Het inzage- en correctierecht bij gedragsdeskundig onderzoek in strafzaken
|
|
- Nora Pieters
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ko Hummelen*, Corrie van Esch**, Els Schipaanboord*** en Tryntsje van der Veer**** Het inzage- en correctierecht bij gedragsdeskundig onderzoek in strafzaken Aan de hand van een vragenlijst werd onderzocht of forensisch gedragsdeskundigen in de praktijk voldoen aan hun verplichtingen voor wat betreft het informeren van de verdachte over het onderzoek, de bespreking van het verslag met de onderzochte, het bieden van inzage in het verslag en het geven van de mogelijkheid tot het aandragen van correcties. Geconcludeerd wordt dat gedragsdeskundigen niet altijd aan deze verplichtingen voldoen. Tevens werd aan de gerapporteerden een vragenlijst gestuurd waarin gevraagd werd naar hun ervaringen met het onderzoek. De antwoorden van de onderzochten geven aanwijzingen voor onderdelen waarop verbetering van het rapportageproces mogelijk is. Inleiding Voor verdachten in strafzaken kan onderzoek door een forensisch psychiater en/of psycholoog grote gevolgen hebben. Met het oog op het beschermen van hun belangen is het dan ook belangrijk om de verdachten hun rechten met betrekking tot het onderzoek en de verslaglegging niet te onthouden. Tegenover de rechten van de verdachten staat een aantal plichten waaraan gedragsdeskundigen moeten voldoen. Meestal zijn die elkaars spiegelbeeld. Dit artikel gaat over enkele van die verplichtingen van gedragsdeskundigen, respectievelijk rechten van verdachten. Ingegaan wordt op de informatieplicht van de gedragsdeskundige, de bespreking van het rapport door de gedragsdeskundige met de verdachte, het geven van inzage in het verslag en het bieden van de mogelijkheid om voorstellen te doen tot het aanbrengen van correcties. 1 Nadat de informatieplicht van de gedragsdeskundige is aangestipt, wordt stilgestaan bij de vraag: welke verplichtingen hebben gedragsdeskundigen ten aanzien van de hiervoor genoemde onderwerpen op grond van wet- en regelgeving, jurisprudentie en literatuur? 2 Vervolgens wordt een beschrijving gegeven van een onderzoek naar de gang van zaken in de praktijk naar de hiervoor genoemde aspecten in twee arrondissementen. Daarna komen de opzet, beperkingen bij het onderzoek en de onderzoeksbevindingen aan bod. Tot slot volgen een discussie, conclusies en aanbevelingen. begint de verdachte duidelijk maken wat het doel van het onderzoek is, welke vraagstelling daaraan ten grondslag ligt en wat de rol van de onderzoeker is. 3 Tot de informatie die de gedragsdeskundige verplicht is te verstrekken aan de onderzochte, behoort ook uitleg over de rechten die de verdachte heeft ten aanzien van het onderzoek en de verslaglegging, zoals het inzage- en correctierecht. Na de afronding van het onderzoek komen er voor de verdachte drie belangrijke rechten om de hoek kijken. Om te beginnen is dat de bespreking van het onderzoeksverslag door de onderzoeker met de onderzochte. Uit verschillende bronnen blijkt dat forensisch gedragsdeskundigen verplicht zijn het rapport met de onderzochte te bespreken. 4 In de jurisprudentie wordt daaraan toegevoegd dat de gedragsdeskundige bij die bespreking niet alleen over alle onderzoeksresultaten moet beschikken, maar dat hij ook het rapport moet hebben opgesteld. Verder moet de reactie van de onderzochte op de bespreking herkenbaar in het definitieve verslag worden opgenomen. 5 Bij multidisciplinair onderzoek zou het onvoldoende zijn dat enkel de mederapporteur het verslag met de onderzochte bespreekt. 6 Over het inzagerecht van de verdachte kan het volgende worden gemeld. Forensisch gedragsdeskundigen zijn verplicht de onderzochte inzage te verlenen in het verslag. Die verplichting is in de ene bron uitvoeriger en minder vrijblijvend geregeld dan op een andere plaats. Geregeld vullen de verschillende regelingen omtrent het Het normatieve kader Uitgangspunt bij gedragsdeskundig onderzoek in strafzaken is dat het voor de onderzochte duidelijk moet zijn wat hem daarbij te wachten staat. Daarom moet de forensisch gedragsdeskundige voor hij met zijn onderzoek * ** *** Dr. J.W. Hummelen is als psychiater werkzaam bij de forensisch psychiatrische afdeling de Boog GGNet, Warnsveld, en bijzonder hoogleraar forensische psychiatrie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Mr. dr. C.M. van Esch is universitair docent strafrecht bij Moot Court aan de Universiteit Leiden en werkzaam als jurist bij het NIFP Oost. Mr. A.E. Schipaanboord is jurist bij het NIFP Pieter Baan Centrum te Utrecht. **** Drs. T.S. van der Veer is psychiater en hoofd NIFP Noord Omdat tegenover een verplichting van de gedragsdeskundige een recht staat van de verdachte, beperken wij ons bij de beschrijving van het normatieve kader tot de verplichtingen van de gedragsdeskundige. Omdat de verdachte ten aanzien van deze onderwerpen enkel rechten heeft en geen verplichtingen beperken wij ons daartoe. Het omgekeerde geldt voor de gedragsdeskundigen. Zij hebben enkel verplichtingen op dit terrein. C.M. van Esch, Gedragsdeskundigen in strafzaken, Assen: Van Gorcum 2012, p Van Esch 2012, p Hij mag dit dus niet overlaten aan de raadsman van de verdachte. Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg Groningen 20 november 2006, Rep.nr. GP2005/05. Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg Groningen 15 april 2008, Rep.nr. G2004/61. 44
2 inzagerecht elkaar aan. 7 Deze verplichting geldt niet als de rechter de deskundige een geheimhoudingsplicht heeft opgelegd. Voor gedragsdeskundig onderzoek in strafzaken, lijkt deze bepaling niet erg relevant. In uitzonderlijke gevallen zijn beperkingen mogelijk op het inzagerecht van de verdachte. De gedragsdeskundige mag er niet snel van uitgaan dat daarvan sprake is. 8 Wanneer hij van mening is dat zo een uitzondering zich voordoet, dient hij dat te verantwoorden in het verslag. De gedragsdeskundige moet de verdachte inzage verlenen vóórdat hij het definitieve rapport uitbrengt aan de opdrachtgever. Uit het rapport moet blijken dat de verdachte inzage heeft gehad in het verslag en wat zijn visie daarop was. Bij een omvangrijk verslag moet de onderzochte meer tijd krijgen voor inzage. 9 Tot slot is daar nog het correctierecht dat de verdachte heeft. Dit recht vinden we vooral terug in beroepscodes, gedragscodes en jurisprudentie. Het geldt zowel bij forensisch psychiatrisch als bij psychologisch onderzoek. 10 Het correctierecht is beperkt tot gegevens van feitelijke aard en strekt zich dus niet uit tot de conclusies en het professionele oordeel. Om van het correctierecht gebruik te kunnen maken, moet de verdachte uiteraard inzage hebben in het verslag. Het onderzoek naar de gang van zaken in de praktijk Om inzicht te krijgen in de manier waarop forensisch gedragsdeskundigen in de praktijk voldoen aan hun verplichtingen voor wat betreft het informeren van de verdachte over het onderzoek, de bespreking van het verslag met de onderzochte, het bieden van inzage in het verslag en het geven van mogelijkheid tot het aandragen van correcties, werd rapporteurs een vragenlijst voorgelegd. Dit gebeurde na afronding van het rapport. Tevens werd aan de gerapporteerden in die zaken een vragenlijst gestuurd waarin gevraagd werd naar hun ervaringen met het onderzoek. In tegenstelling tot de gezondheidszorg, waar onderzoek naar patiënttevredenheid heel gebruikelijk is, is bij onderzochten in het kader van gedragsdeskundig onderzoek in strafzaken, voor zover ons bekend, geen onderzoek verricht naar de waardering van het onderzoeksproces. Opzet Het onderzoek is verricht in de periode 1 oktober 2010 tot en met 31 maart 2011 bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) Noord en NIFP Oost (locatie Arnhem). Dit onderzoek beperkt zich tot verdachten die berecht zijn door de meervoudige kamer strafzaken volgens het strafrecht voor volwassenen. Direct na afronding van een strafrechtelijk monodisciplinair onderzoek bij volwassenen, werd aan de betrokken gedragsdeskundigen een vragenlijst met begeleidende brief gestuurd. Elke gedragsdeskundige werd slechts eenmaal in het onderzoek betrokken. De toegezonden vragenlijsten waren gecodeerd zodat bij het niet inzenden van de vragenlijst gerappelleerd kon worden. Er werd maximaal driemaal gerappelleerd. Vragenlijsten die later dan zes weken na toezending van de lijst werden geretourneerd, zijn geëxcludeerd. Dit om te voorkomen dat gebruik werd gemaakt van een vragenlijst, waarvan de gedragsdeskundige na deze (arbitraire) termijn zich de wijze waarop het rapportageproces verlopen was, niet meer betrouwbaar genoeg kon herinneren. De data zijn geanonimiseerd verwerkt. De verdachten, over wie door de in het onderzoek betrokken gedragsdeskundigen werd gerapporteerd, kregen op hun verblijfadres een vragenlijst met begeleidende brief en een gefrankeerde retourenveloppe toegezonden. In de vragenlijst werd geen onderscheid gemaakt tussen bespreking van het rapport en het verlenen van inzage om verschillen in interpretatie van deze begrippen te voorkomen. Om elke schijn tegen te gaan dat het onderzoek niet geanonimiseerd zou verlopen, en om een zo hoog mogelijke respons te bewerkstelligen, werden deze vragenlijsten niet gecodeerd. Elke betrokkene werd na twee weken eenmalig gerappelleerd. Beperkingen Het onderzoek is beschrijvend van opzet en beoogt een verkenning te zijn van het onderzoeksgebied. Uit de formulering van de vragen kan deels worden opgemaakt wat de juridische vereisten zijn. Dit kan van invloed zijn geweest op de gegeven antwoorden, in die zin dat die sociaal wenselijk kunnen zijn beantwoord. Zoals gezegd, heeft het onderzoek plaatsgevonden in een beperkt aantal arrondissementen. De resultaten kunnen niet zonder meer gegeneraliseerd worden. Omdat de betrouwbaarheid en validiteit van de vragenlijsten niet zijn onderzocht, moeten de onderzoeksresultaten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Het onderzoek betreft alleen monodisciplinaire rapportages. Onderzoeksbevindingen Onderzoek bij rapporteurs Er werden 73 forensisch gedragsdeskundigen aangeschreven. Hiervan stuurden 65 (89%) een ingevulde vragenlijst retour. Van de 65 vragenlijsten werden er 17 geëxcludeerd: zeven omdat deze later dan zes weken na het verzoek werden ingestuurd; negen omdat die waren ingevuld door een supervisant in plaats van door de verantwoordelijke rapporteur en één omdat het in deze zaak een onderzoek betrof van een minderjarige. Uiteindelijk werden 48 vragenlijsten betrokken in de analyse. In 34 zaken ging het om onderzoek en rapportage door een psycholoog, in 14 door een psychiater. Ten tijde van het laatste onderzoekscontact verbleven 32 onderzochten in preventieve hechtenis en 16 personen op vrije voeten. 7. Van Esch, 2012, p Zij wijst op een opvallende uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege Groningen van 18 december 2008 en van het Centraal Tuchtcollege Gezondheidszorg uit Daarin wordt gesteld dat de meningen over het inzagerecht en het correctierecht bij psychiatrisch onderzoek in strafzaken bepaald niet eensluidend zijn, en dat het binnen de beroepsgroep van psychiaters niet gebruikelijk is een onderzochte vooraf inzage te geven en een beperkte mogelijkheid te bieden tot het aandragen van correcties. Van Esch betwijfelt de juistheid van die stelling omdat de Richtlijn psychiatrisch onderzoek en rapportage van strafzaken van de NVvP een bepaling bevat, waarin aangegeven wordt dat de onderzochte het inzage- en correctierecht kan doen gelden zoals dat wettelijk en in jurisprudentie is geregeld. 8. Van Esch 2012, p Van Esch 2012, p Van Esch 2012, p
3 De uitkomsten van de vragenlijsten bij de rapporteurs leveren het volgende beeld op. Op welke wijze werd de mogelijkheid tot inzage geboden? a. Onderzochte werd opgezocht en het conceptrapport ter plaatse ter inzage gegeven en besproken Bespreking rapport Heeft u het rapport met de onderzochte besproken? 43 5 Argumenten die gedragsdeskundigen noemen om het rapport niet te bespreken zijn: betrokkene reageerde niet op een uitnodiging tot bespreking (2), vanwege laag IQ zijn alleen testresultaten en advies besproken (1), betrokkene weigerde na het eerste gesprek medewerking aan het PJ-onderzoek (1), geen reden vermeld (1). 2. Welke onderdelen heeft u met de onderzochte besproken? Meer antwoorden mogelijk: a. Conclusie omtrent toerekeningsvatbaarheid 39 b. Recidivegevaar 38 c. Inhoud behandeladvies 43 d. Advies juridisch kader 36 e. Anders, namelijk: beperkte bespreking vanwege beperkte medewerking betrokkene; bespreking dat geen advies gegeven kon worden wegens ontkenning van het ten laste gelegde; vijfmaal werd aangegeven dat de vraag niet van toepassing was omdat het rapport niet besproken was. Inzagerecht b. Conceptrapport werd gezonden aan raadsman/-vrouw van onderzochte. 0 c. Conceptrapport werd gezonden aan onderzochte zelf. 3 d. Conceptrapport werd gezonden aan onderzochte zelf en telefonisch met onderzochte besproken. 1 e. Geen antwoord gegeven 7 f. Anders 12 Onder de categorie anders worden genoemd: inzage via advocaat (5), betrokkene vroeg er niet naar (3), rapport is deels voorgelezen (2), besproken met casemanager (1), betrokkene weigerde (1) Is het conceptrapport daadwerkelijk aan de onderzochte (of zijn raadsman/-vrouw) ter hand gesteld? Geen antwoord 3 Correctierecht Heeft u onderzochte gewezen op het correctierecht? Heeft onderzochte (en/of zijn raadsman/-vrouw) gebruikgemaakt van het correctierecht? Heeft u betrokkene gewezen op het inzagerecht? Als reden om de onderzochte niet te wijzen op het inzagerecht voeren gedragsdeskundigen aan: betrokkene kreeg al inzage doordat het rapport besproken is (4), tijdgebrek (2), betrokkene is meegedeeld dat zijn advocaat een exemplaar krijgt (2), niet aan gedacht (2), betrokkene vroeg er niet naar (1), betrokkene had moeite met lezen (1). Een rapporteur vermeldt tevens: Pas bij verschil van mening laat ik het rapport zien. 4. Indien onderzochte gewezen is op het inzagerecht, wenste deze hier ook gebruik van te maken? Anders 5 9. Indien onderzochte gebruik heeft gemaakt van het correctierecht op welke wijze is dit gebeurd? Mondeling 10 Schriftelijk 0 Van de mondelinge correcties betrof het volgens de gedragsdeskundige in acht gevallen feitelijke gegevens, één keer ging het om inhoudelijke informatie en in één zaak een combinatie van beide. In zeven zaken gaf de gedragsdeskundige aan dat alle correcties in het rapport waren verwerkt, in twee dat deze in een bijlage aan het rapport waren toegevoegd en in één geval dat de feitelijke correcties waren overgenomen in het rapport en de inhoudelijke correcties in een bijlage aan het verslag waren gevoegd. 10. Aan het eind van de vragenlijst was er gelegenheid om opmerkingen te vermelden. Onder de categorie anders worden genoemd: betrokkene brak het onderzoek af (1), betrokkene kwam niet naar de afspraak (1), betrokkene ging akkoord met bespreking (1), rapport werd voorgelezen (1), betrokkene vroeg hier niet naar (1). 5. Naast opmerkingen over de vragenlijst werden de volgende opmerkingen gemaakt: Ik wijs onderzochten niet expliciet op hun recht maar presenteer het als iets vanzelfsprekends. Bij overeenstemming over het rapport, werkt inzage en correctie als overbodige vertraging in de vaak krappe tijd. Pas bij verschil van mening over het rapport stel ik de onderzochte in de gelegenheid 46
4 tot aanvullingen, correcties. Dit komt in de praktijk niet veel voor. Risicovol onderzoek voor de praktijk: kan het werken onmogelijk maken (correctierecht) in verband met tijdspad en praktische uitvoering. Ik vind afgifte van de conceptrapportage doorgaans ingewikkeld. Soms zoekt een raadsman de publiciteit voordat het OM het rapport heeft. Onderzoek bij gerapporteerden Van de 73 aangeschreven onderzochten stuurden iets minder dan de helft (35 van 73) de vragenlijst retour. Hiervan zijn er twee geëxcludeerd die door dezelfde onderzochte waren ingestuurd. Eén vragenlijst was blanco geretourneerd met de mededeling dat medewerking aan de PJ-rapportage was geweigerd. De gegevens van 32 lijsten werden betrokken bij de analyse. Van deze 32 onderzochten waren er 21 preventief gehecht en elf verbleven op vrije voeten Uitkomsten vragenlijsten onderzochten Ik wist vooraf wanneer ik onderzocht zou worden De onderzoeker heeft goed uitgelegd wat het doel is van het rapport., helemaal 20, gedeeltelijk 10 2 Ik heb goed mijn verhaal kunnen doen bij de onderzoeker., helemaal 18, gedeeltelijk 11 3 De onderzoeker behandelde mij met respect., helemaal 23, gedeeltelijk De onderwerpen die worden genoemd waarop commentaar is gegeven zijn: uitkomst onderzoek (3), passages met betrekking tot derden (2), taalgebruik in het rapport (2), nut van het rapport (1), weet dat niet meer (1). Beoordeling door onderzochte van totale verloop van het onderzoek De onderzochte werd verzocht het totale verloop van het onderzoek te beoordelen met een cijfer tussen één en tien (één staat voor zeer slecht verlopen onderzoek, tien voor zeer goed verlopen onderzoek). Het hoogst gegeven cijfer 10 Laagst gegeven cijfer 1 Gemiddelde 7 Mediaan 8 De onderzochten werd gevraagd maximaal twee zaken te noemen waarover zij minder tevreden waren bij het verloop van het onderzoek. Daaruit blijkt dat onderzochten het vaakst noemen dat zij het niet eens zijn met de uitkomst van het onderzoek (10). In vijf zaken geeft de onderzochte aan dat hij zich niet (volledig) correct bejegend voelt. Voorts noemen onderzochten dat het rapport niet met hen is besproken (4), te weinig tijd voor het onderzoek (4), ingewikkeld taalgebruik (2), geen tijd om het rapport te lezen (1), er zou contact met ouders worden opgenomen, maar dat is niet gebeurd (1), tegen duidelijke afspraak in is rapport naar huisadres (bij ouders) gestuurd (1), wist niet wanneer rapporteur zou komen (1), overige opmerkingen (12). De onderzochte werd gevraagd maximaal twee zaken te noemen waarover deze over het verloop van het onderzoek tevreden was. Hierbij worden onder meer de volgende onderwerpen vermeld: voelt zich correct bejegend (16), duidelijke uitleg gekregen (3), testen zijn goed verlopen (3), tevreden over uitkomst onderzoek (2), overige opmerkingen (5) Het is mij duidelijk wat in het rapport komt te staan., helemaal 15, gedeeltelijk 12 5 Heeft u commentaar gegeven op het rapport Indien u commentaar hebt gegeven, hoe heeft u dat gedaan. Mondeling 8 Schriftelijk 0 Beide 1 Discussie Onderzoek bij rapporteurs Bespreking rapport Vrijwel alle rapporteurs geven aan het rapport met de onderzochte te hebben besproken of geven als reden aan waarom dat niet is gebeurd dat de verdachte niet op de uitnodiging tot bespreking is ingegaan. Eenmaal wordt geantwoord dat vanwege een laag IQ er slechts een gedeeltelijke bespreking van het rapport heeft plaatsgevonden. In de gevallen waarin bespreking heeft plaatsgevonden, lijken de onderdelen toerekeningsvatbaarheid, recidivegevaar, inhoud behandeladvies en advies juridisch kader meestal alle aan bod te zijn gekomen. In een kleine minderheid van de gevallen zou dit niet het geval zijn geweest. Dit roept de vraag op in hoeverre gedragsdeskundigen altijd een rapport op alle relevante onderdelen bespreken. 47
5 Inzagerecht De rapporteurs geven aan dat zij de onderzochte niet altijd wijzen op het inzagerecht. In twaalf van de 48 onderzoeken (25%) vindt dit niet plaats. Bij de redenen om niet op het inzagerecht te wijzen, wordt viermaal door de rapporteurs genoemd dat het rapport al is besproken. Dit wijst erop dat er onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen het bespreken van en het bieden van inzage in het rapport. Verder worden als redenen vermeld om niet op het inzagerecht te wijzen: tijdgebrek, de onderzochte vroeg er niet om en er werd door de rapporteur niet aan gedacht. Deze argumenten lijken erop te wijzen dat sommige rapporteurs te weinig doordrongen zijn van het belang om de rechten van onderzochten te respecteren. In 13 van de 36 onderzoeken (36%) waarin de onderzochte gewezen was op het inzagerecht, geven de rapporteurs aan dat de onderzochte hiervan gebruik wenste te maken. Hieruit kan worden opgemaakt dat een substantieel deel van de onderzochten gebruik wenst te maken van het inzagerecht. Niet duidelijk is op welke wijze de rapporteur de onderzochte heeft gewezen op het inzagerecht. Voorstelbaar is dat naarmate de rapporteur hier nadrukkelijker aandacht aan geeft, het percentage van onderzochten dat hiervan gebruik wil maken zal toenemen. De antwoorden op de vraag op welke wijze de mogelijkheid tot inzage werd geboden, zijn niet eenduidig te interpreteren. Zo wordt door de rapporteurs eerder geantwoord dat 13 onderzochten gebruik wensten te maken van het recht op inzage. Daarna wordt geantwoord dat bij 25 onderzochten ter plaatse het conceptrapport ter inzage werd gegeven en besproken. Mogelijk geeft een groot deel van de rapporteurs los van de wens of een onderzochte gebruik wenst te maken van het inzagerecht, inzage in het rapport. Ook kunnen rapporteurs, zoals bovenstaand reeds genoemd, het bespreken van het rapport opvatten als gelijk aan het verlenen van inzage. Duidelijk is dat sommige rapporteurs onder inzagerecht iets anders verstaan dan dat de onderzochte het rapport kan inzien voordat het wordt uitgebracht. Zo wordt vijfmaal geantwoord dat het rapport via de advocaat kan worden ingezien maar blijkt geen enkele keer dat het rapport naar de verdediging is gezonden om het de verdachte ter inzage aan te bieden. We kunnen stellen dat er in principe alleen goed gebruik kan worden gemaakt van het inzagerecht wanneer de onderzochte voldoende tijd heeft om het rapport te lezen. Hiervoor is vereist dat het rapport ter beschikking komt te staan van de onderzochte. In slechts 16 van de 48 onderzoeken (33%) wordt aangegeven dat het conceptrapport daadwerkelijk ter hand is gesteld aan de onderzochte. Correctierecht In 17 van de 48 onderzoeken (35%) geeft de rapporteur aan dat de onderzochte niet gewezen is op het correctierecht. Dit percentage is hoger dan dat waarin niet gewezen is op het inzagerecht. Tien rapporteurs gaven aan dat de onderzochte gebruikmaakte van het correctierecht. Hierbij gaven de rapporteurs aan dat de correcties alleen mondeling werden voorgesteld. Opmerkingen De door de rapporteurs gemaakte opmerkingen passen bij de eerdere conclusie dat het wijzen op het inzageen correctierecht niet expliciet wordt gedaan. Enkele rapporteurs geven aan deze rechten als overbodig en belemmerend te zien. Eén rapporteur vindt de manier van inzage geven door het conceptrapport toe te zenden aan de raadsman bezwaarlijk. Onderzoek bij gerapporteerden De onderzochten retourneerden 32 voor analyse bruikbare vragenlijsten. Deze respons van 44% maakt dat de bevindingen niet representatief hoeven te zijn en bijgevolg met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd dienen te worden. Doordat de vragenlijst van de onderzochte niet gecodeerd is, kunnen de gegeven antwoorden niet vergeleken worden met de door de betrokken rapporteur gegeven antwoorden. In 14 van de 32 onderzoeken (44%) gaf de onderzochte aan niet te weten wanneer het onderzoek zou plaatsvinden. Van deze 14 onderzochten bevonden 12 zich in het huis van bewaring. Navraag bij enkele penitentiaire inrichtingen maakte duidelijk dat in de regel de gedetineerde vooraf niet wordt medegedeeld wanneer een rapporteur komt. 11 Meestal weet de betrokkene pas wanneer het onderzoek zal plaatsvinden als deze de rapporteur in de spreekkamer ontmoet. In het licht van deze praktijk zou men verwachten dat vrijwel alle gedetineerde onderzochten zouden hebben geantwoord dat zij niet wisten wanneer zij onderzocht zouden worden. Dat dit niet het geval is, betekent naar alle waarschijnlijkheid dat de formulering van de vraag ruimte openlaat over wat bedoeld wordt. Men kan deze vraag ook opvatten in de zin of men wist dat er in de nabije toekomst een onderzoek zou plaatsvinden. Dit zou ook kunnen verklaren dat er door twee vrije voeters geantwoord is dat men niet wist wanneer het onderzoek zou plaatsvinden, terwijl in deze gevallen uiteraard vooraf een afspraak door de rapporteur voor het onderzoek moet worden gemaakt. Het is aannemelijk dat het onderzoek belemmerd wordt wanneer een betrokkene vooraf niet weet wanneer hij onderzocht zal worden en bijgevolg plotseling geconfronteerd wordt met een rapporteur. In deze situatie zal de onderzochte zich overvallen kunnen voelen waardoor het spanningsniveau kan toenemen en de coöperatie daardoor kan afnemen. Slechts een klein percentage van de onderzochten geeft aan dat het doel van het rapport niet goed is uitgelegd (6%); dat men zijn verhaal niet goed heeft kunnen doen bij de onderzoeker (9%) of dat men niet met respect werd behandeld (6%). In 9 van de 32 onderzoeken (28%) geven de onderzochten aan commentaar te hebben gegeven op het rapport. Dit gebeurde vrijwel altijd mondeling. Het commentaar van de onderzochten betrof niet enkel het geven van feitelijke correcties. Zo heeft het gegeven commentaar vooral betrekking op de uitkomst van het onderzoek en passages met betrekking tot derden die in het rapport worden vermeld. 11. C.A.J. Veldman, persoonlijke mededeling. 48
6 De beoordeling van het totale verloop van het onderzoek door de onderzochten loopt sterk uiteen van 1 (zeer slecht) tot 10 (zeer goed). Het gemiddelde van een 7 en de mediane score van een 8 laten zien dat de onderzochten in het algemeen het verloop van het onderzoek als ruim voldoende tot goed beoordelen. Deze duidelijk positieve beoordeling betekent echter niet dat er geen zaken zijn waarover de onderzochten minder tevreden zijn. Onderzochten geven vooral aan moeite te hebben met de uitkomst van het onderzoek (31%) en de bejegening (16%). Daarnaast valt op dat de onderzochten in 4 van de 32 onderzoeken (13%) expliciet aangeven ontevreden te zijn over het feit dat het rapport niet is besproken. Eén onderzochte geeft aan geen tijd te hebben gehad om het rapport te lezen. Verder worden er in twee gevallen opmerkingen gemaakt over het niet nakomen van afspraken en geven twee onderzochten aan de gebezigde taal te ingewikkeld te vinden. Bij de vraag waar de onderzochten tevreden over zijn bij het verloop van het onderzoek, geven zij in 16 van de 32 onderzoeken (50%) aan tevreden te zijn over de wijze waarop zij bejegend werden. Ook benoemen de onderzochten onder andere in 3 gevallen (9%) het krijgen van een goede uitleg. Bij de gemaakte opmerkingen valt op dat het aspect bejegening een belangrijk aandeel heeft. In totaal wordt door 21 van de 32 onderzochten (66%) hierover een opmerking gemaakt. Dit laat zien dat de bejegening van de onderzochten een belangrijk aspect vormt van het onderzocht worden. Conclusie en aanbevelingen Uit de onderzoeksbevindingen komt het beeld naar voren dat gedragsdeskundigen niet altijd voldoen aan hun verplichtingen bij gedragsdeskundig onderzoek in strafzaken als het gaat om het geven van voorlichting aan de onderzochte over zijn rechten ten aanzien van het onderzoek, en dan vooral toegespitst op het inzageen correctierecht. Wat opvalt is dat een deel van de gedragsdeskundigen onvoldoende onderscheid lijkt te maken tussen het bespreken van het rapport en het geven van inzage in het verslag. Een substantieel deel van de rapporteurs wijst de betrokkene niet op het inzagerecht en een nog groter deel wijst niet op het correctierecht. Teneinde tegemoet te komen aan het informatierecht van de onderzochten verdient het aanbeveling dat de bij rapportage Pro Justitia betrokken beroepsgroepen gezamenlijk een informatiebrochure opstellen die voor aanvang van het onderzoek door de rapporteur aan de betrokkene wordt gegeven. Door deze brochure kan de betrokkene worden geïnformeerd aangaande de rol van de gedragsdeskundige, de inhoud van de vraagstelling, de gang van zaken bij de uitvoering van het onderzoek en kan het inzage- en correctierecht worden toegelicht. Om recht te doen aan het inzage- en correctierecht dient het conceptrapport ter hand van de onderzochte te worden gesteld en moet deze voldoende tijd krijgen om het verslag te lezen. Uit het huidige onderzoek komt naar voren dat slechts in een minderheid van de gevallen het conceptrapport ter hand wordt gesteld. Dit sluit aan bij de opmerking van één van de onderzochten dat hij te weinig tijd had om het rapport te lezen. Wij stellen voor om betrokkenen ten minste twee dagen de tijd te geven om het conceptrapport te lezen en eventuele feitelijke correcties in te brengen. Afhankelijk van de situatie kan het conceptrapport voorafgaand aan de bespreking aan de betrokkene per post worden toegezonden of na de bespreking bij de betrokkene worden achtergelaten met vermelding van de uiterlijke termijn waarop het conceptrapport aan de rapporteur geretourneerd dient te worden. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen het definitieve rapport en het conceptrapport dient bij het laatste op elke bladzijde de aanduiding CONCEPT vermeld te worden. Teneinde de gestelde inlevertermijn niet te overschrijden is het gezien de door ons voorgestelde werkwijze, nog meer dan nu al het geval is, van belang om direct na het accepteren van de opdracht daadwerkelijk het onderzoek aan te vangen. In het door veel rapporteurs gebruikte NIFP-rapportageformat staat als een van de onderdelen vermeld Bespreking met betrokkene. Als toelichting bij dit onderdeel wordt aangegeven dat in het rapport de wijze vermeld dient te worden waarop het rapport c.q. conclusies en advies werden besproken met betrokkene en de reactie van de betrokkene hierop. In dit format wordt de rapporteur niet ertoe gebracht de reactie van betrokkene na inzage en het al dan niet gebruikmaken van het correctierecht expliciet te vermelden. Wij stellen voor dit onderdeel van het format te veranderen in Bespreking met betrokkene, reactie na inzage en ingebrachte correcties. Het niet vooraf informeren van de onderzochte over de datum van het onderzoek en de persoon van de rapporteur, kan het onderzoek belemmeren. Aanbevolen wordt dat de rapporteur voorafgaand aan zijn komst, de betrokkene schriftelijk informeert over de datum van het eerste onderzoeksgesprek. Bij de door de onderzochten gemaakte opmerkingen komen onderwerpen naar voren die laten zien waar de rapportagepraktijk mogelijk soms tekortschiet. Zo worden onder meer opmerkingen gemaakt over het ontbreken van de bespreking van het rapport en het niet nakomen van afspraken. Naar onze mening kan onderzoek naar de waardering van het rapportageproces door onderzochten, belangrijke aanwijzingen geven voor onderdelen waarop verbetering mogelijk is. Dergelijk onderzoek kan mogelijk ook bijdragen aan een beter inzicht in de factoren die de coöperatie van betrokkenen aan het onderzoek kunnen vergroten. 49
Informatie voor betrokkenen
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc
Nadere informatieInformatie voor betrokkene(n)
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc
Nadere informatieUitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht
Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient
Nadere informatieHet inzage- en correctierecht bij gedragsdesl<undig onderzoek in strafzaken
Ko Mummelen'^, Corrie van Escli"", Els Schipaanboord^*'' en Tryntsje van der Veer**** Het inzage- en correctierecht bij gedragsdesl
Nadere informatieInformatie voor betrokkene(n)
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc
Nadere informatiePsychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte
Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.
Nadere informatiePsychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken. Informatie voor betrokkene
Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken Informatie voor betrokkene Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken Deze brochure bevat informatie voor personen die in
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27143 30 september 2014 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.053 Beslissing in de zaak onder
Nadere informatieNederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Nederlands Instituut van Psychologen
Nadere informatieInhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3
Inhoud Deel I Inleidende beschouwingen 1 Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Historische beschouwingen 6 1.3 De actualiteit van het onderwerp 8 1.3.1 De wetenschap 8 1.3.2
Nadere informatieKlachtenreglement Vitalmindz
Klachtenreglement Vitalmindz Artikel 1 Algemene en begripsbepalingen 1. Het klachtenreglement geeft de klager een middel iets te ondernemen tegen de bejegening, doen of nalaten van Vitalmindz of één van
Nadere informatiePRIVACYREGLEMENT Goudsbloem & De Vries Januari 2019
De Kronkels 9a 3752 LM Bunschoten - 033-3302515 - www.goudsbloemendevries.nl PRIVACYREGLEMENT Goudsbloem & De Vries Januari 2019 Vertrouwelijkheid Artikel 1 Geheimhouding In het directe contact met de
Nadere informatieHet Pieter Baan Centrum. Algemene informatie
Het Pieter Baan Centrum Algemene informatie 1 Deze brochure is bedoeld om algemene informatie te geven over het Pieter Baan Centrum (PBC). Het PBC is de forensisch psychiatrische observatiekliniek van
Nadere informatieNaar aanleiding van het emailbericht van Caroline Hazewinkel met bijlagen d.d. 17 juli 2015, bericht ik u als volgt.
De heer F. Wagenvoort Beleidsmedewerker NIFP Per email: f.wagenvoort@dji.minjus.nl mr. E.J.P. Nolet mr. P. Drenth mr. J.A.W. Knoester mr. A.A. van Harmelen mr. F.P. Holthuis mr. A. Klomp-Kraal mr. K.J.
Nadere informatie27 Onderzoek naar kenmerken van procedurele gerechtigheid bij rapportage pro Justitia
27 Onderzoek naar kenmerken van procedurele gerechtigheid bij rapportage pro Justitia Ko Hummelen & Corrie van Esch 1 Procedurele gerechtigheid Het begrip procedurele gerechtigheid (procedural justice)
Nadere informatieWat vinden ouders ervan?
Wat vinden ouders ervan? Een samenvatting van het onderzoek naar de ervaringen van ouders/wettelijk vertegenwoordigers met betrekking tot de geboden zorg bij Nieuw Woelwijck. Jorien Luijkx, MSc. Annet
Nadere informatie1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank
2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,
Nadere informatieCliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015
Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.154 ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.154 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,
Nadere informatieRapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071
Rapport Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 2 Klacht Op 18 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Groningen, met een klacht over een gedraging van regionale
Nadere informatieDVOM/F. Protocol Declaraties Gedragsdeskundigen in strafzaken
1 oktober 2009 Inhoudsopgave:... 3 1. Procesgang declaratie... 4 a. Inzenden declaratie... 4 b. Registeren declaratie... 4 c. Betalen declaratie... 4 2. Gedragslijn reiskostenvergoeding... 5 3. Gedragslijn
Nadere informatiePrivacyreglement EVC Dienstencentrum
PRIVACYREGLEMENT Privacyreglement EVC Dienstencentrum De directie van het EVC Dienstencentrum: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling te treffen omtrent
Nadere informatieheeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..
No. CvB 2013/10 HET COLLEGE VAN BEROEP van het Nederlands Instituut van Psychologen heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011. Rapportnummer: 2011/358
Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011 Rapportnummer: 2011/358 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeentesecretaris
Nadere informatieGemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017
Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl
Nadere informatieAan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân.
Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Franeker, 22 november 2016 Betreft: Advies lokale regelgeving WMO 2015 Geacht bestuur, Op 20 oktober jl. ontvingen wij uw verzoek om advies over de volgende
Nadere informatieRapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200
Rapport Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Raad voor Rechtsbijstand te Den Haag, tot het moment dat zij zich tot de Nationale ombudsman wendde, de intrekking
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe
Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken
Nadere informatieGemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatiePsychodiagnostisch onderzoek bij volwassenen. vanaf 18 jaar
Psychodiagnostisch onderzoek bij volwassenen vanaf 18 jaar Psychodiagnostisch onderzoek bij Volwassenen 1. Het psychodiagnostisch onderzoek Door uw hulpverlener is een psychodiagnostisch onderzoek voorgesteld.
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatiePDF Created with deskpdf PDF Writer - Trial :: 1
Privacyreglement Loopbaanparadox Preambule Dit reglement beoogt het juiste gebruik van alle persoonsgegevens waarvan Loopbaanparadox kennis draagt alsmede alle tot een persoon te herleiden gegevens waarover
Nadere informatieKlantenpanel RVO.nl Resultaten peiling 36: Koopsubsidie Januari 2016
Klantenpanel RVO.nl Resultaten peiling 36: Koopsubsidie Januari 2016 1. Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de gebruikerspeiling over de regeling Koopsubsidie. Meer specifiek gaat het
Nadere informatieReglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat
Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat (zoals bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Besluit op het notarisambt) Afdeling 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Leiding van de vergadering
Nadere informatieRapport. Verscholen veranderingen
Rapport Verscholen veranderingen Naar aanleiding van een klacht over de Sociale Verzekeringsbank met betrekking tot de informatieverstrekking bij wijzigingen in het overzicht van de opgebouwde AOW-rechten.
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht
Nadere informatieRapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157
Rapport Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 2 Klacht Op 10 november 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer A. te Uden, ingediend door de heer mr. K.E. Leoni, advocaat
Nadere informatieGemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk
Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk september 2005 COLOFON Samenstelling Drs. M.H. (Mark) Gremmen drs. A.J.H. (Bert Jan)
Nadere informatieVerstrekken van afschriften van vonnissen, beschikkingen en processen-verbaal
Verstrekken van afschriften van vonnissen, beschikkingen en processen-verbaal Inleiding Na de wetwijziging van artikel 365 Sv (bij Wet van 30 juni 2004, Stb. 315 welke wet in werking is getreden op 1 september
Nadere informatiePsychodiagnostisch onderzoek bij Ouderen, vanaf 65 jaar
Psychodiagnostisch onderzoek bij Ouderen, vanaf 65 jaar Psychodiagnostisch onderzoek bij Ouderen vanaf 65 jaar 1. Het psychodiagnostisch onderzoek Door uw hulpverlener is een psychodiagnostisch onderzoek
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieOnderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode
Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein
Nadere informatieOnderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK,
Nadere informatieOnderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van
Nadere informatieRekenkamercommissie Wijdemeren
Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van
Nadere informatieKLACHTEN REGLEMENT PERCURIS
KLACHTEN REGLEMENT PERCURIS Inleiding Als een opdrachtgever, een cliënt van Percuris of een werkgever waar een cliënt een nieuw dienstverband is aangegaan, het niet eens is met de wijze waarop hij/zij
Nadere informatieDe psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie
De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum Medische Psychologie In deze folder informeren we u over de manier van werken van de psycholoog, verbonden aan de afdeling Medische psychologie van Zuyderland
Nadere informatieVerzamelen gegevens: december 2013
Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek
Nadere informatieRaad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Middelbaar beroepsonderwijs
Nadere informatieAdviescommissie voor de bezwaarschriften Ctgb JAARVERSLAG 2017
Adviescommissie voor de bezwaarschriften Ctgb JAARVERSLAG 2017 1 1. INLEIDING Voor u ligt het jaarverslag over 2017 van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Ctgb (hierna: de commissie). De commissie
Nadere informatieArboVarea Postbus HC Zwaag Klachtenreglement
ArboVarea Postbus 4137 1620 HC Zwaag 0229 27 39 53 06 10 67 10 53 info@arbovarea.nl www.arbovarea.nl Klachtenreglement Inleiding Als een opdrachtgever, een cliënt van ArboVarea of een werkgever waar een
Nadere informatieDe concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.
Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek 2016 (meetjaar 2015) Aan De Slag Mei 2016
Klanttevredenheidsonderzoek 2016 (meetjaar 2015) Aan De Slag Mei 2016 Onderzoeker : Dr Frans Marcelissen Telefoon : 040 7630487 E-mail : frans.marcelissen@digipsy.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2.
Nadere informatie3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.
Besluit Kenmerk: 678047/691431 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] om openbaarmaking van informatie op grond van de
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek schooljaar 2011/2012: een inspectiebreed beeld
Tevredenheidsonderzoek schooljaar 2011/2012: een inspectiebreed beeld 1. Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voert al lange tijd tevredenheidsonderzoeken uit onder besturen en scholen in de sectoren
Nadere informatieHet Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie
Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is een centrum van expertise en kennis op het gebied van
Nadere informatieRapport. Datum: 16 juli 2010. Rapportnummer: 2010/207
Rapport Rapport over een klacht van mevrouw Z. uit Rotterdam over het regionale politiekorps Utrecht. De klacht is ingediend door de heer mr. E.T. Hummels en mevrouw mr. M.H.P.G. Wiertz, Advocaten en Procureurs
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het
Nadere informatie(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes
(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst
Nadere informatieKlachten regeling. Opgemaakt:
Klachten regeling Opgemaakt: 06-12-2017 U mag ervan uitgaan dat wij onze uiterste best doen om de hulpverlening zo goed mogelijk te verlenen. Toch kan het gebeuren dat u niet tevreden bent over de zorg
Nadere informatieZie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.
Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders zijn klacht niet gegrond acht en geen reden ziet om zijn oprit alsnog
Nadere informatiePensioenverlaging (korting) in Hoe consumenten geïnformeerd zijn over de verlaging van hun pensioen. Rapport
Pensioenverlaging (korting) in 2013 Hoe consumenten geïnformeerd zijn over de verlaging van hun pensioen Rapport Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten.
Nadere informatieCollege bescherming persoonsgegevens
College bescherming persoonsgegevens Onderzoek naar de beveiliging van persoonsgegevens op gevonden patiëntenkaarten van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) z2010-00182
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-345 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.C. Ruinaard, mr. drs. S.F. van Merwijk, leden en mr. D.G. Rosenquist MSc, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134
Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012 Rapportnummer: 2012/134 2 Klacht 1. Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Hilversum geen inzage heeft gegeven in het
Nadere informatieRapport. Datum: 6 april 2006 Rapportnummer: 2006/136
Rapport Datum: 6 april 2006 Rapportnummer: 2006/136 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen de vorderingsprocedure op grond van de artikelen 130-134a van de Wegenverkeerswet
Nadere informatieGemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017
Gemeente Ommen Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 28 juli 2017 DATUM 28 juli 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076)
Nadere informatieRapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446
Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat
Nadere informatieOnderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg
Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................
Nadere informatieCLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!
CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! De brief: Het Venster F.D. Rooseveltlaan 18 Postbus 2157 5600 CD Eindhoven Eindhoven, 29 november 2011 Betreft: Enquete cliënttevredenheid Beste
Nadere informatieKlachtenreglement. V&V Personeelsdiensten. V&V Personeelsdiensten B.V. Wethouder Jansenlaan DG Harderwijk
Klachtenreglement V&V Personeelsdiensten V&V Personeelsdiensten B.V. Wethouder Jansenlaan 1 3844 DG Harderwijk www.venvpersoneelsdiensten.nl Pagina 1 van 5 Klachtenreglement V&V Personeelsdiensten, versie
Nadere informatieKlachtenregeling cliënten
Titel KLACHTENREGELING STICHTING DE TUSSENVOORZIENING voor cliënten, gasten, bewoners of deelnemers Status Vastgesteld door de directie Van Directie In deze klachtenregeling zijn de opmerkingen van de
Nadere informatieReglement Centrale Bezwaarcommissie Sociaal Plan 1 mei 2013 t/m 31 december 2015
Reglement Centrale Bezwaarcommissie Sociaal Plan 1 mei 2013 t/m 31 december 2015 1. Doel en werkingssfeer Het Sociaal Plan Rabobank CAO biedt medewerkers die worden geraakt door een wijziging van de organisatie
Nadere informatieSAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager
SAMENVATTING 105724 - Klacht over schorsing; VO Een vader klaagt erover dat de school zijn zoon op onjuiste gronden heeft geschorst en voor deze schorsing geen eenduidige reden heeft aangevoerd. De school
Nadere informatieRapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083
Rapport Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083 2 Klacht Op 11 juli 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Amerongen, met een klacht over een gedraging van de griffie
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. Datum: 4 augustus 2011
Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk Datum: 4 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/231 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk
Nadere informatieKlachtenbehandeling, procedure
Klachtenbehandeling, procedure Dit document bevat de regeling voor de behandeling van klachten over een gedraging van het LUMC of van voor haar werkzame personen jegens een cliënt. Hiermee wordt voldaan
Nadere informatiePrivacy Reglement van MAMSA
Privacy Reglement van MAMSA Preambule Dit reglement beoogt het juiste gebruik van alle persoonsgegevens waarvan MAMSA of een van haar samenwerkingspartners kennis draagt alsmede alle tot een persoon te
Nadere informatieWelke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting
Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting Mei 206 Inhoud Inhoud... Aanleiding... Duidelijkheid over hoofdlijnen?... Medezeggenschapsreglement... 5 Investeringen... 6
Nadere informatieKlanttevredenheid consultatiebureaus Careyn
Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk
Nadere informatieNRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht
NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht Toetser 1: Toetser 2: Toetser 3: Datum schriftelijke toetsing: Strafrecht volwassenen psychiatrie
Nadere informatieDyslexie Instituut Drechtsteden
GEDRAGSCODE DYSLEXIE INSTITUUT DRECHTSTEDEN Inleiding Bij de uitoefening van haar praktijk, werkt Dyslexie Instituut (DID) volgens de beroepscodes van de beroeps- verenigingen NVO (oktober 2017), LVVP
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 471 Besluit van 27 november 2017 tot wijziging van het Besluit tarieven in strafzaken 2003 in verband met de indexering van de vergoedingen 0
Nadere informatiePsychodiagnostisch onderzoek voor kinderen en jeugdigen jonger dan 16 jaar. Informatie voor jeugdigen (12-16 jaar)
Psychodiagnostisch onderzoek voor kinderen en jeugdigen jonger dan 16 jaar Informatie voor jeugdigen (12-16 jaar) Psychodiagnostisch onderzoek bij kinderen en jeugdigen jonger dan 16 jaar Informatie voor
Nadere informatieKlacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES
108170 - Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES inzake de klacht van: [klager], ouder van [leerling], klager tegen [verweerder 1], docent
Nadere informatieRapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven
Rapportage Leerlingtevredenheid Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rob Swager ECABO, mei 2011 1. Inleiding... 3 2. Tevredenheid algemeen.... 4 3. Aspecten die
Nadere informatieUitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.
Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het volgende
Nadere informatieRapport. Datum: 26 april 2000 Rapportnummer: 2000/163
Rapport Datum: 26 april 2000 Rapportnummer: 2000/163 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer R. te Groningen, met een klacht over een gedraging van Cadans
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN. 1. Algemeen
ALGEMENE VOORWAARDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Office Support SG Arnhem B.V. gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem, gedeponeerd ter Griffie van de arrondissementsrechtbank
Nadere informatieRapport. Datum: 22 juli 1999 Rapportnummer: 1999/325
Rapport Datum: 22 juli 1999 Rapportnummer: 1999/325 2 Klacht Op 8 januari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift, gedateerd 7januari 1999, van de heer R te Ede, met een klacht over een
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) hem geen uitstel van betaling voor onbepaalde tijd verleent ten aanzien van de aan hem opgelegde schadevergoedingsmaatregel,
Nadere informatieRapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068
Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D en E te F Zaak : Geestelijke gezondheidszorg, eerstelijns psychologische zorg, vereiste BIG-registratie zorgverlener Zaaknummer : 2010.01505 Zittingsdatum
Nadere informatieCliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.
Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/105
Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april 2011 Rapportnummer: 2011/105 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Randmeren de aanslag inkomstenbelasting
Nadere informatieEvaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers
Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010
Nadere informatieBetreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie
(7) ' 000 111111111111111111111111111111 (.0 1-.^1 21:a. Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heer mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Cr) LA) Den Haag, 27 juni 2014 Dossiernummer:
Nadere informatieRapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162
Rapport Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht op 6 mei 2006 hebben gereageerd op zijn verzoek om
Nadere informatie