Pensioenreglement 55+

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Pensioenreglement 55+"

Transcriptie

1 Stichting Metro Pensioenfonds Pensioenreglement 55+ Voor werknemers geboren voor 1 januari 1950 en in dienst voor 1 januari 2006 Vastgesteld in de bestuursvergadering van 19 december 2011 H. Langeveld, voorzitter P. Dijkstra, secretaris

2 Pensioenregeling voor werknemers geboren voor 1 januari 1950 en in dienst voor 1 januari 2006 PENSIOENREGLEMENT 55+ 2/27 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Begripsomschrijvingen Artikel 2 Deelnemerschap Artikel 3 Pensioenaanspraken Artikel 4 Grondslag voor de berekening van de pensioenen Artikel 5 Ouderdomspensioen Artikel 6 Vervroegde, uitgestelde en gedeeltelijke pensioeningang Artikel 7 Tijdelijk ouderdomspensioen Artikel 8 Partnerpensioen Artikel 9 Scheiding Artikel 10 Wezenpensioen Artikel 11 Uitruil van ouderdomspensioen in extra partnerpensioen Artikel 12 Omzetting partnerpensioen in ouderdomspensioen Artikel 13 Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid Artikel 14 Voortijdige beëindiging van het deelnemerschap Artikel 15 Afkoop van gering pensioen Artikel 16 Waardeoverdracht Artikel 17 Pensioenaanpassingen Artikel 18 Bijdragen Artikel 19 Informatievoorschriften Artikel 20 Verplichtingen deelnemers Artikel 21 Verzekering Artikel 22 Uitbetaling en inhoudingen Artikel 23 Verbod op afkoop en vervreemding, volmacht Artikel 24 Ontoereikende middelen Artikel 25 Herziening of beëindiging van de regeling Artikel 26 Voorgaande regeling Artikel 27 Overgangsregeling Artikel 28 Inwerkingtreding C:\Metro\Fondsdocumenten\2011\Pensioenreglement55plus doc 14 december 2011

3 PENSIOENREGLEMENT 55+ 2/27 ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen Voor zover daar hieronder niet van wordt afgeweken, gelden de begripsomschrijvingen die zijn opgenomen in artikel 1 van de statuten. Voorts wordt in dit pensioenreglement verstaan onder: Pensioenregeling: De pensioenovereenkomst die deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer en die is vastgelegd in dit pensioenreglement. Pensioendatum: De eerste dag van de maand waarin de deelnemer 62 jaar wordt of, ware hij niet voordien overleden, zou zijn geworden. Vervroegde Pensioendatum: De eerste dag van de maand waarop het ouderdomspensioen ingaat gelegen vóór de pensioendatum, maar niet eerder dan de eerste dag van de maand waarin de 55-jarige leeftijd wordt bereikt. Uitgestelde pensioendatum: De eerste dag van de maand waarop het ouderdomspensioen ingaat gelegen na de pensioendatum, maar niet later dan de eerste dag van de maand waarin de 70-jarige leeftijd wordt bereikt. Gewezen deelnemer: De deelnemer wiens deelnemerschap aan deze regeling is beëindigd, die nog aanspraken heeft jegens de stichting en waarvan de uitkering al dan niet is ingegaan. Gepensioneerde: De vroegere deelnemer waarvoor het ouderdomspensioen is ingegaan. Pensioengerechtigde: Elk persoon die uit hoofde van dit pensioenreglement een pensioen van de stichting ontvangt. Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA of WAO. Arbeidsongeschikte deelnemer Een deelnemer die arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA of WAO. WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

4 PENSIOENREGLEMENT 55+ 3/27 Partner: a. de echtgenoot b. geregistreerde partner of c. de ongehuwde en niet geregistreerde persoon, met wie de deelnemer een erkend samenlevingsverband is aangegaan. Relatie: Huwelijk, geregistreerd partnerschap of erkend samenlevingsverband. Scheiding: Beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of scheiding van tafel en bed, danwel de beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door dood of vermissing. Erkend samenlevingsverband: Een gemeenschappelijke huishouding van twee ongehuwde en niet geregistreerde personen die geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn van elkaar zijn, die ten minste een half jaar heeft bestaan en die is vastgelegd in een samenlevingscontract dat bij notariële akte is opgesteld en als zodanig geregistreerd. Het samenlevingscontract is niet nodig als de gemeenschappelijke huishouding aantoonbaar al vijf jaar of langer bestaat en de partners bij de Gemeentelijke Basisadministratie al vijf jaar of langer op het zelfde adres staan ingeschreven. Kinderen: De eigen-, pleeg- en aangehuwde kinderen in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet, mits de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde voor pleeg- en aangehuwde kinderen naar het oordeel van het bestuur de opvoeding en het onderhoud op zich heeft genomen. Bedrijfstakpensioenfonds: Een in een bedrijfstak werkend fonds waarin gelden voor pensioenen bijeen worden gebracht, ten gunste van personen die als werknemer in die bedrijfstak werkzaam zijn. Directie Het bestuur van Metro, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Metro Cash & Carry Nederland B.V., gezeteld te Amsterdam. ARTIKEL 2 Deelnemerschap 1. Deelnemer aan de pensioenregeling is de werknemer die: - de eerste dag van de maand waarin hij 25 jaar (per 1 januari 2008: 21 jaar) wordt, heeft bereikt, en - een dienstverband voor onbepaalde tijd of een tijdelijk dienstverband met een duur van meer dan 3 maanden (per 1 januari 2008: 2 maanden) met de werkgever heeft.

5 PENSIOENREGLEMENT 55+ 4/27 Vanaf 1 januari 2006 zijn uitsluitend deelnemer aan deze regeling: - werknemers die op 1 januari 2006 in dienst zijn van de werkgever; en - op 31 december 2005 reeds deelnamen aan een Metro pensioenregeling; en - geboren zijn voor 1 januari Het deelnemerschap vangt aan op de dag waarop de werknemer voldoet aan de in lid 1, eerste volzin vermelde voorwaarden. 3. De werknemer die de eerste dag van de maand waarin hij 25 jaar (per 1 januari 2008: 21 jaar) wordt nog niet heeft bereikt, wordt ten behoeve van zijn partner en/of kinderen uitsluitend voor het risico van overlijden als aspirant-deelnemer toegelaten. 4. Het deelnemerschap eindigt bij beëindiging van het dienstverband met de werkgever, doch uiterlijk op de laatste dag van de maand voor de maand waarin de deelnemer 62 jaar wordt. Voortzetting van het deelnemerschap na de eerste van de maand waarin de leeftijd van 62 jaar wordt bereikt tot de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 70 jaar wordt is mogelijk, mits het dienstverband met de werkgever wordt voortgezet. ARTIKEL 3 Pensioenaanspraken 1. Tussen werkgever en werknemers is een pensioenovereenkomst gesloten in de zin van artikel 10 van de Pensioenwet. Het karakter van de pensioenovereenkomst is een uitkeringsovereenkomst. 2. Overeenkomstig de bepalingen van dit reglement geeft het deelnemerschap aanspraak op: ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer tijdelijk ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer partnerpensioen ten behoeve van de partner van de (aspirant-) deelnemer wezenpensioen ten behoeve van de kinderen van de (aspirant-) deelnemer voortzetting van pensioenopbouw ingeval van arbeidsongeschiktheid. ARTIKEL 4 Grondslag voor de berekening van de pensioenen 1. Bij de berekening van de pensioenen wordt uitgegaan van: - het deeltijd-percentage - de pensioengrondslag - vaste werkvenster toeslag II en/of IV - het variabel inkomen.

6 PENSIOENREGLEMENT 55+ 5/27 2. Per maand worden door de bij de stichting aangesloten werkgevers de volgende gegevens vastgesteld en verstrekt: - het voor de betreffende maand geldende voltijds bruto maandsalaris - het voor de betreffende maand geldende deeltijdpercentage - het in de betreffende maand betaalbaar gestelde variabel inkomen - het voor de betreffende maand uitbetaalde bedrag aan vaste werkvenstertoeslag II en/of IV. 3. Het deeltijd-percentage is gelijk aan de verhouding waarin gedurende de betreffende maand van deelnemerschap de overeengekomen arbeidstijd staat tot de gebruikelijke arbeidstijd bij de werkgever. Het deeltijd-percentage is maximaal Het maandsalaris is het vaste maandsalaris vermeerderd met 8% vakantietoeslag zonder toevoeging van overige toeslagen, tantièmes of vergoedingen hoegenaamd. 5. De pensioengrondslag is gelijk aan het maandsalaris verminderd met de franchise op maandbasis. De franchise bedraagt per 1 januari xxx op jaarbasis en zal jaarlijks worden aangepast met de algemene loonsverhoging zoals afgesproken in de CAO voor de Groothandel in Levensmiddelen. De franchise op maandbasis wordt berekend door de franchise op jaarbasis te delen door Indien een deelnemer in deeltijd in dienst is van de werkgever, wordt voor de vaststelling van het (tijdelijk) ouderdoms-, partner- en wezenpensioen de pensioengrondslag vermenigvuldigd met het deeltijd-percentage. 7. Het variabel inkomen is gelijk aan het in de desbetreffende maand betaalbaar gestelde bedrag dat ingevolge de variabele beloningsregeling van de werkgever is vastgesteld. ARTIKEL 5 Ouderdomspensioen 1. Het ouderdomspensioen bedraagt 1,75% van de in de desbetreffende maand geldende vastgestelde pensioengrondslag. 2. Voor de deelnemer die recht heeft op variabel inkomen wordt het ouderdomspensioen, verhoogd met 1,75% van het in de desbetreffende maand betaalbaar gestelde variabele inkomen. De deelnemer met een in de desbetreffende maand betaalbaar gestelde vaste toeslag van werkvenster II en IV heeft, voor elke maand van deelname, eveneens recht op een verhoging van het ouderdomspensioen met 1,75% over deze vaste toeslag.

7 PENSIOENREGLEMENT 55+ 6/27 3. Het volgens de voorgaande leden opgebouwde ouderdomspensioen zal gedurende het deelnemerschap jaarlijks per 1 januari worden geïndexeerd met maximaal het percentage van de algemene loonsverhoging zoals afgesproken in de CAO voor de Groothandel in Levensmiddelen. Het bestuur van de stichting beslist evenwel jaarlijks in hoeverre het volgens de voorgaande leden opgebouwde ouderdomspensioen wordt aangepast. Voor deze voorwaardelijke indexatietoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. 4. De aanpassing als genoemd in lid 3 zal niet verder kunnen gaan dan de daarvoor beschikbare middelen van de stichting dit, naar het oordeel van het bestuur en gehoord de actuaris van de stichting, toelaten. 5. Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitgekeerd tot en met de maand waarin de gepensioneerde overlijdt. 6. Het ouderdomspensioen zal worden verminderd met het ouderdomspensioen dat de deelnemer tijdens het deelnemerschap verwerft krachtens deelneming in enig bedrijfstakpensioenfonds op grond van het dienstverband met de werkgever. 7. De aanspraak op ouderdomspensioen kan niet bij overeenkomst tussen de (gewezen) deelnemer en de stichting of de werkgever worden verminderd zonder toestemming van de partner. Dit is alleen anders indien de partners het recht op verevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten, of ingeval van afkoop ingevolge de Pensioenwet. Elk beding, strijdig met het bepaalde in de vorige twee zinnen, is nietig. ARTIKEL 6 Vervroegde, uitgestelde en gedeeltelijke pensioeningang 1. In afwijking van artikel 5 lid 5 gaat het ouderdomspensioen, op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer, in op de vervroegde pensioendatum, mits het dienstverband met de werkgever (of in geval van een gewezen deelnemer het dienstverband met de werkgever waarbij de gewezen deelnemer in dienst is) is verbroken. De (gewezen) deelnemer is op verzoek van de stichting verplicht jegens de stichting aan te tonen dat de in dit artikel bedoelde vervroeging verband houdt met pensionering en dat de rechthebbende op het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen geen dienstbetrekking elders heeft aanvaard. 2. In afwijking van artikel 5 lid 5 gaat het ouderdomspensioen, op verzoek van de deelnemer in op de uitgestelde pensioendatum mits de deelnemer na de pensioendatum (het bereiken van de

8 PENSIOENREGLEMENT 55+ 7/27 62-jarige leeftijd) werkzaam blijft bij de werkgever. Indien de pensioendatum uitgesteld wordt naar een datum na het bereiken van de 65-jarige leeftijd, dan is toestemming van de werkgever vereist. Arbeidsongeschikte, werkloze en gewezen deelnemers kunnen niet van dit keuzerecht gebruik maken. Zodra bij uitstel van het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen tot de uitgestelde pensioendatum gelegen vóór leeftijd 65, de aanspraken daarop gezamenlijk 100% of meer van 12 maal het laatstverdiende maandsalaris in de zin van artikel 4, lid 4 bedragen vermeerderd met het gemiddeld verdiende variabel inkomen over de laatste drie jaar en rekening houdend met het gemiddelde deeltijd-percentage over de 12 voorafgaande maanden, wordt het deelnemerschap beëindigd en vindt er vanaf dat moment geen pensioenopbouw meer plaats. De pensioenen komen tot uitkering vanaf de uitgestelde pensioendatum. Deze aanspraken worden vanaf het moment van beëindiging van de deelname geïndexeerd conform artikel 16. Zodra bij uitstel van het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen tot de uitgestelde pensioendatum gelegen op of na leeftijd 65 de aanspraak op ouderdomspensioen (inclusief de uitkering uit hoofde van de Algemene Ouderdomswet voor een gehuwd persoon inclusief de vakantietoeslag) 100% van 12 maal het laatstverdiende maandsalaris in de zin van artikel 4 lid 4 bedraagt, vermeerderd met het gemiddeld verdiende variabel inkomen over de laatste drie jaar en rekening houdend met het gemiddelde deeltijd-percentage over de 12 voorafgaande maanden, wordt het deelnemerschap beëindigd en zal het ouderdomspensioen ingaan. 3. Het bestuur is bevoegd om op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer het ouderdomspensioen vanaf de (vervroegde) pensioendatum voor een deel te laten ingaan, met dien verstande dat het pensioen vanaf de (uitgestelde) pensioendatum voltijds tot uitkering komt. Deze gedeeltelijke pensionering is de deelnemer toegestaan indien de werkgever hiermee instemt en het dienstverband naar rato van de pensionering wordt verminderd. Vanaf het moment dat het pensioen voor de deelnemer voor een deel is ingegaan, zal de voortzetting van de pensioenopbouw gedeeltelijk worden voortgezet conform het bepaalde in de artikelen 2 lid 4, 4 en 5. Arbeidsongeschikte en werkloze deelnemers kunnen niet van dit keuzerecht gebruik maken. 4. Het bestuur is bevoegd om op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer een deel van het ouderdomspensioen om te zetten in extra tijdelijk ouderdomspensioen tot het bedrag dat maximaal fiscaal is toegestaan ingevolge de Wet op de

9 PENSIOENREGLEMENT 55+ 8/27 loonbelasting Op deze mogelijkheid is lid 5 van dit artikel van toepassing. 5. Bij vervroegde, uitgestelde of gedeeltelijke pensionering worden de betrokken pensioenen herrekend op basis van actuariële gelijkwaardigheid. De hiervoor geldende (reken)regels worden door het bestuur, gehoord de actuaris en na goedkeuring van de directie, vastgesteld en in een bestuursbesluit vastgelegd. De hoogte van de ruilvoeten en de periode gedurende welke zij gelden worden als bijlage 1 aan dit pensioenreglement gehecht. 6. Indien de deelnemer besluit het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen te vervroegen of uit te stellen, zal het ingangstijdstip van het tijdelijk ouderdomspensioen gelijkgesteld worden aan het ingangstijdstip van dit ouderdomspensioen, Ingeval van uitstel is het bepaalde in artikel 7 lid 5, de laatste zin van toepassing. 7. Op de pensioendatum heeft de (gewezen) deelnemer de mogelijkheid om de hoogte van het ouderdomspensioen over de periode van de (vervroegde) pensioendatum tot de 70ste verjaardag te variëren binnen de volgens de Wet op de loonbelasting 1964 fiscaal toelaatbare grenzen. De laagste ouderdomspensioenuitkering moet echter ten minste 75% van de verhoogde ouderdomspensioenuitkering bedragen. De hoogte van het ouderdomspensioen wordt bepaald op basis van bij bestuursbesluit vast te stellen factoren. Deze factoren en de periode gedurende welke zij gelden, worden als bijlage 2 bij dit pensioenreglement opgenomen. ARTIKEL 7 Tijdelijk ouderdomspensioen 1. Het deelnemerschap in de zin van dit artikel vangt aan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 50 wordt. Het eindigt uiterlijk op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 62 wordt. 2. Het tijdelijk ouderdomspensioen bedraagt voor ieder jaar van deelname in de zin van dit artikel 1/12 van de franchise. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast op dezelfde wijze als de franchise, waarbij het reeds opgebouwde tijdelijk pensioen jaarlijks wordt geïndexeerd met hetzelfde percentage als de franchise in dat jaar is gestegen. 3. Het tijdelijk ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitgekeerd tot de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 65 wordt, dan wel tot de eerste dag van de maand volgend op de maand van overlijden indien dit plaatsvindt vóór de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 65 wordt. 4. Bij vervroegde, uitgestelde of gedeeltelijke pensionering wordt het tijdelijk ouderdomspensioen herrekend op basis van

10 PENSIOENREGLEMENT 55+ 9/27 actuariële gelijkwaardigheid. De hiervoor geldende (reken)regels worden door het bestuur, gehoord de actuaris en na goedkeuring van de directie, vastgesteld en in een bestuursbesluit vastgelegd. De hoogte van de ruilvoeten en de periode gedurende welke zij gelden worden als bijlage 3 aan dit pensioenreglement gehecht. 5. Ingeval de deelnemer op de eerste dag van de maand waarin hij 65 wordt met pensioen gaat, wordt het gehele tijdelijk ouderdomspensioen omgezet op basis van actuariële gelijkwaardigheid in een extra ouderdomspensioen. Deze omzetting vindt tevens ten dele plaats indien door uitstel van de pensioendatum het tijdelijk ouderdomspensioen het maximaal fiscaal toelaatbare bedrag overschrijdt zoals genoemd in de Wet op de Loonbelasting ARTIKEL 8 Partnerpensioen 1. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het volgens artikel 5 vastgestelde ouderdomspensioen. Dit is anders indien de deelnemer gebruik heeft gemaakt van de optie als genoemd in artikel 6 (Vervroegde, uitgestelde, gedeeltelijke pensioeningang en/of variatie van de hoogte van het ouderdomspensioen), 11 (Uitruil van ouderdomspensioen in extra partnerpensioen) of 12, lid 1 (Omzetting partnerpensioen in ouderdomspensioen). In het geval van artikel 6 daalt cq stijgt het partnerpensioen niet door de vervroeging cq. uitstel van de pensioendatum, anders dan door de kortere cq langere opbouwperiode van het pensioen. 2. Bij het overlijden van een deelnemer bedraagt het partnerpensioen de som van 70% van het reeds opgebouwde ouderdomspensioen in de zin van artikel 5, en 70% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer nog had kunnen opbouwen in geval hij tot de pensioendatum in dienst van de werkgever was gebleven met de laatstelijk voor hem vastgestelde pensioengrondslag en het gemiddelde deeltijd-percentage over het jaar voorafgaand aan overlijden, danwel het laatstgeldende deeltijd-percentage indien dit hoger is en een variabel inkomen van nul. 3. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de deelnemer en wordt uitbetaald tot en met de maand van overlijden van de partner. 4. Indien een deelnemer onbetaald verlof opneemt tot een maximum van 18 maanden, dan blijft hij verzekerd van een partnerpensioen ingevolge dit reglement tijdens deze periode. 5. Bij een huwelijk, geregistreerd partnerschap of erkend samenlevingsverband aangegaan na de feitelijke

11 PENSIOENREGLEMENT /27 ingangsdatum van het ouderdomspensioen ontstaat geen recht op partnerpensioen. 6. Voor de partner kan de aanspraak op partnerpensioen niet bij overeenkomst tussen de deelnemer en de stichting of de werkgever worden verminderd zonder toestemming van de partner. Elk beding, strijdig met het bepaalde in de vorige zin, is nietig. 7. Voor de toepassing van dit reglement kan op enig tijdstip slechts één persoon als partner van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde worden aangemerkt. ARTIKEL 9 Scheiding 1. In geval van echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerd partnerschap of beeindiging van het erkend samenlevingsverband, verkrijgt de ex-partner een aanspraak op bijzonder partnerpensioen. Deze aanspraak is gelijk aan de aanspraak die zou zijn verkregen indien het deelnemerschap op de datum van bovengenoemde beëindiging van de relatie was geëindigd, als bedoeld in artikel 14. Vindt bovengenoemde beëindiging plaats na beëindiging van het deelnemerschap, dan is het bijzonder partnerpensioen gelijk aan de aanspraak verkregen bij het eerder eindigen van de deelneming. De ex-partner ontvangt een bewijs van zijn/haar aanspraak. 2. Een ex-partner met een recht op bijzonder partnerpensioen als bedoeld in het eerste lid, heeft het recht dit te vervreemden aan een eerdere of latere partner van de overleden deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde, mits: a. de stichting bereid is een eventueel uit die overdracht voortvloeiende wijziging van het risico te dekken; b. de vervreemding onherroepelijk is; en c. dit wordt overeengekomen bij notarieel verleden akte. 3. In geval van scheiding wordt het tijdens het huwelijk of, geregistreerd partnerschap opgebouwde ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen verdeeld ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. De (ex-) partner heeft een recht op uitbetaling op een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen tegenover de stichting indien de scheiding binnen 2 jaar bij de stichting is gemeld middels het daarvoor bestemde formulier. De ex-partner ontvangt een bewijs van zijn/haar recht op uitbetaling. 4. Het bepaalde in lid 1 en 3 vindt geen toepassing indien de deelnemer en zijn (ex-) partner bij huwelijkse of geregistreerde partnerschap voorwaarden, voorwaarden ten aanzien van het erkend samenlevingsverband of in het scheidingsconvenant, anders overeenkomen en de stichting verklaart bereid te zijn een eventueel afwijkend risico te dekken.

12 PENSIOENREGLEMENT /27

13 PENSIOENREGLEMENT /27 ARTIKEL 10 Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen bedraagt voor ieder kind 20% van het volgens artikel 8 vastgestelde partnerpensioen Indien de deelnemer gebruik maakt van het bepaalde in artikel 11 of 12, zal dit geen effect hebben op het bepaalde bedrag van het wezenpensioen. 2. Het wezenpensioen wordt verdubbeld indien, zonder dat toepassing van artikel 11 of 12 hieraan ten grondslag ligt, geen partnerpensioen of bijzonder partnerpensioen wordt uitgekeerd. 3. In totaal wordt voor maximaal vier kinderen wezenpensioen uitgekeerd. Als vijf of meer kinderen aanspraak hebben op wezenpensioen, dan zal het totaal beschikbare bedrag naar evenredigheid worden verdeeld. Het totaal aan wezenpensioen en partnerpensioen zal nooit meer bedragen dan 10/7 van het volgens artikel 8 vastgestelde partnerpensioen. 4. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (gewezen) deelnemer en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin het kind de 18- jarige leeftijd bereikt of komt te overlijden. 5. De uitkeringsperiode van het wezenpensioen kan worden verlengd tot uiterlijk de eerste dag van de maand volgend op de 27-jarige leeftijd, indien aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: het kind is studerend in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet of de Wet op de Studiefinanciering; het kind is voor ten minste 45% arbeidsongeschikt in de zin van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, danwel in de zin van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. ARTIKEL 11 Uitruil van ouderdomspensioen in extra partnerpensioen 1. De stichting biedt de (gewezen) deelnemer de mogelijkheid aan om een deel van het ouderdomspensioen te ruilen voor extra partnerpensioen: a. op de pensioendatum, en b. bij beeindiging van het deelnemerschap aan de pensioenregeling. 2. De grootte van het extra partnerpensioen wordt bepaald door het uit te ruilen deel van het ouderdomspensioen te vermenigvuldigen met een bij bestuursbesluit vast te stellen ruilfactor. Deze factoren en de periode gedurende welke zij gelden, worden als bijlage 4 bij dit pensioenreglement opgenomen. Met betrekking tot het ouderdomspensioen uit hoofde van de deelnemersjaren tot 1 januari 2007 is de ruilfactor onafhankelijk van het geslacht van de (gewezen) deelnemer. Op het verkregen extra partnerpensioen is het

14 PENSIOENREGLEMENT /27 bepaalde in dit pensioenreglement terzake van het partnerpensioen van overeenkomstige toepassing. 3. Uitruil van een deel van het ouderdomspensioen in extra partnerpensioen vindt plaats vóórdat de vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen conform het bepaalde in artikel 6 lid 1 plaatsvindt en vóórdat conversie conform het bepaalde in artikel 6 lid 5 toepassing vindt. 4. Het totale partnerpensioen (inclusief het bijzonder partnerpensioen uit hoofde van artikel 9 lid 1) zal na de uitruil van ouderdomspensioen in extra partnerpensioen niet meer mogen bedragen dan 70% van het ouderdomspensioen dat na deze uitruil resteert. Het in dit lid bepaalde wordt toegepast rekening houdend met alle aanspraken op ouderdoms- en partnerpensioen die de deelnemer of gewezen deelnemer jegens de stichting heeft op grond van dit pensioenreglement. 5. Het pensioenfonds biedt de mogelijkheid tot uitruil aan: a. ingeval een (gewezen) deelnemer met pensioen gaat: uiterlijk twee maanden voor de pensioendatum, of, nadat een vervroegde pensioendatum bekend is: zo spoedig mogelijk na het bekend worden van deze vervroegde pensioendatum. De (gewezen) deelnemer moet uiterlijk 2 maanden voorafgaande aan de ingangsdatum van het (vervroegde) ouderdomspensioen zijn keuze schriftelijk aan de stichting laten weten. b. ingeval het deelnemerschap met een deelnemer wordt beeindigd: zo spoedig mogelijk nadat het pensioenfonds met deze beeindiging bekend wordt. De deelnemer moet uiterlijk 1 maand voorafgaande aan de beeindigingsdatum zijn keuze schriftelijk aan de stichting laten weten. Indien de stichting later dan een maand voorafgaand aan de beeindiging bekend wordt met het einde deelnemerschap, laat de deelnemer zijn keuze uiterlijk binnen 2 weken na de aanbieding van de stichting schriftelijk weten. 6. Van de mogelijkheid tot uitruil kan alleen worden gebruik gemaakt indien de partner van de (gewezen) deelnemer met de uitruil van een deel van ouderdomspensioen in extra partnerpensioen instemt. 7. Aan de (gewezen) deelnemer wordt schriftelijk mededeling gedaan van de pensioenaanspraken nadat het bepaalde in dit artikel toepassing heeft gevonden. 8. Het ouderdomspensioen dat krachtens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (zie artikel 9) door de stichting aan de vereveningsgerechtigde moet worden uitgekeerd, kan niet worden uitgeruild in extra partnerpensioen.

15 PENSIOENREGLEMENT /27 ARTIKEL 12 Omzetting partnerpensioen in ouderdomspensioen 1. Op de (vervroegde of uitgestelde) pensioendatum heeft de (gewezen) deelnemer eenmalig, maar uitsluitend na schriftelijke instemming van de (ex-)partner, de mogelijkheid om het partnerpensioen geheel of gedeeltelijk om te zetten in ouderdomspensioen. 2. De voor de omzetting geldende (reken)regels worden door het bestuur, gehoord de actuaris vastgesteld en in een bestuursbesluit vastgelegd. Deze rekenregels en de periode gedurende welke deze gelden, worden als bijlage 5 aan dit pensioenreglement gehecht. 3. Indien een ex-partner van de deelnemer in verband met een beëindiging van de relatie aanspraken heeft jegens de stichting op een deel van het partnerpensioen of ouderdomspensioen, zal dit deel van de aanspraken bij de omzetting zoals bedoeld in lid 1 buiten beschouwing worden gelaten. 4. De in lid 1 genoemde keuze dient ten minste twee maanden voor de (vervroegde of uitgestelde) pensioendatum op een door de stichting ter beschikking gesteld formulier aan de stichting kenbaar gemaakt te worden. 5. Aan de betrokkenen wordt schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraken. 6. Omzetting van (een deel van) het partnerpensioen in extra ouderdomspensioen vindt plaats vóórdat de vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen conform het bepaalde in artikel 6 lid 1 plaatsvindt en vóórdat conversie conform het bepaalde in artikel 6 lid 5 toepassing vindt. ARTIKEL 13 Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid 1. Geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is de deelnemer die tijdens het bestaan van het dienstverband recht krijgt op een uitkering ingevolge de WIA. Dit artikel is niet respectievelijk ten dele van toepassing op de deelnemer die reeds bij indiensttreding geheel respectievelijk ten dele arbeidsongeschikt was. 2. Indien en zolang de deelnemer arbeidsongeschikt is ingevolge de WIA zal, ongeacht het voortbestaan van het dienstverband, de opbouw van de pensioenen worden voortgezet. Dit geldt niet voor de opbouw van de kapitalen in de zin van artikel 18. De voortzetting van de pensioenopbouw geschiedt in de volgende mate: Bij een arbeidsongeschiktheids- bedraagt de vortzetting: graad volgens de WIA van: 80% - of meer 100% 65% - 80% 72,5%

16 PENSIOENREGLEMENT /27 55% - 65% 60% 45% - 55% 50% 35% - 45% 40% minder dan 35% geen De mate van arbeidsongeschiktheid zal worden vastgesteld volgens de volgende formule indien en voor zolang door het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) geen arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld: Maatmansalaris -/- salaris dat volgens het UWV nog verdiend kan worden maatmansalaris Als maatmansalaris wordt aangemerkt het salaris dat als zodanig door het UWV wordt opgegeven. 3. Indien en zolang de deelnemer arbeidsongeschikt is, zal, ongeacht het voortbestaan van het dienstverband, de opbouw van de pensioenen worden voortgezet overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement. 4. De deelnemer is zolang hij arbeidsongeschikt is, vrijgesteld van bijdragen als bedoeld in artikel 18 voor het deel dat overeenkomt met de premievrij voortgezette pensioenopbouw conform het voorgaande lid. 5. Voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid zal alleen plaatsvinden op basis van de pensioengrondslag per de tweede 1ste januari volgend op de eerste ziektedag, waarbij het variabel inkomen op nul wordt gesteld en op basis van het gemiddelde feitelijke deeltijd-percentage gedurende de laatste drie kalenderjaren voorafgaande aan het moment waarop de deelnemer ziek werd. Zodra door de werkgever geen aanvulling op het netto salaris wordt verstrekt en het dienstverband met de werkgever wordt beëindigd, zullen de pensioengrondslag en de opgebouwde pensioenen worden aangepast volgens artikel Bij beëindiging van het dienstverband met de werkgever zal voor dat gedeelte van de pensioenopbouw dat wegens arbeidsongeschiktheid niet wordt voortgezet, worden gehandeld overeenkomstig artikel Indien de arbeidsongeschiktheidsgraad afneemt of minder dan 25% volgens de WAO danwel 35% volgens de WIA wordt, zal ook de vrijgestelde voortzetting afnemen respectievelijk ophouden. Een verhoging van de arbeidsongeschiktheidsgraad na beëindiging van het dienstverband wordt voor de voortzetting van de pensioenopbouw buiten beschouwing gelaten.

17 PENSIOENREGLEMENT /27 ARTIKEL 14 Voortijdige beëindiging van het deelnemerschap 1. Bij beëindiging van het deelnemerschap vóór de pensioendatum, anders dan wegens overlijden of arbeidsongeschiktheid, verkrijgt de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrij pensioen. Dit premievrije pensioen is gelijk aan de tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde pensioenaanspraken in de zin van artikel 3. Van deze aanspraken wordt aan de gewezen deelnemer een bewijs afgegeven. 2. In afwijking van lid 1 krijgt de deelnemer die korter dan 3 maanden (vanaf 1 januari 2008: 2 maanden of korter) heeft deelgenomen aan deze regeling bij beëindiging van het deelnemerschap anders dan wegens overlijden of arbeidsongeschiktheid, een uitkering die gelijk is aan de bij hem op het salaris ingehouden deelnemersbijdrage..dit lid is niet van toepassing indien de deelnemer elders verworven pensioenaanspraken bij de stichting heeft ingebracht. 3. Het bestuur is bevoegd om de in lid 1 bedoelde aanspraak aan de rechthebbende over te dragen in de vorm van een polis van een verzekeraar. 4. Tijdens een tijdvak van werkloosheid dat direct aansluit op een tijdvak van deelnemerschap en waarin de gewezen deelnemer recht heeft op een bijdrage in de pensioenpremie uit de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP), wordt de opbouw van de pensioenen, zoals deze van kracht waren op de laatste dag vóór ingang van de werkloosheid, voortgezet indien een voorzover door de genoemde stichting ten behoeve van de gewezen deelnemer een bijdrage wordt ontvangen. ARTIKEL 15 Afkoop van gering pensioen 1. De stichting heeft het recht om op zijn vroegst twee jaar na de datum van beëindiging van het deelnemerschap als bedoeld in artikel 14, de aanspraak op ouderdomspensioen af te kopen, indien de uitkering van het ouderdomspensioen op jaarbasis minder bedraagt dan het bedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet. Ligt de reguliere ingangsdatum van het ouderdomspensioen binnen de genoemde termijn van twee jaar, dan heeft de stichting het recht het ouderdomspensioen bij ingang af te kopen. Een bijbehorende aanspraak op partner- en wezenpensioen wordt eveneens afgekocht. 2. Indien de stichting gebruik wenst te maken van het in lid 1 bedoelde recht, informeert de stichting de gewezen deelnemer over zijn besluit hieromtrent binnen zes maanden na afloop van de periode van twee jaar na de datum van beëindiging van het deelnemerschap en gaat het over tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen die termijn van zes maanden.

18 PENSIOENREGLEMENT /27 3. De stichting heeft het recht het partner- en wezenpensioen dat niet conform het bepaalde in lid 1 is afgekocht, op de ingangsdatum af te kopen, mits dat pensioen op die datum minder bedraagt dan het bedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet. Het in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op het recht op bijzonder partnerpensioen. 4. Indien de stichting gebruik wenst te maken van het in lid 3 bedoelde recht, informeert de stichting de pensioengerechtigde over zijn besluit hieromtrent binnen zes maanden na de ingangsdatum en gaat het over tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen die termijn van zes maanden. 5. Het in de leden 1 en 2 bepaalde is niet van toepassing indien de gewezen deelnemer de stichting binnen twee jaar na de datum van beëindiging van het deelnemerschap schriftelijk heeft meegedeeld dat de gewezen deelnemer een procedure tot waardeoverdracht is gestart. 6. De hoogte van de afkoopwaarde wordt door de stichting vastgesteld op basis van een bij bestuursbesluit vast te stellen afkoopvoet. Deze afkoopvoet en de periode gedurende welke deze geldt, wordt als bijlage 6 bij dit pensioenreglement opgenomen. ARTIKEL 16 Waardeoverdracht 1. Op verzoek van de gewezen deelnemer die verbonden wordt aan een nieuwe onderneming zal de stichting, met inachtneming van het ter zake bepaalde in de Pensioenwet, de in artikel 14 lid 1 bedoelde premievrije aanspraken vervangen door een overdrachtswaarde, indien en voor zover dit bedrag wordt besteed voor inkoop van pensioenaanspraken bij een in artikel 1 van de Pensioenwet genoemde pensioenuitvoerder of verzekeraar. Door zodanige overdracht vervallen de pensioenaanspraken jegens de stichting. 2. De deelnemer die uit hoofde van een vorige dienstbetrekking premievrije aanspraken heeft verworven, verkrijgt met inachtneming van het ter zake bepaalde in de Pensioenwet extra pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 3, indien de waarde van zijn verworven aanspraken wordt overgedragen aan de stichting. De waarde van het over te dragen pensioen wordt verdeeld in de verhouding 100:70 over het ouderdomspensioen resp. het partnerpensioen. Daarnaast wordt de waarde van het over te dragen pensioen aangewend voor tijdelijk ouderdomspensioen indien en voor zover het tijdelijk ouderdomspensioen niet volledig opgebouwd kan worden. 3. De onder lid 1 en lid 2 bedoelde overdrachtswaarde zal worden vastgesteld en worden overgedragen dan wel worden

19 PENSIOENREGLEMENT /27 aangewend voor de toekenning van extra pensioenaanspraken conform de richtlijnen van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling 4. De volgens lid 3 verkregen extra pensioenaanspraken worden gedurende het deelnemerschap jaarlijks per 1 januari aangepast conform het bepaalde in artikel 5 lid 3. ARTIKEL 17 ARTIKEL 18 Pensioenaanpassingen 1. Op de pensioenaanspraken van gewezen en arbeidsongeschikte deelnemers en ingegane pensioenen wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de stijging van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens. 2. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de pensioenaanspraken en ingegane pensioenen worden aangepast. 3. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Bijdragen 1. De deelnemer draagt bij in de kosten van de pensioenregeling. De maandelijkse deelnemersbijdrage is gelijk aan het in de arbeidsvoorwaarden van de werkgever vastgelegde bijdragepercentage over het maandsalaris als genoemd in artikel 4 lid 4, vermenigvuldigd met het voor de betreffende maand geldende deeltijd-percentage, en het in die maand betaalbaar gestelde variabel inkomen en het voor de betreffende maand uitbetaalde bedrag aan vaste werkvenstertoeslag II en/of IV. Wanneer de deelnemer verplicht deelneemt in enig bedrijfspensioenfonds, zal de deelnemersbijdrage worden verminderd met de bijdrage die betaald wordt aan het bedrijfstakpensioenfonds. 2. De deelnemersbijdrage wordt door de werkgever op het maandsalaris respectievelijk het variabel inkomen ingehouden, in dezelfde termijnen als waarin deze worden uitbetaald. 3. Onverminderd het bepaalde in lid 4, worden de kosten van de pensioenregeling die niet worden gedekt door de deelnemersbijdragen, door de werkgever gedragen. De werkgeversbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld op grond van een door de actuaris uit te brengen rapport, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de opgebouwde aanspraken over verstreken deelnemersjaren volledig worden afgefinancierd. 4. De werkgeversbijdrage zal in enig jaar niet meer bedragen dan 15,5% van het totaal aan jaarsalarissen en variabel inkomen van alle deelnemers tezamen.

20 PENSIOENREGLEMENT /27 ARTIKEL 19 Informatievoorschriften 1. Het bestuur zorgt voor informatieverstrekking aan de belanghebbenden bij de stichting conform de eisen van de Pensioenwet. Het bestuur verstrekt in dit kader ondermeer: a. Informatie aan de deelnemers binnen 3 maanden na aanvang deelneming. b. Informatie aan deelnemers bij beeindiging deelneming. c. Periodiek informatie aan gewezen deelnemers. d. Informatie aan gewezen partners bij scheiding. e. Informatie aan gewezen partners periodiek. f. Informatie aan pensioengerechtigden bij pensioeningang. g. Informatie aan pensioengerechtigden periodiek. h. Informatie bij vertrek naar een andere lidstaat. 2. Het bestuur zorgt ervoor dat de deelnemers binnen 3 maanden na aanvang deelneming in de pensioenregeling de startbrief ontvangen met daarin informatie over de pensioenregeling, welke voldoet aan artikel 21 lid 1 van de Pensioenwet. De deelnemers worden binnen 3 maanden na een wijziging in de pensioenovereenkomst schriftelijk van de wijzigingen daarin door het bestuur op de hoogte gesteld. 3. Jaarlijks verstrekt het bestuur aan de deelnemer een opgave van de hoogte van de te bereiken en de opgebouwde pensioenaanspraken en van de aan het voorafgaande deelnemersjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet inkomstenbelasting 2001 en daarop berustende bepalingen. De deelnemer ontvangt ook informatie over de indexatie van de pensioenen ingevolge artikel 5 lid Op verzoek van de (vertegenwoordigers van de) (gewezen) deelnemer, de pensioengerechtigde en de gewezen partner verstrekt het bestuur: a. het voor hem geldende pensioenreglement b. de voor hem geldende statuten c. het jaarverslag en de jaarrekening van de stichting d. de uitvoeringsovereenkomst e. de verklaring inzake beleggingsbeginselen f. het kortetermijnherstelplan g. het langetermijnherstelplan h. informatie over de hoogte van de dekkingsgraad i. informatie over het van toepassing zijn van een aanwijzing j. informatie over de aanstelling van een bewindvoerder. 5. Op verzoek van de gewezen deelnemer verstrekt het bestuur een opgave van de hoogte van zijn opgebouwde pensioenaanspraken.

21 PENSIOENREGLEMENT /27 6. Op verzoek van de (gewezen) deelnemer en de gewezen partner verstrekt het bestuur informatie die specifiek voor hem van belang is. 7. Het bestuur kan een vergoeding vragen voor het verstrekken van de in lid 4 onder c. t/m j. en in lid 5 genoemde documenten. ARTIKEL 20 Verplichtingen deelnemers 1. Ieder die op grond van de bepalingen van dit pensioenreglement aanspraak op uitkering van enig pensioen heeft, dan wel te eniger tijd voor zodanige uitkering in aanmerking komt, is verplicht aan de uitvoering van het in dit pensioenreglement bepaalde mee te werken en alle gegevens, inlichtingen en bewijsstukken te overleggen, als door het bestuur in het belang van een juiste toepassing van de statuten en dit pensioenreglement noodzakelijk wordt geoordeeld. 2. Indien de stichting niet over het juiste adres van de (gewezen) deelnemer danwel pensioengerechtigde blijkt te beschikken, zal zij de kosten van het achterhalen van het juiste adres bij betrokkene in rekening brengen. 3. Een uitkering vindt niet plaats zolang naar het oordeel van het bestuur niet aan het in het voorgaande lid gestelde is voldaan. ARTIKEL 21 Verzekering Het bestuur is bevoegd verzekeringen te sluiten tot dekking van de uit dit pensioenreglement voortvloeiende pensioenverplichtingen, in welk geval de stichting als begunstigde zal worden aangewezen. Het bestuur kan evenwel, in afwijking van de voorgaande bepaling, de verzekerde of zijn partner als begunstigde aanwijzen. ARTIKEL 22 Uitbetaling en inhoudingen 1. De uitbetaling van pensioenen geschiedt aan de rechthebbende in maandelijkse termijnen achteraf ten kantore van de stichting op een door de rechthebbende aan te wijzen bankrekening. In geval van aanwijzing door de rechthebbende van een bankrekening bij een niet in Nederland gevestigde bankinstelling, is de stichting bevoegd de kosten van de uitkeringen bij de rechthebbende in rekening te brengen. Dit kan geschieden door middel van het in mindering brengen van de kosten op de uit te keren pensioenen. 2. Uitbetaling van pensioenen geschiedt tegen regelmatige overlegging van een behoorlijk bewijs van in leven zijn van de pensioengerechtigde.

22 PENSIOENREGLEMENT /27 3. Ten onrechte ontvangen uitkeringen dienen te worden terugbetaald. 4. De uitkering van de ten laste van de stichting komende pensioenen geschiedt in het Nederlands wettig betaalmiddel, bij achterafbetaling in twaalf gelijke maandelijkse termijnen. 5. Op uitkeringen ingevolge dit pensioenreglement zullen de belastingen en sociale verzekeringspremies worden ingehouden, tot afdracht waarvan de stichting verplicht is. 6. Op het levenslange en tijdelijk ouderdomspensioen dat een (gewezen) deelnemer ontvangt vanaf de (vervroegde of uitgestelde) pensioendatum, maar vóór zijn 65ste verjaardag, worden in mindering gebracht alle wettelijke en inkomensvervangende uitkeringen die voortvloeien uit het dienstverband en/of direct volgen op het einde van het dienstverband met de werkgever. Indien deze uitkering(en) hoger zijn dan het levenslange en tijdelijke ouderdomspensioen tezamen ontvangt de (gewezen) deelnemer alleen die uitkeringen. ARTIKEL 23 Verbod op afkoop en vervreemding, volmacht 1. Afkoop van de pensioenaanspraken uit hoofde van dit pensioenreglement is niet mogelijk, behoudens de in dit pensioenreglement geregelde gevallen. 2. Vervreemding of elke andere handeling, waardoor de belanghebbende in deze regeling enig recht op zijn pensioenaanspraken of pensioenrechten aan een ander toekent is nietig, tenzij: a. verpanding plaats vindt voor het verlenen van zekerheid voor het verkrijgen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25, lid 5, van de Invorderingswet 1990; of b. vervreemding plaatsvindt op grond van artikel 9 lid 2 van dit reglement. 3. Een volmacht tot invordering van uitkeringen uit hoofde van een pensioenrecht, onder welke vorm of welke benaming ook verleend, is steeds herroepelijk. 4. Elk beding strijdig met dit artikel is nietig. ARTIKEL 24 Ontoereikende middelen 1. Indien en zolang de kosten van de pensioenregeling te eniger tijd het in artikel 18 lid 4 bedoelde maximum overschrijden, zullen de uit dit reglement voortvloeiende nog-op-te-bouwen pensioenaanspraken over toekomstige deelnemersjaren dienovereenkomstig worden verminderd. De aldus verlaagde nog-op-te-bouwen pensioenaanspraken zullen door het bestuur worden vastgesteld en aan de deelnemers worden

23 PENSIOENREGLEMENT /27 meegedeeld. 2. Indien het bestuur op grond van een wetenschappelijke balans de overtuiging heeft dat de middelen van de stichting onvoldoende zijn om de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten over verstreken deelnemersjaren te dekken en aan de eisen van artikel 134 Pensioenwet is voldaan, zullen de opgebouwde pensioenaanspraken en rechten door reglementswijziging naar rato van het tekort worden verminderd. 3. Het bestuur stelt de in dit artikel bedoelde verminderingen vast op grond van een door de actuaris uit te brengen rapport. ARTIKEL 25 Herziening of beëindiging van de regeling 1. Het pensioenreglement kan worden gewijzigd conform het bepaalde in de uitvoeringsovereenkomst de pensioenovereenkomst en de statuten: a. Het bestuur van het pensioenfonds past in beginsel het pensioenreglement aan, nadat tot een wijziging van de pensioenovereenkomst is besloten; b. Het bestuur van het pensioenfonds wijzigt het pensioenreglement, indien de wijziging noodzakelijk is als gevolg van nieuwe of gewijzigde wet- of andere regelgeving. 2. Door de wijzigingen als in het voorgaande lid bedoeld mogen de pensioenaanspraken die betrekking hebben op de achterliggende pensioenjaren niet minder worden, dan die volgens dit reglement en bedoelde wetten of regelingen golden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van bedoelde wijzigingen, behoudens het bepaalde in artikel 24 lid 2 en Na een wijziging in de pensioenovereenkomst informeert de stichting de deelnemer binnen drie maanden na die wijziging over de wijziging en over de mogelijkheid om het gewijzigde pensioenreglement op te vragen bij de stichting. ARTIKEL 26 Voorgaande regeling Op de pensioenaanspraken van de deelnemers die ingevolge voorgaande pensioenregelingen van de werkgever zijn opgebouwd is dit pensioenreglement onverminderd van toepassing. De voorgaande reglementen die geleid hebben tot de eerder vermelde pensioenaanspraken zijn niet meer van toepassing, tenzij anders is bepaald in de overgangsregeling. ARTIKEL 27 Overgangsregeling 1. Voor de deelnemers die zowel a. vóór 1 januari 2001 reeds deelnamen aan een pensioenregeling van de werkgever, als b. deelnemen aan deze regeling, en

24 PENSIOENREGLEMENT /27 c. op 1 januari 2001 ouder zijn dan 50 jaar, maar nog geen 62, zal de noemer van 12 van de breuk als genoemd voor het tijdelijk ouderdomspensioen in artikel 7 lid 2, worden vervangen door het verschil tussen de leeftijd van de deelnemer op 1 januari 2001.en de leeftijd van Voor de deelnemers die zowel a. vóór 1 januari 2001 reeds deelnamen aan een pensioenregeling van de werkgever, als b. deelnemen aan deze regeling, en c. op 1 januari , 60 of 61 jaar oud zijn, zal bij ingang van deze regeling recht bestaan op het maximale tijdelijk ouderdomspensioen als genoemd in artikel De deelnemers die zowel a. vóór 1 januari 2001 reeds deelnamen aan een pensioenregeling van de werkgever, als b. deelnemen aan deze regeling, en c. op 1 januari 2001 ouder zijn dan 50 jaar, verkrijgen een aanvullende aanspraak op ouderdoms- en partnerpensioen indien het pensioen als genoemd in lid 5 onder b. kleiner is dan dat genoemd onder lid 5 onder a. 4. De aanvullende aanspraak op ouderdomspensioen in de zin van lid 3 c wordt eenmalig vastgesteld op basis van het op 1 juli 2000 geldende jaarsalaris in de zin van artikel 4 lid 4 en - indien een bonus in het betreffende reglement pensioengevend is 75% van het maximaal behaalde variabel inkomen in het jaar 2000 volgens de in dat jaar geldende variabele beloningsregeling. 5. De aanvullende aanspraak bestaat uit een gedeelte van het verschil tussen a. het ouderdomspensioen dat de deelnemer op leeftijd 65 jaar zou bereiken als hij tot die datum deelnemer aan de tot 1 januari 2001 geldende pensioenregeling zou zijn gebleven, en b. het ouderdomspensioen dat de deelnemer op de pensioendatum kan bereiken als hij tot die datum deelnemer zou blijven aan de vanaf 1 januari 2001 geldende pensioenregeling, uitgaande van een franchise en tijdelijk ouderdomspensioen van ,51. De aanvullende aanspraak wordt naar evenredigheid opgebouwd van 1 januari 2001 tot aan de pensioendatum van de deelnemer en wordt geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 lid 3. Het gedeelte van het verschil in pensioen is afhankelijk van de bereikte leeftijd op 1 januari 2001, doch minimaal gelijk aan 90% van het maximaal te bereiken ouderdomspensioen als genoemd onder a:

25 PENSIOENREGLEMENT /27 Is de deelnemer op dat moment dan bedraagt het gedeelte 60 of ouder 100% 59 90% 58 80% 57 70% 56 60% 55 50% 54 40% 53 30% 52 20% 51 10% Voor gehele leeftijden geldt deze tabel. Voor niet gehele leeftijden op 1 januari 2001 wordt het gedeelte vastgesteld door rechtlijnige interpolatie. 6. De aanvullende aanspraak op partnerpensioen bedraagt 70% van de aanvullende aanspraak op ouderdomspensioen. 7. Voor de deelnemers die tot 31 december 2000 deelnamen in de aanvullende pensioenregeling voor de stafmedewerkers van Business Unit Makro zal het saldo van deze aanvullende regeling op 31 december 2000 worden aangewend ter vaststelling van het verschil als genoemd in lid 5, rekening houdend met de grondslagen van het fonds. 8. De reeds opgebouwde alsook het nog op te bouwen deel van de aanvullende aanspraak als bedoeld in lid 5 van dit artikel wordt jaarlijks geïndexeerd conform het bepaalde in artikel 5 lid De (oud) werknemers voor wie op 31 december 2000 de pensioenopbouw premievrij wordt voortgezet in een tot 1 januari 2001 geldende Makro pensioenregeling, worden geen deelnemer in deze regeling. 10. De werknemers die op 31 december 2000 gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en die deelnemer zijn in een tot 1 januari 2001 geldende Makro pensioenregeling, worden volledig deelnemer in deze regeling. In afwijking van het bepaalde in artikel 12 lid 2 geldt voor de gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemers die vóór 1 januari 2004 ziek zijn geworden en gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WAO het volgende. Ongeacht het voortbestaan van het dienstverband zal de opbouw van de pensioenen worden voortgezet. De voortzetting van de pensioenopbouw geschiedt voor deze deelnemers in de volgende mate: Bij een arbeidsongeschiktheids- bedraagt de graad volgens de Wao van: mate van voortzetting: 65% - of meer 100% 45% - 65% 50%

Pensioenreglement 67 jaar

Pensioenreglement 67 jaar Pensioenreglement 67 jaar Voor werknemers geboren na 1 januari 1950 of in dienst na 31 december 2005 Vastgesteld in de bestuursvergadering van 5 februari 2014 P. Dijkstra, secretaris N. Mol Bestuursmanagement:

Nadere informatie

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de Reglement WIA- excedentpensioen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor zover daarvan hierna in dit reglement niet wordt afgeweken, gelden in dit reglement de begripsomschrijvingen van de statuten van de

Nadere informatie

Reglement Anw-hiaatpensioen

Reglement Anw-hiaatpensioen Vastgesteld in de bestuursvergadering van 5 december 2013 H. Langeveld, voorzitter P. Dijkstra, secretaris Postbus 94202, 1090 GE Amsterdam Bestuursmanagement: Mol & Pensioen T 035-642 29 21 M 06-832 33

Nadere informatie

Reglement Anw-hiaatpensioen

Reglement Anw-hiaatpensioen Reglement Anw-hiaatpensioen Vastgesteld in de bestuursvergadering van 5 december 2013 Laatste aanpassing vastgesteld in de bestuursvergadering van 27 januari 2017 A.F. Rijksen, voorzitter P. Dijkstra,

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008 Stichting Metro Pensioenfonds ANW Hiaatreglement Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 1 DEELNEMERSCHAP... 1 KEUZEMOGELIJKHEID ANW-HIAATPENSIOEN... 1 AANVANG EN WIJZIGING VAN DE VERZEKERING VAN ANW-HIAATPENSIOEN...

Nadere informatie

Reglement. Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen. Stichting Metro Pensioenfonds

Reglement. Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen. Stichting Metro Pensioenfonds Reglement Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Metro Pensioenfonds 1 Inhoudsopgave pagina Artikel 1 Begripsomschrijvingen 2 Artikel 2 Deelnemerschap 2 Artikel 3 Terhandstelling van bescheiden

Nadere informatie

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Aanvullend pensioenreglement Excedent middelloon Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord

Nadere informatie

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1

Nadere informatie

Pensioenreglement 68 jaar

Pensioenreglement 68 jaar Pensioenreglement 68 jaar Vastgesteld in de bestuursvergadering van 30 november 2018 A.F. Rijksen, voorzitter P. Dijkstra, secretaris Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen 3 Artikel 2 Deelnemerschap

Nadere informatie

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren Stichting Pensioenfonds Gasunie Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren Vastgesteld: 13 december 1994 Gewijzigd: 14 november 1995

Nadere informatie

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 6b Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bikudak) 65 P e n s i o e n r e g e l i n g u t a - w e r k n e m e r s Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de sector bouwnijverheid

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen Stichting Pensioenfonds HAL Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor zover daarvan hierna in dit reglement niet wordt afgeweken, gelden in dit reglement de begripsbepalingen

Nadere informatie

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 6b Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bitumen) 65 P e n s i o e n r e g e l i n g u t a - w e r k n e m e r s Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen bouwnijverheid 2009 P

Nadere informatie

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam INHOUD Inleidende bepalingen Artikel 1. Aanvullende pensioenregeling 1 Artikel 2. Deelnemerschap 1 Artikel

Nadere informatie

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 6b Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bikudak) 65 P E N S I O E N R E G E L I N G U T A - W E R K N E M E R S Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de sector bouwnijverheid

Nadere informatie

Pensioenbijspaarreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Pensioenbijspaarreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam 1 Pensioenbijspaarreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam d.d. 23 september 2004 Artikel 1. Definities...2 Artikel 2. Deelnemers...2 Artikel 3. Aard van de pensioenaanspraken...3 Artikel 4.

Nadere informatie

REGLEMENT ANW-PENSIOEN PENSIOENFONDS RECREATIE

REGLEMENT ANW-PENSIOEN PENSIOENFONDS RECREATIE REGLEMENT ANW-PENSIOEN PENSIOENFONDS RECREATIE 1 januari 2017 Inhoud ARTIKEL 1 Vrijwillige individuele Anw-pensioenregeling... 3 ARTIKEL 2 Inleidende bepalingen... 3 ARTIKEL 3 Aanvang en einde van de dekking...

Nadere informatie

HAGEMEYER REGELING 2015

HAGEMEYER REGELING 2015 HAGEMEYER REGELING 2015 STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...

Nadere informatie

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014 Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland 2004 versie 1 oktober 2014 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67) Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67) artikel 1. Algemeen Deze regeling is een bijlage bij het pensioenreglement van 1 van Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland,

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND

Nadere informatie

Pensioenreglement Middelloonregeling

Pensioenreglement Middelloonregeling C:\BASF\Fondsdocumenten\2014\PensioenreglementMiddelloon20140113.doc 9-1-2014 Pensioenreglement Middelloonregeling Vastgesteld in de bestuursvergadering van 13 januari 2014 C.M. Becx, voorzitter Z. Nijenhuis

Nadere informatie

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van: van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van: de stichting Algemeen mijnwerkersfonds van de steenkolenmijnen in Limburg. 45284 Inhoudsopgave Algemene

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1e 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND SALARIS...

Nadere informatie

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bitumen) Pensioenregeling uta-werknemers 7b 7.19 Deelnemers 70 7.20 Premies 70 7.21 Ouderdomspensioen 71 7.22 Vervroegd

Nadere informatie

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35 64 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29 6b.30 6b.31 6b.32 6b.33 6b.34 6b.35 Deelnemers 66 Premies 66 Ouderdomspensioen 67 Vervroegd pensioen 67 Uitruil ouderdomspensioen in

Nadere informatie

HAGEMEYER REGELING 2014

HAGEMEYER REGELING 2014 HAGEMEYER REGELING 2014 STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...

Nadere informatie

Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst

Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst van Janssen Biologics B.V. Janssen Cilag B.V. Johnson & Johnson Medical B.V. Johnson & Johnson Consumer B.V. Mentor Medical Systems B.V. Crucell Holland B.V. Versie

Nadere informatie

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen)

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen) Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen) 7a 7.1 Algemeen 60 7.2 Deelnemers 62 7.3 Premies 62 7.4 Ouderdomspensioen 63 7.5 Vervroegd pensioen 63

Nadere informatie

Aanvullend reglement

Aanvullend reglement Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) 2019 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens

Nadere informatie

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet van 28 april 1994, tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet

Nadere informatie

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8 Stichting Bedrijfspensioenfonds Zorgverzekeraars Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8 1 januari 2009 107539/0900103 Stichting Bedrijfspensioenfonds Zorgverzekeraars 1 Addendum

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018 STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Rexel Nederland Regeling

Inhoudsopgave. Rexel Nederland Regeling Rexel Nederland Regeling 2014 Stichting Pensioenfonds Sagittarius Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van: van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van: de stichting Beambtenfonds voor het mijnbedrijf. 45283 Inhoudsopgave Algemene Bepalingen Artikel 1.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Citco Nederland. Pensioenreglement. Januari 2007

Stichting Pensioenfonds Citco Nederland. Pensioenreglement. Januari 2007 Stichting Pensioenfonds Citco Nederland Pensioenreglement Januari 2007 Stichting Pensioenfonds Citco Nederland 1 Inhoudsopgave ALGEMEEN...3 Artikel 1 Artikel 2 Begripsomschrijvingen...3 Deelneming...5

Nadere informatie

Pensioenreglement III Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland. Vroegpensioenreglement 01-01-2008

Pensioenreglement III Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland. Vroegpensioenreglement 01-01-2008 Pensioenreglement III Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Vroegpensioenreglement 01-01-2008 PENSIOEN ASSET MANAGEMENT GOVERNANCE ALGEMEEN... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement Bijlage B Overzicht maximum pensioengevend salaris, grenssalaris, franchise en maximum uitkeringsloon WIA: Datum Maximum pensioengevend salaris Grenssalaris Franchise Maximum uitkeringsloon WIA 1 januari

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT. Gewijzigd per: 1 januari 2014 Goedkeuringsdatum : 17 december 2013 Definitieve versie

PENSIOENREGLEMENT. Gewijzigd per: 1 januari 2014 Goedkeuringsdatum : 17 december 2013 Definitieve versie PENSIOENREGLEMENT 2006 Gewijzigd per: 1 januari 2014 Goedkeuringsdatum : 17 december 2013 Definitieve versie INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN... 4 INTRODUCTIE... 4 ARTIKEL 1 - ALGEMEEN...

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1E 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

REXEL NEDERLAND REGELING 2014

REXEL NEDERLAND REGELING 2014 REXEL NEDERLAND REGELING 2014 STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...

Nadere informatie

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A versie 7.0 d.d. 01-01-2014 ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING In het reglement zijn naast de begripsomschrijvingen van de statuten, waarvan sommigen hieronder ook

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds HAL

Stichting Pensioenfonds HAL Stichting Pensioenfonds HAL excedent-arbeidsongeschikt- Pensioenreglement heidspensioen 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor zover daarvan hierna in dit reglement niet wordt afgeweken, gelden in dit

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement per 01-01-20013 geldig voor werknemers die: in dienst zijn getreden vóór 01-01-2006 en geboren zijn vóór 01-01-1950 Inhoudsopgave

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; het bestuur : het bestuur

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47 PENSIOENREGLEMENT D Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. DEELNEMING AAN DE PENSIOENREGELING 4 Artikel 1 Deelnemers... 4 Artikel

Nadere informatie

OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW REGLEMENT OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW Reglement Overgangsregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Inhoudsopgave Artikel 1 Definities 1 Artikel 2 Informatieverstrekking

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds HAL Pensioenreglement 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1. In dit Pensioenreglement wordt verstaan onder: a. Het Fonds: de Stichting Pensioenfonds HAL; b. Het bestuur: het bestuur van

Nadere informatie

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte Reglement ANW-hiaatverzekering van Pensioenfonds Deloitte Versie: April 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen 3 Artikel 2 ANW-hiaatverzekering 5 Artikel 3 Deelnemerschap 5 Artikel 4 Aanmelding

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47 PENSIOENREGLEMENT D Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. DEELNEMING AAN DE PENSIOENREGELING 4 Artikel 1 Deelnemers...4 Artikel

Nadere informatie

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2016 Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelneming 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

REGLEMENT voor Anw-hiatenpensioen. van. Stichting Pensioenfonds Haskoning. Nijmegen. Reglement ANW-hiatenpensioen, versie 2.1-1- 1 januari 2012

REGLEMENT voor Anw-hiatenpensioen. van. Stichting Pensioenfonds Haskoning. Nijmegen. Reglement ANW-hiatenpensioen, versie 2.1-1- 1 januari 2012 REGLEMENT voor Anw-hiatenpensioen van Stichting Pensioenfonds Haskoning te Nijmegen Aangepast per 1-1-2012 Reglement ANW-hiatenpensioen, versie 2.1-1- 1 januari 2012 Artikel 1 - Definities In deze pensioenregeling

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars Pensioenreglement 2006 administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer Rijnzathe 10, 3454 PV De Meern Postbus 194, 3454 ZK De Meern Telefoon (030) 245 3001

Nadere informatie

Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.

Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r. Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r. 01-01-2015 / 1 INHOUDSOPGAVE 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 2. PENSIOENREGELING BIJ A.S.R.... 5 3. GEWEZEN DEELNEMERSCHAP AAN DE PENSIOENREGELING... 5 4. PENSIOENAANSPRAKEN

Nadere informatie

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling Yvonne Bloem Administrateur Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland Westeinde 62 Postbus 2 1600 AA Enkhuizen Tel. 0228-366 435 Fax. 0228-366 445 yvonne.bloem@syngenta.com Betreft: Startbrief in verband

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Reglement Prepensioenregeling. 01/01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 25/02/2014; in werking getreden per 01/01/2012)

Reglement Prepensioenregeling. 01/01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 25/02/2014; in werking getreden per 01/01/2012) Reglement Prepensioenregeling 01/01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 25/02/2014; in werking getreden per 01/01/2012) Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Definities 3 Artikel 2 Deelnemers

Nadere informatie

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006 TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Per 1 januari 2006 Looptijd tot en met 31 december 2014 Versie 1 januari 2013 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

Nadere informatie

Progress. Pensioenreglement 2002

Progress. Pensioenreglement 2002 Progress Pensioenreglement 2002 1 januari 2014 Pagina 1 van 48 Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN 4 1.1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 4 1.2. DEELNEMERSCHAP... 9 1.3. PENSIOENAANSPRAKEN... 10 2. PENSIOENAANSPRAKEN

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds

Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds Met deze uitvoeringsregeling geeft het bestuur van Stichting CRH Pensioenfonds uitvoering

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel

Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Reglement Fiscaal Onzuivere Aansprakenregeling Netto Aanvullende Pensioenregeling Versie 12.0 - Tekst van 6 december 2013 Karakteristiek van de regeling `Fiscaal

Nadere informatie

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS REXEL NEDERLAND REGELING 2018

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS REXEL NEDERLAND REGELING 2018 STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS REXEL NEDERLAND REGELING 2018 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Deelnemerschap... 5 Artikel 3 Pensioenaanspraken... 5 Artikel 4 Pensioengrondslag...

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 Januari 2018 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche Pensioenreglement

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche Pensioenreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche Pensioenreglement Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer Rijnzathe 10, 3454 PV De Meern Postbus 3183, 3502 GD Utrecht Telefoon (030) 2453922

Nadere informatie

PREPENSIOENREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL. mei 2011

PREPENSIOENREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL. mei 2011 PREPENSIOENREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL mei 2011 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL PREPENSIOENREGLEMENT 2006 VAN TOEPASSING OP DEGENEN DIE: MET PREPENSIOEN

Nadere informatie

VOORBEELDPENSIOENREGLEMENT. Middelloonregeling met vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen. Leeswijzer voorbeeldpensioenreglement

VOORBEELDPENSIOENREGLEMENT. Middelloonregeling met vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen. Leeswijzer voorbeeldpensioenreglement VOORBEELDPENSIOENREGLEMENT Middelloonregeling met vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen Leeswijzer voorbeeldpensioenreglement Dit voorbeeldpensioenreglement is onderdeel van de OPF services

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW REGLEMENT PREPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW Reglement Prepensioenregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Inhoudsopgave Artikel 1 Definities 1 Artikel

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT 2007

PENSIOENREGLEMENT 2007 PENSIOENREGLEMENT 2007 Versie 31.12.2006 PENSIOENREGLEMENT 2007 Versie 31.12.2006 Inhoudsopgave Artikel 1 Pagina Algemeen Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 5 Artikel 1.2 Deelnemerschap 8 Artikel 1.3 Pensioenaanspraken

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI

PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI DISCLAIMER: BIJ DEZE PENSIOENREGELING MOET VOORLOPIG OP ONDERDELEN EEN VOORBEHOUD WORDEN GEMAAKT AANGEZIEN DE OVERHEID NOG GEEN NADERE WET- EN REGELGEVING HEEFT VASTGESTELD PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI

Nadere informatie

Pensioenreglement 2008

Pensioenreglement 2008 versie 1.0 dd 24 september Blad 1 van 41 Inhoudsopgave 1 Algemeen... 4 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 4 Artikel 2 Deelnemerschap... 7 2 Pensioenaanspraken van deelnemers... 8 Artikel 3 Pensioenaanspraken

Nadere informatie

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Telefoon: 070-3061190 Fax : 08422-62369 Website: www.bpfavh.nl Postbus 3144 2280

Nadere informatie

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016 Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement

Nadere informatie

Reglement II 2005 (Laatstelijk gewijzigd bij bestuursbesluit van 25 november 2015)

Reglement II 2005 (Laatstelijk gewijzigd bij bestuursbesluit van 25 november 2015) 1 Reglement II 2005 (Laatstelijk gewijzigd bij bestuursbesluit van 25 november 2015) Inhoudsopgave Artikel Titel 1 Begripsomschrijvingen 2 Gelijkstellingen 3 Deelnemerschap 4 Behoud van pensioenaanspraken

Nadere informatie

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS Richtlijnen Pensioenen en fiscale wetgeving Begripsomschrijving Voor de toepassing van het bepaalde

Nadere informatie

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 20150324 Reglement Pensioenopbouw Extra pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 2 Voorwoord

Nadere informatie

van Stichting Pensioenfonds Fresenius Nederland

van Stichting Pensioenfonds Fresenius Nederland PENSIOENREGLEMENT van Stichting Pensioenfonds Fresenius Nederland Per 14 december 2018 Page 1 Inhoudsopgave 1. Definities... 4 2. Deelneming in de pensioenregeling... 7 Artikel 2 Deelneming... 7 Artikel

Nadere informatie

Progress. Pensioenreglement 2002

Progress. Pensioenreglement 2002 Progress Pensioenreglement 2002 1 juli 2012 Pagina 1 van 48 Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN 4 1.1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 4 1.2. DEELNEMERSCHAP... 9 1.3. PENSIOENAANSPRAKEN... 10 2. PENSIOENAANSPRAKEN TEN

Nadere informatie

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015 Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2008

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2008 PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds Avery Dennison 1 januari 2008 Versie 1.0 definitief 17-11-2014 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING 4 Artikel 1 Deelnemers 4 Artikel 2

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Bijlagen PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING Versie 1 januari

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT III

PENSIOENREGLEMENT III PENSIOENREGLEMENT III Anw-pensioen STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG April 2015 ARTIKEL 1 Individuele verzekering van Anw-pensioen Voor de werknemers in dienst van

Nadere informatie

Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet

Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet Regeling van 16 juli 1987, Stcrt. 1976, 143m zoals deze regeling laatstelijk is gewijzigde bij regeling van 16 maart 2004, Stcrt. 2004, 58.

Nadere informatie

Pensioenreglement 2006A, Stichting Pensioenfonds Interpolis

Pensioenreglement 2006A, Stichting Pensioenfonds Interpolis Pensioenreglement 2006A, Stichting Pensioenfonds Interpolis Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING 3 1. Deelnemers 3 2. Start en einde deelname 3 Hoofdstuk 2. DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Citco Nederland

Stichting Pensioenfonds Citco Nederland Stichting Pensioenfonds Citco Nederland Pensioenreglement Oktober2003 Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Citco Nederland 1 Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Citco Nederland 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN...3 Artikel 1. DEELNEMERS...4 Artikel 2. AANSPRAKEN...4 Artikel 3. AANVRAAG EN TOEKENNING WAO-HIATEN-PENSIOEN...4

Nadere informatie

Pensioenreglement van. Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro

Pensioenreglement van. Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro Pensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro ii Inhoudsopgave Artikel 1: Begripsomschrijvingen... 1 Artikel 2: Karakter pensioenregeling 3 Artikel 3: Deelnemerschap en pensioenaanspraken...

Nadere informatie

Pensioenreglement II Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Pensioenreglement II Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Pensioenreglement II Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement per 01-01-2013 geldig voor werknemers die: in dienst zijn getreden op of na 01-01-2006; of in dienst zijn getreden vóór 01-01-2006

Nadere informatie

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING Artikel 1 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. scheiding: echtscheiding of scheiding van tafel en bed dan

Nadere informatie

PROGRESS HET PENSIOENFONDS VAN UNILEVER NEDERLAND PENSIOENREGLEMENT 2007

PROGRESS HET PENSIOENFONDS VAN UNILEVER NEDERLAND PENSIOENREGLEMENT 2007 pagina 1 van 42 PROGRESS HET PENSIOENFONDS VAN UNILEVER NEDERLAND PENSIOENREGLEMENT 2007 Versie 01.01.2014 pagina 2 van 42 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN... 4 1.1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 4 1.2. DEELNEMERSCHAP...

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Pensioenreglement 2002

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Pensioenreglement 2002 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie Pensioenreglement 2002 voor deelnemers die geboren zijn vóór 1 januari 1949 én op 31 december 2001 al deelnemer waren Bladnummer

Nadere informatie