mei 2012

2 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen... 4 Inleiding De inwoners van Vlissingen Van levensfase naar levensfase: gezondheid en gedrag t/m 3 jaar: Ouders geven het voorbeeld t/m 11 jaar: Werken aan een goed fundament t/m 18 jaar: De brug naar volwassenheid t/m 64 jaar: Gezonde volwassenen, gezonde toekomst jaar en ouder: Gezondheid koesteren Gezonde en veilige omgeving Sociale omgeving Inrichting van de omgeving Buiten- en binnenmilieu Maatschappelijke participatie en zorg Arbeid Vrijwilligerswerk en mantelzorg Zorg, begeleiding en voorzieningen Extra aandacht voor kwetsbare groepen Sociaal economische gezondheidsverschillen Risicogezinnen Kwetsbare ouderen Meest kwetsbare burgers Conclusies en aanbevelingen Literatuur Gegevensbronnen Gezondheidsprofiel

3 Voorwoord Voor u ligt het lokale rapport van de regionale Toekomst Verkenning. De gemeente Vlissingen vindt het belangrijk dat de gezondheid van de Vlissingse bevolking gemonitord wordt. Deze informatie gebruiken we bij de complexe vraagstukken rondom de gezondheid van de Vlissingse bevolking. Wij hebben als gemeenten een belangrijke rol in gezondheidsbescherming en ziektepreventie. En juist door een goede preventie kunnen we besparen op de ziektekosten. Wie bijvoorbeeld gezond eet en voldoende beweegt heeft minder, of later ondersteuning en zorg nodig. Dit Vlissingse overzicht van de rvtv Zeeland levert veel inspiratie op. Het maakt duidelijk dat de vraagstukken van de volksgezondheid onlosmakelijk verbonden zijn met die van de Wet maatschappelijke ondersteuning en van het jeugd en sportbeleid. Samen met de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning vormt deze lokale rapportage de basis voor de op te stellen Regionale nota Volksgezondheid Walcheren Ik hoop dan ook, samen met u, te werken aan een gezond Vlissingen. Marin de Zwarte Wethouder volksgezondheid van de gemeente Vlissingen 3

4 Belangrijkste bevindingen Lang leve de Zeeuw! De levensverwachting in Vlissingen is voor mannen 78 jaar en voor vrouwen 82 jaar en is ten opzichte van niet gestegen. Vlissingen ontgroent, vergrijst en krimpt in de toekomst. De ontgroening is groter dan gemiddeld in Zeeland. Chronische aandoeningen komen veel voor: 28% van de 14- en 15-jarigen, 42% van de volwassenen en 76% van de ouderen heeft een chronische aandoening. Ouderen in Vlissingen ervaren hun gezondheid vaker als slechter. Ook zijn er in Vlissingen meer ouderen die beperkt zijn in hun dagelijkse levensverrichtingen (zoals aankleden, wassen). In Vlissingen voelt 17% van de ouderen zich psychisch ongezond. In 2007 was dit nog 23%. Het aantal 3,9-jarigen met ernstig overgewicht is in Vlissingen hoger dan gemiddeld in Zeeland. Het aantal 5-jarigen met overgewicht is hoger dan gemiddeld in Zeeland (15%) evenals het aantal 5-jarigen met ernstig overgewicht. Van de volwassenen in Vlissingen heeft 46% overgewicht en van de ouderen is dat 57%. Gezonde Zeeuwen: houden zo! In Vlissingen eten een kwart van de kinderen van bijna vier jaar niet elke dag groente en fruit en kijkt ruim een kwart van deze jonge kinderen twee uur of meer per dag televisie en/of computer. Dit zijn meer kinderen dan gemiddeld in Zeeland. Van de 9-10-jarigen en van de 13-jarigen zijn meer kinderen lid van een sportvereniging dan gemiddeld in Zeeland. Jongeren in Vlissingen kijken vaker meer dan 2 uur per dag tv/computer dan gemiddeld in Zeeland. In Vlissingen voldoet 41% van de jongeren, 30% van de volwassen en 34% van de ouderen niet aan de beweegnorm. Dagelijks roken doet 9% van de jongeren in Vlissingen. Bij volwassenen rookt 31% momenteel en bij ouderen is dat 12%. Het aantal rokers onder de volwassenen is hoger dan gemiddeld in Zeeland. Het aantal jongeren dat alcohol drinkt is in Vlissingen nog steeds hoog. Positief is dat het percentage dat recent alcohol heeft gedronken onder 12 t/m 15 jarigen lager ligt dan gemiddeld in Zeeland. Ook is het alcoholgebruik onder 14- en 15-jarigen gedaald ten opzichte van Van de 16- tot en met 18-jarigen heeft 78% recent alcohol gedronken en 47% is een binge drinker (meer dan vijf glazen alcohol of meer per gelegenheid in de voorgaande vier weken). Van de seksueel actieve jongeren in Vlissingen heeft 61% een condoom gebruikt bij de laatste keer geslachtsgemeenschap. Eén op de acht jongeren in Vlissingen vertoont meerdere risicogedragingen tegelijk. Omgeving: vriend of vijand? Van de 9- en 10-jarigen in Vlissingen wordt meer dan de helft wel eens gepest. Aantal meldingen kindermishandeling in Vlissingen relatief hoog. Meer volwassenen en ouderen in Vlissingen voelen zich weleens onveilig in vergelijking met Zeeland (respectievelijk 30% en 20% in vergelijking tot 17% en 14%). Van de volwassenen in Vlissingen voelt 51% weinig sociale samenhang binnen hun gemeenschap. 4

5 Aantal eenzame ouderen in Vlissingen is gedaald van 55% naar 48%. Meer geluidshinder in Vlissingen. Alleen samen gezond Van de 14- en 15-jarigen in Vlissingen is 28% vrijwilliger. Bij volwassenen is dat 27% en bij ouderen 22%. Bij zowel jongeren als ouderen ligt dit percentage lager dan gemiddeld in Zeeland. Ongeveer een op de tien jongeren, volwassen, ouderen geeft mantelzorg. Ouderen in Vlissingen hebben minder vervoersproblemen in vergelijking met 2007 (27% vs. 20%). Van de ouderen in Vlissingen heeft 30% het afgelopen jaar gebruik gemaakt van Wmovoorzieningen en 35% van welzijnsvoorzieningen. Gebruik van Wmo-voorzieningen ligt hoger dan gemiddeld in Zeeland (24%). Oog voor de kwetsbaren Werkeloosheid in Vlissingen hoger dan in Zeeland. Vlissingen heeft in vergelijking met Nederland relatief weinig hoogopgeleiden. 18% van de basisschoolleerlingen in Vlissingen is een achterstandsleerling, 13% in Zeeland. Aantal voortijdig schoolverlaters in Vlissingen is gedaald van 5,8% in 2004 naar 4,4% in Percentage risicogezinnen in Vlissingen (7,5%) is hoger dan gemiddeld in Zeeland (3,6%) en het hoogst van alle Zeeuwse gemeenten. Bijna een kwart (22%) van de ouderen in Vlissingen is kwetsbaar. Aantal meldingen bij Zeeuws Meldpunt en actiepunt Bemoeizorg komt voor een kwart uit Vlissingen. De groep meest kwetsbare burgers (OGGz) zal ook in Vlissingen toenemen de komende jaren. 5

6 Inleiding Inzicht in lokaal gezondheidsbeleid Gemeenten hebben belangrijke taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de publieke gezondheid. Een aantal daarvan is vastgelegd in de Wet publieke gezondheid (Wpg). Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de transitie van de Awbz begeleiding en de structurele verandering van de jeugdzorg is de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de publieke gezondheid verder toegenomen. Door deze en andere ontwikkelingen staan gemeenten voor de uitdaging om met een beperkt budget alle burgers te bedienen. Dat vereist keuzes. Om die goed te kunnen maken, is inzicht nodig in de lokale situatie en in de mogelijkheden om die situatie te beïnvloeden. De GGD Zeeland, adviseur op het terrein van Publieke Gezondheid, adviseert gemeenten bij de keuzes waar ze voor staan. Dit rapport helpt gemeenten om de regie op het gezondheidsbeleid te behouden en samen te werken met die partijen die hier handen en voeten aan kunnen geven. Oog voor de levensloop Elke Zeeuwse gemeente ontvangt een lokale rapportage. Deze rapportages beschrijven de drie niveaus waarop effectief beleid zich richt : het individuele niveau, de directe omgeving en de bredere maatschappij. Binnen deze niveaus hebben we oog voor de levensloop. Dit zijn de levensfasen die iedereen doorloopt: van pasgeborene, peuter, kleuter, schoolkind, puber tot jongere, adolescent, volwassene en oudere. Bij deze verschillende levensfasen horen belangrijke gebeurtenissen. Een van de algemene principes is dat gebeurtenissen die vroeg in de levensloop plaatsvinden een grote invloed kunnen hebben op de verdere levensloop. Een voorbeeld: vroeg succes in het onderwijs geeft een grotere kans op een meer succesvolle loopbaan. Dit rapport staat niet alleen Dit rapport maakt deel uit van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) De regionale VTV van Zeeland bestaat uit verschillende deelrapporten, samenvattende kernboodschappen, een rapportage per gemeente waarin de belangrijkste bevindingen voor die gemeente staan en de website De regionale VTV volgt op de nationale VTV. Deze wordt door het RIVM geschreven, in opdracht van het ministerie van VWS. De regionale en de nationale VTV staan aan de basis van het gezondheidsbeleid van respectievelijk gemeenten en het Rijk. In de regionale VTV staan gegevens uit de monitors van de GGD en tal van andere bronnen. Deze informatie wordt gebundeld en in samenhang gepresenteerd. Aan de hand van de cijfers zijn kernboodschappen voor beleid geformuleerd. De regionale VTV verscheen eerder in Waar mogelijk worden de huidige cijfers vergeleken met die van toen. De gemeente Vlissingen Dit rapport schetst de gezondheidssituatie van de inwoners, de invloed van de omgeving en het maatschappelijk klimaat binnen de gemeente Vlissingen. Daarnaast zet het de belangrijkste aandachtspunten op een rij, beschrijft wat gedaan wordt en wat nog meer gedaan kan worden om de gezondheidssituatie te verbeteren. Tot slot wordt een aantal toekomstige uitdagingen beschreven. Deze verdienen aandacht in het lokale gezondheidsbeleid. Niet alle cijfers worden in de tekst besproken of zijn in de figuren terug te vinden. Daarom vindt u hier een link naar het gezondheidsprofiel voor de gemeente Vlissingen. Daarin zijn alle cijfers gebundeld, inclusief de significante verschillen. 6

7 Leeswijzer In de tekst wordt gesproken over jonge kinderen (0 t/m 3 jaar), basisschoolkinderen (4 t/m 11 jaar), jongeren (12 t/m 18 jaar), volwassenen (19 t/m 64 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder). Daar waar gemeente en Vlissingen staat, wordt de gemeente Vlissingen bedoeld en waar Zeeland staat, wordt de provincie Zeeland bedoeld. In de figuren worden de cijfers van Vlissingen gepresenteerd. Alleen waar deze significant verschillen van het Zeeuwse gemiddelde, wordt ook het Zeeuwse cijfer vermeld. - Hoofdstuk 1 beschrijft enkele kenmerken van de bevolking van Vlissingen - Hoofdstuk 2 beschrijft de gezondheidstoestand en de leefstijl van de inwoners - Hoofdstuk 3 gaat in op een gezonde, sociale en veilige omgeving - Hoofdstuk 4 bespreekt de invloed van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, participatie en een aantal aspecten van zorg en welzijn - Hoofdstuk 5 gaat nader in op aandacht voor kwetsbare burgers en sociaaleconomische gezondheidsverschillen - Het rapport sluit af met conclusies en adviezen van de GGD Zeeland aan de gemeente. 7

8 1. De inwoners van Vlissingen De opbouw van de bevolking heeft grote invloed op de algemene gezondheidstoestand van een gemeente. Logisch immers, want met het ouder worden, nemen de gezondheidsproblemen toe. Dit hoofdstuk beschrijft hoe de huidige bevolking van de gemeente Vlissingen is samengesteld. Ook werpen we een blik op de toekomst; met welke bevolkingsprognoses moet de gemeente Vlissingen rekening houden. Natuurlijk spelen ook andere kenmerken, zoals gezinssamenstelling en de sociaaleconomische status, een rol. Deze komen aan bod in de hierop volgende hoofdstukken. Eén op de vijf inwoners van Vlissingen is 65 jaar of ouder Op 1 januari 2012 telde de gemeente Vlissingen bijna inwoners en bestaat uit de kernen Vlissingen, Oost-Souburg en Ritthem. Van de inwoners is 20% 65 jaar of ouder (CBS, 2012). Op Walcheren zijn Vlissingen en Middelburg de gemeenten met een stedelijke kern. Vlissingen is gelegen aan de Westerschelde en is van oudsher een havenstad. In de jaren 60 werd het zeehaven- en industriegebied Vlissingen-Oost ontwikkeld. Dit gebied is thans de economische motor van midden- Zeeland met vele duizenden arbeidsplaatsen ( Vlissingen telt relatief veel nietwesterse allochtonen: 10%, twee keer zoveel als gemiddeld in Zeeland. Ook is het aandeel laagopgeleiden in Vlissingen hoger dan gemiddeld in Zeeland. De levensverwachting is niet gestegen De levensverwachting in Vlissingen is voor mannen 78 jaar en voor vrouwen 82 jaar en is ten opzichte van niet gestegen. Dit in tegenstelling tot het Zeeuws gemiddelde. De levensverwachting in Vlissingen is wel vergelijkbaar met de levensverwachting gemiddeld in Nederland. Ook de totale sterfte in Vlissingen is vergelijkbaar met Nederland. Overigens verdient de interpretatie van cijfers over levensverwachting en sterfte op gemeenteniveau enige terughoudendheid. Zeker in kleine gemeenten kan, vanwege de kleine sterfteaantallen, sprake zijn van toevalsfluctuaties. Daarnaast ligt de sterfte in gemeenten met verpleeg- en verzorgingshuizen relatief hoog en is de levensverwachting daardoor relatief laag (Eysink & Poos, 2010). Vlissingen ontgroent De verhouding tussen het aantal jongeren (0 tot 20 jaar) en de beroepsbevolking (20 tot en met 64 jaar) noemen we de groene druk. Het is een maat om de ontgroening in kaart te brengen. Een lage groene druk duidt op ontgroening. Voor Vlissingen geldt dat de groene druk in % bedraagt, ongeveer 4% lager dan in Zeeland gemiddeld (CBS, 2012). Dat betekent dat het aandeel jongeren in Vlissingen relatief laag is, vergeleken met Zeeland. Het aantal jongeren (0 tot 25 jaar) is tussen 2000 en 2010 met 8,3% afgenomen. Deze afname is groter dan de gemiddelde daling in Zeeland, terwijl het aantal jongeren in Nederland is toegenomen. Ook zijn in Vlissingen weinig huishoudens met drie of meer kinderen. De aanwas zal dus ook de komende jaren niet hoog zijn. Dit is ook te zien aan de afname van het aantal basisschoolkinderen met 12% tussen 2005 en

9 Figuur 1 Bevolkingsopbouw in gemeente Vlissingen (Bron: CBS 2012). De verhouding tussen het aantal ouderen (65+) en de beroepsbevolking (20 tot en met 64 jaar) noemen we de grijze druk. Het is een maat om de vergrijzing in kaart te brengen. Een hoge grijze druk duidt op vergevorderde vergrijzing. De grijze druk bedraagt in Vlissingen in %. Dit percentage is 1% lager dan het Zeeuwse cijfer (34%) (CBS, 2012). Vlissingen vergrijst en krimpt in de toekomst Volgens toekomstprognoses van de Provincie Zeeland van 2012 (PRIMOS, 2012), vergrijst en krimpt de Vlissingse bevolking. Deze zal in 2030 met 2% zijn afgenomen. Daarbij neemt de grijze druk toe tot 53%. 9

10 % dat met borstvoeding start 2. Van levensfase naar levensfase: gezondheid en gedrag En ze leefden nog lang en gelukkig. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: lang en gezond leven. Zelfs als onze gezondheid minder wordt, willen we zo lang mogelijk blijven meedoen. Dat laatste is ook het streven van de gemeente. En terecht, een gezonde en gelukkige bevolking is immers lonend voor de samenleving en de economie als geheel. Met de meeste burgers in Vlissingen gaat het goed. Ze voelen zich gezond, kunnen meedoen in de maatschappij en functioneren zoals ze dat zelf graag willen. Natuurlijk zijn er ook inwoners die zich niet gezond voelen. Omdat de factoren die van invloed zijn op de gezondheid per levensfase veranderen, spitst effectief gezondheidsbeleid zich toe op de verschillende levensfasen. Dit hoofdstuk beschrijft de gezondheidstoestand en de leefstijl van jongeren, volwassenen en ouderen. De cijfers bieden belangrijke aanknopingspunten voor preventie en integraal beleid. 0 t/m 3 jaar: Ouders geven het voorbeeld De meeste kleine kinderen zijn gezond en ontwikkelen zich goed. De ouders hebben door de opvoeding en hun voorbeeldgedrag grote invloed op de leefstijl en de gezondheid van hun kind. Al voor de geboorte wordt de gezondheid van baby s op tal van manieren beïnvloed. Zo zijn roken, drinken en stress tijdens de zwangerschap schadelijk voor het ongeboren kind. Borstvoeding is voor het pasgeboren kind de beste voeding. Op Walcheren start ruim driekwart van de moeders met het geven van borstvoeding. Met betrekking tot een aantal risicofactoren wijken jonge kinderen in Vlissingen niet veel af van Zeeland. Wel eten ze minder groente en fruit en kijken ze meer tv. Ruim driekwart van de vrouwen start met borstvoeding Moedermelk is de beste voeding; het kind heeft minder kans op infecties, allergieën en overgewicht. Het Terneuzen Onderzoek naar Preventie (TOP) bevestigt dit (de Kroon, 2011). Bovendien heeft het geven van borstvoeding ook positieve gezondheidseffecten voor de moeder. In Walcheren start 78% van de vrouwen met het geven van borstvoeding (zie figuur 2). Bij zes maanden krijgt 26% nog uitsluitend borstvoeding Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen 65 Figuur 2 Percentage gestart met borstvoeding in Zeeland naar regio (Bron: Lanting & Rijpstra, 2011). 10

11 Tekstblok 1. Veilige start Zeeland In Vlissingen loopt het project Veilige Start Zeeland. In dit project werken (aanstaande) moeders, gynaecologen, verloskundigen, de jeugdgezondheidszorg en maatschappelijk werkers intensief samen. Het draait om één ding: de veiligheid van de baby. Samen kijken de zorgprofessionals wie er kan worden ingeschakeld, want de moeder hoeft dat niet allemaal in haar eentje te doen. Oma, de buurvrouw, een broer of zus of goede vriendin kunnen hun steentje bijdragen. Vaak is er sprake van verslaving, financiële problemen, een gewelddadige relatie of slechte huisvesting. En vaak al deze dingen tegelijk. Op Walcheren zijn in twee jaar ruim 120 'hoog risico' moeders begeleid door Veilige Start. Veilige Start Zeeland is in 2012 op Walcheren voortgezet. Er wordt gekeken of er mogelijkheden zijn om de hulpverlening aan zwangere vrouwen in 2013 te continueren en uit te breiden. Gezond gedrag begint al op jonge leeftijd Zodra kinderen iets ouder zijn, begint het aanleren van gezond gedrag. Vooral de leefstijl en het gedrag van de ouders zijn van invloed op de gezondheid van het jonge kind. Wat betreft leefstijl wijken jonge kinderen in Vlissingen niet veel af van het Zeeuwse gemiddelde, behalve dat ze minder groente en fruit eten en meer tv kijken (zie figuur 3). Verder drinken jonge kinderen in Vlissingen net als elders in Zeeland al veel frisdrank en speelt een groot deel niet wekelijks buiten * Vlissingen Zeeland 28* % Niet elke dag ontbijten Eet niet elke dag groente en fruit Drinkt meer dan 3 glz frisdrank per dag Speelt niet wekelijks buiten Kijkt 2 uur of meer per dag televisie en/of computeren Poetst de tanden onvoldoende Gaat niet jaarlijks naar de tandarts *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland Figuur 3 Leefstijl van jonge kinderen (3-4 jaar) in Vlissingen (Bron: Monitor Ouders Jonge Kinderen, Jeugdmonitor Zeeland). Bij gezond gedrag hoort ook het (leren) tandenpoetsen. Toch gaat het de laatste jaren steeds slechter met de kindergebitten in Nederland (CZV, 2008). Een deel van de, met name jongste, kinderen gaat niet tijdig naar de tandarts. Een gezond gebit heeft gedurende het hele leven positieve invloed op tal van gezondheidsaspecten zoals sociale ontwikkeling (Klages et al, 2004) en hart- en vaatziekten (de Oliveira et al., 2010). Verder is er een duidelijke relatie met een gezonde leefstijl. Het is daarom belangrijk om tanden poetsen vroeg in het leven als gezonde gewoonte aan te leren. In Vlissingen poetst bijna een derde van de jonge kinderen de tanden onvoldoende (minder dan 2x per dag) en bijna één op de zes gaat niet jaarlijks naar de tandarts (zie figuur 3). 11

12 Vroege opsporing van taal- en spraakproblemen door logopedisch spreekuur Taal is nodig voor het leren organiseren van waarnemingen, bij het richten van gedachten, bij het controleren van handelingen en bij het helpen onthouden en aanpassen van emoties. Het belang van een goed verlopende taalontwikkeling als voorwaarde voor een goede cognitieve, sociaal-emotionele ontwikkeling en de latere leerprestaties is groot. Problemen in de spraak- en taalontwikkeling hebben al vroeg negatieve effecten op de communicatie van en met het kind. De logopedist van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan, door vroegtijdige signalering en interventie, in een vroeg stadium van de ontwikkelingsachterstand ingrijpen. Het doel hiervan is verergering van de achterstand voorkomen en het scheppen van voorwaarden voor een verdere optimale ontwikkeling (Cox et al., 2011; van Agt, 2011). De logopedisten van de JGZ screenen op taal- en spraakontwikkeling bij kinderen van ongeveer vijf jaar in alle Zeeuwse gemeenten. In 2010 had 4% van de 5-jarigen in Walcheren een zwakke taalontwikkeling en 5% een twijfelachtige taalontwikkeling. Naast de logopedische screening rond 5-jarige leeftijd vindt in Zeeuws-Vlaanderen maandelijks een logopedisch spreekuur plaats op het consultatiebureau, bedoeld voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Op advies van de jeugdarts en/of -verpleegkundige worden kinderen preventief gescreend. Van de gescreende peuters werd in 2010 bijna de helft (48%) voor behandeling doorverwezen naar een particuliere logopedist. Onderzoek laat zien dat vroege signalering van taal- spraakproblemen bij 2-jarige kinderen zorgt voor aanzienlijke kostenbesparingen (Cox et al., 2011). Deze bedragen ongeveer 2 miljoen euro per jaar. Door vroege interventie daalt het aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs met ongeveer 30% (van Agt, 2011). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Jeugd 4 t/m 11 jaar: Werken aan een goed fundament Op de basisschool leren kinderen de basis van onder andere rekenen en taal en wordt het fundament voor gespreksvaardigheden gelegd. Kinderen leren steeds meer op hun eigen benen staan en bepalen steeds vaker hun eigen keuzes. Gezond gedrag en een gezonde levensstijl verdienen nu alle aandacht. Natuurlijk is het bevorderen van de gezondheid een onderwijstaak, maar ook het gezin blijft onverminderd belangrijk. Ouders dienen hun kinderen te beschermen tegen ongezondheid en hen weerbaar te maken tegen alle verleidingen die op ze afkomen. In Vlissingen hebben meer 5-jarigen overgewicht dan gemiddeld in Zeeland. Gezond eten en voldoende bewegen De basis voor een gezond gewicht is gezond eten en voldoende bewegen. Aandacht voor een gezonde leefstijl is al vanaf jonge leeftijd belangrijk. Overgewicht heeft immers op alle leeftijden gevolgen voor de gezondheid. Kinderen hebben bijvoorbeeld een verhoogd risico op diabetes en een vergrote kans op (ernstig) overgewicht op latere leeftijd. Overgewicht kan zowel de oorzaak als het gevolg zijn van psychische problemen. Zo kan het zijn dat kinderen met overgewicht minder goed kunnen meedoen met buiten spelen of sporten. Maar het kan ook gebeuren dat kinderen gepest worden en daardoor veel gaan snoepen. 12

13 Figuur 4 toont de overgewichtcijfers van een aantal leeftijdsgroepen. Overgewicht neemt toe met de leeftijd. Meer 5-jarigen in Vlissingen hebben overgewicht dan leeftijdsgenoten gemiddeld in Zeeland. Ook hebben meer 3,9-jarigen en meer 5-jarigen ernstig overgewicht dan gemiddeld in Zeeland. Vergeleken met de vorige periode ( ) is het percentage kinderen met overgewicht nagenoeg stabiel gebleven. 13jr Zeeland Vlissingen 15 10jr 18 5jr 12 15* 3.9jr % overgewicht *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland Figuur 4 Overgewicht bij kinderen en jongeren in Vlissingen (Bron: Jeugdgezondheidszorg GGD Zeeland, ). Wat betreft het eet- en beweegpatroon wijken basisschoolkinderen in Vlissingen niet af van het Zeeuwse gemiddelde. Van de 9- en 10-jarigen eet 8% niet dagelijks een ontbijt. In deze leeftijdscategorie is 81% in Vlissingen lid van een sportvereniging, terwijl dit gemiddeld in Zeeland 73% is. Vlissingen zet de komende jaren actief in op bewegen via Vlissingen in beweging. Zo is er het project sportkennismaking voor het basisonderwijs in Vlissingen en in Oost-Souburg en het project Sportbuurtwerk die voorziet in passend beweegaanbod in de wijken en in en rondom de (brede)scholen. Ook werkt Vlissingen met combinatiefunctionarissen en heeft de gemeente een scoolsportschool (zie tekstblok 2). Tekstblok 2. scoolsport In Vlissingen werkt een basisschool met het concept scoolsport. Deze methode is een goed concept om structureel aandacht te besteden aan gezonde leefstijl. Er wordt gewerkt aan de thema s: Elke dag bewegen Motorisch vaardig Fysiek en mentaal weerbaar Gezond gewicht Meer informatie vindt u op: > Lees hier meer over in hoofdstuk 3 Gezonde en veilige omgeving Ruim één op de tien kinderen heeft een indicatie voor psychosociale problematiek Naast lichamelijke gezondheid is het ook belangrijk dat kinderen lekker in hun vel zitten en weinig problemen ervaren. Psychosociale problemen bij basisschoolkinderen kunnen leiden tot allerlei beperkingen en gedrags- en leerproblemen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat ernstige gedragsproblemen al vroeg in het leven ontstaan. Bovendien blijven deze problemen opmerkelijk vaak bestaan op 13

14 volwassen leeftijd. Van de 10-jarigen in Vlissingen heeft 11% een verhoogde SDQ-score 1. Dit is een indicatie voor psychosociale problematiek en wordt berekend tijdens het preventief gezondheidsonderzoek van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Kinderen met een verhoogde SDQ-score krijgen, in overleg met de ouders, een vervolgonderzoek door de JGZ of worden doorverwezen naar andere instanties. Het merendeel van de 9- en 10-jarige kinderen voelt zich vrolijk (51%) en rustig (34%) en ervaart de eigen gezondheid als goed (zie figuur 5). Minder goede ervaren gezondheid 17 Verhoogde SDQ-score 11 % Figuur 5 Psychische gezondheid van basisschoolleerlingen in Vlissingen en Zeeland (Bron: Monitor Primair Onderwijs 2010, Jeugdmonitor Zeeland; Preventieve Gezondheidsonderzoeken 10-jarigen 2010, Jeugdgezondheidszorg GGD Zeeland). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Jeugd 12 t/m 18 jaar: De brug naar volwassenheid De pubertijd is een fase van grote veranderingen. De overwegend kleinschalige basisschool wordt verruild voor de grootschalige scholen van het Voortgezet Onderwijs. Deze scholen staan meestal verder van de eigen vertrouwde omgeving. Van deze jongeren verwachten we veel. We willen bijvoorbeeld dat ze zich verantwoord gedragen in het verkeer en gezond seksueel gedrag vertonen. Maar er zijn veel verleidingen en de hersenen van jongeren zijn nog volop in ontwikkeling. Daarom verdient hun weerbaarheid alle aandacht. Weerbare jongeren kunnen de verleidingen van telefoon, ongezonde tussendoortjes, roken en alcohol beter weerstaan. Hoewel betrokkenheid van ouders niet altijd meer op prijs wordt gesteld, is deze nog steeds belangrijk. Ouders fungeren als goed voorbeeld en stellen grenzen. Ruim een kwart van de jongeren in Vlissingen heeft een chronische aandoening en 15% van de 13-jarigen heeft overgewicht. Ook in Vlissingen zien we dat naarmate jongeren ouder worden, zij minder gezond eten, minder bewegen, meer middelen (roken, alcohol en drugs) gebruiken en seksueel actief worden. Jongeren in Vlissingen kijken meer tv of computeren, maar zijn wel vaker lid van een sportvereniging. 1 Met behulp van de Strength and Difficulties Questionnaire (SDQ) kan het percentage 10-jarigen met een indicatie voor psychosociale problematiek bepaald worden. Deze SDQ-score wordt berekend uit 25 vragen die betrekking hebben op de onderdelen: hyperactiviteit/ aandachtstekort, emotionele problemen, problemen met leeftijdsgenoten, gedragsproblemen en prosociaal gedrag (gedrag dat anderen helpt). Een verhoogde score (boven de 14) betekent dat het kind een indicatie heeft voor psychosociale problematiek, de jeugdverpleegkundige beoordeelt vervolgens of er inderdaad sprake is van psychosociale problematiek. 14

15 Minder jongeren met suïcidegedachten Van de 14- en 15-jarigen in Vlissingen heeft 28% heeft één of meerdere door een arts vastgestelde chronische aandoeningen. De meest voorkomende aandoeningen zijn eczeem, astma, migraine en buikklachten. Vergeleken met 2007 is in Vlissingen het aantal 14- en 15-jarigen met een chronische aandoening gelijk gebleven. Van de jongeren in Vlissingen ervaart 13% hun gezondheid als matig tot slecht (zie figuur 6). Eén op de tien jongeren in Vlissingen heeft in het afgelopen jaar wel eens suïcidegedachten gehad en dat zijn er minder dan gemiddeld in Zeeland. Psychische klachten bij jongeren kunnen allerlei gevolgen hebben zoals een verhoogd risico op schooluitval, criminaliteit, slechte fysieke en geestelijke gezondheid en verslaving. Chronische aandoening Vlissingen Zeeland 28 Minder goede ervaren gezondheid 13 Suïcidegedachten 10* 15 Heeft zich in de put of somber gevoeld 13 % *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland Figuur 6 Lichamelijke en psychische gezondheid jongeren in Vlissingen (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar 2010, GGD Zeeland en SCOOP; Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland). Meer jongeren lid van sportvereniging Van de 13-jarigen in Vlissingen heeft 15% overgewicht (zie figuur 3). Voor de bestrijding van overgewicht bij jongeren is het belangrijk dat de gezonde keuze makkelijk en goedkoop is. Jongeren gaan minder gezond eten en minder bewegen naarmate ze ouder worden. Ze worden daartoe op veel plaatsen en op veel manieren verleid. Ook in Vlissingen is dit zo (zie figuur 7). Het is daarom belangrijk om jongeren weerbaar te maken tegen deze verleidingen. Ook moet de omgeving uitnodigen tot gezond leven. Overigens, afwijkend is wel dat jongeren in Vlissingen meer tv-kijken of computeren. Daarentegen zijn wel meer jongeren lid van een sportvereniging (zie figuur 7). Vlissingen zet via Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) in op gezonde leefstijl. Zo vindt op het Scheldemond college het project Alle leerlingen actief plaats. Het project richt zich op het stimuleren van gezonde leefstijl en het voorkomen van overgewicht en is gericht op leerlingen en ouders. Op de Christelijke scholengemeenschap Walcheren, locatie Bestevaer lopen Projecten inzake bewuste leefstijl voor bewegen en voeding gericht op leerlingen en ouders. Voor meer informatie zie 15

16 % jariegn in Vlissingen Vlissingen Zeeland * 56 35* 45 % Niet elke dag ontbijten Eet niet elke dag groente en fruit Drinkt meer dan 3 glz frisdrank per dag Voldoet niet aan norm gezond bewegen Kijkt 2 uur of meer per dag televisie en/of computeren Is geen lid van een sportvereniging *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland Figuur 7 Leefstijl van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Vlissingen (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar 2010, GGD Zeeland en SCOOP). > Lees hier meer over in hoofdstuk 3 Gezonde en veilige omgeving Ondanks daling bij jongere leeftijdsgroep, drinken nog veel jongeren te vaak en teveel alcohol Hersenen groeien en ontwikkelen zich tot het 23 e levensjaar. Daarom is alcohol slecht voor jongeren. Alcohol heeft een negatieve werking op hun ontwikkeling en schoolprestaties (Kuunders & van Laar, 2010). Bovendien brengt het jongeren regelmatig in onveilige situaties. Het terugdringen van het alcoholgebruik is ook in de landelijke politiek een belangrijk speerpunt. Het aantal jongeren dat alcohol drinkt, is nog steeds te hoog. Jongeren die alcohol drinken, drinken vaak te jong, te vaak en teveel. Zo dronk ruim driekwart (78%) van de 16 t/m 18 jarigen recent alcohol en is 47% een binge drinker (5 glazen alcohol of meer per gelegenheid in de voorgaande vier weken). Het percentage dat recent alcohol heeft gedronken is in Vlissingen onder 12 t/m 15 jarigen lager (12%) dan gemiddeld in Zeeland (20%) ooit alcohol recent alcohol binge drinken Figuur 8 Alcoholgebruik jarigen in Vlissingen in 2007 en 2011 (Bron: Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland). Positief is verder dat in Vlissingen het alcoholgebruik onder jarigen is gedaald, vergeleken met 2007 (zie figuur 8). Integrale projecten, zoals Laat ze niet (ver)zuipen!, worden ingezet om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen (zie tekstblok 3). 16

17 Tekstblok 3. Laat ze niet (ver)zuipen! Vlissingen doet mee aan het provinciale project Laat ze niet (ver)zuipen!. Dit richt zich op het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren en op het verhogen van de startleeftijd. Door de integrale opzet van het project, zijn ook de beleidsterreinen handhaving en regelgeving betrokken. Dit is belangrijk omdat alleen voorlichting niet werkt. In Vlissingen zijn stapavonden voor ouders georganiseerd en is het wake-up boek Onze kinderen en alcohol verspreid. Tevens is er een innovatieve Halt afdoening alcohol en softdrugs genaamd Helder op straat waaraan een gericht nazorgtraject van Indigo preventie is gekoppeld. Wat betreft andere genotmiddelen zoals roken en het gebruik van drugs verschillen jongeren in Vlissingen niet met leeftijdsgenoten in Zeeland. Van de Vlissingse jongeren rookt 9% iedere dag en heeft 6% recent hasj of wiet gebruikt. Het gebruik van harddrugs is minimaal (<1%). Een klein deel van de jongeren (6%) gebruikt op één avond wel eens alcohol samen met wiet. De combinatie van alcohol en drugs levert vaak extra en onverwachte risico s op. Het dubbele gebruik kan versterkend werken, maar de uitwerking is niet goed te voorspellen. Combigebruik wordt daarom afgeraden (Trimbos, 2012; De bestaande voorlichting, zoals bijvoorbeeld het project de Gezonde School en Genotmiddelen, dient hieraan blijvend aandacht te schenken. Voorlichting over seksuele gezondheid blijft nodig Verliefdheid, intimiteit en seksuele ontwikkeling spelen een belangrijke rol in het leven van jongeren. Seksueel gedrag heeft zowel positieve als negatieve effecten op de gezondheid en het welzijn van mensen. Bijna een kwart van de jongeren in Vlissingen heeft wel eens geslachtsgemeenschap gehad. Bij de laatste keer geslachtsgemeenschap gebruikte 61% een condoom en 79% een ander voorbehoedsmiddel zoals de pil. Net als in Zeeland schiet het kennisniveau op het gebied van voortplanting, soa en hiv, anticonceptie en maagdelijkheid op een aantal punten tekort, met name bij jongeren tussen de 12 en 14 jaar. Als iemand lesbisch/homo zou zijn in de klas dan zou ik... Zeeland Vlissingen (zeker) laten merken dat diegene van mij af moet blijven 47 (zeker) in de pauze naast iemand anders gaan zitten 26* 31 (zeker) geen vriendschap sluiten met diegene 14 11* % Figuur 9 Houding homoseksualiteit onder jongeren (12 t/m 18 jaar) in Vlissingen en Zeeland (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar 2010, GGD Zeeland en SCOOP). 17

18 De acceptatie van homoseksualiteit onder Zeeuwse jongeren blijkt net als elders in Nederland gering te zijn (zie figuur 9). Jongeren in Vlissingen zijn wel iets toleranter dan gemiddeld in Zeeland. Een kwart van de jongeren in Vlissingen meent dat als iemand homoseksueel is, hij/zij dit niet eerlijk op school kan vertellen. Op het gebied van seksualiteit en relaties kunnen ouders hun kinderen al op jonge leeftijd waarden en normen bijbrengen. Ook kunnen zij hen begeleiden bij een gezonde seksuele ontwikkeling. Daarnaast spelen professionals in het onderwijs en het jongeren- en welzijnswerk een belangrijke rol bij het stimuleren van weerbaarheid, seksuele voorlichting en preventie van seksueel ongezond gedrag. Vanaf augustus 2012 is seksuele voorlichting en voorlichting over seksuele diversiteit verplicht in het onderwijs (kamerbrief november 2011, OCW). Eén van de dingen die Vlissingen kan doen is basisscholen en voortgezet onderwijs stimuleren om effectieve lespakketten in te voeren. Verder vinden in het kader van Sense 2 verschillende activiteiten plaats, zoals een maandelijks soa-sense spreekuur. > Meer informatie? Lees verder in het themarapport Seksuele Gezondheid van jongeren in Zeeland. Een op de acht jongeren vertoont meerdere risicofactoren tegelijk Verschillende soorten van ongezond gedrag komen vaak bij dezelfde jongeren voor, al dan niet in combinatie met psychische problemen. Van de jongeren in Vlissingen vertoont 13% drie of meer risicofactoren (overgewicht, wekelijks roken, recent alcoholgebruik, ooit gebruik cannabis, ooit seksuele gemeenschap gehad, emotionele problemen en gedragsproblemen). Dit is vergelijkbaar met Zeeland. Het is mogelijk dat de samenhang tussen risicogedragingen verklaard kan worden aan de hand van overkoepelende factoren zoals jeugdcultuur of experimenteergedrag. Interventies gericht op afzonderlijk risicogedrag moeten daarom onderling worden afgestemd, en bij voorkeur worden gecombineerd tot één aanpak (Schoemaker et al., 2008; van Dorsselaer er al., 2010). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Jeugd 19 t/m 64 jaar: Gezonde volwassenen, gezonde toekomst Het bevorderen van de gezondheid van volwassenen levert op veel fronten voordeel op: vaak voeden volwassenen kinderen op en bovendien vormen zij de toekomstige ouderen. Bij de beoordeling van hun eigen gezondheid tillen mensen van middelbare leeftijd zwaar aan lichamelijke en psychische klachten. Een gezonde leefstijl kan veel uitval door ziekte (in zorg en werk) voorkomen. Het doel van het gezondheidsbeleid is dat burgers zo lang mogelijk deelnemen aan de samenleving en zelfstandig zijn, ook al hebben ze één of meer ziekten of aandoeningen. In Vlissingen hebben ruim vier op de tien volwassenen minimaal één chronische ziekte of aandoening. Ook op het gebied van leefstijl valt nog winst te behalen. Bijna de helft van de volwassenen kampt met overgewicht, drie op de tien voldoet niet aan de beweegnorm en een even groot deel van de volwassenen rookt. 2 Op initiatief van het ministerie van VWS worden voor jongeren gratis en anonieme seksualiteitsspreekuren georganiseerd, zogenaamde Sense spreekuren. Daar kunnen jongeren terecht met vragen over seksualiteit, relaties, vrijen en anticonceptie maar ook met problemen rond seksueel overschrijdend gedrag of onbedoelde zwangerschap. Naast de spreekuren vinden ook andere activiteiten plaats. 18

19 Ruim vier op de tien volwassenen hebben een chronische ziekte In Vlissingen hebben ruim vier op de tien volwassenen minimaal één chronische ziekte of aandoening (zie figuur 10). Het wil overigens niet zeggen dat mensen die een ziekte hebben, zich niet gezond voelen. Gezond voelen heeft lang niet altijd iets met ziek zijn te maken. Je gezond voelen betekent dat je dingen kunt doen die je wilt doen, dat je onafhankelijk bent, dat je je fit voelt en dat je in balans bent (zowel geestelijk als lichamelijk) (Hoeymans et al., 2010). Van de volwassenen in Vlissingen met één of meerdere chronische aandoeningen ervaart 78% de eigen gezondheid als goed. Met het opzetten van een lokaal beweegnetwerk waarin medewerkers uit de eerste lijn en lokale beweegaanbieders inzetten op het in beweging brengen van mensen met een (hoog risico op een) chronische aandoening wordt ingezet op een actieve leefstijl. Minder goede ervaren gezondheid 11 Een of meerdere chronische aandoeningen 42 % Figuur 10 Chronische aandoeningen en ervaren gezondheid onder volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Vlissingen (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland). Naast lichamelijke gezondheid is ook geestelijke gezondheid van belang. Mensen met een goede geestelijke gezondheid zijn in staat een zinvol, betrokken en productief leven te leiden, relaties met anderen aan te gaan en met tegenslagen om te gaan. Een goede geestelijke gezondheid is belangrijk voor het individu, maar zeker ook voor de maatschappij (denk maar aan zorgkosten en productieverlies). Bij bevorderen van de geestelijke gezondheid verdienen ook spanning en stress in de privé- en/of werksituatie aandacht. In Vlissingen voelt 14% van de volwassenen zich psychisch ongezond (zie figuur 11). Een derde van de volwassenen in Vlissingen (33%) heeft een matig tot hoog risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie % 14 Voelt zich psychisch ongezond Risico op ontwikkelen angststoornis of depressie Figuur 11 Psychische gezondheid volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Vlissingen (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland). 19

20 Bijna de helft kampt met overgewicht Nog veel volwassenen hebben een ongezonde leefstijl (zie figuur 12). De meeste gezondheidswinst is te behalen door het verminderen van roken, gevolgd door het verminderen van overgewicht en het verminderen van overmatig alcoholgebruik. Beweging is goed, zowel voor de lichamelijke als de geestelijke gezondheid. Wat betreft leefstijl verschilt de volwassen bevolking in Vlissingen niet veel van de gemiddelde Zeeuw, met uitzondering van roken. Vlissingse volwassenen roken meer. Ook is het softdrugs gebruik onder Vlissingse volwassenen hoger. Van de volwassenen in Vlissingen heeft bijna de helft (46%) overgewicht, waarvan 14% zelfs ernstig overgewicht (obesitas) Vlissingen Zeeland * % Roker Overmatig alcoholgebruik Ontbijt niet dagelijks Voldoet niet aan NL Norm Gezond Bewegen Sport minder dan 1x per week Figuur 12 Leefstijl volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Vlissingen (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Volwassenen 65 jaar en ouder: Gezondheid koesteren Bij gezond ouder worden, gaat het niet alleen om het voorkómen en uitstellen van ziekten en sterfte. Het betreft ook het voorkómen en terugdringen van beperkingen in het functioneren. En het bevorderen van zelfredzaamheid, participatie en een goede kwaliteit van leven. Meer ouderen in Vlissingen beoordelen de eigen gezondheid als matig tot slecht. Ook het aantal ouderen dat beperkt is door de lichamelijke gezondheid is in Vlissingen hoger. Meer dan de helft van de ouderen heeft overgewicht en een derde beweegt te weinig. Het percentage ouderen dat zich psychisch ongezond voelt is in Vlissingen gedaald ten opzichte van 2007 en is nu vergelijkbaar met het Zeeuws gemiddelde. Meer ouderen met slechte ervaren gezondheid en beperkingen in hun dagelijkse bezigheden Ouderen in de gemeente Vlissingen ervaren hun gezondheid als slechter dan ouderen gemiddeld in Zeeland (zie figuur 13). Ook zijn er in Vlissingen meer ouderen die beperkt zijn in hun dagelijkse levensverrichtingen (zoals aankleden, wassen). Deze percentages (2010) zijn niet veranderd ten opzichte van Daarnaast heeft driekwart van de ouderen in Vlissingen een chronische aandoening en is 38% van de ouderen beperkt door de lichamelijke gezondheid. Dit laatste percentage is hoger dan gemiddeld in Zeeland. 20

21 % dat zich psychisch ongezond voelt Zeeland Vlissingen Chronische aandoeningen 76 Matig tot slecht ervaren gezondheid 28 34* Beperkt door lichamelijke gezondheid 34 38* ADL-beperkingen 15 20* % *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland Figuur 13 Lichamelijke gezondheid ouderen (65 jaar en ouder) in Vlissingen (Bron: Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland). Ouderen dat zich psychisch ongezond voelt gedaald In Vlissingen voelt 17% van de ouderen zich psychisch ongezond, evenveel als in Zeeland (zie figuur 14). In 2007 was dit in Vlissingen nog 23%. Het percentage ouderen met een verhoogd risico op een angststoornis of depressie is 33%. Onder 75-plussers is dit een stuk hoger dan onder de jongere leeftijdsgroep: 43% tegenover 27% Vlissingen Zeeland *significant verschil (niet berustend op toeval) met Zeeland Figuur 14 Psychische gezondheid ouderen (65 jaar en ouder) in Vlissingen en in Zeeland in 2007 en 2010 (Bron: Ouderenmonitor 2007 en 2010, GGD Zeeland). Blijf inzetten op bewegen bij ouderen Van de ouderen in Vlissingen heeft 57% overgewicht. Daarvan kampt 14% met ernstig overgewicht. Dit is vergelijkbaar met De problematiek van overgewicht lijkt enigszins te stabiliseren, maar stabiliseert wel op een te hoog niveau. Dit is ook landelijk het geval (Hoeymans et al., 2010). Zelfs op oudere leeftijd levert leefstijlverandering gezondheidswinst op (Zantinge et al., 2011). Zo is bekend dat aanpassingen in beweging, voeding, alcoholgebruik en roken de kans op sterfte aan verschillende aandoeningen verkleint. Bewegen is belangrijk; niet alleen voor het behoud van gezondheid maar ook voor het beperken van de gevolgen van ziekten. Daarnaast kan het achteruitgang in het 21

22 % dat voldoet aan norm gezond bewegen functioneren, in zelfredzaamheid en in participatie in de maatschappij voorkomen. Ook om valongevallen te voorkomen, is voldoende beweging van belang Vlissingen Zeeland Figuur 15 Bewegen onder ouderen (65 jaar en ouder) in Vlissingen in 2007 en 2010 (Bron: Ouderenmonitor 2007 en 2010, GGD Zeeland). Twee derde van de ouderen in Vlissingen voldoet aan deze beweegnorm (zie figuur 15). Vergeleken met 2007 zijn er meer ouderen die bewegen. Deze stijging in lichamelijke activiteit onder ouderen is in Vlissingen groter dan gemiddeld in Zeeland jarigen bewegen meer dan 75-plussers. Zo beweegt ruim de helft van de 75-plussers te weinig. In Vlissingen zegt 6% van de ouderen gebruik te maken van de sport- of bewegingsactiviteiten die door een activiteiten- of dienstencentrum, voor ouderen worden georganiseerd. Dit is vergelijkbaar met Zeeland (7%). In de gemeente Vlissingen is in 2009 een taskforce 55+ opgericht dat als doel heeft om meer ouderen te stimuleren tot een actieve leefstijl en/of de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan sport- en beweegactiviteiten. Dit voortzetten is belangrijk om de ingezette stijging van lichamelijke activiteit bij ouderen in Vlissingen te continueren. Voor meer informatie zie Taskforce 55+. Valpreventieprojecten zijn kosteneffectief Aandacht voor valpreventie is belangrijk. De verminderde mobiliteit en balans zijn de belangrijkste oorzaken van vallen bij ouderen. Valincidenten zijn de meest voorkomende privéongevallen bij ouderen met alle gevolgen van dien, zoals lichamelijk letsel en sociaal isolement (VWS, 2011). Van de Vlissingse ouderen heeft 13% in de afgelopen 3 maanden letsel opgelopen, 4% heeft letsel opgelopen door een valongeval. In Vlissingen worden door Werkt voor Ouderen (WvO) valpreventiecursussen georganiseerd. Omdat onderzoek aantoont dat valpreventieprojecten voor gemeenten kosteneffectief zijn, zou de gemeente hier op moeten inzetten. Door samenhang te creëren, extra te investeren in signalering en doorverwijzing naar effectieve interventies (zoals Tai Chi en cursus In balans) kunnen Wmo-kosten worden bespaard. 22

23 Overmatig alcoholgebruik bij ouderen is een probleem Qua roken wijkt Vlissingen niet af van Zeeland en van de situatie in Van de ouderen rookt 12% en 9% is een zogenaamde overmatige drinker (mannen; meer dan 21 glazen per week. Vrouwen; meer dan 14 glazen per week). Landelijk steeg tussen 1999 en 2008 het aantal ouderen met drankproblemen in de verslavingszorg. Onderzoek wijst uit dat ouderen minder goed tegen alcohol kunnen (Bron: Ook kan overmatig alcoholgebruik de kans op een val vergroten en in combinatie met medicijnen een risico vormen. Alcoholgebruik is ook van invloed op het krijgen van ruim 60 chronische of acute aandoeningen (Kuunders & van Laar, 2010). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Ouderen 23

24 3. Gezonde en veilige omgeving Bij een gezonde omgeving gaat de eerste gedachte al snel uit naar frisse lucht. Maar een gezonde omgeving is zoveel meer. Het is een omgeving waarin mensen zich veilig voelen, waar ze graag vertoeven, mensen ontmoeten en waar ze geen overlast ervaren. Ook dat is een verademing. Op het terrein van de leefomgeving kan de overheid een belangrijke rol spelen (de Kok et al., 2011). Dit hoofdstuk beschrijft de sociale omgeving van jongeren, volwassenen en ouderen, het belang van de inrichting van de wijk en de staat van de fysieke omgeving. 3.1 Sociale omgeving De sociale omgeving heeft grote invloed op het welzijn van burgers. Het is van belang dat burgers zich veilig voelen in hun omgeving. De belangrijkste sociale omgeving van kinderen en jongeren is hun gezin, de school en de buurt. Zo is het voor een goede sfeer op school belangrijk dat kinderen elkaar accepteren en elkaar niet pesten. Toch wordt in Vlissingen ruim de helft van de 9- en 10-jarigen gepest. Veel volwassenen brengen een groot deel van de tijd op hun werk door. Daarnaast hebben zij contacten met hun gezin, de wijk en de verenigingen waarvan ze lid zijn. Ondanks dat ervaart ruim een derde van de volwassenen weinig sociale samenhang binnen zijn gemeenschap. Ouderen zijn vaak thuis of in een instelling voor verzorging of verpleging. Sommigen zijn actief in de maatschappij, maar bij veel ouderen krimpt de sociale omgeving. Eenzaamheid is voor veel ouderen een belangrijke risicofactor. Ook raken veel ouderen afhankelijk van (mantel)zorg. Maatschappelijke organisaties, zoals kerken, sportclubs en (buurt)verenigingen spelen een belangrijke rol in hun sociale omgeving. Sociale netwerken beïnvloeden gedrag kinderen en jongeren De sociale omgeving in het gezin, de buurt en de school kan voor kinderen en jongeren een bron van steun maar ook een bron van stress zijn. De opvoeding en de sociale netwerken (waaronder steeds meer online netwerken) van jongeren beïnvloeden hun gedrag. Volwassenen kunnen bijdragen aan de gezondheid van de kinderen door zelf het goede voorbeeld te geven. Ouders ontvangen advies over gezondheid en leefstijl van de Jeugdgezondheidszorg. Maar ook peuterspeelzalen, scholen en kinderdagverblijven spelen een rol in de sociale omgeving van kinderen en jongeren. Een gezond pedagogisch klimaat helpt kinderen zich prettig te voelen op school en beter te presteren. Voor een goede sfeer op school is het belangrijk dat kinderen elkaar accepteren en elkaar niet pesten. Meer dan de helft van de 9- en 10-jarigen in Vlissingen wordt gepest (zie figuur 16). Van de 14- en 15-jarigen is 7% slachtoffer van pesten op school (minstens twee of drie keer per maand). Vlissingen heeft samen met Middelburg en Veere verschillende cursussen binnen de onderwijssfeer. In 2012 worden de cursussen Plezier op school, Zorg op school en Preventie onderwijs georganiseerd. 24

25 % Wordt gepest (9-10 jr) 7 Slachtoffer van pesten** (14-15 jr) **Slachtoffer van pesten: minimaal 2 keer per maand gepest op school Figuur 16 Pesten onder kinderen en jongeren in Vlissingen (Bron: Monitor Primair Onderwijs 2010; Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland). Gepest worden vergroot gevoelens van eenzaamheid en depressie. Het kan bestaande problemen verergeren. Slachtoffers gaan zichzelf minder leuk vinden, vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet en zijn bang om naar school te gaan. Die gevoelens kunnen leiden tot een verder isolement en een diepere depressie hetgeen nog meer pestgedrag uitlokt (NJI, 2012). Hoewel zij wel naar school gaan en lid zijn van verenigingen, hebben eenzame kinderen geen betekenisvolle sociale contacten (Smit & van Gorsel, 2005). Zeer eenzaam noemen we kinderen die noch een vriend(in), noch iemand anders hebben om alles mee te bepraten. Een beetje eenzaam zijn kinderen die geen vriend(in) hebben, maar wel een ander persoon, bijvoorbeeld vader of moeder, om dingen mee te bespreken. Niet eenzaam zijn de kinderen die aangeven in ieder geval een vriend(in) te hebben om mee te praten. Van de 9- en 10-jarigen in Vlissingen is 1% zeer eenzaam en 14% een beetje eenzaam. Dit is vergelijkbaar met het Zeeuwse gemiddelde. Scholen, ouders en verenigingen moeten dit bij deze kinderen kunnen signaleren en helpen bij het ontwikkelen van betekenisvolle contacten. De gemeente Vlissingen zet lessen in voor fysiek/mentale weerbaarheid in het basisonderwijs (zie tekstblok 4). Tekstblok 4. Weerbaarheid In het schooljaar 2011/2012 gaat Vlissingen in Beweging op diverse basisscholen in de Gemeente Vlissingen weerbaarheidlessen geven. In de groepen 5 t/m 8 worden fysieke en sociale vaardigheden aangeleerd en geoefend, die kinderen fysiek en mentaal weerbaarder maken. Zij leren opkomen voor zichzelf, grenzen stellen en zorgen voor de eigen veiligheid, met respect voor anderen. Er is aandacht voor de verschillen tussen jongens en meisjes. Naar gelang de behoefte van de groepen kunnen de volgende thema s aan bod komen: - groeten, regels en respect; - zelfbescherming; - groepsdruk; - houding en stemgebruik; - vier stappen; - omgaan met pestgedrag; - veiligheid; - machtsmisbruik; - stoer doen en bang zijn; - hulp vragen en bieden; 25

26 Een kwart van de jongeren voelt zich wel eens onveilig De buurt waarin kinderen en jongeren opgroeien is belangrijk voor hun ontwikkeling. In een gezonde buurt voelen jongeren zich veilig. Van de Vlissingse 14- en 15-jarigen voelt een kwart zich wel eens onveilig (zie figuur 17). Van de negen- en tienjarigen in Vlissingen geeft 89% aan dat ze de buurt waarin ze wonen veilig vinden. Vlissingen Zeeland % 30* 26 20* jr jr 65+ jr 14 *significant verschil (niet berustend op toeval) met Zeeland Figuur 17 Gevoelens van onveiligheid bij jongeren (14-15 jaar), volwassenen (19 t/m 64 jaar) en ouderen (65+ jaar) in Vlissingen (Bron: Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland; Volwassenenmonitor 2009 en Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland;). Aantal meldingen kindermishandeling in Vlissingen relatief hoog De eerste associatie bij het woord gezin is veiligheid. Toch is dit in de praktijk niet altijd het geval. Soms leidt stress tot geweld binnen het gezin en zelfs tot kindermishandeling. In 2008 zijn in Vlissingen 105 kinderen gemeld bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Absoluut gezien het hoogste aantal van alle Zeeuwse gemeenten, maar ook relatief gezien: 1,23% van het totaal aantal 0 t/m 17 jarigen in de gemeente (0,69% in Zeeland). Bij kindermishandeling, huiselijk geweld en overlast is zo snel mogelijk actie vereist. Natuurlijk is preventie belangrijk. De gemeente kan bijvoorbeeld opvoedondersteuning aanbieden. Ook het Centrum voor Jeugd en Gezin kan hierin een belangrijke rol spelen. Een lagere sociale samenhang in Vlissingen Sociale samenhang is de mate waarin mensen zich binnen hun wijk verbonden voelen. Dit is een belangrijke voorspellende waarde als het gaat om het blijven wonen in de buurt. Hoe groter de sociale samenhang, hoe gezonder de mensen zijn en zich voelen (Ruijsbroek & Verweij, 2009). Van de volwassenen in Vlissingen is de helft ontevreden over de sociale samenhang in de buurt, meer dan gemiddeld in Zeeland (zie figuur 18). 26

27 Is (zeer) ernstig eenzaam 7 <2x contact per maand met vrienden of kennissen <2x contact per maand met familie 15 11* 10 Lage sociale samenhang 42 51* % Figuur 18 Sociale omgeving volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Vlissingen (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland). Daarnaast blijkt 10% van de Vlissingers minder dan twee keer per maand contact te hebben met familie. Een ongeveer even groot aantal heeft minder dan twee keer per maand contact met vrienden of kennissen, een lager percentage dan het gemiddelde in Zeeland. Naast een partner kunnen contacten binnen de familie en met vrienden beschermen tegen eenzaamheid (Savelkoul, 2010). Een derde van de Zeeuwse volwassenen die weinig sociale contacten hebben, is (zeer) ernstig eenzaam. Meer volwassenen voelen zich wel eens onveilig Sociale veiligheid betreft zaken als huiselijk geweld en gevoelens van onveiligheid in de buurt (Smit, 2009). Onveiligheid of het gevoel hebben dat het onveilig is, kan mensen belemmeren in hun sociale bezigheden. Het percentage volwassenen dat zich onveilig voelt is in Vlissingen bijna twee keer zo hoog als gemiddeld in Zeeland (30% vs 15%) (zie figuur 16). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Gezonde en veilige omgeving Aantal eenzame ouderen in Vlissingen gedaald Eenzaamheid is niet alleen voor volwassenen een belangrijke risicofactor, maar ook bij ouderen. Er is sprake van eenzaamheid als er een verschil is tussen de gewenste en de werkelijke sociale relaties. Hierbij kan het gaan om het aantal sociale relaties maar ook om de kwaliteit ervan. Langdurige eenzaamheid heeft directe gevolgen voor de kwaliteit van leven. Het heeft een negatieve invloed op de gezondheid. Het aantal eenzame ouderen (matig t/m zeer ernstig) in Vlissingen is vergelijkbaar met Zeeland. Vergeleken met 2007 is dit percentage in Vlissingen gedaald van 55% naar 48% (zie figuur 19). Onder de 75-plussers is het aantal (zeer) ernstig eenzamen bijna twee keer zo groot als onder 65 t/m 74-jarigen. De Manteling en stichting Werkt voor Ouderen organiseren heel veel activiteiten ter bestrijding van eenzaamheid onder Vlissingse ouderen. 27

28 100% 80% 60% 40% 20% zeer ernstig eenzaam ernstig eenzaam matig eenzaam niet eenzaam 0% Figuur 19 Eenzaamheid onder ouderen (65 jaar en ouder) in Vlissingen in 2007 en 2010 (Bron: Ouderenmonitor 2007 en 2010, GGD Zeeland). In Vlissingen voelen meer ouderen zich onveilig Ouderen kunnen zich onveilig voelen in de buurt. Dit kan hen belemmeren, bijvoorbeeld doordat zij niet meer de straat op durven. Eén op de vijf ouderen in Vlissingen voelt zich wel eens onveilig, dit is hoger dan gemiddeld in Zeeland, maar vergelijkbaar met 2007 (zie figuur 17). 3.2 Inrichting van de omgeving De inrichting van onze leefomgeving beïnvloedt onze gezondheid. De aanwezigheid van groen en water, voldoende en veilige speel- en sportvoorzieningen en veilige fiets- en wandelroutes bevordert een gezonde leefstijl. Een gezonde omgeving is verkeersveilig en nodigt uit tot bewegen en het ontmoeten van buurtbewoners (Wetten, 2010). Vlissingen werkt al hard aan de inrichting van de wijken, onder andere via speelruimtebeleid, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het realiseren van brede scholen met buurtschoolpleinen. Meer lichamelijk en psychisch welbevinden in een beweegvriendelijke omgeving Voldoende beweging draagt bij aan een gezond gewicht. Het gunstig beïnvloeden van de leefomgeving draagt bij aan het voldoen aan de beweegnorm en de preventie van gewichtstoename. Het bevorderen van gezonde mobiliteit heeft ook een positief effect op andere omgevingsdeterminanten zoals beperking van de CO2-uitstoot, verbetering van de verkeersveiligheid, de sociale samenhang en psychosociale gezondheid (Hertog, 2012). Vlissingen zet in op bewegen via het NASB. Ook heeft Vlissingen een speelruimtebeleid dat is gericht op het in stand houden of realiseren van openbare speelplekken, waarbij niet alleen speeltoestellen maar ook natuurlijke objecten of speelaanleidingen kunnen zorgen voor een uitdagende speelplek. De in 2011 gerealiseerde brede scholen hebben buurtschoolpleinen met sport- en spelmogelijkheden. Werken aan verkeersveilige wijken In de periode schommelt het aantal geregistreerde verkeersongevallen in Vlissingen rond de 75 per jaar (zie figuur 20). In 2009 waren het er 58. Uit gegevens van de Advies Dienst Verkeer en Vervoer (AVV) telde Vlissingen in ,7 verkeersongevallen per 1000 inwoners en 0,66 verkeersslachtoffers (gewonden en doden). Gemiddeld in Zeeland waren dit 8,4 ongevallen en 0,98 slachtoffers per 1000 inwoners. Regionale overheden, verantwoordelijk voor de inrichting van hun eigen wegen, stellen regionale verkeers- en vervoersplannen op. De gemeente Vlissingen doet mee aan Duurzaam Veilig. 28

29 Aantal geregistreerde ongevallen jaar Figuur 20 Aantal verkeersongevallen in Vlissingen in (Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Dutch Hospital Data). Omgeving kan gezonde voeding stimuleren Met het oog op overgewicht kan Vlissingen scholen stimuleren om goedkope, gezonde producten aan te bieden in schoolkantines en automaten. Scholen kunnen zich hiermee nadrukkelijk onderscheiden. De Gezonde schoolkantine is een voorbeeld van een effectieve interventie. De gemeente kan daarnaast op veel meer terreinen met bovenstaande rekening houden. Een goed voorbeeld is het vestigingsbeleid van snackbars. Ook gezonde sportkantines kunnen bijdragen aan een gezond gewicht. Tot slot is een belangrijke rol weggelegd voor de lokale supermarkt. Deze kan gezonde voeding stimuleren, door de gezonde keus makkelijk en goedkoop te maken. Voor de gemeente is het een uitdaging om hierin een publiek private samenwerking aan te gaan. > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Gezonde en veilige omgeving 3.3 Buiten- en binnenmilieu Het buitenmilieu heeft soms ongemerkt invloed op de gezondheid van de bevolking. De gemeente heeft de taak om de bevolking te beschermen tegen de negatieve gevolgen hiervan. Ook het binnenmilieu heeft veel invloed. Mensen zijn immers het grootste deel van de tijd binnenshuis (Jongeneel, 2010). Ongezonde stoffen, zoals tabaksrook, vocht en schimmels kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken. In Vlissingen ervaren volwassenen meer geluidsoverlast. Meer geluidshinder in Vlissingen Volwassenen in Vlissingen ondervinden meer hinder door geluid dan gemiddeld in Zeeland (zie figuur 21). Met name bromfietsers veroorzaken veel geluidsoverlast, in Vlissingen (22%) twee keer zoveel als in Zeeland gemiddeld (11%). Daarnaast zijn ook auto- en vrachtverkeer en (rond)hangende jongeren bronnen van geluidsoverlast. Eén op de elf volwassenen in Vlissingen ervaart ernstige geurhinder en 8% ernstige stofhinder, vooral van wegverkeer 29

30 Stofhinder 8 Zeeland Vlissingen Geurhinder 9 Geluidshinder 22 30* % *significant verschil (niet berustend op toeval) met Zeeland Figuur 21 Hinder door geluid, geur en stof onder volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Vlissingen (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland). Woonkamer beter geventileerd De gezondheidsgevolgen van een slecht binnenmilieu zijn zeer divers en variëren van klachten als vermoeidheid, hoofdpijn en geïrriteerde ogen tot (verergering van) astma en hart- en vaatziekten (Jongeneel, 2010). Zeeland Vlissingen Ongunstige ventilatie slaapkamer 37 Ongunstige ventilatie woonkamer 51* 63 Schimmel en vochtplekken 30 Verhoogde kans op blootselling aan verbrandingsproducten door roken in huis en slecht ventilatiegedrag % *significant verschil (niet berustend op toeval) met Zeeland Figuur 22 Binnenmilieu volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Vlissingen (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland). Het binnenmilieu bij volwassenen in Vlissingen is vergelijkbaar met Zeeland, behalve voor ongunstige ventilatie van de woonkamer (zie figuur 22). In Vlissingen wordt de woonkamer beter geventileerd dan gemiddeld in Zeeland. Ouderen en kleine kinderen meest kwetsbaar bij ongezond binnenmilieu Ouderen en kleine kinderen zijn het meest kwetsbaar in geval van een ongezond binnenmilieu. Zij brengen meer tijd binnenshuis door en hun afweersysteem is nog niet of niet meer optimaal (Jongeneel, 2010). Er is weinig bekend over de kwaliteit van het binnenmilieu van seniorenwoningen. Tot nu toe is 30

31 vooral ingezet op het verbeteren van het binnenmilieu op scholen (zie tekstblok 5). Ouderen vormen nog nauwelijks een aparte doelgroep bij het verbeteren van het binnenmilieu (Zantinge et al., 2011). Tekstblok 5. Frisse scholen In Vlissingen loopt het project Frisse Scholen. Afgelopen winter hebben vier bassischolen een Co2 meting gehad en er zijn aanbevelingen gedaan. Aanleiding voor dit project is de veel te hoge CO2- concentratie in veel klaslokalen, vaak door onvoldoende ventilatie. Dit veroorzaakt een slechte luchtkwaliteit. Onderzoek wijst uit dat een slecht binnenmilieu in klaslokalen de leerprestaties van leerlingen negatief beïnvloedt. Ook leidt het tot meer gezondheidsklachten en ziekteverzuim onder leerlingen en leerkrachten. Een goede luchtkwaliteit in klassen is een eenvoudige manier om het ziekteverzuim terug te dringen. > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Gezonde en veilige omgeving 31

32 4. Maatschappelijke participatie en zorg Een goede gezondheid vergroot de kans op deelname aan de samenleving. Dit is belangrijk. Immers, door de vergrijzing komen er steeds meer ouderen die hulp nodig hebben terwijl door de krimp het aantal beroepskrachten daalt (Post, 2010). Informele zorg, zoals mantelzorg en vrijwilligerswerk, wordt daarmee steeds belangrijker. Dit hoofdstuk behandelt achtereenvolgens arbeid, vrijwilligerswerk en mantelzorg en zorg, begeleiding en voorzieningen. 4.1 Arbeid Werkloosheid hoger dan Zeeland Investeren in de gezondheid van mensen (en daarmee de beroepsbevolking) is een investering in de economie. In Vlissingen is het percentage mensen dat kan werken 66% vergeleken met 67% in Nederland (CBS, 2011). Het aandeel niet werkende werkzoekenden in Vlissingen is hoger dan in Zeeland (zie figuur 23) maar vergelijkbaar met Nederland. De lichamelijke en geestelijke gezondheid van werklozen is vaak slechter dan die van de werkende bevolking. Chronische aandoeningen en beperkingen kunnen obstakels zijn voor deelname aan het arbeidsproces. > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Volwassenen Nederland 6 Zeeland 4,5 Vlissingen % niet werkende werkzoekenden Figuur 23 Niet werkende werkzoekenden (15 t/m 64 jaar) in Vlissingen, Zeeland en Nederland (Bron: UWV, december 2011). De (potentiële) beroepsbevolking zal in de toekomst verder dalen. Daarom is het belangrijk dat degenen die werken zo gezond en productief mogelijk zijn. Sommige arbeidsomstandigheden, zoals lichamelijke inactiviteit en het eten van ongezonde voeding, verslechteren de gezondheid. Risicogroepen voor psychische klachten zijn werknemers in de gezondheidszorg, het onderwijs, de horeca en de politie. Bewegingsarmoede komt veel voor bij mensen die werken in de transport- en vervoersector en bij beleids- of administratief werk. 32

33 % vrijwilligerswerk 4.2 Vrijwilligerswerk en mantelzorg Om mensen zo lang mogelijk uit de zorg en zelfredzaam te houden, is het belangrijk om informele zorg zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg te stimuleren. Zowel jongeren, volwassenen als ouderen bieden vrijwilligerswerk en mantelzorg (zie figuur 24 en 25) Vlissingen Zeeland 30 28* 27 22* jr jr 65+ jr Figuur 24 Vrijwilligerswerk in Vlissingen (Bron: Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland; Volwassenenmonitor 2009, Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland). Minder jongeren doen een maatschappelijke stage Het is belangrijk dat jongeren betrokken zijn bij een duurzame, leefbare samenleving. Leerlingen die maatschappelijke stage lopen, hebben een hoger niveau van burgerschap. Hierbij gaat het om vaardigheden als respect voor een ander, zelfvertrouwen, bewustzijn van de omgeving en waardering voor vrijwilligerswerk. Het is belangrijk om jongeren bewust te maken van hun toekomstige rol in de maatschappij ( Van de 14- en 15-jarigen in Vlissingen doet 32% een maatschappelijke stage, terwijl dit in Zeeland gemiddeld 41% is. Ook doen zij minder vaak vrijwilligerswerk (zie figuur 24). Minder ouderen vrijwilliger In Vlissingen verricht ruim een kwart van de volwassenen vrijwilligerswerk. Van de ouderen doet 22% vrijwilligerswerk, minder dan gemiddeld in Zeeland (25%) (zie figuur 24). Binnen de groep ouderen zijn het vooral de jongste ouderen die relatief veel vrijwilligerswerk verrichten. Eén op de tien geeft mantelzorg Ongeveer één op de tien jongeren, volwassenen of ouderen geeft mantelzorg (zie figuur 25). Mantelzorg is de zorg die men geeft aan een bekende uit de omgeving, zoals ouders, broer, zus, buren of vrienden, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Veel mantelzorgers verzorgen soms jarenlang hun naasten. Het geven van mantelzorg kan een bron van vreugde maar ook van zorg en spanning zijn. Mantelzorgers kunnen zich zwaar belast voelen. Ongeveer 18 tot 20% van de Vlissingse mantelzorgers voelt zich zwaar belast. Dat is zo n 2% van de Vlissingse volwassen bevolking. 33

34 % geeft momenteel mantelzorg jr jr 65+ jr *significant verschil (niet berustend op toeval) met Zeeland Figuur 25 Mantelzorg geven in Vlissingen (Bron: Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland; Volwassenenmonitor 2009, Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland). Kinderen en jongeren die mantelzorg geven, verdienen extra aandacht. Zij hebben duidelijk meer opgroeien opvoedproblemen en meer lichamelijke en emotionele klachten. Dit is het gevolg van overbelasting en chronische stress door de situatie thuis. Opgroeien met ziekte en zorg kan beschouwd worden als risicofactor. Ook jonge mantelzorgers (kinderen) lopen risico (Mezzo, 2012). Mantelzorgers hebben zelf ook zorg nodig Door de toename van het aantal ouderen in de komende jaren zal de druk op de aanwezige mantelzorgers en vrijwilligers groter worden. Daarnaast zal de behoefte aan informele zorgverleners toenemen. Ouderen gaan in de toekomst een grotere rol spelen bij mantelzorg. Mantelzorgers hebben zelf vaak ook chronische aandoeningen en belemmeringen. Zo heeft 70% van de Zeeuwse oudere mantelzorgers een chronische ziekte en ervaart 28% lichamelijke beperkingen. Dit maakt deze groep extra kwetsbaar. Specifieke aandacht voor de mantelzorger is essentieel (Post et al., De gemeente Vlissingen heeft een uitgebreid aanbod voor mantelzorgers; van advisering tot cursus onder andere via Stichting Manteling. 4.3 Zorg, begeleiding en voorzieningen De overheid stelt in de nota volksgezondheid dat binnen de zorg niet alleen aandacht is voor de behandeling van ziekten maar ook voor het bevorderen van de gezondheid en preventie (VWS, 2011). Samenwerking met de verschillende disciplines is noodzakelijk. Hierbij moeten bereikbaarheid en toegankelijkheid de leidraad zijn. Het is primair de verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars, zorgaanbieders, gemeenten en patiënten en cliënten om dit lokaal op te pakken (VWS, 2011). In Vlissingen is veel aandacht voor netwerkvorming en samenwerking. Ruim een derde van de ouderen ontvangt een of meerdere vormen van hulp. Ouderen hebben minder vervoersproblemen in vergelijking met 2007 en meer ouderen in Vlissingen maken gebruik van een wmo-voorziening dan gemiddeld in Zeeland. Zo is samenwerking in Vlissingen vormgegeven in Porthos (zie tekstblok 6). 34

35 Tekstblok 6. Porthos Porthos is een gecombineerd loket van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in de gemeenten Middelburg en Vlissingen. In het loket werken de gemeenten samen met Maatschappelijk Werk Walcheren, MEE Zeeland, de GGD, Indigo en Bureau Jeugdzorg. Ten behoeve van publiekscommunicatie en de ontwikkeling van themadossiers is de Vlissingse Bibliotheek kernpartner in het samenwerkingsverband. Porthos geeft toegang tot zorg en is er voor informatie en advies aan ouders en kinderen. Je vindt er alle hulp onder één dak! In het kader van de Walcherse samenwerking werkt Porthos nauw samen met het Veerse gecombineerde CJG/Wmo loket vraagpunt Veere. Doelstelling Het is belangrijk dat iedereen volwaardig kan meedoen aan de samenleving. Dat is mogelijk als mensen de ondersteuning krijgen die ze daadwerkelijk nodig hebben. Daarom bieden de gemeenten Middelburg en Vlissingen samen met de betrokken maatschappelijke organisaties een breed aanbod van diensten en producten op het gebied van zorg, welzijn, opvoeden en opgroeien aan via één centraal loket. Porthos en vraagpunt Veere helpen de bewoners van alle drie de gemeenten om hun vraag helder te krijgen en begeleidt hen kosteloos naar antwoorden, advies en concrete hulp. Merendeel van de Vlissingers tevreden over huisarts De huisarts is het eerste aanspreekpunt voor mensen met vragen of problemen rond gezondheid en ziekte. De huisartsenzorg staat bekend als een toegankelijke voorziening. Maar kan iedereen nu en in de toekomst gemakkelijk bij de huisarts terecht? Toegankelijke zorg betekent dat personen die zorg nodig hebben, op tijd en zonder grote drempels, toegang hebben tot die zorg. In 2010 had de gemeente Vlissingen 20 huisartsen. Uit schattingen van de VAAM (Vraag Aanbod Analyse Monitor) blijkt dat Vlissingen in 2015 een huisartsentekort van 2,15 FTE zal hebben. Een kwart van de volwassenen (27%) en ruim de helft (54%) van de ouderen in Vlissingen heeft in de afgelopen twee maanden contact gehad met de huisarts. Het merendeel van de Vlissingers is tevreden over de huisarts. De overheid stelt dat in de spreekkamer nog meer aandacht kan uitgaan naar het ondersteunen en informeren van mensen die (nog) niet ziek zijn, maar wel bij een risicogroep horen. Ook kan bij mensen met bijvoorbeeld een chronische aandoening zelfzorg en zelfmanagement worden bevorderd (VWS, 2011). Stimuleer, initieer en ondersteun integrale zorg In de integrale zorg voor chronische aandoeningen is preventie een essentieel onderdeel van de behandeling. De gemeente Vlissingen stimuleert, initieert en ondersteunt netwerkvorming rond onder andere OGGZ, diabetes en dementie. Ook zet de gemeente in op zorg en ondersteuning dichtbij huis. Ketenzorg ouderen Walcheren is een goed voorbeeld van samenwerking tussen eerste- en tweedelijnszorg, met aandacht voor preventie (zie tekstblok 7). Tekstblok 7. Project Ketenzorg ouderen Walcheren Op Walcheren werken de eerste lijn, de tweede lijn en de gemeente samen om ouderen in staat te stellen langer zelfstandig te kunnen wonen. Het initiatief komt van de huisartsen. Zij hebben een werkwijze ontworpen, waardoor kwetsbaarheid en achteruitgang bij 75-plussers eerder opgemerkt en behandeld kunnen worden. Een werkwijze waarbij de patiënt in het middelpunt staat, maar waarbij men niet zelf langs alle verschillende instanties hoeft. > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Ouderen 35

36 Ruim een derde van de ouderen krijgt hulp Ruim een derde van de ouderen in Vlissingen ontvangt één of meerdere vormen van hulp (mantel-, vrijwilligers-, of professionele hulp) (zie figuur 26). Onder 75-plussers is dit percentage veel hoger dan onder jarigen. krijgt nu mantelzorg 12 krijgt nu hulp van vrijwilliger 11 krijgt nu professionele zorg % ouderen *significant verschil (niet berustend op toeval) met Zeeland Figuur 26 Hulp ontvangen onder ouderen (65 jaar en ouder) in Vlissingen (Bron: Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland). Minder ouderen met vervoersproblemen Het aantal ouderen dat in de gemeente Vlissingen gebruik maakt de taxi is significant gedaald, het aantal dat gebruik maakt van de regiotaxi is gestegen (zie figuur 27). Had in 2007 ruim een kwart (27%) van de Vlissingse ouderen vervoersproblemen, in 2010 is dit gedaald naar 20%. Vervoersproblemen komen vooral voor onder de oudste ouderen (75-plus) fietsen of wandelen eigen auto openbaar vervoer gehaald/gebracht door familie, vrienden, kennissen regiotaxi of deeltaxi gehaald/gebracht door echtgenoot of partner taxi scootmobiel anders % Figuur 27 Vervoer van ouderen (65 jaar en ouder) in Vlissingen in 2007 en 2010 (Bron: Ouderenmonitor 2007 en 2010, GGD Zeeland). In vergelijking met het Zeeuwse gemiddelde gebruiken ouderen in Vlissingen minder vaak de eigen auto (48% vs. 63%). Aan de andere kant maken ze juist meer gebruik van het openbaar vervoer, de regio/deeltaxi, de gewone taxi en een scootmobiel, vergeleken met Zeeland. 36

37 Wmo- en welzijnsvoorzieningen helpen mensen langer zelfstandig te blijven Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en mee doen in de samenleving. Als meedoen of zelfstandig wonen niet lukt zonder hulp, kan iemand de gemeente vragen om ondersteuning, zoals hulp in de huishouding of een rolstoel. Gemeenten voeren de Wmo uit en iedere gemeente legt andere accenten. In Vlissingen ontvingen in 2009 gemiddeld 54,9 per 1000 personen van 18 jaar of ouder huishoudelijke hulp (Giesbers, 2011). In Nederland ligt dit aantal op 39. Van de ouderen in Vlissingen maakt 30% wel eens gebruik van een Wmo-voorziening, dit is hoger dan het Zeeuws gemiddelde (24%). Een derde maakt wel eens gebruik van een welzijnsvoorziening (zie figuur 28). Daarentegen weet één op de elf ouderen niet waar Wmo-voorzieningen te vinden zijn. Het gebruik van welzijnsvoorzieningen is zowel in Vlissingen als in Zeeland tussen 2007 en 2010 gedaald. Het gebruik van welzijnsvoorzieningen is onder 75-plussers groter (46%) dan bij de jongere groep. Voor een aantal voorzieningen is de wens duidelijk groter dan het daadwerkelijk gebruik, zoals bij algemene gezondheidscheck, hulp in huis door een vrijwilliger, ouderenadviseur en hulp bij sociale contacten (zie figuur 28). Voor andere voorzieningen is het juist andersom, bijvoorbeeld bij hulp in de huishouding, rolstoel of scootmobiel, hulp bij administratieve activiteiten, maaltijdverstrekking en eetpunt. Kennelijk weten de ouderen de weg naar deze voorzieningen (relatief) goed te vinden. vervulde behoefte (gebruik) onvervulde behoefte (wens) WMO-VOORZIENINGEN hulp in de huishouding ivm beperking vervoersvoorziening (regiotaxi of deeltaxi) rolstoel of scootmobiel woningaanpassing ivm beperking ondersteuning bij geven van mantelzorg ondersteuning vanwege werk als vrijwilliger WELZIJNSVOORZIENINGEN algemene gezondheidscheck hulp bij administratieve/ financiële activiteiten recreatieve / culturele activiteiten sport/bewegen vanuit activiteitencentrum hulp in en om huis van vrijwilliger maaltijdverstrekking / maaltijdendienst eetpunt ouderenadviseur hulp bij sociale contacten % 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 Figuur 28 Gebruik en behoefte wmo- en welzijnsvoorzieningen van ouderen (65 jaar en ouder) in Vlissingen (Bron: Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland). 37

38 5. Extra aandacht voor kwetsbare groepen Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning is het de taak van gemeenten om kwetsbare groepen te ondersteunen. Het begrip kwetsbaar is echter een abstract begrip waaraan iedere beleidsmaker een eigen invulling geeft, zo blijkt uit onderzoek van MOVISIE ( Voor dit rapport worden er een aantal groepen uitgelicht die vanuit het perspectief van gezondheid, ondersteuning en zorg extra aandacht behoeven. Mensen met een lage opleiding leven in Nederland 6 tot 7 jaar korter dan hoogopgeleiden. Vlissingen heeft een relatief grote groep laagopgeleide mensen. Ook risicogezinnen verdienen extra aandacht. In Vlissingen is 7,5% van de gezinnen een risicogezin. Kwetsbare ouderen nemen vaak veel zorg af en maken meer gebruik van Wmo- en welzijnsvoorzieningen. De meest kwetsbare burgers tot slot vormen de zogeheten OGGz-groep (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg). OGGz-zorg is relatief dure zorg. Door problemen in deze groep eerder te signaleren en op te pakken, kunnen kosten worden bespaard. 5.1 Sociaal economische gezondheidsverschillen Het gaat over het algemeen goed met de gezondheid van de Zeeuwen. Deze gezondheid is echter niet gelijk verdeeld over de bevolking. Zowel in Nederland als in Zeeland bestaan aanzienlijke gezondheidsverschillen tussen lagere en hogere sociaaleconomische groepen. De sociaaleconomische status (ses) is een indicatie van opleidingsniveau, hoogte van inkomen of beroepsstatus. Mensen met een lage opleiding leven in Nederland 6 tot 7 jaar korter dan hoogopgeleiden (van der Lucht & Polder, 2010). Bij lagere sociaaleconomische groepen is al op jonge leeftijd meer ongezondheid zichtbaar en zijn meer risicofactoren voor de gezondheid. In de loop der jaren zijn de gezondheidsverschillen in Nederland ongeveer gelijk gebleven. Er zijn geen aanwijzingen dat deze verschillen de komende jaren zullen afnemen (van der Lucht & Polder, 2010). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Effectieve Preventie Bijna één op de vijf leerlingen is een achterstandsleerling Vlissingen heeft, in vergelijking met Nederland, relatief weinig hoogopgeleiden onder 15- t/m 64-jarigen (CBS, ) (zie figuur 29). Het opleidingsniveau van ouders is een belangrijke indicator voor het risico op leerachterstanden bij kinderen. In 2009 is 18% van de leerlingen op het basisonderwijs in Vlissingen een achterstandsleerling. Dit percentage is hoger dan in Zeeland (13%). Om deze achterstanden te voorkomen en bestrijden, krijgt de school voor deze achterstandsleerlingen extra personele en materiële ondersteuning. Gemeenten en scholen zijn volgens het landelijk onderwijsachterstandenbeleid verplicht om samen afspraken te maken over het verbeteren van de leerprestaties van leerlingen met een achterstand. Deze afspraken resulteren in programma s voor voorschoolse en vroegschoolse educatie (VVE). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor voorschoolse educatie en voor schakelklassen. Scholen zijn verantwoordelijk voor vroegschoolse educatie. 38

39 % Vlissingen Zeeland 10 Nederland 0 Laag Midden Hoog Opleidingsniveau Figuur 29 Opleidingsniveau van de beroepsbevolking (15 t/m 64 jaar) in Vlissingen, Zeeland en Nederland (Bron: CBS ). Gezondheid in achterstandswijken vaker ongunstig De gezondheidsachterstand in lagere sociaaleconomische groepen is voor een deel te verklaren door de vaak ongunstige fysieke en sociale omgeving waarin zij leven. Ook hebben zij vaker een ongezonde leefstijl. Vaak clusteren deze ongunstige factoren zich. Dat vergroot de kans op gezondheidsachterstand (van den Heuvel et al., 2011). In bepaalde wijken wonen veel mensen met een lage ses. Daarnaast hebben de sociale en fysieke leefomgeving een negatieve invloed op de gezondheid en leefstijl. De wijk is daarmee zowel vindplaats als oorzaak van gezondheidsachterstanden (van den Heuvel et al., 2011) (zie tekstblok 8). Tekstblok 8. Gezondheidsachterstanden in wijken Communities that Care (CtC) is een wijkgerichte aanpak die probleemgedrag onder jongeren in een vroeg stadium signaleert en aanpakt, met als uiteindelijke doel een veilige en constructieve leefomgeving te scheppen. In 2009 is, in het kader van CtC, een onderzoek uitgevoerd in de Zeeuwse gemeenten Goes, Middelburg, Vlissingen en Terneuzen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat in een wijk met een lagere sociaaleconomische status meer probleemgedragingen onder jongeren voorkomen. In dergelijke wijken zijn minder beschermende factoren en meer risicofactoren aanwezig dan in wijken met een hogere sociaaleconomische status. In Vlissingen wordt is in het Middengebied Communities that Care ingezet. Aantal voortijdig schoolverlaters gedaald Een lagere sociaaleconomische status is niet alleen oorzaak van gezondheidsachterstand. Andersom kunnen gezondheidsproblemen ook de oorzaak zijn van een lage sociaaleconomische status (van den Heuvel et al., 2011). Gezondheidsproblemen bij kinderen en jongeren zijn vaak een belangrijke oorzaak van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Het percentage voortijdig schoolverlaters (12- tot 25- jarigen) in Vlissingen is gedaald van 5,8% in 2004 naar 4,4% in (CBS, ). Voorkomen van schooluitval is beter dan genezen. Jongeren die stoppen met hun de opleiding halen geen startkwalificatie (diploma havo, vwo of mbo niveau 2). Het behalen van een startkwalificatie geeft een beter perspectief op de arbeidsmarkt en daarmee op een eigen plek in de samenleving. Dit is niet alleen goed voor de jongere zelf, maar ook voor maatschappij en de economie ( De gemeente Vlissingen spant zich al enige tijd in om dit percentage verder omlaag te krijgen. Verschillende projecten zijn ingezet waaronder het ziekteverzuimproject op scholen voor voortgezet onderwijs door de Jeugdgezondheidszorg. Het is belangrijk om te blijven nagaan of deze inspanningen voldoende zijn. 39

40 5.2 Risicogezinnen Percentage risicogezinnen relatief hoog De kans op een negatieve ontwikkeling bij kinderen is groot wanneer de risicofactoren in een gezin zich opstapelen (Hermanns et al., 2005; Peters & Woldringh, 1993). Van de gezinnen met jonge kinderen in Vlissingen is in ,5% een zogenaamd risicogezin (verhoogd risico met weinig beschermende factoren 3 ) (Smit & Braat, 2011). In de periode was dit percentage nog 10,1%. Het percentage risicogezinnen is hoger dan het gemiddelde van Zeeland (3,6%), en het hoogste van alle Zeeuwse gemeenten. Naarmate in een gezin meer risicofactoren en minder beschermende factoren aanwezig zijn, is de kans groter dat een kind problemen ontwikkelt (bijvoorbeeld gedrags- of ontwikkelingsproblemen, uitval op school of crimineel gedrag). Versterk de eigen kracht van risicogezinnen Het is van belang om risicogezinnen en risicokinderen in beeld te hebben en waar nodig vroegtijdig hulp te bieden. Het inventariseren en vastleggen van een beperkt aantal risico- en beschermende factoren bij de screening en registratie in de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) kan daaraan een bijdrage leveren. Dit kan tevens aanknopingspunten bieden om beschermende factoren te benutten zoals overeenstemming over opvoeding of de mogelijkheid om hulp in te roepen bij de opvoeding. Deze beschermende factoren vergroten de veerkracht van een gezin. Dit sluit goed aan bij de trend in de hulpverlening om steeds meer te focussen op ondersteuning van het netwerk in plaats van op een (geïsoleerd) probleem. In Vlissingen zijn diverse initiatieven (zie tekstblok 9) Tekstblok 9. Risicogezinnen Ten behoeve van risicozwangeren is in Vlissingen de interventie Veilige start ontwikkeld. Daarnaast zijn er jonge moedergroepen en wordt via Homestart ingespeeld op gezinnen met tijdelijke ondersteuningsvragen. Aparte aandacht is er daarnaast voor risicojongeren. Als een van de 22 Antillianengemeenten in Nederland heeft Vlissingen in de periode een succesvolle aanpak voor Antilliaanse risicojongeren ontwikkeld. Deze aanpak getiteld Doorstart zal in de periode worden verbreed naar alle groepen risicojongeren. Het gaat om een combinatie van groepsgebonden en persoonsgerichte aanpak. In het kader van Doorstart wordt nauw samengewerkt met Porthos, het Veiligheidshuis en alle verbonden partijen. 5.3 Kwetsbare ouderen Een vijfde van de ouderen is kwetsbaar Kwetsbaarheid 4 bij ouderen is het resultaat van de opeenstapeling van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren. Dit vergroot de kans op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname, overlijden) (van Campen, 2011). 3 Gebaseerd op elf risicofactoren: eenoudergezin, vier of meer kinderen in het gezin, laag gezinsinkomen, laag geboortegewicht kind, kind in het ziekenhuis opgenomen geweest, kind met gehandicapt broertje of zusje, middelengebruik een van de ouders, kind met moeilijk temperament, een van de ouders is depressief (geweest), laagopgeleide ouders, slechte woonsituatie. Bij drie tot en met elf risicofactoren spreken we van een gezin met een verhoogd risico, een risicogezin. Naast risicofactoren zijn er ook zogenaamde beschermende factoren. Dit zijn factoren die de werking van risicofactoren kunnen dempen, maar slechts in beperkte mate. Het gaat hier om volgende factoren: overeenstemming over de opvoeding tussen de ouders, mogelijkheid om te praten over opvoeding met anderen, mogelijkheid om hulp in te roepen van buiten, ouder is over het algemeen tevreden over de buurt, beide ouders zijn religieus/levensbeschouwelijk en beide ouders hebben een betaalde baan. Bij vier tot en met zes beschermende factoren spreken we in dit onderzoek van verhoogde bescherming. 4 In de Ouderenmonitor Zeeland worden ouderen kwetsbaar genoemd als ze te maken hebben met zowel hoge draaglast als een lage draagkracht. Van kwetsbaarheid is sprake wanneer de draaglast van een persoon (de problemen en opgaven waarvoor iemand zich gesteld ziet), langdurig groter is dan zijn draagkracht (zijn persoonlijke competenties en de hulpbronnen in de omgeving waarover hij of zij kan beschikken). 40

41 Van de ouderen in Vlissingen heeft 42% een hoge draaglast. Dat betekent dat deze groep niet zelfredzaam is en/of beperkt is door lichamelijke gezondheid. Ouderen met een lage draagkracht zijn ouderen die alleen wonen en/of alleen AOW hebben. Dit percentage is in Vlissingen 40%. Van de ouderen in Vlissingen is 22% een kwetsbare oudere. Het aantal kwetsbare ouderen neemt met de leeftijd toe. Zo is onder jarigen 10% kwetsbaar terwijl dit onder 75-plussers 34% is. Kwetsbare ouderen maken meer gebruik van en hebben meer behoefte aan Wmo-welzijnsvoorzieningen (zie tabel 1). Wat vooral aandacht verdient, is de zogeheten onvervulde behoefte. Deze ouderen zijn immers al kwetsbaar en juist zij ondervinden ook belemmeringen om deze voorzieningen te gebruiken. Kwetsbare ouderen ontvangen ook meer hulp, zowel professionele hulp, als mantelzorg of vrijwilliger hulp. Tabel 1. Zorg en gebruik voorzieningen onder kwetsbare en niet-kwetsbare ouderen (65 jaar en ouder) in Zeeland (Bron: Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland) niet kwetsbaar kwetsbaar Wil informatie over een Wmo-voorziening maar weet niet waar deze is te verkrijgen 17% 27% Heeft het afgelopen jaar gebruik gemaakt van een Wmo-voorziening 13% 67% Heeft behoefte aan een Wmo-voorziening maar maakt daar (nog) geen gebruik van 7% 24% Gebruikt wel eens een welzijnsvoorziening 29% 54% Heeft behoefte aan een welzijnsvoorziening maar gebruik deze (nog) niet 26% 41% Ontvangt mantelzorg 5% 35% Krijgt professionele hulp 15% 68% Krijgt hulp van vrijwilliger 5% 24% 5.4 Meest kwetsbare burgers Kwetsbaarheid heeft veel gezichten. Van sociale kwetsbaarheid is sprake als de draaglast van een persoon (de problemen en opgaven waarvoor iemand zich gesteld ziet), langdurig groter is dan zijn draagkracht (zijn persoonlijke competenties en de hulpbronnen in de omgeving waarover hij of zij kan beschikken). Er zijn veel verschillende groepen kwetsbaren te onderscheiden. De meest kwetsbare groepen zijn de doelgroepen die vallen onder de laatste drie prestatievelden van de Wmo (maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg, verslavingsbeleid en de aanpak van huiselijk geweld). Over deze groep gaat deze paragraaf. Het ontwikkelen en uitvoeren van (intersectoraal) beleid ten behoeve van sociaal kwetsbare burgers hoort tot het domein van de OGGz. Alle partijen die binnen het OGGz veld werkzaam zijn, hebben eigen wettelijke kaders en financieringsbronnen, zoals bijvoorbeeld de Awbz, de Zvw, de Wopz, de Woningwet, de Wmo, de Politiewet en diverse justitiële regelingen. Duidelijke informatie over de exacte omvang van de OGGz groep ontbreekt, evenals kennis over de doelmatigheid en effectiviteit van interventies en de resultaten van beleid. In het gezondheidsprofiel staan de beschikbare cijfers voor gemeente Vlissingen. In diverse onderzoeken wordt de omvang van de OGGz groep geschat op ongeveer 1% van de bevolking. Dit zou voor de gemeente Vlissingen uitkomen op ongeveer 450 mensen. Het risico bestaat dat deze groep zal toenemen. Opvallend is dat van het aantal meldingen bij het Zeeuwse Meld en actiepunt Bemoeizorg zorg (MAB) een vierde van de meldingen uit Vlissingen komt. 41

42 OGGz is relatief dure zorg; het is zeer arbeidsintensief. Bovendien worden kosten gemaakt om de samenwerking tussen de verschillende partijen te organiseren. Het is onbekend hoeveel OGGz landelijk kost. Op basis van registratiegegevens is berekend dat een hulpverleningstraject aan één dak- en thuisloze ruim euro kost (Rijksoverheid, 2006). Door problemen eerder op te pakken, kunnen kosten worden bespaard. > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Kwetsbare burgers 42

43 6. Conclusies en aanbevelingen Bevolking Vergrijzing en bevolkingsdaling versterken de noodzaak van preventie De bevolking van Vlissingen wordt steeds ouder en het aantal chronisch zieken neemt toe. Tegelijkertijd daalt de beroepsbevolking. Vlissingen ontgroent meer dan de rest van Zeeland. Het risico bestaat dat de zorg en de betaalbaarheid ervan in de knel komen. Dit verklaart de roep om preventie. Want een gezonde bevolking is langer zelfredzaam en is langer in staat om zelfstandig te participeren in de samenleving. Bovendien is een gezonde bevolking goed voor de economie. Vlissingen moet daarom actief blijven inzetten op preventief beleid. Gezondheid en gedrag Meer volwassenen en ouderen met een chronische aandoening Met de meeste burgers gaat het goed maar er zijn wel punten van zorg. Hiervoor is aandacht nodig. Veel inwoners van Vlissingen kampen met chronische aandoeningen. Dit is mogelijk een verklaring voor het grotere beroep op WMO voorzieningen. Ruim een kwart van de jongeren, ruim vier op de tien volwassenen en drie kwart van de ouderen heeft minstens één chronische aandoening. Meer ouderen ervaren hun gezondheid als matig tot slecht in vergelijking met Zeeland. Ook voelen meer ouderen zich beperkt in hun bezigheden door hun gezondheidstoestand en ADL-activiteiten (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen). Overgewicht neemt toe met de leeftijd. In Vlissingen hebben de 5-jarigen meer overgewicht en de 5- en 3,9 jarigen meer obesitas (ernstig overgewicht) dan in de rest van Zeeland. Deze groepen verdienen extra aandacht in een structurele aanpak. In het effectief bewezen Walcherse programma Fit & Food kunnen ook kinderen van deze leeftijd deelnemen. Een dergelijk programma zou een onderdeel moeten zijn van een integrale structurele aanpak. Zet in op bewegen om het grote aantal chronische aandoeningen terug te dringen Een gezonde leefstijl is belangrijk om gezond te zijn en te blijven. Vooral beweging is belangrijk. Dit begint al bij kinderen. Veel kinderen kijken al op jonge leeftijd veel televisie en spelen niet vaak buiten. Maar ook een groot deel van de volwassenen en ouderen bewegen onvoldoende. Om het hoge aantal chronische aandoeningen terug te dringen, is het van belang om de gezonde leefstijl bij alle inwoners van Vlissingen te stimuleren. Vlissingen zet al fors in op bewegen via Vlissingen in Beweging. Ook het traject scoolsport beidt kansen om kinderen dagelijks te laten bewegen. Continueer deze investeringen. In Vlissingen wordt met het project Laat ze niet (ver)zuipen! al veel aandacht gegeven aan het drinken van alcohol. Dit is een goed voorbeeld van een effectief bewezen integrale aanpak. Het is aannemelijk dat de tendens dat er minder wordt gedronken mede hier aan toe te schrijven is. Maar ook samenwerking met het bedrijfsleven en/of samenwerking met supermarkten behoort tot de mogelijkheden om gezond gedrag te stimuleren. In de Handreiking Gezonde Gemeente staan nog veel meer aanbevelingen voor integraal beleid. Ook staat hier in een overzicht met geschikte interventies. Gezonde en veilige omgeving Ruim de helft van de volwassenen is ontevreden over de sociale samenhang De sociale omgeving van mensen is van grote invloed op hun welzijn. Pesterijen onder kinderen en eenzaamheid onder volwassenen en ouderen komen ook in nog relatief veel voor. Extra inzet op preventie van pesten en omgaan met elkaar is aan te bevelen aangezien dit van invloed is op een veilige en gezonde leefomgeving. Aantal meldingen van kindermishandeling is relatief hoog in Vlissingen. Volwassenen en ouderen geven vaker aan dat ze zich in hun buurt niet veilig voelen in vergelijking met Zeeland. Ruim de helft van de volwassenen in Vlissingen is ontevreden over de sociale samenhang in de 43

44 buurt. Sociale samenhang is belangrijk voor gezondheid en voor het met plezier (blijven) wonen in een buurt. De sociale omgeving verbeteren is mogelijk Vlissingen zet in op de sociale omgeving via de herinrichting van het welzijnswerk volgens Welzijn Nieuwe stijl, het gecombineerde CJG/Wmo loket Porthos, gericht werken in de wijken op het terrein van Schoon, Heel en Veilig, en periodieke burgerschouw. Voor de wijk Middengebied wordt Communities that Care ingezet met als doel een veilige constructieve leefomgeving te scheppen. De Handreiking Gezonde Wijk biedt ondersteuning en praktische handvatten om op een integrale manier de leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Wees bewust van de risico s in de omgeving Voor wat betreft het milieu zijn in de gemeente Vlissingen de industriegebieden en de havens belangrijk. Deze hebben een grote economische waarde. Tegelijkertijd is het ook nodig bewust te zijn van de risico s. In Vlissingen hebben veel mensen last van geluidshinder. In Vlissingen wordt de woonkamer minder geventileerd. Het binnenmilieu is door goed te ventileren vrij eenvoudig te verbeteren. In Vlissingen is daar onder meer aandacht voor via het project Frisse scholen. Maatschappelijke participatie en zorg Stimuleer bedrijven de gezondheid van werknemers te bevorderen De komende jaren daalt de beroepsbevolking in Vlissingen. Het is daarom belangrijk dat de mensen die kunnen werken dit ook zo lang mogelijk gezond kunnen blijven doen. Hiervoor is een gezonde en actieve leefstijl belangrijk. Ook voor werkgevers zijn gezonde werknemers belangrijk. De gemeente kan bedrijven stimuleren om te werken aan gezondheidsbevordering bij hun werknemers. Dit kan bijvoorbeeld door agendasetting, sportfaciliteiten te creëren op de werkplek, vroegtijdige signalering van overbelasting of schulden en door een gezonde bedrijfskantine. De Handreiking Gezond Werk kan hierbij behulpzaam zijn. Ondersteun mantelzorgers om zelfredzaamheid te stimuleren Een terugtrekkende overheid vraagt meer inzet van de bevolking. Daarnaast neemt, mede door de veranderende bevolkingssamenstelling, de zorgvraag toe. Hierdoor worden mantelzorg en vrijwilligerswerk nog belangrijker. Cijfers laten zien dat al veel inwoners van Vlissingen zich bezighouden met vrijwilligerswerk of mantelzorg. Zowel het percentage jongeren en ouderen dat vrijwilliger is blijft achter bij het Zeeuwse percentage. Actief vrijwilligers werven, zorgen voor vrijwilligerswerk dat aansluit bij de behoeften van de burgers en het ondersteunen van (jonge) mantelzorgers zijn taken voor de gemeente. Vlissingen is momenteel bezig om deze ondersteuning vorm te geven. Het ontbreken van deze ondersteuning is mogelijk een van de redenen waardoor het aantal vrijwilligers minder is in vergelijking met Zeeuwse cijfers. Om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van prestatieveld 4 van de Wmo zijn de basisfuncties mantelzorg ontwikkeld. Gemeenten kunnen deze basisfuncties gebruiken om de huidige situatie in hun gemeente in kaart te brengen en eventuele verbeterpunten worden op deze manier zichtbaar. Ook is het belangrijk om inwoners ervan bewust te maken dat de verantwoordelijkheid voor het welbevinden bij hen wordt teruggelegd. Door buurtinitiatieven te ondersteunen (met advies, budget en op andere manieren), worden mensen gestimuleerd om samen weer het heft in handen te nemen. 44

45 Stimuleer ketensamenwerking in de zorg Daar waar mensen het zelf niet meer kunnen, is professionele zorg nodig. Het is van belang dat zorginstanties deze in goede samenwerking leveren. Ketensamenwerking is in deze een kernbegrip. De gemeente kan deze samenwerking stimuleren en faciliteren. Maar het gaat hier dan niet alleen om de samenwerking tussen formele instanties. Ook samenwerking met het informele circuit (vrijwilligers, sleutelfiguren in de buurt en mantelzorgers) is van belang. De gemeente Vlissingen zou initiatieven op dit gebied moeten blijven stimuleren. Tenslotte is het belangrijk om ook in de (eerstelijns)zorg aandacht te houden voor preventie. In Vlissingen is hierover steeds meer contact en afstemming met de eerste lijn door projecten als Ketenzorg ouderen Walcheren en Het lokaal beweegnetwerk. De meeste gezondheidswinst is te behalen bij mensen met een gezondheidsachterstand Met veel inwoners van de gemeente Vlissingen gaat het gelukkig goed. Toch zijn er ook inwoners die extra aandacht behoeven. Bij mensen met een lage ses ontstaat al op jong leeftijd gezondheidsachterstand. Deze achterstand wordt met het vorderen van de leeftijd alsmaar groter. Ook risicogezinnen en kwetsbare ouderen verdienen extra aandacht. Tijdige signalering van problemen is hierbij van groot belang. Vervolgens zal intensieve samenwerking tussen instanties nodig zijn om deze groepen op een juiste manier te begeleiden en te ondersteunen. Tot slot zijn er de meest kwetsbare burgers. Dit zijn de mensen die vallen onder de laatste drie prestatievelden van de Wmo. Deze groep wordt de komende jaren groter. Tijdige signalering en een sluitend netwerk voor deze groep is van cruciaal belang. 45

46 Literatuur Agt van HME. Language disorders in children. Impact and the effects of screening. Erasmus Universiteit Rotterdam, 16 maart Bergstra A.D. Buitenmilieu. Infokaart Volwassenen Zeeland. Enquête 19 t/m 64 jarigen 2009, Goes GGD Zeeland, Campen C van (red). Kwetsbare ouderen. Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag, Cox E, Nannes R, Schulte M, Vakgroep Logopedie Nederland. Preventieve logopedie. Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF), Woerden, CZV, College voor Zorgverzekeringen. Signalementen Mondzorg Diemen, januari Deeg DJH (VUmc), Picavet HSJ (RIVM), Galenkamp H (VUmc). Wat is de relatie met ziekten en determinanten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\functioneren en kwaliteit van leven\ervaren gezondheid, 24 juli 2009 Dorsselaer S van, Looze M de et al. HBSC Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. Utrecht: Trimbos-instituut, Eysink PED, Poos MJJC. Levensverwachting. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Toolkit regionale VTV. Bilthoven: RIVM, < Toolkit regionale VTV\Inhoud\Indicatoren en bronnen\gezondheidstoestand, 5 augustus Franken L, van Gorsel W, van Overbeek van Sluijs J. Sociale atlas Zeeland Middelburg: Scoop, Giesbers H (RIVM). Personen met huishoudelijke hulp (Wmo) In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Zorgatlas\Zorg\Langdurige zorg, 28 maart Graaf de et al. Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e Rutger Nisso Stichting, SOA Aids, januari Hermanns J/ Van Dorp, Schrijvers G, Öry F. Helpen bij opgroeien en opvoeden: eerder, sneller en beter : een advies over vroegtijdige signalering en interventies bij opvoed- en opgroeiproblemen: advies uitgebracht op verzoek van Staatssecretaris drs. C. Ross. Utrecht : Inventgroep, Hertog FRJ den (RIVM). Inrichting buurt/wijk samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Fysieke leefomgeving\inrichting buurt/wijk, 30 januari 2012.) 46

47 Hertog FRJ den (RIVM). Hoe beïnvloedt een gezond ingerichte buurt of wijk de gezondheid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Fysieke leefomgeving\inrichting buurt/wijk, 27 januari Heuvel EFM van den, Jacobs-van der Bruggen MAM, van der Lucht F, van Bon-Martens MJH. Gezondheid telt! In Hart voor Brabant Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning. s Hertogenbosch: GGD Hart voor Brabant, Hoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG. Gezondheid en determinanten. Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010: Van gezond naar beter. RIVM-rapport nr: Bilthoven: RIVM, Jongeneel WP. Wat is binnenmilieu? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Fysieke leefomgeving\binnenmilieu, 23 juni Jongeneel WP. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van een slechte binnenmilieukwaliteit? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Fysieke leefomgeving\binnenmilieu, 23 juni Kooijker SE. Nederlanders aan het woord over gezondheid en gezond leven. Achtergrondrapport bij de VTV 2010 Van gezond naar beter. RIVM, Bilthoven en Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), Den Haag. April Klages U, Bruckner A, Zentner A. Dental aesthetics, self-awareness, and oral health-related quality of life in young adults. Eur J Orthod (2004) 26(5): doi: /ejo/ Kok M de, van Gestel A, Meertens Y, van den Dobbelsteen E, Spijkers K, Dijkema P. Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant. Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, Kroon de M. Proefschrift The Terneuzen Birth Cohort. Detection and prevention of adult overweight and cardiometabolic risk from infancy onward. VU medisch centrum, september Kuunders MMAP (RIVM), Laar MW van (Trimbos-instituut). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van alcoholgebruik? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Leefstijl\Alcoholgebruik, 24 maart Lanting CI, Rijpstra A. Peiling melkvoeding van zuigelingen in Borstvoeding in de provincie Zeeland. TNO rapport, april

48 Lucht F van der, Polder JJ. Van gezond naar beter. Kernrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning RIVM-rapport nr Bilthoven: RIVM, Meijer S (RIVM), Schoemaker C (RIVM). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van psychische problemen bij jeugd? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\functioneren en kwaliteit van leven\psychisch functioneren\psychisch functioneren jeugd, 23 september Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg. Geraadpleegd, april Movisie, landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, sociale zorg en sociale veiligheid. Geraadpleegd, april NJI, Nederlands Jeugd Instituut. Dossier pesten. Geraadpleegd, april Oliveira de C, Watt R, Hamer M. Toothbrushing, inflammation, and risk of cardiovascular disease: results from Scottish Health Survey. BMJ 2010;340:c2451. Passchier Vermeer W., et al. Milieu en Gezondheid 2001: Overzicht van risico's, doelen en beleid. TNO Peeters J, Woldringh C. Leefsituatie van kinderen tot 12 jaar in Nederland. Nijmegen : Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen, Post N (red.). Wat zijn maatschappelijke baten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Bevolking\Maatschappelijke baten, 7 december Post NAM, Zwakhals SLN, Polder JJ. Maatschappelijke baten. Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010: Van gezond naar beter. RIVM-rapport nr: Bilthoven: RIVM, Rijksoverheid en de vier grote steden (G4). Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang. Den Haag, februari Ruijsbroek JMH (RIVM), Verweij A (RIVM). Wat zijn mogelijke gezondheidsgevolgen van sociale cohesie? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Sociale leefomgeving\sociale cohesie, 22 juni Savelkoul M (RIVM), Tilburg TG van (VU). Wat zijn mogelijke gezondheidsgevolgen van eenzaamheid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas 48

49 Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Sociale leefomgeving\eenzaamheid, 20 september Savelkoul M (RIVM), Tilburg TG van (VU). Welke factoren beïnvloeden eenzaamheid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, < Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Sociale leefomgeving\eenzaamheid, 20 september Schoemaker CG, Schrijvers CTM. Spelen met gezondheid. Leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. RIVM, Bilthoven, Smit A, Braat H. Themarapport Zicht op risicokinderen en hulp. Jeugdmonitor Zeeland, Middelburg: Scoop, Smit A, Gorsel van W. Themarapport plus Eenzaamheid bij kinderen. Jeugdmonitor Zeeland, SCOOP, Middelburg, juni Smit A. Sociale staat van Zeeland. Provinciaal rapport Middelburg: Scoop, Trimbos Instituut. Geraadpleegd, april VWS, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Gezondheid dichtbij. Landelijke nota gezondheidsbeleid. Den Haag: VWS, mei Wetten J. van. Brochure: Een groene wijk: inspiratie voor de praktijk. EMGO, LNV, Kenniscentrum recreatie, Plant Publicity, GGD Nederland, WHO (2006). Preventing Disease Through Healthy Environments - Towards an estimate of the environmental burden of disease. Pruss- Ustun A. and C. Corcalan. WHO, Geneva Website van ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Geraadpleegd, april Website ontwikkeld door het Trimbos Instituut en bedoelt voor jongeren vanaf 16 tot ongeveer 25 jaar die uitgaansdrugs en alcohol gebruiken. Website kenniscentrum maatschappelijke stage. Geraadpleegd, april Zantinge EM, Wilk EA van der, Wieren S van, Schoemaker CG. Gezond ouder worden in Nederland. RIVM-rapport nr /2011. Centrum voor Volksgezondheid Toekomstverkenningen

50 Gegevensbronnen CBS StatLine De elektronische databank van het CBS; statistieken gezondheidstoestand CBS-POLS Periodiek Onderzoek Leef Situatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek GGD Zeeland Gezondheidsmonitor Zeeland. Volwassenenmonitor jaar (2009), Ouderenmonitor 65+jaar (2010), Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar (2010). PRIMOS Bevolkingsprognose Zeeland van de Provincie Zeeland (2012) SCOOP Jeugdmonitor Zeeland. Enquête Klas 3 voortgezet onderwijs (2011), Primair onderwijs (2010), Ouders Jonge Kinderen (2009). VAAM Vraag Aanbod Analyse Monitor Colofon Op uw gezondheid! Lokaal rapport van de Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2012 Tekst: GGD Zeeland Vormgeving: de Wilde Zeeuw en GGD Zeeland Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Zeeland 50

51 Gezondheidsprofiel Hier vindt u het gezondheidsprofiel van de gemeente Vlissingen. De meeste cijfers komen uit de gezondheidsmonitors van GGD Zeeland. Deze monitors zijn Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar (in samenwerking met de Jeugdmonitor Zeeland), Volwassenenmonitor 19 t/m 64 jaar en Ouderenmonitor 65 jaar en ouder. Om de vier jaar verzamelt de GGD Zeeland via een enquête (schriftelijk en/of digitaal) informatie over de gezondheid van deze leeftijdgroepen. Een representatieve steekproef per gemeente levert hiervoor betrouwbare cijfers. De laatst uitgevoerde monitors vonden plaats in 2009 voor volwassenen en 2010 voor jongeren en ouderen. Daarnaast worden cijfers gebruikt uit de registraties van de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Zeeland uit De JGZ voert op 5-, 10- en 13-jarige leeftijd preventieve gezondheidsonderzoeken uit. Ook worden cijfers gebruikt van de Jeugdmonitor Zeeland (SCOOP). Dit betreft de monitors Ouders Jonge Kinderen ouders van kinderen van 3 en 4 jaar (2009), Primair onderwijs groep 6 basisonderwijs (2010) en Onderzoek klas 3 voortgezet onderwijs (VO) 14- en 15-jarigen (2011). Deze laatste monitors worden uitgevoerd via het onderwijs en de monitor Ouders Jonge Kinderen via een steekproef uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). In het gezondheidsprofiel vindt u een vergelijking van de cijfers van Vlissingen met die van Zeeland. Waar cijfers gunstig afwijken van het Zeeuwse gemiddelde staat een groen driehoekje ( ) achter het cijfer. Indien het cijfer ongunstig afwijkt, staat een rood driehoekje ( ) achter het cijfer. De belangrijkste bevindingen uit het gezondheidsprofiel staan in de tekst van het rapport vermeld. Voor meer cijfers en achtergrondinformatie kunt u de websites GGD gezondheidsatlas en Regionaal Kompas raadplegen. 51

Lokaal rapport. Gemeente Middelburg. Auteurs. P.C. van Klinken, K. Weterings

Lokaal rapport. Gemeente Middelburg. Auteurs. P.C. van Klinken, K. Weterings Lokaal rapport Gemeente Middelburg Auteurs P.C. van Klinken, K. Weterings Goes, juli 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen... 4 Inleiding... 6 1. De inwoners van Middelburg... 8 2. Van levensfase

Nadere informatie

Lokaal rapport. Gemeente Kapelle

Lokaal rapport. Gemeente Kapelle Lokaal rapport Gemeente Kapelle H.J. Bos, L.M. de Bruijne Goes, juni 2012 1 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen... 4 Inleiding... 6 1.De inwoners van Kapelle... 8 2.Van levensfase naar levensfase:

Nadere informatie

Lokaal rapport. gemeente Sluis. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos

Lokaal rapport. gemeente Sluis. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos Lokaal rapport gemeente Sluis J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos Goes, mei 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen... 4 Inleiding... 6 1. De inwoners van Sluis... 8 2. Van levensfase

Nadere informatie

Gemeente Schouwen-Duiveland

Gemeente Schouwen-Duiveland Lokaal rapport Gemeente Schouwen-Duiveland H.J. Bos, K. Weterings Juni 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Kernboodschappen... 3 Inleiding... 6 1. De inwoners van Schouwen-Duiveland... 8 2. Van levensfase naar

Nadere informatie

Lokaal rapport. gemeente Terneuzen. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos.

Lokaal rapport. gemeente Terneuzen. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos. Lokaal rapport gemeente Terneuzen J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos Goes, mei 2012 Goes, mei 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen...

Nadere informatie

Lokaal rapport. gemeente Goes

Lokaal rapport. gemeente Goes Lokaal rapport gemeente Goes H.J. Bos, L.M. de Bruijne Goes, september 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen... 4 Inleiding... 6 1. De inwoners van Goes... 8 2. Van levensfase naar levensfase:

Nadere informatie

Lokaal rapport. gemeente Terneuzen. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos

Lokaal rapport. gemeente Terneuzen. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos Lokaal rapport gemeente Terneuzen J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos Goes, mei 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen... 4 Inleiding... 6 1. De inwoners van Terneuzen... 8 2. Van

Nadere informatie

Lokaal rapport. gemeente Hulst. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos

Lokaal rapport. gemeente Hulst. J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos Lokaal rapport gemeente Hulst J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos J.M.J. van Schaik, L.M. de Bruijne, H.J. Bos Goes, mei 2012 Goes, mei 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen...

Nadere informatie

Lokaal rapport. Gemeente Tholen. H.J. Bos, L.M. de Bruijne

Lokaal rapport. Gemeente Tholen. H.J. Bos, L.M. de Bruijne Lokaal rapport Gemeente Tholen H.J. Bos, L.M. de Bruijne Goes, juni 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen... 4 Inleiding... 6 1. De inwoners van Tholen... 8 2. Van levensfase naar levensfase:

Nadere informatie

Lokaal rapport. gemeente Reimerswaal. M.A.M. Vergouwe, K.W. Weterings

Lokaal rapport. gemeente Reimerswaal. M.A.M. Vergouwe, K.W. Weterings Lokaal rapport gemeente Reimerswaal M.A.M. Vergouwe, K.W. Weterings Goes, augustus 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Belangrijkste bevindingen... 4 Inleiding... 6 1. De inwoners van Reimerswaal... 8 2. Van levensfase

Nadere informatie

Lokaal rapport. gemeente Borsele. M.A.M. Vergouwe, K.W. Weterings

Lokaal rapport. gemeente Borsele. M.A.M. Vergouwe, K.W. Weterings Lokaal rapport gemeente Borsele M.A.M. Vergouwe, K.W. Weterings Goes, augustus 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Inleiding... 6 1. De inwoners van Borsele... 8 2. Van levensfase naar levensfase: gezondheid en

Nadere informatie

Lokaal rapport. Gemeente Veere. Auteurs. P.C. van Klinken K.C.G. Weterings

Lokaal rapport. Gemeente Veere. Auteurs. P.C. van Klinken K.C.G. Weterings Lokaal rapport Gemeente Veere Auteurs P.C. van Klinken K.C.G. Weterings Augustus 2012 Inhoud Voorwoord... 3 Inleiding... 4 1. De inwoners van Veere... 8 2. Van levensfase naar levensfase: gezondheid en

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012 Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012 Wat is E-MOVO q Onderzoek onder 2 e en 4 e klassers, nu 3 e keer q Vragenlijst wordt digitaal in klas ingevuld

Nadere informatie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015 Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015 Inleiding In het schooljaar 2014/2015 is voor de 4 e keer Emovo uitgevoerd onder 2 e en 4 e

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Kerkrade Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant: Bouwstenen nota volksgezondheid 2013-2016 Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant: Renate Martens en Ivanka van der Veeken Bouwstenen Evaluatieverslag nota volksgezondheid 2008-2011 Landelijke nota gezondheidsbeleid

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Stein Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Gemeente Zaanstad en Molenwerf Gemeente en Molenwerf Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Gezondheid en sociaal domein verbonden

Gezondheid en sociaal domein verbonden Algemene kenmerken Leefstijl Lichamelijke gezondheid Mentale gezondheid Zorggebruik Fysieke leefomgeving Sociale leefomgeving Sociaal economische status Zelfredzaamheid Samenredzaamheid Gezondheid en sociaal

Nadere informatie

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Zaanstad Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Zaanstad. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen Ouderenmonitor 2011 Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen De Ouderenmonitor is een onderzoek naar de lichamelijke, sociale en geestelijke

Nadere informatie

Gezond meedoen in Sittard-Geleen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Sittard-Geleen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Sittard-Geleen Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk

Nadere informatie

Gezond meedoen in Gulpen-Wittem. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Gulpen-Wittem. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Gulpen-Wittem Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk

Nadere informatie

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Gemeente Zeevang Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Zeevang. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per

Nadere informatie

Gezondheidsprofiel Boxtel Oost

Gezondheidsprofiel Boxtel Oost Gezondheidsprofiel Boxtel Oost Verbinden preventie-curatie Presentatie wijkteam 6 februari 2014 Marije Scholtens (GGD Hart voor Brabant), Nicole de Baat (Robuust) Programma 16.00 16.05 welkom en voorstelrondje

Nadere informatie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar speerpuntennotitie? Wat doen/deden we al? Welke gezondheidsproblemen

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

Kinderen in Oost gezond en wel?

Kinderen in Oost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Oost gezond en wel? 1 Wat valt op in Oost? Voor Oost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? 1 Wat valt op in Nieuw-West? Voor Nieuw-West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor

Nadere informatie

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Kinderen in Zuidoost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuidoost gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuidoost? Voor Zuidoost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor

Nadere informatie

Gezond meedoen in Nuth. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Nuth. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Nuth Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Gezond meedoen in Vaals. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Vaals. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Vaals Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per onderwerp beschreven

Nadere informatie

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016 Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020 Workshop 18 februari 2016 Programma 9.30 uur Welkom Toelichting VTV 2014 en Kamerbrief VWS landelijk gezondheidsbeleid Concept Positieve Gezondheid Wat is integraal gezondheidsbeleid?

Nadere informatie

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april 2008. Inleiding. Roken

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april 2008. Inleiding. Roken Themarapport Voortgezet onderwijs NR Gezonde Leefstijl april 008 De Jeugdmonitor Zeeland is een samenwerkingsverband van de Provincie Zeeland, de 13 Zeeuwse gemeenten en verschillende instellingen die

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie

Gezond meedoen in Landgraaf. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Landgraaf. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Landgraaf Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op

Nadere informatie

Resultaten screening. Boxmeer. 9 % % heeft soms 2014-2015. klas 2 VO 2014-2015. Medische problemen. gewicht. aandachtsleerlingen. ernstig ondergewicht

Resultaten screening. Boxmeer. 9 % % heeft soms 2014-2015. klas 2 VO 2014-2015. Medische problemen. gewicht. aandachtsleerlingen. ernstig ondergewicht 214-215 onderzoek onderzoeksperiode klas 2 VO 214-215 aantal mogelijke aandachtsleerlingen aantal vragenlijsten ingevuld 14 32 Medische problemen zien horen 9 heeft soms moeite met horen 17 2 ook met gehoorapparaat

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Waterland Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Borne Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Totaal screening vo2 West-Brabant. 10 % % heeft soms

Totaal screening vo2 West-Brabant. 10 % % heeft soms 214 215 onderzoek onderzoeksperiode totaal aantal leerlingen klas 2 klas 2 sept 214 - juni 215 7857 aantal afwezig aantal aantal vragenlijsten tijdens screening vervolgonderzoeken ingevuld 336 288 7521

Nadere informatie

Gezond meedoen in Valkenburg aan de Geul. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Valkenburg aan de Geul. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Valkenburg aan de Geul Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe

Nadere informatie

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland Jongerenmonitor 2014-2015: Gemeente Voor de Jongerenmonitor 2015 zijn de data uit schooljaar 2014-2015 gebruikt die de JGZ van GGD IJsselland in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs verzameld heeft.

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Gezond meedoen in Eijsden-Margraten. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Eijsden-Margraten. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Eijsden-Margraten Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe

Nadere informatie

Gezondheidsprofiel van de Zeeuwse gemeenten

Gezondheidsprofiel van de Zeeuwse gemeenten Gezondheidsprofiel Gezondheidsprofiel van de Zeeuwse gemeenten Hier vindt u het gezondheidsprofiel van de 13 Zeeuwse gemeenten. De meeste cijfers komen uit de gezondheidsmonitors van GGD Zeeland. Deze

Nadere informatie

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Gemeente Beemster Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Beemster. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Gezond meedoen in Simpelveld. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Simpelveld. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Simpelveld Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op

Nadere informatie

Lokale paragraaf gezondheidsnota

Lokale paragraaf gezondheidsnota Lokale paragraaf gezondheidsnota Aanleiding: Gemeenten hebben de wettelijke taak om de gezondheid van hun burgers te beschermen en te bevorderen. Deze taak staat beschreven in de Wet Publieke Gezondheid.

Nadere informatie

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Oostzaan Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Oostzaan. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Regius College Wilhelminalaan Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016

Regius College Wilhelminalaan Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016 Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016 Leeswijzer In dit tabellenboek zijn per onderwerp alle resultaten van uw school weergegeven in percentages (bovenste tabel). Deze resultaten zijn (waar

Nadere informatie

Gezond meedoen in Maastricht. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Maastricht. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Maastricht Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Haaksbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Haaksbergen en de factoren die hierop

Nadere informatie

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Versie 1, oktober 2013 Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Noaberkracht Dinkelland Tubbergen In Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wonen 47.279

Nadere informatie

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Landsmeer Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Landsmeer. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop

Nadere informatie

Raads informatiebrief

Raads informatiebrief gemeente Eindhoven Raadsnummer O8.R2403.OOI Inboeknummer oybstoa86r Dossiernummer ysr.qr8 8 januari aoo8 Raads informatiebrief Betreft resultaten Ouderenmonitor Gemeentelijke Gezondheidsdienst 1 Inleiding

Nadere informatie

Gezond meedoen in Heerlen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Heerlen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Heerlen Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Regius College VMBO en Praktijkonderwijs 2015/2016. Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo. Leeswijzer

Regius College VMBO en Praktijkonderwijs 2015/2016. Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo. Leeswijzer Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo 2015/2016 Leeswijzer In dit aanvullende tabellenboek zijn per onderwerp alle resultaten van uw school weergegeven in percentages. Deze resultaten zijn weergegeven

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kernboodschappen Gezondheid Wierden Wierden Twente Nederland Kernboodschappen Gezondheid Wierden De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Wierden epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Wierden en de factoren

Nadere informatie

Gezond meedoen in Schinnen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Schinnen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Schinnen Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: 1. De samenvatting met daarin per onderwerp

Nadere informatie

Twenterand. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheidsverkenning. Samenstelling. Uitgave. Copyright. Pagina Pagina 1

Twenterand. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheidsverkenning. Samenstelling. Uitgave. Copyright. Pagina Pagina 1 Pagina 0 Twenterand Maakt deel uit van de Twentse Gezondheidsverkenning Colofon Samenstelling F.K. Schabbink, C.L.A.J. Boom en F.D.H. Koedijk. Uitgave GGD Twente, Enschede, april 2017. Copyright GGD Twente,

Nadere informatie

Gemeente Waterland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014

Gemeente Waterland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Gemeente Waterland Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Waterland. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Alcoholgebruik: omvang in de regio Alcoholgebruik: omvang in de regio Schadelijk alcoholgebruik in de regio Het alcoholgebruik(1) onder volwassenen (tot 65 jaar) in Zuid-Limburg is 85%. Van de ouderen (65+) geeft 75% aan alcohol te drinken.

Nadere informatie

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio Tabel 1: Sociaal economische status Indicator Ridderkerk Afwijkend Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio NL % / aantal % / aantal Percentage hoogopgeleiden

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die

Nadere informatie

testbestand school, gemeente X 10 % % heeft soms

testbestand school, gemeente X 10 % % heeft soms 216-217 onderzoek onderzoeksperiode totaal aantal leerlingen klas 2 klas 2 VO sep-nov 215 28 aantal afwezig aantal mogelijke aantal vragenlijsten tijdens screening aandachtsleerlingen ingevuld 12 74 (38%)

Nadere informatie

Voorbeeldadvies Cijfers

Voorbeeldadvies Cijfers Voorbeeldadvies GGD Twente heeft de taak de gezondheid van de Twentse jeugd, volwassenen en ouderen in kaart te brengen. In dit kader worden diverse gezondheidsmonitoren afgenomen om inzicht te verkrijgen

Nadere informatie

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer Jongerenmonitor 2014-2015: Gemeente Voor de Jongerenmonitor 2015 zijn de data uit schooljaar 2014-2015 gebruikt die de JGZ van GGD IJsselland in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs verzameld heeft.

Nadere informatie

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017 De jeugd van tegenwoordig Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017 1 Inhoud Waartoe, hoe en wat? Wat kenmerkt de jeugd van tegenwoordig? Patronen voor preventie En verder

Nadere informatie

Conclusies en aanbevelingen

Conclusies en aanbevelingen Achtergrondinformatie Opvoeding en opvoedingsondersteuning Gezondheid Lichamelijke en leefstijl gezondheid leefstijl en psychosociaal welbevinden Conclusies en aanbevelingen Ouderenmonitor Monitor kinderen

Nadere informatie

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT IJsselland VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015 77% ontbijt dagelijks 10.3 jongeren School 13-14 jaar 15- jaar 76% een gezond gewicht 15% beweegt voldoende Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Gemeente Edam-Volendam

Gemeente Edam-Volendam Gemeente Edam-Volendam Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Edam-Volendam. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Depressie in Zeeland

Depressie in Zeeland Depressie in Zeeland Kernpunten 15.000 119.000 19 jr en ouder ernstige depressieve klachten milde depressieve klachten ernstig depressieve klachten 19-24 jarigen 10 % 2012-2016 34% 57% 19-24 jarigen milde

Nadere informatie

LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID BERGEIJK 2017/2020

LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID BERGEIJK 2017/2020 1 LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID BERGEIJK 2017/2020 FRANK VAN DER MEIJDEN (WETHOUDER GEZONDHEIDSBELEID) MARJON JACOBS (BELEIDSMEDEWERKER GEZONDHEIDSBELEID) TINEKE MEELDIJK (GGD) 2 DOEL VAN DEZE AVOND Integraal

Nadere informatie

de bevolking van Aa en Hunze vergrijst, van 21% nu naar 35% in 2040.

de bevolking van Aa en Hunze vergrijst, van 21% nu naar 35% in 2040. Met deze factsheet biedt de GGD Drenthe u inzicht in de lokale gezondheidssituatie van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze. U treft cijfers aan over de gezondheidsspeerpunten en risicogroepen. Hierbij

Nadere informatie

48% jr jr jr jr 65+ Hoe gezond is Barendrecht? 20% 94% 93% Gezondheid en ziekte % % %

48% jr jr jr jr 65+ Hoe gezond is Barendrecht? 20% 94% 93% Gezondheid en ziekte % % % Hoe gezond is Barendrecht? Inzicht in de gezondheid, het welzijn en de leefstijl volwassenen. Hoeveel inwoners deden er mee? 33 2 577 30 7 17-23 jr 19- jr 5+.20 20 10.0 29 12.073 55 Gezondheid en ziekte

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

52% jr jr jr jr 65+ Hoe gezond is Albrandswaard? 92% 91% Gezondheid en ziekte % % %

52% jr jr jr jr 65+ Hoe gezond is Albrandswaard? 92% 91% Gezondheid en ziekte % % % Hoe gezond is Albrandswaard? Inzicht in de gezondheid, het welzijn en de leefstijl volwassenen. Hoeveel inwoners deden er mee? 174 25 355 29 426 61 17-23 jr 4.204 20 10.606 29 12.073 55 Gezondheid en ziekte

Nadere informatie

Kindermonitor 2013. Gemeentelijke Factsheet. Ommen

Kindermonitor 2013. Gemeentelijke Factsheet. Ommen [Geef tekst op] Kindermonitor 2013 Gemeentelijke Factsheet [Geef tekst op] Kindermonitor 2013: Gemeente In de gemeente gaven 478 ouders van ½- tot 12 jaar inzicht in de gezondheid, leefstijl en opvoeding

Nadere informatie

Kindermonitor 2013. Gemeentelijke Factsheet. Zwolle

Kindermonitor 2013. Gemeentelijke Factsheet. Zwolle [Geef tekst op] Kindermonitor 2013 Gemeentelijke Factsheet [Geef tekst op] Kindermonitor 2013: Gemeente 420 ouders van kinderen van ½- tot twaalf jaar gaven inzicht in de gezondheid, leefstijl en opvoeding

Nadere informatie

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Deventer

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Deventer [Geef tekst op] Kindermonitor 2013 Gemeentelijke Factsheet [Geef tekst op] Kindermonitor 2013: Gemeente 448 ouders van kinderen van ½- tot twaalf jaar gaven inzicht in de gezondheid, leefstijl en opvoeding

Nadere informatie

Kindermonitor 2013. Gemeentelijke Factsheet. Raalte

Kindermonitor 2013. Gemeentelijke Factsheet. Raalte [Geef tekst op] Kindermonitor 2013 Gemeentelijke Factsheet [Geef tekst op] Kindermonitor 2013: Gemeente 460 ouders van kinderen van ½- tot twaalf jaar gaven inzicht in de gezondheid, leefstijl en opvoeding

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie